-1 De minister van Waterstaat, Handel en Nijver heid verleent deze week geen audiëntie. De deurwaarders der directe belastingen zullen zich, nu de pogingen om eene betere regeling hunner belooning te vet krijgen, volgens het antwoord op het voorloopig verslag in de Tweede Kamer zijn mislukt, tot den Minister van Fi nanciën wenden, met verzoek, eene regeling met vast tractement in te stellen. In de gisteren onder leiding van den heer B.- H. Heldt te 's-Gravenhage gehouden jaar- iijksche vergadering van den Nieuw-Malthu- siaanschen Bond werd door len secretaris ver slag uitgebracht over de werkzaamheden van den Bond in het afgeloopen jaar. Daaruit bleek dat de Bond een tijdperk van strijd te gemoet gaat, door de oprichting van Anti-Malthusi- aaitschen Bond. Het aantal leden bedroeg in den aanvang van 1898 559 personen. De geld middelen gingen eenigszins achteruit. Als be stuurslid werd herkozen de heer B. H. Heldt en gekozen dr. Rutgers, uit Rotterdam en diens echtgenoote, mevrouw Rutgers. Te Heerenveen is overleden jltr. mr. T. H. van Beg ma thoe Kingma, een man vangroote verdienste op onderwijs gebied, Ilij was de stichter van sVolksonderwijs" een lid van ver dienste, een groote onderscheiding, van het Ned. Ond. Genootschap, Te Rotterdam is gisteren plotseling overleden de heer Willem Laming, margarinelabrikant en een verdienstelijk lid der Kamer van Koop handel en Fabrieken. Uit de Staatscourant. Bij Kon. besluit is aaa F. G. Caners, secretaris der gemeente Denreen c. a. toestemming verleend om tot 1 Mei 1904 te Ravenstein to blijven wonen. De beer E. Zemiti, bij Kon. besluit benoemd tot consul te Florence, is in die hoedanigheid door do Italiaansche Regeering erkend. STADSNIEUWS. „Schiedam". Te ruim aclit uur werd Zaterdagavond door den voorzitter, den iieer M. C. M. d e G r o o t, de vergadering der kiesvereeniging «Schiedam" geopend, waarin de statuten- en programma- wgziging aan de orde zou komen. (Zie ons nr. van 22 Jan. 1.1.) De vergadering was slechts zeer matig bezocht. De notulen worden gelezen en ongewijzigd gearresteerd. Eenige nieuwe leden worden aangenomen mededeeling van het bedanken van eenige leden wordt gedaan. De tekening over het jaar 1898, sluitende met een nadeelig saldo van f 0.83 wordt nage zien en goedgekeurd. Door nog te betalen rekeningen bedraagt het geheele nadeelig saldo f 26. Aan de orde komen de programma- en statutenwijziging. De voorzitter, de heer M. C. M. de Groot, licht deze, om verkeerde opvattingen te voor komen, toe. De democratische partijen danken hun bestaan aan ontevredenheid met de be staande maatschappelijke toestanden; zij be- seflen dat de maatschappelijke goedeten onrecht matig, in ethische zin, verdeeld wordeo, wat zoowel voor hen die te veel als voor hen die te weinig krijgen, een nadeel is. De meeste democraten achten niet materieele welvaart het hoogste, maar oordeelen zekere materieele welvaart noodig voor moreele verheffing. Zij komen op tegen de vrije concurrentie. De grondslag der democraten is dat de menschen gelijke rechten hebben op ontwikkeling hunner individualiteitzij verlangen dat ieder dit zoo veel mogelijk zal kunnen, zonder daarom absolute gelijkheid te willen. De vrijzinnig-democraten meenen bovendien dat dit ligt in de ontwikkeling vao hei oude liberalisme. Zjj hebben een ruimeieu blik ge kregen op de nadeelen der vrye concurrentie, en schromen niet bg het keeren van het kwaad staatshulp in te roepen. Nu bestaat er verschil in den afstand der liberalen van den ouden stamboom van het liberalisme. Daardoor ontstaan verschillen tus- schen de liberalen, zóó gioot, dat het bestuur van iSehiedam" meent dat samenwerking on vruchtbaar is. Spr. bestrydt de meening van den heer Lissa; wrijving is goed, maar er moet eenheid zijn. Vervolgens betoogt spr. dat de voorstellen san het bestuur niets meer en niets minder zgn dan een gevolg van de ontwikkeling der ideeën. Enkele opmei kingen wgdt spr. aan het advies van den heer Lissa. Hg vraagtwat verstaat de heer Lissa onder socialisme? Aan ketter- jagerij maakt het bestuur zich niet schuldig; het toetst niei de meening van anderen aan de zijnemaar vraagt alleenzijt ge het met ons eens? Spr. drukt er zgn leedwezeu over uit dat de vergadering zoo slecht bezocht is, terwijl er zulke belangryke voorstellen aan de orde zijn. Het is een bewijs van slecht politiek leven, van plichtsverzuim. De heer A. F. van Lissa meent dat de quaestie neerkomt juist op de vrijzinnige leer. Aanvankelijk erkende men alleen den rechts staat; later wilde men deu staat voorzorgen laten nemen tegen de nadeelen der vrgheid de socialistische leer stelt die voorzorgen op den voorgrond. Spr. ziet in den bestaansstrijd een prikkel tot vooruitgangden slaat kan niet alles regelen. Met ketterjagerij bedoelt spr. niet in het oprichten van braudstapelijes. Maar hij vreest er voor dat de wrijving in den boezem der vereeniging geheel verdwijnt, terwij! voor niet- geheel-gelijk-denkenden in Schiedam geen andere vereeniging openstaat. Spr. wijst er voorts op dat men vroeger vaak daarom minder gewenschte candidaien moest kiezen omdat er geen betere te vinden waren. Wat spr. wi! Den gulden middenweg. Reeds vroeger verschilde hg omtrent landnationalisatie en andere punten van zijn medebestuurders. Hij wijst op de gevaren van te uitgebreiden staatszorg, o.a. door Amsterdam als voorbeeld te stellen. Men zat ten slotte geen goed stedelijk bestuur meer kunnen vinden. De heer De Groot vindt de voorstelling van socialisme van den heer Lissa vaag. Ook spr. ziet de gevaren van al te groote staats inmenging. Waar de heer Lissa niet principieel tegen staatszorg is, daar zou men hem met evenveel recht socialist kunnen noemen. Waar hg op Amsterdam wgst, dat reeds zooveel werk op zijn horens heeft genomen, daar wijst spr. er op dat in den Amsterdamschen Raad toch geen sociaal-democraat zitting heeft. Wat het stellen van candidaten betreft, in den laatsten tijd is het herhaaldelijk voorge komen dat de vergadering haar keus liet vallen op meer conservatieve, terwgl er candi daten waren die op het program der vereeni ging stonden. Daar niemand het woord verlangt, worden de algemeene beschouwingen gesloten. Aan de orde komt thans art. 1 der statuten. De Voorzitter betoogt dat het woord »constitutioneel" is weggelaten, om niet de mee- ning open te laten dat de vereeniging zich stelt op het standpunt der tegenwoordige grondwet. De bedoeling is niet, dat men geen constitu- tioneelen regeeringvorm wil noch dat men revo- lutionnaire middelen goedkeurt, De heer C. K e r d e 1 had gaarne gewild dat het bestuur uitdrukkelijk hud vei lilaaal, het bestaande koningschap te willen handhaven. Het weglaten van het woord ïeonstitutioneel" aclit spr. lichtvaardig om de bezwaren tegen de bestaande grondwet. Spr. wil handhaven de giondslagen onzer staatsinrichting, waartoe hij o.a. rekent het koningschap en de Eerste Kamer. Ook tegen de uitdrukking ïdemocratisch" heeft hij bezwarenhet is een stap verder dan s>vrijzinnig-liberaal". Hg is tegen het voorstel van het bestuur. Hij verwacht van aanneming van het bestuursvoorstel den ondergang dei- liberalen te Schiedam. De heer Lissa begrypt niet hoe men kan blijven ïbinuen de perken der wet", wanneer men niet wil zijn ïconstitutioneel". Spr. rneem, en ook het program der Liberale Unie mpent dit, dat men moet blijven constitutioneel zoo lang de grondwet niet herzien is. Ook andere partgen deelen die opvatting. De Voorzitter verklaart dat het bestuur die meening evenzeer deelt. Hg herhaalt wat het bestuur er mede heeft bedoeld. Met 17 tegen 13 st. wordt besloten de uit drukking ïconstitutioneel" te schrappen. Eenige leden verklaren nu te bedanken als lid der kiesvereeniging en verlaten der vergaderiog. De Voorzitter bespreekt ïdemocratisch" Het is een quaestie van meer of minder, maar het woord democratisch" is stelliger. Alleen om klaarheid is het te doen. De heer L. vanEmden ziet in idemo- cratisch" hetzelfde als ïradicaal". Hg wil de uit drukking ïvrijzinnig-liberaal" behouden. De heer A. F. van Lissa is niet demo cratisch. Hg wil bescherming van alle'klasseu, niet alleen vaa de volksklasse. De heer C. van Keurs komt daartegen op. Hij ziet in democratisch alleen, dat men ook aan de arbeiders aandeel wil geven in het staatsbestuur. De heer F. W. N. Hugenholtz onder schrift die meening. Het ligt ook in de ethymo- logie van het woord. Men wil aan het gebeele volk geven aandeel in de regeering. De heer Van Einden vraagt of het woord vooruitstrevend" dat doel buitensluit. De heer Hugenholtz antwoordt dat het woord vooruitstrevend niets omlijnt. Een stelli ger woord is noodig. Met 18 legen 6 stemmen en 1 blanco be sluit de vergadering het woord ivooruitstrevend' te vervangen door ïdemocratisch". [Deze beide eerste stemmingen geschieden met gesloten briefjes.] De veranderingen van art. 1 en art. 2 wor den volgens het voorstel van het bestuur met acclamatie aangenomen. Bjj art. 3 merkte de heer A. F. van Lissa op dat het onpractisch is niet-kiezers te laten deelnemen aan stemming over candidaten. Dat zjj lid der vereeniging zgn, acht spr. nuttig omdat zij uit de debatten zeer veel kunnen leeren. De Voorzitter vindt het daarentegen een eisch van rechtvaardigheid hun, die door de kieswet, waarmede de Liberale Unie niet tevreden isworden buitengeslotenin de gelegenheid te stellen hun stem te doen hooren. De heer L. A. C. Ingenhoes zou 't, nu de vereeniging ïdemocratisch" is, al zeer ïon- democratisch" vinden niet met het bestuurs voorstel mede te gaan. De heer A. van Waart voorziet moeilijk heden in geval er meer niet-kiezers dan kiezers lid der vereeniging zouden zgn. Hij meent dat het voldoende is, wanneer de niet-kiezers door ver dediging of afkeuring hun invloed kunnen doen gelden. De heer De Groot ziet in het bestuurs voorstel een logisch uitvloeisel van den wenseh naar algemeen kiesrecht. Het bestuursvoorstel wordt met groote meer derheid aangenomen. De Voorzitter deelt mede dat aanvanke lijk ook drie bestuursleden een wijziging van art. 13 wenschten, om het bestuur een absolute macht te geven, waar het geldt het nemen van maatregelen om de verkiezing van den candidaat te bevorderen. Daarvan is afgezien. Het bestuur heeft be sloten, wanneer er candidaten gesteld worden die eenigszins verder van het program afstaan, de meenirg van de vergadering te vragen over de wijze waarop de candidaat zal worden ge steund. De statutenwijziging in haar geheel wordt zonder stemming aangenomen. De heer van Lissa deelt mede dat hij bedankt als bestuurslidhij zal echter lid der vereeniging blijven totdat hij een beter aan- knoopiugspunt vindt. Aan de orde komt de wijziging van het programma voor de raadsverkiezingen. De artt. 1, 2 en 3 worden zonder debat en stemming goedgekeurd. Bij art. 4 is de heer Lissa tegen de toe- voegingromtrent ïkosteloos onderwijs". Hij wil wel degelijk de rijkeren laten betalen. De Voorzitter verklaart dat het bestuur zich kosteloos onderwijs vooi stelt als een schoon ideaal. De heer N. Tak vraagt of bij evenredige schoolgeld heffing ook aan de thans k'oslelooze scholen schoolgeld zal moeten worden betaald. De Voorzitter zegt dat dit niet wordt bedoeld. Ait. 4 wordt aangenomen, het toevoegsel met één stem tegen. Art. 5 wordt aangenomen. Art. 6 wordt aangenomen, nadat de V o o r- zitter het bezwaar des heeren Van Li-sa heeft ondervangen de gemeente behoudt haar winstaandeel. Art. 7 wordt aangenomen. 13g art, 8 vraagt de heer Lissa of de hem van autoriteiten ter oore gekomen meeuing tegen het nut van school baden kan weerlegd worden. De heer Van Meurs zegt dat de autori teiten van meening velschillen. In Duitschland worden schoolbaden met vrucht toegepastook te Amsterdam. De Voorzitter erkent dat er groote be- zwaien zijn, maar meent dat die wel overwon nen kunnen worden. De heer Lissa meent dat men candidaten deze verplichting oplegt voor invoering van schoolbaden te ijveren. De heer B. De Maar is het daarmee eens. De Voorzitter ontkent dit. Alleen het oordeel van den candidaat wordt gevraagd. De heer A. van Waart verdedigt met warmte schoolbaden, waarover in Duitschland niets dan lot bestaat. De heer Hugenholtz meent dat de ver eeniging alleen de ïwenschelijkheid" uitspreekt, niet de mogelijkheid." De Voorzitter gelooft integendeel dat, wanneer de vereeniging de wenschelijkheid uitspreekt, zg ook voor de invoering moet ijveren. De heer G. W. Snel merkt op dat school baden een kleine veertig jaren geleden op een school te Rotterdam waren ingevoerd. De heer Van Westendorp vraagt of het meeningsverschil tusschen den heer Hugen holtz en den Voorzitter zich tot dit punt of ook tot andere uitstrekt. De heer Hugenholtz verklaart dat het van hem een slordigheid was. Art, 8 wordt aangenomen. Bij art. 9 maakt de heer Van Westendorp bezwaar tegeu het looncijfer. Alleen een vakman kan daar een oordeel over vellen. Bovendien komen de gevallen voor, dat werklieden door uitkeering van ziekenfondsen plus ziekteloon meer verdienen dan anders en verkiezen ziek te blijven. De heer C. R ij k s e merkt daartegen op dat ziekenfondsen alleen uit nood zgn gesticht. Desnoods kan de gemeente, wanneer de arbei ders bij ziekte het volle loon krggen, hun ver bieden deel te nemen aan ziekenfondsen. Hij verdedigt het looncgfer, omdat dan geen arbei der minder dan f 40 verdient. De heer Van Waart meent dat, wanneer de aibeider van zgn eigen bijdragen geniet, dit geen argument mag zgn voor de gemeente om het loon te verminderen. Hij acht dit onrecht vaardig voor de arbeiders. De Voorzitter sluit zich bij de vorige sprekers aan. Hij acht 16 ets. per uur een mini mum-loon, dat zelfs voor den geringsten ar beider niet te hoog is. De heer J. P 1 o o ij Jr. protesteert tegen de woorden van den heer Westendorp, Arbeiders willen niet liever ziek zijn dan werken. Maar bovendien kan dat evenzeer onder de hoogere ambtenaren voorkomen. De Voorzitter geeft dit laatste toe. Hij wil gelijk recht voor allen. De heer Van Westendorp heeft geen smet willen werpen op den arbeidenden stand. Hfj heeft alleen feiten uit de praktyk willen releveeren. Praetijk is iets anders dan theorie. Art. 9 wordt aangenomen met één stem tegen. Bg art. 10 vraagt de heer V a n L i s s a het oordeel van werkgevers en werknemers. Hem is ter oore gekomen, dat er arbeiders achter uitgaan door minimum-loon en maximum, arbeidsduur. De heer Rij kse zet de voordeelen daarvanL uiteen. Art. 10 wordt aangenomen; de toevoeging vaa den heer Van Lissa wordt verworpen Bij art. 11 vraagt de heer R g k s e of de winst uit gemeentelijks ondernemingen niet allereerst ten goede moet komen aan de ver- bruikers. De Voorzitter zegt dat het de bedoeling is de arbeiders een aandeel te geven in de winst, die door hun arbeid wordt verkregen De heer A. E. M e n d e 11 vraagt wat het bestuur bedoelt: het beginsel van coöperatie of premiestelsel. In het eerste geval is hij tegen het voorste!dan moeten ook de verbruikers in de winst deelenin het laatste geval wenscht hij een redactiewijziging om misverstand te voorkomen. De Voorzitter meent dat de verbruikers in de winst deelen doordat de belastingen min der zijn dan wanneer er geen winst werd ge maakt. De heer Mende 11 zou dit toegeven, wan-jfi neer de prijzen die de gemeente verlangt voor gas, waterleiding enz. niet ongelijkmatig drukte. Coöperatie wil rechtvaardigheid; dit zou zijs onrechtvaardige toepassing van coöperatie. De heer Ingenhoes ineent dat er in de gemeentehuishouding van geen winst sprake kan zijn zoolang er nog belastingen worden geheven. De heer M e n d e 11 dient een amendement in om in art. 11 duidelijk uit te spreken dat geen coöperatie wordt bedoeld. Een langdurig debat ontstaat hierover, waarin de velschillende sprekers hun meening hand haven. De heer B. de Maar is van oordeel dat de gemeente geen winst umg maken. Hij stelt in dien geest een motie voor, welke met 15 tegen 9 stemmen wordt aangenomen. Het bestuur wijzigt nu zijn voorstel en de heer Mendell zijn amendement in den zin van ïeventueele winst". In stemming gebiacht wordt het amendement- Mendell met 13 tegen 7 stemmen en 4 blanco aangenomen. Aan het bestuur wordt overge laten art. 11 in dien zin te redigeeren. Daaina wordt het gewijzigde gemeenteraaiis- program in zgn geheel goedgekeurd. Tot bestuursleden werden vervolgens gekozen, in de plaats der heeren Van Meurs en Snel, die periodiek aftreden en niet herkiesbaar zijn, de heeren J. Plooij Jr. en A. van Waart, en in <ie plaats van den heer Bezemer. die bedankt heeft, de heer C. Rijlcse. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voor zitter de vergadering. Onze vroegere stadgenoot de heer W. J. van Wagtendonk zal morgen Dinsdagavond om 8 uur in het «Volkshuis" een voordracht houden, die zeker aller belangstelling verdient. Men zie voor bijzonderheden achterstaande mededeeling. BURGERLIJKE STAND. Geboren s 4 Febr. Pieter Martinus, zoon van N. v. Noortwijk, en J. den Held, Broersvext. üasti aan Pieter, zoon van J. van den Bosch, en J. C, Brinkman, Bakkerstraat. Overleden t 4 Febr. Maria de Klerk, 75 jaar en 4 maan den, wed. van Hendrikus Martinus den Held,' Botterd. dijk. 5 Febr. Elizabeth Cornelia Bouwer, 28 jaar, Oude Kerkhof. VL AARDINGEN. Tot onderwijzer te Rotterdam is benoemd de heer M. van Keuleu, ouderwijzer aan de tusschen school alhier. Het pensioen van Mej. E. E. Leupen, ge wezen hoofd der Meisjesschool alhier, is door den Minister vastgesteld op f693. De Bazaar ten behoeve van een bijbouw aan het Zeemanshuis heeft zooveel opgebracht, dal op f100 na de kosten gedekt zijn. Bij nol 1000 kwam binnen. BURGERLIJKE STAND. Geboren 4 Febr. Leentje, dochter van G, Los en A. M. van Vliet, Achterstraat. 5 Febr. Pieter, zoon van P. van Keulen en H. van Oeveren, Qed. Bierstoof. Lijntje, dochter van D. Hofman en C. v. d. Velden, Oosterstraat. 6 Febr. Agatha Johanna, dochter van G. I van Eenige en A. Ommeweg, Westnieuwlani Overleden: 5 Febr. Johanna Schaar, oud 5 dagen, Zomer straat. 4 Febr. Janna Jaapje Letterman, oud 1 jaar en 6 maanden, Kuiperstraat. Staten-Generaal. EERSTE KAMER. Zitting van Maandag 6 Februari. Nadat Zaterdag in den namiddag nog de Marine-begrooting behandeld en aangenomen was, waarbij alleen de heer Van Alpheo het woord voerde, die door den Minister van OorlogA die ad interim de portefeuille van Marine waar neemt, werd beantwoord, werd heden de be raadslaging over hoofdstuk Finantiëu begonnen,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 2