7 52"° jaargang. Zaterdag 10 December 1898. 9804. DE GELDDUIVEL. ferschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, Kennisgeving. J A. O H T. 7T~ BUITENIAjm UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. Öclo KJL.ïSüre., Slot volgt,) Mèl ABOKira*HHT8P*0i voer Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 0 f nmwirrPM—BO—SP S3-~t3«*r- BUBBAÜs BOTEBSWAM ÏO, TeScplioon JS«. 123. A»vE!iTESTiBraiJ8: van 1—B gewone regels met inbo- grip van eone Courant.f 0.52 ledero gowono regel moor0.1O Bij abonnement wordt korting verleend. Inrichtingen welke gevaar, schade ol hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet; Geven kennis aan do ingezetenen, dat op lieden de navolgende vergunningen zijn verleend io aan J. M. VISSER en zijne rechtverkrijgenden, tot oprichting van een henlélptaats van koper-, zink en llikwerle,-U] hot pand aan het Gioenweegje No. 30, kadaster sectie A no. 123/124; 2o. aan de firma II. J. PLANT Co. on hare rechtverkrijgenden, tot oprichting van een stoom- houtzagerij en -schaverij, op een pet ceel open grond aan den Wcst-Frankelandschen dijk, kadaster sectie N no. 127. Schiedam, den Ssten December '1898. Burgemeester en weihouders voornoemd VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. Dn Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten van den 29sten November 1898, n°. 402; Gelet op ait. 11 der wet van den 13den Juni 1857 (Staatsblad n° 87); Brengt tor kennis van belanghebbenden, dat bij bovengenoemd besluit van de Gedeputeerde Staten de jacht op klein wild, met uitzondering van die op houtsnippen, in deze provincie wordt gesloten op Zaterdag den 31 slen December 1898 met zonsondergang, terwijl het schieten van houtsnippen geoorloofd blijft tot 1 Mei 1899, doch alleen door houdeis van groote jachtacten, bij jachten op schadelijk gedierte, waai toe, ingevolge de artt lt> of 26 der Jachtwet, consent of buitengewone machtiging is veiioend, blijvende het in art 15, sub Htt. g diei wet bedoeld jachtbedrijf, van het vangen van houtsnippeu met laat- war- of valflouwen toegelaten tot en met den 18den Maart 1399 En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, woi den afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen ge bruikelijk is, alsmede in bet Provinciaal Had en in de Nederlandsche Staatscourant woiden geplaatst. 's Qravenhage, den 2den December 1898. De Commissaris der Koningin voornoemd, F O 0 IC. Be^saB383"^'^g^5agsiis«B5«aa5Mffla!aagiaisiiinHmimMmi»!aBa DOOR S. WÖRISll'ÓFFER. 81) Hiji huiverde. Een afgrond grijnsde hem tegen. Naast Willibald's neergezonken hand lag nog liet pistool; de sneeuw was rondom rood ge kleurd. De kogel had in het liart getroffen; geen spoor van doodstrijd lag op hot rustige, bleek© gelaat. Hans Adam dacht aan het huis onder het rankende groen; het was hem of hij moest vluchten voor dat beeld. Nooit, neen nooit wil de lhj het weerzien. En toer v tof te de hond van den houtvester weer; er i. am een rijtuig, uniformen glinster den tussehen de dennen door men begroette den algemeen beminden eigenaar van Moldt eerbiedig. Een rechterlijk ambtenaar constateerde do feiten; toen tilden politie-agenten het lijk van den grond op. „Vaarwel, Willibald, vaarwel klaag mij niet aan bij God. Ilc wilde niets slechts doen." Hans Adam sprak die woorden alleen in ge dachten uit, maar zij kwamen toch uit het diepst van zijn hart. Toen bood de rechterlijke ambtenaar hem een plaats aan in zijn rijtuig, dat bid ten het bosch stond te wachten, naar hij zea.de. Hans Adam bedankte. Ilij moest nu alleen zijn. Men kan in zulk een gemoedsstemming niet over onverschillige dingen spreken, niet de gebruikelijke veraschten van den goeden toon in acht nemen zulke niets boteekenende vor men verdwijnen tegenover groote, vernietigende onheilen. Het rijtuig zette zich in beweging. Hans Adam had een gevoel alsof de wielen over zijn liart gingen o "VVillibald, Willibald! BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schiedam, roepen op sollicitanten naar de betrekking van aan de 2e afdeeling (Bevolking, Burgeilijke Stand, Militie, Schutterij enz,) der gemeente secretarie. Jaai wedde vooiioopig 1100. Alleen zij, die den leeftijd van 15 jaar hebben volbracht en een duidelijke nette hand schrijven, komen in aanmerking. Eigenhandig geschreven gezegeld verzoek schrift vóór of op 19 dezer in te zenden bij den Burgemeester, Schiedam, 9 December 1898. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, VERSTEEG. Be Secretaris VERNÈDE. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 9 December '98. Het Hof van Cassatie heeft gisteren beschikt op Picquart's verzoek, met het gevolg dat de kolonel Maandag a.s., den 12den, niet voorden krijgsraad zal terechtstaan. In de gis-teren gehouden openbare zitting van het Hof, die door Loow werd voorgezeten, cleed allereerst de raadsheer Athalin voorlozing van zijn rapport, concludeerende tot ontvaukelijk- verklanng van Picquart's verzoek. De raads heer-rapporteur achtte den samenhang tussehen de beschuldiging tegen den kolonel bij den krijgsraad en togen hem en mr, Leblois bij de correctioneelo rechtbank aanhangig gemaakt, zóó duidelijk dat men de beide zaken niet kon scheiden. De rapporteur concludeerde tot be voogd-verklaring dor burgerlijke rechtspraak, en zotte toen do geschiedenis der beide vervolgin gen uiteen. Hij achtte het verzoek volkomen wettig door een daartoe bevoegd persoon gedaan, met in achtneming der wettelijke eischen. Hij ver klaarde dab liet Hof een vonnis ,,de soit-commu- niqué" kan geven (waardoor de zaak naar beide rechterlijke colleges wordt geronvoyeerd om fapport, en waardoor tevens de vervolging ge schorst wordt) of wel zelf een definitieve beslis sing nemen. Athalin meende echter dat de be studeering der dossiers het Hof niet overbodig zou voorkomen bij het onderzoek van den sa menhang van beide processen. Daarop wees de rapporteur vooral op de dub belzinnige positie van mr. Leblois die voor den krijgsraad zou moeten getuigen betreffende fei ten waarvoor hij zich. later als beklaagde zal te Hij wendde zich af, de ongelukkige, bitter gestrafte man; hij had niet den moed bijzon derheden van den treurigen stoet in zich op te nemen. Het gerucht had nu vleugels gekregen. Het vloog van mond tot mond, en bereikte ook de bleeke jonge vrouw met haar verschrikten, vragenden blik, de oude moeder, die maar dozen éénen zoon had gehad, haar levensgeluk, haar alles Do doode zou nu voorbij het met wingerd- groen omrankte huisje worden gereden als de vrouwen eens aan het venster stonden! O, dit ol ritende ongeluk 1 Haastiger werden Hans Adam's stappen, steeds haastiger. Hij ging naar Moldt; het laat ste gedeelte van den weg legde hij bijna op een draf af. Urenlang was hij toen op zijn kamer bezig mot lieele stapels papieren te ordenen; som mige ervan werden verbrand, andere stak hij bij zich. Toen nam hij uit de brandkast de kleine som gelds die er nog in was. Ten laatste schreef hij eonige rogcis neer en legde het briefje open op tafel: „Ik ga voor onbepaalden, waareshijnlijk voor langen tijd op reis. Spoedig zal ik nadere be richten zenden. Hans Adam." Toen liet hij zijn paard zadolen en verliet heb huis zijner vaderen zonder achter zich te zien, maar mot opeengeklemde tanden en mot een alle beschrijving tartende wanhoop in 't hart. verantwoorden hebben voor don burgerlijken redder. En ook wees hij er op clat, terwijl do burger lijk) rediter het „petit bleu" als authentiek be schouwde, Picquarb naar den krijgsraad werd verwezen op grond van hol valschohjk fabri- ceercn van dit stuk. Dit controverse feit kon z. i. met door verschillende colleges worden be recht. Ten slotte liet Athalin wel blijken dat hij overhelde tot een vonnis „de soit-communiqué". Daarop kwam Picquart's advocaat, mr. Mi- merel, aan het woord. Deze verklaarde zich aan te sluiten bij het betoog van den raadsheer-rap porteur. Hij voegde er bij dat Picquarb zoo spoedig mogelijk wensehle terecht te staan om zich schoon te kunnen wassehen van de beschul diging die op hem. rust; maar zijn raadslieden waien van oordeel geweest dat cle nauwkeurige zoig voor do gerechtigheid eischte dat de zaak aanhangig gemankt werd bij liet Hof van Cas satie. Ook hij vroeg een „arrêt do soihcommu- niqué". Tot gelijke conclusie kwam de procureur-ge neraal Manau, cli© zijnerzijds de geschiedenis, dezer processen naging, en aantoonde dat het Hof met do gegevens bezat om over de sa menhang van beide processen volledig te oor- deelen; het miste nl. het dossier van den mi litairen rechter. Het Hof gaf con „arrob de soit-commu niqué". Het luidde „Overwegende enz. „Overwegende dat het Hof ton dienende da ge niet do gegevens bezit voor de noodzokelijko beoorciccling „Beveelt, alvorens recht te doen, dat de re- questen en stukkon zullen worden medegedeeld aan de officieren en ïcchters die de functies ver vullen van openhaar ministerie bij den krijgs raad en de corroctioneele rechtbank, verklaart dat dezen gehouden zullen zijn ter griffie vaa het Hof van Cassatie neer te leggen binnen den tijd van veertien dagen cle stukken der beide processen en hun advies over het bestaan de conflict." Van rechtswege heeft dit arrest uitstel der behandeling van Picquart's zaak voor den krijgs raad ten gevolge. Over veertien dagen, wanneer beide rechts colleges de stukken vergezeld van lum advies aan hot Hof hebben doen toekomen, zal dit den bevoegden rechter aamvijzen, en daar mr. Loblois, een civiel persoon, in de zaak betrok ken is, zal ongetwijfeld de burgerlijke rechter worden aangewezen. Een jaar was voorbijgegaan. Weer lag do sneeuw op veld eu beemdweer huilden No vemberstormen en joegen de zeo in hooge gol ven op het strand. Een nieuw, massief kerkjo sierdo het dorp de nieuwe, vriendelijke woningen der vissahers stonden nu kant en klaar op het hooggelegen terrein; maar de stellingen en machines der bamsteengroGve waren verdwenen, en op Moldt woonden andere, vreemde meusclien. De han delsrond Lissauer had het kasteel uit het fail lissement gekocht en met een aardige winst weer van de hand gedaan; hij was nu ook ge huwd, hoogstwaarschijnlijk om de wereld te laten zien dat hij niet behoefde te wachten tot dat een vrouw cho onder verdenking van moord stond, hem heb jawoord zou schenken. Het lieve meisje zelf, dat destijds na de noo- dige formaliteiten in vrijheid was gesteld, woon de sedert dien tijd m het huis, dat eens het tooneel van haar gelukkige kindsheid was ge weest. De dominee en zijne vrouw hadden haar met liefde bij zich ontvangen, en later nani nog eene andere ongelukkige, door het leed terueer- gebogen vrouw haar intrek in cht huis, welks muren diepe smart, maar ook veel trouwe vriendschap en warme genegenheid omsloten. Willibald's oude moeder was gestorven; de zware slag roofde de laatste levenskrachten der ongelukkige vrouw, zoodat de dood haar als een verlosser naderde, zooals dikwijls het geval was. Mies stond nu geheel alleen op de wereld, en Ruth haastte zich haar con plaats aan te bieden in haar hart cn haar zorg. Der jonge vrouw die zoo vroeg weduwe was geworden, was een zoete troost door de Voor zienigheid beschoren. Zij wiegde in haar armen een flinken. jongen, vaders evenbeeld, ecu zege ning die ook op Ruth's verlaten hart haar in vloed deed gelden. Zij had den kleinen knaap ten doop gehouden en deelde met zijne moeder al de zorg en cle vreugde van zijn jong bestaan. Bijna dagelijks kwam Wolfram ten, huize van den predikant en braclit door zijn komst do eeni- ge afwisseling in de gelijkvormige levenswijze. Hij werd altijd gaarne gezien, altijd hartelijk welkom geheeten, maar de vraag waarover hij destijds mot Ruth, had gesproken, die be slissende, belangrijke vraag, had hij nog niet gedaan. In het begin zag hij maar al to goed dat het jonge meisje een geheime hoop koesterde, dat zij, zoo vaak hij kwam, bericht verwachtte van den verdwenen zwager; maar toen stierf ook Intusschen zal ook liet onderzoek in hot re visie-proces worden voortgezet, zoodat de moge lijkheid bestaat dat de punten van besehuïdi- guig tegen Picquarb volkomen opgehelderd worden, voordat zijn zaak ter berechting naar een der rechtscolleges wordt verwezen. Het gisteren door het Hof gewezen arrest is natuurlijk door de vrienden van don kolonel, d. w. z. de meerderheid der bevolking, met groote voldoening begroet. Stuk voor stuk worden d© bordjes verhan gen. Meer eu meer blijken de helden van een jaar geleden intriganten en schreeuwers, zoo niet erger tc zijn, en zij die beschuldigd werden verraders des vaderlands te zijn, komen in een steeds gunstiger licht te staan. De „Figaio" weet to vertellen dat de voor zitter van het Hof, mr. Loew, kennis heeft ge nomen van het gchcele geheime dossier. In den loop der volgende week zullen de generaals Boisdeffre eu Gonse en kapitein Ciugnet or> nicuw worden gehoord. De Senaat besloot gisteren Waldcck-Rous- seau's voorstel in behandeling te nemen. Bij de behandeling van het amnestie-ontwerp kwam Rune er tegen op dat Zola daarvan zou worden uitgezonderd. IHipuy achtte die uitzondering noodig. Volgens do „Matin" zal niettemin de meer derheid der commissie uit don Senaat een amen dement voorstellen om de uitzonderings-alinoa uit het wetsontwerp te lichten. Do afgevaardigde Earjat wordt vervolgd we gens aansporing tot samenscholing. Gelijke ver volgingen zullen worden ingesteld tegen Dru- molit en Millevoyc; daarmede zal evenwel, met het oog op de parlementaire onschendbaarheid, worden gewacht tot de Kamer op reces is ge gaan De beide anti-semiotische leiders willen in de Kamer eischen dat zij onmiddellijk worden vervolgd, om aldus een uitspraak der Kamer uit te lokken. De nationalisten eu anti-semieten blijven zich roeren. Tegen gisteravond was door de „Bond ter verdediging der rechten van den mensch" eon vergadering uitgeschreven oncler voorzitter schap van Duclaux. De nationalisten hadden hun voornemen te kennen gegeven een tegenbe- tooging te houden, waarop Trarieux, do" voor zitter van den Bond, zich met een schrijven heeft gewend tot den minister van bïnnenland- sche zaken, waarin hij de verantwoordehjidieid voor rustverstoring werpt op hen cLie zich ver zetten tegen de uitoefening der rechten van den niousch en in hun vei'gadering verklaren vast besloten te zijn desnoods tot geweld hun toe vlucht te nemen. Van geheel anderen aard is een brief van CSS3SE«aHUKEE3 •SfissnriOTaaEa dab weg, en Ruth zeide eens, toen hot gesprek juist op hem kwam„Hans Adam is dood Dat geloof ik zeker." „Waarom?" had Erik gevraagd, en dat ééne woord bleef hem bijna in de keel steken. Ruth's wangen werden met het donkerst pui- per overtogen. „Omdat hij nooit geschreven heeft," voegde zij er, den blik afwendend, bij. Erik begreep wat zij niet had uitgesproken. „Omdat hij nooit om geld heeft gevraagd," dat was het wat Rnth dacht. Maar hij zweeg medelijdend. Toen kwam er na meer dan een jaar een dag waarop Erik bij zijn gewoon bezoek zich nog ernstiger en stiller voordeed dan anders. Hij bleef ook maar kort, en toen hij wegging, legde hij een gesloten brief in Ruth's hand. Geen woord kwam er over zijn lippen; hij liet zich ook door het verzoek van het jonge meisje niet terughouden, maar ging heen, zonder iets ver nomen te hebben van den inhoud van den briet'. Ruth snelde naar haar eigen kamerzij sloot de deur en keek onafgewend op het adres van den brief. Het was Hans Adam's hand!... Het poststempel gaf Napels aan; d© brief was aan haar zelf gericht. „Per adres den heer Wolfram op Dornau," had Hans Adam er bij gevoegd. Het duurde geruimen tijd, voordat Ruth het lak verbrak Toen viel er allereerst een kran tenuitknipsel in 't Italiaansch uitmaar de mededceling van het blad was in het Duitsch vertaald en luidde woordelijk „De gevierde prima ballerina van onzen schouwburg, signora Camilla, blijft, naar wij thans onzen lezers kunnen verzekeren, voor ons en de kunst behouden. Haar huwelijk met den Duitschen baron von Moldt zal voorloopig geen verandering brengen in den bestaanden toe stand."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1