m m N°. 9842. ïtéi 52"* jaargang. Woensdag 25 Januari 1899. Strijdige Werelden. e»«b «Eta Welp. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J?C. ROELANTS. Kennisgeving. BUITENLAND. 33S 70. INY, IS, 2°) «.29 43ü "■•sr. oofapj, i Idfi fr— 19, Ft jjwinnunisTSPBUB roar Sohiedam, per twArt&tl f 0.90 omliggende plaataen, p. kwart 1.05 franco pet poet, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 BUREAU f BOTXRITBMT 70, Teleplioon So. 133. Adtbstbntikpeijs: van 1—5 gewone regels met inks- grip van eene Courantf 0.53 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. 'b i i - i. Os k - 4 - k - De burgeheester van Schiedam, Brengt btj deze ter kennis van de ingezetenen: Dat het kohier van de Personeele beiasting No. 10 dezer gemeente over het dienstjaar 1898, door den heer directeur der directe belastingen te Rotterdam op den 21sten Januari 1899 executoir verklaard, op heden aau den ontvanger der directe belastingen ter invordering is overgemaakt. Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder ver plicht is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden roet te voldoen; alsmede dat beden de termijn van tei weken ingaat, binnen welken de reclames tegen dezen aanslag behooren te worden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 24sten Januari 1899. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. -ansc Inziej d. Ned lOgOlllj B.-Ï rartóë singel r.,8t aen iö. Jat*.; va».; Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 24 Januari '99. De fcegrooting van buitenlandsche zaken, die gisteren in de Fransche Kanier aan de orde kwam, bood een natuurlijke gelegenheid om de verschillende quaesties waarmede Fiaokrijk gn Engeland elkaar het leven onaangenaam maken, onder de oogen te zien. De diplomaat d'Estournelles de Constant was zoo vriendelyk deu minister van buitenlandsche zaken Del- i i e in staat te stellen alles te zeggen wat hy wilde vertellen. D'Estournelles vroeg de regeering inlichtingen over Fashoda en de betrekkingen met Enge land. Tot nu toe heeft de Kamer een patrio- tisch stilzwijgen bewaard, zei hgmaar liet land heeft het recht thans te weten hoe de toestand is. Staat Frankrijk aan liet begin of aan het eind van moeilijkheden met Engeland? De interpellant betoogde dat de Fashoda- quaesties het resultaat is van sedert 16 jaar zoo door Frankrijk als door Engeland begane fou ten, en hij noemde het plicht te voorkomen 'dat die weer voorvallen. Engeland had het te goedkoop klaar gespeeld [met zijn eigen beloften en de rechten van uderen. Het heeft er niet aan gedacht dat zijn [uitbreiding het de plichten eener vaslelands- [mogendheid oplegde, en dat in Frankrijk steeds een krachtig nationaal bewustzijn leeft. Frankrijk eeft van ziju zijde een reeks fouten begaan in [de Egyptische quaestie, eu die verkeerde poli tiek heeft den opmaiseh der Engelschen naar Khartoum vei haast en tegelijk Frankrijk's kolo niale uitbreiding in een verkeerde richting [geleid. Er zijn geeQ maatregelen genomen om diet succes der expeditie-Marchand te vei zekeren. uien, DOOR IDA BOY-ED. L „Zeker," zeii Martin!», die zich warm maakte. [,Maar dlc denk er volstrekt met aan, mij te laten eribiseeren of schoolmeesteren. Als die Charlotte Baumeiator zoo gele op Guy is ge weest, dan. was liet een persoonlijk genoegen van. haar, zooveel mogelijk voor hem. te doen. Maar ze had' meteen moeten bedenken, dat zij j ^daardoor geen eeuwige aanspraken op hem kon istïqui ipjo011- Nu behoort Guy bij mij, bij ons. Zijn gevoelens en zijn plicht behooren miji1 Natuur lijk heb ik hem bij onze vsrkmng moeten be- bven, dat ik mevrouw Baumeister zou achteu -arfoi liefhebben. Maar ik heb mij dadelijk voor- genomen, hem langzamerhand van haar los te Knj nakan. Zoo iets kan mem kiesch en voorzichtig genoeg doen dat de betrokkenen zelf later niet s veten hoe het eigenlijk in zijn werk is gegaan." j,j I Haar oogen schitterden. Met welgevallen zag [1 lo moeder haar dochter, met liaar krachtig i| temperament en haar vast doel voor oogen, T({ an; toch zeidia zij op haar bedaarde wijze: O „Ik ben altijd teven het gelöidedijke. Wan neer men mat iemand will breken. dam, is het 'EK teer men mat iemand wil breken, dan is het feter de een of andere gelegenheid uit te lok ten. om een onherstelbare breuk te weeg te Heugen Maar laat ons niet vergeten diaifc ~uy die menschen dank verschuldigd is, en. dat ®t je plicht is, lieve Martina, dia damkbaar- te dealen Manlief, schenk mij nog eens halfvol maar, als 't je belieft." De Fransche diplomatie heeft de pogingen der Fransche ontdekkingsreizigers vruchteloos ge maakt, en dat wel sedert 1897 »Ge vergist u." riep Méline uit, rsederl 1895." D'Estournelles eindigde met te zeggen, dat de begane fouten hersteld kunnen worden, mits men den moed heeft de waarheid onder de oogen te zien. Frankrijk moet mannelijke be sluiten nemen; het mo't zich gereed houden voor elke mogelijkheid; het moet een eind ma ken nan kolonialen grootheidswaanzin. Het moet zich herinneren dat koloniale ondernemingen betaald worden met offers en internationale verwikkelingen. Een beslissing moet genomen worden omtrent Fiankrijk's buitenlandsche po litiek. De interpellant beval een eervolle regeling der strijdquaesties tusschen beide landen aan; want komt men niet tot een schikking, dan zal er geen gerustheid voor beide landen meer bestaan, en dat zou een vernedering voor de beschaving zijn. Voor geheel Europa zal het een voordeel zijn, wanneer Frankrijk en Engeland tot overeenstemming geraken. Denys-Cochin verdedigde de houding van Frankrijk dat deel moet nemen aan de be weging van koloniale, oecooomische en politieke uitbreiding die alle grootv mogendheden mede- sleept. Hij bestreed de aanspraken van Engeland op Soudan, waar niemaud, zoo min de Sultan als de Engelschen, rechten heeft. De bezetting van een deel der NIjl-vallei was geen onvriendschappelijke daad jegens Enge land, en van een terugtocht als uit Fashoda wijst de geschiedenis der kolonisatie heel wat voorbeelden aan. Men verwijt ons een politiek van spelde- prikken, vervolgde de conservatieve afgevaar digde, maar ik geloof dat niet alle spelden fabrieken aan deze zijde van het kanaal staan. Toch schenen de Engelschen hem niet absoluut vijandig jegens Frankrijk toe. Zij zijn bezorgd voor hun handel op Madagascar beklagen zij zich over de invoerrechten, en spr. geloofde ook niet dat protectionisme voor de kolo niën wenschelyk is. Frankrijk's recht om het in te voeren is onbetwistbaar; evenals zijn rechten op New-Foundland, Toch achtte hij een overeenkomst laadzaam, omdat een twist tusschen Frankrijk en Engeland een ramp zou zijn. De oud-minister van buitenlandsche zaken eu minister-president van 1895 Ribot achtte zich verplicht zijn meening te zeggen. Frankrijk en Engeland, zoo had hij steeds gedacht, moeten eensgezind zijn. Dat was de poiitiek zoowel van Thieis en Gambetta als van Gladstone en, naar hij meende, ook van Salisbury. Geen ver antwoordelijk persoon kan den oorlog wenschen. Men heeft Fiankryk een tergende, uitdagende politiek verweten maar dat is niet billijk, want Fmnkrijk is aan den vrede gehecht. Kalkowski tilde als antwoord de leege flesch op die naast hem op den grond stond. „Nog een?" vroeg Martina. „Maar dit was de laatste Pommery. Er rijn. nog vier fles- schen Burgeff." „Neen, neen, laat dan maar. En lieip mij onthouden, dat ik nieuwe bestel." Do tafel was afgeloopen. Juffrouw Grassmann ging al spoedig weer voor haar naaimachine rit ten; het echtpaar Kalkowski trok zich terug in zijn slaapkamer. Asminda Kalkowski moest dien avond spe len; daarom had zij vooraf (rust noodig. Kal kowaki had een heel pak humoristische bladen meegebracht, veel Duitsche, die niet algemeen gelezen werden, eai bovendien verscheiden mum mers van dia „Gil Bias". De „Fliegem.de Blat ter" vermeed liij altijd. In rijn slaapkamer wijd de hij rich aan een nauwkeurige studie dier bladen, dn schreef alle moppen zorgvuldig op, die geschikt waren voor een „ex tempore", het zij m den, oorspronkelijker! vorm of als een variatie. Onderfcussdhen maakte Martina zich gereed voor het bezoek van haar verloofds. De eenvou dige, zeeblauwe japon met cte gsel-rijden cein tuur werd verwisseld voor een kostuum van fijne groen wollen stof mot zijde gevoerd en can wit fhiweelen ceintuur. Het was gisteren, eerst bij Gersori gekocht. Juffrouw Grassmann hielp haar en, beweerde geheel „weg" te rijn, zoo schoon zag Martina er in, haar nieuw kos tuum uit. Taan ging Martina naar voren. De kamers aam, d'e voorzijde waren vervuld, van hetzelfde vriendfelijke jomlicht dat op de binnenplaate teruggekaatst werd door den muur der fabriek, Bibot verklaarde dat Frankrijk nooit beeft geweigerd zijn iechten in overeenstemming te brengen met de eischen der New-Foundland- sche bevolking. De telegrammen vau het En- gelsche blauwboek over Madagascar bestreed hij. Engeland is niet rechtvaardig, want Frank rijk heeft het zijn prolectoraat over Zanzibar laten vestigen op voorwaarde dat het Frankrijk's prolectoraat over Madagascar erkende. Wat de Egyptische quaestie beti eft, die steeds de verhouding tusschen beide landen gediukt beeft en nog drukt, kan Engeland met aan komen met den eiscli van een protectoraat over dat land, zonder de toestemming van Europa. Engeland heeft de Egyptische quaestie nooit met Frankrijk grondig willen bespreken. Maar Fiankrijlc is vredelievend, niet omdat het dat moet, maar omdat het dat wil zijneen groot land moet in vrede met zijn vrienden leven. Wat het bondgenootschap met Rusland betreft, in 1890 heelt spr. met De Freycinet de ovei- eenkomst geteekend die de veiligheid van Europa heeft verzekerd. Het Drievoudig Vei bond is gewijzigd sedert de toenadering tusschen Frankrijk en Italië en de overeenkomst tusschen Rusland en Oosten rijk. Frankrijk moet, wil het den vrede waardig handhaven, steik en geëerbiedigd zijn. Daarom bezweert spr. de Franschen hun onderlinge ver deeldheid een weinig te vergeten en wat meer aan Fiankryk te deoken. Hierop nam de minister van buitenlandsche zaken Delcassé het woord. Zijn politiek wordt geleid door de algemeene permanente belangen va» Fiankrijk. Hij herinnert aan de rol van Fiankiijk in den Spaanscb-Amerikaanschen oor log, waarby Frankrijk niet voldoende zijn mede werking kon weigeren, verzeketd dat heldoor zijn Ametikaansche vrienden zou begrepen worden. Over de ontwapeningsconferentie sprekende, die in het debat door Ruiberti wasaangerr -! i, verklaarde de minister dat Fiankrijk's syil k* thie van te vooren aan het voorstel van t> Czaar verzekerd was, uit redenen van mensclu. iijkheid en uit eerbied voor het hoofd eeoer groote natie, waarmede Frankrijk in de grootste overeenstemming leeft, F uikrijk wist dat men liet niets zou vragen waardoor het nu of in de toekomst zou achteruitgaan, en daarom was het de eeiste die zijn adhaesie betuigde, en liet zal zyn volkomen medeweiking veileenen. Delcassé zette toen uiteen dat Fraukiijk's beschermheerschap over de Christenen in het Oosten onaangetast was gebleven, dat de Kre tenzische quaestie tlmus door de samenwerking der mogendheden was opgelost. Tegenover die verblijdende verschijnselen staan echter ook droevige. De minister meende echter dat door verzoeningsgezindheid de tus schen de staten ryzende verschillen kunnen worden opgelost. In dien geest had hjj ook de Fushoda-quaestie on al was de zon ïntussehen ook een goed eind gevorderd op haar baan aan (het uitspansel, de breedte der otraat vergunde haar toch ook thans nog in een schuine lijn de vensters aan d'e voorzijde te bereiken. Vóór was hat prattig-rustig. Da deur tus schen de beide vertrekken was weggenomen; een© chenille portioie aan de ééne, een van don kerrood rips aan. de andere rijde, sloten de deur opening ten deele af. In liet oen© vertrek wa len de meubelen, bekleed met eön slocht soort trijp, in het andere met donkerood rips. De ge wone stukken, <-.Js een notenhouten kastje, een kolomspiegel in notenhouten lijst met een mar meren blad' er voor, tafels met en zander kleed voltooiden het ameublement. Diait deze kamers er nochtans niet zoo 'heel gewoon uitzagen, kwam dooi dat e.Jiele p r onkstukkenbibelots en versieringen er een bijzonder karakter aan ga ven. In het „roode" salon bijvoorbeeld stond voor het ééne venster oen tafeltje van met-alle- daagsdi voorkomen. Een zeer natuurlijk in porselein nagebootst hondje „zat op" en hield op zijn voorpootem een ïrdite sdhaal in don vorm van een klaverblad, dat met geplooid olijfgroen en ros© pluche was beldesd. Martinet had het eens met Kerstmis van een tooneel- spder gekregen dio zeer veel moeite deed ran haar gunst te winnen, maar rijn pogingen had moeten staken omdat er vian een contract voor verscheiden jaren aan een flinken schouwburg, waarop hij gehoopt had, niets kwam en hij wel wist dab hij met een onzeker© toekomst met m aanmerking kwam. Voor het andere vensicr stond een groote standaard van eikenschors en dennenappelsmevrouw Kalkowski had dien afgewikkeld. Eerst had men den minister willen voorschrijven wat hij te doen had, maar toen noen zag dat de zaak een buitengewoon ernstige wending nam, had men een verheffend stil zwijgen bewaard. De minister wist dat de Engelsche flottielje na de inneming van Khartoum den Nijl op moest gaan. Hij had een conflict willen ver mijden en de Engelsche regeering doen weten dat de Franschen het beschavingswerk, waar mede de Engelschen zich in 't Noorden bezig hielden, in 't Zuiden behartigden, in de hoop dat de Engelschen die medewerking zouden aanvaarden. Delcassé bracht hulde aan lord Kitchener's houding tegenover Maichand, ontkende dat diens expeditie een voor Engeland vijandig karakter had gedragen, daar de expeditie reeds in 1893, vóór de veiklaring van loid Grey in 1895 dus, was opgezet. De Fransche regeering meende in haar recht te zijn, maar toen zij Marchand na zijn heldentocht Fashoda liet oniruimen, had zij alleen rekening gehouden met liet algemeen landsbelang. De eer van het land heeft niet geleden, maar de minister ei kende dat ai zijn vaderlandsliefde noodig was geweest om hem aldus te doen besluiten. Een conflict dat voor de gelieele wereld een ramp ware geweest, en offers zou gekost heb ben buiten verhouding tot de strijdquaestie, moest vermeden worden. Frankrijk is steeds bereid in het bewustzijn van zijn recht te onderhandelen de minister verklaarde ondanks zijn toegeven, nooit vergeten te hebben dat hij deu hoogsten rechtspersoon, den Staat, ver tegenwoordigde. Ernstige veranderingen zijn in de wereld op handen, eindigde Delcassé. Daarom is een ver standige en voorzichtige staatkunde noodig, die Fiankrijk's krachten en middelen niet versnip pert; daarom moet, wil de minister zyn taak waardig vervullen, het pailement hem ernstig steunen. Telkens en telkens weer werd Delcassé's gematigde en verzoeningsgezinde rede door toejuichingen onderbroken. De zitting werd daarop gesloten. Heden wordt het debat voortgezet. Gemengde Blededcellngen. De hertog van Devonshire, gisteren aan een feestmaal der Birmingliamsche Kamer van Koophandel het woord voerende, verklaarde dat Engeland door de krachtige handhaving zyner iechten in den laatsten tijd in nauwere betrek king was gekomen tot Duitschland, Italië en zelfs Rusland. Ook geloofde hy dat de korte, thans gelukkig geëindigde crisis de verstand houding tot Frankryk eer gezuiverd dan ver ward had. Chamberlain verklaarde die meening volko men te deelen. met- de vijf palmen en varens, diie uit dfö ver schillende potten oprezen, van haar vriend en collega Dobeint voor haar verjaardag gekregen. Op heb kastje m dit vertrek stond een groot aantal kabuietportrotten in mooie lijsten ge groepeerd om een groot inktstei van. euivre-poli, dat KaJkawsfci vroeger, toen hij een engage ment in db provincie had, eens op rijm benefiet van vereerders had gekregen. De photoga&eèn stelden mannelijke ©n vrouwelijke collega's d!er Kalkowski's voor, de meestem m kostuum. In een der hoeken stond een eikenhouten ezel. Een, ïensachbigs pliotografie an ebbenhouten lijst met bronzen hoeken, vertoond1© Asnmida Kalkowski in den vollen bloei liarer schoonheid. Zij het dlan toeschouwer haar ver-ontblooten mg zien an esn over den praehügen schouder gekeerd trobsch profiel. Hot Raar was op Giiekscha wijzo opgemaakt, aa liab luchtig op den bovenarm vastgehechte gewaad sclieem er ook op to wijzen dat d'e gestalte in een of ander klassiek gewaad bedoelde gehuld' to zijn. Maar daar men door het geheel noch aan Ipht- genia noch aan ilero weid herinnerd, bleef al- kvn het vermoeden over dat dit borst- of liever rugbeeld alleen gemaakt was om d© schoonheid dezer vrouw to noen uitkomen. Drie verbleekte lauwerkransen met bonte, verschoten linten lnngen aam den ezel; een over dbn kop, twee aam de hoeken. Aam dl© wanden hingen zeer veel phobogira- fteën, ook meorendeefa ia kostuum, bekende kunstenaars en het echtpaar zelf. Daartusschem goedkoops Japamseha waaiers en shawls. Wordt venolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1