No. 9901.
53"e Jaargang.
Donderdag 6 April 1899.
Strijdige Werelden.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen il. .2.5. Franco
per post fl. '1.05.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 1 7 regels 90 cents; iedere regel
meer 12'i cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeiige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine adnertenlivn opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan liet Bureau te voldoen.
latere. Telefoon Jio. 123.
Algemeen orertlchi.
SCHIEDAM, 5 April '99.
Kalm zet de „Figaro" zijn werk voort.
Na Cavaignac's verklaring voor de strafka
mer van liet Hof van Cassatie maken wij
kennis met Poincaré's en Develle's getuige
nis, daarna met dat van generaal Eoget,
die chef van Cavaignac's en Zurlinden's ka
binet was.
Poincaré, die toen zitting had ra het
ministerie-Dupuy, hoorde in 1894 van Drey
fus' arrestatie door de bladen en liad daar
op een ministerraad uitgelokt. Ook hij zegt,
evenals Dupuy, dat het borderel en de ais
teer-proef als bewijzen tegen Dreyfus gol
den. Leygues, Delcassé, Dupuy en generaal
Mercier hebben hem meermalen de juist
heid van die bijzonderheden herinnerd. Van
een geheim dossier liad Poincaré toen niet
gehoordvóór het proces-ZoIa echter luid
generaal Mercier zich tegenover hem uitge
laten over een geheim stuk waaruit Diey-
fus' schuld bleek.
Ware er in 1894 sprake geweest van een
geheim stuk, dan zou Poincaré zijn toestem
ming tot de vervolging hebben geweigerd.
De oud-minister heeft het dan over de
zgn. bekentenis van Dreyfus aan kapitein
Lebrun-Renault. Voor het onderhoud van
dezen met den President der Republiek ver
wijst hij de strafkamer naar Casimir-Périer
die zich er nooit over heeft willen uitlaten.
Wel Ron hij zeggen dat de kapitein daarna
naar den minister-president Dupuy was ge
zonden om zieh te verantwoorden over de
uitlatingen die hij zich zou veroorloofd heb
ben, maar ook om het bevel te ontvangeu,
niet meer met journalisten te spreken, c aar
men er bang voor was dat een vreemde mo
gendheid in de zaak gemoeid zou worden.
Lebrun-Ronault had tegen Dupuy niets
gezegd over de bekentenis, noch dat. Drey
fus niet noch dat deze wel een bekentenis
had afgelegd. Toen een der ochtendbladen
6 November jl. verzekerde dat Dupuy, na
Dreyfus' degradatie, wel een «apport had
ontvangen over de bekentenis, had Poin
caré den minister-president geschreven dat,
waar men tot over de ooren in de leugens
zit, ieder die een deel der waarheid bezit,
daarvan mededeeling moet doen. Dupuy
had toen geantwoord dat hij de eerste de
beste gelegenheid zou aangrijpen.
Nog deelde Poincaré mede dat hij als af
gevaardigde eens in tegenwoordigheid van
een aantal zijner collega's aan Cavaignac
had gevraagd of het geheime dossier van
vóór of van na Dreyfus' veroordeeling was.
Cavaignac had niet geantwoord.
Ook had hij onder het rainistcrie-Méline
meer dan eens aan leden van het Kabinet
te kennen gegeven dat hij, Poincaré, en zijn
politieke vrienden in 1894 alleen het bor
derel hadden gekend als belastend stuk on
dat, nu het twijfelachtig was of Dreyfus
wel het borderel had geschreven, iemands
geweten wel verontrust moest worden. Toen
ïiij zich eens na een diner bij mevrouw Cr..-
not in dier voege uitliet tegenover generaal
Billot, minister van oorlog, verklaarde h.ze
overtuigd te zijn van Dreyfus' schuld, maar
zich niet te zullen verbazen wanneer Ester-
DOOK
IDA BOY-ED.
79)
Zij zette verbaasde oogen op en werd
bleek.
Maar zij voelde zich niet beleeaigddeze
toon en deze manier van schrijven stonden
te ver van haar eigen toon, haar eigen ma
nier van schrijven. Het was of iemand haar
iets in een vreemde taal had toege
schreeuwd. Zij bemerkte wel dat het van
het standpunt van dien iemand uit een be-
lecdiging bedoelde te zijn. Maar daar zij
niet op dezelfde lage ontwikkelingstrap
stond als de beleedigster, bereikte de belee-
digende taal haar ook niet.
Maar haar ziel was vervuld van vrees.
Een enkel gevoel belieerschte haardat
van namelooze zorg over Guy.
Dus dat was de vrouw die zijn vrouw ter
wereld gebracht en opgevoed hadDat was
dus het gemoedsleven van haar in wier han
den Guy zijn lot had gelegd!
Zij zag, zij moest uit dien brief wel zien
dat Martina bij haar moeder met klachten
was aangekomen. Anders was deze brief on
mogelijk geweest,
Charlotte voelde hoe haar hart klopte en.
haar knieën knikten.
Zij begreep dat zij iets moest doen.
Met ontembare macht drong de herinne
ring van het verledene op haar in. Al de
liefde die zij aan Guy had gewijd, al wat
zij voor hem had gedaan, stond voor haar
geest.
Voor zooveel goedheid, voor zooveel
trouw nu-als loon een ruwe beleediging
hazy en mog een derde persoon verraders
bleken.
Dat was vóórdat Esterhazy voor den raad
van onderzoek kwam.
Nogmaals verklaarde de oud-minister uit
drukkelijk dat het ministerie in 1894 alleen
het borderel had gekend.
V ij krijgen nu de verklaring te hooren
van Develic, die van April tot October 1893
in het kabinet-Dupuy met builcnlandsclie
zaken was belast. Deze droeg kennis van
brieven die tusschen do vreemde militaire
attache's werden gewisseld en door de han
den van Fransehc agenten ngen. Volgens
hom behoeft met „D.in üie brieven niet
„DreyfuF' te zijn.bedoeld. Hij gelooft trou
wens dat fficiercn wier naam met een D.
begint, be'rekkingen onderhielden met Von
Scliwartzkoppeu, den Duitsclien attaché.
Het waren de lieeren Dorval en Donin de
Rosière.
De brief waarin ,,D..." voorkomt, kan
dus iu geen geval als aanwijzing tegen
Dreyfus gelden. Vooral niet waar Dcvelle
verder getuigt, dat hij eenigen tijd had ge
loofd dat dit stuk, waarin het initiaal D
voorkwam, een der geheime stukken kon
zijn geweest, die, naai- men beweerde, aan
den krijgsraad waren overgelegd. Maar ge
neraal Billot, door hem daarover in Maart
1898 ondervraagd, had hem geantwoord dat
hij dit stuk niet kende. Dreyfus' schuld zou
gebleken zijn uit brieven tusschen A. en B.
die een afspraak met elkaar maken om ken
nis te nemen van stukken afkomstig van D.
„Die D.", zcido Bil lot, „is Dreyfus, en
zijn naam staat voluit in andere stukken."
En hij voegde er tegen Dcvelle bij„Twij
fel niet aan Dreyfus' schuld. Wij hebben
meer dan een maand noodig gehad om de
stukken die het dossier van zijn verraad
uitmaken, te rangschikken. Mijn opvolger
zal in twee uur kunnen constateeren dat
Dreyfus schuldig is. Wat mij betreft, ik ge
loof wel dat Esterhazy het ook is."
Ten slotte neemt Develle het spionnage-
bureau van het departement van oorlog
duchtig onderhanden. Volgens hem zijn alle
ministers van buitenlandsclie en van bin-
nenlandsche zaken en alle prefecten van po
litie het er over eens geweest dat de spion-
nage-dienst een der slechtste was in de ge
ilede Fransche administratie. Controle is er
bijna niet; er worden gevaarlijke onvoor
zichtigheden begaande stukken die men
er krijgt zijn dikwijls onbeteekenend en
schijnen niet altijd echt.
Dan komt generaal Roget. Diens verkla
ring begint reeds met het zonderlinge feit,
dat hij niets met de zaak-Dreyfus te ma
ken had, dat hij, na het proces-Zola te heb
ben bijgewoond, de begeerte voelde, zelf
een onderzoek in te stellen, dat hij door
zijn chefs tot dat onderzoek gemachtigd
was en daarbij geholpen werd cn dat hij
daarna tot chef van zijn kabinet werd be
noemd door Cavaignac, welk ambt hij ook
vervulde onder diens opvolger Zurlinden.
Rogct's redenecring over Dreyfus' schuld
is al even verward en sofistisch-hypothe-
tisch als van Cavaignac. Ook hij grondt zijn
overtuiging op den aard der in het borderel
van do zijde van hen die liem thans het
naast waren.
„Arme, arme jongen," zei Charlotte bijna
hardop.
Modelijden met Guy reet haar hart van
een. Haar ervaring zeide haar immers dat
die ruwheid van aard zich eens ook tegen
hem keeren en hem smartelijk treffen zou.
Na lang ernstig nadenken stond zij op,
ging naar haar schrijftafel en sloot den
brief van mevrouw Kalkowski in een cou
vert dat Guy's adres droeg. En zij voegde
er een klein briefje hij, dat door de zenuw
achtigheid onduidelijk geschreven was.
„Lieve GuyHevig ontsteld door al wat
deze brief mij onthult, verzoek ik je eeu
verklaring over het ontstaan en de toezen
ding er van.
Je Charlotte."
Toen de brief weg was, kwam er twijfel
bij haar op of zij niet beter had gedaan met
hem voor Guy geheim te houden. Maar na
eenig nadenken begreep zij al spoedig dat
zij Guy in dit geval niet mocht sparen. Ei|
bovendien was het onmogelijk, want er zou
anders voor Guy zoo goed als voor Philip
een onbegrijpelijke toestand worden ge
schapen. De dag kroop langzaam om. De
vrouwen hieven alleen. Philip wilde eerst
laat in den namiddag terugkomen, en Bau-
meister telefoneerde dat men hem maat
niet vóór tien uur 's avonds moest verwach
ten,
Toen Salvatrix het gebeurde hoorde,
kwam in haar verontwaardiging voor het
eerst iets over haar dat op drift geleek. En
haar voornaamste bezorgdheid scheen te
zijn hoe men den armen Philip kon mede-
deelen wat zijn moeder gedaan had zonder
hem leed te doen of zelfs tot heengaan te
dwingen.
genoemde stukken die Dreyfus juist in dien
tijd had leeren kennen. D. in de brieven
der militaire attache's betcekent Dreyfus,
wat ook klopte niet de wetenschap van het
ministerie dat er een verrader school onder
den generaion staf die kort geleden behoord
had of nog behoorde tot liet 2e bureau.
Eerst had men aan het subaltern personeel
gedacht; maar een agent van het ministe
rie wist uit zekere bron dat men hooger
moest zoeken. Roget tracht voorts te bewij
zen dat het borderel wel degelijk van Drey
fus was, al hecht ook deze getuige weinig
aan het oordcel der schriftkundigen. Ook
Drevfus' verhoor heeft bewijzen voor zijn
schuld opgeleverd. Van een ander stuk,
waarin behalve Dreyfus, ook generaal Saus
sier en majoor Giovaninelh voluit worden
genoemd en een andere naam is afge
scheurd. zoodat alleen de lettergreep Bois
(deffre?) overblijft, tracht Roget ten slotte
dc vaischheid aan tc toonen.
Kcmengde Mcdedecllnsen.
De „Köln. Ztg." verneemt uit St. Peters-
burg dat Bulgarije wel ter ontwapenings
conferentie zal worden genoodigd, omdat
Turkije ook geen bezwaar heeft gemaakt te
gen de deelneming van Bulgarije aan de
conferentie togen het anarchisme.
Naar te Washington verluidt zouden de
Amerikaansehe vertegenwoordigers in op
dracht hebben te verklaren dat de Ver-
cenigde Staten zóóver achter staan bij
Europa in hun wapening, dat zij zich niet
op eenige beperking kunnen inlaten.
Verschillende Belgische bladen hielden
ondanks tegenspraak staande dat de on
langs afgetreden minister-president De
Smet de Naeyer weer in het ministerie zou
treden, hetzij ter vervanging van Dc Bruyn.
den minister van publieke werken, land
bouw en sclioone kunsten, of wel om Van-
dcnpecreboom te ontlasten van de porte
feuille van spoorwegwezen. De „Petit Bleu"
heeft informaties ingewonnen bij den oud
premier, en deze verklaarde afgetreden te
zijn wegens meeningsverschil mat zijn col
lega's over het kiesrecht, zoodat hij niet ra
het ministerie kon terugkeeren, zoolang er
nog geen kiesrechtontwerp is ingediend.
Zaterdag hebben afgevaardigden der Bel
gische katholieke journalisien-verecniging
een door die vcreeniging bijeengebrachte
som van 100,000 fis. aan den Paus over
handigd. De Paus moet toon volgens de ka
tholieke „Courrier de Bruxelles" o. a. ge
zegd hebben dat België wel nog een katho
liek ministerie had, maar dat hij vreesde
dat het spoedig zou vallen, wanneer do ka
tholieken tegenover het anti-clericale ver
bond van liberalen en socialisten niet hun
onderlinge geschillen opgaven.
Het keizerlijk Russische jacht, de Stan
dard, is te Havre binnengeloopen en met
kreten van „Leve Rusland!" ontvangen.
Victor Caviale, leeraar aan dc Normaal
school te Versailles en lid van den gemeen
teraad aldaar, schrijft aan den senator
Fabrc, die met machtiging van zijn zegs
man den brief publiceert, dat kapitein
Charlotte sloeg liet meisje met verstandi
ge, liefderijke oogen gade. Zij had de vaste
overtuiging dat Salvatrix bezig was ver
liefd tc worden op Philip, uit vrees voor
een ander.
Charlotte vermoedde dat die vrees ge
heel werktuigelijk was, en hoopte innig dat
dit zoo zou blijven. Het was haar eergiste
ren bij die ontmoeting op straat wel opge
vallen dat Salvatrix alle onbevangenheid
miste en dat op het laatst een vreemde blik
vol verbazen tusschen haar en Guy van in
nerlijke ontroering sprak.
Daarom verheugde Charlotte zich over
de belangstelling van het. teêr-benaCüurde
meisje voor den fijn-gevoeligen, prettigen
man en zag er niets anders dan eeu gevaar-
loozc afleiding in. 't Is waar, zij wist er
niets van dat Salvatrix geloofde even vurig
als hopeloos door Philip te worden bemind.
Anders zou zij de zaken zeker niet zoo heb
ben ingezien.
Liefde is voor de helft altijd wederliefde
bijna altijd is het de eene partij die door
blik of woord den ander doet blijkenik
heb u lief.
En een naar liefde verlangende ziel gaat
dan al spoedig die neiging beantwoorden.
En welke ziel is meer voor liefde gereed
dan eene die in opstand is gebracht door een
tot nu toe onbekend gevoel? Hoe spoedig
vlucht een hart niet, naar hulp zoekend,
bij een ander hart, wanneer het schuld en
gevaar zich ziet bedreigen.
Er zijn mannen die zoo krachtigen en
verontrustenden invloed oefenen op vrou
wen dat de vrouw reeds uit onbewust© vrou
welijke trots zich spoedig en duidelijk
merkbaar tot een anderen man keert.
Acli, Charlotte begreep en het vervul
de haar met smart dat Guy en Salvatrix
Freyatiilter, „een zijner beste vrienden, een
nobele, eerlijke, loyale kerel," hem na zijn
terugkeer van Madagascar het eerst ecu be
zoek heeft gebracht en hem onmiddellijk
zijn twijfel aan Dreyfus' schuld heeft te
kennen gegeven. Op zijn verzoek had Ca
viale aan den minister van marine Loekroy
geschreven om dezen om een audiëntie te
verzoeken en hem don twijfel van zijn
vriend mede tc declen. Loekroy, dien Ca
viale persoonlijk kent, had niet geantwooid.
Alweer een belangrijke bijdrage!
Joseph Rcinacli ontleedt in de „Siècle'
Cavaignac's verklaringen voor de strafka
mer van het Hof van Cassatie en toont aan
de hand daarvan aan dat Henry en Ester
hazy de verraders zijn geweest.
Een schildwacht voor het kruitmagazijn
te Poulct bij Avignon, heeft geschoten op
twee personen die het magazijn naderden
en van wie één een lucifer aanstak. De twee
onbekenden vluchtten. Een onderzoek
wordt ingesteld.
De eenigen tijd geleden reeds aangekon
digde ministeneele verandering in Honga
rije zal nu spoedig plaats vinden. Horansky
zal Lukacz vervangen als minister van fi
nanciën; Hodossy neemt justitie en graaf
Apponyi binnenlandsehe zaken.
Deze week worden de onderhaiidelingi.il
niet Oostenrijk over het Vergelijk hervat
In Finland worden de gemoederen een
beetje onrustig. Dc correspondent van ecu
Moscousch blad is o. a. te Helsingfors be
spot, beleedigd en geboycott.
Dc Heraldo" wil weten dat eenige mi
nisters, niet name die van oorlog en van
marine, zicli krachtig zullen verzotten te
gen de bezuinigingsplannen van hun col
lega van financiën wat hun departementen
betreft. Zij willen juist vcrliooging van hun
budget.
Ondanks alle tegenspraak verzekert men
dat de Paus is ingestort. Gisteren zou de
Kerkvorst weer een flauwte hebben gehad.
Beweerd wordt dat de gunstige berich
ten alleen worden verspreid om tijd te win
nen ten einde in stilte de bijeen roeping van
het conclave en de verkiezing van een
nieuwen paus voor te bereiden, zonder de
mogendheden gelegenheid te geven zicli in
die verkiezing te mengen.
Bulgarije was Rusland nog een openlijk
excuus schuldig wegens liet jongste inci
dent, dat het vertrok van den Russischcn
gezant ten gevolge had. Nu heeft de mi-
nister-president Grekof in een redevoering
in een vergadering van kiezers te Tirnovo
verklaard, dat elk Bulgaarsch ministerie,
dat tegen hartelijke betrekkingen met Rus
land zou zijn, verraad zou plegen aan het
vaderland en de kroon, daar de Russische
rcgecring heeft verklaard dat zij zich niet
zou mengen in de binnenlandsehe aangele
genheden.
Verder verklaarde dc minister dat liet
ministerie de beste betrekkingen zal onder
houden met alle mogendheden en vast be
sloten is zich niet in ccnig avontuur te wik
kelen.
elkander zouden lief gehad hebbenHet
was te laat.
Door onstuimigen hartstocht voortgedre
ven, had hij zijn leven gelegd in de handen
eener andere.
Toen Philip 's avonds kwam, sprak Char
lotte met hem. Niet onder vier oogen; Sal
vatrix had verzocht er bij tegenwoordig te
mogen zijn.
Hem zooveel mogelijk ontziende, sprak
Charlotte van onverklaarbare misverstan
den waarvan Martina zich blijkbaar dc
dupe dacht. Niemand had haar willen kren
ken. Al had Guy de fout begaan haar te
zeggen dat zij, Charlotte, ernstige bezwaren
had gehad tegen zijn huwelijksplannen, dau
ruocht Martina toch daaruit niet afleiden
dat zij onvriendelijk bejegend werd. Maar
dit gevoel scheen toch zeer sterk in haar
te hebben geleefd, want zij had zich blijk
baar bij haar moeder beklaagd.
Zij bespaarde hem den tekst van den
brief ofschoon die in haar geheugen gegrift
was.
Philip hoorde alles aan. Zijn lippen wa
ren vast opeengeklemdzijn neusvleugels
trilden. Zijn mooi gelaat was zeer bleek en
voortdurend plukten zijn vingers zenuwach
tig aan zijn blonde snor.
Zij zaten met hun drieën op een bank in
den tuin, vlak bij het trapje naar de veran
da. Philip zat op den hoek; zijn ellebogen
raakten de roode geraniums die aan beide
zijden van de trap bloeiden, dan Charlotte
in een grijze japon met haar stroohoed op
de knieën en eindelijk Salvatrix bloots
hoofds, maar met een groote witte sjaal
dicht om zieh heen geslagen.
De zon was reeds ondergegaan, en lang
zaam sloop de kille schemering over rivier
en land. Witte nevels stegen aan gindsche
I)e ministericcle crisis in Griekenland
schijnt te wijten aan dc ongeldig-verklaring
der verkiezing van Zaimis, den minister-
jiresident. Men spreekt van een coalitie-mi
nisterie onder Deligcorgis. Waarschijnlijk
zal de crisis zeer lang duren.
liet heet dat de Engelsche gezant te St.
Petersburg Maandag de Engelseh-Russi-
sche overeenkomst over China liceft onder
teekend.
Mag men de laatste berichten uit Peking
ge!ooven, dan zal de Chineesche regeering
eerstdaags een rondschrijven zenden aan de
mogendheden waarin zij hen kennis geeft
dat voortaan geen afstand van grondgebied
ra pacht meer zal geschieden.
Het dreigend optreden der Engelschen
aan de Chineesche kust tegenover Hong
kong blijkt geweten te moeten worden aan
de opgewondenheid onder de bevolking, die
Engelsche landmeters, bezig met het pas
door Engeland verworven gebied op te me
ten, lastig vielen. Ook zijn er plakkaten
aangeplakt tegen de vreemdelingen.
De Britselie gouverneur van Hongkong
heeft geprotesteerd bij den onderkoning
van Canton en gedreigd, wanneer het ver
zet heden niet geëindigd was, het achter
land in bezit tc zullen nemen. Do onder
koning heeft in een proclamatie de bevol
king gelast zich rustig te houden, terwijl
de Engelsche landmeters door Chineesche
troepen beschermd worden.
Lord Salisbury heeft in beginsel het voor
stel van Duïtschiand aangenomen om de
regeling der Samoa-quaestie te onderwerpen
aan een gemengde commissie der drie mo
gendheden. Over uitvoering van dit plan
moet men het nu nog in bijzonderheden
eens worden.
De Vereen igde Staten zouden Duitsch-
land verantwoordelijk willen stellen voor
den ongeregelden toestand die nu weer is
ontstaan en schadeloosstelling willen vra
gen voor de gedoode Amerikaansehe solda
ten. Zij zouden zicli tevreden stellen met
ccn verdeel ing der Samoa-eilanden.
Van dc Britselie West-Indische eilanden
is een petitie verzonden naar de Engelsche
regcering, waarbij de bewoners om hun eco
nomische belangen vragen dat Engeland af
stand zal doen van zijn rechten en de aan
hechting der eilanden- bij de Vercenigde
Staten goedkeuren. Zij opperen het denk
beeld eener ruiling, bijv. tegen de Philïp-
pijnen.
De „New-York Herald" ondersteunt dit
denkbeeld.
Gouverneur-Generaal.
Uit Amsterdam is dd. 7 Maart aan de
„üeli Cl." geseind
„Volgens gerucht zal het lid in den Raad
van State jhr. ar. H. van der Wijck be
noemd worden tot Gouverneur-Generaal."
De redactie krekent hierbij aan
„De ons geseinde candidaat voor de ver
vulling der aanstaande vacature in de op-
pcr-landvoogdij is een broeder van onzen
zijde der Elbe op en vormden daar een
blanken muur waartegen het water afstak
als een zwarte rand. Met glinsterende licht
jes kropen de schepen elkaar log en zwart
voorhijde huilende roep van een stoom
fluit gilde door de avondlucht.
„Mevrouw," zei Philip, „ik schaam mij
over mijn familie. Dat is liet ergste, het
smartelijkste dat een man kan zeggen. Ik
zal mijn familie onder handen nemen."
Maar Charlotte zei bevelend: „Je moest
weten wat er gebeurd was. Maar het is mijn
uitdrukkelijke wensch dat je er je niet in
mengt. Ik weet zeer goed onderscheid te
maken tusschen jou en deze voorvallen,
beste Philip. En als je wilde ingrijpen om
don toestand te zuiveren, zou je er slechts
zelf in gemoeid worden."
Philip greep haar rechterhand en drukte
die stevig. Die werktuigelijke uiting gaf
zeer duidelijk blijk van zijn ontroering.
„Ik dank u," zei hij met gesmoorde stem.
„O, als u wist hoe dankbaar ik u ben. Zij
is toch mijn moeder, niet waar? Tusschen
ons is het gegaan zooals het zoo vaak in het
leven gebeurt: mijn levensbeschouwing,
mijn smaak, mijn gewoonten hebben een
kloof doen ontstaan tusschen mij cn mijn
ouderlijk huis. Maar ik heb een uitweg ge
vonden ik begrijp dat een zoon niet mag
veroordeelen, dat hij moet verdragen. Zoo
ga ik zwijgend en eerbiedig naast hen mijn
weg ik weet niet of u mij begrijpt
Maar ik wcnsch vurig dat het altijd zoo
kan blijven. Ook in de toekomst. Het is de
beste manier om conflicten te vermijden,
die in zekeren zin niet mogen bestaan.
Want ik ben slechts de zoon, niet waar?
zij is de moeder."
(Wordt vervolgd.)