52"'" jaargang.
Zaterdag 14 Januari 1899.
N°. 9833.
Strijdige Werelden.
m
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
Kennisgeving.
XHTGEVErTh. J. RÖELANTS.
BUITËXLAm
AMjrantUTBPSin tmSchiedam, por kwut&ai 10.90
omliggende plaatwn, p. kwart >1.05
franco pet post, p. kwutaaL - 1.80
Afzonderlijke Hommers- 0.02
BERGAC: BOTER STRAAT ffO, Telephoon Ie. 123.
Adwretbhthpeijb: van 1—5 gewone regels met inbe
grip van eene Contantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Inrichtingen welhc gevaar, schade ot
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet;
Geven kennis aan de ingezetenen dat op heden aan
J. BAX en zijne rechtverkrijgenden vergunning ver
leend is tot oprichting van een slachterij in het
pand aan het Broersveld no. 117s, kadaster sectie B,
110. 1580.
Schiedam, den 12d en Januari 1899.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
Be secretaris
VERNÈDK.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 13 Januari '99.
In do zitting der Fransch© Kamer van gis
teren is de qnaestie-Quesnay de Beaurepaire ter
sprake gekomen1, onmiddellijk nadat d© herko
zen voorzitter Deschancl zijn ambt aanvaard
had.
Deschanel hield voor een voll© zaal en dicht-
gevulde tribunes een toespraak, waarin hij uit
eenzette d'at de president onpartijdig en verzoe
nend moet optreden, niet alleen in de zittingen,
in den loop der debatten, maar iederen dag en
ieder uur die taak bekoort voort te zetten door
als het ware mannen tot elkaar te brengen die
elkaar bestrijden, en die elkaar dikwijls alleen
bestrijden omdat zij elkaar niet kennen.
De voorzitter betoogde voorts dat Frankrijk
zoowel het leger als de rechtspraak hef heeft.
Hij wees op het gevaar van inwendige twisten
en deed een beroep op de kalmte dbr afgevaar
digden, zoodat men het vredeswerk van 1900
zal kunnen voortzetten. Deschanel eindigdie on
der luide toejuichingen met een toost op vrij
heid en gerechtigheid.
Er waren interpellaties ingekomen van Mil
levoye, Breton, Baudry d'Asson en Massabuau.
De minister-president Dupuy vroeg de onmid
dellijke behandeling, waartoe de Kamer_ besloot,
terwijl op verzoek van Lebret, den minister van
justitie, ook de vraag die Lazies aan de regee
ring wildb stelen, tegelijk aan de orde werd
gesteld.
Millevoye Kreeg nu het woord om, zooals hij
zeide, geen redevoering, maar een reeks van vra-
gen tot de regeering te richten. Onder levendige
protesten sprak hij over de ontroering die De
Beaurepaire's beschuldigingen tegen, zekere
rechterlijke ambtenaren hadden gewekt; hij
achtte een onderzoek dringend noodig.
Op verschillende banken wordt reeds om slui
ting vam het dabat geroepen. Een oogeniblik is
DOOR
IDA BOY-ED.
11).
Charlotte knikte, aog met den zakdoek voor
het gelaat.
Hij ging voort.
„De vader heaffc vier duizend mark salaris
en geeft daarvan ook een deel voor db huis
houding. De moeder heeft nog geen vijf duizend
en groote uitgaven voor haar toiletten. Weet
je, negen duizend mark voor ©en paar toon.ee-
listan te Berlijn dat is zeer weinig. Op zij
leggen, hebben de Kalkowski's in geen geval
kunnen dom. Martina, is het bescheid#®, ge
woon. En zijn) bescheidenheid, spaarzaamheid,
tevredenheid ook niet een bruidschat V' vroeg
Ihij, terwijl hij liafkoozend Charlotte's wangen
streelde.
Zij wilde hem een genoegen, doen. Hij zou
'zien dat haar wil goed was. Daarom iseddo zij,
al was haar hart ook beklemd
„Zeker. Vaak een betere dan geld."
„Zie je wel!" zeide hij verheugd.
Zijn heimelijke onzekerheid was zóó groot,
dat hij het geringste blijk van vertrouwen in
Martina dankbaar aanvaardde.
„En dan heeft zij ook nog een broeder," ver
telde hij verder, op vroolijker toon, „dat is een
voudig een prachtige jongen; die Philip. Hij is
schilder zooals mijn vader ook was. Hij is zeer
bemind te Berlijn en verkeert in de beste krin
gen. Zondter nu bepaald' re©ds mode-succes te
er groote opschudding en staat de geheele zaal
op, omdat de beide anti-semieten Drumont en
Morinaud het te kwaad hebben met den socia
list Chauvière. De voorzitter weet evenwel de
orde te herstellen.
Millevoye zegt dat de linkerzijde niet d© ge
legenheid zal voorbij la,ten gaan voor licht en
gerechtigheidhij acht het onmogelijk met de
revisie voort te gaan onder de bestaande om
standigheden van pressie, onregelmatigheid, en
onwettigheid. (Protesten.)
Hij leest onder geschreeuw en toejuichingen
voor uit do „Echo de Paris". De zaal wordt
steeds rumoeriger; maar Millevoye gaat voort
met disciplinaire maatregelen te eisohen togen
de schuldigen. Hij noemt den naam van gene
raal Chanoine, en dlinkerzijde roept spot
tend': „Leve Chanoine
De redenaar verhangt dat de Kamer zal aan
wijs an hoe en door wie het onderzoek zal ge-
scb eden. Hij spicekt dan over de zaak-Picquart
en valt het Hof van Cassatie heftig aan, terwijl
hij do aantijgingen van Quesnay de Beaurepaire
aanhaalt.
Dit doet Lheritol ondier levendige toejuichin
gen van links uitroepen: „Ik ben evenzeer te
gen de revisie als gijmaar ik gevoel de diepste
verachting voor den lie«r De Beaurepaire." En
Pelletan voegde er, herinnerend aan de Pana-
ma-ziaak, bij„Hij is mat algemeen© stemmen
door de Kamer gebrandmerkt."
Millevoye eindigt zijn oratie. Hij keurt het
in dien procureur-generaal Manau af dat liij
conchisièn heeft genomen, voordat hij kennis
had gekregen van 'heb geheime dossier. Er moe
ten geen politieke rechters zijn. Het is de taak
van Kamer en regcering om de gemoederen tot
kalmte te brengen.
Nu beklimt de conservatief Lazies d© tribune.
Er moet geregeerd, de rust moet hersteld
worden, zegt itij, want het land heeft genoeg
van de zaak-Dreyfais. (Langdurig applaus van
alle banken.) Een eerlijk onderzoek behoort te
worden ingesteld. Het rapport van kapitein
Herqué, waarmede op last van den minister
Lebret geen rekening is gehouden, bevat nauw
keurige bijzonderheden. Kapitein Herqué is een
geloofwaardig man. (Gemompel van de uiterste
linkerzijde. Protesten van rechta en uit het cen
trum.) Ik constateer, gaat die redenaar voort,
dat men mompelt, wanneer ik spreek van de
eerlijkheid van een of tiaar. Loew, Bard en
Manau daarentegen zijn een drietal sohahnem.
Een geweldig rumoer ontstaat nu. Alle afge
vaardigden rijzen op van hun zetels. Men
schreeuwt: „Tot de orde!" De socialist Zévaès
roept uit: „Dat is anarchie!"
Nog aarzelt de voorzitter Deschanel of hij
den spreker tob de orde zal roepen. Maar de
minister-president Dupuy, met zijn scherp door
zicht terstond wetende wat hij doen, moet, ver
klaart dat de minister van justitie verontwaar
digt protest aan toekent tegen de woorden van
Lazios.
Daverend en langdurig applaus. Thans roept
Doscihanel den spreker tot de orde. Maar men
hebben gehad, staat 'lij toch geheel op eigen
boenen. Martina werd! ook door hem overal ge
ïntroduceerd. D© ouders hebben daarvoor geen
tijd,'
Charlotte zuchtte diep.
„Het is alleen maar anders, zoo geheel an
ders dan het moest gaan, en, als ik liet mij
altijd had! voorgesteld. Ik moet beproeven mij er
in te verplaatsen. Mijn plannen waren zoo gé-
heel anders."
„Beken, heb maar zeg!" zei Guy, terwijl
hij haar bij de schouders pakte en haar vroo-
lijlc in liet gelaat zag, „je had'b natuurlijk al
een meisje voor mij op t oog. Een rijke Haan-
burgsche? Een der dochters van je neef Voll-
rad? Of de Hollandsche nicht van je man? Heb
schiet mij nu plotseling in die gedachte dat je
in den laatsten tijd een erg drukke briefwis
seling onderhieldt met Salvatrix."
„Wie weet," gaf Charlotte te©, „of je niet op
Salvatrix verliefd zoult geworden zijn, wan
neer je lioar laadt lecren kennen. Ik kan je zeg
gen dat zij, toen zij in het voorjaar bij ons was,
zeer in den smaak is gevallen bij mij en Bau
meister en bij alle bekenden."
En de geheale Hamlwgsche familie zon ver
rukt zijn geweest, en zou mij definitief als lid
der familie hebben beschouwd, wanneer ik zoo'n
goede partij had! gedaan.' zei hij lachend, „tor-
wijl er nu wel moeilijkheden zullen zijn. Maar
db strijd zal mij aangenaam zijn."
Charlotte stond op.
„Onderschat dien niet," zeide zij ernstig.
„Het is een eigenaardige positie voor een trot-
sclien man, wanneer hij voortdurend d!e vrouw
aan zijn zijde moet verdedigen. Wanneer men
is daarmede niet tevreden; men roept om de
censuur, om verwijdering uit de> zaal. Ten slotte
wordt Lazies tot de orde geroepen. Als liij zijn
red© vervolgt, roept Gras uit„Wij walgen
van je."
Lazios vervolgt Uw aanvatten togen het te
ger wekken, de verontwaardiging van het land.
De strafkamer is vooringenomen. De campagne
vóór Dreyfus wordt door het buitenland ge
steund; liet geld komt over onze grenzen.
Op den eisch der linkerzijde om zijn beschul
digingen te precise:;ren en namen te noemen,
antwoordt Lakes met een weigering. Brisson,
wiens naam door Lazies was genoemd, protes
teert onder de toejuichingen van links.
Do radicaal Lagasse wil van zijn plaats af
spreken, maar wordt overschreeuwd.
Tlians komt de. minister van justitie op de
tribune.
Lebret verklaart als burger ineenbogen te
hebben, waaraan hij steeds trouw is gebleven
zijn eerste plicht is evenwel de magistratuur te
verdedigen. Er zijn bepaalde en geformuleerde
beschuldigingen tegen de magistratuur inge
bracht. De onderzoekingen, die daarover worden
ingesteld, waren ernstig en loyaal.
De minister spreekt dan over kapitein Her
qué die ook gehoord is. Herqué brengt eiken
avond rapport uit aan den gouverneur van Pa
rijs hij doet niets dan zijn plicht.
Volgens het rapport van kapitein. Herqué
werd Picquarb den 2 4 en December voor liet
Hof van Cassatie gebracht en. zender incident
naar de gevangenis terug gevoerd. Herqué had
gevraagd hoe liij Picquart moest noemenmen
had hem geantwoord Noem hom kolonel.
De minister leest een schrijven voor van pre
sident Loew, waarin deze zegt dat men altijd
correct en behoorlijk is opgetreden ten opzichte
der getuigen; men maakt spottende opmerkin
gen over de rum-groc en de botterhammen.
Maar Lebret vervolgt:
Ik heb De Beaurepaire uitgenoodigd zijn be
schuldigingen bepaald te omschrijven. Doch De
Beaurepaire weigerde dat, onder voorwmdisel
dab hij is afgetreden. Ik kan mij met bij deze
houding nederleggen- Het onderzoek zal geschie
den door den eerste-prerident van het Hof, bij
gestaan door twee raadsheeren.
Terwijl de minister na dfeaa hoogst belang
rijke verklaring de tribune verlaat, schreeuwt
de rechterzijde op een dreun om heb rapport
van Herqué.
Paul de Cassagnac beklimt de tribune. De
Lazies wil ondier geschreeuw naar dis minister
tafel doordringen; vijf deurwaarders beletten
dit. Odk Baudry d'Asson wordt door de deur
waarders teruggedrongen. De voorzitter D©-
schanel past onder luiden bijval op Lazies het
reglement toe.
Cassagnac verwijt Lebret dat hij hot rapport-
Herqué niet herik voorgelezen. (De ui beast© lin
kerzijde roopt: „Weg met Caesar!") De hou
ding der regecring is dubbelhartig. Ik ben. de
tegenstander der Republiek, zooals die door de
radicalen is gewerden, zegt hij.
zooveel moet vochten, dan heeft men tijd noch
lust om den akker van huiselijk geluk te bebou
wen".
„Maar vergeet ook niet dat er juist voor den
mau een groot© bekoring in schuilt, da onschul
dig verdacht© te beschermen, dat met zijn
eigenzinnigheid ook zijn liefde groeit," riep
hij uit.
„Daar eigenzinnigheid te vergelijken is met
broedkas-temperaluur, kan er alleen sprake zijn
van kunstmatigen en beperkten groei, die bij
den eersten stormvlaag die do glazen van den
serrewand verbrijzelt, overgaat in kwijnen."
„Met jou kom ik nooit Haar," zei hij.
En lachend riep zij uit„Ik ben nu eenmaal
Charlotte
Weer heerschto tusscken hen de oude pret
tige stemming. Schijnbaar zonder reden, maar
in, werkelijkheid, omdat zij zich bij iedere
woordenwisseling tallooze vroegere twistgesprek
ken herinnerden, waarbij zij zich. opgewekt en
scherp van goest haddon gevoeld. Ho© vlogen
dan hun krass© meeningsuitingen, in de juiste
termen vervat, over cm weer, wanneer Cliar-
lotte een zeer stellige en Guy een even etd-
Kgs, maar geheel tegengestelde opvatting had
van een kunstwerk, een ethische quaesta© of
een politieke gebeurtenis.
„Wij zijn liet. altijd hot best met elkaar oom,
wanneer wij van meaning verschillen," placht
Charlotte na dergelijke gesprekken dikwijls
vroolijk te zeggen.
Als hadden" zij ach geen ougmbhk bezig ge
houden met aangelegenheden, die over een loven
zouden beslissen, zeide Guy op levendagen toon
„Daar hebben wij in 't geheel nog niet over
Men beantwoordt hem met tergende uitroe
pen „En Sedan Spreek over het Keizerrijk
Cassagnac antwoordt: „Dat zal gebeuren."
Pourquery roept: „Het Keizerrijk voerde liet
leger naar Sedan1waarop Cassagnac weer
„Men. heeft gestreden en de eer is gered." Clia-
puis schreeuwt„Uw generaals hebben verraad
gepleegd
Do voorzitter verzoekt kalmte, maar nieuw
rumoer ontstaat, als Cassagnac zegt„Wie van
Fashoda. terugtrekt, meet zijn mond honden'"
De voorzitter dient hom. oncLr langdurig© toe
juichingen een bensping toe.
Cassagnac wil nog doorgaanmaar door
jouw belet men hem te spreken.
Er wordt tot stemming overgegaan, en mot
423 tegen 124 stemmen wordt do eenvoudige
orde van den dag aangenomen.
Gemengde Jlcdciiccllngcn.
Loubc-L is herkozen tot voorzitter van den
Fransdien Senaat.
ge-
Du Paty de Clam is door d© strafkamer van
liet Hof van Cassatie verhoord.
Quesnay dc Beaurepaire noodigt in de „Echo
de Paris" in een „Beroep op de afgevaardigden,"
de Kamer uit een streng onderzoek te gelasten
naai* du schuldigen in de strafzaak en, met te
rugwerkende kracht, te besluiten dat de revisie-
zaak zal behandeld worden doer liet geheele
Hof. Hij wijst in een tweede artikel er op, dat
Loew en Bard afgeweken zijn van dio tradities
van liet Hof, hetgeen hum houding verdacht
maakt.
Terecht vraagt, de „Ind. Beige" of D© Baau-
vepairo zelf niet afgeweken is van de> tradities
door een maand lang zijn collega's te bespion-
neeren ten einde hen door wooruveixfraaiing* in
een verdacht licht te stellen.
Het „Petit Journal" cfeelt een genacht mede,
volgens hetwelk de procureur-generaal Manau,
buiten heit Hof om, getracht zou hebben liet
geheime dossier machtig te worden.
Het door Cavaignac ingestelde secretariaat-
generaal van oorlog is wem* opgeheven.
Do „Aurore" zegt er vaar Het vormde een
almachtige bureaucratie in de ruo S.rinb-Dorni-
nique, waaraan de ministers in zekeren zin on
derworpen waren.
In den Duitschca Rijksdag is gisteren de
lagewet aan de orde gekomen.
De minister van oorlog Von Gossler, verde
digde het ontwerp. Duitscldand meet den door
andtore staten behaalden voorsprong inlialesi.
Het quinquenaat wordt gehandhaafd. In hot
ontwerp is de grootst mogelijke zuinigheid be
tracht. O. a. worden do vorming van nieuwe
vierde bataljons en groote veranderingen in de
artillerie noodig geacht.
De minister verklaarde nog dat de militaire
sterkte van Duits-ohland van dien aard is dat
hot onbezorgd den toekomst kan leg- oet zien.
gesproken, Charlotte wat is dat een groot-
sche onderneming van Baumeister! He las liet
met zekere voldoening in een Berlijnsoh blad.
Jo kunt wel begrijpen dat de rubriek „Handel
en Beurs" mij niet bijzonder aanlokt, maar ©an
bekende naam trekt altijd iemands aandacht,
waar hij ook staat. SakkerlootEr zijn toch in
onze dagen ook nog koningen van kooplieden,
zooals in de oudte Italiaausolie republieken.
Jullie, Hanseateu, hebt gelijk diat ge trotsch
zijfc op uw steden."
Charlotte was juist naar de deur gegaan om
op d'e electrische schelknop naast den deurpost
te drukken. Het dienstmeisje moest lil. het
theegoed weghalen.
Nu keerde zij haastig in den lichtkring terug
en vroeg snel: „Waar spreek je overIk weet
nergens van."
„Houdt Baumeister je dan niet op d© hoogte
van zijn ondernemingen
Zij glimlachte bitter.
„Hij doet als de meeste mannenhij spreekt
criti scorend mot mij over d» zaken van anderen,
maar over zijn eigen zaken zwijgt hij."
„Maar deze zaak o, misschien beroof ik
horn van eon verras sing."
„Dio hij mij op zijn hoogst schriftelijk kan
bereiden. Misschien komt er morgen een brief.
En als het toch al in de couranten heeft ge
staan
Guy zag haar nadenkend aan. Hij bemerkte
dat zij merkwaardig opgewonden was. Hij zat
te paard op zijn stoel; zijn beid© handen hin
gen over den rand der rugleuning lxeen. Zijn
gelaat kwam boven het bruine snijwerk uit.
IVordt vervolgd).