IM". 9810.
Het Gouden Kalf.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
üitgeverTITj. c. roelants.
Kennis ge Ting,
ICenni sgeving.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
Teenltvoer nnnr België.
kMonnatmntm »wr Schiedam, par kwartaal f0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. 1.05
franco per peat, p. kwartaal. 1.80
Afzonderlijke nommera0.02
BUREAU t BOTERST.UA.AT 70, Tclephoon No. 1S3.
Advbrtentibprijb: van 1—5 gewone regels met inbe
grip van ceno Coarant. /"0.52
Iedere gowono regel mooro.lO
Bij abonnomcnt wordt korting verleend.
U«
r
1)e burgemeester van Schiedam
brengt, op verzoek van den Commissaris der Koningin
in do provinoio Zuid-Holland, ter kennis van belang
hebbenden dat, blijkens mededeeling van den Minister
van Bnitonlandscho Zaken, do Belgische grenskan-
toren Esschen (station) en Esschen (dorp) van den
loden December j.L weder geopend zijn voor den
invoer van Noderlandsch melkveo; dat daarentegen
het kantoor Baarle-Hertog van dien dag wegens het
uitbreken van mond- en klauwzeer in de qi rantaine-
bijstallen gesloten is.
Schiedam, 16 December 1898.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Inrichtingen welke gevnar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
/Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gelet ep de bepalingen der Hinderwet;
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op heden aan
B. A, J. WITTKAMPF en zijne rechtverkrijgenden
vergunning veileend is tot op richting eener gist-
fokkerij met gaskracht machine van 21/j paardenkracht,
m het pand aan de Lange Haven no. 31, kadaster sectio
C no. 792.
Schiedam, den 15den December 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De secretaris
VERNÈDE.
Kleinhandel in sterken dronk.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
brengen, ingevolge art. 5 der "wet tot regeling van
den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling
van openbare dronkenschap (Staatsblad no. 118 van
1885), ter openbare kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoek van E. A. Th DE GROOT alhier, om
vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein,
voor het huis aan do Westcest no. 29.
Schiedam, 15 December 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNEDE.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, IC December '98.
Do Duitsche Rijksdag heeft gisteren do alge-
ffi&eno beraadslaging over do begrooting geëin
digd.
In jaren is die algemeen© beraadslaging niet
DOOR
JULES MARY.
zoo kalm gevoerd, ofschoon or toch heel wat.
belangrijks was, waarop to wijzen viel. Alleen
de socialisten hebben natuurlijk nu en dan dooi
den naam des Keizers to noemen, wat leven in
den brouwketel gebracht, maar ook bij hen
heerschto een geest van loom© kalmte.
Wellicht heeft ook de bedaarde leiding van
graaf von Ballestrein daar wel een belangrijk
aandeel in. Terwijl Woensdag de Zuidd'uitsdio
sociaal-democraat Von Vollmar tot do orde word
geroepen omdat hij van de uitzetting der Denen
als van een „barbaar&ohheid" sprak, liet de voor
zitter gisteren Rebel begaan toen deze sprak
van eene „ouraenschelijke, baibaarsehe" poli
tiek.
Voor hen die van emotie houden, is de rede
voering van den anders in scherpen spot en
geest uitmuntenden Rebel oen teleurstelling ge
weest. Hij begon natuurlijk mot een bitsen uit
val aan liet adres van den Keizer, waarvoor bij
tot de orde werd geroepen. Hij stolde nl. togm
over elkaar de uitzetting der Denen en anderen
en de keizerlijke verklaring, die bij het leggen
van den eersten stoen der Torlos&erskerk te .Je
ruzalem is ingemetseld, en waarin van christe
lijke naastenliefde en verdraagzaamheid wordt
gesproken. Bebel vroeg wat men nu wel van
zulke frases moest denken.
Weinig succes had de socialistische leider niet
een verhaaltje omtrent een geheime aanschrij
ving, dat hij zich blijkbaar op den mouw had
laiten spelden. Aan de kommnndanten der troe
pen zou bevolen zijn bij revolutionaire onlusten
terstond de hoofdmannen der socialisten gevan
gen te nemen.
Von Gossler, de minister van oorlog, verge
noegde zich er meo to verklaren dat men op het
ministerie van oorlog tevergeefs naar zulk een
aanschrijving zou zoeken, daar diio alleen in
Bebel's verbeelding bestond.
Van meer belang dan Boboi's rede was de ver
klaring van Lieber, don leider van heb Cen
trum, dat zijn partij er volkomen van overtuigd
was dat de belangen der Duitsche katholieken,
in beo Oosten en overal elders, het veiligst zijn
in do hoede van het Duitsche Rijk en den Kei
zer. Geen andere bescherming werd verlangd,
en zelfs van liet Vatieaan zouden zij zich met
laten welgevallen wat men tegenover Frmiselie,
Icrsehc en andere katholieken niet zou durven
doen.
Dat deze p.atriotisohc veiklariiig warnio toe
juichingen oogstte, behoeft wel niet vermeld te
worden.
Do anti-semiet Liebermann voorde nu neg
liet woord tegen hot Drievoudig Verbond, togen
Oostenrijk en Noord-Amerika, maar toen had
de Rijksdag er genoeg van. Do algemeen© be
raadslagingen werden, gesloten, de begrooting
werd naar do commissie gezonden en do Rijks
dag ging op reces) tot 10 Januari.
Kolonel Picquart heeft eindelijk, zwichtende
voor den aandrang zijner vrienden, een verzoek
schrift geteekend waarin hij vraagt in. vrijheid
to worden gestold.
Dit request ia volgens de „Radical" door mr.
5)
James, in kennis gestald gestold van do ern
stige gebeurtenis die zijn vrouw tien jaar jonger
.scheen to maken, was in verrukking. Hij beval
haar aan vooral niet zijn waren naam aan do
\weduwe Loiseau bekend te maken. Hij was be
sloten zich gedurende zijn verder verblijf in
Frankrijk Morton te noemen en niet Balderby.
Don volgenden morgen ging Mario naar haai'
oude min, Suzanna 'had er op gestaan haar te
vergezellen.
Men kan zich heb geluk van Nounoit voor
stellen, toen zij haar Marie omhelsde, die zij
niet gehoopt had nog eens voor haar dood te
rug te zien.
Nu werd ook alles opgehelderd; dat de twee-
•de brief van mevrouw Morton naar Amerika
"was teruggezonden, was ongetwijfeld omdat
men meende dat die bestemd was voor do we-
dhwo van Célestin's jongeren broeder, die juist
dat- jaar gestorven was.
Het bleek waar te zijn dat Céle3tino's ver
stand geikrenkt was geweest ten gevolge van
den tragisch en dood van haar man. Zij was in
liet ziekenhuis Sainto-Anna verpleegd, en daar
zij goan geld had, was zij te Parijs als meid in
•dienst gegaan bij een ouden heer die zoo zacht
was als een lam en die haar in zijn testament
had bedacht. O, niet voor zoo heel veel, maar
het was toch meegenomen. Van haar geheele
familie was haar slechts een kleinzoon overge
bleven, Julien, dio op don leeftijd van achttien
jaar geteekend had bij do zouaven, achtereen
volgens alle graden cloorloopen had en sedert,
zea maanden onderluitenant in Algiers was. Ju
lien schreef dikwijls aan zijn grootmoeder. Zelfs
had hij haar beloofd dat hij tegen het eind van
Augustus een veertiou.daa.gseh verdof aan zijn
kolonel zou vragen; hij zou dan zijn verloftijd
bij zijn grootmoeder komen doorbrengen.
De heer Morton bereidde do voedster een uit
nemende ontvangst. Toen zij ten zijnont dineer
de, bracht hij haar in gezelschap -van de zijnen
tot aan den drempel vau de voorpoort.
„Mario", zeide de goede oude vrouw, „je bont
gelukkig geweest; je bont met een engel ge
trouwd."
Intusschon. leidden de Morton's ccn kalm en
bedaard loven, waartoe zij zich niet in staat zou
den hebben geacht. Zij gaven niet meer uit dan
de driehonderd vijftig francs por maand waar
over mot den notaris Duroquois was gespro
ken, en zij bevonden er zicli niet slecht bij. Zij
wekten niemands jaloezie op. Zij leefden ge
lukkig, rustig otr op hun gemak.
Balderby wendde zijn werkkracht aan bij het
vissollen mot don hengel, een kunst waaraan
hij nooit don tijd had gehad zich t© wijden. Hij
vond daarin alle emoties van strijd weer.
Hij was besloten tot aan het vallon der bla
deren te volharden bij het programma van bui
tenleven dat zijn vrouw hem had aangegeven.
En om zijn rol van kleinen rentenier volmaakt
vol to houden, om ieder vermoeden van een on-
Labori ter hand gesteld aan den minister van
oorlog De Freycinet die beloofd zou hebben er
binnen vicr-en-twintig uur op te antwoorden.
Nu weet men dat de minister i-ecds verklaard
heeft alleen den krijgsraad bevoegd to achten
de invrijheidstelling van den kolonel te gelasten.
Men zegt dan ook dat Do Freycinet heb ver
zoekschrift heeft toegezonden aan den gouver
neur van Parijn generaal Ziuiinden, mot ver
zoek den krijgsraad bijeen to roep, ten einde
een beslissing te nemon.
Maar tegelijk woidt beweerd, dat volgens mr.
Hild, den secretaris vau mr. Labori, door Pic
quart geen verzoekschrift is ingediend.
Wel heeft de minister van oorlog Woensdag
oen bezoek ontvangen van eon delegatio uit de
Kamorgroep voor de Nationale. Verdediging, die
hem de vraag stelde of het waar is dat do re-
gceritig besloten heeft Picquart in vrijheid te
stellen on Dreyfus te laten terugkomen. Toen
antwoordde De Freycinet da.t er geen verzoek
van Picquart was ingekomen, en dat hij, zoo
het inkwam, het aan den krijgsraad zou door
zenden. Over Dreyfus' terugkomst had da ro-
geering nog geen beslissing te nemen, daar liet
Hof van Cassatie daar nog niet om heeft go
vreugd.
Do procureur der Republiek zal Maandag aan
do strafkamer van heit Hof van Cassatie, het
dossier der correctioneel© rechtbank zenden over
de zaak Picquart-Loblois met zijn gemotiveerd
advies.
Woensdagavond heeft in den schouwburg
Moncey een groote meeting plaats gevonden ter
coin van Picquart. Vaugban eischte diens in
vrijheidstelling, terwijl De Prcssensó tegen het
anti-semiotismo te velde trok.
Van de velerlei met de zaak Dreyfus-Picquart
samenhangende quaestics heb volgende.
Do weduwe Henry schijnt Reinach niet straf
rechterlijk te kunnen vervolgen Boleediging of
smaad jegens een doode ka,n alleen vervolgd
worden ingeval daarmede bedoeld wordt de eer
of don goeden naam aan te randen van in loven
zijnde erfgenamen. En dit was Rednadh's bedoe
ling zeer zeker niet. Hemy's weduwe kan nu
alleen een civiele actio instellen, maar daarbij
vindon noch vorhooren noch confrontaties
plaats.
Volgens de „Gaulois" denkt men er in poli
tieke kringen ernstig over uf liet niet beter was,
hot ambt van gouverneur van Parijs too te ver
trouwen aan ccn civiel persoon.
Als hot dan maar niet een civiel persoon ia
van het scorl Cavaignae, die gisteren weder bij
het debat ovc-r liet ontwerp eener leening van
200 miliioen francs voor don aanlog van spoor
wegen in Indo-China in de Kamer uitriepLa
ten wij ons geld bohonden om kanonnen te gie
ten en schepen te bouwen. Kanonnen bobben
wij nooclig en oorlogsschepen, eerder dan spoor
wegen."
Tot dief van het informatie-bureau, als op
volger dus van Picquart en Henry, is benoemd
de majoor Ihiehe. De post is maandenlang on
bezet gebleven.
uitput telijko brandkast van zich af te wenden,
maakte hij zelfs schulden.
Mevrouw Morton had achterstallige rekenin
gen bij don kruidenier, bij den bakker on den
slager. Zij betaalde niet dan op het laatst na
dat de leveranciers gedreigd hadden.
Het ging zelfs zoo ver dat de slager, aan wien
men over de tweehonderd francs schuldig was,
weigerde vleesch te leveren.
Den volgenden dag hoorde men dat de heer
Morton geld opgenomen had onder hypotheek.
De leveranciers stelden zich weer gerust. Twee
maanden later liet een winkelier in mode-arti
kelen te Melun dat verkwistende burgermanne
tje voor den kantonrechter roepen om een
schuld van honderd en dertig francs in der
minne te schikken. Morton betaalde do kosten
en verbond zich af te betalen mot twintig francs
per maand.
De slechtste geruchten deden dus do ronde
omtrent heb betaalvermogen der nieuwe bewo
ners en dio geruchten werden nog gevoed dooi
de dienstboden die door mevrouw Morton tel
kens werden weggestuurd om haar geen god
penning te behoeven te betalen,
Die voorzorgen, waarmede Balderby uit vrees
van herkend en weer in de bladen besproken te
worden, te. ver ging, redden hem wellicht liet
leven. Op zekeren morgen bemerkte hij dat die
ven zijn kelder waren binnengedrongen en zich
te zijnen korte te goed hadden gedaan. Daar
iedereen tegenwoordig kan schrijven, hadden de
bezoekers een briefje achtergelaten, vau dezen
inhoud„Wij zijn maar niet naar boven ge
gaan omdat wij wisten dat je ge-en cent bezit."
Men maakte zich in den laatsten tijd in
Italië ecnigenuaite ongerust over do plannen
van Menelik van Abessynié.
Bij do behandeling der begrooting in do Ka
mer verklaarde de minister van buiteUkmtLche
zaken, admiraal Cauevaro, evenwel dat de be
trekkingen met Menelik zeer goed zijn. Italië
heeft een vertegenwoordiger aan zijn hof dio
voortdurend geruststellende berichten zendt.
Menelik wil met Italië op broeden grondslag de
giensquacstio regelen en Italië de tegenwoordi
ge gram laten, onder deze voorwaarde, slecht1)
dat Abessyuië alleen de hoogvlakte mag bezet
ten, indien Italië die verlaat.
Wij hebben geen roclên om aan to nomen,
ging do minister voort, dat Menelik naar Tigró
marcheert met vijandige bedoelingen jegens Ita
lië. Ras Mangaseha heeft ons verzocht bemidde
lend tus-sclien hem en Menelik op te treden en
wij hebben hem geraden zioh te onderwerpen.
Deze actie onzerzijds is volkomen vriendschap
pelijk en bindt ons voor het geval van een con
flict tot ïiiots.
De minister verklaarde dat, behoudens on
voorziene omstandigheden, de Italinansc-lie
strijdmacht in Erythraea groot genoeg is om,
totdat er versterkingen uit Italië komen, des
noods Menelik met succes hot hoofd te bieden.
Do regeering vervolgt do staatkunde barer
voorgangersdo minister herinnerd© er aan hoe
Viseonti-Vonosta de bezetting van de hoogvlak
te noodzakelijk noemde; do Italianen zullen
zich daar handhaven totdat do omstandigheden
zich zoodanig hebben gewijzigd, dat zij hunne
bezetting te Massowah kunnen beperken.
De minister verklaarde voorts in alle regco-
ringszaken de staatkunde van liet vorige kabi
net te volgen. Hij is daartoe gehouden, wat de
bondgenootschappen, betreft.
De betrokkingen tot dc andere mogendheden
waren nimmer zoo vriendschappelijk als thans.
Het handelsverdrag mot Frankrijk zou zeker do
laatste sporen van het misverstand doen ver
dwijnen on oen hartelijken toc-stand tusschen
do beide landen doen ontstaan.
Bij deize nriiiisterieole verklaring valt alleen
op to merken dat de berichten omtrent Meno-
lik's plannen niet zoo geruststellend zijn voor do
Italianen. Voortdurend wordt gewezen op het
eigenaardige feit, dat Menelik ondanks zijn ver
zoening met ras Mangaseha zijn troepen op do
been houdt.
De „Morning Post" verneemt uit Rome dat
de prins van Napels eerstdaags naar Parijs gaat.
De Koning en de Koningin gaan met de vasten
naar Sardinië, waar heb Fransche Middellaml-
sche-Zee-eskader H. II. M. M. zal begroeten.
tcuirngdc .IK'iIi'dccllRKCn,
Er is geen twijfel aan, zeggen zijn pei-oon-
lijke vrienden, of sir William Ihncouit tut rit
wel degelijk af als leider der libeialen in het
Lageihuis.
Als zijn opvolger wordt ook genoemd Camp-
bell-Bannerrnan.
Maar al verborg Balderby zijn millioensn
nog zoo goed, één schat bezat hij in zijn huis
die hij met geen mogelijkheid kon onttrokken
aan do blikken der liefhebbers: "zijn Suzanna,
die zich gelukkig achtte dat men eindelijk naar
haar keek om haar persoon on niet om hetgeen
zij te wachten had.
Nu waren er onder de bewonderaars van me
juffrouw Morton twee dio men altijd te zameu
zag, en dio nooit de gelegenheid lieten voorbij
gaan om haar in 't voorbijgaan in een enkelen
veelzoggenden blik too to fluisteren„Me
juffrouw, u is allerliefst!" Beiden wijdden zich
sedert eenigeu tijd 's middags aan het edele
vLsehvennaak, op een eerbiedigen afstand van
James, met wien zij tevergeefs beproefd hadden
een geregeld gesprek aan te knoopen,
Suzanna, nieuwsgierig geworden, won eonige
inlichtingen in bij do oudo moeder Loiseau over
de onafscheidelijkeii. Do een was niemand min
der dan de burggraaf Goutran do Vamière, do
eenige zoon van een bewoner van een kasteel in
den omtrek, en de ander zijn volle neef, baron
Frederik de Laigreval; zij waren beiden vijf-
en-twintig jaar oud en beschikten over een aar
dig vermogen.
Een burggraaf 1 een baron 1 Suzanna begon
te lachen; want zij dacht er niet aan noch
gravin noch barones te willen worden, teil min
ste nis onmogelijk is er wel niets!
Do twee jongelieden vielen inderdaad wel ;n
haar smaak, maar zij zou niet hebben kunnen
zeggen wie haar beter beviel, de blonde Frede
rik of do kastanjebruine Gontran
YVordt vervolgd.)