52 jaargang Zondag 27 en Maandag 28 November 1898. N°. 9793. ALESSAU D. Tweede Blad. Bismarck in 1866. 1 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, Onderwijzeres. UITGEVER: H. J. G. ROELANTS. BÏXNEX L AX D. Amxksmktspbijs 78«r Schiedam, pet kwartaal f 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommerso.09 BUREAU: BOTERSTRAAT ffO, Teleplioon Mo. 123. ADTBBTENTiBrniJS: van 1—5 gowono regels met inbe grip van eeno Courant0.59 Iedere gowone regel rneoro.lO Bij abonnement wordt korting verleend. Bij liet OPENBAAR LAGER ONDERWIJS te Scli ie dam wordt gevraagd een met akte Frunscli, om hare betrekking te aaanvaarden aan de Meisjesschool met uit gebreid leerplan (hoofd Mej. Kimmijser.) Jaarwedde 1 575.Deze wordt vei hojgd met flOO.— voor de hoofdakte, f50 voor de akte handteekenen en wanneer in na te noemen vakken onderwijs wordt gegeven, met f50,— voor de akte handteekenen en f75.voor de akten Hoogduitsche of Engelsche taal. Bovendien kan de jaarwedde wegens dienst tijd 4 maal (om de 2 jaai) telkens met f 5S> worden verhoogd. Solliciiatiestukken franco in te zenden vóór 7 December a.s. aan den Buigemeester. In hot begin der volgende week zulten twee deelen verschijnen van de losse aaiiiteekeningen uit het veelbewogen sbaatsmanslevcn van Otto vort Bismarck, da© onder den titel „Gedanken und Erinnerungen." bij den Cottaschen Boek handel te Stuttgart heit licht zullen zien. Met spanning wordt in Duitsehland en zeker ook door velen daarbuiten de verschijning van dit werk tegemoet gezien. iveeds heeft de wel willendheid van den uitgever enkele bladen in staat gesteld een stuk midden uit heb werk te publiceeren, handelende over het laatste gedeel te van den oorlog met Oostenrijk. Wij ontleenen daaraan het volgende. De slag bij Koniggratz was geslagende Oostenrijkers waren teruggedreven, en indien de Pruisen beter partij hadden getrokken v«n do overwinning door het ingrijpen van gene raal Yon Etzel en van de intact gebleven ca»- vallerie, dan zou, naar Bismarck getuigt, de zending van den Oostenrijkschen genei-aal Von Gablenz naar liet Pruisische hoofdkwartier niet alleen tot een wapenstilstand, maar ook tot een overeenkomst geleid hebben, waarop de aanstaande vrede zou gebaseerd zijn. Nu werd er alleen over een wapenstilstand onderhandeld, en de toestand was, van Prui sisch standpunt bezien, zóó, dat het niet alleen mogelijk, maar zelfs geraden scheen op de eer ste stappen van Oostenrijk om tot den vrede te geraken, in te gaan. Bit was althans Bismarck's oordeel. Want Frankrijk dreigde tussdienbeide te ko men. Den 5den juli was een telegram aangeko men waarin Napoleon medtadeelde dat Frans Jozef hem Venetië afgestaan en zijn interventie ingeroepen had. Met helderen blik overzag Bismarck blijkbaar den toestand. Hij stelde ziöli de mogelijkheid voor van een gewapende tussclienkomsb van Frankrijk, en zoo die. al uitbleef, wist hij dat een oorlog met Frankrijk zou moeten komen. Toen dan ook krijgsraad werd gehouden over het voortzetten van den veldtocht, was Bis marck doordrongen van het dankbeeld» dat men Oostenrijk niet te diep moest vernederen, en Schetsje uit hel circusleven. Alessaud was afkomstig uit Algiers, de witte stad. Zijne ouders herinnerde hij zich nauwe lijks meer, want zij waren gestorven, toen hij nog heel jong was, dertig jaren na de inneming van Algiers door de Fransche troepen; op 5- jarigen leeftijd bleef hij geheel alleen, achter- en deed mede met de „ordeds", met wie hij da gelijks de stad doorkruist©hij liet zich aan den hoek der straat Bab-Azun neer en poetste de schoenen der voorbijgangers. „Poetsen meneer? mooi poetsen!" Op deze wijz© verdiende hij hier en daar een'go smis, waarvoor hij zich een „rjeszrath" er. dadels voor zijn cktgelijksch onderhoud kocht. Toen hij wat grooter werd, ging hij naar de haven, naar do aanlegplaats der schepen, om de reizigers zijn diensten als wegwijzer aan te bieden. Hij had een intelligent uiterlijk en zijn meisjesgezicht met lichtbruin© tint, waarin twee mot namo een zegevierenden intocht der Prui sen binnen "Weenon wilde hij vermijden. Anders oordeelde de militaire partij en de Koning, dio zich op dat oogenblik Hob leiden door do gedachte aan nog grooteron krijgsroem on, waar heb de vredosbepakngen gold, door cly- nastisclie overwegingen.' Zoo stond do Koning er in die dagen op dat Ansbaeh eti Bayreuth door Baieron aan Pruisen zouden worden teruggege^ ven. Maar Bismarck wenschte noch vernedering van Oostenrijk, in weük land hij don lateral bondgenoot zag, noch ook oeaiigerled krenking van den trots on hob zelfstandigïuüdsgevoal der Zuid-Duitseiio Staten, waardoor de Duitsche eenheid, waarvan de staatsman droomde, go- vaar zoude loopen. Wij willen nu Von Bismarck zelf een oogen blik het woord geven. „Den 23ston Juli word cmder voorzitterschap des Konings een krijgsraad gehouden waarin besloten zou worden of onder de aangeboden voorwaarden viecle gesloten of de oorlog voort gezet moest worden. Een pijnlijke ongesteld heid waaraan ik leed, maakte het noodzakelijk de beraadslaging op mijn kamer to houden. Ik was daar de eenige niet-militair in uniform. Ik sprak mijn overtuiging uit dat op de Ooston- rijksdie voorwaarden vrede moest gesloten wor den, maar bleef alleen staan; do Koning ging mot de militaire meerderheid medo. „Mijn zenuwen waron niet in staat do mij dag on nacht benauwend© indrukken te weer staan; ik stond zwijgend op, ging naar mijn aangrenzende slaapkamer en barstte daar m hartstochtelijk snikken uit. Onderhand hoorde ik hoa in de kamer daarnaast de krijgsraad uit eenging." Bismarck zette zich toen aan den aa-beid. Hij stelde een memorandum op waarin bij don Ko ning zijn meoning uiteenzette, en verzocht Z. M., indien hij des ministers verantwoordelijk- ken raad niet wilde aannemen, hem van zijn ambt gedurende don voortgang van den om-log te ontheffen. Met dit memorandum ging hij 's anderen d'aags naai- den Koning. In de anti chambre hoorde hij juist berichten over de cholera in het leger gedurende den veldtocht zijn 6427 man aan die ziekte bezweken eii dit versterkte hem in zijn overtuiging dat de vrode gesloten moest worden. Hij legde aan de hand van zijn memorandum den Koning uit dat men Oostenrijk niet in do armen van Frankrijk of Rusland moest wer pen, maar de mogelijkheid open laten van een later bondgenootschap. Hij wees er op dat de Oostenrijksche monarchie niet gemist kon woe den in Europa,, dat nieuwe sbatenvoimingen in haar plaats slechts van revolutionairen aard zou den zijn. Hij betoogde dat Pruisen niet sterker zou worden door annexatie van Oostenrijfech Siiezië en stukken van Bohetmen. Hij waar schuwde voor tusschenkomst van Frankrijk en voor een voortzetting van den oorlog op ongun- st-g terrein en onder ongunstige omstandig Sle den. Niets baatte. Do Koning bestreed dit alles niet; maar hij noemde de vredesvoorwaarden onvoldoende, zonder zijn eisohen nauwkeurig te formuleeren. De Koning wilde dat Oostenrijk als de hoofdschuldigen streng zou gestraft wor den en hield vast aan afstand van grondgebied door den overwonnene. Daarentegen raadde Bismarck aan een uit sluitend Dnitsche politiek te voeren, alleen met de Duitsche eenheid onder leiding van den Ko ning van Pruisen voor oogen. Daarom wilde hij geen straffende vergeldiingspolitiek, en nog min der eene waardoor verschillende» Duitsche sta- grooto zwarte oogon fonkelden, nam de reizi gers doorgaans voor hem in, zoodab hij dikwijls boven andere „ouleda" wercl voorgetrokken. Eu op een goeden dag nam een zouaven-offici&r die naar zijn vaderland terugkeerde, hem mede naar Frankrijk. Drie dagen later was hij te Marseille. Hij voelde zich ontzettend verlaten en vreemd in deze groote stad niet haar rumoerige drukte en luid een. onbestemd gevoel van berouw dat hij zijn vaderland had verlaten. Hij had drie van die kleine casserollen mede gebracht, uit wit bb'k vervaardigd, met een lan gen stoel, waarin hij daarginds, boven, het war ter liet koken om daarvan koffie te zetten. Hij zocht aan de haven een hoekje tusschen een paar muren op, liet zacli daar neer en begon zijne koffie gereed te maken, die hij voor een sou3 por kop verkocht, heerlijke koffie. Hij had spoedig een talrijke klandisie onder de werklui aan de haven en de soldaten. Toen kwam de verzoeking. Een Bamum van den tienden rang gaf te Marsoillo voorstellin gen met den circus. Hij bood den knaap aan in ten hun gebied zouden zien besnoeid 0111 arnlr to beloonon voor hun liulp. „Hot scheen mij toe," aldus gaat V011 Bis marck zelf voort, „dat de van militaire zijde aangewakkerde tegenzin om dun zegetocht dor troepen af te broken, bij Z. M. overheorschoncl was. De bestrijding daarvan, waai toe ik mijner zijds, krachtons mijn overtuiging, verplicht meende te zijn, mankte den Koning zóó opge wonden dat liet niet wel mogelijk scheen de bespreking voort ie zotten en de clo kanier ver liet met den indruk dat mijn voorstel van cle hand gewezen was, en met hel voornemen den Koning t.e verzoeken dat hij mij zou vergunnen als officier mij bij mijn regiment te voegen. „Op mijn kamer teruggekeerd vorkeerde ik in zulk een stemming dab zich de gedachte aan mij opdrong of liet niet boter was, wanneer Be mij uit liet openstaande venster liet vallen, en ik koek niet eens om, toon de cle deur hoorde open gaan, ofschoon ik vermoedde d'at de bin nentredende de Ki-conprins was, wions kamer ik op den corridor voorbij was n-ogaan. „Ilc voelde zijn hand op mijn schouder, tor- wijl hij zeide„gij weet dat ik tegen den oor log ben geweest; gij hebt then noodzakelijk geacht en draagt de verantwoordelijkheid er voor. Wanneer ge thans overtuigd zijt dat heb doel bereikt is, en dat er thans vrede moet wor den gesloten, clan ben ilc bereid 11 bij te staan en uw meoning tegenover mijn vader tö verde digen." Een klein half uur latei- doelde do prins Bismarck mede dat de Koning had toegogeven, maar hot had moeite gekost. Eigenaardig is de vorm waarin do Koning zijn besluit moti veerde. In margino van Bismarck's memoran dum schreef hij met potlood „Daar mijn minister-president, mij tegenover den vijand in don steek laat on ik hier niet in staat ben hem te vervangen, heb ilc de quaostie met mijn zoon besproken, en daar deze zich heeft aangesloten bij de meening van den. mi nister-president, zie ik mij tot mijn smart ge>- noopt na do zoo schitterende» overwinningen van liet leger door den zuren, appel heen te bij ten en een smadelijken weide aan te nomen." Zoo ongeveer althans geheel woordelijk wist Bismarck hot niet meer, en naslaan kon hij hot niet luidden 's Konings woorden. Do staatsman verontschuldigt de „onwiendelijkc." woorden van zijn koninklijken meestor nog eeni- germate. „In den. geest des Konings warm des tijds nu eenmaal militaire indrukken overheer- seheml, en. de begeerte een tot nu toe zoo schit terenden zegetocht voort to zotten, was wellicht sterker dan politieke en diplomatiek» overwe gingen." En van de norsoha kanlteokening bleef alleen bij hem achtei* „de herinnering aan do lievige gemoedsbeweging dio ik den ouden hoor had. moeten berokkenen, om gedaan te krijgen wat ik in hot belang des vaderlands noodig achtte, wilde ik verantwoordelijk kunnen blijven." „Nog heden ten dage, aldus besluit de IJze ren Kanselier dit deel zijner „Gedachten, en Herinneringen", „hebben dit en gelijksoortig» voorvallen bij mij geen andoren indruk achter gelaten clan de smartelijke gedachte dab ik een meester, dien ilc persoonlijk zoo lief had als dezen, in dio mate heb moeten ontstemmen." Bij Stnatsbegrootliig 1809. Finanoië in liet afdeelingsouderzoek gaven verschil- zijn dienst to treden ea liet hom een prachtig, van goud glanzend kostuum van een sjeik zien. „Je kunt toch rijden, nietwaar? In jouw va derland rijdt iedarNu, goed, je zult optreden in den „Opstand van Abd-ed Kader", dat ik op het oogenblik in scène zet. Jo 'krijgt 40 sous daags en eten en drinken, dat is te zeggen om to beginnen. Later, als je op do hoogte bent, zullen we de zaak verder besproken. Is jo dat voldoende?" Aii ssaud liet zich overhalen en twee dagen later woonden de Marseillanen het debuut bij van den jongen „Alessaud ben El Hadj, zoon van een sjeik uit een der Agiersche provinciën", die „uit liefde voor de kunst" artist was gewor den, zooals het programma meldde. Ru begon voor Al&ssaud een nieuw, inge spannen leven. lederen avond verscheen hij in heb circus, vertoefde er bijna gedurende de geheele voor stelling, voerde er een „fantasio" uit op een on gezadeld paard, vervolgens een „karakterdans" en zong Arabische liederen op eigenaardige zwaarmoedige melodieën. lende leden uiting aan hun teleurstelling en be vreemding, dat tot op lieden geen gevolg is ge geven aan 's ministers toezegging omtrent cano herziening vim do verinogms- en bedrijfsbelas ting. Mogen voorstellen van zoodanige strek- kiuig spoedig worden tegemoet gezien? De ver plichting tot het niotiveorcn van vorhooging van eigen aangiften van belastingschuldigen, wonsehto men aLiicg in boide wetten opgeno men te zien. Ook word aangedrongen op een bepaling, be tredende liet ter kennis brengen, mot redenen omkleed, aan de beladiingrohukligen, der be schikkingen van de Raden van beroep, voor zoo ver die afwijken van de aangiften der in be roep gekomen belastingschuldigen. Ander© le den bestreden dnm aandrang uit vrees voor prac tised© bezwaieu. Deze leden wezen op de nood zakelijkheid van streng» control©, dio zij hoop ten dat van regearingswego zou worden bevor derd. Op de noodzakelijkheid werd gewezen, van wijrigiing der bedrijfsbelasting iu dien zin, dat niet langer mede aan deze belasting onderwor pen zijn de inkomsten uit bedrijven door hier te lande gevesti,gelen in heb buitenland uitge oefend Voorts wenschte men do buitonlandtche .schippers in do bedrijfsbelasting to treffen. Vioeg mem of ook van coopcira Lieve eri bouw- voreeniginigen belasting kan en moet geheven worden, werd andermaal geklaagd over de lato uitreiking der aanslagbiljobten, waardoor o. a. zij, wiien het iu eens betelen der geheele belas tingsom moeilijk valt, gevaar loopeu hunne» kiesbevoegdheid te verliezen, word do noodzake lijkheid betoogd van aanvulling van art. 7 der wet op het personeel, door voor den aftrek van kinderen een maximum-percentage bijv. 50 of 60 pot. dor belastingsom vast to stollen; clrong men aan, beifreOekehjk het personeel op zco spoedig mogelijke veranderingen, in de clas sificatie der gemeenten, werd aangedrongen op verliooging dm voor da verschillende» klassen vastgesteld© mininïa van belastbar» huurwaar de op opheffing van den grondslag mobilair en verhoogmg, als equivalent, van hot percentage der heffing naar don grondslag huurwaarde. Tegen do wijze» van uitvoering der wot op 't personeel, werden opnieuw varaclrillendo beden kingen mgebraohb. Ook wat het personeel be treft word andermaal ernstig geklaagd over cle lato uitreiking der belastingbiljetten. Men vroeg, wanneer oen wetsontwerp tot her ziening van do belastbare opbrengst der ge bouwde eigen dominon mag worden tegemootgo- zion. Indien van automobielen geen tol gelieven wordt, wenschte» men. hierin verandering ge bracht te zien. Men meende dat do voasmolteïi. schatten van Lombok meer dan smoltwiaarde hadden. Men vroeg, waaraan liet to© to schrijven is, dat cle oorspronkelijke raming der uilkeeringcm aan de gemeenten zoo aanmerkelijk te laag is geweest, Is indiening van een wetsontwerp tot rege ling van de weduwen- on weezenpensioonen aan openbare onderwijzers spoedig to verwachten? Verschillende loden waren van oordeel diat ook dit hoofdstuk der Staatsbegrooting aller minst de sporen draagt van een ernstig streven naar een zuinig beheer. Anderen achtten die klacht ongegrond. OO Andermaal werd de aandacht or op gevestigd dat bij voortduring to weinig muntbüjetton van f 10 in omloop zijn. Opnieuw werd van verschillende zijden do wenschelijldied'd betoogd, de betrekking van bo- Overdag liet men hean barbaarscho gymnas tiek doen on rekte en perst© zijne ledematen om ham lenig to maken. Verder kreeg hij te eten wat do troep overliet, sliep in den paarden stal on van gag© was in het geheel geen sprake. „Later zullen we wel zien," had d© directeur gezegd, en Ale»ssaud wachtte. Thans had hij geheel wat anders in het hoofd dan geld verdienen, wat vroeger altijd zijn ge heele denken in beshg had mne-nen. Zelfs het uitbundig applaus, dat hen, nu en dan ten deel viel, liet hem onverschillig; de schoono oogen van Adelina, cle sehoolrijdster die hij el- kon avond „roofclo", hadden hem mot harts tochtelijke liefde voor het meisje vervuld. Hij bracht de weinigs oogemblikken die hij vrij had zooveel mogelijk in hare nabijhoid door; hij trachtte haar allerlei kleine diensten te be wijzen en was gelukkig als hij maar met een enkeion vriondelijken blik werd beloond. Adolina maakto zich natuurlijk vroolijk over hem. De groote William, de „Ilercules", beaat al sedert ge ruim en tijd haar liefde, en hij ver zuimde ncoit cm, wanneer hij den jongen Ales-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 3