J 1
BINNENLAND.
Uit de Staatscourant.
STADSNIEUWS.
viw gevochten. Acht nogors zijn gedood, on. tweo
gewond; drio blanken worden gewond.
Bij Plioenix, in Zuid-C.irolina, zijn vier ne
gers gelyncht omdat ze op blanken hadden ge
schoten.
Volgens besluit der nationale vergadering zal
het Cubaanscho leger ontbonden wordon.
Atjeh,
Het „N. v. d. I>." ontving het volgend© tolo-
gram van baron Indisch en correspondent
„Toekoe Moeda Latif, het hoofd van het ver
zet in Plantens heeft zioh onderworpen,"
Wij moeten, zegt het bkul, gelooven mm een
soinfout, omdat de naam Plantens, als die
van een landschap in Atjoh ons niet békend is.
YlsscUcrij-Congrcs.
Gasteren werd het congres te Utrecht voort
gezet. In de sectie
Zoetwatervisscherij
leidt de heer J. van Deun, redacteur van het
nieuwe tijdschrift „Piscioultura", hetwelk door
den voorzitter aanbevolen wordt, het onderwerp
„Kunstmatige visehteelt" in. Spr. zotte de mo
gelijkheid tot het stichten van zoodanigo kwee-
kenjen, ook in ons land, uiteen, en aciitt© clio
rendabel. Na een xutvoerig debat, waarbij do
vraag „staatskweekerijen of particuliere" op
den voorgrond trad, werd eene conclusie aan
genomen, waarbij, zonder meer, de oprichting
van zoetwaterkweekerijem wordt aanbevolen.
De beer Everwijn. uit Rotterdam, handelde
hierop over heb „zalmtractaat". Dit tractaab,
gelijk spreker uiteenzette, voldeed niet. Hij con
cludeerde dan ook: De zahnvissokerij worde ge
regeld hij Kon. besluit; daarbij worde be
paald a. verbod van zalmvisscherij van 1 Sep
tember tot 30 November; b. de wekehjksche
rust van Zaterdag tob Zondagavond biijv© be
houden; c. de dagelijksche rusttijd van 9 tot
3 uur 's nachts blijve ook gehandhaafd voor
de zalmzegenvisscherij op do Oude Lek, Nieuwe
Merwede enz.d. na 15 Nov. wordo verboden
fok- en paaizaknen te vangen, alzo© alleen win-
terzalm; e. van Rijkswege worde een ambte
naar aangesteld met toezicht, bet opmaken van
statistieken enz. belast.
In bet debat bleek, dat men algemeen liet
zalmtractaat onvoldoend© vond, doch anderzijds
in een Kon. Besluit geen heil zag.
Hij deed heb voorstel de conclusie to bepa
len tot de verklaring van onvoldoendheid. Deze
conclusie werd bij acclamatie aangenomen.
Daar de heer Op de Maoks van zijn voorne
men afzag om nog een voordracht te houden
over do verbetering der zoetwatervisdrvangst cn
zeevisscherij, werd thans teruggekeerd tot hot
den vorigen dag gestaakt© debat over de nood
zakelijkheid van een afzonderlijk wetsontwerp
op de visscherij en de grondslagen van die rege
ling. De heer Lovink, directeur der „Heïde-
Maatschappij" (Utrecht), wees op het groot©
belang voor de visscherij bij de wering van de
verontreiniging der openbare wateren en stelde
als motie voor, don wensch te uiten, dab de in
gestelde Staatscommissie tot het beramen van
maatregelen tegen deze verontreiniging, met dit
belang voor de visscherij rekening bij haar voor
stellen houdo en, met het oog op d& in werking
zijnde nieuwe web, baar arbeid bespoedig© en
voorstellen doe in die richting on den Minister
van Binnenlandsehe Zaken mededeeling te doen
"van dien wensch. Deze motie, zoomede des voor
zitters wensch, dab de bedoelde commissie door
baar arbeicl de nieuwe wet op de visscherij
geen vertraging in den. weg legge, werden bij
acclamatie door de vergadering aangenomen of
beaamd.
Daarna gaf de heer Muiier zijn schets ten
beste over een nieuwe wet op do visscherij;
boter toezicht der politie; betere rechtsspraak
door officieel© eenvormigheid van benamingen
voor visschen en visehtuigen; organisatie van
het politiepersoneel in districtenaanschaffing
van stoomschepen om do stroopers te achter
halen; deze en meer andere desiderata, werden
door hem aangegeven en uitgewerkt tot een ge
heel dat echter, waar de spreker tot sterke re
sumtie verplicht was wegens gebrek aan tijd,
moeilijk in het kort is weer te geven. Tot dit
weinige moest liet debat worden beperkt we
gens de werkzaamheden der algemeene verga
dering.
In deze vergadering was minister Borgesius
aanwezig, die door den. voorzitter waardeerend
werd toegesproken, wat evenzoo werd beant
woord,
De tweede sectie
Zoutwatervisscherij
hield eene kort© vergadering.
Allereerst werd besloten voor de bevordering
van het gebruik van versche visch in Neder
land, de statuten ecnor daartoe op te richten
vereeniging te doen ontweipen door een com
missie, waarin met den heer Schippers to Ylaar-
dingen, den inleider van dat onderwerp, wer
den benoemd de heeren "Visser te Alkmaar en
L. J. Van Gelderen to -Vlaarelingen.
Nadat de heer Van Zuylen nog enkele boek
werken en geschriften van den heer Cacheux
aan bet congres had. aangeboden, hield de heer
A Hoogendijk Jzn. (Vlaardiugen) in huishou-
delijken kring zijn voordracht en een kleine
bespreking over de vraagwelk aandeel Neder
land zou moeten hebben in de voorziening van
de zeevisclunarkt in Europa, en welke middelen
zouden kunnen worden aangewend om aan ons
land dat aandeel te verzekeren, welke voor
dracht hedenmiddag in d© algemeene vergade
ring wordt herhaald.
Te halftwee volgde de algemeene vergadering,
door den voomtter van het congres, den lieer
Do Ridder, gepresideerd.
De president sloot zich allereerst aan bij den
welkomstgroet aan den Minister en dankte ook
zijnerzijds voor zijn blijk van belangstelling,
cloor zijn tegenwoordigheid gegeven, maar hij
voegde er een hulde "bij aan mr. Ruiiusen voor
zijn aanwezigheid en voor alles wat hij voor de
visscherij in ons land heeft gedaan. (Applaus.)
Hierop volgde de bovenvermelde voordracht
van don heer Hoogendijk. Hij betoogde in den
brcede dat de Regeering heeft te zorgen voor
boedo openbare werken, havens en andere in
richtingen voor do visscherij geschikt ook voor
de toekomst. Maar zij bcpale zich. tot den aan
leg en late do exploitatie aan liet particulier ini
tiatief, want de ambtenaren missen de qualitei-
ten, die in handel en visscherij hoofdvoorwaar
den zijn. De Regeering bevorclere verder den
vrijen in- cn uitvoer en wetenschappelijk on
derzoek, terwijl door opleiding en verzekering
de levende krachten kunnen worden verheven
tot liooger peil.
Wat het particulier initiatief betreft, zorge
men voor verbetering van materiaal, bevordere
de goede bewerking van het product on spore
in verband daarmee nieuwe debouchó's op, ter
wijl ook van deze zijde veel kan geschieden tot
verheffing cler levende krachten, door onder
wijs, betere inrichting der schepen, verschaffing
van lectuur, beter loon en verzekering tegen
ziekte cn ouderdom. (Applaus.)
D© lieer Tuijp (Vol&ndam) wees ve'volgens
op d© wensckelijkkoid van beter politietoezicht
op do Zuiderzee door het daar stationeeren van
een stoomschip.
De heer Rahusen beaamde dien wensch. en
verklaarde, dat het college voor de zeevisscherij
reeds in dien zin een voorstel aan den Minister
van Waterstaat beeft gedaan.
De conclusion uit de sectiën werden hierop
door deze vergadering aangenomen, behalve die
omtrent den afslag te IJmuiden, waaromtrent'
de vergadering zich niet bevoegd achtte.
Besloten werd binnen tweo jaar opnieuw een
congres bijeen te roepen.
Onder dankzegging van den voorzitter aan
autoriteiten en belangstellenden werd hierna
bet eerste Nederlandsche visschorij-congres ge
sloten.
Des avonds was er congres-diner.
Do Nederlandsche Bond van gemeente-amb
tenaren houdt zijn algemeene vergadering op
Zaterdag 26 dezer, te Amsterdam, in Krasna-
polsky.
Op de agenda komen o. m. de volgende pun
ten voorbenoeming van een voomtter en een
lid van den bond wegens aftreding van de hee
ren Jac. van der Laan, secretaris van Sneek,
en Th. Pels, secretaris van 's-IIertogenbosoli
bespreking van de verder aan te wenden pogin
gen in zake het verkrijgen van rijicspensïoen
voor den gemeente-ambtenaar en zijne nagela
ten betrekkingen.
*KETHEL EN SP ALAND, 11 November. Uitstel is
geen afstel; de waarheid van dit spreekwoord werd
hedenmorgen door de kinderen der beide scholen
ondervonden. Hun was beloofd den 6 September ont
haald te worden, doch aan deze belofte kon toen
geen gevolg gegeven worden door de destijds heer-
schende mazelen. Die ziekte is thans gelukkig ge
heel geweken en heden kon de feestcommissie de
belofte vervullen. Op de scholen werden de nationale
liederen gezongen, een medaille uitgereikt en een
plaat toegezegd; bovendien werden de kinderen ont
haald. De leerlingen der openbare school maakten al
zingende een wandeling door het dorp.
*KETHEL EN SPALAND, 11 November. Do zaal
van de Chr. Jongclings-Verceniging was gisteren
avond overvol van toeschouwers voor dc opvoering,
die de heer Zeverboom uit Rotterdam zou doen plaats
hebben op verzoek van het bestuur der bovengemelde
vereeniging.
Die opvoering bestond voornamelijk in het ver-
tooncn der toorerlantaarn. Deze gaf gezichten uit
's-Gravenhage, Rotterdam, Romo, en groepen der
kroning van H. M. de Koningin, Lombok-expeditie
enz. enz.
De wijze waarop de heer Zeverboom de uitleg der
platen gaf, was eenvoudig ea duidelijk, en allen
gingen recht voldaan huiswaarts.
Bij Kon. Besluit is benoemd tot notaris te Neunen
de heer A. Th. J. Mertons, candidaat-notaris te
Oosterhout.
Inkomstenbelasting.
Het volgende adres is door den beer M. C.
M. de Groot, lid van den gemeenteraad, heden
verzonden
Aan den Gemeenteraad van Schiedam.
De ontwerp-verordening-inkomstenbelasting
geeft mij aanleiding tot cle volgende opmerkin
gen.
Art. 1. Hot woord „vermoedelijk" is hier
weggelaten; m. i. ten onrechte, Zelfs een we-
g* ig en een meting zijn aan fouten onderhevig,
een schatting van huurwaarde in nog sterker
mate; de nauwkeurigste boekhouder zal het
cijfer, dat zijn boeken als het> inkomen uitwij
zen, niet volmaakt juist kunnen noemen. In al
deze gevallen is een element van onzekerheid.
Hoeveel sterker waar een goede boekhouding
ontbreekt en waar het gemeentebestuur, zon
der kennis van boeken, een inkomen moet schat
ten. Aangenamer zou het zijn als het anders
ware, maar dit verandert natuurlijk het feit
geenszins. Op dezen grond reeds is het juister
vau „vermoodolijk inkomen" te spreken.
Maar er is meer. Slaat men aan naar heb in
komen, dan moet bet gemeentebestuur bij re
clame bewijzen, dab do aanslag juist is; slaat
men aan naar bet „vermoedelijk inkomen", dan
rust bij reclame de bewijslast op den belasting
plichtige en is dus de gemeente in veel sterker
stolling, hetgeen hoogst wensehelijk is. Deze ju-
risdispntdenlio staat sedert eenige jaren vast;
vele gemeenten maken er gebruik van; bet
ware nu i. onverantwoord het voordeel te laten
ontgaan.
Ik stel dus voor in Art. 1 en 8 „vermoede
lijk" in te lasschen.
den althans een gedeelte mijner voorstellen
over te nemen.
b
Art. 4. De „Schied. Courant" raadt in haar
nummer van 9 dez., ook het pensioen van min
derjarigen te belasten; mij dunkt terecht.
Ik stel dus voor aan het slot te lezen: „ka
pitaal, ax-beid of pensioen".
Art. 5 en 6. Dc regeling omtrent periodieke
uitkeeringen schijnt mij zeer gebrekkig. In
Art. 5c en 4 worden'>z© alle belast bij den ont
vanger; in Art. 6f wordt voor sommige (de
niet-verpliclite) pitkeeringen een andere regel
vastgesteld; dus strijd. En deze laatste regel
munt uit door afwezigheid van beginsel: een
onverplichte uitkeering is inkomen vap den ge
ver, als deze Mor woont, doch van den ontvan
ger, als de gever niet hier woont; m. a. w.
halen wat te halen is. Waar strijd is tusschon
den eiscli der rechtvaardigheid en dien der fis
caliteit, zal toch de eerste wel den doorslag moe
ten geven.
Doet een Amsterdammer een vrijwillige uit-
keering aan een ScMedammer, dan behoort die
uitkeering ongetwijfeld tot heb inkomen van
den Amsterdammerdeze heeft het bedrag ver
worven met de medehulp der Amsterdamsche
gemeente en zal aan deze dan ook belasting er
over behooron te betalen en betalen. Schiedam
kan dunkt mij tevreden zijn, dat dit bedrag Mer
verteerd wordt on zal rechtvaardig en ook ver
standig doen, deze vrijgevigheid onbelast te la
ten en niet door belasting eenigermate tegen te
gaan.
Bij de beoordeeling dezer kwestie moet men
in het oog houden, dat de man verplicht is
zijne vrouw te onderhouden, ouders en groot
ouders hunne kinderen en kleinkinderen en we-
derkeerig, schoonkinderen hunne schoonouders
en wederlceerig. (Art. 162, 353, 376, 377 en
378 B. YV.).
Het billijkst en eenvoudigst schijnt mij deze
regeling, dat vrijwillige uitkeeringen inkomen
van den gever, door wet of testament verplicht©
uitkeeringen inkomen van den ontvanger zijn.
Een uitzondering is dan dringend noodig: de
uitkeeringen aan vrouw en kinderen. Deze zijn
ook verplicht maar zijn identiek met bet onder
houd, dat in do normale, talrijkste gevallen aan
vrouw en kinderen in het huisgezin wordt ver-
souaft en dat natuurlijk ook inkomen van den
gever is.
Ik stel dus voor te lezen
Art. 6fbij wet of testament verplichte uit
keeringen behalve die aan vrouw en aan kinde
ren worden als inkomen van den ontvanger,
alle andere uitkeeringen alsmede giften van
hand tot hand als inkomen van den gever be
schouwd."
en to schrappen, wijl dan in alles voorzien is
in Art. 5e„of andere periodieke uitkeering"
in Art. 5, 4„en uitgaande periodieke uit
keeringen".
Art. 5, 7. Ik stel voor tusschen „alle" en „be
lastingen" in te voegen „directe" om te voorko
men, dat men ook voor accijnsen aftrek zou
vorderen.
Art. 7b. Zooals de Laatste zin van bet ont
werp luidt, zou A., die tot 1 April 1898 geen
inkomen genoot en toen in een zaak kwam met
een maandelijkscho verdienste van f 500, voor
het dienstjaar aanvangende 1 Mei 1898 slechts
naar f 500 jaarlijksch inkomen zijn aangesla
gen; dit zal wel niet de bedoeling wezen. B.,
die eerst 1 Mei 1898 in de verdiensten kwam,
zou in 't geheel niet kunnen zijn aangeslagen
over 1898/9. Cwiens winstaandeel op hetzelf
de tijdstip van 1/10 op 1/4 kwam, zou slechte
belast zijn over genoemd dienstjaar naar 1/10.
In die bezwaren zal voorzien moeten worden
ik stel voor de bestaande redactie te behouden
met verandering van „burgerlijk" in „kalender".
Art. 7 laatste zin. Ook hier zou ik de be
staande redactie willen behouden om zooveel
mogelijk de belasting te regelen naar den ac-
tueelen toestand, vooral waar het hier over ves
tiging handelteen woonplaatsverandering
gaat toch dikwijls met een verandering in het
inkomen gepaard.
Art. 9 al. 1. Ik geloof niet, dat hier „aange
huwd" kind (schoonkind) is bedoeld maar wel
een kind uit een vorig huwelijk. Er behoort dan
„stiefkind" gelezen te worden, zooals in de be
staande verordening.
Art. 9 laatste al. "Worden toelagen aan ouders,
of schoonouders niet als inkomen van den gever
beschouwd (naar mijn voorstel Art, 6f), dan
zou de aftrek voor hen dienen te vervallen;
het verschaffen van kost of inwoning wordt
dan met een uitkeering gelijk gesteld.
Art. 12. Te herhalen wat de gemeentewet
vaststelt, is overbodig; ik stel schrapping van
dit artikel voor,
Art. 13 al. 1. Ik geloof niet, dat het geoor
loofd is aan een recht, door de wet onbeperkt
verleend, een voorwaarde te verbinden; ver
valt die voorwaarde, dan kan deze geheelo al.
vervallen, omdat de materie bij de gemeente-
web geregeld is. Ik doe daartoe het voorstel.
Ik hoop, dat B. en W. aanleiding zullen vin-
De sloot lu do Lange Singelstraat.
De lijdensgeschiedenis van do Lange Singel-
straat-sloob-quaostie is bekend. Meermalen heb-
bon wij in ons blad daaraan min of meer uit
voerige artikelen gewijd; in den zomer- van ver
leden jaar zelfs een twootal hoofdartikelen. Brj
den gebleken onwil van het polderbestuur,
waaronder de Singelsloot ressorteert, noemden
wij toen als eenig middel om de zaak tob een
goed einde te brengen, liet gebruik maken van
een artikel van do wet van 20 Juli 1895
(„Stbl." no. 13S), hetwelk polderbesturen, die
zich togen liet algemeen belang kanten, tob do
orde roept.
Het verheugt ons dat thans B en W in een
uitvoerig rapport over de demping en rioleermg
der Singelsloot, toen hun bleek, dab geen onder
handelingen met het polderbestuur van Maite-
nesse meer baatten, niet geschroomd hebben bet
oog te laten vallen op hot ten vorigen jare door
ens genoemde wetsartikel, ook al gmgeu zij
daartoe ongaarne over
Een andere oplossing schijnt ons echter niet
aan te wijzen.
"Verleden jaar vroeg heb gemeentebestuur aan
bet polderbestuur medewerking. Die werd toen
geweigerd indien niet o. a. een belachelijke door
niets gemotiveerde eisch tob het geven van eene
vergoeding werd ingewilligd. Dien eisoh liet liet
polderbestuur naderhand varen, toen het zelf
het buitensporige daarvan inzag, maar het tee-
kenb toch liet streven tot medewerking met heb
gemeentebestuur.
In heb laatst van Mei stuurden eenige be
woners van do Lange Singelstraat een adres
aan den Raad, om toch eindelijk iets aan den
onlioudbaren toestand hunner sloot te doen. B.
en W. in wier handen deze zaak om advies werd
gesteld, wonnen de meening in van de com
missie voor de gemeentewerken, die zich op
haar beurt door den directeur der gemeente
werken liet rapporteeren en deden, in verband
met die adviezen een voorstel om tot een ver
gelijk te komen, aan het polderbestuur.
Dit bestond hierin, dat de bewoners beer
putten zouden aanleggen, van gemeentewege de
sloot zou gedempt en gerioleerd worden en hot
water zou opgepompt worden door de stoom
machine aan den Singel. Echter zou er een over
loop moeten zijn naar den polderboezem om in
oxceptioneele gevallen, bij zwaren regen of an
derszins, wat niet opgemalen kon worden, te
loozen op dien boezem, opdat niet een gedeelte
der stad zou kunnen onderloopen.
Dit te loozen water zou natuurlijk voorname
lijk zuiver regenwater zijn.
Antwoord van heb polderbestuur: bet geda
ne verzoek is voor geen toestemming, vatbaar;
zonder meer.
Toen stuurden B. en W. een nieuw voorstel
aan het polderbestuur, waarin de verplichting
aanvaard werd om een inrichting te maken ten
einde te voorkomen, dat in bovengenoemde ox
ceptioneele gevallen nog ander water dan heb
speciale Singelstraat-water op den polderboe
zem zon worden geloosd.
Er zou een afsluiting van het gewone stads-
riool worden gemaakt, die bij zwaren regenslag
kon in gebruik gesteld worden.
Antwoord: dat het daarin (in bet schrijven
bevattende dit voorstel) voorgestelde, het pol
derbestuur niet van besluit kon doen veran
deren.
Nu is natuurlyk ieder baas in eigen huis en
ook het poldei bestuur op eigen terrein, maar
wij zouden toch willen wagen, waar het heen
zou moeten als de burgers onderling tot zoo
weinig medewerking zich geneigd betoonden,
als het polderbestuur ten opzichte tan het ge
meentebestuur. Het is een opwerpen van
excepties zonder eind.
Niet ten onrechte zeggen de heeren Snijders
de Vogel en van de Poel in hun adres: sDat
het algemeen bekeud is, dat polderbesturen
weinig ot geen samenwerking in noodige of
nuttige werkzaamheden verleenen en het hun
voorkomt dat van dit bestuur in de naaste toe
komst niets is te verwachten."
Dat is de zaak.
Onmogelijk zou het polderbestuur kunnen
bewijzen of ook maar aannemelijk maken, dat
het nadeel zou ondervinden, indien het voorstel
van B. en W. door beu aanvaard werd.
Te hopen is het, dat de Raad nu eens door
taste en men in Den Haag ons steune; dat
een gansche stad en in 't bijzonder meer dau
honderd omwonenden hun leven zien vergald
door den onwii van een paar machthebbers,
is iets wat o. i. niet mag voortduren.
Itegeuten-Bonoeniingeu
Door B. en W. wordt in original! aan den
Raad ter kennisneming overgelegd een schrij
ven aan hun college van Regenten van heb
Oude Mannenhuis do. 28 September ji. in ant
woord op een missive van het Dagelijksch Be
stuur van 22 September jl. waarin aan Regen
ten kennis werd gegeven van net raadsbesluit
van 20 September daaraan voorafgaand om do
benoeming van de loden van het Collego van
Regenten van het Oude Mannenhuis niet meer
ad vitam doch voor een. bepaald aantal jaren
te doen, waarbij Regenten tevens werden uit-
genoodïgd een rooster van aftreding op te ma
ken. Gelijktijdig werd door B. en W. mededee
ling gedaaa van. de benoeming van den beer
S. A. Veraède voor den tijd van zes jaar tot
lid van heb college van Regenten.
In hun antwoord vrageu Regenten inlichtin
gen over de bedoeling van den Gemeenteraad.