52*" jaargang. Dinsdag 22 November 1898. N°. 9788. DE GELDDUIVEL. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: II. J. C. ROELANTS. BUITENLAND. coumiT. Abobhhjcmtsku» vaar Schiedam, peï kwartaal 1 O.90 omliggende plaateen, p. kwart. - 1.05 franco per poet, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommera- 0.02 BUREAU i BOTERSTKAAT ff®, fPeïephoon No. 123. Advertentieprijs: van 1—5 gewone tegels met inho- grip Tan ccno Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Algemeen overzicht. Schiedam, 21 November '98. Naar het schijnt is de Fransche regeering er ernstig op bedacht, het lot van Dreyfus voorloopig te verzachten, in afwachting van de mogelijkheid dat zijn overbrenging naar Frank rijk wenschelijlc wordt geacht. 'tZijn niet meer dan geruchten en kranten- beweringen, die dienaangaande de ronde doen maar wat er uit »goede" of ïbetrouwbare" of desnoods szekere" bron bericht wordt, ligt volkomen in de lijn der laatste beschikkingen. Zeker schijnt alleen te zijn dat de ministers van ooi log, koloniën en justitie, de tieereo De Fieycinet, Guillain en Lebret, een conferentie gehad hebben met den minister-president Char les Dupuy. Is toen het besluit besproken dat, volgens de »Ind. Beige" door den ministerraad is genomen, n.l. om het strafsysteein dat op Dreyfus wordt toegepast in zóóverre te wijzigen, dat'de ex-kapitein" van 8 tot 11 's morgens en van 2 tot 5 's middags mag wandelen over het aanzijn gevangenis grenzend deel van het eiland? De sSoleii" beweei t dat de regeering de vraag ovei wogen heeft, Dreyfus met Kerst mis of Nieuwjaar naar Fi ankrijk te doen terug- keeren, daar die feestdagen noga! kalme dagen rijn. En do •xdntrausigeant" wil weten dat aan den directeur der mUitaiie gevangenis Gherche- Midi al bevel is gegeven een localiteit gereed te maken voor Dreyfus' komst. Ook omtrent het verdere onderzoek van het Hof van Cassatie brengen do bladen heel wat nieuws, dat met altijd even geloofwaardig klinkt. De sMatin" zegt dat het Hof, ten einde aan Dreyfus' verhoor bij rogatoire commissie zoo groot mogelijke betrouwbaaiheid te verleenen als de wet maar toestaat, den landsheer Attba- lin daaitoe naar het Duivelseiland zenden. Hij zou daartoe 9 December a.s. naar Guyaua vertrekken. Dit bericht klopt al zeer slecht met de ge ruchten dat Dreyfus naar Frankrijk zal worden teruggebracht. Onder de getuigenvei klaringen die voor het Hof zijn afgelegd, trekt do aandacht die van generaal Mereier, onder wiens minister schap Dreyfus veroordeeld w. De »Ind. Beige" zegt uit zekero bion te vernemen dat den oud-minister van oorlog gevraagd is of inderdaad in het proces-Dreyfus geheime stukken aan den knjgssaad su raad kamer zijn overgelegd, buiten weten van den beklaagde. Welnu, de generaal bleef op die vraag het antwoord schuldig, en volhardde in zijn zwijgen, ook toen de vraag herhaald werd. En dat nog wel, terwijl het ministerie, voorziende dat deze vraag gesteld zou worden, generaal Mereier had ontslagen van het ambtsgeheim; de oud- ministor kon dus viijuit spreken. DOOR S, WÓRISHÖFFER. 65) De jonge wouw bief plotseling op de haar eigen hartstochtelijke, impulsieve wijze haar ar men ten hemel. „Weet u dan of mij niet hetzelfde weder vaart? Weet u of ik niet door allo helsehe machten gekweld word? Vaarwel! Vaar wel1 IJ moet maar nooit meer hier komen!" Zonder hem aan te zien ging zij een belen dend vertrek binnen, em, toen hij haar wilde vol gen, draaidb zij den sleufcel in hot slot om. „Anna' Anna!" Geen antwoord, al bad en smeekt© hij zooveel het hem lustte. „Anna, één oogenblilc, één minuut nog maar Maar liet bleef stil, zóó stil alsof daar binnon een doode was, niet oen sohoone, snikkend© vrcuw, die liaar hoofd in de kussens drukte om dnor geen enkdeim Manie ie verraden welke iwellingein haar ziel vameenreton. Hans Adam moest vertrekken zcaidcr iets meer to hébben kunnen bereiken. Heb was hem als een angstige droom, als een last die op zijn borst rustte en hem belette vrij adem te halen. Voorbij alles voorbij. De toon waarop Anna tot hem had gespro ken, die toon vol smart en woo liet geen twijfel over. Daar was geen hoop, geen verwachten meer alles was gedaan. Een overtuiging die hem deed huiveren. »Desondanks bleef Mereier zwijgen, verhaalt de Hndépendance", en »men vei zekert ons dat zjjn stilzwijgen diepen indruk heeft gemaakt op de strafkamer die het opvatte als de indirecte bekentenis der begane onwettigheid die men nu niet meer duift toe te geven." Heden zal liet Hof, naar de sFigaro" ver neemt, generaal de Boisdeflre hooren, die de zaak-Dreyfus zal uiteenzetten suit diplomatiek oogpunt." Zijn verklaring zal vermoedelijk een confrontatie van generaal Gonse en Picquaul noodig maken. Wat Picquard aangaat, over zijn zaak loopen niet minder geruchten dan o\er d e zaak. Zoo gaandeweg is de zaak-Picquard opgedoken naast de zaak-Dieyfus en dreigt die te vervangen. Constans en Waldeck-Rousseau hebben zich daaiom tot De Freycinet gewend en dezen be zworen te zorgen dat niet door de zaak-Piquard evenveel beroering zal ontstaan als door de zaak- Dreyfus. Zateidag heeft mr. Labori eindelijk met zijn cliënt mogen spreken. Eerst in den morgen en daarna 's middags nog eens beeft de advocaat een paar uur met den kolonel gesproken, en wel zonder getuigen. Natuurlijk stond een zwerm journalisten op Laboii te wachten; maar deze het niets los. Of en wanneer Piquard voor een kiijgsraad zal terechtstaan weet niemand. Volgens de »Figaro" is kapitein Tavernier nog niet gereed met zijn lappoit; de Voltaire" zegt dat de krijgsraad die Picquard zal oordeelea, nog niet zoo heel gauw zal bijeengeroepen worden de süaulois" geeft nog eens piecies de punten van beschuldigingvalschheul in geschrifte, gebiuikmakmg daarvan en mwdedeelirig van geheime stukken lakende de veiligheid van den Staat. Inmiddels worden ons bij kleine hoeveelheden tegelijk de onthullingen van Esterhazy toege diend. Van de eerste afleveiing die heden zal verschijnen, deelen de Paiijsche bladen reeds mede dat zij handelt over het door den rech ter van instructie Bertulus geleide onderzoek en Esterhazy's hechtenis in de Santé. De ma joor beschrijft zijn cel en critiseert de justitie en met name Bei tulus. Dat Cavaignac hem heeft losgelaten, vei klaart Esterhazy hieruit dat zij familie-vijanden zijn. In 1852 hebben Ester hazy's vader en oom ronduit partij gekozen voor prins Louis Napoleon (later Napoleon III) tegen generaal Cavaignac. Esterhazy zegt dat hij zijn lasteraars niet mocht vei volgen van den generalen staf. Hij had op bevel met Picquard geduelleerd maar hij was niet viij in het kastijden zijner vjjanden. Hij zou zoo graag Glémenceau of Retnach een degen stoot op de juiste plaats hebben gegeven. De majoor verzekert met bewijzen te kunnen sta- SE ^kffkrrntfbfl'JiniWyiWaaTGaBBCSt En nu moest hij na dit alios nog den hamdels- raacl bezoeken 1 Nog schaoheren en mot woorden spelen Een tegenzin greep hem aan en brandde ham in zijn ziel, een afkeer van het leven, van den rondedans van nietige en nietswaardige belan gen, van. de wereld in het licht van dezen droe- vigen dag. Vandaag zou hij zeker niets van den sluwen woekeraar dio van alle markten thuis was, gedaan krijgen. Maar toen greep een andere gedachte hom aan. Hot was om WiUibald hij moest nog het laatst©, hot uiterste beproeven, voordat d© ongelukkige door het noodlot achterhaald werd. En zoo guiv hij dan naar hot met smakdooza overlading pronkende paleis van den geldvorst. Ilij trof het; mijnheer de handelsrond was thuis en bereid zijn bezoeker te ontvangen. Het weelderige vertrek werd voor hem geopend; er kwamen flesschen wijn en geslepen Veneèiaan- sche glazen voor den dagmijnheer de handels- raad voelde zich buitengewoon gestreeld don aristocratischen bezoeker m zijn huis te zien en sprak voorshands over alle mogelijke dingen be halve over geld of vervallen, wissels. Er had geetn beter middel kunnen bosbaan om het verstoorde evenwicht in de ziel van den. baron weder te herstellen. Hij dronk den vuri- gen zuidelijken wijn, en met ieder glas verbeter de zicli zijn. stemming. Het kwam er op aan den vos in zijn eigen hol te verschalken. „Ik heb zes duizend thaler noodig en wel dadelijk1" Dat was liet wat Ilij na een uur op luchtagen en bedaarden toon had. gezegd. Lissauer haalde de schouders op. „IJ vergist u, waarde baron. Ik ben het die van u betalin gen hob te verwachten." ven dat hij d e man van don generalen staf is geweest, maar het voorbeeld van Henry, die tot zelfmoord was gedwongen, had het hem geraden doen schijnen liet land te verlaten daar men loerde op de papieren die hij bezit. Esterhazy verzekert dat hij niet op eigen hand heeft gehandeld, maar in blinde gehoor zaamheid aan de gegeven bevelen. Men vermoedt dat deze herinneringen, naar aanwijzingen van Esterhazy, geschreven zijn door Henri Roeliefort. Is b.v. het volgende niet precies de schrijftrant van den rooden markies? 'tls uit het verhoor van Bertulus, den rechter van instructie. »Wat is dat?" vroeg Bertulus, mij een brief met cijfers en nummers toonende. >Dat", zei ik (Esterhazy) sis een brief die uit Spa komt van een mijner vrienden, die mij een systeem mededeelt en uiteenzet, dat men hem gegeven heeft voor het trente-et-quarante. Ge behoeft slechts te lezen om te begrijpen". Het hait van Bertulus, die een oude habitué van speelhoilen is, spiong op. Zijn gokkershart was ontroerd. Hij hief zijn arm op en zeide ernstig en pro fetisch: sDe ongelukkige! Ik beklaag hemeen systeem een systeem En nog plechtiger sprak bij dit axioma uit: »Er is geen systeem". Een heerlijk staalte-Rochefoit, niet waar? Inmiddels heelt Esterhazy volgens de »Gau- lois" Londen vei laten; waarheen is onbekend. Mr, Laboii zal een aanklacht instellen tegen zijn vroegere dienstbode die beweert hem te hebben hooren zeggen dat Dreyfus schuldig was, maar dat men met het geld der joden alles gedaan kan krijgen. Clémenceau zal onder den titelDe I' injustice a la justicealle dagbladartikels uitgeven door hem sedert een jaar aan de zaak-Dreyfus en gevolgen gewijd. In onderling verband ge bracht zal die reeks zeker van groote psycho logische waarde zijn. fieracngilc ücdcdeellngen. Overleden is de Engelsche staatsman en staathuishoudkundige sir Charles Baden-Powell, lid van liet Lagei huis. Ilij was maar 51 jaar oud. Piesident Faure heeft den gezant te Madrid opgediagen aan Sagasta mede te deeien dat de President der Republiek aan de Koningin- Regentes het grootkruis van het Legioen van Eer heelt geschonken. Men zegt dat de Lippesche quaeslie onmid dellijk na den teiugkeer van keizer "Wilhelm voor den bondsraad in behandeling zal komen. Te Messina hebben de Duitsche Keizer °n de Keizei in prinses lleinrich begroet op haar reis naar China. Hans Adam krukte. „Dio ook zullen, geschie den, mijnheer Lissauer. IJ zelf twijfelt daar geen oogenblik aan." „Hm dat weet ik nog niet." „Nadat u bij geruchte toch zeker ook verno men zal hebben van de erfenis mijner schoon zuster f' „Ja van uw schoonzuster. Dab weet ik. Maar over dat bedrag krijgt u toch niot de be schikking, baron." „Zeker wol," riep Hans Adam uit. „Zeker. Juffrouw Assmann geeft mij, zoodra zij meer derjarig is geworden, het geheele kapitaal in handen." Lissauer glimlachte. „Dat is geen waarborg, baron." „Waarom niet? Twijfelt u wellicht aan de stellige belofte mijner schoonzuster?" „Volstrekt niet, maar het is niet meer d'am de belofte van een jong meisje. Zij kan later wel geheel anders besluiten." Hans Adam schudde zacht het hoofd. „Daar is inderdaad niet veel tegen in te brengen," ant woordde liij. „Wij kennen de liovo vrouwen; ieder van haar heeft wel iets van een vimder." „Ziet n wel." „Versta mij niet verkeerd, mijnheer Lis sauer. Juffrouw Assmann heeft mij de vrije be schikking over haar kapitaal stellig beloofd, en in dit besluiit zal de toekomst geen verandering brengen. Wait ik bedbelde, betrof een andere waarneming die ik gedaan heb." „En die ook uw schoonzuster gold?" De baron zag hoe de man tegenover hem de ooren spitste. Nu was hij in het goede spoor gekomen. „U kent do laatste onaangename gebeurtenis- Te Leipzig is met gesloten deuien door bot Rijksgerechtshof behandeld de zaak van Isidore de CocU, verdacht van spionage voor Fransche rekening. De man hield zjjn onschuld staande. Niettemin werd bewezen geacht dat bij was een agent van den spionage-dienst te Parijs, en dat hij zich schuldig had gemaakt aan spionage. De man werd veroordeeld lot zes jaar dwangarbeid en tien jaar vei lies van burger schapsrechten eu politie-toezicht. De eiseh was resp. 5 en 5 jaar. De Amerikanen zullen, naar thans te Ncw- Toik verluidt, aan de Spanjaarden een schade loosstelling van 40 millioeri doliais aanbieden voor de Philippïjnen, Een scheidsgerecht zullen zij van de hand wijzen. Admiraal Desvey heeft met een berging maatschappij te Hongkong een contract gesloteu voor het lichlen dor Is 1 a de Cuba, Isla d e L u f o n en Don Juan le Austria, die daarna als Amerikaarische wachtschepen bij de Philippïjnen en aari de Aziatische kust dienst zullen doen. Volgens offlcieuse mededeelirigen is de Spaan- sche regeeiing voornemens kennis te geven aar. de houders van Cubaamche scliuldbewijzend.it Spanje weigert die te betalen, daar de veiplich- ting daartoe voorspruit uit de souvereinitut over bet eiland welke Spanje niet meer bezit. Men verwacht dat het kabinet-Sugasla m liet sluiten van den wede plaats zal maken voor een ministerie Polavieja-Silvela. Te Weenen blijft men geloof hechten aan de officieel tegengesprokon betichten van aanslagen tegen het leven vun ex koning Milan van Servië. Men beweet t dat de panslavisten woe dend zijn over Milan's terugkeei zij zouden hem ter dood hebben veroordeeld, en niemand zou zich verwonderen als Milan het lot van StamboulolT deelde. In ieder geval is Milan een gevaar voor de dynastie der Obrenowitsch. De liberalen onder Ristitsch, den oud-regent, hebben zicli bij de oppositie gevoegd, en thans kan de Koning op den steun van goen enkele partij, zelfs van geen enkel fatsoenlijk politiek man, rekenen. Ondanks Menelik's vredelievende verzekerin gen is men in Italië eenigszins wantrouwig gestemd jegens do expeditie die naar liet heet bestemd is ras Mangaseha te onderwei pen. Men is van oordeel dat daarvoor 50.000 man wel wat veel is, en vreest dat Menehk het op Massowah heeft gemunt. Anderen denken dat Menelik het weoscheiijk acht Abessymë een rol te doen speien in de quaestie ovei Fashoda en Egypte. De sSpectator' stelt omdat Bahr-el-Ghnzal voor dat Engeland dit gebied zal verpachten aan den Congo-staat; het zou dan een buffer staat wol den tus«chen Engelschen en Fianschen in Afrika, en Fiankrijk zou liever dit gebied sen, mijnheer Lissauer? U woeb hoo verschrik kelijk mijn arme kleine Ruth, beleedigd is?" Lissauer keek strak voor zicli uit. „Ecu aai. Macht is toch aohterwege gebleven," zeide hij als bij zichzelf. „Dio is achterwege geblerven. Mijn schoon zuster heeft, zich niettemin de lage beschuldi ging die tegen haar is uitgesproken, in die mate aangetrokken, dat zij meent niot langer m mijn. Inus te kunnen blijven Zij is geheel buiten zieh- zelve; heb anders zoo schuchtere, stillo meisje wnngb de handen alsof alios verloren is zij sprak met mij over een door haar genomen be sluit dab ik komisch zou noemen, als dc zaak mot zoo ontzettend ernstig was." „Zoo En mag ik vragen, baron. V' „Waarom niet? Juffrouw Assmann wil naar een dlaconcssenhuis gaan." „Dat is onmogelijk!" riep Lissauer uit. „Dat is onzinDat zou zijn afstand doen van alles, op negentienjarigon leeftijd elk recht op het leven vrijwillig prijs geven." De baron haalde de schouders op. „Dat zelfde heb ik haar ook gezegd, maar tevergeefs. Zij schijnt haar zielskiacht geheel verloren te heb ben. Weg uit Moldb! Dat is blijkbaar het eetti- ge dat zij wenschit." De handelsraad' stond op en liep in hevige opgewondenheid op en neer. „Baron," zeide hij eindelijk, „vindt u het goed dat ik juffrouw Assmann dezer dagen ten uwent een bezoek breng „Met genoegen," laohte Hans Adam. „U kan nu dadelijk met mij medegaan, mijnheer Lis sauer." {Wordt vervolgd.) J i f ''ij; 3d n«fg -,1k P. *r i» v f1h sf u

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1