No. 9897.
52"e Jaargang.
Donderdag 30 Maart 1899.
Strijdige Werelden.
Ken 11 i s g c v i n g.
Bericht.
UIT DE PERS.
BUITENLAND.
schiedamsche couraht
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaai* dingen fl. 1.23. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor hel eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Botcrstraat 68.
Prijs iler Advertentiën: van 1 7 regels 90 cents; iedere regel
meer 121 '2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën hij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde UJeine adner! etiti&n opgenomen tot den prijs van AO cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Iiiterc. Telefoon Vo. 133.
Het het oog op den ttocden Vrijdag
verschijnt dc„SohledamseIic Courant"
Vrijdagavond 31 Haart niet.
1)E BURGEMEESTER VAN SCHIEDAM,
Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen
Pat het kohier der Personeels belasting No. 1
dezer gemeente, over het dienstjaar 1899, dour
den heer directeur der directe belastingen te
Rotterdam op den 28sten Maart 1899 executoir
verkl lard, op heden aan den ontvanger der
diiecte belastingen ter invordering is overge
maakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een
ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de
wet bepaalden voet to voldoenalsmede dat
heden de termijn van zes weken ingaat, binnen
welke de reclames tegen dezen aanslag bobooien
te worden ingediend.
En is biervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 29sten Maart 1899.
De Burgemeester voornoemd,
VISSER L.-B.
Sciiaepman Bolland
De heer L. H. P. schrijft nog het volgen
de in de „N. Schied. Ct.", hetwelk wij hier
overnemen, minder op zijn verzoek dit
in verband met hetgeen wij deze week aan
zijn adres schreven dan wel ten behoeve
onzer lezers.
Als Dr. V. mijn bedoeling begrepen had
in het schrijven van 25 Maart jl., hij had
niet kunnen spreken, dat de heer P. tot du
pliek dwong. Mijne bedoeling was deze. Te
genover de opvatting van Dr. V., die (waar
om t) het noodig oordeelde do Schiedamsche
lezers deelgenooten te maken van zijn ver
ontwaardiging, wilde ik eenvoudig de mijne
plaatsen, zonder verder in geschrijf te ko
men. Te voren kon men zeggen, dat dit toch
onvruchtbaar zijn zou. En gelijk ik liem, bij
verschil van gevoelen, het recht gegund heb
zijn opinie uit te spreken, zoo zal hij, ik ben
er van overtuigd, het ook mij veroorlooven.
Dr. V. is van meening, dat Dr. Sehaep-
man gescholden heeft, ik dacht, dat sommi
ge harde woorden om het optreden van Bol
land te verontschuldigen waren.
Dr. V. meent den nadruk te moeten leg-
geen op de „scheldwoorden", mijns inziens
valt de klem alleen op de argumentatie,
welke verpletterend is voor Bolland, en zijn
de zoogenaamde scheldwoorden bijzaak.
Dr. Y. dacht, dat scheldwoorden de
kracht van bewijsvoering niet vermeerder
den, ik, dat zij in casu haar niet verminderd
hebbenwat mag nu wel waarheid zijn
„De beslissing verblijve aan het eerlijk oor
deel, zelfstandig oordeel, van Protestant en
Katholiek". Aldus Dr. V. Welnu, katholie
ken kunnen nu eenmaal niet zelfstandig
DOOR
IDA BOY-ED.
75)
Op het laatst ging het er bij hem ook in
't geheel niet meer om, van Martina door
consequent optreden, zóó dat er opvoedende
kracht in lag, een daad van vrouwelijke
fijngevoeligheid gedaan te krijgen, maar
werd hij geheel bezield door het koppige
verlangen dat zij zou toegeven, of zij haar
ongelijk inzag of niet.
Om daartegen te strijden was groote taai
heid noodig, en die bezat Martina in zeer
groote mate. Zij dacht er dan ook niet aan,
de wapens neer to leggen.
Zij schreef de geheele geschiedenis den
volgenden dag terstond aan haar moeder.
Mevrouw Kalkowski begreep uit den brief
harer dochter dat deze van de Hamburgsc' e
vrienden van haar man de ongehoordste be-
ieedigingen te verduren had.
„Neem deze gelegenheid te baat om Guy
in onmin te brengen met die menschen. An
ders zal je je nooit in je geluk kunnen ver
heugen. Dus niet toegeven; tot geen enke
len prijs 1 Wij komen ook dezer dagen bij
jullie. Papa gaat zijn vacantie met de
Schulz-Weiler's op Helgoland doorbrengen,
en ik stel mij voor, daar wij toch over Ham
burg moeten reizen, dat wij dan eenige aan
gename dagen met elkaar zullen hebben.
Als het noodig mocht zijn, ga ik zelf naar
mevrouw Baumeister toe en zet haar eens
op haar nummer."
Hieruit trok Martina nog de aangename
conclusie dat zij stellig en vast gelijk had.
lederen middag en iederen avond had zij
denken, en hebben van liberalen en protes
tanten nog niet genoeg verdraagzaamheid
en liefde geleerd. Hun oordeel legt dus geen
gewicht in do schaal. Maar hoe protestanten
er over oordeelen De oude vijanden van
„Marnix zijn op eens weer vrienden van
Bolland geworden. Lees hun geraas en ge
weld tegen Schaepman's brochure in de
„Nederlander".
En de liberalen? Allerwegc het vitge-
srhald in daverende slottirades, die ons 'on-
nujiidigen naar den geest rerdouven, Dr.
Sciiaepman heeft gescholden, niet geargu
menteerd. Duid het dan niet ten kwade als
ergens in Nederland een der „onmondigen"
het durft uitspreken: allo hens op dek te
gen Dr. Sciiaepman; de slag den weten-
schappelijken Bolland in het gelaat gege
ven, moet dan toch wel raak geweest zijn.
Beleefdelijk verzoek aan de „Scli. Cou
rant" dit schrijven even bereidvaardig als
het eerste over te nemen.
Bij het gisteren door ons opgenomen
stukje van prof. Bolland, plaatst de heer L.
H. P. de volgende aanteekening in de „N.
S. Ct.", die eveneens dit briefje opnam.
Mijn d?'ik aan de welwillende Redactie
der ,,N. Sch. Courant". Een waar genot is
het mi enkele bemerkingen te mogen ma
ken op bovengaand schrijven.
Professor G. J. P. J. Bolland verklaart
hier „nooit ofte nimmer een enkelen regel
openbaar te maken zonder onderteekening".
Voor kennisgeving aangenomen. Heeft
iemand soms het tegendeel beweerd 't Is
bijna niet te gelooven. Professor Bolland
iets openbaar maken zonder zijn naam er
onderZijne bescbeidenheid riep wraak 1
Integendeel, zelfs onder regelen die niet van
hom zijn, getuigen de achttien aanhalingen
uit Dr. Karl. Hase, zet hij zonder blikken
of blozen zijn naam.
Het „polemisch tijdschrift Marnix", juist
dat is bedoeld in mijn schrijven. Het „pole
misch tijdschrift"! Ja welk een polemiek!
Het oude gewawel over brandstapels, inqui
sitie, bloedbruiloft etc.vertelseltjes van
oude Indianen over het „Boek uit den he
mel", bekeeringsgeschiedenissen vol over
tuiging en waarheid van een ongelukkig
afgevallen priester, brieven van knechts, die
door het sleutelgat van de deur, de bedor
venheid van Rome aanschouwd hebben. Ja,
welk een polemiekDie van een straatjon
gen, welke grijpt naar hetgeen op de straat
hem voor de handen ligtOf wist prof. Bol
land niet in welk gezelschap hij was aange
land Kende hij de polemiek der Quasten
en Zuidema's niet? Maar neen, daar moest
in hun gezelschap cn in dat van een paar
afgevallen priesters „in wier hart men het
diertje van den hoogmoed hoort brommen
of het zwijntje van den wellust hoort knor
ren", arm aan arm een vreugdedans worden
uitgevoerd om de rookende puinen van het
Groote Babelnos jungil amicitia, ge
meenschappelijke haat maakt vrienden.
„Het polemisch tijdschrift: Marnix! 1"
Maar nu de hoofdzaak.
Constateer met mij „denkende" lezer, dat
prof. Bolland,
lo. volmondig bekent, een weigering van
bovengenoemde redactie ontvangen te heb
ben „kiesheidshalve".
2o. dat hij „woordelijke aanhalingen uit
ruzie met Guy. Over de leelijke woorden die
zij Salvatrix had toegeroepen, werd al spoe
dig niet meer gesproken.
De twist iiep voortdurend over wat Mar
tina niet ophield dagelijks weer te zeggen
„Ik zie volstrekt niet in waarom ik mij
zal laten dwingen, om te gaan met men
schen, die ik niet kan uitstaan en die niet
bij mij behooren. Dat zou immers huiche
len zijnl Wil je mij dwingen tot leugens?!
Jij houdt van die menschen. Goed, ga er
van tijd tot tijd naar toe wanneer je lust
hebt. Maar verschoon mij van eischen die
immers niets met ons huwelijk te maken
hebben."
Dat klouk zeer rationeel, en ieder die het
gehoord zou hebben, zonder te weten dat
Guy niet Guy zou zijn geworden, wanneer
hij niet grootgebracht was ten huize der
Baumcister's en zonder Charlotte's liefde
volle zorg, ieder zou gezegd hebbenMaar
dat vrouwtje heeft volkomen gelijk
En nu Guy dat dag in dag uit op alle
mogelijke manieren, maar altijd op den toon
der innigste overtuiging te kooren kreeg,
kon hij niet nalaten nu en dan, steeds va
ker, te denken:
„Eigenlijk heeft zij gelijk, van haar
standpunt bezien. Zij mag ten slotte even
goed als ieder mensch er aanspraak op ma
ken, om te gaan met wien zij wil."
Maar dan dacht hij weer aan Anne Ma
rie. Die ging ook niet uit vrijs verkiezing
met de oude mevrouw Fekrbrand om. Maar
ter wille van haar Robert verdroeg zij alle
grillen harer schoonmoeder, en al kwam er
nu on dan wel eens een kleine botsing voor,
men verzoende zich al spoedig onder tra
nen en kussen weer met elkaar, en was men
nen en kussen weer mqt elkaar, en men was
eigenlijk door het gelukkig bijgelegde onge-
Augustinus en Thomas van Aquino" gaf. In
hoeverre prof. Bolland de kunst van „woor
delijk aanhalenmachtig is, zie brochure
Schaapman pagina's 10, 22 enz. en vooral
pag. 82 tot het einde.
3o. Dat hij sedert de weigering van opna
me in „Marnix", aan kicschhcidsgevoel ge
wonnen heeft, daar thans de twee latijnsche
woorden incubus en succubus onvertaald
blijven.
4o. Dat de opname geweigerd is uit
kieschheid tegenover „vrouwelijke lezers".
Maar weet nu prof. Bolland niet, dat er
op velerlei wetenschappelijk gebied, met na
me in pathologie, anatomie cn ook in theo
logie noodzakehjk verhandelingen moeten
voorkomen, welke in de wetenschappelijke
wereld worden bediscussieerd maar door een
fatsoenlijk man niet onder het ongeletterd
publiek te grabbel worden gegooid? Welnu
hier zit het punt van verschil tussclien
Augustinus en Thomas met prof. Bolland.
Beide eersten waren kiese// genoeg om
hunne opvattingen over de putentenlia gene
ra ndt ut daemon/bus, neer te schrijven in
een wetenschappelijk werk, en dan nog wel
in de latijnsche taal, de taal der mannen
van de wetenschap, prof. Bolland ont
brak liet aan dit kieseli gevoel. Hij behan
delde deze quacstio inter doclos, niet in de
taal der geleerden en niet in een zuiver we
tenschappelijk tijdschrift. En hij wist liet
dat „Marnix" geen zuiver wetenschappelijk
tijdschrift was, want evengoed als ieder an
der had hij in de eerste aflevering kunnen
lezendat er goedkoope overdrukjes onder
liet volk zouden verspreid worden en dat
aan dag- en weekbladen (geen zuiver weten
schappelijke tijdschriften dus) toestemming
gegeven werd om de ingezonden stukken
over te nemen. En dat wil dan nog Augus
tinus en Thomas tot zondebokken maken
Neen proffessor, de blaam deze twee reuzen
van geleerdheid toegeworpen raakt hen niet,
maar wel den man, dien het aan gevoel van
„kieschheid" ontbrak.
Algemeen ovcrElcht.
SCHIEDAM, 29 Maart '99.
Ongelooflijk noemt de correspondent der
„Times" wat hij toch uit belangrijke bron
heeft vernomen. En„Ongelooflijk zal
zeker ieder liem nazeggen, wanneer hij leest
wat de zegsman van den correspondent over
het Hof van Cassatie cn de zaak-Drcyfus
wist te vertellen.
Volgens liem zal het Hof, zonder reke
ning te houden met het onderzoek door de
strafkamer, tot een nieuw onderzoek over
gaan en daarna beslissen
lo. dat het bewijs van de in den loop van
het proces van 1894 begane onwettigheid de
vernietiging van dat proces met zich zou
brengen, zonder verwijzing naar een
nieuwen krijgsraad;
2o. dat het niet de taak van het Hof is
het proces te vernietigen, maar uit te ma
ken of er al dan niet aanleiding is tot her
ziening
3o, dat het valsche stuk van Henry on
diens zelfmoord niet het door de wet ver-
eischte nieuwe feit" uitmaken.
nocgen nader tot elkaar gekomen. Wat An
ne Marie voor Robert kon, dat moest Mar
tina toch ook voor hem kunnen.
Toen hij liet eens zeide, lachte zij hem
uit. De oude mevrouw Pehrbrand wel,
dat was immers Robert's moeder. Die liad
Anne Marie om zoo te zeggen krachtens hu-
welijksovercenkomst als ballast meegekre
gen in het leven, terwijl liij, Guy, dan toch
met Charlotte Baumeister en haar coterie
alleen bevriend was.
Alleen bevriend. Dat woord deed Guy's
toorn, die reeds begon te verdwijnen, weer
met nieuwen gloed opvlammen.
Wat uit vrije keuze, uit grootmoedige
vriendschap gegeven wordt en werd, is
dat niet duizendmaal grooter dank waard,
legt dat niet duizendmaal grooter verplich
ting op dan wat een natuurlijke plicht is?
Martina, die tot nu toe alleen maar, uit
vijandig instinct van den grof-benatuurden
tegen den fijner-aangelegden mensch, een
onbestemd gevoel van afkeer tegen Charlot
te Baumeister en de schoone Salvatrix had
gehad, een afkeer die zich maar heel even
verhief boven de lijn van onverschilligheid,
begon in die dagen de beide vrouwen te
haten.
Om harentwil ergerde zij zich nu alle da
gen om harentwil was haar leven opeens
vervelend geworden. Want natuurlijk kon
er in een periode van ongenoegen tussclien
de echtgenooten geen sprake zijn van uit
gaan en pret maken.
Ten slotte vergat Martina lieelemaal dat
zij zich onhebbelijk had gedragen jegens
Salvatrix en somde zij tegenover Guy weer
de honderden steken, woorden en blikken
op, waarmede Charlotte, Salvatrix, Pehr
brand en Anne Marie haar 's Zondags had
den gegriefd. Zij had ook onophoudelijk op
Bijgevolg zou liet Hof mevrouw Dreyfus'
verzoek verwerpen, tevens weigerende zich
op cenig ander punt uit te spreken.
Ongelooflijk, niet waar
Gebeurde het aldus, de Times" zegt
zeer juist wat het gevolg zou zijn. Van be
vrediging van het land zou geen sprake we
zen; een nieuwe campagne zou beginnen,
heftiger, met grooter haat gevoerd, onrusl-
wekkender dan ooit.
Neen, het Hof zal al wilde het zóó
niet durven handelen.
Laat ons liever aannemen dat het do
zaak tot oplossing zal brengen, ook al is 't
niet. zooals reeds vqprspeld was, don 'lósten
April.
Betwijfeld mag worden, of dan reeds het
arrest kan gewezen worden. Immers, giste
ren en vandaag, misschien ook morgen is
het geheime dossier van oorlog aan een on
derzoek onderworpen, waarna het geheime
dossier van buitenlandseke zaken nog aan
do beurt komt. En van Donderdag a.s tot
16 April loopt de Paaschvacantie.
Beperkt het Hof die vacantie nu niet tot
vier dagen, zooals wel gezegd wordt, dan
zal de flinke week tussclien 1G cn 25 April
kwalijk voldoende zijn voor de verdere be
handeling der zaak met rapport, requisi
toir, openbare behandeling en arrest.
Dan zou het wel half Mei worden, voor
dat een beslissing verwacht kan worden.
Een beetje spoed is anders wel aan te
hevelen. Want do bladen worden weer
voortdurend breedspvakiger, ofschoon in
den toon wel eenige verandering is geko
men. Opmerkelijk is dat de bladen van den
gcneralen staf, dc nationalistische cn de
anti-semietische pers geheel zwijgen. Van
uit het kamp der tegenstanders der revisie
is het bijna alleen de „Gaulois" die zich nu
cn dan in den strijd mengt Daarentegen
worden de revisionistische bladen steeds for-
sclier in hun beweren.
De twee quaestics die op het oogenblik
aan do orde zijn, betreffen Faure's uitlating
over het proces van 1894 tegenover dr. Gil
bert, cn kapitein Freystatter's mededeelin-
gen aan tafel bij de Lanessan.
Over dit laatste punt schijnt inen liet wel
eens te zullen kunnen worden. Ilonnorat
van de „Rappel" wil voor het Hof spreken,
en zijn collega Albert Gallet, die eveneens
met Freystatter te Eeoueii de gast was van
den oud-gouverneur van Indo-China, geeft
thans ook den weusch te kennen door
het Hof gehoord te worden over de „zeer
nauwkeurige" verklaringen van kapitein
Freystatter, wiens tafelbuur hij was.
Waar het in deze quaestie eigenlijk om
gaat, is of Freystatter erkend heeft dat aan
den krijgsraad in raadkamer geheime stuk
ken zijn overgelegd. De Blowitz, do gewoon
lijk goed ingelichte correspondent der „Ti
mes". gelooft daar niet aan; maar er is, zoo
als reeds vroeger is aangetoond, alle reden
het wol aan to nemen.
Is liet waar, dat Faure het tegenover
dr. Gilbert heeft erkend? Wij deelden giste-
reu mede op welke wijze Le Gall, die direc
teur van Faure's kabinet was, het heeft te
gengesproken. Gabriel Monod, die den brief
van wijlen dr. Gilbert gepubliceerd heeft,
kan daar op 't oogenblik niet op antwoor
den loer gelegen en in de onschuldigste op
merkingen een hatelijkheid aan haar adres
gezien.
En al haar klachten eindigden met deze
„Wij waren zoo gelukkig; ons loven was
een droom van geluk tot op den dag, waar
op ik met die menschen goede vrienden
moest worden."
Daarin had zij nu weer gelijk, cn liet
bloed stroomde Guy warmer door de ade
ren, wanneer hij aan de eerste weken van
zijn huwelijk terugdacht.
En zonder dat hij er zich goed van be
wust was, steeg een doffe wrok jegens zijn
vroegere vrienden in zijn ziel op.
„Je plichten zijn bij mij. Mij gold je eed.
Als je er berouw over hebt, verlaat mij dan
maar en ga naar hen toe," zei Martina.
Zeker, zijn plichten waren bij haar. En
met eiken dag week zijn boosheid.
Er waren oogenblikken dat hij het zeer
duidelijk voeldez ij was meer egoist
dan hij en daardoor de sterkste van hen
beiden zij zou overwinnen.
Maar per saldo had zij ook gelijkzijn
eed bond hem aan haar. En had zij hem
niet uren van ongedacht geluk geschonken
Aan wien was hij er rekenschap van schul
dig of in de kleine krakeeltjes van hun hu
welijk zij of hij de overwinning behaalde?
Het kwam er ten slotte toch ook niet op
aan zijn heerschappij als man te handhaven.
En vóór alles kwam het er toch op aan
gelukkig te zijn, niet te lieerschen.
„Mama en papa komen met de Schulz-
Weiler's hier. Papa gaat met zijn vrienden
naar Helgoland," zei Martina op zekeren
dag. „Mama wilde hier een paar dagen blij
ven, bij ons, om zich in mijn geluk te ver
blijden. Ik verzoek je vriendelijk je onrecht
vaardig optreden tegen mii die paar dagen
den. omdat hij zicli in Italië bevindt. Voor-
loopig heeft daarom zijn zoon, Edouard Mo
nod, aan de bladen geschreven, dat Le
Gall's tegenspraak niets bewijst.
Van twccen één, zegt hij de aanteeke
ning ..Dit is een leugen" in niargine van
het artikel in de ,.Cri de Paris" van 27 Fe
bruari 1898 is niet van Faure's hand, maar
\an een gedienstigen vriend, of wel zij is
van Faure's hand, maar ook dan bewijst ze
niets omdat, toen dr. Gilbert opgeroepen
werd om in deze getuigenis af te leggen in
liet proces-Zola, Faure zijn vriend Gilbert
vei zocht niets te zeggen met de bijvoeging:
„Als ge oververtelt wat ik u gezegd heb,
dan zal ik mijn woord er op geven 'dat het
onwaar is."
Volgens do „Temps'* luidt dc aanteeke
ning van Faure ook niet: „Dit is een leu
gen". Zij klinkt heel wat eategorisclier en is
ook in minder kalme bewoordingen vervat.
Daarom heeft Le Gall haar ook gewijzigd
gepubliceerd.
De „Droits de 1'Homme" schijnt al bij
zonder goed ingelichthet blad weet mede
te deel on dat het bewuste gesprek tussehen
Faure en dr. Gilbert plaats vond op liet
Elvsée, den 21sten Februari 1895.
En Mathieu Dreyfus vertelt dat dr. Gil
bert liem terstond na het verlaten van het
Elysée zijn gesprek met Faure mededeelde.
Gilbert had er bijgevoegd, dat hij door
Faure gemachtigd was de familie Dreyfus
in kennis te stellen. Daardoor hoorde Ma
thieu Dreyfus voor het eerst van geheime
stukken. Kort daarna werd aan mr. De-
mange mededecling gedaan dat het geheime
stuk inhield „Cette canaille de D..."
Mathieu Dreyfus had op dat oogenblik
nog niet gesproken omdat hij wist dat men
hem toch niet zou gelooven.
De „Voltaire" deelt een lang onderhoud
mede van Paul Degouy met een vriend van
Casimir-Périer over de verklaringen door
dezen afgelegd voor het Hof van Cassatie,
waar de oud-president der Republiek vrij
uit kon spreken, wat hij in het proces-Zola
niet kon.
Uit dit verhaal blijkt nogmaals dat noch
de Duitsehe noch de Italiaansclie gezant
met Dreyfus relaties onderhielden. Voorts
dat Périer er voor het Hof op heeft gewe
zen dat volgens generaal Mercier's eigen
bekentenis liet borderel slechts stukken van
zeer middelmatig belang opnoemdedat ge
neraal Me rei er hem, Périer, tijdens het pro-
ces-Dreyfus wel had gezegd dat het zgn. ge
heime, stuk aan de rechters voorgelegd was,
maar niet dat die overlegging zich tot de
rechters bepaald hadeindelijk dat kapi
tein Lebrun-Ronault hem nooit over beken
tenissen van Dreyfus had gesproken.
Volgens mr. Mornard is al dit gehaspel
over de overlegging in raadkamer van een
geheim stuk onnoodig; op dit punt is het
juridisch bewijs geleverd.
Mogen de onweerlegbare bewijzen op alle
andere twistpunten eindelijk volgen. Eerst
dan mag bevrediging verwacht worden.
demengde Mededecllngen.
Tegelijk met de indiening in de Fransche
Kamer lieeft ook de indiening bij het La-
I—BBBBHB1MITB—M—BK—
met te laten blijken. Het zou mama's hart
breken, als zij er iets van bemerkte."
Bij die woorden kwam Guy zich zelf al
bijna een wreede tyran voor.
Plotseling kwam hem de preek bij hun
huwelijk in de gedachte; hij herinnerde
zich hoe de dominee er met lof van had ge
waagd, wat de trouwe moeder onder zulke
moeilijke omstandigheden voor haar doch
ter had gedaan.
En die moeder zou nu getuige worden van
ruzie en onaangenaamheden
Toch zei hij ontwijkend:
„In elk huwelijk komen tijden van wrij
ving voor."
„Vroeger was het onze er vrij van," be
weerde Martina flinkweg.
In hun verdeeldheid van den laafcsten
tijd vergaten zij geheel en al dat zij ook
vroeger reeds vaak driftig tegen elkaar wa
ren uitgebarsten, maar dat toen elke twist
spoedig verstikt was door de verliefdheid
die hen steeds weer tot elkaar dreef.
Zij dachten alleen aan de uren van liefde.
En juist op dezen namiddag, nu zij na
hot eten in het salon waren, Startina aan
het venster gezeten, waardoor zij op den
Alster met zijn bonte, opgewekte, bedrij
vige scheepvaart uitkeek, Guy op en neer
loopend, met een sigaret in den hoek van
zijn mond, juist op dezen namiddag her
innerden zij zich duidelijk hun geluk.
Anders zaten zij op dit uur steeds samen
op de sofa, dicht tegen elkaar aan gedrukt,
te praten over al het geluk en al den rijk
dom die de toekomst hun zou brengen, of
zij lachten en kusten elkaar.
Nu zwegen zij beiden.
(Wordt vervolgd.)