Nieuwjaar in Japan. 2Me jaargang. Zondag 1 en Maandag- 2 Januari 1899. N°. 9822. JEersle Blad Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen^ UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. VANOUDI NNI EUW I;*V' - BIMENLASD. COURANT. 0SKKIÏB8M2BÜ3 vom Schiedam, kwartaal 2 2 f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart - 1,05 franco pet poet,- p. kwartaal - 1.80 Ifzondcrlijke nommere, v0.02 BVBEAV: BOTERST11AAT TO, Teleplioon STo. 133. 4®vBas«ïïfcesuB: Tan 1—5 gewone regels met inbe- grip Tan eene Contant. f 0J5t Iedere gewone regel meer 0.10 By abonnement wordt korting Terleend. Pit nummer best- at ><11 drie bladen. Luttele uren nog dan zullen de klokken Joor de ijle luchten hare twaalf slagen doen laveren: 1898 is ten einde. O; 'gezegend werk de balans op te maken, vaar daar voorspoed is in het geestelijke en materieele, droeve arbeid waar zelfverwijt bver tekortkoming in karakter en werk zich opdringt I Hoe fictief, hoe menschelijk die scheidir g door twaalf klokkesiagen van levensperiode levensperiode, hoe onverderfelijk van Séteekenis toch dat onhoorbaar schrijden van 'eene in de andere. Met zachte -voeten loopt de Tijd en geen oor iioort het, maar het oog ziet het aan voort, voort, altyd vooit, zonder ophouden, zonder |terugtred, zonder links of rechts. Daar is geen sluitboom in den weg, daar geen berg- of rivier beletsel voort gaat het, voort, immer door. Geen sluitboom, neen, maar een mijlpaal. Een mijlpaal, waarbij niet het lichaam, maar de geest even toeft, even, want weer eischt bet leven .den ganschen mensch. ,Er zullen er zijn, die ook geen oogenblik pm' zich zien waar de mijlpaal zichtbaar wordt, die in onbewustheid daaraan voorbijgaan; wy hen, wij oordeelen hen niet; want is het leven des geestes ontzegd, omdat nimmer.,zijn Hof konden betreden. Vooit gen zy, voort, jaar io jaar uit, hun armzalig, klagjsriswaard meoschenleven lang. Sn er zijn er die, den mijlpaal ziende, elkaar uit acht 'der gewoonte, een ïgelukkig Nieuwjaar" pewensehcD, maar die geen tijd vinden om, even pk maar, te gaan tot zich zeiven en te vragen: at was ik, wat deed ik, en voor wie de beker, zij op eikaars gezondheid ledigen, het sym- ol is van hun arm hart. f En -er z'yn er, die eerbiedig met baug hart zei ven proeven en toetsen en io eigen ge in zoeken of de evenaar ter linker of ter cliter helt. En aan hun geestesoog trekt in lange rijen, hun gedachte en hun inftuur. en hun werk. En dan hopen zij échts en zy verwachten, want niet hunner is at oordeel, en zij hebben wroeging over het zijn geen grooter pretmakers dan de Jar Innera, dat is tamelijk: bekend. De eene feast- 1 volgt' "op den andereal de groote dagen 'den> Chineescheu almanak, al d® sberfda- u. der .keizers (in plaats van hun gehoortod ar wn) worden feestelijk gevierd, welke viering orspronkelijk altijd van godsdienstigem aardis. f En daar er verschillende sekten zijn en elke 3 haar bijzondere feestdagen heeft, gaat er nacht voorbij of er is een tempel of een Insdhe 'straat feestelijk verlicht en do menigte 'ringfaach daal: to zaïmeu. De rook dor fakkels, 3%eur van do (sumelia-liaarolie dier vrouwen, gen den», voorbijganger in dien neus, stijgen naar 't hoofd ep.fcsleepem hem mee in de ...olijke stemming. 1 iMiaar het grootste feest 'is Nieuwjaar. Alle tfea staan stil, alle winkels zijn gesloten; men. 'ch.t 'en heeft pret van den 31ste® December middernacht„bot den 6dem "Januari 'smor- Zeife de diepst i^beerdeg^uldlenaar zich vrij en vroolijk, want TOemand1 zal in die dagen lastig vallen, f Ala men op Nieuwjaarsdag buiten treedt, is fet alsof men in eon andere stad komt dén i- den vorigen avond ging slapen. Tan ^wider^ang tot zonsopgang is gewerkt; bam- (esboQmcn zijn voé'r elk huis geplant, aoodat strateri'er uitzien als-lanenvlaggen en ver- ringen, zijn overal aangebracht. f'Heb 'lijkt alsof een vorst straks zijn intocht houden. Die vorst is het Nieuwe Jaar en goede wat zij wel wilden maar niet deden en het kwade, dat zij niet wilden maar deden. Een Oudejaarsavond wordt hun een bioscoop in den waren zin des woords. 1898. Is er in uw hart, lezer, geen blijd schap, omdat gij een Koningin ten troon zaagt schrijden, die gij vereert? Is 'er in uw hart geen dankbaarheid, wijl als de lieve lente, een Vorstin over ons heerschende werd, die het symbool is vs® :echtvaardigheid en reinheid? Is er in uw Kirt geen hoop, overmits de loot van overouden stam gespaard t leef, de eenige? Dringt niet de mystieke bekoring tot u door van de plechtige verheffing tot den zetel barer Vaderen van een jonkvrouw, rein en goed Ziet gij haar niet weder in uw geestesoog voortschrijden, devoot maar onverveerd, de Koningsdochter, die het purper zal omvangen? Gezegend jaar, dat deze poëzie bracht 1 Er zijn er gevallen, velen, vroom en vroed, vrouwen en mannen om ons heen, die wij noode ontberen, wier herinnering bij velen in gezegend aandenken zal blyven. Zij stonden als kampvechters in het perk voor beschaving, waarheid en recht. Met ontbloot hoofd, zien wij naar de groeve van zoo menigeen, een ridder zonder smet of blaam. Misgunnen wij hun de rust niet en spiegelen wij ons aan hun karakter, waarvan de herinnering blijft voort duren, jaren lang. Er zijn er gevallen in eigen huis en omgeving bij velen, die nog zoo moeilyk kon den ontbeerd, die een leegs plek achtei lieten- Dat waren niet altijd menscben, wier naam op veler lippen was, daar waren er ondjer in een voud hun weg gaand, van rilenschenlof wars, in eigen gemoed hun kracht en troost vindend. Hunner zij eere 1 Hun herinnering zy dezen avond een oogenblik gewyd. En vooruit zwerft de blik, vooruit naar het nieuwe onbekende, het maagdelyke, ongerepte. Daar worden voornemens ontworpen, daar worden wenschea geopperd, daar wordt hoop gekoesterd. Hoeveel van dit alles zal dra ijdel blijken "f Maar niet daarvan, want geen idealisme worde ontnomen, omdat dit ten slotte onte vredenheid heeft men het wel eens genoemd het eenige is, wat den mensch voortdrijft en de edelste gaven tot ontplooiing brengt. vele zinnebeelden, in de versieringen zinspelen dan ook op heb Nieuwe, heb Onbekende, die Hoop, de Verwachting. Ook zieb men veel kreeften of scharen van kreeften, teekenen van een lang leven. Vroeg in den morgen begint heb gerij der eveneens versierde jinriksha's reeds voor de Nieuwjaarsbezoeken. Europeanen trokken daar toe rok en witte das aan, Japanners dossohen zich allen in hun ouderwetsche feesbkleeding de mannen in lange wijde kimono's met het familiewapen achten- op den rug en op da borst en de mouwen geweven, de vrouwen in lichten tooi met kostbare zijden bandten die zes tot achtmaal om het lichaam zijn geslagen. Telkens als zij, althans wanneer ze te voet zijn, een be kende ontmoeten, staan ze stil, maken drie zeer diepe buigingen en zoggen met een vrieodelij- ken glimlach: O medetto, o medetto waarop ze opnieuw een behoorlijk aantal malen buigen en don verder gaan. Als ze het huis van een bij zonder goed'vriend voorbijkomen, dan. zoiujieb hoogst onbeleefd zijn om niet binnen te gaan en geen nieuwjaarsgeschenken, aan. te bieden. Die geschenken worden den man. achterna, gedra gen. door ©en koelie of door zijn vrouw! En daal moet hij met zijn vriend ook een glas saké of rijstbrandewijn drinken. Niet te verwonderen dat de Japanners, als hij tegen twaalf uur 's middags terugkomt na bij zijn Europeesche kennissen nog champagne te hébben gedronken, niet heel goed meer weet wélk Nieuwjaar hij nu eigenlijk viert. De namiddag wordt vrij kalm dooigebradht dé meesten doen een hoog noodig slaapje. Al- Hoe treden wij dan heiNieuwe Jaar tegemoet? Wy schreven geen kroniek van het Oude, wy trekken geen horoscoop van het Nieuwe. Maar er zij edel vuur bij wat onze gedachten en daden stuwt. De practijk van het leven brengt genoeg dat idealen derft; in een moment van zelf-inkeer zij wat heilig vuur medegegeven op delevens- reis. Dat ieder dan geve het beste wat hy bezit 1 Geneeskundige Raad van Zuid-Holland. Do Geneeskundige Raad van Zuid'-Holland kwam gisteren, zooals wij met een enkel woord meldden, andermaal te 's-Gravenhage bijeen ou der voorzitterschap van den inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht in deze provincie, dr. J. Meimo Huizinga. Ingekomen waren de meiedeelingen aau dan Geneeskundigen Raad, omtrent de handelingen van hot Geneeskundig Staatstoezicht in 1897, die in druk aan de leden werden rondgediend. Een verschil in opvatting en toepassing der wot op de uitoefening der geneeskunst tussokan den, heer J. H. Birkhoff, geneeskundige te Mïd- delharms, en den geneeskundigen inspecteur, maakte een. puilt van behandeling uit m deze vergadering van den Raad. Alsnu kwam een andere quaes tie ter sprake. De heer Vrijdag Zijnen, apotheker te 's-Gra venhage, the, gelijk men zich herinnert, on langs door het kantongerecht te 's-Gravenhage weid veroordeeld wegens liet op zijn magazijn, niet plaatsen in een. afgesloten kast van ver schillende vergiften, heeft zieli thans bot den Geneeskundigen Raad gewend, met het verzoek, uit te maken, wat van de op een (door hem te vens bij zijn vei zoek gevoegde) lijst vermelde middelen, al dan niet in de verglfkast moet wor den geplaatst. Tevens verzoekt hij den Raad te bepalen, waar de vergiftige tincturen moeten worden ge trokken en waar de vergiftige praeparaten be reid moeten wordenm het laboratorium, de apotheek, het magazijn of in de vergifkast; en op de bepalingen omtrent vergiften ook op de i-eageorkast van toepassing zijn. Tob langdurige discussie gal echter deze mis sive geen aanleiding. Reeds had de inspecteur voorgesteld om den heer Vrijdag Zijnen te ant woorden in een zin, waaruit bleek dat men hein, in zijn qualiteit van apotheker, voldoende bevoegd veronderstelde om liet eerst© gedeelte zijner vraag zelf te beantwoorden, toen het raadslid dr, de Graaf voorstelde omtrent dit schrijven wegens vorm en inhoud eenvoudig over te gaan tot de orde van den dag, waartoe werd besloten, nadat dri Hers naar aanleiding doch niet in verband met doze zaak nog even er op had gewezen dat wat betreft vergiften er gevaarlijke stoffen, de drogisten in een toestand van vrijheid verkeeren die noodlottig kan wor- leen vrouwen en kinderen zijn buiten, de eer sten om met volants te spelen, do laatste®, ooi vliegers op te laten. Maar tegen zonsondergang begint heb weer. In Tokio is de straatverlichting even ellendig als in een der kleinste provinciesteden, d. w. z. er is in 't geheel geen verlichting. Al "kan men ook gas of electrieteit in de huizen krijgen, wie buiten komt, moet maar zorgen dat hij zelf voor een licht op zijn pad zorgt. In een regenachti- gen nacht is het dan ook alles behalve plomerig rijden door Tokio in de dichte duisternis, en terwijl de koelie, die de jinriksha trekt, de mod der doet rondspatte® onder zij® sneldravende voeten. Er zijn ook wel trams, ten minste in de hoofdstraten, maar dé wagens zien er zoo sme rig uit en de paarden zijn zoo armzalig, dat geen fatsoenlijk mensch zich daarin waagt, al kan men ook voor enkele oenten van het eene eind van Tokio naar het andiere trammen. Op Nieuwjaarsdag echter ziet men Tokio op zijn mooist; de heele stad wordt één groote feestplaats, verlicht door millioenen papieren, lampjes,-die niet alleen hun witte, gele, blauwe en rood© bolletjes in de huizien en tusschen de fijne bladeren der bamboesboomeu vertoonen, maar ook door eiken voetganger of jinrikslia- passagior op lang© stangen in de hand worden gehouden. Een ontzaglijke menigte stroomt door de straten; overal zijn kleine tenten opgeslagen, waarin goochelaars, worstelaars en acrobaten optreden; voor de huizen zitten do bewoners met hun vrienden in groepjes thee en saké te den en ook reeds vaak noodlottig geworden is, hetgeen spr. door eemge recente gevallen staafde. Waar de wet gestreng tegenover de apothe kers wordt toegepast, wensehte hij datzelfde te genover de drogisten, die allerlei geliehnzmnigo middelen in huis hebben. De inspecteur erkende volgaarne dat deze materie alles behalve voldoende in de wet was geregeld. Intusschen wees hij er op dat deze zaken ia ver verwijderd verband staan met de wetten waarin hot geneeskundig staatstoezicht zijn bemoeiingen uitstrekt, hetgeen door dr. Hers volkomen werd toegestemd. Alsnog werden aan de orde gesteld de mede- deelingen omtrent de handelingen van heit Ge neeskundig Staatstoezicht, die tob eonige be spreking aanleiding gaven, speciaal wat de wo ningtoestanden te 's-Gravenhage betreft. Alsnu werden eenige vaste comraissiên uit den Raad samengesteld. Tot leden der finan- eieeele commissie werden benoemd do hoeren, dr. Kras, ar. Blom Coster, dr. Van Tïenhoven en tot plaatsvervangende leclen dé heeren Vecht man en Halbortsma. Tot leden der Commissie tot bijstand van den Geneeskundigen Inspecteur en het toezicht op apotheken, warden benoemd de heieren dr. Ilalbertsma en dr. Vos en Robertson, en tot plaatsvervangende leden de heeren Vechtmann en Van Italhe. De onder de ingekomen stukken opgenomen ministerieele besohddring van 1 December 1898 houdende vaststelling van regelen waarnaar on derzoekingen ten behoeve van heit Geneeskun dig Staatstoezicht werden verricht aan de uni- versiteits-laboratoria, gaf den heer Van, Itallie aanleiding den inspecteur te verzoeken zoo wei nig mogelijk van de bevoegdheid tob het doca van die onderzoekingen gebruik te maken, wijl aan spreker die regels eigenlijk voorkomen te zijn een achteruitzetting van de leden van den Geneeskundigen Raad. De rekening en verantwoording werden hier na in eene huishoudelijke zitting behandeld. Drankbestrijding. Ingevolge het besluit van de algemeene ver gadering der Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing ven Sterken Drank, heeft het hoofd bestuur dezer vereeniging zich gewend tot de burgemeesters als hoofden der gemeente-politie, met het verzoek krachtige maatregelen te willen nemen, dat de ambtenaren van politie, over welke zy zijn gesteld, zoowel in hooge als in lage rangen zich gedurende hun dienst ont houden van het gebruik van alcoholhoudende dranken, Een adres van gelyken inhoud in zake de manschappen der rijks-veldwacht en der naa- rechaussée is gericht tot de rninLuxs van justitie en van oorlog. drinken, waarbij zij de voor Europeescihe ma gen slecht te verteren halfgare rijstkoeken eten of ook wel suikergoed, knabbelen. De tempels zijn stralend verlicht en de reditrinnig© Boed dhist of Shintoisb gaat op tot een geb voor het beeld van zijn schutspatroon en werpt, na dat hij zijn godsdienstoefening heeft geëindigd door in de handen te klappen, zijn penningske op het altaar van den heilige. Troepen soldaten met op den. rug bengelende sabelbajonetten trekken door de straten, terwijl zij elkaar net als kinderen bij die hand vasthou den. Elders weer komt een drom Geisha's, dans meisjes, aanstuwen, gekleed in. haar mooiste® tooi en omzwermd door jeugdige lions met groote, lialf-Europeesdhe mantels over hun Ja- pansch© kleeren. Daarachter loopea misschien, weer eonige kleine meisjes die van de avondmis in heb katholieke zendingsgebouw komen, bege leid door nonnen, en die met lange gezichten kijken naar het gelach en gestoei van haar hei- densche kameraadjes. Onophoudelijk wisselt het tafereel, telkens komen nieuwe figuren te voorschijn. Maar ein delijk wordt toch ook dit vermoeiend an men is blij als men zich op een mat kan uitstrekken en het gegons der menigte daarbij kan laten voorbijgaan ...en kan denken: "Wat moet het bear,jong, blijmoedig, krachtig volk zijn, dat aoo opti mistisch den Nieuwjaarsdag viert als den groot sten feestdag.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1