K!
li I
F
1'
*p52ste jaargang,
Vrijdag 13 Januari 1899.
N°. 9832,
Tweede Blad.
P,
n,
M'f
Siii
hik-
Nl
iülS:
fl
IJl
lil
f;
"S,
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
üITGEVERT H. J. aÜÖELANTS.
BINNENLAND.
KY,
,s.
■c1.
xn'%
•rf*
DE POOLSTER,
r' 11
f-
1
WK
f*
f 1 fe
ril
y
ijpMnnBOusTSPEwi TO»i Schiedam, pet kwartaal f 9.90
omliggende plaatsen, p. kwart - 1.05
franco pei poit, p. kwartaal. - 1.30
Afeonderlijke nommew- 0.02
BUREAUBOTERSTRAAT 70, Telephoon !ïo. 133.
ABTBETBNïtRPEMs: van 1—5 gewone regels met inbe
grip van eene Courantj 0.52
Iedere gowone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
ken.
ien,
van
na,
'hee
'der
;en„
De Koninginnen.
Hare Majesteit de Koningin en. Hars Majes
teit de Koningin-Moeder woonden! gisteravond',
van den aanvang af, het ConcerUDiligentia bij.
Dit is de eerste maal, dat Ha,re Majesteiten, ge-
durendte dit winterseizoen eene uitvoering met
hare tegenwoordigheid vereere®
De lieer Harold! Bauer, uit Parijs (piano),
f had veel succes.
tandljouvrloterljeu.
De minister van financiëu heeft in overleg
met zijn ambtgenoot voor binnenlandsche zaken,
aan de commissarissen der Koningin de volgende
aanschrijving gezonden:
Met het oog op de plaats gehad hebbende
concentratie der landbouwbelangen bij het depar-
tement van binnenlandsche zaken, heb ik mijn
ambtgenoot aan dat departement geraadpleegd
omtrent het toestaan van loterijen, verbonden
aan markten en tentoonstellingen van paarden,
vee en landbouwartikelen. Mijn ambtgenoot
heelt daarop geantwoord, dat naar zijn oordeel
er alleen dan termen bestaan om voor dergelijke
loterijen vergunning te verleenen, wanneer er
inderdaad bijzondere omstandigheden aanwezig
z'U'n.
Als zoodanig zoude niet in aanmeiking komen
het feit, dat de bewuste markten slechts door
verloting in stand zijn te houden. In dat geval
toch blijken die instellingen de noodige levens
vatbaarheid te missen en zouden zij, althans
uit een landbouwoogpunt zonder bezwaar op
geheven kunnen worden. Waar het intusschen
nieuwe markten geldt en deze, ook al voorzien
zij in een bepaalde behoefte, toch in den aanvang
vaak nog weinig bezoekers trekken en zonder
kunstmiddelen allicht zouden verloopen, bestaan
er bij mijn ambtgenoot geen bedenkingen, dat
daaraan, ten hoogste voor de eerste vier malen,
verlotingen worden verbanden.
Ter voorkoming van misbruik wordt het echter
aanbevelenswaardig geacht, dat bij eventueele
vergunningen in ieder geval de navolgende
voorwaarden worden gesteld
lo. dat geen andere zaken verloot worden dan
eenhoevige en herkauwende dieren en varkens,
alsmede voorwerpen, welke voor gebruik in het
land- of tuinbouwbedrijf zijn te bezigen;
2o. dat de sub 1 bedoelde zaken worden aange
kocht op de markt of de tentoonstelling
3o. dat de geconcessioneerde binnen een
zekeren tijd na afloop der uitloting een verslag,
vergezeld van alle bewijsstukken van uitgaaf',
inzende aan den betrokken commissaris der
Koningin.
NA.AR
ARCADIÜS PRESS.
Een knaap besloot zijn ouderlijke woning te
verlalten.
Treurig voelde hij zich in zijn vaders huis.
Zijn moedeir stierf toen hij nog klem was en
zijn stiefmoeder schold en twistte den ganschen
dag. Nauwelijks had zijn vader het huis verlar
ten, of zij begon den knaap te sarren. Nooit
kon hij in haar oogen iets goeds doen, niet
zelden dat zij den armen wees mishandelde.
De knaap werd grooter. Zijn vuisten werden
grooter en krachtiger, met één slag sloeg hij
den bodem uit een vat, de stiefmoeder dhrf-
•de hem niet meer slaan, maar plaagde hem op
andere wijze. Woedend maakte haar de kalmte
van den knaap. De vader was vissoher en zwierf
weken, soms maanden lang op zee. Dan bleef
de zoon alleen met zijn stiefmoeder, zat gansehe
dagen stil in een hoekje te lazen.
„Je voert niets uit, voor deugniet groeit ge
op", verweet zijn moeder. De knaap sloot zijn
hoek, verborg het in zijn jas en verliet kalm
de hut.
Dit maakte de stiefmoeder woedend.
Toen haar man terugkwam, klaagde zij over
zijn zoon, „hij was lui, deugde voor niets, zat
dag aan dag te lezen".
De vader riep zijn zoon en sprak hem aldus
aan:
„Wilt gij een ambacht leeien uit db boaken
Laat dat niet weer gebeuren."
Seidert dat oogenbl'ik sloop de knaap naar een
verlaten barkas, en verschool zich cum zijn ge
liefkoosde lectuur voort te zetten. Toen zijn va
lk kan mij met het gevoelen van mijn ambt
genoot geheel vereenigen en verzoek mitsdien
UHEG. om, bij eventueele berichten op rekesten
om vergunning tot het houden van vei lolingen
van bedoelden aard, met het vorenstaande
rekening te houden.
E Kindcrlenf
Dezer dageu overleed op zijn buitengoed „De
Hoornhoeg" nafbij Hilversum, de heer E. Ki-
derlen.
Hij werd geboren in 1824 te Amsterdam en
vertrok op 18-jarigen leeftijd naar Leipzig, waar
hij op de Technische Hochsohule zijn studies
volbracht. Op 23-jarigou leeftijd was hij in Bre
men en nam daar voor liet eerst dteel met „de
Emma" aan hurdle- en flat-races, en won cm dei-
meer de Damen-preis, bestaande uit een zilveren
beker.
In Holland terug gekomen, richtte hij met
Ma® us Crcmnielin een soort renvereeniging op
en reed als amateur mee te Zamdvoorfc, Scheve-
ningen en Laren. Als vice-consul van Wurtom-
bers werd hij op 27-jarigen leeftijd gedecoreerd
mot de Fredmks-crd'e van Wurtemberg, voor
het persoonlijk verschaffen van levensmiddelen
en aan boord brengen op oen schip in quaran
taine, waarop cholera was uitgebroken en waar
Wurtamhergsche landverhuizers aan boord wa
ren.
In 1860 stichtte hij in Delftshaven een. fa
briek en kan hij zonder tegenspraak beschouwd
worden als de grondvester van de spiritusnijver-
heid m Nederland op fabriekrnatigen weg.
In Delftshaven was hij lid van dan gemeente
raad en preadent van de Kamer van Koophan
del en Fabrieken. Toen Delftshaven bij/ Rotter
dam werd ingelijfd, werd hij lid van den ge
meenteraad in Rotterdlam en. lid van do com
missie van toezicht op de waterleiding dier ge
meente. In 1890 trok hij zicli uit zijn' zaken te
rug, na diazo fabriek tot oen naamlooze ven
nootschap te hebben omgewerkt. Sedert 1893
rustte hij uit van zijn werkzaam levon op „Do
Hcornboeg".
Hij had aldaar grond afgestaan aan d© jacht-
vereeniging „Nimrod" voor dten aanleg van oen
fraaie schietbaan. Hij was voorzitter der Hil-
versumsche afdoening van „Nimrod'".
Johanna tan Wonde.
In »De Hollandsehe Lelie" deelt mevrouw
Yan WermeskerkenJunius een en ander mede,
hoe zij er toe kwam novellen te gaan schrijven.
Wij ontleenen daaraan het volgende
»Ik ging vroeg te bed, en stond vroeg op, en
met mijn deur op slot zat ik dan 's morgens te
pennen. Mijn eerste novelle schreef ik in zomer
tijd, en kon in de donkerste wintermaanden
niet voortgaan. Ik heb nog een zeer oud ver-
dor vernam dab zijn woorden geen indruk had
den gemaakt, besloot hij zijn zoon mede ter
vischvangst te nemen.
Daar aanschouwde de knaap voor den eersten
keer de onafzienbare vlakten van het Noorden,
waar d'e verblindend witte sneeuw schittert on
der de zonnestralen en de poolvos, sluipend over
d'e witte sneeuwmassa mot langen slingerendein
staart zich heenspcedt, bevreesd voor de scher
pe oogen van dten jager. Hij zalg do Samojeden,
gehuld in berenvellen ter jacht gaan, aan
schouwde den schoonen ondergang d'er zon,
waardoor de aarde schijnt getint met een pur
perrood, en de sneeuw overgoten met alle kleu
ren van den regenboog. Hij bewonderde de veie
schoone plekken van zijn geboorteland eu ia
zijn jonge ziel ontwaakte een gevoel van ver-
ecring voor de natuur, dat zich voor de eerste
maal uitte in een lied.
Zij voeren over de IJszee door een gordijn
van dreigende nevelen, langs hemelhoog© rot
sen waartegen, de golven braken met oorverdoo-
vend geraas, om eindelijk het anker te werpen
aan een der ankerplaatsen, waar sombere kleine
hutten huisvesting boden aan de lovende®, en
sombere kruisen aantoonden de plaatsen der
dooden. Yan daaruit gingen zij op de vangst
van kabeljauw en zeerobben.
Niet zelden, werden zij door ijsschorsen voort
gedreven naar ombekende eilanden, vanwaar zij
zich met moeite in hunne stevige bootjes kou-
den redden, niet zelden slaakte de knaap een
lioimelijken zuciht, wanneer hij plotseling van
uit den dichten nevel een ijsschots zag nader-
drijveu, waarop een groote ijsbeer lag, zijn lqgge
pooien afhangend in 't water. Aan don horizon
schibterde het Noorderlicht, raadselachtig, ver
wisselend van Ideur, beschijnend ©n zee en aar
de mot wondervolle kleurenpracht.
jaardag album, waarin op 18 Januari slaat ge
noteerd
Vandaag novelle hervat. Om zeven uur dag."
Ik was zoo bang mijn geheim te verraden,
dat ik om lamp of kachel niet had durven vra
gen, ik, op één na de jongste van een groot
gezin. Als ze 't wisten, wat zouden ze me pla
gen
En daar zat ik, een wollen deken over de
knieën, handschoenen aan en een doek om de
schouders, te pennen, te pennen tot het ont-
bijtuur sloeg en dan kwam ik met een leuk
gezicht, of ik pas op was, aan tafel met mijn
mooi geheimpje als een schat in mijn hart.
Kon ik het redden met mijne huishoudelijke
plichten, dan verdween ik ook nog na het
ontbijt.
sWat doe je toch altijd op je kamer?" was
moeders telkens herhanlde bezorgde vraag. liet
geheimpje kwam er uit, voor haar alleenen
toen snorde er in een ommezien een kachel.
Eindelijk was mijn eerste novelle af. Als
norn de plume koos ik Bella, welken naam ik
pas in een roman had aangetroffen, en waarmee
ik erg ingenomen was. En toen, quasi dood-
onveischiilig, bracht ik aan de thee in schemer
donker zoo eens het gesprek op de eerste slap
pen, door mijne oudere zuster op den weg der
kunst gedaan in den tijd. dien ik op kostschool
dooi bracht.
sAls je nu wat klaar hebt, zoo, voor't eeist,
zie je boe moet je't dan eigenlijk in een
tijdschrift krijgen
s Wel, kind, dan stuur je "tnaar de redac
teurs van Nederland of Europa".
Wie zijn dat?" (met kloppend hart).
Ur. Jan ten Bi ink is redacteur van Nederland."
*Waar woont hij?"
i>Ia den Haag."
ïWaai
5>l)at weet ik niet, maar dat doet er ook niet
toe. Hij is bekend genoeg."
Ik sloop stil weg en noteerde naam en adres,
mij toen nog zoo nieuw en vreemd, en den vol
genden dag ging mijn werk weg, nadat ik een
intieme vriendin op een kostschool te Haarlem
had verzocht het antwoord van dr. Jan ten
Brink voor mij te ontvangen en het mij dan ten
spoedigste op te zenden.
Er kwam nietsde ééne dag ging voorbij
na den anderen, tot er veertien waien wegge
kropen. Toen hield ik het niet meer uit en
schreef opnieuw, want ik vreesde, dat mijn
werk door gemis aan nauwkeurig adres was
weggeraakt. 0»k meldde ik deze nieuwe poging
aan de bewuste vriendin.
Per ommegaande stuurde zjj een brief, van
dl*. Jan ten Brink een dag of tien geleden door
haar ontvangen, maar veigeten in den zak van
een weinig gedragen japon.
Tegelijk kwam er een nieuwe en nog uitvoe-
Hom bracht dit raadselachtige verschijnsel in.
groote vervoering. Ure® lang kon. hij zich, in
gepeins verzonken, in de boot over het waiter
laten glijden; do hemd meb de sterren, de zee
met da ïjssohoiLsen, de aarde met liare ratsen,
dit alles hield hem bezalg, in alles trachtte hij
d'e natuur te verstaan, haar leven an haar
kracht.
Toon hij in zijn geboorteplaats was terugge
keerd, begon liet vroegere loven van voren af
aan. Hij trok zich terug, ontliep do mensahen.
De twee Russische hoeken welke hij. beaat
(d'e granunaire van Cmotribska. en een reken
boek) kende hij reeds lang van buiten; toen
besloot hij heimelijk het huis te verlaten, om
zich naar Moskou te begeven, waar hij wilde be
proeven Laifcijnsohe lessen te nemen.
De huisgenooten waren in rust verzonken.
De knaap kleedde zich aan. sloeg een schaaps
vel om, nam een stuk brood en gedroogde vïsch,
bad en begaf zich op weg.
De lucht was helder en de sterren, fonkelden
als tallooze raadselachtige oogen. Na een eind-
weegs te hebben afgelegd, keerde hij zich oan,
om een laatste® blik op zijn geboorteplaats te
werpen en voor altijd afscheid van haar te
ncanen
Hij wist dat een avond te voren een kara
vaan met visck naar Moskou was vertrokken,
die hij nu hoopte in te lialen. Na zoo snel mo
gelijk eenige wersten te hebben afgelegd, be
vond hij zich plotseling te midden van, een
sneeuwwoeobijn. Doch hij was gewend aan ge
varen en vreesde de eenzaamheid niet. Zoo hep
hij een ganschen nacht door. Den avond van
dien dag kwam bij een Samojede op zijn last
dier tegende Samojede nam hern ir\ a naar
een heel klein dorpje. Na daar te hebben over
nacht, vervolgde hij opnieuw zijn reis; den
riger brief van <lr. Ten Brink, vol welwillende
bemoediging en raad. Den eersten van zijn hand
laat ik hier volgen
Mejuffrouw
Uw opstel schijnt mij zeer lief geschreven.
Ge kunt gei ust met uw proefnemingen voortgaan.
Ik hoop het stuk in November of December
te plaatsen. De prijs voor 1G pagirmas druks is
f lü. Als bet verschenen is kunt u er over be
schikken, na vooraf het advies van den uitgever
Lomau te hebben ingeroepen.
Een ding spreekt van zelf, de redactie moet
uw naam kennen, dat is vaste regel. Maar ge
behoeft u daarom niet bevreesd te maken voor
luclitbaai heid. De redactie heeft meer geheimen
en is diskreet.
Dit verzekert u op de eenvoudigste wijze
Uw dienstvaardige
Jan tkn Brink.
Ik was er zóó rijk en gelukkig mede en was
dr. Jan ten Brink zóó dankbaar, dat ik een
diepe vereering voor hem opvatte en hem ook
om zijn portret vroeg, wal mij werd toege
zonden en door mij zoigvuldig is be waai d. Ik
heb nooit iiet genoegen gehad hem te ont
moeten, maar het is deze welwillendheid ge
weest, die mij toen ik zelf de hoogte had
bereikt, wanneer men door beginstprtjes om
raad wordt gevraagd, altijd weer in liet geheu
gen is gekomen en mij een diijfveer is gebleven
beginstei tjes welwillend te antwoorden en te
raden.
Mijn tweede novelle ging naar don redacteur
van Europa, den heer Vari dor Noorda, kort
daarna overleden. Zijn antwoord begon met
sVeelbelovende mejuffrouw Bella en de novel
len werd aangenomendergelijke zaakjes geven
moed, zoodat ik al spoedig aan een roman begon.
Maar ik veranderde toen mijn nom de plume
want een neef vari mij, adelborst, bij ons
logeerend, kwam achter mijn geheim en plaagde
mij aanhoudend met aBelia", de Schoone. Nu
dat had ik er volstrekt niet mee bedoeld en
zonder eenig zeifvei trouwen zijnde, vond ik toen
dien naam ook dwaas en vreesde dat anderen
er die beteekenis ook in zouden zien. Toen
bedacht ik als nom de plume voor mijn roman
een opzettelijk heel eenvoudig, gewoon burger
lijk naampjeJohanna van Wonde, waaronder
ik nog schrijf,"
De geschiedenis op <le H. B. S.
In een vergadering van leeraren in1 geschiede
nis aan Hoogere Burgerscholen mot vijf- en mot
driejarigen cursus, welke 28 December va® het
vorige jaar t© Utrecht, werd gehoudien, e® waar
van liet verslag thans is openbaar gemaakt,
zijn o. a. de volgend© conclusie® genomen
a. De vergadering van leeraren in geschiede
nis aan Hooger© Burgerscholen mot vijf- e® met
di-is-jarigen cursus, gehoord de op heden, 28
avond van den tweeden dag nuttigde hij zijn
laatste stuk brood, nog had liij de karavaan
niet ingehaald.
Toen trilde het in 't hart van dten jongan
reiziger, maar dapper stapt© hij den derd'en
dag door. Des avonds, toen de zon, met hol
ronde strepen de lucht vervullend, ter ruste
ging, begon hij zich hongerig te gevoelen. Daar
stonden eenige kraaien met den snavel dte
sneeuw te omwoelen, als verwachtten ze van
onder dat sneeuwtapijt een rijken maaltijd.
Alles, de gansdhe omgeving deed hot gevoel van
honger verlevendigen.
Do nacht brak aan.
De wind bracht van. uit de verte dichte grijze
wolken moe, die zich caudelija in sneeuwvlokken
ontlastten. Zij warrelden in overmoedige vaart,
door den sterken wind veroorzaakt, naar benen
den. en deden deti reiziger heb spoor uit liet
oog verliezen. De krachten begaven hem
honger greep hem aan, zijn hoofd gloeide als
vuur
Ilij viol op do knieën
Hoog boven licm schitterde de Poolster. Hij
Icon geen geluid uitbrengen, maar m gedachten
bad hij God, dat Hij zijn zid tot Zich zou ne
men, de wind tierde rondom hem, doch de Pool
ster stond daar kalm en helder aan den hemel.
Plotseling schemei de in zijn nabijheid een
lichtje on weerklonken schelletjes, dat was de
karavaan. De reizigers gaven hem voedsel...
Dit alles is al lang geleden, doch de naam
van Michael Wassiljewitsch Lomonnossof, den
bekenden Russische® schrijver en dichter, leeft
voort tot in ven© gewesten.
i Ui£
IF
1 »1s
•jeP