52,le jaargang.
Vrijdag 27 Januari 1899.
N°. 9844.
Eerste Blad
Strijdige Werelden.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen*
UITGEVERH. J. C. ROELANTS.
I
BUITENLAND.
COURANT.
iBOUHSKBStstMJS voob Schiedam, pet kwartaal f Q„90
omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05
franco per post, p. kwartaaL - 1.30
Afzonderlijke nommerso.02
BUREAUROTERSTRAAT TO, Tcleplioon So. 123.
AorEatBHTffiriojsvan 15 gewone regels met inbe
grip van ccnc Courantƒ0.58
Iedere gewone regel meer0.10
B|J abonnement wordt korting verleend.
1)E BURGEMEESTER VAK SCHIEDAM,
Brengt bij doze ter kennis van de ingezetenen:
Dat het kohier der Grondbelasting op de gebou de
en ongebouwde eigendommen dezer gemeente er
het dienstjaar 1899, door den heer directeur der c. ;te
belastingen te Rotteidam op den 2-isten Januari 1899
executosr verklaard, op heden aan den ontvanger der
directe belastingen ter invoi dering is overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder ver
plicht is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden
voet te voldoen; alsmede dat heden de termijn van
at weken ingaat, binnen welken de reclames tegen
deten aanslag behooren te worden ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 26sten Januari 1899.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Inrichtingen w.clkc gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gezien het verzoek van T. VAN DIJK om vergun
ning tot oprichting van een paardenslachtenj op
het perceel open grond, uitkomende aan het biandpad
achter de Hoofdstraat, kadaster sectie L no. 1380;
Gelet ep de bepalingen der Hinderwet;
Doen te weten:
dat voormeld verzoek met de bijlagen op de secre
tarie der gemeente is ter visie gelegd;
dat op Donderdag den 9<fen Februari a 3., des
middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid zal
worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van
dat verzoek in te brengen en die mondeling of schrif
telijk toe te lichten; en
dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip hierboven
genoemd, op de secretarie der gemeente, van de
schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen,
kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 2Gden Januari 1899.
Burgemeester en ioethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris
VERNÈDE.
Algemeen «verzie.»».
SCHIEDAM, 26 Januari '99.
Een der quaaslies die in Duitscliiand peiio-
diek opduiken in de bladen en da» met zooveel
ijver besproken woiden, als hing het heil van
het vadeiland er van af, is de Welfenquaestie.
Eigenlijk zit me wel wat verlegen inet de
zaak, en zou iedereen graag willen dat nu
DOOR
IDA BOY-ED.
22)
„Verlangd heb ik zeker," verteld© zij, vroo-
lijk in zijn naar voren geneigd eai naar liaar
toegekeerd gelaat kijkend, „miaar treiunig zijn,
diaifc zou immers volkomen onnoodïg zijn ge
weest. Gisteren was er een première in den Êo
ademtie-schouwburg, cm daar mama juist niets
te doen had, zijn wij er heen gegaan. Later zijn
wij nog met Dobort en die Brinkmaim's je
weet wel, van het Lossing-theater en de
Meyer's bij Kempinski geweest. Jammer dat
jij ©r niet bij waart, zoohi gezelligheid1 kan je
je niet voorsteden. En eergisteren ja, wat
was er eergisteren ook weer? O ja, eergiste
ren spéalde mama, en toen zijn wij dadelijk
uaar huis gegaan. En den dag dlaarvoor was im
mers d'ait oogstfeest in die vereeniging van Phi
lip. Zeg, je mag jaloersoh wordenk heb ko
lossaal succes gehad als Spaansche."
Zij streelde onder het vertellen voortdurend
Guy's hand en keek hem met zooveel liefde in
de oogen, dait hij haar niet wilde zeggen, hoe
veel liever en netter hij hfet gevonden zon heb
ben waarneer zij zich' gedhrende zijn afwezig
heid minder vermaakt had.
„Vandaag heb je ook een kolossaal succes en
Wel bij mij met die mooie japon," zei hij fee
der. „Dat groen staat je uitmuntend. Een
nieuwe Ik geloof dat ik je ze nog niet aan heb
zien hebben? En wat ritselt die zijde aardig!"
eindel'yk maar eens de opvolging in Brunswyk
geregeld was. Want met Hannover bemoeit
men zich met meerdat is en blijft Pruisisch,
en met de hoop van den hertog van Cumber
land, deu zoon van den blinden koning George V,
houdt men niet eens rekening.
Men weet dat Hannover in 1866 door Pruisen
geannexeerd werd, nadat het de zijde van Oos
tenrijk had gekozen, tn dat Brunswijk alleen
voor gelijk lot werd bewaard door Pruisen te
steunen. De voortdurende kuiperijen van den
onttroonden Haunoveraansche koning en diens
zoon in den vreemde, deden liet Piuisen onge-
vvenscht voorkomen dat, toen met den laatsten
hei tog van Bi unswijk de oudere linie der Welfen
uilstieif, de regeering aan den jongeie» tak
zou overgaan.
De troonsopvolging werd dan ook in dier
voege geregeld dat een regentschap de regee-
ling zou waarnemen, ingeval de rechtmatige
erfgenaam van den troon verhinderd was de
regeeriog te aanvaarden. En schoon de hertog
van Cumberland bezit nam van de regeeiing,
viel hem alleen het privaat-vermogen van hertog
Wilhelm ten deel, en werd de regeering sinds
diens dood door een regent gevoerd, waartoe
in 1885 prins Albrecht van Pruisen werd ge
kozen.
Dat die toestand niet kan voortduren
daarover is men het eens, en herhaaldelijk zijn
reeds plannen geopperd om den hertog van
Cumberland den weg te banen tot den Bruns-
wykschen troon. Daartoe zou hij allereerst voor
goed moeten afzien van Hannover, dat Pruisisch
is en Pruisisch moet blijven.
In het laatste jaar is de quaestie herhaaldelijk
besproken, en wel in dezen vorm dat de hertog
van Cumberland in Pruisiscliea krijgsdienst
zou treden. Men stelde zich dan een plechtige
verzoening voor tusschen den koning van Pruisen
en den hertog van Cumberland voor het front
der troepen, waarna de regeering van Bruns
wijk in handen van den hertog zou overgaan.
Ook de laatste dagen waren weer rijk aan
geruchten. Keizer Wilhelm zou te Hannover
inspectie houden over de troepenen dit z iu
geschieden met den hertog aan zijn zijde.
De profetie werd niet vei vvezeuiijktmaar
groot opzien baarde toch een besluit des Keizers
om de Hannoveraansche regimenten namen en
onderscheidingsteekenen te geven, die ontleend
zijn aan de geschiedenis van het koninklijk
Hannover.
Dat was dan toch in ieder geval een blijk
van verzoening; nu zou de spanning verminderen.
Een nieuwe dageraad brak voor de erflanden
der Welfen en voor het oude vorstenhuis aan,
de Keizer leidde aldus de verzoening in. Spoedig
zou de nazaat van Hendiik den Leeuw weer
plaats nemen onder de vorsten vau het Duit-
sche Rijk.
En zelfs in toongevende kringen was men
op een verzoening voorbereid.
Martina -streek even een paar plooien glad.
„Och," zei zd; het was een uitverkoop, de
stof. En de zijd jering is van een afgediamkt
kostuum van >a., dat toevallig bij dié kleur
p-aste. Je moeu j© weten te behelpen. Wij heb
ben een verschrikkelijk goedkoop© naaister en
wij werken ook veel met juffrouw Gressmiaiui
thuis."
Guy was in verrukking.
„Laat mij die kleine teeènlmidjes kussen,"
hij. „Wat staat dat goed in een vrouw, wan
neer zij met zoo geringe middelen aan kaar
uiterlijk voorkomen chic en voornaamheid weet
te geven."
„En is het jou ook goed gegaan vroeg Mar
tina.
Guy ging mat geestdrift aam. heit vertellen.
En. zijn meisje luisterde toe, lied. nauwkeurig
en met haar vol© versband.
Dat men haar verloofd© vijf-sm-zeventig dui
zend mark wilde gewen, beviel -haar ergdat zij
naar Hamburg moest, niet bijzonder. Dat Char
iot Baumeisber ihaar eein liefderijke leidsvrouw
en vriendin wild© zijn, ia het geheel niet.
„Maak ik dan zoo'n onvobriaakten indruk op
je?" vroeg ze lachend en ze kuste hesm, „dat ik
neg verder opgevoed moet werden?"
„Och neen zoo is het immers niet be
doeld zei Guy eenigszLms verlegen. Hij kern
toah onmogelijk zoo maar lompweg zeggen,
dat menige Heine bijzonderheid in Martina's
manieren en vooral dn haar opvattingen onder
den minder minder natten invloed barer
omgeving stond.
„Ik moet dat ongemerkt hij haar polijsten,"
dacht Guv. „Zóó dlait zij het zelf nauwelijks
Wreed komt de sKöln. Ztg." die droomen
verstoren als de vuist van den ruwen knaap
die de Kaartenhuisjes zijner jongere broertjes
en zusjes uiteenslaat, zoo dempt het koei-staat-
kundig betoog van het dikwyls geïnspireerde
blad de vieugde der aanhangers san den Welf
envan de velen die met een stillen zucht
toegeven dat politiek beleid en rechtvaardigheid
niet altijd synoniem zijn.
Hei blad dan geeft zoowel het Duitsche volk
als de regeeriug de schuld van die praatjes
het Duitsche volk omdat het »helaas 1 nog niet
bezield is met het gewenschte politiek gevoel"
de regeering omdat, »zoolang men vasthoudt
aan de fictie dat de Brunswijksche troon niet
kan bezet worden, zoolang men de aanspraken
der Cumberland's op dien troon nog erkent
door de instelling van een regentschap, men
ook tot op zekere iioogte de vrees wettigt dat
toch nog eens een Welf, al is het natuurlijk
ook niet in Hannover, dan toch in een anderen
Duitsehen bondstaat aan de regeering kan
komen."
Had men indertijd kort proces gemaakt en den
Brunswijkschen kroon door de organen van Rijk
en Land laten bezetten, dan zou nu niemand op
de gedachte komen dat de Duitsche keizer op
plechtige wijze een prins uit het huis der Welfeu
in het ieger zou opnemen en dit feit voor ge
wichtig genoeg zou houden om het formeel als
een zeer verblijdende gebeurtenis ter kennis
der Hanooversche soldaten te brengen.
De voorloepige regeling acht het blad niet
ten voordeele van het Rijk, noch van Bruns
wijk en Hannover, noch van de Welfen zelf, en
het ziet het bewijs daarvan in het gebrek aan
vertrouwen in de kracht der rijksregeering,
waardoor alleenzulkegeruehten kunnen ontslaan.
Het is ver gekomen zucht de »Koln',sclie"
dat het waarlijk nog eerst ernstig moet
tegengesproken worden, dat de Duitsche Keizer
niet naar Hannover is gereisd om een Welf
plechtig aan de Hannoverste regimenten voor
te stellen.
Wat de keizerlijk besluiten betreft, waarbij
bovengenoemde onderscheidingen aan de Han-
noversche regimenten worden toegekend, daar
over laten de meeste bladen zich zeer sceptisch
uitzij gelooven dat de door een geest van
ideale kameiaadschappelijkheid den Keizer inge
geven besluiten weinig aan de bestaande toe
standen zullen veranderen.
Eén blad slechts meent dat thans voor een
belangrijk en in hoog aanzien staand deel der
bevolking de kloof van 1866 overbrugd is;dat
voortaau de zonen der oud-Hannoveraansche
officieren zich met volle overtuiging onder het
Pruisische vaandel kunnen schai en en niet meer
dienst behoeven te nemen in andere bonds
staten of in het buitenland.
Zou de wrok van den aanhangers der Welfen
zoo gemakkelijk te verzachten zijn? De geschie
denis zal het leeren; maar voorloopig is het
moeilijk aan te nemen.
Gemengde Rededeellngen.
merkt. Of haar, waarneer er aanleiding toe is,
met goedheid aiamtoonem op welke punten zij
nog anders moet worden."
„En Hamburg is werkelijk noodzakelijk?"
vroeg zij verder.
„Bepaald nooodtea/kelijk," antwoordde hij zeer
stellig. ,Te Berlijn is d© concurrentie zóó groot
dat er nog heel andere sommen moodig zouden
zijn, indien ik met een eigen bouwwerk dte aan
dacht wilde trekken. Te Hamburg daarentegen
zijn de omstandigheden „beter en ik heb daar
de protectie van den gebeden kring der Ba-u-
moister's
„Ja," zei zij zuchtend, terwijl zij met liaar
vingertoppen zijn verlovingsring heen en weer
schoofwant hij liet haar nog altijd zijn hand
liefkoozen. „Ik ben erg aan Berlijn gehecht. Om
zoo te zoggen met hart en ziel. Het ais ecin heer
lijke stad Als er ton momste nog een zwakke
kans op was, dat wij later weer hierheen ver-
huisdon."
„Maar, Niini, wij zijn immens niet aan- Ham
burg getrouwd'. Als ik mij daar in eon paar
jaar een positie en geld hab verschaft, d!an (kun
nen wij immers nog d'oen wat wij willen."
„Mooi zoo! Heerlijk' En mag ik mama en
papa ook dikwijls bezoeken?"
„Zeker," zd hij, hopende op dien alias over-
wlnnendan tijd.
Zij bedekte zijn. wangen met kussen en cmt-
week spelend zijn zoekende kppem.
Toem viel ham iets op ernstig en hindterlijk.
„En heb je geen enkel woord -over voor Char
lotte's groote goedheid?" vroeg hij op treuri-
gen toon.
Ook Martina werd terstond ©rnotig. Hat was
De buitenlandsche bladen bespieken vrij
algemeen de ontwapeningsconferentie. De slot
som van de ïTemps" is dat een internationaal
scheidsgerecht wenschelijk en mogelijk is; wel
licht zou dat ook medewerken tot vermindering
der legers en der oorlogslasten.
Be iKoln. Ztg." noemt daarnaast de uit
breiding der bepalingen van de conventie van
Genève (onschendbaarheid van ambulancen enz.)
ook tot zeeoorlogen.
De meeste Duitsche en Engelsche bladen
nemen de voorstellen zeer sceptisch op.
Be Romeinsche correspondent der sTimes"
zegt te kunnen verzekeren dat de Russische
regeering den Paus heeft uitgenoodigd een ver
tegenwoordiger ter ontwapeningsconferentie te
zenden.
De sTemps" verklaart gemachtigd te zijn
het bericht van een aanstaande ontmoeting van
czaar Nicolaas, keizer Wilhelm en president
Faure beslist tegen te spreken.
Esterliazy is gisteren niet door de strafkamer
gehoord. Hij is nog te Parijs, maar de »Petit
Temps" acht het niet onmogelijk dat hij heden
of morgen vertrekt.
Volgens de ïSiècle" heeft het Hof de kan
selarij van justitie verzocht alle getuigen ver
klaringen te laten drukken, om de publieke
meening in te lichten en tevens den arbeid
der rapporteurs te verlichten. Alleen de ver-
klaiingen die de landsverdediging raken, zouden
weggelaten worden. De kanselarij zou dit voor
stel evenwel als nutteloos hebbeu afgewezen.
De ïTemps" heeft informaties ingewonnen
aan het departement van justitie en daar ver
nomen dat de zaak nog hangende is en dat
er kans bestaat dat het Hof en de kanselarij
het eens worden.
Een gerucht dat de regeering geneigd is de
zaak-Dreyfus aan de Kamer te onttrekken,
vindt bjj welingelichten geen geloof.
De ïCourrier du Soir" weigert te gelooven
dat de disciplinaire enquête tot resultaat zou
hebben dat verschillende leden van het Hof
zich voor een raad van magistraten zullen te
verantwoorden hebben.
Met het oog op het proces der weduwe
Henry tegen Reinach zjjn voor morgen uitge
breide voorzorgsmaatregelen genomen. Er zijn
in het geheel 341 getuigen gedagvaard, waarvan
de 132 der weduwe Henry en 150 van Reinach
tegen Vrijdag. Tot die 282 behooien ook Ester-
Iiazy en Picquait.
Een gerucht zegt dat Zo!» thans de gast is
van den beroemden Engelschen lomansctu yver
Meredith.
In den Duitsehen Rijksdag werd gisteren graaf
Hompesch' voorstel tot opheffing der Jezuiéten-
wet en dat van graaf Lirnburg-Stirum en
plotseling of een am dier, een vrouw mot gerijpt
verstand, uit liaar sprak.
„Hoe kan. je dat vragen zeide zij, terwijl zij
rechtop ging zitten. „Ik zal d.e edele -vrouw,
die zooveel voor je heeft gedaan, met vereerung
en dankbaarheid db haard kussen. Maar dat ik
verschillend© dingen objectiever en cmbovamge-
ner bekijk dan jij, is wel tie begrijpen. Zij hoeft
voor jou veel gadiaani, zeg je, zelfs vroeger reeds
toen zij de nalatenschap vam j© vader regelde.
Vergeet evenwel niet dat de naam van je var
der ook do naam van haar moeder was, en diait
het haar, in aanmerking genomen dien -ontzeib-
temd'en trots dltem de Baiumeüster's volgens j©
eigen zeggen bezitten, daarom zeker ©en verne
dering zo-u hebben toegeschenen, zijn. makubem.-
schnp failliet t© Laten verklaren. Heb ik niet
gelijk?"
„Heb kan zijn, Nini maar
Zij viel hem in d© rede.
„En dam, lieve darn oor, vergeet jij met je
extase van dankbaarheid ook heelemaal dat die
rn.eiL3cli.sin. jou, den armen zoon van een schilder,
grootgebracht hebben bij ganzeleiverpastei an
champagne, om het zoo maar eens uit te druk
ken. Nu, dam was heb toch ook eenvoudig niets
meer dan een heel gewoon staaltje vam hun
pEcht dat zij je, toen je een zelfstandig memsch
waart gewordtan, nüet plotseling mot worsu en
bier afscheepten. Zij m o e s -t e n je kapitaal ver
schaffen, leeneai of gaven, waarmede je den
grand kunt leggen tob een bestaan waaraan zij
je gewend bobben. Heb ik niet gelijk?"
Guy geraakte steeds meer in de war.
Wordt vervolgd.)