f'; 52"° jaargang. Woensdag 11 Januari 1899. 9830. i,; Strijdige Werelden. en Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen» uitgever? h. j. c. roelants. f'i U BUITENLAND. l tl iff II Ogende 'ppeleo kroten blauwe 8 et, a Plata' iari fr. nntos jw. 21.40, kalca, 14.80, kalno. Oct Oct ■uur. ische uur. itter- uur. ndje, feest, aam ur." riété, nge!, 8 a. -."j COIIRAiT. &Bomra**3iT8?Bij» vsor Schiedam, pei kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afccnder!-jhe nommera0.02 gg- ■yneWAWygw»*? BDREAV: BOTEBSTBAAT 705 Telephown Ho. 123. Aldvebtbhtiepbijs ran 1—5 gewone regels met inbe grip ran cene Conrantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 By abonnement wordt korting rcrieend. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 10 Januari '99. De heer Quesnay de Beaurepaire heeft zijn toga uitgetrokken en zijn baret weggeborgen. Hij verlaat het Paleis van Justitie, waar men hem ook kwalijk meer op zijn plaats kan achten, en doot als in het verschrikkelijke jaarhet vaderland is in gevaar, en hij neemt plaats onder de vrijwilligen die de wapens aangorden voor den strijd tegen den erfvgand Och neen, ditmaal tegen recht en gerechtigheid. Een bedenkelijk verschijnsel. Daar is een rechterlijk ambtenaar, een der hoogste magi straten, voorzitter eener kamer van liet opperste rechtscollege, die zich schaart aan de zijde van den generalen staf. Of eigenlijk deed de heer Quesnay de Beaurepaire dit reeds lang; want onder de verwoede tegenstanders der herziening van het vonnis werd zijn naam steeds gevonden. Toch is het alleszins geschikt om de gemoe deren in onrust te brengen, wanneer men iiem in de «Echo de Paris" het Hof van partijdig heid hoort beschuldigen. Terwijl andere bladen tevergeefs gepoogd hebben eenige verklaring van den magistraat machtig te worden, zegt De Beaurepaire in dit blad dat hij meer heeft geleden onder de zaak-Dreyfus dan zijn collega's, want hij is oud-soldaat en patriot. Hij verklaart voorts zijn ontslag te hebben genomen om beter te kunnen protesteeren tegen den schijn van enquête die er gevoerd is, en hij belooft de geschiedenis van zijn tijd te zallen schrijven, ronduit en zonder omhaal. En dan kan hg heel wat vertellen. De Beaurepaire kwam in 1862 bij de rechterlijke macht en onderbrak zgn carrière aüee*) door in 1870 dienst te nemen in het leger. Iii 1883 werd hij advocaat-generaal, en twee jaar later procureur-generaal. Het schitterendste oogenblik in zijn carnèie was toen hij als regeerings-commissans bij net Hoog Gerechtshof, gekozen uit den Senaat, requisitoir nam tegen Boulanger, Rochefort e.i Dillon. Minder eer bracht hem zijn werkzaam heid in het Panama-proces. Men verweet hem dat hij opzettelijk, om bepaalde personen te sparen, zekere delicten had laten verjaren. In de Kamer werd een afkeurende motie aange nomen, die in de eerste plaats op hem sloeg; Quesnay de Beaurepaire vroeg en verkreeg een disciplinair onderzoek en werd vrijgesproken. Hg werd toen voorzitter van de burgerlijke kamer van het Hof van Cassatie. Thans gaat De^eaurepaire, die ovei een wel versaeden pen beschikt, zich waarscl'jnlijk aan de politiek wijden. Reeds als magistraat heeft hg verlof gevraagd om aan de s Matin" te mogen medewerken, doch Trarieux, toen minister van justitie, keurde dit af. Zgn orgaan zal thans zijn de Echo de Paris". Quesnay de Beaurepaire deelde dit zelf aan een redacteur der «Temps*' mede die hem kwam DOOR IDA BOY-ED. 8) Met bange voorgevoelens hadi Charlotte het telegram ontvangen, dat rijn. komst wegens ge wichtige aangelegenheden meldde. In lieivigan strijd was het eerste uur van hun samenzijn voorbijgegaan. Maar thans traden rij naast el kaar vreedzaam pratend bet groot© vertr'ek op en neeir, terwijl buiten de nriddagzon do sporen wan een, plotseling omweder droogde. Hel viel het licht in de kamer. „Zie gindls die bergen schoon rijn in de schaduw; in het Vintschgauer dal rijn nog :gele j zonnestrepen kom," zea.de Guy en hij Sliet Charlotte's arm los. Wijd gooide hij d» deuren open en trad naar buiten op het balkon. De witte muren! baadden rich in licht, aan de ranken van heb klimop, dat van het balkon afhing, parelden de schitterende regendroppels nog.- De lucht was rein en versterkend. Zwartgroen rezen dé bergwanden in de verte op, uitloopera van het OrtJergébergte aan de eene rijde en van de Oetsbhaler Alpen aan de andere; daartus- schen sfcroomdlen in het Yinbschgaudal de schui mende Etsch. De bonte plek, door de huizen van Meran in het dal gevormd, verborg de samenvloeiing der Etsch met de van het Noorden, uit heb Pas- seierdal komende Passer; maar breed en on- vragen of de mededeelingen in genoemd blad juist waren. De oud-magistraat beantwoordde die vraag bevestigend en zeide de «Echo de Paris" te hebben gekozen als zgn orgaan, omdat dit blad gelezen wordt door «onze dierbare offi cieren die ik zoo gaarne wil verdedigen en wreken". En hg voegde er bij: Wat zullen zij gele den hebben sedert twee maanden! En toch heeft geen van hen, van den onderluitenant tot den generaal toe, den mond geopend. Ik had hea reeds lief, maur nu bewonder ik hen." Hij kondigde nog in hetzelfde blad aan den tekst zijner verklaring voor den eersie-president van het Hof, van zijn aanvullende verklaring, meer betrekking hebbende op den lieer Loew, en een antwoord, door hem voor beslissend gehouden, op de officieuse nota van GJanuasi, die de volkomen rechtvaardiging van den raads heer Bard bedoelde. Inmiddels publiceert Havas over deze quaestie een officieuse nota van dezen inhoud «In tegenstelling met hetgeen beweerd wordt, heeft de minister van justitie Lebret geen onder houd gehad met den heer Quesnay de Beaure paire, aftredend voorzitter der burgerlijke kamer, en niets kon hem doen vermoeden dat de laatste zou besluiten ziju ontslag te nemen. «De minister van justitie heeft zich er toe bepaald den eerste-voorzitte." van het Hof van Cassatie uit te noodigen, een onderzoek in te stellen naar het incident Bard-Picquart, waar mede hij door de bladen bekend was. «De heer Mazeau, eerste-voorzitter van het Hof, vroeg toen den heer Ques«ay de Beaure paire zich te verklaren. De voorzitter der burgerlijke Kamer zond ^daarop eeu schriftelijke verklaring, waaruit-'bVgkt dat het incident-Bard verwiongen is, maar waarin de heer Q deB. tevens de aandacht van den eerste-president vestigt op andere feiten. «De minister van justitie, daarvan in kennis gesteld, droeg den heer Mazeau toen op, zgn aanvankelijk onderzoek aan te vullen. De eerste- voorzitter kweet zich van die opdracht, en deelde een week later den minister van justitie het resultaat zijner nasporingen mede." De nota zegt dat de minister zich voorbe houdt de resultaten van beide enquêtes aan de Kamer mede te deelen, waaraan hij alleen meent rekenschap te moeten geven van de ver schillende phasen der incidenten die De Beaure- paire's aftreden ten gevolge hebben gehad. Voorts noemt de nota de bewering van een der bladen onjuist als zou Quesnay de Beaure- paire's aftreden als voorzitter de civiele Kamer niet in zich sluiten zijn ontslag als raadsheer. In de couloirs der Kamer was het gisteren reeds zeer druk en werd het incident-Quesnay de Beaurepaire levendig besproken. Men was het er over eens dat volgens het reglement geen interpellatie kan plaatsvinden, zoolang het bureau der Kamer niet gekozen is, en aange- stuimig zag men daarna de Etssh, dae> een scherpe kromming had gemaakt, in zuidelijke richting naar Bozen stroomen. De op een reus- achtdgen neus gelijkende Ganbhofel, die tot liet Mendelgebergte behoort, sloot naar het Zuiden het uitzicht af. Maar beneden, opklimmend tegen die berg helling aan d'eee rijde, lagen de huizen van O bermais, roodbont en aan vroolijka, kleurige vlekken gelijk. In verrukking over het toch zoo dikwijls ge zien© schouwspel breidde Guy do armen uit. Het was of men met deze lucht leven en zalig heid inademde. Het was of zij kracht schonk; zij werkte op hem in als een tooveidrank die jeugd schenkt. Luiheid, ongeluk, twijfel, dat alles werd er door weggevaagd. De lucht nood do tot werkzaamheid en vreugde. „O God, hoe schoonsprak hij. „Kom hier, Charlotte!" Zij kwam naast hem staan. En toen riep hij uit: „Wat zal Martinai wel zeggen, als wij haar dit schouwspel laten zien." II. Die uitroep gaf Charlotte dadelijk weer het bewustzijn van hetgeen haar te voren veront rust had. Haar kwam Goethe's„als ik, liefste Lilly, je niet lief had," in de gedachte. Was dat niet een vast bewijs van liefde dat Guy van het hem zoo lang- bekende schoon© land schap opnieuw genoot bij.de gedachte dat de vrouw zijner liefde er eens met hem van zou genieten? zieu daarmede vermoedelijk twee zittingen ge moeid zijn, verwacht men dat de zaak eerst Vrijdag in de Kamer Ier sprak» -al komen. Le Provast de Launay zal m den Senaat interpelleeren. De tocht naar licht en waarheid wordt in alle stilte, maar onafgebroken voortgezet en weldra zal het Hof van Cassatie, naar men gelooft, gereed zgn met zijn onderzoek. Dan moeten de debatten over de zaak zelve een aanvang nemen. De eerste-president van het Hof, Mazeau, wil dan zelf als voorzitter der cnmineele kamer optreden; hij verwacht daar van een verzoenenden invloed. Gisteren is te Parijs het telegrafisch ant woord van Dreyfus ontvangen op de hem bij rogatoire commissie gestelde vraag over zijn beweerde bekentenis aan Lebrun-Renault op den dag zijner degradatie. Zooals te verwachten was, ontkent Dreyfus ooit eenige bekentenis te hebben afgelegd en betuigde hij andermaal zijn onschuld. De regeering heeft het telegram medegedeeld aan het Hof van Cassatie. v Een geheel andere mededeeling is die van een schrijven van Grosjean, rechter te Versail les, aan den minister van justitie. Giosjean verklaart onthullingen te kuonen doen over de zaak-Dieyfus en de personen die daarin betrok- keu zijn. De zaak komt hierop neer. Toen Picquart chef van den spionnage-dienst was, zou hij in vereeniging met een geheim agent een spionnage-zaak hebben verzonnen die tot de arrestatie van een meer onvoorzichtig dan schuldig persoon zou hebben geleid. Zijn zaak werd behandeld te Belfort en hg werd op eenige door Picquart gezonden stuk ken, waarvan noch de beklaagde noch de ver dediger kennis mocht nemen, veroordeeld. De man zou nog gevangen zitten; hij zou vaak aan den directeur der gevangenis administratie en aan den minister hebben gesrih"n, zonder ooit antwoord te krijgen. Wat de geheime stukken betrei deze zou den berusten ter -riffie te Belfort, tvwijl het ministerie van oorlog er afschriften »an heet te bezitten. Grosjean staaft zijn aantijging, blijkbaar de inleiding eener nieuwe campagne tegen Picquart, door geen enkel bewijs. «emengde Alcdcdecllrcgen. Naar de «Polit. Corr." uit Rome verneemt, wordt in welonderrichte kringen aldaar beves tigd dat het proces-verbaal der conferentie tegen het anarchisme door Engeiand niet is geteekend. Zondag hield de «Royalistische Jeugd" te Parijs haar jaarlijkse!) koningsfeest, dat door tal van royalisten werd bggewoond. Rouillet voerde het woord. De Republiek leidde volgens hem tot anarchie, waarvan de Zwijgend stond Charlotte naast Guy, evenals hij met do armen leunende op de balustrade der veranda en de uitgestrekte handen, gevou wen. Zoo kdken rij lang naar het tooned dat de natuur hun aanbood. Vreemda schaduwen kropen, op uit het dal; tegen de berghelling op, naar hen toe. Het wa ren schaduw van. spitsen kegelvorm en met breede punten, de reusachtige, van,wrongen sil houetten der bergen, waarachter de zon neer daalde, vcor haar stralen, nog don weg door dalen, kloven en scheuren vindend. En opeens stierf heb licht op den vitten muur weg, en de veranda met haar Idimiop- rankeu lag in een blauwige sdhadiuw, die rich nu ook over Charlotte's 'huis had opgewerkt. Tegelijk ging een voelbare koud'e ademtocht door de atmosfeer. Achter de twee meuschen, die nog altijd zwij gend voor rich uitkeken, was iemand' bezig met Hcht gedruisch. Ook vloeide een stroom warm rood licht uit de open deur naar buiten in d'e waizige schemering. Charlotte 'beerde zich om. „De thee," zeide zij en ging naar binnen. Guy volgde haar, trok met hxuselij'k© zorg de dikke zijden gordijnen voor de gesloten glazen deuren toe, ging evenzoo te werk met da gor dijnen voor de vensters rechts en links van de dfeur en vlijde rich toen neer in een leunstoel bij de tafel. Stralend van geluk en welbahaaglijkhedd. keek hij op rijn geanak toe, hoe Charlotte de tihee voor hem gereed maakte. Als hij terugkwam. zaak-Dreyfus slechts liet voorspel was. De eenige bestaanbare regeering was de monarchie. In denzelfdeo geest was een adres van hulde gesteld, dat aan den hertog van Orleans werd gezonden, den «zoon van Frankrijk", die alleen de het Fransche vaderland berokkende schade kon wreken. Max Regis is te Algiers teruggekeerd en als een held door de anti-semieten ontvangen. Zijn burgemeesterschap is hem ontnomen. Te Brest is een betooging gehouden ter eere van generaal Dodds, dec held van Dahomey, b ij diens vei trek naar Parijs, waar hg zal op treden als adjunct-inspecteur-generaal der marine. Aan de «National-Liberale Corresp," wordt van welonderrichte zijde geschreven dat de Bondsraad geneigd is art. 2 der Jezuïetenwet op te heffen, velgens welk aitikel buitenland- sche Jezuïeten uit liet land gezet en de vrijheid van verblijf van Duitsche leden der orde be perkt kan worden. Het grondbeginsel der wet, n.L het verbod van ordehuizen in Duitschland, zou gehand haafd blijven. Keizer Wilhelm bracht Zondag een bezoek van een uur aan den Franschen gezant, vol gens sommigen met een politiek doel, volgens anderen alleen uit beleefdheid om te bedanken voor de belangstelling van president Faure in 's Keizers gezondheids toestand. Gisteren woonde de Keizer de huwelijks voltrekking bij van de dochter van den Oosten- rijksehe gezant, graaf von Szögyeny-Marieh. De welwillende en vriendelijke toon van keizer Wühelm's antwoord op den uieuwjaars- wensch van het Berlijnsche gemeentebestuur, die het onmogelijk maakt van ontstemdheid des Keizers te spreken, maakt het uitblijven der bekrachtiging van Kirchner's verkiezing tot eerste-burgemeester nog onverklaarbaarder. Men schrijft Kirchner het voornemen toe, zich uit den gemeentelijken dienst terug te trekken. Den 16den dezer wordt de zitting van de Pruisischen Landdag geopend. Zondag is te Berlijn aan de stations de «Figaro" van 3 Januari in beslag genomen wegens de reproductie van een teekening uit het Amerikaansche humoristische blad «Puck" die een beleedigende en onbehoorlijke carica- tuur van den persoon des Keizers is. Te Metz heeft de eerste luitenant Schlikmann in een duel zijn tegenstander, den zoon van den meelfabrikant Tillemant, doodgeschoten. Zeer alarmeerend klinken de berichten van den correspondent der «Times" te Sebastopol, die een reis van twee maanden door Euro- peesch Rusland heeft gemaakt. Op de scheeps werven wordt met koortsachtige haast gewerkt, scheen het haar altijd toe dat hij nooit, geen uur lang, van haar weg was geweest. Het vertrek, dat men wel een. zatai kou noe men, werd door de salonlamp maar matig ver licht. Het was juist de goede belichting voor al die kostelijke oude meubelen, waarmede de1 zaal was gestoffeerd. Op de kameribaak langs den wand en op de gebeeldhouwde stoelen la gen kussens in zachte, verbleekte Meuren. Aam do bruine balkeuzoldering hing een kroon van onid-Yenetiaanscb kristal. Aan de met donker groene tapijten bekleede wanden liingea oude schilderijen, wapens en schilden. De gordijnen waren zwaar en verschoten; de stof geleek die van oude kerkgawadén. „Zeg," zei Guy, „ik heb altijd weer pleirier in al dien mooien rommel, en jij pakt er zoo goed bij met je trotsche houding en in je don kergroen fluwéelen japon." „Ja, het zijn mooie dingen," gaf Charlotte toe. „Het was gelukkig dat Baumeister's mama dat alles gekocht heeft toen niemand nog noti tie nam van al die in Tirol verborgen schatten. Tegenwoordig zou het veel te duur rijn, die dingen te verzamelen." „Kan er voor de echtgenoot© van Konrad; Peter Baumeister wel iets te dHiur rijn?" •vroeg hij. „Héb je dan soms den indruk gekregen dat wij onbeperkt al onze weasdhen kunnen bevre digen?" vroeg Charlotte terug, terwijl rij Guy nog een kop thee bracht. Hij nam bij wijze van dank haar hand, kuste die en liefkoosde ze even. Wordt vervolgd ij f' i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1