F i n a n t i e e 1.
Vis sclic rij,
Scheepvaart.
Handel.
Maïs.
Wij gingen uit, niet wetende- wat to doen,
Ona Liton aandienen? Maar wij zouden immers
niet ontvangen worden
Vragen aan keiltiers, aan don eigenaar van
Jiet hotel s l>ie zouden natuurlijk niets vorklap
pen
Wij werden niet wijzer til toen wij in liet
hotel aangeland waren, hadden wij nog altijd
geen pl.im
Maar er moest gehandeld worden. Een onzer
liet ziek eens gewoon aandienen onder voorge
ven dat hij meende den geheimzinmgen logeer
gast t« kennen.
De kotliior ging, stap, stap, de trap op on bij
eiken. stap, werd ook ouzo harteklop sterker van
gespannen verwachting.
Zou hij
Daar kwam do kellp.ee tmig: Mijnheer
kent li niet en gelooft eins dat u hem ook wel
niet zal kennen. Hij ziet geen reden om u to
ontvangen."
En daarmede was hot uit. Van hot hoogste
punt tier verwachting plotseling noergosinakt in
do kolk dor hopeloosheid staarden wij elkander
aan on zeiden niots.
liet zwijgen werd pijnlijk. Wij bleven elkan
der aanstaren, do kelluer staarde ons aan en
een logeergast dio zich mede bevond in do con-
ver®atiekaiimr, waar men ons had binnengela
ten, staarde den. kelitier on ons aan.
En zoo bleven wo zitten, totdat eensklaps het
belachelijke van ons nietsdoen, ons trof bij het
binnentreden van een onbekende, een middel
groot, tamelijk gezet heer niet een klein sikje
aan een ietwat rood vollemaansgezicht, zeer
correct gekleed.
„Monsieur was zijn vraag.
Men vroeg zijn naam.
Onze aandacht was op het hoogst gespannen
en vreemd klonk in dio overprikkeling hotkalmo
antwoord
„Monsieur Fayard."
Een schok doorvoer ons. Eayard, de uitgever
van „Les dessous de laffaire-Dreyfiw", geschre
ven door Esterhazy
Hij was dus inderdaad de gezochte, do ge
heimzinnige vreemdeling.
En niet deze zekerheid kwam de ontspanning.
Wij spraken en ook de aanwezige logeergast
sprak, een mengelmoes van Franseh en Duitsch,
zeer rad dooreeiigenicngd, zoodat liet onmoge
lijk was te weten of hij Fransehman dan wel
Duit seller was.
Hij vertelde dat hij Esterhazy zeer goed
kendo on dat hij hom daar onmiddellijk had
herkend, ondanks zijn veranderd uiterlijk. Hij
was zelfs heilualdelijk met hem mt geweest en
F, ster hazy had hem heel wat verteld zeer
belangrijke dmgen over „l'Affaire". En uitlok
kend spreidde hij voor ons hongerig journali-s-
tenoog vier diehtbesclire-ven blaadjes uit
Wij strekten als onwillekeurig beiden de han
den uit, maar de slimme logeergast trad een
stap naar achteren.
„Wat heb ik eraan als ik hot aan u geef,'
merkte hij listig op, „Als go mij daarvoor een
correspondente.nkaart vooi l'arijs kondot ge
ven
Dat kon natuurlijk niet en dus kwamen we
niet, hem niet verder. Maar we konden zooveel
winnen dat wo liem aan. hot lijntje hielden. Hot
baatte echter niets. Alle pogingen om zijn aan-
tei-keningm machtig te worden leden schip
breuk on ook do hoop om door zijn bemiddeling
op do een of andere wijze tot Esterhazy to kun
nen doordringen, moesten we al spoedig op
geven.
Wat nu to doen
Een laatste middel restte ons nog. O113 per
brief rechtstreeks tot Esterhazy to wenden
Dit pasten we toe.
We schreven bom
„Monsieur, Nous savons quo vou3 êtes M. Ie
commandant Esterhazy ct que vous avcz recu
hier la visite do rotrc éditeur, M. Fayard,
„Nous vous prions do vouloir bien nousicce-
voiz avnnt que nous insérous une note conccr-
naut votro sejour A Amsterdam.
Ilecevez" enz.
Eon half uur ging in groote spanning voorbij,
toen kwam het nntwoonl, dat wij hietonder
geven:
„Monsieur, J'aurai l'avontage de vous recevoir
demain A 3 lieures, si cetto heure vous con-
vient. Vous voulez bicu en cc cas venir al'botel.
Kccevez, Monsieur, l'nssuranee do mes senti
ments de consideration.
leCt. Cte. Esterhazy,"
Dit briefje leerde ons, dat afwachten de
boodschap moest zijn. Zekere geruchten echter
omtrent een spoedig vertrek van den schrijver
noopten ons dit afwachten niet in lijdzaamheid
te ondergaan. Een van ons meldde zich gister
avond als logeergast aan het kleine hotel in de
Warmoesstraat, in de hoop hem den volgenden
morgen aan liet ontbijt te trclfen om te trachten
een ge«prek met hem aan te knoopen,
Reeds vroeg in deu morgen, zoo deelt ouze
verslaggever mede, begaf ik mij naar het
Centraalstation om te zien of Esterhazy ook
tot de reizigers van den eersten trein naar
Brussel en Parijs behoorde. Dit bleek echter
niet het geval.
In liet hotel kwam sde Dampierre", ïdoc-
teur", komende van Loudon", zooals hij op
•12 November in het vreemdelingenboek stond
ingeschreven, niet aan het ontbijt, en ik vreesde
reeds, dal hij den vorigen avond vertrokken
moest zyn, toen ik bemerkte, daf. de kellner
bij liet opmaken der rekeningen ook een nota
voor Dampierre bijschreef. Vermoedelijk wa3 h j
dus nog aanwezig.
Afwachten was dus de boodschap. Vragen
aan den bottelier of zyn bedienden kon ik niet
zonder mijn incognito te schenden.
Om halltwaalf maakte ik, na een vervelenden
morgen, een strooptocht naar mya kamer boven,
om te zien of do schoenen voor do deur van
kamer 9 nog buiten stonden. Kamer 9 lag
echter niet op mijn weg, dus moest ik onver
lichter zake terug.
Toen maar weer aan het schrijven, brief na
brief, alle met den aanhef: ïMijne beeren",
om onbescheiden kijkers in den waan te bren
gen dat het waarlijk brieven waren. Do waar
heid was, dat ik kopij schreef, deze kopij, en
een uitvoeriger verhaal van mijn wedervaren,
dat nu wegens plaatsgebrek niet kan worden
opgenomen. Ik begon echter zoo langzamerhand
mot mijn houding verlegen te worden en ook
te wanhopen of niet al mijn wachten op niets
zou uitloopen.
Daar kwam onder het tweede ontbijt het
nBerliner Tageblatt" op tafel, waarin ik een
bericht vond, dat mij aanleiding gaf den keilner,
'ater den hotelier het blad in handen te geven
om to zien wat zy wisten. Oischoon zij het
tegendeel beweerden, maakte ik uit hun uitingen
op, dat zij wel degelijk wisten welken gast zij
herbergden, doch ik moet hen tot hun eer na
geven, dat ?ij alles deden om het geheim goed
te bewaren.
Ook de vrouw van den hotelhouder was
stellig in haar verklaring, dat tdokter Ilazy"
niet bij haar logeerde, doch de combinatie van
hot woord sdokier" in het vreemdelingenboek
met hot staartje van Esterhazy gaf te denken.
De graaf kon dus met de oorspronkelijke
bewoners van Amerika volgens een bekend
verhaal zeggen: nik ben ontdekt". Het scheen
mij geraden om het uur van drieën niet af te
wachten en onmiddellijk myn collega die het
briefje ontvangen had te waarschuwen.
Deze had daarop een onderhoud met Ester
hazy, dat hy als volgt mededeelt:
Esterhazy ontving mij aan de deur van de
conversatiekamer en ging mij voor naar zijn
kamer. Bijna twee uur zat ik daar met hem te
praten over l'Affaire, voordat ik overging tot het
eigenlijk interview. Wat hij my in die twee
uur alzoo vertelde, zal ik in het Avondblad
nader mededeelen. Thans bepaal ik mij tot dit
interview onder dictee van Esterhazy neer
geschreven en voor onze lezers woordelijk ver
taald
Kunt. ge mij uw nieeniug zeggen over de
zaak-Dreyni-1
„Ik ka:, u niet mijn indruk geven van een
zaak, waarbij ik zoo intiem he-ti betrokken."
Wat ri dan uw indruk na uw vertrek uit
Frankrijk
„Er i» één zaak die mij altijd getroffen hoeft,
en des te meer sedert ik in het buitonland ben
en daar mijn oogen den kost heb gegeven, en
dat is: te zien met welk een hardnekkigheid
alles wat maar tegen Frankrijk is en er belang
bij heeft mijn land te vernederen als pereooa-
lijk eigendom beschouwt alles wat in Frankrijk
geschiedt dat ook maar eenigszins het milita'v
prestige kan schaden. Zeker is een kenmerkend
feit, dat men niet zal kunnen loochenen, welke
meaning men ook heeft over de zaak-Dreyfus,
dat het hoofddoel, waarnaar gestreefd wordt, is
het leger in di.-crodiet te brengen, en dat alle
vijanden van Frankrijk zijn samengegaan om
dit doel te bereiken."
Waarom hebt gij het Hof van Cassatie
verzocht u to willen hooren, en wat bobt gij
geschreven
„Gij zult den tökst van mijn brief in i'e Pn-
rijsche bladen vinden, bijv. in de- „Figaro',
maar deze verzwijgt een belangrijk punt, en w ei
dit: Ik schreef, dat ik hot zoor abnormaal vond
van hot Hof, met voorbij zien van de strek
king van liet onderzoek", om bij gesloten deuien
feitelijk mijn proces te voeren, door niet zorg
tegen mij te verzamelen alle getuigenis/ :n, ('ie
het Hof maar vinden kan, zonder dat ik c'fe
maar een paar woorden tot mijn verdedigiuj
kan zeggen."
Wat denkt gij (lat het Hof van Ci.softe
zat antwoorden op uw verzoek
„Dat weet ik niet, maar ik weet wel, dar, itinn
brief Zondag door den eersten president van
het Hof, nu. Mazeau, is ontvangen, en ik ver
wacht elk oogonblik definitief antwoord."
En meent gij dat uw getuigenis van groo-
ten invloed zal zijn op do ontwikkeling van do
zaak
„Ge zult moeten toestemmen, dat- ik niet kan
antwoorden op deze vraag, die zaken van al to
hoog belang raakt dan dat ik een onbescheiden
heid zou niogon begaan."
Go hebt voorzeker wel de beschuldigingen
gelezen tegen kolonel Henry 1
„.Ta, en dat is misschien de afgrijselijkste, do
laagste zijde van den goheolen veldtocht, waarin
steeds het eenig wapen de lafheid is geweest."
Waarom zijt go naar Amsterdam geko
men?
„Alleen omdat ik hier het bezoek van den
het Fayard zou afwachten, met wieu ik to spre
ken had over ontbinding van ous contract"
En hebt ge het ontbonden
„Ja."
Blijft go nog lang bier
„Wellicht nog een paar (lagen. Ik was voor
nemens reeds eerder te vertrekken naar New-
York om vandaar naar Havanna te gaan. Ik
kon echter nu niet gaan, voordat ik antwoord
had van het Hof van Cassatie, en dan vertrek
ik naar het Zuiden, misschien wel naar Parijs."
Ook de sTel." heeft Esterhazy geïnterviewd
en schrjft
Het geluk is nlles, ook in de journalistiek.
Sedert een maand wns het bekend, dat lo Com
mandant Comte Esterhazy zyn sPays" had
verlaten, en over Londen zich naar Amsterdam
had begeven, ten einde van hier naar Amerika
to vertrekken, om in de nieuwe wereld een
nieuw leven fe beginnen. Evenwel Amsterdam
is groot, de hotels zijn vele en de politie is ge
heimzinnig. Waar logeerde do commandant
Vergeefs deden wy onderzoek bij alle voorname
hotels, men bad den gezochte niet gezien.
Ten einde raad vermoedden wij dat Esterhazy,
dio vloeiend Duitsch spreekt, zich wellicht in
een Duitsch hotel hier ter stede zou ophouden,
of een der café-concerts had bezocht. Wij togen
vo! moed opweg en ondervroegen les Kohier,
les Schiller, les Muller, les Schuizes, les Fischer,
les Wïttkower Gerson, les Eli Suikerumns, 'es
Moos van de Vic's alles zonder gevolg. In
een Duitsch hotel in de Warmoesstraat echter
iazen wij op een kaart den naam s>Esterhazy
Roastbraten" en dit bracht ons op 't spoor.
De ïdlerr Wirth" was evenwel zeer geheim
zinnig en weigerde ons inlichtingen. Wij namen
toen onze toevlucht tot een truc en zonden een
briefje in 't Franseh (zonder taalfouten) aan
't adres van den commandant Esterhazy, hem
een onderhoud verzoekend. Wij onderteekenden
»Comie [de Castelario, ex consul-général de Cuba
d'Espagne."
Angstig verwachtten wij antwoord. De mi
nuten schonen ons uren, toen wij, tegen acht
uur een telegram ontvingen met deze woorden:
»Ce soir, foyer Opéra, Palais de ('Industrie.
Esterhazy".
Wy schoten onzen rok aan en snelden naai
de opvoering van ïFaust." De tweede acte was
reeds aangevangen. Wij keken in de zaal rond
en bemerkten in een der loges den comman
dant, dia wij dadelijk vari het portret herkenden.
In de pauze begaven wij ons in de kolfiezaal,
oveihandigden hem een visitekaartje waarop
den naam Comte de Castelario eu spoedig waren
wij in een diuk gespiek, dat eerst over on
schuldige zaken daarna over de zaak van
onschuldigen liep.
»Ik vind", zeide de commandant ongeveer,
»Amsterdam een mooie en een beminnelijke
stad en de Amsterdammers een volk, dat ik
bewonder en respecteer tegelijk. Ik heb hier
verscheidene winkels bezocht en ben verrukt
(onclianté) over de beleefde behandeling der
patroons. Ik bewonder uwe verdraagzaamheid
en uwe mildheid jegens andere naties. In welke
andere stad zou men b.v. de Italiaansche opeia
zoo druk bezoeken als hier en de riollamlsche
links laten liggen. Ik bewonder dat. In zake
van kunst geen zottelijk overdreven vaderlands
liefde (chauvinisme); de voorstelling van heden
avond wekt mijn bijzondere belangstelling en
tevredenheid. Mefisto komt mij voor te zijn de
meest interessante figuur, die sedert Lulli op
de planken is gebracht.
Ik dweep met Mefisto, zooals madame Pays
met Gretchen. En welk een symbool ligt in
deze representation Welk een verbroedering
der natiën. Faust van den rPrussien", Goethe,
beweikt lot een tekstboek door mijn compa-
triotes Barbier en Carré, op muziek gezet door
mijn landgenoot Gounod, ten gehoore gebracht
door Italianen, kunstenaars uit het land van
den Driebond gij weet dat er ook Oosten-
rij ksch bloed in mijn aderen vloeit en het is
het slechtste niet voor een publiek van
Nederlanders. Het is de wereldvrede in minia
tuur
»Men zeide ons, dat grj u tot het Hof van
Cassatie hebt gewend, met vei zoek om een
vrijgeleide. Gij zoudt onthullingen willen doen,
de ware daders aanwijzen. Zoudt u ons daar
omtrent 'teen en ander willen mededeelen?.."
Volgaarne. Het valt mij licht u hier licht te
verschaffen. Ik ben niet tegen de Duitschers.
Indien Elzas-Lotharinge» ons Framchen niet
steeds opnieuw herinnerde aan zekere droevige
tyden en Engeland niet zoo dicht bij lag, en
Rusland zich wat duidelijker uitsprak, zou ik
niets tegen een Franseh Duitsch veibond heb
ben. Daarom ook voel ik persoonlijk niets tegen
de Duitschers in de strafkamer van het Hof
van Cassatie.
Ook de taal (Esterhazy spreekt, zooals ge
zegd is, vloeiend Duitsch) zou bij bet verhoor
geenszins een hinderpaal zijn en les Bard, les
Manemix kunnen zich dus gerusteiijk in hun
moedertaal uitdrukken, wanneer zij mij willen
verhoeren. Tot nu toe heeft men in de droevige
zaak nog steeds de ware schuldigen niet ge
noemd. Het is te begrijpen. De ware schuldige
is een abstract begrip.
Eenige zaken staan by mij vast. De generale
staf is onschuldig. Rochetort, Drumont, Bernard
Lazare, Zola, Clemeneeau, Deroulède zijn on
schuldig, Max Régis is onschuldig en ook de
experts zijn onschuldig. De rechters van het
Hof van Cassatie zijn zelfs, ondanks hun Duitsche
nationaliteit, naar ik vermoed, niet schuldig.
Ten minste vóór hun eindvonnis bekend is,
komt liet mij moeilijk voor, mij omtrent hun
waaide uit te laten.
stiet beruchte borderel...."
sis niet van mijn hand. Ik verklaar u dat
stellig, zeer stellig. Trouwens, hier heeft u een
photografweh facsimilé van het veelbesproken
stuk. Vergelijk daar nu het handschrift bij, op
het telegram dat ik u heden eïqenhan&i'j zond,
Bestaat er eenige overeenkomst Neen niet waar,
niet de minste
slnderdaad, het zyn twee volkomen ver
schillende handschriften."
^Begrijpt u nu, aan welk een verfoeilijke
vervolging ik bloot sta? Kunt u nu mijn ver
ontwaardiging vatten, verontwaardiging die
sedert de berichten in den nObserver" schier
tot woede is gestegen Doch ik heb een vrij
geleide aangevraagd en ik zal mij schitterend
verdedigen en rechtvaardigen. En ik zal myzelf
aanbieden om den waren schuldige op te sporen
en al de ervaring welke ik bj den informatie
dienst heb opgedaan, al de kennis, al het ver
nuft, al myn organisatie-intellect stel ik in dienst
van.
liet schelletje kondigde liet begin van het
vierde bedrijf aan. Do commandant stond op.
Wy meenden verplicht to zjn den commandant
onze ware qualiteit niet te mogen verzwijgen.
sMonsieur Ie commandant, nog éón woordje. Ik
ben niet de Comte de Castelario, doch een een
voudig reporter die deze »truc" te baat heeft
genomen, om zijn
lik begrijp u en ik ben niet boos. Sedert
het schrijven over de zaak een minder ot meer
eerzaam beroep is geworden, zien wij zoo nauw
niet. En bovendien, ik heb my van dezelfde
»truc" tegenover u bediend. Mijn naam is niet
Esterhazy. Ik ben Moxod, représentant van het
huis Vigno te Cognac. Onze wijnen hebben zich
wegens goede hoedanigheden
liet tweede schelletje maakte een eind aan
't interview!"
Faillissementen,
11 itgesproken:
8 Dec. C. G. II. van Lipp, kantoorbediende te Arn
hem. Raehter-Cornmissaris tnr. (1. Witte waall, en
Curator, mr, II. 1'. de Wilde,
12 Dec J. Niolaml, timmerman te Groningen. Uech-
ter-Commissaris mr. F. G. Kool, en Curator, mr. J.
J. Koning.
Opgeheven:
It. II. Salverde, vroeger zonder beroep te Franeker
P. Vernooy, te DussumB. Hengoveld, smid te Docs-
burghW. J. Klinkenberg, Amsteniam.
SCHEVENINGEN, li December. lieden weid alhier
aangevoerd circa 150 mand versche viscli. Levende
schelvisch gold fO.i'2 tot f0.65, doode f0.18 tot f0.35,
kleine kabeljauw f 0.40 tot f0.75 per stuk; kleinsciiol
f3 tot f3.25, scharren f 1.50 tot f 1.75 eu kleine
schelvisch f2.50 tot f3, per mand.
li MUI DEN, 14 December, lieden waren hier aan de
markt 2 kotterloggeis mot 100—350 tongen, enkele
tarbot griet, 510 mandjes midd, schol, 3550
mandjes kl. id. Verder 3 sloepen met 5002000 groote
schehisschen, 8001200 k!. ld., 510 kabeljauwen,
300 schuitjes met 1025 mandjes kl. schol, 310
mandjes schar.
Ilo volgende prijzen werden besteed: groote tong
f 1,25—1.30, imdd tong 8090 c., kleine tong 25
33 c, tarbot f813, kl. tarbot griet f3.254.75,
alles per stuk; mid. schol f710, kl. id. f2.75
3 85, schar f 1.752.25, ailes per mand; gr. lev.
schelvisch 30 stuks f27—3d, kl ld. 40 stuks f18
20, gr. doode id, 40 stuks f 1519, kt. id. 30 stuks
f 0.5(18 per mand, lev. kabelj per stuk f 0.757 85.
Heden kwam hier een beuger binnen die in 48 uren
3600 sehelvissclien en !0 kabeljauwen gevangen had;
de geheele reis duurde 90 urenvoor de vnch werd
pi. in. f 1400 betaald. Ook vingen de botters in 12
uren van 10 tot 20 manden kleine schol en schar,
waarvoor gemiddeld f40 besornd weid in dien korten
tijd. Wel een bewijs dus de visehiijkdom der Noord
zee nog niet uitgeput is.
Hoogwater te Heliledniu.
Dec. 1P> v.m. 5.53 n m. 0.14
17 6.43 7.05
Xon cn .Slaan,
Zonsopgang Dcc. 16: 8.07 v.m. midergang 3.44 n in.
17: 8.08 i 3.43
Eerste kwartier 20 Dec. Volle Maan 27 Pee.
PARIJS, 14 December.
Tarwe. Loopende maand fr 20.30, volgende maand
fr 20.50, Jan./Febr. fr. 20.75, 4 eerste mdn. fr. 20.70,
4 mdn. van Maart fr. 21.kalm.
Rogge. Loopende maand fr 14.65, volgende maand
fr. 14.50, Jan./Febr. fr. 14.50, 4 eerste mdn. fr. 14 25,
4 rndn. van Maait fr. 14.50, kalm.
HAMBURG, 14 December
Petroleum loco 6.80 brief, dito -.geld. Spiritus
per Dec. I8t/a, Jan./Febr. 17-5/,. Stemming flauw.
BUDAPEST, 14 December.
Taiwe goed.
BERLIJN, li December.
Spiritus. Loco 38.10.
ANTWERPEN, 14 December.
Petroleum onv^rand. Dadelijk fr. 19"ég, December
fr. 19%, Jan. fr. 19%, Febr. fr. 19%,
NEW-YORK, 14 December,
T a r w e.
Dec.
Jan.
Fob.
Maait. Mei.
Oct.
14 Dec.
Hl/i,
73 701/3
13
71
71%
731/a 70%
12
71%
72% 70
Dec.
Jan.
Feb.
Maart. Mei.
Oct.
14 Dec.
39%
39%
13
391/s
39%
12
39
39%
X ti E I» A.
15 Dec. "Ver. t. Bev. d. Bel. Herv. Kerk,
Schiedam, spr. L. Vogelesang, Ver-
eenigingslokaal, 7 Va uur.
15 Uitv. Zangveieen. Maarten Luther,
Schiedam, Luthersche Kerk, 8 uur.
15 j> Tivoü, Rotterdam, don Quichot, 8 uur.
15 Harmonie, Rotterdam, Eruditio, 7 u.
16 d Groote Schouwb. Rotterdam, Vriend
Fritz, 8 uur.
17 Groote Schouwb. Rott'dam, Itai. Opera,
Traviata, 8 uur.
19 Gioote Schouwburg. Rotterd. Kunst
kring. Nederl. Tooneelvereon. te Am
sterdam. De Spaansche Brabander,
s 8 uur.
20 Groote Schouwburg, Catherine) 8 uur.
Te Rotterdameiken avond Circus Variété,
Stationsplein, 8 uurFlora, Coolsingel, 8 uur;
Casino Variété, Coolsingel, 8 uur; Pschorr
Dameskapèl, Korte Hoogstraat, 8 uur.