52"' jaargang.
Zaterdag 21 Januari 1899.
N°. 9839.
Strijdige Werelden.
m
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
Kennisgeving.
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
BUITENLAND,
BINNENLAND.
COURANT.
jüMnmammmum Schiedam, p« kwartaal f 0.90
omliggende plaatïan, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwaitasL - 1.30
Afzonderlijke nommere- 0.02
BUREAU t BOTER STRAAT 70, Telephoon Ifo. 133.
Advbrtentiiprijb: van 16 gewone regels met inbe
grip van eene Courant
Iedere gewone regel meer
Bij abonnement wordt korting verleend.
f 0.52
- 0.10
Inrichtingen welke gevaar, schade ot
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van Sc^iieda»,
Gezien het verzoek van de firma tl. JANSEN Cc
om vergunning tot oprichting van een distilleerderij
in liet pand aan de Nieuwe Haven no. 271, kadaster
sectie M no. 135.
Gelet ep de bepalingen der Hinderwet;
Doen te weten:
dat voormeld verzoek met de bijlagen op de secre
tarie der gemeente is ter visie gelegd
dat op Donderdag den 2den Februari as., des
middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid zal
worden gegeven orn bezwaren tegen liet toestaan van
dat verzoek in te brengen en die mondeling of schrif
telijk toe te lichten; en
dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip hierboven
genoemd, op de secretarie der gemeente, van de
schiifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen,
kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 19den Januari 1899.
Burgemeester en zoethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris
VERNÈDE.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 20 Januari '99.
Een rumoerige zitting gisteren in denFran-
schen Senaat.
Chamaiilard interpelleerde de regeering o*er
de instructie der zaak-Picquart. De Senaat mag
het Hof niet zeggen hoe, wel dat het moet
rechtspreken. De procedure van regeling van
rechtsgebied had in twee dagen kunnen ailoo-
pen, en het oordeel kon veertien dagen daarna
worden uitgesproken. Maar het Hof wil Picquart
tot iederen prijs aan een veroordeeling ont
trekken.
Interpellant beschuldigde Bard van partij
digheid in zijn rapport. De strafkamer bestaat
alleen uit medeplichtigen der revisie. (Rumoer.)
Hij vraagt den minister de strafkamer te ver
zoeken spoedig over de regeling van rechtsge
bied te beslissen. Hg vei baast zich over die
liefde voor de revisie die het land in nieuwe
twisten stort.
Fabre merkt op dat het liefde voor de ge
rechtigheid is, en Benoit betoogt dat een begane
onrechtvaardigheid de grootste beleediging voor
het leger is.
Girard meent dat het land naast eerbied voor
het leger ook vertrouwen in de eerlijkheid en
onpartijdigheid der rechters moet bezitten. Na
Henry's zelfmoord was de revisie een onmis-
DOOR
IDA BOY-ED.
17)
Mevrouw Asminda Kalkowski liad eveneens
stukken, lichtblauwe zijde op haar schoot en
tusschen haar naaiende vingers. Het volle dag
licht viel op haar gelaat, dat onder de bruine,
levendige oogen donkere wallen on veel rim
peltjes vertoonde. Ook om mond en neus lagen
scherpe plooien. Maar de neus was edel, de
mond welbesneden, de ovale vorm van het ge-
,laat aangenaam. Men kon zicili zeer goed voor
stellen dut deze vijftigjarige 's avonds voor het
voetlicht, geschminkt, en schitterend gekleed, een
zeer schoonen indruk kon maken. Nu was haar
zware buste door een wit jak bedekt, waarvan
men niet met zekerheid zon hebben kunnen
zeggen of het een friseer- of een. nachtjak was.
Daarbij droeg zij een geverwden ouden, pru-
nelleddemrigeiL rijden rok, waarvan noch voor
■het tooneel, noch voor op straat iets fatsoen
lijks meer te maken was. Haar eenigszins vettig
donker haar was echter reeds sierlijk gekapt;
vóór het oor viel een kleine, naar den wang om
gekrulde haarlok, dien dé Bc-riij tiara in hun
dialect de „natte ze®" plegen te noemen.
De vrouwen zaten druk met elkaar te pra
ten, met verheffing van atom can het ratelen der
naaimachine te overstemmen. Ook uit de fa
briek drong een onbestemd, dof geraas en soms
een sissend geluid, wanneer uit een der Heine
kenbare noodzakelijkheid. Hij wil dat men de
justitie haar arbeid late voltooien en de beleedi-
gingen tegen de rechterlijke macht evenzeer
tegenga als tegen het leger. Toejuichingen
Le Prevost de Launay interpelleert nu over
de oorzaken en de gevolgen van Quesnay de
Beaurepaire's aftreden, van wien hij alleen wil
zeggeD, dat de Senaat in hem op giond van het
proces tegen Boulanger groot vertrouwen steit.
Spreker geeft de voorkeur aan de houding van
dezen man, die zijn tractement van 25.000 francs
en zijn pensioen prijsgeeft, boven die der mi
nister Barthou en Poincaré die zwegen zoolang
zij aan 't bewind waren, en eerst maanden na
hun aftreden gingen spreken.
Voortdurend onderbroken noemt deinteipei-
lant het zonder weerga dat rechters, belast met
de instructie, ook over de zaak zelve beslissen.
Heftig valt hij de geheele strafkamer aan,
spreekt van steun der revisie door geld en
geschriften uit den vreemde, en zegt dat het
hem weinig kan schelen of Dreyfus onschuldig
is; in ieder geval is de beweging te zijnen
gunste onvadeilandslievend.
Trarieux voert hiertegen aan dat ook hij zich
niet om personen bekommert, maar wel om de
gerechtigheid.
De Launay verwondert er zich over de intel-
lectueelen, de communards en de aan de
Panama-zaak ontsnapten in één strijd vereenigd
te zien en vraagt meer kracht en meer daden
van de regeeiing.
Girard verbaast zich er daarentegen over dat
waar de eerste de beste burger wegens een
beleedigend woord onmiddellijk gestraft wordt,
dit met Quesnay de Beaurepaire niet geschiedt.
De minister van justitie wijst in zijn ant
woord op het beginsel van scheiding van
machten, waardoor zijn tusschenkomst slechts
verwarring zou hebben teweeggebracht. Ver
traging heeft er niet plaats gehadde regeering
is verplicht de beschikking op Picquart's request
af te wachten. Lebret betoogt dat waar De
Beaurepaire, die waarschijnlijk gebelgd was
omdat men hem met te weinig onderscheiding
behandelde, geen verklaring wenschte te geven,
hg (de minister) zjjn ontslag had moeten aan
nemen. Een krachtiger optreden zou slechts tot
vermeerdering der opgewondenheid hebben ge
leid. Hij vraagt het land het beginsel van
scheiding der machten te eerbiedigen.
Chamaiilard wilde dat de regeering daarneven
van de rechters eerbiediging der normale ter
mijnen en der wettelijke bepalingen zou eischen
en stelde een motie in dien zin voor.
M»»" de Senaat nana met 212 tegen 23 stem
men de door de regeering aanvaarde moiie-
Leygues aan, waarbij de verklaringen der
regeering goedgekeurd en het beginsel van
scheiding der machten geëerbiedigd wordt.
Havas deelt onder voorbehoud mede, dat
Camboo, de Fransche gezant te Londen, Woens
dag j.l. een onderhoud heeft gehad met lord
Salisbury. Dienzeifden dag werd sir Ed. Monson,
veüigheicMraizeai, die rechtstreeks uit d!e machi
nekamer naar buiten, voerden, sneeuwwitte
stoom oppufte.
„Het wordt een fiascoals Dobert het voor
spelt, dan kan men er zich op verlaten. De di
recteur verbeeldt zich dat Dobert/s verrukkelijk
spel als Ernest Roquère het stuk zal redden.
Maar zoo rijn d!e Berlijners niet: ze gaan niet
naai- den schouwburg om den tooncelspeler, als
't stuk slecht is. Waarvoor zal ik dan groote
uitgaven doen. De directeur heeft mooi prak
ten dames, ik verzoek u vooral om nieuwe,
kostbare toiletten voor de première hij be
taalt ze niet. Dat blauwe wordt nog heel mooi,"
zei mevrouw Kalkowski met haar diep®, klank
rijke stem, waarop zij brotsch was.
„Het wordt prachtig," bevestigd» die naaister.
„Weet u wat, juffrouw Giressmanin", ging
mevrouw Kalkowski voort, terwijl rij met een
rijgdraad db voering aan de zijde hechtte, „we
snijden de taille erg diep uit. Dat maakt altijd!
een degamten indruk. En het stuit spoelt onder
de Fransche arisocratae; dhar past eon sterlc-
dccolleté heel goed bij. Én dan. doe dk mijn col
lier om."
„O ja, die mooie brillanten I" zei -die naaister
geestdriftig, over haar machine gebukt. „Daar
door alleen blinkt u al uiu."
„Als Fifi Mahler nu toch maar niet met drie
nieuwe kostuums van Gerson voor den. dag
komt. Wij hebben elkaar wel ons woord gege
ven maar we weten lioe Fifi Mahler is 1 Die
moot altijd prachtige toiletten hebben, omdat
het aam talent bij haar hapert. En schulden dat
ze heeft nu, dat is geen wonder. Men moet
de Britsche ambassadeur te Parijs, door den
minister van buitenlandsche zaken Delcassé ont
vangen.
Die gesprekken wordt er bijgevoegd
geven geen enkele aanwijzing dat er verande
ring is gekomen in den toestand, die bij voort
during het voorwerp der ernstige zorgen der
regeering is.
Deze nota heeft door haar geheimzinnige
toespeling op den ernst van den toestand zekere
ongerustheid gewekt; men brengt haar in ver
band met een door Jozef Chamberlain te Wol-
venhampton uitgesproken redevoering, die den
schijn had van een bedreiging tegen Frankrijk.
Dat hij er op aandrong dat Engeland zjjn
koloniën behouden en zich zijn deel verzekeren
moest in de uitbreiding van grondgebied in
vreemde streken is vrij natuurlijk, en daarin
kan op zich zelf niets vijandelijks schuilen.
Wat de verhouding tot Frankrijk betreft,
verklaarde de minister dat alle geschillen met
Frankrijk in Afrika uit den weg waren geruimd.
Ten opzichte van Fashoda mocht Engeland niet
talmenzijn eigen achterland werd anders be
dreigd. Aan de Goudkust was Frankrijk door
een ferme compensatie in grondgebied schade
loos gesteld.
Nu de geschillen over Egypte en China gere
geld zijn, is het tijd zich met de andere geschil
len bezig te houden. Allereerst New-Foundland,
ten opzichte waarvan Chamberlain het ver
drag van Utrecht nog van kracht noemde.
Hecht Frankrijk daar gewicht aan, dan is
Engeland bereid het letterlijk te eeibiedigen
maar indien Frankrijk wil onderhandelen, dan
is Engeland evenzeer bereid tot een vergoeding
voor de French Shore.
De minister noemde echter het geschil over
New-Foundland een typisch bewijs eener
«boosaardige politiek". Nog krasser liet hij zich
uit over Madagascar. Daar is naar de meening
der Engelsche regeering «woordbreuk" aan
wezig.
Ten slotte ontkende de minister dat Engeland
den oorlog wil, en betuigde zijn eigen vrede
lievende gezindheid.
Heel wat vredelievender echter klonken de
woorden van sir Michaël Hieks-Beach die te
Bristol het woord voerde. De Kanselier der
Schatkist raadde Engeland bij zjjn uilbreidings-
politiek steeds de rechten van anderen te eer
biedigen.
Gemengde Mededeel In gen.
In de Fransche Kamer beloofde Delcassé bij
de begrooting van buitenlandsche zaken te zulieo
tnededeelen waarom de Fransche regeering
besloten heeft aan de ontwapeningsconferentie
deel te nemen.
Aan een voorstel van Paschal Grousset om,
voordat de marine-begrooting behandeld weid,
door een parlementaire commissie een onder
zoek te laten doen naar de onderzeesche tor
pedobooten, werd na bestrijding door den mi-
allcen bewondering hebben voor liaar talent
het cenige dat ze heeft om iederen winter
weer iemand te vinden die voor haar betaalt.
Weet u wat, juffrouw; u kan me een plcizier
doen. U werkt toch morgen voor Kurz, en dat
is een vriendin van liaar. Probeer eens tewfcten
te komen of rij scums in do soirée-acto ook blauw
heeft. Dan laat ik haar door Uobert wijs maken
dat blauw haar afschuwelijk staat."
„U kan u volkomen op mij verlaten," beloof
de de naaister, „ik koon dan morgenavond even
aauloopen en vertel het u."
Nu keek de naaister, die klaar was met den
zoom dter blauwe japon vast te stikken en de
stof onder de naald vandaan trok, lachend naar
Martina.
„Wel, Ninietje went 't ons al af, dait wij
wat hulp van haar hebban," zeidie rij met een
steek onder water; want Martina had. reeds
een kwartier opgehouden met heb stoppen der
kant.
„Waarlijk, Nini, je kemdb wel wat vlijtiger
rijn. En kijk ook eons naar het eten," sprak
mevrouw Kalkowski.
„Zij had1 -altijd een rustige, eenigssins loome
mamier van spreken.
Martina stond op, rekte zich erven uit, geeuw
de em liep naar de tafel naar het petroleum
stel Zij nam dten deiksel van de pan af em.
roerde in het eten.
Het volle dlaglicht viel nu op haar. Haar mid
delmatige gestalte was vrij> evenredig gebouwd,
zonder bepaald door schoonheid van. fijnen de
aandhicht te trekken. Maiar liaar hoofd was op
vallend. Op het eerste gericht was iedereen het
nister Lockroy met groote meerderheid de
rgentie ontzegd.
De behandeling van Gerrille-Réache's voor
stel, tot wijziging der revisie van strafprocessen,
werd op verzoek van den minister-president
tot na de begrooting uitgesteld.
De strafkamer van het Hof van Cassatie
heeft gisteren weer een aantal getuigen gehoord.
Onder de getuigen van de weduwe Hemy
in liaar proces tegen Reiuach komen voorZadok
Kalm, opperrabbijn van Frankrijk, generaal
Chanoine, generaal Mercier, Ca*aignac en een
gioot aantal olficieren die Henry gekend hebben.
Reinach geeft in de «Rappel" een overzicht
van zijn handelingen in de zaak-Dreyfus.
Rochefort heeft Max Régis doen weten dat
hij den 29»ten te Algiers komt.
Keizer Wilhelm heeft een groot aantal ridder
orden uitgedeeld aan Turksche ambtenaren,
naar aanleiding van zijn bezoek aan Konstanti-
nopcl.
De Russische regeering laat op Duitsclie
werven een eerste-klas kruiser en twee torpedo-
booten bouwen die het volgend jaar gereed
moeten zijn. Alle pantserscliepen die op de
werven te Petersburg in aanbouw zijn, moeten
dit jaar en 22 torpedobooten het volgend jaar
gereed komen. Voorts worden nog dit jaar op
Russische werven op stapel gezet drie pantser
schepen en twee kruisers.
Admiraal Cervera, de overwonnene van San
tiago, is te Albacete tot senator gekozen, en
wel met hulp der regeering, schoon de Rdmi-
raal als zijn voornemen te kennen had gegeven
in den Senaat den minister van marine Ber-
meja geducht onder handen te nemen.
Naar in het Vaticaan verluidt, zegt de «Polit.
Corr.", zal het vrijkomen der nuntiatuur te
Parijs, door mgr. Ciari's benoeming tot kardi
naal in het consistorie van Maart a.s., aanlei
ding geven tot een uitgebreide verschuiving in
de pauselijke diplomatie.
Men verzekert dat het eerste werk van den
nieuwen Amerikaauschen gezant te Londen zal
zijn opnieuw onderhandelingen te openen over
een arbitrage-verdrag tusschen beide staten.
Op de Samoa-eilanden heerscht anarchie ten
gevolge van bloedige gevechten tusschen de twee
troonpretendenten Mateboa en Mataafa. Er gaan
Engelsche, Duitsche en Amerikaansche oorlogs
schepen heen, schoon de regeering te Washington,
naar het schijnt, nog geen officieele berichten
heeft ontvangen.
Sanatorium.
H. M. de Koningin-Moeder heeft een com
missie benoemd om haar voor te lichten bij de
voorbereiding en oprichting van het Sanatori-
©r over ecus dht Martina. Kalkowski leelijk was.
Haai' gelaat, breed. van. boven, liep naar bene
den smal toe, bijna spits zelfs, wat den indruk
maakte van een kaïttekop, die nog versterkt, werd1
door de merkwaardig ver van elkaar gelegen
oogen. Die oogen waren groot en. donkerbruin
sloeg Martina den blik neer, dan zag men zeer
Icelijke, zware oogleden van een onaangename
kleur die met de vale teint, en de uiteenwijkende
oogen aan haar gelaat hot karakter van ge
mengd ras gaven. Men. zou haar voor de dtoch-
ter van een negrito en een blanke vrouw aan-
gcritn hebben. Op haar fijn, zij liet ook niet
regelmatig neusje en liaar mond met do smalle
lippen, waarin men bij het spreken bijna niets
van de 'anten zag, lette men bijna met onder
den sterkan indruk dien de eigenaardigheden
van het overige gedeelte van liaar gelaat te
weegbrachten.
Martina droeg heb haar in een zeer moderne
frisuur, die die oorea bedekte; boven hiet voor
hoofd was het onili ooggestoken en aan het ach
terhoofd bijeengenomen in een opstaande wrong.
„Wanneer komt mijnheer d© architect 1"
vroeg juffrouw Gressmann, den blauw rijde®
rok gereed' makend! voor een tweed© stiksel.
Mijn aanstaande komt vanmiddag," zei Mar
tina met een glimlach.
En met dien glimlach trad een bekoorlijke
trek van vroolijHieid en warm temperament in
haar gelaat. Men begreep terstond dat heb voor
den smaak van vel© mannen een groote aantrek
kingskracht bezat.
Wordt vervolgd.)