52"" jaargang.
Zondag 19~en Maandag '20 Febiuari 1899.
N°. 9864.
Tweede Blad.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER: H. J. C. KOELANTS.
UIT DE PERS.
SPRAAKGEBREKEN.
BINNENLAND.
COURANT.
Abosnemeotspehb toot Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommerso.02
BUREAU; BOTEBSTRAAT 70, Telepltoon TSo. 123.
ADTEBTkimKPWjaran 16 gewone regels met inbe
grip van eene Courantf 0.5%
Iedere gewone regel meer- o.IO
Bij abonnement wordt korting verleend.
Kiesvereeniging ïSchiedam".
Het »Sociaal Weekblad" antwoordt uitvoerig
op ons sVooiloopig Protest". Het blad schrirjft
onder het hoofdje »De mazen te eng het vol
gende
De „Schiedamsche Courant" is niet bijster
ingenomen met het besluit van, de kiesvereeni-
ging Schiedam, waarvan wij in -ons vorig num
mer melding maakten, noch met hetgeen wij in
het nummer van 4 Februari schreven ten gun
ste van het bestuursvoorstel, dat tot het be
wuste besluit leidde.
Het Schiedamsdie blad: schrijft daarover:
(hierna volgt een groot deel van ons artikel)
Wij zouden bijna aan het schrikken zijn ge
raakt over onze luchthartigheid1, maar de
„Schiedamsche Courant" heeft niet goed gele
zen of wel zij staat met de logica op gespannen
voet
Laat ons beginnen met te verklaren dat wij
van het standpunt, dat door mr. Treub in zijne
„fusie-artikelen" van October 1S96 werd ver
dedigd, geen duimbreed! afwijken.
Wij zijn overtuigd, d!at het tot eene fusie
fcusschen radicalen en vrijzinnig-democraten ko
men moet en iets vroeger of iets later komen
zal, en ook dat indien van zekere zijde aan
gewakkerde persoonlijke animositeiten. do zaak
niet hadden bedorven dit reeds lang zou zijn
geschied. Maar nooit hebben wij aangedrongen
op eene fusie zonder duidelijke belijning van
liet standpunt waarop de samensmeltende frac
ties zich zouden, plaatsen en van die richting
waarin zij zouden stuwen.
Juist omdat wij het onder de parapluie van
vage algemeenheden bijeen blijven hokken van
politiek niet eens-willenden schuwen, hebben
wij telkens op duidelijke splitsing van de allc-en
nog in naam bestaande liberale partij aange
drongen en hebben wij die splitsing als voor
waarde gesteld voor eene fusie tusschen de rar
dicalen en linkerhelft der uiteengevallen libe
rale partij. Om diezelfdereden juichen wij het
geen te Schiedam is geschied toe.
Edoch, wij zouden luchthartig hebben verge
ten. te overwegen of bij het Schiedamsche zui
veringsproces cle mazen der zeef niet te eng
waren genomen. De „Schiedamsche Courant"
zegt dit wel, maar vergeet aan te wijzen waar
door het thans voor de kiesvereeniging Schie
dam geldende program voor vrijzinnig-democra
ten te eng zou zijn. W ij zeiden van het door
„Sprekan is zilver, zwijgen is goud," zegt een
overbekende spreuk, waaruit wel niemand de
gevolgtrekking zal maken, dat spreken niet van
groot belang as. Eni al moge zwijgen in sommige
gevallen beter dan spreken- zijn, wanneer man
het eerste doen moet, omdiait men het laatste
niet kan of niet goed kan, d!an zou men geneigd
zijn, heb spreken bij goud en het zwijgen bij
zilver te vergelijken.
Heb niet goed kunnen spreken kan bestaan
En het onvermogen, de opeenvolgende gedachten
ordelijk te rangschikken, ze tot een goed geheel
van bij elkander passende en aaneensluitondle
volzinnen te vereenigen, doch het kan ook be
trekking hebben op het werktuigelijke, het juist
uitspreken van klinkers en medeklinkers, zoo
wel afzonderlijk als in verbinding tot woorden
en van deze tob zinnen. Hat laatste, het ver
keerd voortbrengen of verwaarloozen der spraak
klanken, is veel grootar gebrek, dan heb eerste,
want niet ieder behoeft redenaar te zijn of te
worden, maar wel moet ieder in heb dhigeüjksah
leven zijn baal goed, dat as vlooiend em zonder
tegen de regels van de uitspraak al te zeer te
zondigen, kunnen spreken. En nu is heb eon
feit, dat er èn bij kinderen èn bij volwassenen
nog vele gebreken in de spraak bestaan, welke
voorkómen of verholpen kunnen, worden.
Ce menscüi kiert spreken door het gehoor.
Dit mag -eenvoudig schijnen, toch zijn vele men-
schen zich hiervan niet bewust. Dit blijkt uit
de onwetendheid, die velen omtrent liet gebrek
van doofstommen bezitten. Een doofstomme
spreekt daarom niet, omdat doofheid hem ver
hindert, de klanken op te vangen en vervolgens
na te bootsen. Dit wil1 «iet zeggen, dat alle
stommen ook noodzakelijk dooven zijn; stom
heid komt toch ook uit andere oorzaken voort
maar wel, dat een doofgeborene of vroegtijdig
doofgewordene noodzakelijk langs den natuur-
ons medegedeelde program niet slechts g>
lijk de „Schiedamsche Courant" ten onrechte
mededeelt dat het geen revolutionair-socia
listisch karakter heeft, maar voegden daaraan
toe, dat dit karakter „zeer duidelijk waarneem
baar hervormingsgezind" is. De „Schiedamsdie
Courant", die dit met met ons eens is, mocht
wel aangeven, in welk opzicht het program een
socialistisdi karakter draagt.
De „Schiedamsche Courant" is trouwens door
haar vrees voor het socialistische spook aan het
dwalen geraakt. Zij doet het voorkomen alsof
heb naar onze meening onverschillig wezen zou
of eene kiesvereeniging zich al dan niet op socia
listisch standpunt stelt. Zulk eene zonderlinge
opvatting nu huldigen wij stellig niet. Wat wij
zeiden en herzeggen is: lo. dat het bewuste
program geen socialistisch karakter heeft, en
2o. dat ook als het dit wel had, het goed en
nuttig zou zijn, dat de meerderheid die de be
ginselen, welke in het program zijn neergelegd,
toegedaan is, die beginselen duidelijk uitsprak.
Men behoeft zelf geen socialist te wezen, om
de wenschelijkheid' te erkennen dat eene poli
tieke vereeniging met eene socialistische meer
derheid haar richting1 in een socialistsch pro
gram aangeve. Maar nog eenshet onderhavige
program is niet een socialistisch maar een ra
dicaal program, dat verbeteringen nastreeft op
den bodem onzer bestaande maatschappelijke
ordening. Van een streven naar omzetting van
die maatschappelijke ordening m eene maat
schappij zonder particulier eigendom zegt het
nieuwe program van da kiesvereeniging „Schie
dam" geen woord.
Daarom zijn wij het niet met de „Schiedam
sdie Courant" eens, dat „verklaar" sociaal-de
mocraten (nu in die kiesvereeniging) kunnen
Hijven zitten". Zooals wij reeds zeiden, weten
wij niet of er onder de meerderheid van de kies
vereeniging „Schiedam" „verklaarde" sociaal-
democraten zijn. Wij woten niet uit welke per
sonen die meerderheid' is samengesteld en zijn
daarover verheugd, omdat wij zoodoende geen
gevaar loopen onwillekeurig persoonlijke sym-
pathiën of antipathien in de kwestie te mengen.
Slechts van enkele personen, die naar wij rnee-
nen geen sodaal-democraten zijn, weten wij dat
aij deel van de bewuste meei derheid uitmaken.
Welnu, voor sodaal-democraten zoo goed als
voor oud-liberalen en voor ieder ander geldt,
dat zij geon lid belmoren te blijven van politie
ke voreenigingen, die hunne beginselen niet hul
digen.
Verklaarde sociaal-democraten die lid blijven
van eene politieke vereeniging met een niet-so-
cialistisch program, geven daarmede te kennen,
dat zij er voor terugschrikken ruiterlijk kleur
lijken weg niet tob het spreken komt en alzoo
tot de categorie van doofstommen behoort.
De natuurlijke weg, volgens welken de mensch
spreken leert, vangt aan op den schoot der moe
der. Het jonge lcindl bootst da klanken na, die
hot van. do moedfer hoort. Zij geelt het da eer
ste taal. Men spreekt daarom terecht van onze
taal als van onze „moedertaal". Alzoo de moe
der en vervolgens de huisgenootea en diaarna
een grooter kring van personen ontwikkelen in
normale omstandigheden de spraak.
In den aanvang is het spreken van, een kind
stamelen. Het zegt voor stoel tod, voor
melk mè, mè enz. Ext nu is het allen moeders
aan te bevelen, dit stamelend spreken der kin
deren, dat niet zelden aardig gevonden wordt,
vooral niet na te bootsen en ook niet ba dulden,
dat de overige huisgenooten dit doen, doch inte
gendeel altijd weer den kinderen goed voor te
sproken, opdat dit stamelen langzamerhand in.
goed spreken overga. Het stamelend vóór- of
naspreken kan aanleiding geven tob spraakge
breken, die dan noodzakelijk afgeleerd moeten
worden, om zich later in heb leven behoorlijk
te kunnen bewegen.
Stamelen is alzoo tegen den leeftijd, dat heb
kind naar school moet, en zelfs reeds vóór dien
tijd een spraakgebrek, dat editor bij zorgvul
dige behandeling betrekkelijk gemakkelijk afge
leerd kan worden, ton minste, wanneer de oor
zaak ervan niet bestaat in verkeerde vorming
van d!e -spraakorganen. In- het 'laatste geval dis
het slecht spreken zelden geheel te genezen, wd
te vei-beteren.
Men verwarre stamelen niet met stotteren.
De stotteraar kan alle vocalen, en consonanten
duidelijk en goed uitspreken, kan zingen, kan
fluisteren zonder fouten in d'e uitspraak, doch
is door onvoldoende of verkeerd toegepaste
ademhaling niet in staat de woorden eruit te-
brengen. De stamelaar daarentegen spreekt de
woordien noch bij liet gewone overluid' spreken,
noch bij het fluisteren, noch bij heb zingen
goed. Zoo zal dus een stotteraar zeggenl-l-l-loo-
te bekennenen vrees voor kleurbekeimen is
lafheid bij sociaal-democraten niet minder dan
bij andere partijgangers.
Ter voorkoming van misverstand alleen nog
ditMen is nog geen „verklaard" en zelfs geen
onverklaard sociaal-democraat doordat men de
philosopische beschouwing huldigt dat eene
maatschappij waarin liet „één voor allen en
allen voor één" werd gehuldigd, moreel liooger
zou staan dan een maatschappij waarin au de
eerste plaats het „ieder voor ziclv" geldt. Andere
zou zelfs Pierson onder de so-ciaal-democraten
inccten worden gerangschikt1
De Kiezerslijst.
Ondei liet hoofdje sNaar recht!" lezen wij
in de sSiandaaid":
Een anti-revolutionair gemeenteraadslid vindt
het beboeten van liet- loon-kiesrecht met circa
f 2, d. i. over de vierjarige periode met f 8,
voor liet recht om éénmaal één stem voor de
Tweede Kamer uit te brengen, niet il-hberaal.
Het kan met anders, zoo is zijn. beweren.
Wie zich aangaf constateerde officieel, dat
hij een inkomen van f 300 bezit. Staat nu in
de regeling der inkomstenbelasting, dat iemand
van f 300 meebetaalt, dan moet liet Gemeente
bestuur liem aanslaan. Dat is geen willekeur,
maar recht.
Alsof we daarop niet gedacht hadden'
Juiat mot het oog hierop schreven we, dat
men in een dorp ook vooraf zeer goed wist, dat
zulke arbeiders zulk een loon ontvingen. Zes
gulden in de week voor een heel gezin. Waar
lijk niet te hoog.
Hieruit was duidelijk, dat wij liet afdalen
met do inkomstenbelasting tot op een inkomen
van even zestien stuiver» per dag, voor eon
heel gezin, afkeurden.
Juist daarin schuilt dus liet kwaad.
Dat had men dan. ook zelf gevoeld, door tot
dusver deze soort lieden, hoewel men zeer goed
wist wat ze hadden, niet aan te slaan.
Maai- daaruit volgt dan ook, dat men alsnu,
de fout van zijne regeling inziende, aanstonds
die onhoudbare regeling had' moeten herzien,
door de minimum-klasse tot op minstons ƒ365
to verlioogen.
Waar geen gulden per dag voor een heel ge
zin is, kun oi' niets af.
En indien er nu anti-revolutionaire gemeen
tel a-den zijn, die, door slechte liberale voorbeel
den verleid, ten deze afdoolden, dan hopen we
van haite, dat zij de eersten aan het bod zullen
zijn, om een zoo door en dcor vicieusen toe
stand te beteren.
De „Sdiied. Cour." vergist zich dan ook to
taal, zoo ze waant, dat wij belasting ontduiken
wilden.
Daarom voegen we ter nadere toelichting
hieraan nog toe, dab revisie van de regeling der
inkoinsien-belastiugg of van den hoofdolijken
omslag, geëischt wordt door de omstandigheid,
dat bij die regeling de kost van den daglooner
in den regel anders en lager berekend was, dan
de tabel der kieswet aangeeft en uitwijst.
In het dorp door ons bedoeld, stelt de tabel,
bij de Idesweit gevoegd, den kost op ƒ162.50
per jaar. Bij de regeling van den hoofdelijken
omslag daarentegen was deze berekend op/2.10
per week, d i. op 109.20.
Vandaar het verschil.
Nu gaat het toch niet aan, dat eenzelfde Ge
meentebestuur in hetzelfde dorp do kost de
ééne maal op 109.20 en de andere maal op
162.50 berekent.
En dat te minder, waar dit van invloed is op
heb kiesrecht.
pen, of hij zal de l niet kunnen beginnen, hoe
wel hij dïe zeer goed weet te vormen, terwijl
een stamelaar voor „loopen" zal zeggen „oopen"
en dus een medeklinker verwaarloost.
Vele en velerlei zijn de oorzaken van spraak
gebreken, waartoe met alleen heb stotteren en
stamelen, maar ook de verkeerde vorming van
klinkers en medeklinkers, het lispelen en het
spreken door den neus beliooren. Het is noodig,
zoo vroeg mogelijk, d. i. vóór de schooljaren,
wanneer normaal sprekende kinderen reeds alle
vocalen en consonanten, ook met elkander ver
bonden, vormen, die oorzaken op to -sporen en
de gevolgen ervan te bestrijden. Want spraak
gebreken zijn in het algemeen op gevorderden
leeftijd moeilijker af te loeren, dan in de kinder
jaren, en ook, de oorzaken zijn soms van dien
aard, dat behandeling door een arts, speciaal
een arts voor keel-, neus- on oorziekten, van het
moeste belang is. Wanneer men bijv. nagaat,
van hoe groot gewicht een. goede ademhaling,
zoowel die door den mond, als door den neus,
voor het spreken is en men weet, hoe o. a. de
laatste kan belemmerd worden door abnormali
teiten, als zwelling van het neusslijmvlies, onre
gelmatigheden in liet neustussehenschot, alsook
door neuspoliepen en adenoïde vegetaties in de
neuskeelholte, dan zal men met meer zorg de
ontwikkeling der spraak bij de kinderen nagaan.
Verkeerde vorming van vocalen en consonan
ten, kan in de meeste gevallen zeer goed verhol
pen worden. Hieraan denke men ook op de lagere
school; wat ouders verzuimen, kan door den
onderwijzer worden hersteld. Het is jammer,
dat de leesmethoden meestal niet zóó samenge
steld zijn, dat ze genoegzaam met zuivere uit
spraak rekening houden. Wel wordt soms wat
al te veel op het gehoor gesteund en te weinig
op juiste vorming van klinkers en medeklinkers
gelet. Het komt toch nog al eens voor, dat kin
deren en ock volwassenen de k, de -1 of de r niet
weten uit te spreken en ook het lispelen, waar
bij de s, de sch en de z meestal niet tot haar
recht komen, wordt vaak gehoord. Dikwijls ver-
Sclioolhygiënne.
De commissie van praeadvies in zake school-
hygiene, benoemd door het Nederlandse-li con
gres voor openbare gezondheidsregeiing, hoeft
aan het hoofdbestuur van den bond van Neder-
landsche onderwijzers een stol vragen toegezon
den met verzoek, die in de afdeelingen te laten
bespreken.
Deze vragen luiden aldus
le. Acht gij, voor den. onderwijzer der lagere
school noodig kennis der hygiëne, voor zooverre
deze ten bate der leerlingen moet komen?
2e. Zoo ja, welke ervaringen en overwegingen
hebben u tot die overtuiging geleid
3e. Meent gij dat die kennis in het belang der
ichoolopvoeding moet worden onderwezen in de
inrichtingen tot opleiding van. ouderwijzere?
4e. Acht gij het noodig of wenschelijk, dat de
onderwijzers daarin worden geëxamineerd?
5e. Acht gij het in liet belang der school, dat
op die kermis wordte gelet bij de keuze van een
hoofd dor school?
6e. Welke middelen worden thans in de la
gere school reeds algemeen aangewend tegen
scheefgroeien, gebreken van het oog, aandoenin
gen van neus, keel en ooi', de verspreiding van
hoofdzeer, de verspreiding van trachoom (be
smettelijke oogziekte), de verspreiding van diph-
torie, pokken, roodvonk, te groote inspanning
in eenzelfde richting?
Welke middelen in het belang van kinderen,
die een spraakgebrek hebben, die zwak zijn van
lichaam of geest?
eischen deze consonanten wel bijaonderen zorg,
doch vooral bij kinderen ziet men veelal spoedig
de gewenschte resultaten. Zoo ook kan liet spre
ken door den neus, dat eveneens uit verschil
lende ooi-zaken, van welke een gespleten gehe
melte wel een van de jamineriijkste is, kan
voortkomen, dikwijls verholpen worden.
Het stotteren is wel het moeilijkst af te loe
ren, vooral, wanneer dit tot eene gewoonte ge
worden is. In het werk vau Albert Gutzmann
„das Stottern und seine gründliclie Beaeiti-
guug", wordt de tijd voor het afleeren van dit
zoo hinderlijke gebrek, bij eene geregelde dage-
lijksche oefening van 3 a 4 uren, wel op 4 a 6
maanden geschat. In dit omvangrijk boek wordt
erop gewezen, hoeveel moeite en welk een vaste
wil er noodig is, het stotteren, als ingewortelde
gewoonte van jaren te bestrijden en hoeveel ge
makkelijker liet op den leeftijd vóór het 7de
jaar in het huisgezin kan 'bestreden worden en
hoe, zoo noodig, later school en huis kunnen
samenwerken, dit euvel tegen te gaan. Lang
zaam en rustig spreken, d'enken alvorens te spre
ken, ademhaling en adomverbruik bij het spre
ken regelen, de nadruk op d!e vocalen doen val
len, het eene woord op het andere doen over
gaan, zijn enkele regels, die voor begin-stotte-
raars in acht genomen moeten worden. Om alle
middelen aan te wijzen, die overigens van groot
gewicht zijn, om zuiver spreken m het algemeen
te bevorderen en ook stotteren te bestrijden,
zou een weik als dat van Gutzman noodig zijn.
Het zij genoeg, erop gewezen te hebben, van
hoeveel belang het is, aan duidelijk en juist
voortbrengen der spraakklanken de aandacht te
schenken en dat tijdige hulp soms langs rnedi-
schen, vaak tevens of uitsluitend langs paeda-
gogischen en methodisehen weg veel onaange
naamheden kan voorkómen, die een slechte uit
spraak op lateren leeftijd voor den gebrekkig
sprekende hebben kan.
Schiedam, Féb. '99. O. v. M.