52*" Jaargang. Donderdag 23 Maart 1899. No. 9891. Strijdige Werelden. Kennisgeving. BUITENLAND. BINNENLAND. SCHIEDM lil: lïOURfllT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vla a r cl i n gen 11. 1 .*25. Franrn per post 11. 1.65. Prijs per weck Voor S c h i e <1 a in en V 1 a a r ding e n 10 cent. Af/onderüjke nummer* 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau ISoterstraal G8. Prijs der Advertentiën: van i7 regels 90 cents; iedere regel meer 12'j ruts. Reclames 30 cents per i egel. Groote letters naar de plaats die zij innen,en. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven bier van /ijn giai is aan bet Bui eau te bekomen» In de nummers, «lie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zo «genaamde feiumlreisVuti&n opgenomen tot den prijs van 40 cents per advci li mie, bij vooi uitbetaling aan het Bureau te voldoen. Iiitere. Tcii'l'oiin Aio. 123. Het Gcmeenteiiestuuk van Schiedam, Gelet op art. 28 der kieswet Brengt bij «iez« ter aigerneene kennis: dat de kiezerslijst, aanwijzende de inwoners dezer gemeente, die lot het kiezen van leden van de Tweede Kamer, van de Piovincialo Staten en van den Genieenleiaad in het jaar 1890 1900 bevoegd zijn, benevens de alphabet belie lijsten bevattende de namen van hen die van de kiezerslijst zijn afgevoerd en van hen, die daarop zijn gebracht, np heden zijn vastgestel I en van den 23s/eu Maart tot en met den Visten April a.s1 van des voormiddags hall negen tot des namiddags half vijf me, op de Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage nedergelegd en tegen betaling dei kosten, in nfscluift of afdiuk veikiijgbaar zijn gesteld; en dat ingevolge art. 29 dierzelfde wet, een ie lei bevoegd is, onder overlegging /an de noodige bewijsstukken, tot en met den Helen April as. bij het gemeentebestuur verbeteiing van ge noemde kiezerslijst te viagen, op grond dat lnj zelf of een ander, in stiijd met meergenoemde wel, daarop voorkomt, niet voorkomt, of niet behooiiijk voorkomt. En is hiervan afkondiging gosclnei, waai liet behoort, den 22sten Maait 1899. Het gemeentebestuur voornoemd, De burgemeester \1SSER, L. D. Da secretaris VERNÈDE. .tljjemeen «nerzlelu. SCHIEDAM, 22 Maart '99. Mogen de drie raadsheeren die indertijd minister Sarrien van advies hebben gediend over de revisie-aanvrage en dientengevolge reeds vroeger 'van de zaak-Dreyfus lieboen ,kunnen nemen, al dan niet zifting hebben bij de behandeling der zaak-Dreyfus De advocaat van mevrouw Dreyfus, mr. Mornard, oordeelt van niet, en zoodoende werd gisteren in de openbare zitting der vereenigde kamers van het Hof door Bal- lot-Beaupré, den rapporteur in de zaak- Dreyfus, voorlezing gedaan van een ïequest van mr. Mornard, waarin deze vraagt dat de raadsheeren Petit, Crépon en Lepelle- tier gewraakt zullen worden. De procureur-generaal Manau conclu deerde tot wraking, en wel op grond der textueele bepalingen omtrent de revisie procedure. Het Hof zal, alvorens te beslissen, "Vrij dag a.s. de drie raadsheeren zeiven hooren. Men heeft getracht hen te bewegen dat zij uit eigen beweging zouden verzoeken dat zij geen zitting behoefden te nemen Daar hadden de heeren echter geen ooren naar. De „Ind. Beige" vertelt hoe het eigenlijk met Dreyfus' veroordeeling is toegegaan. Men heeft daarover reeds zooveel verschil lende lezingen gehoord, dat men gaandeweg DOOE IDA BOY-ED. 69) „Die arme Philipging hij voort. „Het is geen kleinigheid, steeds in brandgevaar te leven, en hoe zou bij niet vlam vatten, wanneer hij dagelijks in zulke oogen mag kijken." Nauwelijks was het er uit, of Guy be- greep dat hij een lompheid had gezegd, en meteen begreep hij ook dat vroeger in d i t huis en tegenover dit meisje zoo iets niet over zijn lippen zou zijn gekomen. Grenzen- looze toorn tegen zich zelf kwam in hem op, on daarneven allerlei vage gevoelens die zich vijandig richtten tegen hen die hem aan zulk een banale manier van spreken hadden doen gewennen. Daardoor kwam hij er ook toe, veel driftiger dan wel geboden scheen, om vergeving te vragen. „Vergeef mij mijn onbescheidenheid," vroeg hij met klem. Salvatrix bloosde sterk en zag nog altijd naar de, bloemen, waaraan haar vingers ze nuwachtig plukten. „Och, men schertst zoo vaak," zeide zij op zachten toon. - Die kalme wijze waarop zij hem veront schuldigde, deed hem aan. - Sinds geruimen tijd was hij zijn psychisch evenwicht kwijt, en elke nog zoo kleine ge- 1beurtenis maakte hem zenuwachtig; alles scheen hem belangrijk toe. v -Zij gingen eenige oogenblikken zwijgend Haast elkander voort. Hun weg voerde hen «nu- onder langs den muur van een terras de muur was ongeveer zoo hoog als een al die uiteenloopende verhalen vrij scep tisch gaat opnemen. Ontkend kan evenwel niet worden dat wat de „Ind. Beige", bo vendien een serieus blad, verhaalt, een vrij giooten schijn van waarheid heeft. Hef blad verhaalt hoe een pas van een tweejarig verblijf op Madagascar teruggeko men officier te Econen bij een der voor naamste waardigheidsbekleders der Repu bliek dineert. Die officier had zitting in don krijgsraad van 1894 als jongste lid. Schoon het Belgische blad zegt zijn naam niet te mogen noemen, verraadt liet daar door toch wie bedoeld is, nl. kapitein pjrey- statter van de mariniers. Aan tafel vermijden de overige gasten, allen aanhangers der revisie, over do Zaak te spreken. Het gesprek komt er toch op, dl toen deelde de officier onomwonden bij zonderheden mede. Hij verhaalde dat de krijgsraad in raad kamer liet origineel van het geheime stuk niet had gezienalleen een copie die bij Dreyfus' biografie was gevoegd. „Overigens was de overlegging van dat stuk volstrekt onnoodig voor ons," voegde de .officier er kalm aan toe. „Onze meening stond reeds van te voren vast." En toen men zich daarover verbaasde, vertelde de officier dat de krijgsraad over tuigd was van Dreyfus' schuld, nadat kolo nel Henry onder cede had verklaard dat zijn superieuren van die schuld overtuigd waren. „En was dat u voldoende?" „Volkomen," antwoordde dc officier, en nu volgde deze eigenaardige verklaring „Daar de generaals zeker waren van Drey fus' schuld, zouden zij ook wel weten wat zij zeidenwij konden dus slechts veroor- deelen en wij hebben dan ook eenstemmig veroordeeld." Die monsterachtige theorie van geloof op gezag der generaals, werd doof den officier zeer kalm gedebiteerd. Is het verwonderlijk dat de gasten van verbazing zwegen Maar toen vröcg iemand hoe hij nu over Dreyfus' schuld dacht, na de verschillende processen die er gevoerd zijn, waarop de officier ver klaarde, thans sinds achttien maanden over tuigd te zijn dat Dreyfus onschuldig is. Volgens de „Ind. Beige" zijn de disch- genoolen van den officier bereid dit verhaal door hun getuigenis te staven, indien hot tegengesproken mocht worden, waarvoor men echter niet vreest. Het lijkt wel of de zaak-Dreyfus, die een tijdlang door de politieke gebeurtenissen op den achtergrond is geschoven, weer de eer ste plaats gaat innemen. Dreyfus, Picquart, Esterhazy, dagelijks vindt men die namen weer in de kolommen der Fransclie bladen. Quesnay de Beaurepaire zet zijn campag ne in de „Echo de Paris" voort. Men ver baast er zich algemeen over, zegt hij, dat dc generaal-procureur Manau ook voor de ver eenigde kamers van het Hof van Cassatie het Openbaar Ministerie zal waarnemen. Volgens het „Journal" heeft het Hof nu ook het dossier ontvangen van Bertulus' in structie aangaande het incident Sandhen* Mathieu Dreyfus. De oud-minister, senator Trarieux. heeft mandaarboven op was een laag hek. Van het pad beneden tot aan het hekwerk rankten clematilten openkele donkerpaar se bloemen met haar groote wijd uiteen- staande bloemkronen bloeiden reeds tegen den groenen achtergrond. Aan de andere zijde van het pad, dat in den gloed der na- middagsson baadde, daalde het kort geknip te grasveld neer; langs het pad strekte zich oen reuzen-bloembed met bloeiende maand rozen als een halve maan in het gras uit. Hier stond Salvatrix stil en keek over het grasveld heen, dat beneden uitliep op een wand van struikgewas, naar de Elbe. „Voelt gij u hier gelukkig?" vroeg Guy zacht. „Zoo gelukkig als men zich kan voelen in een huis dat niet het ouderlijk huis is," antwoordde zij. „Dat verheugt mij voor u en voor Charlotte. Charlotte's leven werd tot nu toe zoozeer ingenomen door haar zorg voor mij en mijn jeugdige voortvarendheid. Nu ik trouwde, zou er een leegte hebben kun nen ontstaan in het leven van die vrouw met haar warm hart, die altijd iemand moet hebben voor wien zij zorgt en die haar zorg gaarne aanneemt. Nu heeft de voorzienig heid haar wel de beste, innigste, betrouw baarste vergoeding gegeven zij schonk haar Hij was bewogen en begreep zich zelf maar lialf. Al wat sedert vele maanden nu en dan in zijn gemoed was opgeweld, maar met geweld bedwongen was, scheen plotse ling op te bruisen en zich een uitweg te wil len banen. Tot in het diepst harer ziel getroffen door zijn toon, sprak Salvatrix: „Wat u voor Charlotte is geweest, kan ik nooit voor haar zijn ik ben maar een een brief geschreven aan den minister van oorlog waarin liij twee officieren van don genenden staf beschuldigt, dat zij don gewe zen soldaat Savieiianl hadden omgekocht om vahehe getuigenis af tc leggen tegen Picquart. Bovendien wijst Trarieux er op dat. ter wijl het ministerie van oorlog reeds 25 Augustus l 1. over genoemden Savienaul de slechtste informatie gaf, De Freyeinet den 16en December in een brief aan mr. Labori den man een soldaat noemde die goed aan geschreven stond. Trarieux zegt dat de mi nister blijkbaar door zijn ondergeschikten misleid is en vraagt dat m deze aangelegen heid een onderzoek worde ingesteld. De minister van oorlog heeft intusaclien, volgens het „Journal", den officieren die een onderzoek hebben gevraagd naar aanlei ding der beschuldigingen die tegen hen ge richt zijn in sommige bladen, laten weten dat zij zich niet met die aanvallen hadden bezig tc houden, daar zij reeds gerechtvaar digd werden door het feit dat zij in don dienst werden gelaten. Do minister zelf zou een onderzoek instellen. Dat Esterhazy zou verzoeken nogmaals voor het Hof"gehoord te worden, spreekt de „Ind. Beige" beslist tegen. Na langdurige onderhandelingen zijn Frankrijk en Engeland het althans op één punt eens geworden. Gisteren is te L'ondon de overeenkomst geteckend, die een aanvulling der Niger- conventie vormt. Daarin wordt bepaald dat Engeland be houdt Bahr-cl-Ghazcl en Dafour, terwijl Frankrijk Wadai Baghirmi en het gebied ten oosten en noorden van het Tschadmeer behoudt. Engeland erkent de Fransclie sfeer ten westen van de lijn, die loopt zuidelijk van den Kreeft-keerkring, langs don rand der Libysche woestijn naar den vijftienden breedtegraad Dc contracteerende mogendheden komen o*-erccn om wcderkccrig elkanders handels producten op gelijken voet te behandelen in het gebied tusschen den Nijl en het Tschad meer en tusschen den vijfden en vijftiendon paralelcirkel. Frankrijk heeft daardoor toe gang tot den Nijl. Eindelijk komen de partijen onderling overeen, geen politieke of territoriale rech ten tc zullen uitoefenen buiten de grenzen door het verdrag vastgesteld. De Chineesche gezant te Londen, die ook bij het Italiaansehe Hof geaccrediteerd is, heeft eindelijk te Rome een onderhoud ge had met den minister van buitenlandscke zaken Canevaro. Hij verklaarde dat de wijze v.aarop Ita lië de terugzending der nota had opgeno men, in officieele Chineesche kringen smar telijke verbazing had gewekt. China, dat Italië hoogacht, had het volstrekt niet wil len belecdigen. Wanneer Italië de nota we der inzendt, zal Cliina die in alle vriend schap onderzoeken. De gezant, die later een bezoek van Cane varo ontving en gisteren door den Koning zou worden ontvangen, heeft niet de gering ste toezegging gedaan dat China geneigd is toe te geven aan Italië's verlangen. meisje, ik ben maar een eenvoudig meisje zonder talent. Bovendien heb ik genoeg te doen om mij los te maken van duizenderlei dwaasheden, waaraan begrijpelijke, maar al te groote liefde en bezorgdheid mij gewend hebben. Maar dat u zoo spreekt, doet mij toch genoegen het is dus toch waar wat tante Charlotte mij zoo vaak heeft gezegd, dat u haar innig en volkomen toegedaan was is ondanks Zij geraakte in de war. Zij voelde dat zij daar op het punt stond, woorden te spreken die eigenlijk wilden zeggengij zijt haar dus toch genegen, ofschoon uw vrouw cn door haar ook uw houding eigenlijk het te gendeel laten blijken. En Guy begreep wat de onvoltooide zin nog had willen zeggen. „U behoeft niet aan mij te twijfelen," zei hij eenigszins gejaagd. „Ik ik er zijn van die conflicten de tijd zal alles goed maken." „Ik twijfel niet aan u," zei Salvatrix zacht. „Wie zou zich ook vrijwillig van Charlotte's h-rt verwijderen. Dat zou im mers zijn d'.n schat wegwerpen dien men kan bezitten." „Ik dank u," fluisterde liij en hij greep haar hand om die te kussen. En toen hij de frissche, blanke vingers omvatte, sloeg Sal vatrix de oogen op en zag hem aan. Die loome, zware oogopslag die diepe, zachte blik Hij greep Guy in den zielhij geloofde nog nooit zoo'n schoon vrouwenoog te heb ben gezien. Gloeiende bewondering vlamde op in zijn blikken. Verbaasd, verschrikt, maar als betooverd keek Salvatrix in die vlammen^ e, donkere oogen. Zoo staarden zij elkaar verbaasd aan. Zij Integendeel, volgens de „Italia" heeft dc gezant als zijn persoonlijke niccnmg te ken nen gegeven dat China Itahc's ciseh met kan inwilligen. Dc „Tnbuna" merkt op dat liet blijkbaar de bedoeling is van liet Tsung-li-Yamcn om met het gezantschap te Peking te onder handelen. Zonderling is het dat de Britsche gezant, wien dc behartiging der belangen van Italië tijdelijk was opgedragen, juist nu met er- lof gaat. Morgen vertrekt sir Claude Mac Donald over Wci-IIai-Wci en Hongkong, waar liij scheep gaat op de P rins 11 e i n- r i c h, een Duitsehe paketbool. Dc Italiaansehe gezant, di Martino, is reeds weg. Zijn opvolger zal zijn marines Salvage Raggi, die vroeger te Peking ge- zanlschapsraad is geweest. Hij vertrekt zoo spoedig mogelijk naar 't Verre Oosten. liet schijnt in Spanje toch geducht te gisten. Carlistcn, republikeinen en aanhan gers van Wcyler, allen intrigeeren cn kui pen om 't hardst. Volgens de „Opinione" verzekert men in welingelichte kringen dat don Carlos ver scheiden millioenen heeft geleend van En- gelsehc en Fransclie bankiers. Zoodra-de-ra- tificatie van den vrede is afgeloopen zal don Carlos naar Spanje gaan om de leiding van den opstand zelf te aanvaarden. En wanneer die opstand uitbreekt, zegt de „Opmione", dan beginnen de republi keinen ook. Dat deze bezig zijn, is zekerdat de re geering voor hen beducht is, mag worden afgeleid uit het feit dat de censuur de ver zending van telegrammen naar de provincie verboden heeft, waarin melding wordt ge maakt van de «loor de „Imparcial" medege deelde ontdekking eener republikeinsche sa menzwering te Ecijan. Wat de aanhangers van generaal Weylcr betreft, Maandagavond is oen huiszoeking gedaan bij de „Nacionai", zijn orgaan. Do gcliecle oplaag van het blad werd m besiag genomen on telegrafische instructies werden aan dc provinciale autoriteiten gezonden om dc verspreiding van het blad te belet ten. Alle ontevredenen rekenen op den steun der gerepatrieerde soldaten, die ontevreden zijn en daaraan in vergaderingen cn betoo gingen uiting geven. Te Madrid is men dan ook niet gerust over dc opgewondenheid onder die „snorre- baarden", en uit vrees voor ongewensclite manifestaties wordt het Koninklijk Paleis en het paleis van den minister-president door politie en gendarmerie nauwlettend bewaakt. emcngtic SIpdcilccHnsf» Déroulède heeft een brief geschreven aan Dupuy, dat nooit of te nimmer er eonig contract heeft bestaan tusschen den Bond van het Fransclie Vaderland en de Patriot- tenligue. De „Times" zegt dat Engeland niet zal aarzelen de Fransclie ondcrzeesclie boot na te maken, wanneer de deugden daarvan zich bewaarheiden. Frankrijk kan er niet aan waren voor elkander als een nog nooit te voren gezien schouwspel dat tegelijk be angst en boeit. Intussehen zat Martina op hcete kolen. Toen zij reeds van verre zag dat Philip er alleen aankwam en Guy aanstalten maakte om met het meisje nog rond te wandelen, zou zij het liefst meteen zijn opgesprongen. Maar zij voelde wel dat dit niet ging. Even krachtig en hevig als haar verlan gen was om Guy los te maken van al wat vroeger zijn invloed op hem deed gelden, wat hem vroeger vereerenswaard toescheen en dierbaar was, opdat hij in haar geheel den inhoud zijns levens en de algeheele vol maaktheid der vrouw zou zien, even sterk was ook haar angst dat hij haar ontrouw kon worden of achter haar rug over haar klagen. Daar zij steeds opnieuw moest kampen om zijn bezit, dat van den aanvang aan door allerlei liefkoozingen en een weldoor dachte wisseling van tegemoetkomen en op een afstand houden verworven was, voelde zij zich nooit volkomen zeker van hem. Een paar minuten later zeide zij lachend „Guy is met juffrouw Salvatrix den tuin verder in gegaan. Later kan Guy haar zoo veel het hof maken als hij wilmaar in het eerste half jaar van ons huwelijk duld ik het niet. Kom, Robert." En zij ging weg. „Robert!" riep Anne Marie. Maar hij ging toch. „Martina is soms een beetje erg vrij in haar doen en laten," zei Philip. „U. moet maar wat geduld met haar hebben.' Hij leed. Hoe dikwijls had hij al niet on genoegen met Martina gehad. Maar zij be greep in 't geheel niet wat Philip van haar wilde en wat zij doen moest. Zij kon noch denken niet Engeland ter zee te coneurree- ren. De „Times" betreurt het, dat minister Lockroy niet in de Fransclie Kamer even als Goshen in het Lagerhuis een wijziging der marine-begrooting heeft toegezegd, in dien dc ontwapeningsconferentie resultaten oplevert. Op Cuba duren de troebelen voort. Een tioep negers heeft een politiepost aangeval len, toen men een openbaar bal te Cherro verbood. Verscheiden politieagenten werden bij die gelegenheid gewond. Er werd dooi de agenten gevuurd, zoodat vier inwoners gedood en velen gewond werden. Een peloton Amcrikaansche infanterie herstelde dc orde. Een dépeclie uit Manilla bericht liet vin den van een kist patronen met een Duitsoh opschrift bij de Philippino's. Men vindt dit van zekere zijde een krachtig verwijt aan het adres van het Duitsehe gouvernement, echter zonder gronddc industrie kan zich niet door redenen van politiekeu aard la ten leiden. Do Kon'nginueii. liet bericht, dat de Koninginnen na liet jaarl ijksch bezoek aan Amsterdam, van 11 tot 17 April, naar Soestdijk zullen gaan, is, volgens den schrijver der „Haagsche Kro niek" in de „N. Gr. Cl.", onjuist. Ilij meent wel ingelicht te zijn als hij verzekert, dat II.II. M.M. uit de hoofdstad naar het buitenland vertrekken, om daar een week of drie te vertoeven. Dan is het plan om naar Den Haag terug te koeren opdat de Koningin in de eerste dagen der vredes-confercntic de gedelegeerden nog daar ter stede zal kunnen ontvangen. In Mei verlaten II.II. M.M. de hofstad echter \oor geruimen tijd, om niet naar Soestdijk, maar naar het Loo te vertrekken, waar zij de vrcdcs-gcdelegeerden nog een paar malen zullen ontvangen, voor een groot diner en voor een garden-party. l)e onderwerping van den prelendent sultnn van Aljeh. Naai aanleiding van het door ons ontvangen telegram volgens hetwelk de pretendent- sultan van Atjeh zich wil oveigeven, schrijft ons een officier, die iangen tijd in Atjeh door bracht en vau «Ie verhoudingen daar wel op hoogte kan zijn: Of de oudei wei ping thans werkelijk zal plaats hebben, zal weidtn blijken. Verwon den eri zou het niet. Reeds maanden geleden ■leed hij onze autoriteiten in Atjeh nu en dan pobeu ovei de voirwaaiden, welke voor zijne ondei wei ping zouden woiden gesteld, nmar men nam d.iaivan geen notitie, om hem niet in den waan te biengeri dat hij eischen zoude kunnen stellen. Tijdens de Podir-expeditïe is londuit aan Van lleutz gevraagd wat hem de onderwerping van Toeankoe Daoed wel waard zou zijn het antwoord luidde onge veer: nietswij geven geen geld me»rom ondei wei pii g van wien ook te vei krijgen, wij do-ui ook geen beloften, wij zijn degenen die eischen stellen. Wanneer de pretendent- gebreken in haar karakter ,en haar opvat tingen van het leven noch in haar opvoe ding ontdekken. Philip was in haar oogen ook reeds aangetast dóór de uitgestreken bekrompenhcid-en de bespottelijke kasten geest dezer vervelende zoogenaamde pam eiers, juist zooals Guy er vroeger door aan gestoken was; maar hem liad zij tot zijn eigen welzijn uit dien toestand weten te redden. Martina nam uit zichzelf Robert's arm. Zij begreep wel dat Anne Marie, die hen nakeek, zich daarover zou ergeren. Maar daarom deed zij het ook. „Robert, zoo begon zij zenuwachtig. „Die Zondagen bij de Baumeister's maken mij overstuur. En bemerk je niet hoe kwa lijk de dames mij bejegenen? Ja, je Anne- mic ook. En jo vader. Aan tafel zat liij met Charlotte over mij te fluisteren. Ik wil heel graag toegeven dat Charlotte een uitne mende vrouw is. Maar zij is iemand met wie ik niet kan omgaan. Die menschen zijn zoo vormelijk, zoo deftig, en spreken zoo ge leerd. Ik geloof dat ze allemaal opgeprikt zijn. Phoo! ik heb leven en natuur noo- dig." „Zoo," zei Robert eenigszins verlegen over het vertrouwen dat hem geschonken werd en waartegen zijn gevoel van betamelijkheid eenigszins in opstand kwam. Maar Martina liet hem niet aan het woord komen. „Als ik jou niet had, Robert, werd ik wanhopig. Jij bent een prachtige jongen. Guy heeft mij niet te veel gezegd toen hij mij vertelde dat je de meest mannelijke man en de volmaakste cavalier bent." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1