52"° jaargang.
Dinsdag 8 November 1898.
N°. 9776.
IÜE GELDDUIVEL.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
UITGEVERTlOTcrRÖELANTS.
BUITENLAND.
'X
4sflmraJDuresp»m vosr Schiedam, pai kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per poet, p. kwartaal. - 1.80
Afconderlijke nommerao.02
BUREAU: BOTKRSTKAAT if®, Tcleplioon Ko, 123.
Advertentieprijs van 1—5 gewone regels mot inbo-
gtip van eeno Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 7 November '98.
Frankrijk heeft nu besloten Fashoda prijs te
gevenhet schijnt thans vast te staan dat ma
joor Marchand instructies heeft gekregen om
naar Fashoda lenig tc koeren en, na het bevel
over de stad aan de Egyptische autoriteiten te
hebben overgegeven, in do richting van Dschi-
bouti terug te trekken. Hij zou daartoe door
het Bahr-el-Gnzal-gebiecl, den Congo staat en
Abessynië moeten marcheeren. Gedeeltelijk zou
hij te water kunnen reizen.
Het „Journal Egyptdcn" vertelt waarom Mar
chand eigenlijk naar Kairo is gegaan. Hij ver
wachtte dat kapitein Baratier, die intusschen
■weer te Kairo terug is, zijn rapport van Khar
toum naar Parijs seinen en dan terstond naar
Fashoda terug zou gaan. Daar hij geen bericht
kreeg, besloot de majoor toon zelf naar Kairo
te gaan om de Franscho regeering op de hoogto
te stellen van den toestand te Bahr-ol-Gazal en
te Fashoda.
Marchand trekt dus weg; aan den eisch der
Engelsche regeering is voldaan. Wat nu? ismen
geneigd to vragen. Want dat de geschiedenis
hiermede met uit is, mag veilig worden aange
nomen.
De meeste Fransdie bladen schorten hun oor
deel nog op over de ontruiming van Fashoda,
die volgens de „Figaro" een vernedering uit
maakt zonder weerga, na. 1871. Do bladen zijn
'b er echter over eens dat uit do woorden van
lord Salisbury aan liet gastmaal op Mansion
House en den toon der Engelsche bladen blijkt,
dat de quaestie nog lang niet opgelost is en
dat Frankrijk to doen heeft met een mogend
heid dio haar vijandige houding geenszins ver
bergt. Wij moeten onze koloniën opgeven of do
verdediging er van door middel van een groot
koloniaal leger en een goed georganiseerde vloot
ernstig ter hand nemen.
De „Temps" wijdt opnieuw een hoofdartikel
aan Fashoda. Frankrijk zal do lessen die in deze
geschiedenis gelegen zijn, niet vergeten. Het
heeft een zoogenaamde bevriende regoering, dio
van den aanvang af do zekerheid liacl m den
grond der zaak gelijk te zullen krijgen, zich het
consigne zien geven van niet een pijnlijken stap
gemakkelijk to maken, maar die concessie zoo
wreed, zoo onaangenaam mogelijk te maken.
Het heeft in vollen vrede bij wijze van dreige
ment verschrikkelijke toebereidselen zien ma
ken.
Onder die omstandigheden, zegt het regee-
ringsorgaan, is het beneden do waardigheid en
tegen het belang van een groot volk tot in
eeuwigheid onderhandelingen voort te zetten
die op zoo slechte resultaten uitloopen. Terwijl
de Faslioda-quaestie het uitgangspunt had kun
nen zijn voor een nuttige overeenstemming be
treffende Afrika en andere punten, kan zij nu
niet anders dan de verhouding tusschen beide
mogendheden verkoelen.
Nog zegt de „Temps" dat in beginsel alleen
DOOR
S. WÖRISIIÖFFER.
53)
Y.
Adèlo sloot dien naoht geen oog; vreesclijke
gejaagdheid verjoeg den slaap, bande iedere an
dere gedachte dan die aan het geld dat Ruth
zou Inrijgen. Een half millioen, genoeg om den
baron te verlossen uit alle moeilijkheden, hem
den.weg volkomen te effenen en de poorten van
aardsch geluk voor hem to ontsluiten.
Was het niet natuurlijk dat hij alle middelen
zou aanwenden om zich cle genegenheid zijner
jonge schoonzuster te verzekeren? Was hij niet
volkomen op haar aangewezen?
Een gedachte waarbij heb hart der gezel
schapsjuffrouw krampachtig ineenkromp.
Het was of er geesten door do kamer zweef
den; spookbeelden kwamen en gingen in haar
opgewonden, ontroerden geest.
Zoo lag zij tot den morgentoen kwam als
altijd de loodzware slaap van uiterste vermoeid
heid. Op het slotplein werd het levendig. Er
klonken stemmen van dieren; wagens roldoti
voorbij; eindelijk sloeg een ldolc. Adèlo sliep
nog altijd.
Daar klopte iemand aan de deur, en toen er
geen „Binnen 1" volgde, werd de deur van bui
ten voorzichtig geopend. De kamenier der ba
rones stak haar hoofd om de deur.
„Juffrouw Malton!"
is besloten tot de ontniiming van Fashoda,
maar dat de tenuitvoerlegging nog liet voor
werp zal zijn van latere beschikkingen. En vóór
dien tijd zal, naar liet blad hoopt, in cle Kamer
over Fashoda worden geïnterpelleerd.
Het „Journal des Débats" noemt het hene
den Fiankrijk's waardigheid zich met onderhan
delingen over een compensatie in te laten. De
„Liberie" vreest dat Engeland nu overmoedig
worden zal en nieuwe eischen stellen.
Inderdaad, daar lijkt het wel eoiugszhis op.
De „Westminster Gazette" lcomb rondweg met
de Egyptische quaestie aandragen. Van tweeen
één, zegt het blad. Frankrijk weigert in 't alge
meen met ons te onderhandelen, wat heel ge
vaarlijk zou zijn, of wel het behandelt de En-
gelschen als bekleed met macht in Egypte en
bevoegd om concessies to doen of pachten uit
te geven in d© Bahr-el-Ghazaldit laatste heeft
koning Leopold van België gedaan en zal ook
Frankrijk wel moeten doen.
Het blad vraagt dan waarom Frankrijk En
geland van zich wil vervreemden en dwingen
tot Duitschland te naderen, dat eveneens een
mogendheid aan de Middellandsohe Zee tracht
te worden. Duitschland zal wel gauw van den
Sultan een marine-station krijgen; reeds lang
heeft het daartoe de oogen op Marocco gesla
gen, en de toestand van Spanje op dit oogenblik
doét vreezen voor het opkomen van andere
quaesties in die streken.
Bij die quaesties hebben Engeland en Frank
rijk beiden belang, en daarom hoopt heb blad
dat aan weerszijden van het Kanaal ernstig ge
zocht worde naar een oplossing der hangende
quaesties.
Dio oplossing zal zeker niet gelegen zijn in
wat de „St. James Gazette" wil. Het beste mid
del om een eind to maken aan alle quaesties,
zegt het tory-blad, is eenvoudig het Engelsche
protectoraat over Egypte af te Kondigen.
In sommige kringen va.t men heb opwerpoii
der protectoraatsquaeslie op als een uittarting
tot den oorlog van cle zijde van Engelandmaar
daar staat tegenover dat cle uitzending der ex-
peditie-Marchand en cle bezetting van Fashoda,
na do waarschuwing der Engelsche ïegeering in
1895, zeer zeker een provocatie was.
En de „Daily Chronicle" beweert zelfs dat
Marchand vóór den slag bij Omdurman den
Khalif een bondgenootschap met Frankrijk zou
liobbcn aangeboden. Hij zond den Khalif een
Fransche vlag met het verzoek die boven de
stad te hijschendan zouden de Engelschen
niet aanvallen Do vlag en Marchand's brief
zouden lord Kitchener in handen zijn gevallen.
Heden begint het aanvullend onderzoek in
zake Dreyfus door de strafkamer van het Hof
van Cassatie.
De „Gaulois" die ook beweert dat het Hof
niet zelf het geheime dossier zal onderzoeken,
maar met de Freycinet's veaklaring daarover
genoegen zal nemen, komt terug op de herkomst
van het bordeicl, dat volgens Dreryfus het werk
was van kapitein Braun. De „Gaulois" tracht
Adèle draaide zich om zonder geheel wakker
te worden; zij mompelde iets dat de kamenier
niet verstond en dab haar bewoog naderbij te
komen en de schouders der slapende aan te
raken.
„Juffrouw Halten
Nu Vloog de gezelschapsjuffrouw op. Met ver
warde blikken zag zij om zich heen; zij streek
het haar van haar voorhoofd.
„Wat is er gebeurd, Hanne? Mijn God,
wat is er gebeurd?"
Het meisje schudde angstig het hoofd. „Niets,
juffrouw, mets, of ik weet ten minste niets
met zekerheid. Maar het komt mij zoo vreemd
voor mevrouw schelt anders altijd' om half
zeven en vandaag
„Hoe laat is hot dan nu?"
„Bij haif acht."
„Dan zou ik eens gaan kijken, Hanne,"
Het meisje scheen met moon e haar tranen
te bedwingen, „Ik ben stil de kamer binnenge
gaan," zeide zij, „meer dan halverwege de ka
mer in; verder Waagde ik mij niet. Mevrouw
lag met haar gelaat naar den wancl gekeerd
en en
„Nu, Hanne?"
„Haar rechterhand zag er zoo vreemd uit,"
fluisterde het meisje schuw. „Meer dan die hand
kou ik niet zien."
„Om Gods wil 1"
Adèle sprong op, als door een hevigen sclrrik
aangegrepen; de kamenier hielp haar in aller
ijl het noodigste aan te trekken, en toen haastte
zij zich naar de kamer der barones. Het was
nog donker in de gangende wind huilde om
met bewijzen to staven dat Braun niets met het
borderel te maken had. Men heeft heb aan Drey
fus toegeschreveu omdat die zich van Brnun's
naam had bechencl om het schrift van Esterhar
zy machtig te worden.
Daarna beschuldigd© hij Braun in de hoop
dat uit het onderzoek zou blijken dat clezc aan
Esterhazy had geschreven om diens schrift
machtig tc worden.
De „Gaulois" vraagt ook of het waar is dat
generaal Zurlinden een duplicaat van het bor
derel in handen heeft gehad, dat in het vest
van Dreyfus genaaid is gevonden. Het blad ver
langt overlegging van dab stuk voor heb Ilof
met een certificaat van oorsprong.
Intusschen schijnt werkelijk ton opzichte dei-
aanklacht tegen Ficquard wegens heb „petit
bleu" tot niet-ontvankelijkheid te zullen worden
besloten. Volgens de „Coumer du Soir" houdt
men den kolonel wegens een andere reden vast
Het blad protesteert daartegen.
Anderzijds wordt ouk gezegd dat cle schrift
kundigen de echtheid van hol „petit bleu" heb
ban aangetoondhet zou afkomstig zijn van
Von Schwartzkoppen en geadresseerd aan Es
terhazy diens naam zou evenwel uitgeschrapt,
en daarna opnieuw geschreven zijn om den
schijn van valsohheid te wekken.
Van officieele zijde noemt men deze medcdec-
liugen onjuist.
Gisteren is van de hand van Do Prosscnsó
verschonen een boek, getiteld„Kolonel Pic-
quard. Een held." Het boek bevat o. m, twaalf
brieven van 21 November 1896 tot 23 Maart
1897 gewisseld tusschen generaal Gonsc en den
kolonel en die zeer vriendschappelijk zijn Gon
sc bracht den kolonel de bevelen over van mi
nister Billot die ten dori hadden Picquard te
verwijderen.
Trarieux vervolgt Gyp (de gravin de Mar
tel), omdat zij hem in een barer jongste werken
beschuldigt van overgegaan te zijn tot het pro
testantisme om een rijk huwelijk.
Tegenover de vervolging van Judeb heeft de
„Aurore" er eene wegens laster ingesteld tegen
Marinorsi en Judet, den uitgever en den hoofd
redacteur van hot „Petit Journal".
Zaterdag woonde Gyp in de logo van presi
dent Fame de kamerzitting hij. „Wilde do Pre
sident der Republiek daardoor te kennen geven
aan de rechters dat hij partij trekt vóór G-yp
tegen Trarieux?" vraagt de „Siècle" die iu den
laatsten tijd verschrikkelijk achterdochtig is
Van den geest in het Fransche leger getuigt
een brief van den gepensioneerden kolonel Hum-
bert aan den divisie-generaal Borgms-Desbor-
des, waarin hij dezen aanspreekt als „Gene
raal zonder discipline-gevoel, bedrieger, leuge
naar en lafaaid." De kolonel schijnt giioven te
hebben waarin ook de ministers van oorlog en
marine zijn gemoeid.
dcjsicngile Medcdeelingen.
Volgens de „Frankf. Ztg." hoeft keizer Wil
helm tegen verscliillendc concessies m Klein-
Azie den Sultan do integriteit van hol Azin-
tiseh-Tuiksolic rijk gewaarborgd.
In politieke klingen te Berlijn noemt men
het een verzinsel.
Spanje heeft beslist weigerend geanlwooid op
den eiseh der Vciocmgde Staten De Spaanscho
gedelegeerden zullen morgen vooistellen doen
overeenkomstig de prnelnninaiien Mc Kuilcy
heeft zicli Spnnje's autwooid uitvoerig laten
seinen om op grand dor Spa macho argumenten
een besluit te nemen
De „Koln Ztg" vaart verschrikkelijk uit te
gen de Veiccnigdo Staten om den eisch betref
fende de Philippijnen Hel laat Duitschland
lang met onverschillig of daar de Amonkaan-
sehe of de Spaanschc vlag waait
Dat zal zeker niemand betwijfelen1
In Italic vreest men weer voor dunile van
het brood. .Vele bladen eischen afschaffing der
graanrechten, maar de regeering wil ei niet
aan.
liet is thans zeker dat prins George van
Griekenland, zoo niet leistond als gouvorncur-
gcnemal, dan toch als gemachtigde der vier mo
gendheden Kreta zal bestenen Waarschijnlijk
krijgt luj later den titel van vorst-gouverncur.
Volgens het „Neues Tageblatt' heeft keizer
Wilhelm te Koustantmopcl aan den Russisehen
gezant zijn vices te kennen gegeven dat alleen
Engeland de vruchten zou plukken der Rus
sische politiek.
Terwijl intusschen de Muzelmannen op Kre
ta gehoor geven aan liet bevel der admiraals
om hun wapenen over te govcn, weigeren de
Christenen het zoolang er nog een Turksche sol
daat op het eiland is en er ergens een Turksche
vlag waait.
Er hepen te St. Petersburg geruchten over
onaangenaamheden die prins Loms Napoleon m
Frankrijk zouden zijn weervaren (op den Mont-
Valérien scms?). Die geruchten worden onge
grond genoemd. Als zijn verlof geëindigd is, zal
hij in zijn commando teuigkeercn.
De „New-York Herald" is specialiteit in Sia-
meesclie onlusten. Het blad vertelt weer dat
een Fransche, kei k bij Bangkok geplunderd en
vernield is door Siameesche politie en soldaten
onder een godsdienstig voorwendsel. De Sia-
meezen zouden weigeren hun verontschuldigin
gen aan te bieden.
De Boeren onder Joubert hebben een aanval
gewaagd op Mefus' veisleikte stelling m dc
Zoutpansbergen. Een dikke mist dwong hen te
rug te trekken. De artillerie heeft echter veel
inboorlingen weggemaaid, terwijl van dc Boe
ren maar een paard gedood werd
Berichten uit Peking zeggen dat do Chinee-
zen voortgaan troepen om de hoofdstad samen
te trekken.
de muren en gedwarrel van sneeuwvlokken ver
vulde de lucht. Hier en daar zag men de ang
stige gezichten der dienstboden in het half
donker.
In de slaapkamer der barones brandde een
lamp, welles licht naar do zijde van het bed
door een groen scherm werd onderschept; ook
thans, nu Adèle de kamer binnentrad, bewoog
zich niets.
„Kijk eens naar die hand!" fluisterde het
meisje angstig. „Die ligt nog juist zoo als zoo
even."
„Mevrouwriep dei gezelschapsjuffrouw mot
gedempte stem.
Geen antwoord.
Toen liep Adèle naar heb bed, nu overmees
terd door ccn vermoeden dab zich niet meer
liet afwijzen. Zij greep do neerhangende hand
een ijzige koude kwam haar tegemoet.
Tweemaal opende zij de lippen om te spre
ken tweemaal vergeefs. Maar dab kon zoo
niet. Zij draaide het hoofd om en wenkte het
meisje met een bevelend handgebaar.
„De lamp!" Meer dan dab kou haar droge
keel niet te voorschijn brengen.
Maar in plaats van te gehoorzamen, sloeg
Hanne beide handen voor het gelaat en liep
weonend weg. „Het is zoo vreesclijkIk kan
hot niet aanzien!"
Adèlo had nu haar gewone bedaardheid te
ruggekregen. Zij greep de lamp, wierp het groe
ne lichtscherm ter zijde en liet het volle schijn
sel op het bod vallen.
Midden op den deken lag een brief, geslo
ten en geadresseerd; snel als de gedaolito had
den de'blikken dor gezelschapsjuffrouw cle twee
woorden gelezen, waaruit het adres slechts be
stond: „Aan Adèle". Toen verdween heb ritse
lende papier in haar zak, en eerst mi keek zij
naar het bleekc, stille gelaat dat diep in do
kussens lustte. De lamp rammeid© even, zóó
beefdo de hand dio haai- vasthield.
Het was sinds lang zoo doorschijnend ge
weest, dit zachte, liefelijke gelaat, maar toch...
nu kwam er iets anders, iets vreemds bij, dat
de gezelschapsjuffrouw tot in het diepst barer
ziel dood ontroeren liet voorhoofd was zoo
koud, de arm zoo onbewegelijk dat was do
dood.
In den deurpost stonden do dienstboden. Ge
fluisterde woorden gingen van mond tot mond.
Weenen on hartstochtelijk snikken verbraken
de stilte.
Adèle zette de lamp op een tafel. „Ga mijn
heer de baron wekken," beval zij. „En laat jij
dadelijk een knecht naar do stad rijden, Fi
scher, om den dokter to halen."
„Leeft mevrouw dan nog, juffrouw Malton?"
„Doe maar wat ik je zeg."
Op dit oogenblik verscheen Ruth op den
drempel der slaapkamer. Alle dienstboden wer
ken achteruit; alleen Adole schoen zich hoogev
op te richten; zij bleef op haar plaats bij het
bed, en wachtte zwijgend tot zij aangesproken
zou worden,
„Wat is er gebeurd?" riep Ruth uit. „Om
Godswil, waarom zien al dio menschen mij zoo
treurig aan?"
Nu had zij het bed bereikt. „Cilli, Cillil"
Wordt vervolgd.)