52"° jaargang.
9805.
Tweede Blad
Zondag 11 en Maandag 12 December 1898.
ffsÉSfi
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVERTHTjrcnÖELANTS.
nation ale MILITIE
Ken n i sg e Yi n g.
KA TION ALE MILITIE,
K e ïi nl s g e y 111 g.
HAAGSCIIE BJRIEVEN.
EIMENLAND.
courant.
voor Sohiedam, per kwartaal
omliggende plaatsen, p. kwart.
franco per peet, p. kwartaal.
Afzonderlijke nommew
f 0.90
- 1.05
1.00
- 0.02 BUREAU s BOTERSfBAAT ÏO, Welcphoon M». 123.
iciropgWii.'igEr TflTxsia umujt m
Abvertbhtitokijs van 1—5 gewone tegols met inbe
grip van cene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
A_ -w\
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN SCHIEDAM,
herinneren bij deze alle belanghebbenden aan hunne
veiplieliting tot het doen van aangifte ter inschrijving
voor de nationale militiein de maand Januari 1899.
De bepalingen der wet betrekkelijk de nationale
militie van 19 Augustus 1801 staatsblad no. 72)
waarbij de inschrijving is geregeld, ziju de volgende:
Art 15. Jaarlijks worden voor de militie ingeschreven,
alle mannelijke ingezetenen, die op den lsten Januari
van hot jaar hun 19do jaar waren ingetieden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens
,b
moeder, of, zijn beiden oveileden, wiens voogd
ingezeten is volgens de wet van den 28sten Juli
1850 (staatsblad no. 44);
2o. Hij, die geen ouders of voogd hebbende, gedurende
de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit
artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien
maanden in Nederland vei blijf hield
3o. Ilij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten
was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij
binnen het rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling,
behoorende tot eenen staat., waar de Nederlander met
aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of
naar ten aanzien der dienstplichtigheid liet beginsel
van wederkeerigiieid is aangenomen.
Art, 16. De inschrijving geschiedt:
lo, Yan oen ongehuwde in do gemeente, waar de vader,
of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden
overleden, de .voogd woont;
2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de
gemeente waar hij woont
3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft
of door deze is achtergelaten, of wiens voogd
buiten 'slands gevestigd is, in de gemeente, waar
hij woont
4o. Van den buiten 'slands wonenden zoon van een
Nederlander, die ter zake '"an 's lands dienst in een
vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn
vader of voogd liet iaatst in Nederland gewoond
heeft.
Art. 17, Voor de militie wordt niet ingeschreven:
lo. Do in een vreemd rijk achtergebleven zoon van
een ingezeten, die geen Nederlander is
2o. De in een vreemd rijk verblijf houdende ouder-
iooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd
ingezeten
8o. De zuon van den Nederlander, die ter zake van
's lands dienst in 's rijks overzeesche bezittingen
of koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden
ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester
en wethouders aan te geven tusschen den lsten en den
Sisten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn
vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of zijn
beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aan
gifte verplicht.
De wijze, waarop van het doen van de aangifte
blijken moet, wordt door Ons bepaald.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de
jaar, doch voor het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten
wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter
inschrijving aan te geven bij Burgemeester en wet
houders der gemeente, waar de inschrijving, volgens
art, 10, moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3Je zin
sneden van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het
jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behooit.
Dientengevolge wordt aan alle mannelijke ingezete
nen, die geboren zijn in het jaar 1880, kennisgegeven,
dat ten raadhuize, op dagen en uren hieronder ver
meld, tot het doen dier inschrijving meer bepaaldelijk
gelegenheid zal worden gegeven, te weten, op:
ZATERDAG den 7den Januari 1899,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der
letters A tot en met M, en
MAANDAG den 9den Januari 1899,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der
letters N tot en met Z,
telkens van des voormiddags 10 tot des middags 12 uur.
liet register van inschrijving zal bovendien geopend
blijven tot den 31sten Januari daaraanvolgende des na
middags ten vier urewanneer het voorloopig zal
worden gesloten.
Voorts worden belanghebbenden nog opmerkzaam
gemaakt, dat met eone boete van ten minste vijitig
cents en ten hoogste honderd gulden worden gestraft
zij, die verzuimen zich in de maand Januari voor de
militie te doen inschrijven.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den lOden December 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De secretaris,
YERNÈDE,
Burgemeester en wethouders van Schiedam
brengen tor kennis van belanghebbenden, dat de
militieraad in het 2dn disti iet van Zuid-Holland, vooi
dpze gemeente, op Dinsdag 27 Deeembcr aanstaande
des voormiddags ten 10 ure, zitting zal honden te ROT
TERDAM, in het Oude-Mannenhuis aan de 'Hoogshaat
aldaar.
Zij brengen levens in iifliiniionng ait 88 der wet be-
tiekkelijk de Nationale Militie, gewijzigd bij de wet
van 2 Juli 1898 staatsblad no. 170), thans luidende:
Voor den militieraad moet verschijnen
de vrijwilliger voor de militie
da loteling, die vrijstelling vei langt wegens zie
kelijke gesteldheid of gebreken of gemis van
de gevordeide lengte.
Vooits worden de belanghebbenden er uitdrukkelijk
op gewezen, dat het opgeven van de ledeneu van
vrijstelling bij gelegenheid der loting aan den Militie-
Commissaiis, en liet indienen van de noodige bewijs
stukken aan den Buigemeester of tor Secietarie, niet
voldoende is om zich de vrijstelling te verzekeren, waarop
zij meenen aanspiaak te kunnen maken, iriaai datliuu
belang medebiengt oin bovendien de vrijstelling te
vragen in de zitting van den Militieraad.
Dientengevolge roepen zij op de loteiingen voor de
lichting van 1899, om op bovengenoemde!! dag, uur en
plaats voor gemeldon militieiaad te verschijnen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hooit, den lOden December 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNEUK.
Den Haag, 8 December.
Na de Sfc. Nicolaas-pret komen we weer in
onze deftige plooi. In weerwil van de slechte
tijdon, waarover men zoo gaarne klaagt, schij
nen do winkeliers over 't algemeen niet ontevre
den met den binnengehaalden oogst. Zoo wordt
althans verteld, ofschoon 't al even moeilijlc
moet wezen een juiste schatting van de verdien
sten, der neringdoenden als van het keusche
„zuivere inkomen" van den gewonen burger, die
niet tevens ambtenaar van rijk, gewest of ge
meente is, te maken. Hier ter stede is kolos
saal in „de petroleum" verloren, hoorde ik on
langs een onzer eerste bankiers zoggen, maar
van de week verklaarde mij de chef van een
ander groot kantoor: „ze hebben meerendecls
een aardig slaatje in „de petroleum" gemaakt".
Waarschijnlijk hadden beiden gelijk, althans
tot zekere hoogte, alleen is die hoogte voor don
outsider, zooals ik, erg onzeker.
Voordat St. Nicolaas onzen vrijen tijd (een
artikel waarvan zeer vele Hagenaars bijzonder
ruim voorzien zijn) in beslag nam, gingen velen
een kijkje nemen liebzij in do lumstkring waar
jhr. Victor de Stuers oen deel zijner teekenin-
gen van Oude meesters exposeerde, hetzij in
„Pulchri Studio", waar Aiosdag do koninklijke
vlootrevue op 't doek herleven deed. De bewon
dering was noch op de Heerengracht, waar de
kunstkring zetelt, noch op do Prinsengracht,
waar „Pulchri" troont, groot. Vooral heeft Mes-
da-g's gelegenheidswerk menige schampere aan
merking tc hooren gekregen. En naar mijn be
scheiden meening to recht. Onze zeer verdien
stelijke zeeschilder moest zijn eigen talent ts
veel respecteeren om zulk maakwerk te leveren
Dat de moderne oorlogsschepen zich bijzonder
sloclit leenen om een schilderachtig tableau aan
te bieden, erken ik gaarne. Maar niemand
dwong immers den meester om daaraan ziju ta
lent te verspillen. Daargelaten de vele techni
sche fouten, die nien hem verwijt on waarover
ik mij geenerlei oordeel mag aanmatigen, kan
de totaal-indruk op den leek niet verheffend
zijn geweest. Men kon het stralend zonlicht van
heb voornaamste doek, waarop de koninklijke
sloep op weg naar bet admiraalschip Zeeland
zichtbaar is, waardeeren, men kon de tinteling
der stralen op de breede plas bewonderen, men
kon ook in de eigenaardige drukte, het dwnrre-
lond gewoel der vaartuigen op het 4© doek, dat
den terugkeer naar do Dordbsehe Kil voorstelt,
behagen scheppen, maar men kon m. i. geon
aangenomen totaal-indruk mee naar huis no
men. Daar was geen greintje poëzie of bezieling
in doze kunstproducten, eon bezieling die de
zee met haar machtige branding en uitgekuifdc
golven zoo uitnemend bij dozen kunstenaar weet
to wekken. De vlootscliouw onzer jeugdige Ko
ningin had boter vertolking verdiend dan deze,
die den roem van onzen populairen zeeschilder
zeker niet zal verhoog-en.
Als men Pulcüiri's tentoonstellingszaal be
zoekt, gevoelt men onwillekeurig spijt dab liet
kunstlievend genootschap in den loop van '99
zijn zetel naar eon andere wijk' dor stad over-
anrBmmBijcyTrwrywi'LH-"»
brengt. Want steeds wordt men aangenaam ge
troffen door die stemmige en toch keurigo in
richting, die uitnemende verlichting, die flinke
ruimte. Het is dan ook nog slechts een goode tien
jaren geleden, dab onze schilders dit mmio pand
kochten cn daar hun fraaie expositie-zaal aan
bouwden. Het is waar dat de ligging van 't
huis met erg gunstig is, eon heel eind ver de
Pr.n&ongracht op, waar deze nog ongedempt en
dus iu hot warme jaargetijde veelal zeer onwel
riekend is. Hot genootschap gaat zicli nu in
een aristocratische woning der moest voorname
buuit vestigen, in het Lange Voorhout in do
breede huizmgc, waar in mijn jongo jaren graaf
vaii Rechteren van Almem cn na diens dood
de toenmalige minister Van Tienhoven woonde
en nu nog de gezant van OosLenrijk-Hongarijo
resideert.
Daar hot gebouw aan een klein zijstraatje
grenst en met zijn tuin en koetshuis tot in do
ïlooge Nicuwstraat doorloopt, heeft men onge
twijfeld do gelegenheid een fraaie kunstzaal te
stichten en kan men naar willekeur bovenlicht
en zijlicht aanbrengen, maar zij die zoo vaak
iets schoons in hot huidige gebouw bewonder
den, zullen niet spoedig do tegenwoordge zaal
vergeten, die men voor een tiental jaren als
een grootc aanwinst verwelkomde.
Sedert mijn vorig schrijven bobben onze Pro
vinciale Stalen het gewaagd subsidie van 3 ton
voor de Schevcninger haven bewilligd en heeft
de „Schied. Ct," de vreugde, die onze brave
Scheveningers deswege vervulde, niet onver
meld gelaten. Maar al is daarmede de zaak we
der een stap vooruit gekomen, de grootste on
moeilijkste stap moet nog gedaan worden. Van
het rijk wordt de aanlog en het onderhoud der
buitenhaven verlangd en al is de minister Lely
luervoor gewonnen en al verwacht men zelfs
spoedig de indiening van een wetsontwerp voor
dii doel, daarmede is de zaak nog lang niet in
het reine.
Want in de le plaats zal de „dubboltjes-
quaestie" zwaar wegen. Dat de Kamer bij de
Staabsbegrooting veel bezuiniging zal wotonaan
ts brengen gelooft niemand. Dit te verwachten
i» slechts een hersenschim. Zij kan op enkele
hoofdstukken cenige duizenden schrappen, zij
kan de termijnen voor het voltooien van een of
ander werk door tijdelijke weigering of door
verschuiving van een crediet een weinig ver
lengen, maar aan do uitgaven <-oor den gewo
nen Staatsdienst kan zij niet veel veranderen.
Iets anders is heb evenwel, een geheel nieuw
werk, waarvan heb nut ernstigsn twijfel wekt,
af te stommen. De toestand der schatlrisb is in
derdaad niet bemoedigend voor het ondernemen
van twijfelachtige- werken en zelfs zou 't zoo
vreemd niet zijn als de lieer Lcly bij het bren
gen van zijn ontwerp in den ministerraad op
tegenstand van zijn ambtgenoot Piorson stuitte.
De aardige teekening van het zgn. Groene
Weekblad, waar wij het ontstelde gelaat van
den als St. Nicolaas verkleeden heer Pierson
zagen bij de vraag om wat in de leege ton van
Staat te werpen, was lang niet gek. Zij is al
thans een waarschuwing om niet ondoordacht
in die slecht voorziene ton te gaan grabbelen.
Maar in de 2e plaats moeten de havenvrien-
den niet gelooven dat zij ieder© militaire tegen
kanting van hun plan reeds overwonnen heb
ben. Er bestaat hier een gemengd gezelschap,
Sphinx gelieeten, waar mannen van uiteen-
loopende positie en richting tweemaal 'smaands
samenkomen en waar veelal iets dat van actueel
belang is door een of ander deskundige wordt
medegedeeld en verklaard. Daar heeft de oud-
inspocteur van den Waterstaat Conrad voor
ecnige dagen ook de havenplannen voor Brugge
en die voor Soherveningen besproken. En daar
bleek dat liet lid van don Staatsraad, genei-aal
den Beer Poortugael, volstrekt niet toegaf dat
laatstgenoemde haven 't zonder verdedigings
werk stellen Iran. Er ontstond nog al wat wrij
ving en heb was opmerkelijk dat de hoer Con
rad zeer deed uitkomen dat hij niet voor
ontwerp verantwoordelijk was.
In do discussie mengden zich de ingeniexu-s
van Voorst Vader en Litidolaatstgenoemde is
do directeur onzer gemeente-weikon. Deze gaf
nog een nader© beschrijving van eenigo details
en hot slot was dat de zaak nogmaals in Sphinx
zal bespro-ken worden, waarbij dan do generaal
den Beer de defensio-quaestie eens uitvoerig zal
uiteenzetten.
Daar reeds in liot Kon. Insb. v. Ingenieurs
een poging beproefd is om grooter diepte dan
van 2 meter door het oorlovsdepartement to
doen toelaten, zal men zeker als het op stuk
van zaken aankomt die poging herhalen, maar
ik geloof niet dat men daarbij veel kans op
succes heeft. En generaal den Beer's oppositie
wettigt het vermoeden dat 'b advies van den
Staatsraad, waarvan hij lid is, niet onverdeeld
gunstig wezen zal. Alles samengenomen zullen
de Schcveiiingers verstandig doen zioli nog niet
al to zeer met dc verwezenlijking van hun lie
velingsdroom te vleien.
Sedert eenige dagen lieeft onze burgemeester
zijn eigen woning op don Langen Vijverberg
betrokken. Het is een der kleinere luuzcn van
die zeer deftige buurt, maar, zij het al niet
een hotel voor groote partijen, het is toch oen
huis waar baion v. Harinxma voegzaam is ge
vestigd. Daar zal hij dan do beslommeringen
van zijn ambt wellicht kunnen vergoten, het
geen hem o. a. na de jongste vergadering van
den Raad wèl kon tc pas komen. De wederzijd-
schc toon was bij die golegonhoid volstrekt niet
hartelijk. Aan dc orde was o. m, de uitbreiding
van het gemeente-museum, waarvoor B. en W.
oen ciediet van f 32,000 aanvroegen. "Van meer
dan één zijde vond dit voorstel bestrijding, liet
krachtigst van den heer v. Aseli v. AVijck. Be
toogd werd dat hot gebouw, op den hoek van
'lournooiveld en Vijverberg gelegen, zich niet
voor oen geschikfcen uitbouw leende, daar deze
alleen door liet vol bouwen der binnenplaats
en door opoffering van do conciorge-wonmg to
verkrijgen is. Dan zal do verlichting echter" ge
brekkig wezen en bovendien bij het onverhoopt
geval van brand de blussching zeer bemoeilijkt
worden, doordien men niet meer van do binnen
plaats het vernielende element zal kunnen be
strijden.
Uit de stuiken werd aangetoond dat dc di
recteur dei- gemeentewerken dit gevaar had ge
memoreerd hieruit vloeide als van zelf de vraag
voort waarom de directeur der brandweer niet
te dezer zake gehoord was. Onweerlegbaar was
het argument dat het gebouw toch reeds voor
een museum weinig gescliikt is, zoodat men vra
gen mocht of een uitgaaf van ƒ32,000, die de
algemcene geschiktheid der inrichting zeker
niet verhoogt, wel gerechtvaardigd is. Toen nu
do burgemeester op een "egeven oogenblii liet
debat wilde sluiten, vernette de heer van Aseh
zich, het recht ©ischemic op een nadere repliek
van een dei* leden t© antwoorden. Daar de bur
gemeester niet wilde toegeven kwam 't tot een
stemming en met groote meerderheid, ook met
behulp der wethoudei-s, werd de voorzitter in 't
ongelijk gesteld. Ten slotte staakten over 'b
voorstel de stemmen, zoodab de beslissing eerst
in de volgende week vallen zal. Ec betwijfel of
de Raad liet gevraagde crediet dan zal verlee-
nen. Evenwel, de plaatsruimte is inderdaad zeer
onvoldoende en een schifting is bezwaarlijk, om
dat juist onder do minst verdienstelijke werken
menig legaat voorkomt, dat, indertijd in dank
aanvaard, nu moeilijk naar een of ander on
vindbaar plaatsje kan venvezen worden.
Hot beste wa-s zeker dab eens een Maecenas
opstond, die, op 't voetspoor van mevr. Lopez
Suazzo te Amsterdam, aan 's-Gravouhage eens
een museum aanbood, waardig om het vele
schoons, dat de gemeente kan tentoonstellen te
herbergen. Maar op de verschijning van dien
Maeconas valt wemg te hopen.
Voor een Decemberdag schijnt heden een.
zeldzaam vriendelijk zonnetje, als om de Konin
ginnen te begroeten, die straks hier terugkee-
ren. Als de trein heb Staatsspoor-station bin
nenrijdt, zal Phoebus-Apollo vermoedelijk ech
ter wel ter kimme gedaald zijn. Het doet cr
weinig toe, de hofstad verheugt zich toch in
dien terugkeer. Geheel belangloos is die vreugd
echter niet, voor modewinkels cn bloemisten,
voor allen die uit partijen eai diners voordeel
slaan, is het niet onverschillig dat de reünies ten
hove weder beginnen. Direct en indirect wordt
hemiede vrij wat winst behaald. Met nieuws
gierigheid vragen ook niot-bolanghabbonden zich
af, of do jonge Koningin in het eerste jaar
harer regeering luisterrijke feesten geven zal.
Feitelijk weet niemand iets van de plannen van
IT. M. af, de naaste toekomst zal dit mysterie
wol spoedig ontsluieren.
Financiën.
In zijn Memorie van Antw. op liet voorl. ver
slag betreflende het Vlle Hoofdstuk (financiën)
der Staatsbegrooting voor 1899 deelt de minister
van financiën mede, dat het thans bij den Raad
van State in overweging zijnde wetsontwerp
niet alleen bepalingen bevat waarvan liet te
verwachten is dat het aantal oneerlijke aan
giften in de vermogensbelasting zal verminde
ren, maar dat daarin ook voorstellen zijn opge
nomen om eukele gebreken en leemten aan
te vullen
Het zou naar 's Ministers oordcel gevaarlijk
zijn, aan de inspecteurs voor te schrijven, dat
zij bij afwijking eener aangifte aan den belas
tingschuldige de gronden dier afwjjking belioe-"