52'" jaargang.
Zondag 8 en Maandag 9 Januari 1899.
N°. 9828.
Tweede Blad.
Een stiefkind van het geluk.
03
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
uitgevekTh. j. c. rqelants.
BOUWMATERIALEN,
BINNENLAND.
MARIA ANTOINETTE VON MARI0V1CS.
AMnrasKKimvBUR vo#r Sehieénm, po* kwartaal 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05
franco pet pett, p. kwartaal. - 1.30
Aftonderlijke Dommereo.f)2
BDttEAOB6TERSTU.4AT «O. Tclcplmsn 5h>. 133.
AnTBRTEsrriEPMjgvan 1—6 gewone regels met inbe
grip van cene Courantf 0.53
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam»
zijn voornemens op Donderdag 19 Januari
des namiddags ten 3 ure, ten raadhuize
aldaar in het openbaar aan te besteden
de levering van:
alsKolen, Trottoirbanden, Straatklinkers,
Metselsteen, Houtwaren en IJzeren voorwerpen
ten behoeve der gemeentewerken.
Het bestek is èt 10.25 verkrijgbaar ter ge
meente-secretarie en ligt met de teekening der
ijzerwerken, aan de StaJstimmerwerl op werk
dagen ter inzage.
Tolkssanatoria.
Het Hoofdbestuur der Vereeniging tot oplich
ting en exploitatie van Volkssanatoria voor borst-
lijders in Nederland heeft aan H. M, dp Koning
in-Moeder zijn diep gevoelden dank betuigd en
zijn oprechte hulde aangeboden, dat het H. M.
behaagd heeft het aan H. M. door het Neder-
laudsahi volk aangeboden huldeblijk te bestem
men voor de oprichting van het eerste Neder-
Iandsche sanatorium op het landgoed Oranje
Nassau's Oord.
Het Hoofdbestuur mocht daarop het volgen
de antwoord ontvangen.
's-Gravenhage, 24 December 1898.
Gevolg gevende aan de bevelen van Hare
Majesteit de Koningin-Moeder heb ik de eer
het Hoofdbestuur der Vereeniging tot oprichting
en exploitatie van Volkssanatoria voor borst-
lijders in Nederland dank te zeggen voor zjjn
schrijven van 22 December 11., en het Hoofd
bestuur te berichten, dat Hare Majesteit met
groote belangstelling den arbeid der Vereeni
ging volgt.
Het door Hare Majesteit op het landgoed
Oranje Nassau's Oord op te richten Sanatorium
zal wel als stichting van Hare Majesteit op zich
zelve staan, maar zal medewerken tot hetzelfde
doel door de Vereeniging beoogd.
Het Hoofdbestuur der Vereeniging zal der
halve geheel onbelemmerd kunneu voortgaan
op den tot nu toe gevolgden weg, die, naar
Hare Majesteit vau harte hoopt, zal leiden tot
het door de Vereeniging en door Hoogstdezelve
eenstemmig gewenschte doel, opdat de stichting
op Oranje Nassau's Oord in Nederland wel het
éérste, doch stellig niet het éénige Yolkssana-
toiium blijve, veeleer de stichting van Hare
Majesteit eene aansporing moge zijn, om de Ver
eeniging tot oprichting en exploitatie van Volks-
DOOR
De arme Marianne scheen voor het ongeluk
in do wieg gelegd. Het was geen wonder, dat
haar oogen altijd zoo bedroefd stonden. Haar
leven lang had zij van niemand liefde onder
vonden, wel had zij veel ruwheid, ja zelfs van
haar eigen vader moeten dulden.
En waarom wierp het ongeluk voortdurend
zijn grauwe schaduwen op haar?
Marianne was slank en sierlijk gebouwd en
had een niet onaardig gezichtje, maar dit was
bezaaid met zomersproeten en daarbij had zij
dik vuurrood haar, dat tot haar middel neer-
hing.
In haar geboorteplaats werd zij „de roode
Marianne" genoemd, de meisjes bespotten haar
en de jongens gingen haar uit den weg of rie
pen haar allerlei hatelijke scheldwoorden ach
terna.
In de danszaal, waar zij vroeger menigmaal
binnengeslopen was, zat zij in een eenzaam
hoekje bij de muzikanten, die haar plaagden
ea slechts duldden, terwijl haar dronken vader
met de vuist op de tafel sloeg en haar gebood
naar huis te gaan,
En toch was Marianne braaf, vlijtig en vrien
delijk, en had meer hart en gevoel dan menig
een uit het dorp.
Zij was ook vroom en wanneer zij bezig was
sanatoria in Nederland krachtigen steun te
verleaoen.
De Intendant van het Huis
van H. M. de Koningin-Moeder:
(was get.) S. M. S. DE RANITZ.
Be elrculujre-hilnner.
In do openbare vergadering van dan kerke-
raad der Ned. Israël. Hoofdsynagoge te Amster
dam weid na langdurig debit met ovengioots
meerderheid van .-temmen aangenomen de vol
gende motie
„De kerkeraad, zich niet bovcegd rrhtaaie
oen ooi deel uit te spreken over co-io ciraüaira
van den Eerw. Heer Opperrabbijn, die effirio.I
niet te zijner kennis gebracht is en. naar dc.i
inhoud behoort tot een gebied, waarop Z. E. W.
niemand? gezag behoeft te erkennen, maar zelf
souveredn beslist;
lettende op do door Z. E. W. aan Burgemees-
te- en "Wethouders van Amsterdam schriftelijk
gegeven verklaring, dat zijne bedoeling niet is
geweest „principieel"" tegen de inderdaad neu
trale school op te treden, gaat over tot de ordo
van den dag.
Vredebond.
Gisteren mocht, op de audiëntie van den
Minister van Buitonlandsclie Zaken, mevr.
Waszklewicz van Schilfganrde, piesidente van
den Nedetlandschen Vrouwenbond ter Interna
tionale ontwapening, van Z.Exc. vernemen, dat
het der legeering zeer aangenaam zal zijn,
wanneet er een krachtige uiting van den voiks-
weosch naar vrede gehoord wordedat Z.Exc.
het streven van den Vrouwenbond in vlezen
en het pogen om een comité mannen va»
naam te vormen zeer appi-ouvtert en den bond
in zijne bemoeiingen het meeste succes toe-
wenscht.
Aijeh
Naar aanleidin d'er krijgsverrichtingen in
Atjeh, gedurend° het tijdvak van 1 Jan. tot
en met 31 Aug. 1898, is bij Kon. besluit van
C Jan.
a. bepaald, dat in de registers van de Kan
selarij der Ned. orden zal worden ingeschreven,
als ridder 4o H. der Mil. Willemsorde, de aan
de gevolgen van rijn door den vijand bekomen
wonden, overleden ziekenoppasser C. Marlens
b. benoemd tot ridder 4e ld. der Mil. Wil
lemsorde, de fusekea A. De Beer, ea
c. bepaald, dat bij afzonderlijks dagorders,
zoo in Indië als in Nederland, eervol zal worden
vermeld de majoor der infanterie J. Langan-
bach.
A
De correspondent van het sNieuws van den
Dag" te Batavia seint
L)e vijand is teruggedrongen van Kampong
Tiro naar het gebergte door het 14e bataljon.
Een vijand met beaumontgeweer werd gedood.
De bevelhebber, majoor v. d. Wedden, is met
cavalerie-transport van Gleisblah naar Segli
teruggekeerd. Nabij Bentjoel volgde een aanval,
in de kleine dorpskerk de heiligenbeelden, de
stoelen en verdere meubelen af te stoffen, en
de vazen met bloemen en de luchters met was
kaarsen te versieren, knielde zij eerst altijd een
oogenblik in stil gebed neer voor het beeld van
de Heilige Maagd.
De3 morgeus en des avonds en bij een lijk
dienst nam Marianne den dienst voor haar va
der waar. Zij moest namelijk de kerkeldok lui
den, en het meisje moest soms drie of vier maal
op een dag tusschen stoffige balken de oude,
ongelijke trappen op en neer.
Wanneer haar vader, die koster en toren
wachter was, thuis kwam, dronken als altijd,
mishandelde hij heb arme meisje gewoonlijk en
trok haar aan de dikke, vuurroode vlechten
door de kamer heen.
De moeder van Marianne had ook zulk een
leven geleid, maar de dood had haar bevrijd,
toen het kind nauwelijks drie jaar oud was.
Sedert dien tijd was de koster Balthasar En-
sian neg rawer geworden en liet aankomende
meisje had nog geen vroolijk oogenblik gehad,
niettegenstaande zij de Heine huishouding naar
haar beste vermogen eerlijk, trouw en zuinig
bestierde.
Zoo was Marianne negentien jaar geworden.
En bij haar ellendig leven kwam nog een
nieuwe ramp zij werd verliefd.
Eens op een zomermiddag, toen zij voor de
knappe Lina van den schoolmeester, die on
langs gestorven was, de Hok geluid had, wan
delde zij over het stille kerkhof. Voor haar uit
zweefden in de gloeiende hitte twee witte vlin
ders.
waarbjj een vijand gedood weid. Glesiblah
blijft bezet door een compagnie van het 14e
bataljon.
Plan Coolen.
Op de begrooling voor 1899 van de gemeente
Gilze c. a. was f150 en op die van de gemeente
Vegliel f1000 uitgetiokken voor subsidie ten
behoeve van vrijwilligers bij de nationale militie.
Aan beide begrootingen werd bij besluit van den
5ii dezer door Gedep. Staten goedkeuring ver
leend. De Commis-aris der Koningin heelt zich
ook van deze berinnen, evenals van die vioegm-
genomen ten aanzien der gemeenten liehoi-t
en lil bui g, bij 11. M. de Koningin in hooger
bei oep vooi zien.
Jubileum Pekelharing.
Zooals wij reeds met een enkel woord hebben
gemeld was het gisteien vijf en twintig jaar
geleden, dat prof. mi. B. H. Pekelharing te
Delft zijn betrekking aanvaaidde als hoogieei-
aar in het admiuistratiefrecht, de staathuis
houdkunde en het handelsrecht.
Deze herinneringsdag is met groote plechtig
heid gevierd.
In de eerste plaats kwamen de ambtgenooten
van den jubilaris, de docenten der Polytech
nische school, hun gelukwenschen aanbieden.
Prof. J. M. Telders. directeur der P. S,, sprak
uit hun naam, toen hij prof. Pekelharing geluk-
vvenschle, maar ook dankte v ooi al wat hij in
vijf-en-twintig jaar voor de feeriingen der school
is geweest. Spr. wees vooral op de haiteljjke
verhouding die er altijd heeft bestaan tusschen
deo jubilarissen zijts ambtgenooten en zijn leer
lingen, zijn waardeering van anderer overtuiging,
ook waar hg zeil warm voor de zijne streed,
zijn ijveren voor de belangen der misdeelde».
Met een lmrtelijken wensch voor de toekomst
eindigde prof. Telders.
Prof'. Pekelharing dankte en ging terug tot
zijn werkkring te Zutfen en zijn benoeming te
Delft en verklaarde daar steeds aangenaam
werkzaam te zijn geweest, ook indeniaadvan
bestuur der P. S. Ai zal het niet al te lang
meer zijn, enkele jaren hoopt hij toch nog te
kunnen aanblijven.
Nu volgde een reeks van gelukwenschen, van
den oud-hoofdinspecteur van den waterstaat,
den heer G. van Diesen, die verscheiden malen
voorzitter was der examen-commissie van den
senaat van het studentencorps bij monde van
den heer 's Jacob die een mand bloemen aan
bood van den heer Kohier namens de stu-
denteo-debating-clubvan de redactie van
sVragen des Tijds", voor wie de heer Kerdjjk
het woord voerde.
Voor een commissie van trouwe vrienden,-
bestaande uit mej. Conielie Huygens, de heer
piof. M. W. F. Treub, F. v. d. Goes, J. C. van
Marken, P. L. Tak, dr. J. C. Ei ingaan), S.
Knuttel, mr. Ph. Fnlckenburg en mr. P. Tjeenk
Willink, voerde de heer J. C. van Marken het
woord en bood den jubilaris namens een honderd-
Zwaluwen vlogen voorbij en sjilpten in den
zonneschijn.
Anders was er geen levend wezen en zelfs
do wolken stonden m heb zonlicht aan den he
mel als groote betooverde witte zwanen met
breede vleugels, Men kon nauwelijks ademha
len. Daar blafte een hond. Luid Honk het door
de stille lucht En daar kwam een ooievaar on
liefc zich klepperend op de groene weide neer.
Marianne greep naar een der vlinders, maar
hi] was haar te vlug af en vloog weg; de bijen
en vliegen gonsden over de met spinwebben en
stof bedekte bloesems. Och, wat was bet toch
heet.
Het slanke meisje droeg een afgedragen en
veel te kort rokje, waaronder de' fijngevormde
onkels en Heine voeten uitkwamen, die zelden
een schoen hadden gedragen. Het versleten,
doch helder wit lijfje sloot strak om de mooie
vormen van het jonge meisje de blanke hals
was geheel onbedekt.
Twee prachtige vlechten van het roode haar
hingen over haar rug, en uit de schoone blauwe
oogen sprak een wereld van leed.
Plotseling bleef Marianne stilstaan. Zij ge
leek in haar bevalligheid en natuurlijkheid op
een luisterende hinde. Naast een pas gedolven
graf zat een jonge knappe man, die nieuwsgie
rig naar Mananne keek en haar aansprak:
„Zijt gij aan heb vlinders vangen, meisje?
En dat in die onverdragelijke hitte Wie rijt gij
Vriendelijk maar toch schuw en verlegen ant
woordde heb jonge meisje: „Wel! Ik ben Ma
rianne, de dochter van den Koster en toren
wachter En gij, wie zijt gij f'
tal vrienden uit alle inngeit der maatschappij
een ameublement aan met een ulbusn.
Prof. Pekelharing dankte met een hartelijke
toespraak, daarbij herinnerende aan de vriend
schap van dr. D. G. Cramer, vroeger directeur
to Zutfen en thans zijn stadgenoot, en mot groo
te ingenomenheid de aanwezigheid constatee-
rendo der Kamerleden mr. Voegens, Ileldt en
Do Klerk en don heer F. v. d. Goes als verte
genwoordiger der sociaal-democratie.
Prof. MW. F. Tieub bood als 's jubilaris
mederedacteur van het „Sociaal Weekblad" eoni-
gj exemplaren van d.t blad aan, waarin do le
vensbeschrijving van prof. Pekelharing is op
genomen.
Curatoren on rector vau heb gymnasium te
Delft maakte® hun opwachtingdo heer W. K.
S. van der MandeJe wenschle den president-cu
rator geluk.
Namens het Alg. Ned. Werkliedenverbond,
dat ccs he-eren B. H. Hold't c® D. de KIcak lia,d
afgevaardigd, dunkto eerstgenoemde» tka lioog-
lecra.ar voor a,l wat hij gedaan had voor db ar
beidersbeweging in Nederland cn den steun ca
raad dien het Werkliedenverbond steodb v.tn
htm mocht aidcmmlen.
De jubilaris herinnerde in zijn antwoord aan
do eerste vergadering van het Comité tor be
spreking der sociale quacotie op 19 Ocbdbor
1870, van. welk oogenblik hij on db heer H-eldt
vrienden waren. Hij volgt stood? den vooruit
gang van het Werkliedenverbotnd, overtuigd dlnt
hor medegaat met de beweging naar linies.
De heer R. A. van Sandick sprak vervolgens
namens een deputatie van oud-leerlingen en leer
lingen, die in welken nu a tseha p pel ij Jee n. werk
kring en waar ook gevestigd, er trotsch op gaan
zich leerlingen van prof. Pekelharing te mogen
noemen.
Uit naam van een groot aantal oud-leerlin
gen, van verschillende godsdienstige en politieke
richting, bood hij een album aan en een huHe-
bïijk, waarvan de jubilaris zelf die bestemming
zou kunnen bepalen.
Prof. Pekelharing dankte en verklaarde gaar
ne heb geschenk aan. te nemen voor heit Lïpkes-
fonds.
Het bestuur van den studentanband sprak
nog bij monde van den heer C. J. van Vliet Jr.
de minister Lely kwam als oud-leerKng der/P. S.
persoonlijk zijn gelukweniseh aanbieden, terwijl
de minister Goeman Borgesius telegrafeerde dlafc
hij tot zijn spijt nog op het laatst verliindlead
was persoonlijk te komen.
Den geheden middag stond het in het met
bloemen rijk getooide huis van den jubilaris
niet stil van gelukwenst-benden.
Daarna vond een diner plaats in het. Restau
rant Royal to 's-Gravemhage, den jubilaris door
een vijf-ern-dertig-tal oud-leerlingen aangebeden.
Ben boekdrnkkersTrapen.
Voor eenige maanden verscheen een nieuw
tijdschrift »Neer!ands Drukkunst en Boek
handel", een te Hengelo verschijnend maand-
Hij kwam van den anderen kant van het
bosch en had al spoedig het vertrouwen van
het eenzame meisje gewonnen; zij had ook an
ders niemand om mee te spreken.
Weldra kwam hij nu geregeld eiken avond,
na liet avondluiden, en zeide allerlei lieve
woordjes tegen Marianne, zij zaten te zamen
op den drempel van de achterdeur der kerk,
waar een groote grafsteen de rustplaats van
den rijken grondbezitter aanduidde. Of zij wan
delden stil, elkaar omarmend, op het kerkhof,
en zagen op naar den homel, om de schitteren
de sterren te tellen.
Nu en dan viel er een ster, en wenschten zij
zich snel iets schoons en gelukkigs en de jonge
man kuste Marianne hartelijk.
Marianne geloofde aan de vleiende woorden
en de vurige kussen van Hans Lackenbacher,
en verdroeg daardoor thuis nog geduldiger de
slagen van haar vader. Haar jong hart gmg in
liefde en verlangen op; in haar droomen zag
zij slechts de zwarte, schitterende oogen van
haar geliefde.
De winter kwam en Hans nam afscheid tot
de lente; hij moest nu naar rijn geboorteplaats,
naar vrienden en bloedverwanten maar hij
zou terugkomen, zoodra de lijsters begonnen te
zingen.
En Marianne zat thuis in het koude, eenza- ■-
me vertrekje, en spon en lachte en dacht aan
haar Hans, dien zij onbepaald vertrouwde. En
als zij bij de felle koude den ouden kerktoren
besteeg, dan keek zij overal in den omtrek rond.
Waar aan walken kant zou rijn geboorte
plaats rijn?