Uit de Staatscourant.
Hoogeb Ondehwus.
Kunst en Wetenschap.
Gemengd Nieuws.
R e e li t z a k e n.
Kerk en School.
blad, waarvan de heer II. I. Klaa«esz aldaar
redacteur-uitgever is.
Wij maakten van dit goed willende tijdschrift
al eens een enkele maal melding en voelen
ons daar nu weer toe opgewekt, omdat in het
heden verschenen nummer onze stadgenoot, de
heer H. A. M. Roelants Jr. een artikel heeft
geplaatst, dat in den uitgebreiden kring van
boekdrukkers en den aankleve van dien de
aandacht zal trekkenhet betreft een Neder-
laudsch Boekdrukkerswapen. Nu zou uit den
aard der zaak, hoe uitgebreid het boekdruk-
kersgilde ook is, toch dit belang om zoo te
zeggen een lokaal belang zijn, ware niet onze
nationale trots met de oplossing van deze
«affaire", die heel wat esotorisch gerucht heeft
gemaakt, gemoeid, en ware het niet aangenaam
hier te kunnen neerschrijven, hoe een stadgenoot
in een door een bevoegd man (rar. Ch. Enschedé)
belangrijk'* genoemd artikel, op eene oplossing
aanstuurt en die misschien zal vinden. Elk gilde
van vaklieden is er op uit een «wapen" te
hebben, een vereenigings- en strijdsymbool
zoo hebben de boekdrukkers gezocht naar zoo
danig distinctief en zij hebben het gevonden
die in ons land daarbij leentjebuur spelend bij
onze buren over de oostelyke grenzen. Daarin
lag zeker iets vreemds; ons land pleegt er zich
op te verheffen de bakermat der «edele druck-
conste" te zijn, het moest zich dus ook opge
wassen voelen tegen de bezwaren verbonden
aan het ontwerpen van een voerbaar teeken.
Aan een bestaand gemis heeft nu de heer
H, A. M. Roelants Ir. trachten tegemoet te
komen en ontwierp hij een wapen dat wij
spreken met leekenmond ons in vele opzichten
welgeslaagd schijnt en dit wel in de eerste
plaats omdat het nationaal gedacht is, wat
voor een Nederlandse h boekdrukkers
wapen een eisch is.
Een schild, waarop rechts het Haarlemsche
wapen (een zwaard met ter weerszijden 2 ster
ren en hierboven een Maltheser kruis) en links
in den bovenhoek een zethaak en in de onder
hoek een inktrol, wordt gedekt door een helm
waaruit een gouden klimmende leeuw te
voorschijn komt, die een A in de klauwen
houdt. Als wapenspreuk is aangenomenHarle-
mum, artis lypographicne incunabula (Haarlem
de bakermat der Boekdrukkunst).
Ondanks deze poovere beschrijving zal de lezer
toegeven dat er systeem zit in dit wapen. Aan
Haarlem, waaraan een Nederlandsch boekdruk
kerswapen moet herinneren wij kunnen ons
natuurlijk geen partij stellen tusschen Guten
berg en Coster is gedacht en zelfs is aan
de sage van de «uitvinding" een plaatsje
opgeruimd.
Van mr. Charles Enschedé, één der firmanten
van de bekende Haarlemsche drukkersfirma, is
ook een ontvverp-wapen opgenomen dat hoewel
in zijn figuren niet zoo sprekend als dat van
den heer R., daar het randschrift er ook op
doelt dat de groote uitvinding aan Haarlem
moet worden toegeschreven.
De heer Enschedé voegt tevens aan hel
artikel van den heer R. een «naschrift" toe,
waarin hij, van de uitvinding gewag makend,
zijn twijfel uitspreekt over de deugdelijkheid
van het onderzoek der «Costeriana."
Hij wenscht dat het onderzoek naar den
oorsprong van deze eerste voortbrengselen dei-
drukkunst, niet zooals tot heden het geval is
geweest van uit een historisch standpunt zal
geschieden, maar dat deze zeldzame verzame
ling, die voor een groot gedeelte op het Stedelyk-
museum te Haarlem berust, technisch onder
zocht zal worden. Van een dergeljjk onderzoek
verwacht de heer E. veel goeds.
Bij Kon. besluit is inet 1 April aan dr. H. Snellen
op zijn verzoek eervol ontslag verleend als hoogleer
aar in de faculteit der geneeskunde aan de rijks
universiteit te Utrecht, met dankbetuiging voor de
door hem bewezen diensten.
Bij Kon. besluit is de off. van adm. 2e kl. W. F.
van Grasstek met 16 Jan. bevorderd tot off. van
adm. Ie klasse.
Bij Kon. besluit is de kapt. ter zee W. G. van
Nes met 1 Febr. eervol ontheven vnn het bevel over
Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord en dat bevel
alsdan opgedragen aan den kapt. ter zee C. F. A.
Gregory.
Bij Kon. besluit zijn met 16 bevorderdtot comm.
der tel. Ie kl. C. Scwaanhtiyser en W. W. Knoth,
beiden thans idem 2e kl.tot comm. der tel. 2e kl!
de idem 3o kl. W. A. E. Mulder en van Boven;
tot comm. der tel. 3e kl. de idem 4e kl. .1. C. F.
Tjerks. G. vaa Zwieten do Blom, J. H. Wcnnckcs
en A. van der Ham.
Bij Kon. besluit is de met verlof in Europa aan
wezige majoor-intendant van het leger in Ned.-Indië
B. O. Sebuylenburg op zijn verzoek met 1 April a.s.
eervol nit den militairen dienst ontslagen met toeken
ning van pensioen.
Bedankt: voor Stevensweert, door C. A. Klin
kenberg Jr., te Beusichem.
Geref. Kerken,
Aangenomen: naar Stellendam, H. Volfen,
te Neermoor.
Gisteren is in den Haag overleden dr. A. H. A.
Ekker, oud-rector van het gymnasium te Kampen,
die zich op velerlei gebied verdienstelijk heeft ge
maakt, getuigen zijne talrijke artikelen in tijdschrif
ten en dagbladen. Geboren te Vollenhove 12 Sep
tember 1823, promoveerde hij te Utrecht op 20 Maart
1"49, was daarna aan het Utrechtsch gymnasium
praeceptor en van 1854 tot aan het einde van 1888
rector te Kampen, toen hem op de meest eervolle
wijze op zijn verzoek ontslag werd verleend.
Te Leeuwarden zal Zaterdag 14 Januari a.s. ver
schijnen „Arm Friesland," Weekblad voor de Arbei
derspartij, onder redactie van de hoeren C. W-Mcl-
chers en mr. P. J. Troelstra.
goederen aanvangen den 14en Februarie a. s..
Tot die goederen behoort o. a. het zilveren
tafelgarnituur ter waarde van f 10.000.dat
op de in den vorigen zomer in den Dierentuin
te 'sHage gehouden Int. Tentoonstelling van
Bakkerij en Kookkunst zoo zeer de algemeene
aandacht trok,
Een tamboer en de kerk.
Te Hoogeveen, waar bij gebrek aan een toren
geen torenklok is, bestaat de eigenaardige oude
gewoonte, dat o.a. de kerkgangers bij trommel
slag ter kerke warden opgeroepen. Thans lieeft
echter de functionaris de trommelstokken neer
gelegd eu wordt door kerkvoogden der Herv.
gemeente een tamboer gevraagd. Of de sollici
tanten ook vooraf een proefstuk moeten afleg-
gen
Hot jaar-boek van den „Nederlandsclien Co
öperatieven. Bond" bevat heb portoet van pro
fessor M W. F. Treub on wederom, verscliillcn-
do opstellen van buiten- en binnenlandsche coö-
perators.
Zij had den kraaien en uilen, die om de
oude muren vlogen, of der oude torenklok, die
zoo eentonig haar luid „tiktaktiktak"
liet hooren, wel willen vragenWaar woont
toch mijn minnaar
O, hij dacht zeker aan haar, zooals zi| aan.
hemwant hadden zij niet onder duizend kus
sen afscheid genomen
Ja, de wereld was toch vroolijk, en heerlijk
was liet om er in te levenmen moest slechts
liefhebben en bemind worden dan was alles
goed
Be lijsters waren er, en Marianne wachtte
haar geliefde.
Alaar Hans Lackenbacher kwam. niet.
Wel twintigmaal op een dag liep zij do on
gelijke trap op. Daar dat zou hij wel zijn,
haar HansAch, neen
Het was Loisl van den predikant, de kreu
pele knecht met het borstige haar.
Ata ar daar daar vertoonde ach een slanke,
goed geëvenredigde figuur met een blauwe das
ook niet! Het was de houtvester van het
naburige dorp, die haar altijd bespotte.
Hans Lackenbacher kwam niet, hoe verlan
gend ook die blauwe oogen naar hem uitkeken,
hoe dikwijls ook haar blik door tranen verduis
terd werd.
Op een avond de wijnstok bloeide reeds
ging zij voorbij de hoeve van aen rijken
toer Pannebakker. Zij hoorde een welbekende
steen, een jonge man hield een knap meisje
vast en plaagde en kuste haar.
Marianne verstijfde van schrik haar voet
bleef aan den grond vastgenageld.
Het ongeval aan het st. „Prinses Marie".
Het onderzoek naar het ongeval op 19 Oct. aan
het stoomsehip Prinses Marie, van de Maat
schappij „Nederland", overkomen, werd gisteravond
door den „Raad van tucht op de Koopvaardijschepen"
ten Paleize van Justitie te Amsterdam voortgezet.
Zooals men zich herinneren zal, stootte hc-t schip
op reis naar Holland, kort na het vertrek van Tand
jong Priok op de Stroomklip voorbij het eiland
Tappershocdje, waardoor de kapitein zich genood
zaakt zag naar Java terug to keeren.
Als getuigen waren ditmaal opgeroepen de kwar
tiermeesters K. Sonnenberg en J. Bakker en de boots
man H. Hagers.
Do eerste getuige, Sonnenberg, verklaart, voordat
het schip stootte op het achterdek te zijn geweest.
Eenige kinderen maakten hein opmerkzaam op een
klip vooruit. Hij zcide, dat zij weldra de klip beter
zouden zien. Kort daarna scheen het schip naar de
klip, die aan bakboordzijde lag, toe te drijven cd
kort daarop stootte het, terwijl het schip full speed
ging. Dc timmerman Baas ging daarop naar de
pompen. Er werd, zooals getuige later vernam, veel
water gepeild, zoodat na een scheepsraad noodig
bleek naar Batavia terug te keeren.
De tweede getuige, Bakker, zegt, dat hij met den
bootsman en eenige matrozen bezig was bijdenfok-
kemast, toen het schip plotseling stootte. Hoever het
schip van de Stroomklip was weet getuige niet. Wel
viel hem op, dat er een sterke stroom was juist zoo
als onder de brug van Wessel. Vóór den stoot had
hij niets van een klip gezien, daar men druk aan
den arbeid was met het schoenerzcil. Stil heeft de
boot niet gelegen. Er werd doorgevareg, scheepsraad
gehouden, en toen omgekeerd. Het schip waseenig-
zins lek, maar kon door pompen worden drijvende
gehouden.
Op de terugreis bleek het gotuigo, dat het schip
niet zoo goed meer naar het roer luisterde. Een
zware stroom als ditmaal had hij vroeger nooit bij
deze klip gezien. Zij stak een twee nieter boven het
water uit. De „Marie" stootte op een «itlooper, die
onder water lag.
De laatsto getuige, H. Hagers, was eveneens bij
den fokkemast. Hij keek even voor het gebeurde
buiten boord en zag iets „vooriijkcr als dwars" klip
pen, die niet zeer ver waren. Het water kookte erg.
Juist toen getuige naar achter zag en bij zich zelf
dacht, dat zal nooit goed gaan, stootte het schip.
Het heldo eerst naar bakboord, toen een weinig naar
stuurboord over. Er was een sterke Zuidelijke stroom;
de koers van bet schip was Westelijk.
Of hij op vroegere reizen verdere van do klip af
was gevaren, herinnerde hij zich niet; wel bleef de
K o n i n g i n-R e g e n t e s, waarmede Hagers naar
hier terugkeerde, op grooteren afstand. Ook toen zag
men het %vater om de klip koken.
De openbare zitting werd na het hooren van dezen
getuige gesloten.
Brand te Utrecht,
In het mantel magazijn „De Matador" van
dfe firma S., aar. de Oudtegracht 44, hoek Bak
kerstraat te Obrecnt, en. wel op eon kamer op de ni,1§ van s- bezorgen, die bij zijne tehuiskomst
1ste verdieping, grenzende aan de mantelkamer, I 1-,/eerrl!I stond te kijken, toen hij, ach al reed's
Een ruil.
Zekere S. te Nieuw-Vennep, Haarlemmer
meer, wilde aan T. een rijwiel in ruil afstaan
voor eon hit. T. stemde hierin niet toe, doch
zeide, ik heb thuis nog oen kleiner diertje, dat
nog harder loopt dan deze; dit wil ik voor de
fiets wel aan u overdoen. Dit werd goedgevonden
en aldus overeengekomen nam T. de fiets meê
naar huis, en deed het kleine dier aan die wo
ordstond Woensdagnacht, omstreeks half twaalf,
ion binnenbrand. Door- een der buren ontdekt,
werd terstond alarm gemaakt, waarop weldra
de brandweer ter plaatse verscheen. Daar er
echter niemand in het perceel aanwezig biteek te
zijn, moest deze, om toegang te verkrijgen, eerst
de buitendeur forceeren en kon daarna het blus-
seliingswerk aanvangen. Dit bleek nogal een ge
makkelijke taak te wezen, aangezien het vuur
zich wel aan het behang en de gordijnen had
medegedeeld, doch nog geen kracht genoeg had
geliad om ook het meubilair enz. aan te tasten.
Met emmers water werden de vlammen dan ook
spoedig ge-dbofd, zoodat de reeds aangerukte
spuiten niet behoefden te werken.
De brand is gebleken in een buffetkastje te
zijn ontstaan, hoe en waardoor is niet bekend;
de omstandigheid echter, dat in dat kastje een
lap, gedrenkt met spiritus of iéts dergelijks,
werd gevonden, in verband wellicht mot het
feit, dat een week of drie geleden in dat maga
zijn oveneens door een onbekende ooi-zaak een
binnenbrand is ontstaan, schijnt de politie tot
een streng onderzoek te hebben doen besluiten.
Het bewuste kastje werd althans in beslag ge
nomen, terwijl het personeel en de vertegen
woordiger der firma, allen in verhoor werden
in 't beaat van een hit verheugende, ontwaarde
dat hem. in plaats van een hit een kat was thuis
bezorgd. („H. Ct.")
Be moord op de Keizerin van Oostenrijk.
De anarchist Luecheni, die keizerin Elizabeth
van Oostenrijk heeft vermoord!, heeft volgens
het „Neue Wiener Tageblatt bekend!, dat hij
twee medeplichtigen heeft gehad. Een wachtte
aan het station met een revolver en de tweede
was naar Lausanne gegaan met een bom om do
Keizerin daar te ontvangen als zij aan d© andere
belagers mocht ontkomen.
Xed. Herv. Kerk.
Beroepen: te Burgh, E. B. Cauvée, cand. te
.Leiden; te Rijnsaterwoude, O. Norel Rz., te
Wons en Engivier.
Aangenomen: naar Wedde, door R. A. Engels,
cand.; naar Dassen, C. A, v. d. Akker, cand.
Een eeuw oud.
De oudste imvcn-r van Giesendain, de heer
.T. Muilwijk, hoopt 31 Januari zijn 1 OOsten ver
jaardag te beleven..
Droeve toestand.
Een 40-jarige weduwe met 4 kinderen in do
gemeente Smalliugerland1 (Fr.), eigenares van
eon boerderij en eenige honderden in contanten,
huwde drie maanden geleden een 27-jarigen we
duwnaar met één kind.
Hij was lid der christelijk gereformeerde
kerk, en dadelijk -werden al de kinderen in. die-
kerk gedoopt.
Nu heeft d'e nieuwe echtgenoot de echtelijke
woning verlaten; het vee heeft hij alreeds ver
kocht; weldra zal boeldag worden gehouden,
terwijl hij roods een advertentie geplaatst heeft,
om zijne vrouw niet te borgen of to leenen! De
vrouw staat als oppassend bekend. Duidelijk
blijkt, dat de man enkel de weduwe gehuwd
heeft om liaar bezibtingon te gelde te maken,
waaraan zij niets doen kan.
Een Verloting.
Men meldt ons
De in het laatst van 1897 te Amsterdam
opgerichte en Koninklijk goedgekeurde Ver-
eeniging ter bevordering van Handel en Nijver
heid zal haar eerste verdeeling van aangekochte
Een dief?
Een zonderling geval is deze week voor den
politierechter in Londen behandeld. Acht dagen
geleden vond een Amerikaan, die in het nieuwe
Cecil-hotel logeert, met zijn vrouw thuiskomende,
een onbekend persoon in zijn kamer, die op de
vraag, wat hij daar te doen had, antwoordde
dat hij op een dame wachtte.
De Amerikaan liet den directeur ontbieden
die een politieagent liet halen, en aan dezen
verklaarden de keurig gekleede man, dat hij
een dame kwam bezoeken, die vaak in het
hotel dezelfde kamer had bewoond wat in
derdaad waar bleek te zijn en dat hij haar
zwager was.
Hij gaf zijn naam en woonplaats op, ver
klaarde geen kwaad bedoeld te hebben en een
inkomen uit kapitaal van 800 p. st. te hebben.
De politieagent zocht echter de zakken na en
vond daarin een valschen sleutel van de hotel
kamer, zoodat hij den man in hechtenis nam.
Bjj het onderzoek bleek verder, dat al wat de
man had verklaard juist was, behalve dat ge
noemde dame zijn schoonzuster was, daar zij
hem wel kende doch nooit in haar kamer had
ontvangen. Maar bovendien kwam aan den dag
dat tal van diefstallen waren voorgekomen op
plaatsen waar de gevangene zich had opgehou
den bij vrienden, als hjj hen had bezocht,
werd telkens wat vermist. Men durfde hem
echter nooit verdenken, en had geen bewijzen.
Een huiszoeking bracht meer dan 150 lom
bardbriefjes te voorschijn, allen op verdachte
namen. Als verklaring gaf de beklaagde op,
dat hij ze op straat had gekocht.
De rechter geloofde daar niets van en veroor
deelde hem tot 3 maanden opsluiting met zwa-
ren arbeid, als schuldig aan poging tot diefstal.
Een goede vondst.
Te Anges (Frankrijk) vond iemand die mos
selen afc, in een der schelpen twee paarien, welke
tusschen de zeven- en achthonderd' fres. waiard
bleken te zijn.
Toen zagen de beide stoeienden haar, en
Hans Lackenbacher haar Hans, hij was het
werkelijk riep haar toe„Ivijk, daar heb je
de roode Marianne I Gij komt net goed I Nu
behoef ik u geen afscheidsbrief te schrijven!
Over drie weken trouw ik liier met Greta Pan
nebakker! Dan kunt gij ons huwelijk inluiden,
Roodkop
Als door boozo geesten vervolgd onder heb
gelach van den trouwelooze en zijn meisje, liep
de arme Marianne naar huis en wierp ach luid
schreiend op haar bed. Alle kwellingen van ver
smade liefde verscheurden haar het liart.
De dagen bracht zij droomende door, en des
nachts ontroofden verwarde beelden haar den
slaap.
Dan liep zij naar het stille, schaduwrijke
kerkje en knielde voor het groote Madonna^
beeld. Zij vouwde de handen en bewoog met
moeite de lippen tot een gebed maar het
bidden viel haar zoo zwaar, daar zij nog altijd
den spottenden lach van den meineedige hoorde.
De vader, die niettegenstaande zijn dronken
schap, al spoedig bemerkte, hoe zij den dienst
en het huishouden verwaarloosde, sloeg haar,
maar zij voelde dit zelfs niet meer.
Hoe had zij, bij zooveel innerlijk lijden, nog
dc lichamelijke smarten kunnen voelen?
Eindelijk brak de trouwdag van Hans met
Greta aan.
Marianne was den geheelen nacht niet te bed
geweest. Onbewust vloeiden haar uren achter
een de tranen langs de wangen.
Des morgens bracht zij alles in ordezij leg
de voor haar vader zijn Zondagsck pak uit en.
maakte zijn lievelingsgerecht klaar; knoedels-
toen waschte zij zicli, maakte haai- roode vlech
ten netjes op, en trok het beste kleedje aan, wat
zij in den roodgeverfden koffer vond.
Daarna ging zij naar het kerkhof en lag een
halfuur in stil gebed verzonken bij het graf van
haar moeder.
Tegen tien uur nam zij den sleutel van de
kerk en klom de steile torentrap op.
Het was daar smal en donker, en een opge
schrikte vleermuis vloog haar in het gelaat.
Nooit was Marianne de weg- naar boven zoo
zwaar gevallen als deze keer.
Bij een omgang van den toren hield zij stil.
Och, die heerlijke wereld! Daar lag zij bont
en geurig, met groen en bloemen versierd
zoo vroolijk voor alio gelukkige menschen;
voor haar, de arme Marianne? verder maar,
verder
Eindelijk bereikte zij vermoeid haar doel.
Aan de groote stutbalken hing hare vriendin,
de klok van erts, „Maria" genaamd. Met een
vriendelijk lachje zag Marianne tot haar op.
„Vandaag zult gij ook mij een liefdedienst
bewijzen
Beneden lag het kerkhof met zijn graven in
den zonneschijn, en de dochter van den toren
wachter stond voor het groote luik, waar men
bij feestelijke gelegenheden de vlag uithing.
Marianne keek naar de hoeve.
Daar werd een schot gelost, ten teeken, dat
do bruidsstoet zich in beweging zette; het ge-
heele dorp was nitgeloopen naar de kerk, om de
rijke Greta te zien trouwen.
Marianne drukte de handen tegen haar bon
zend hart toen wierp zij nog een enkelen blik
naar den helderblauwen hemel greep einde
lijk het touw en begon niet kracht te luiden.
Uit het metalen lichaam klonken de zware
tonen en Marianne staarde, half aan de wereld
ontrukt, naar den bruidsstoet, die in bonte,
boersche pracht het kerkportaal naderde.
Hans Lackenbacher was geen knecht, zooals
hij de dochter van den torenwachter had voor
gelogen, maar een rijke boerenzoon uit Ober-
Ens.
Marianne glimlachte verstrooid een paar
zwaluwen vlogen voorbij heb luik nu nu
waren zij aan den ingang bij dc vijf groote
oude linden.
Nu op het kerkhof -nu voor de kerk en
nu het suisde door de lucht een doffe
slag en de „roode Marianne" lag met ver
pletterden schedel op den broeden marmeren
grafsteen, die eens getuige was geweest van
haar geluk.
Hans Lackenbacher is later toch met Greta
getrouwd, maar de Mok heeft hij toen niet lar
ten luiden.
In een eenzaam stil hoekje tegen den kerk
hofmuur heeft men de arme Marianne ter ruste
gelegd een wilde witte rozenstruik breidt
liefdevol zijn ranken en takken uit over het
eenzame, groene plekje dat geen kruis, geen
steen versiert.
Daar slaapt zij nu rustig, het stiefkind van
heb geluk.