No. 9901. 53"e Jaargang. Donderdag 6 April 1899. Strijdige Werelden. BUITENLAND. BINNENLAND. SCHIEDAMSCHE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen il. .2.5. Franco per post fl. '1.05. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: van 1 7 regels 90 cents; iedere regel meer 12'i cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeiige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine adnertenlivn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan liet Bureau te voldoen. latere. Telefoon Jio. 123. Algemeen orertlchi. SCHIEDAM, 5 April '99. Kalm zet de „Figaro" zijn werk voort. Na Cavaignac's verklaring voor de strafka mer van liet Hof van Cassatie maken wij kennis met Poincaré's en Develle's getuige nis, daarna met dat van generaal Eoget, die chef van Cavaignac's en Zurlinden's ka binet was. Poincaré, die toen zitting had ra het ministerie-Dupuy, hoorde in 1894 van Drey fus' arrestatie door de bladen en liad daar op een ministerraad uitgelokt. Ook hij zegt, evenals Dupuy, dat het borderel en de ais teer-proef als bewijzen tegen Dreyfus gol den. Leygues, Delcassé, Dupuy en generaal Mercier hebben hem meermalen de juist heid van die bijzonderheden herinnerd. Van een geheim dossier liad Poincaré toen niet gehoordvóór het proces-ZoIa echter luid generaal Mercier zich tegenover hem uitge laten over een geheim stuk waaruit Diey- fus' schuld bleek. Ware er in 1894 sprake geweest van een geheim stuk, dan zou Poincaré zijn toestem ming tot de vervolging hebben geweigerd. De oud-minister heeft het dan over de zgn. bekentenis van Dreyfus aan kapitein Lebrun-Renault. Voor het onderhoud van dezen met den President der Republiek ver wijst hij de strafkamer naar Casimir-Périer die zich er nooit over heeft willen uitlaten. Wel Ron hij zeggen dat de kapitein daarna naar den minister-president Dupuy was ge zonden om zieh te verantwoorden over de uitlatingen die hij zich zou veroorloofd heb ben, maar ook om het bevel te ontvangeu, niet meer met journalisten te spreken, c aar men er bang voor was dat een vreemde mo gendheid in de zaak gemoeid zou worden. Lebrun-Ronault had tegen Dupuy niets gezegd over de bekentenis, noch dat. Drey fus niet noch dat deze wel een bekentenis had afgelegd. Toen een der ochtendbladen 6 November jl. verzekerde dat Dupuy, na Dreyfus' degradatie, wel een «apport had ontvangen over de bekentenis, had Poin caré den minister-president geschreven dat, waar men tot over de ooren in de leugens zit, ieder die een deel der waarheid bezit, daarvan mededeeling moet doen. Dupuy had toen geantwoord dat hij de eerste de beste gelegenheid zou aangrijpen. Nog deelde Poincaré mede dat hij als af gevaardigde eens in tegenwoordigheid van een aantal zijner collega's aan Cavaignac had gevraagd of het geheime dossier van vóór of van na Dreyfus' veroordeeling was. Cavaignac had niet geantwoord. Ook had hij onder het rainistcrie-Méline meer dan eens aan leden van het Kabinet te kennen gegeven dat hij, Poincaré, en zijn politieke vrienden in 1894 alleen het bor derel hadden gekend als belastend stuk on dat, nu het twijfelachtig was of Dreyfus wel het borderel had geschreven, iemands geweten wel verontrust moest worden. Toen ïiij zich eens na een diner bij mevrouw Cr..- not in dier voege uitliet tegenover generaal Billot, minister van oorlog, verklaarde h.ze overtuigd te zijn van Dreyfus' schuld, maar zich niet te zullen verbazen wanneer Ester- DOOK IDA BOY-ED. 79) Zij zette verbaasde oogen op en werd bleek. Maar zij voelde zich niet beleeaigddeze toon en deze manier van schrijven stonden te ver van haar eigen toon, haar eigen ma nier van schrijven. Het was of iemand haar iets in een vreemde taal had toege schreeuwd. Zij bemerkte wel dat het van het standpunt van dien iemand uit een be- lecdiging bedoelde te zijn. Maar daar zij niet op dezelfde lage ontwikkelingstrap stond als de beleedigster, bereikte de belee- digende taal haar ook niet. Maar haar ziel was vervuld van vrees. Een enkel gevoel belieerschte haardat van namelooze zorg over Guy. Dus dat was de vrouw die zijn vrouw ter wereld gebracht en opgevoed hadDat was dus het gemoedsleven van haar in wier han den Guy zijn lot had gelegd! Zij zag, zij moest uit dien brief wel zien dat Martina bij haar moeder met klachten was aangekomen. Anders was deze brief on mogelijk geweest, Charlotte voelde hoe haar hart klopte en. haar knieën knikten. Zij begreep dat zij iets moest doen. Met ontembare macht drong de herinne ring van het verledene op haar in. Al de liefde die zij aan Guy had gewijd, al wat zij voor hem had gedaan, stond voor haar geest. Voor zooveel goedheid, voor zooveel trouw nu-als loon een ruwe beleediging hazy en mog een derde persoon verraders bleken. Dat was vóórdat Esterhazy voor den raad van onderzoek kwam. Nogmaals verklaarde de oud-minister uit drukkelijk dat het ministerie in 1894 alleen het borderel had gekend. V ij krijgen nu de verklaring te hooren van Develic, die van April tot October 1893 in het kabinet-Dupuy met builcnlandsclie zaken was belast. Deze droeg kennis van brieven die tusschen do vreemde militaire attache's werden gewisseld en door de han den van Fransehc agenten ngen. Volgens hom behoeft met „D.in üie brieven niet „DreyfuF' te zijn.bedoeld. Hij gelooft trou wens dat fficiercn wier naam met een D. begint, be'rekkingen onderhielden met Von Scliwartzkoppeu, den Duitsclien attaché. Het waren de lieeren Dorval en Donin de Rosière. De brief waarin ,,D..." voorkomt, kan dus iu geen geval als aanwijzing tegen Dreyfus gelden. Vooral niet waar Dcvelle verder getuigt, dat hij eenigen tijd had ge loofd dat dit stuk, waarin het initiaal D voorkwam, een der geheime stukken kon zijn geweest, die, naai- men beweerde, aan den krijgsraad waren overgelegd. Maar ge neraal Billot, door hem daarover in Maart 1898 ondervraagd, had hem geantwoord dat hij dit stuk niet kende. Dreyfus' schuld zou gebleken zijn uit brieven tusschen A. en B. die een afspraak met elkaar maken om ken nis te nemen van stukken afkomstig van D. „Die D.", zcido Bil lot, „is Dreyfus, en zijn naam staat voluit in andere stukken." En hij voegde er tegen Dcvelle bij„Twij fel niet aan Dreyfus' schuld. Wij hebben meer dan een maand noodig gehad om de stukken die het dossier van zijn verraad uitmaken, te rangschikken. Mijn opvolger zal in twee uur kunnen constateeren dat Dreyfus schuldig is. Wat mij betreft, ik ge loof wel dat Esterhazy het ook is." Ten slotte neemt Develle het spionnage- bureau van het departement van oorlog duchtig onderhanden. Volgens hem zijn alle ministers van buitenlandsclie en van bin- nenlandsche zaken en alle prefecten van po litie het er over eens geweest dat de spion- nage-dienst een der slechtste was in de ge ilede Fransche administratie. Controle is er bijna niet; er worden gevaarlijke onvoor zichtigheden begaande stukken die men er krijgt zijn dikwijls onbeteekenend en schijnen niet altijd echt. Dan komt generaal Roget. Diens verkla ring begint reeds met het zonderlinge feit, dat hij niets met de zaak-Dreyfus te ma ken had, dat hij, na het proces-Zola te heb ben bijgewoond, de begeerte voelde, zelf een onderzoek in te stellen, dat hij door zijn chefs tot dat onderzoek gemachtigd was en daarbij geholpen werd cn dat hij daarna tot chef van zijn kabinet werd be noemd door Cavaignac, welk ambt hij ook vervulde onder diens opvolger Zurlinden. Rogct's redenecring over Dreyfus' schuld is al even verward en sofistisch-hypothe- tisch als van Cavaignac. Ook hij grondt zijn overtuiging op den aard der in het borderel van do zijde van hen die liem thans het naast waren. „Arme, arme jongen," zei Charlotte bijna hardop. Modelijden met Guy reet haar hart van een. Haar ervaring zeide haar immers dat die ruwheid van aard zich eens ook tegen hem keeren en hem smartelijk treffen zou. Na lang ernstig nadenken stond zij op, ging naar haar schrijftafel en sloot den brief van mevrouw Kalkowski in een cou vert dat Guy's adres droeg. En zij voegde er een klein briefje hij, dat door de zenuw achtigheid onduidelijk geschreven was. „Lieve GuyHevig ontsteld door al wat deze brief mij onthult, verzoek ik je eeu verklaring over het ontstaan en de toezen ding er van. Je Charlotte." Toen de brief weg was, kwam er twijfel bij haar op of zij niet beter had gedaan met hem voor Guy geheim te houden. Maar na eenig nadenken begreep zij al spoedig dat zij Guy in dit geval niet mocht sparen. Ei| bovendien was het onmogelijk, want er zou anders voor Guy zoo goed als voor Philip een onbegrijpelijke toestand worden ge schapen. De dag kroop langzaam om. De vrouwen hieven alleen. Philip wilde eerst laat in den namiddag terugkomen, en Bau- meister telefoneerde dat men hem maat niet vóór tien uur 's avonds moest verwach ten, Toen Salvatrix het gebeurde hoorde, kwam in haar verontwaardiging voor het eerst iets over haar dat op drift geleek. En haar voornaamste bezorgdheid scheen te zijn hoe men den armen Philip kon mede- deelen wat zijn moeder gedaan had zonder hem leed te doen of zelfs tot heengaan te dwingen. genoemde stukken die Dreyfus juist in dien tijd had leeren kennen. D. in de brieven der militaire attache's betcekent Dreyfus, wat ook klopte niet de wetenschap van het ministerie dat er een verrader school onder den generaion staf die kort geleden behoord had of nog behoorde tot liet 2e bureau. Eerst had men aan het subaltern personeel gedacht; maar een agent van het ministe rie wist uit zekere bron dat men hooger moest zoeken. Roget tracht voorts te bewij zen dat het borderel wel degelijk van Drey fus was, al hecht ook deze getuige weinig aan het oordcel der schriftkundigen. Ook Drevfus' verhoor heeft bewijzen voor zijn schuld opgeleverd. Van een ander stuk, waarin behalve Dreyfus, ook generaal Saus sier en majoor Giovaninelh voluit worden genoemd en een andere naam is afge scheurd. zoodat alleen de lettergreep Bois (deffre?) overblijft, tracht Roget ten slotte dc vaischheid aan tc toonen. Kcmengde Mcdedecllnsen. De „Köln. Ztg." verneemt uit St. Peters- burg dat Bulgarije wel ter ontwapenings conferentie zal worden genoodigd, omdat Turkije ook geen bezwaar heeft gemaakt te gen de deelneming van Bulgarije aan de conferentie togen het anarchisme. Naar te Washington verluidt zouden de Amerikaansehe vertegenwoordigers in op dracht hebben te verklaren dat de Ver- cenigde Staten zóóver achter staan bij Europa in hun wapening, dat zij zich niet op eenige beperking kunnen inlaten. Verschillende Belgische bladen hielden ondanks tegenspraak staande dat de on langs afgetreden minister-president De Smet de Naeyer weer in het ministerie zou treden, hetzij ter vervanging van Dc Bruyn. den minister van publieke werken, land bouw en sclioone kunsten, of wel om Van- dcnpecreboom te ontlasten van de porte feuille van spoorwegwezen. De „Petit Bleu" heeft informaties ingewonnen bij den oud premier, en deze verklaarde afgetreden te zijn wegens meeningsverschil mat zijn col lega's over het kiesrecht, zoodat hij niet ra het ministerie kon terugkeeren, zoolang er nog geen kiesrechtontwerp is ingediend. Zaterdag hebben afgevaardigden der Bel gische katholieke journalisien-verecniging een door die vcreeniging bijeengebrachte som van 100,000 fis. aan den Paus over handigd. De Paus moet toon volgens de ka tholieke „Courrier de Bruxelles" o. a. ge zegd hebben dat België wel nog een katho liek ministerie had, maar dat hij vreesde dat het spoedig zou vallen, wanneer do ka tholieken tegenover het anti-clericale ver bond van liberalen en socialisten niet hun onderlinge geschillen opgaven. Het keizerlijk Russische jacht, de Stan dard, is te Havre binnengeloopen en met kreten van „Leve Rusland!" ontvangen. Victor Caviale, leeraar aan dc Normaal school te Versailles en lid van den gemeen teraad aldaar, schrijft aan den senator Fabrc, die met machtiging van zijn zegs man den brief publiceert, dat kapitein Charlotte sloeg liet meisje met verstandi ge, liefderijke oogen gade. Zij had de vaste overtuiging dat Salvatrix bezig was ver liefd tc worden op Philip, uit vrees voor een ander. Charlotte vermoedde dat die vrees ge heel werktuigelijk was, en hoopte innig dat dit zoo zou blijven. Het was haar eergiste ren bij die ontmoeting op straat wel opge vallen dat Salvatrix alle onbevangenheid miste en dat op het laatst een vreemde blik vol verbazen tusschen haar en Guy van in nerlijke ontroering sprak. Daarom verheugde Charlotte zich over de belangstelling van het. teêr-benaCüurde meisje voor den fijn-gevoeligen, prettigen man en zag er niets anders dan eeu gevaar- loozc afleiding in. 't Is waar, zij wist er niets van dat Salvatrix geloofde even vurig als hopeloos door Philip te worden bemind. Anders zou zij de zaken zeker niet zoo heb ben ingezien. Liefde is voor de helft altijd wederliefde bijna altijd is het de eene partij die door blik of woord den ander doet blijkenik heb u lief. En een naar liefde verlangende ziel gaat dan al spoedig die neiging beantwoorden. En welke ziel is meer voor liefde gereed dan eene die in opstand is gebracht door een tot nu toe onbekend gevoel? Hoe spoedig vlucht een hart niet, naar hulp zoekend, bij een ander hart, wanneer het schuld en gevaar zich ziet bedreigen. Er zijn mannen die zoo krachtigen en verontrustenden invloed oefenen op vrou wen dat de vrouw reeds uit onbewust© vrou welijke trots zich spoedig en duidelijk merkbaar tot een anderen man keert. Acli, Charlotte begreep en het vervul de haar met smart dat Guy en Salvatrix Freyatiilter, „een zijner beste vrienden, een nobele, eerlijke, loyale kerel," hem na zijn terugkeer van Madagascar het eerst ecu be zoek heeft gebracht en hem onmiddellijk zijn twijfel aan Dreyfus' schuld heeft te kennen gegeven. Op zijn verzoek had Ca viale aan den minister van marine Loekroy geschreven om dezen om een audiëntie te verzoeken en hem don twijfel van zijn vriend mede tc declen. Loekroy, dien Ca viale persoonlijk kent, had niet geantwooid. Alweer een belangrijke bijdrage! Joseph Rcinacli ontleedt in de „Siècle' Cavaignac's verklaringen voor de strafka mer van het Hof van Cassatie en toont aan de hand daarvan aan dat Henry en Ester hazy de verraders zijn geweest. Een schildwacht voor het kruitmagazijn te Poulct bij Avignon, heeft geschoten op twee personen die het magazijn naderden en van wie één een lucifer aanstak. De twee onbekenden vluchtten. Een onderzoek wordt ingesteld. De eenigen tijd geleden reeds aangekon digde ministeneele verandering in Honga rije zal nu spoedig plaats vinden. Horansky zal Lukacz vervangen als minister van fi nanciën; Hodossy neemt justitie en graaf Apponyi binnenlandsehe zaken. Deze week worden de onderhaiidelingi.il niet Oostenrijk over het Vergelijk hervat In Finland worden de gemoederen een beetje onrustig. Dc correspondent van ecu Moscousch blad is o. a. te Helsingfors be spot, beleedigd en geboycott. Dc Heraldo" wil weten dat eenige mi nisters, niet name die van oorlog en van marine, zicli krachtig zullen verzotten te gen de bezuinigingsplannen van hun col lega van financiën wat hun departementen betreft. Zij willen juist vcrliooging van hun budget. Ondanks alle tegenspraak verzekert men dat de Paus is ingestort. Gisteren zou de Kerkvorst weer een flauwte hebben gehad. Beweerd wordt dat de gunstige berich ten alleen worden verspreid om tijd te win nen ten einde in stilte de bijeen roeping van het conclave en de verkiezing van een nieuwen paus voor te bereiden, zonder de mogendheden gelegenheid te geven zicli in die verkiezing te mengen. Bulgarije was Rusland nog een openlijk excuus schuldig wegens liet jongste inci dent, dat het vertrok van den Russischcn gezant ten gevolge had. Nu heeft de mi- nister-president Grekof in een redevoering in een vergadering van kiezers te Tirnovo verklaard, dat elk Bulgaarsch ministerie, dat tegen hartelijke betrekkingen met Rus land zou zijn, verraad zou plegen aan het vaderland en de kroon, daar de Russische rcgecring heeft verklaard dat zij zich niet zou mengen in de binnenlandsehe aangele genheden. Verder verklaarde dc minister dat liet ministerie de beste betrekkingen zal onder houden met alle mogendheden en vast be sloten is zich niet in ccnig avontuur te wik kelen. elkander zouden lief gehad hebbenHet was te laat. Door onstuimigen hartstocht voortgedre ven, had hij zijn leven gelegd in de handen eener andere. Toen Philip 's avonds kwam, sprak Char lotte met hem. Niet onder vier oogen; Sal vatrix had verzocht er bij tegenwoordig te mogen zijn. Hem zooveel mogelijk ontziende, sprak Charlotte van onverklaarbare misverstan den waarvan Martina zich blijkbaar dc dupe dacht. Niemand had haar willen kren ken. Al had Guy de fout begaan haar te zeggen dat zij, Charlotte, ernstige bezwaren had gehad tegen zijn huwelijksplannen, dau ruocht Martina toch daaruit niet afleiden dat zij onvriendelijk bejegend werd. Maar dit gevoel scheen toch zeer sterk in haar te hebben geleefd, want zij had zich blijk baar bij haar moeder beklaagd. Zij bespaarde hem den tekst van den brief ofschoon die in haar geheugen gegrift was. Philip hoorde alles aan. Zijn lippen wa ren vast opeengeklemdzijn neusvleugels trilden. Zijn mooi gelaat was zeer bleek en voortdurend plukten zijn vingers zenuwach tig aan zijn blonde snor. Zij zaten met hun drieën op een bank in den tuin, vlak bij het trapje naar de veran da. Philip zat op den hoek; zijn ellebogen raakten de roode geraniums die aan beide zijden van de trap bloeiden, dan Charlotte in een grijze japon met haar stroohoed op de knieën en eindelijk Salvatrix bloots hoofds, maar met een groote witte sjaal dicht om zieh heen geslagen. De zon was reeds ondergegaan, en lang zaam sloop de kille schemering over rivier en land. Witte nevels stegen aan gindsche I)e ministericcle crisis in Griekenland schijnt te wijten aan dc ongeldig-verklaring der verkiezing van Zaimis, den minister- jiresident. Men spreekt van een coalitie-mi nisterie onder Deligcorgis. Waarschijnlijk zal de crisis zeer lang duren. liet heet dat de Engelsche gezant te St. Petersburg Maandag de Engelseh-Russi- sche overeenkomst over China liceft onder teekend. Mag men de laatste berichten uit Peking ge!ooven, dan zal de Chineesche regeering eerstdaags een rondschrijven zenden aan de mogendheden waarin zij hen kennis geeft dat voortaan geen afstand van grondgebied ra pacht meer zal geschieden. Het dreigend optreden der Engelschen aan de Chineesche kust tegenover Hong kong blijkt geweten te moeten worden aan de opgewondenheid onder de bevolking, die Engelsche landmeters, bezig met het pas door Engeland verworven gebied op te me ten, lastig vielen. Ook zijn er plakkaten aangeplakt tegen de vreemdelingen. De Britselie gouverneur van Hongkong heeft geprotesteerd bij den onderkoning van Canton en gedreigd, wanneer het ver zet heden niet geëindigd was, het achter land in bezit tc zullen nemen. Do onder koning heeft in een proclamatie de bevol king gelast zich rustig te houden, terwijl de Engelsche landmeters door Chineesche troepen beschermd worden. Lord Salisbury heeft in beginsel het voor stel van Duïtschiand aangenomen om de regeling der Samoa-quaestie te onderwerpen aan een gemengde commissie der drie mo gendheden. Over uitvoering van dit plan moet men het nu nog in bijzonderheden eens worden. De Vereen igde Staten zouden Duitsch- land verantwoordelijk willen stellen voor den ongeregelden toestand die nu weer is ontstaan en schadeloosstelling willen vra gen voor de gedoode Amerikaansehe solda ten. Zij zouden zicli tevreden stellen met ccn verdeel ing der Samoa-eilanden. Van dc Britselie West-Indische eilanden is een petitie verzonden naar de Engelsche regcering, waarbij de bewoners om hun eco nomische belangen vragen dat Engeland af stand zal doen van zijn rechten en de aan hechting der eilanden- bij de Vercenigde Staten goedkeuren. Zij opperen het denk beeld eener ruiling, bijv. tegen de Philïp- pijnen. De „New-York Herald" ondersteunt dit denkbeeld. Gouverneur-Generaal. Uit Amsterdam is dd. 7 Maart aan de „üeli Cl." geseind „Volgens gerucht zal het lid in den Raad van State jhr. ar. H. van der Wijck be noemd worden tot Gouverneur-Generaal." De redactie krekent hierbij aan „De ons geseinde candidaat voor de ver vulling der aanstaande vacature in de op- pcr-landvoogdij is een broeder van onzen zijde der Elbe op en vormden daar een blanken muur waartegen het water afstak als een zwarte rand. Met glinsterende licht jes kropen de schepen elkaar log en zwart voorhijde huilende roep van een stoom fluit gilde door de avondlucht. „Mevrouw," zei Philip, „ik schaam mij over mijn familie. Dat is liet ergste, het smartelijkste dat een man kan zeggen. Ik zal mijn familie onder handen nemen." Maar Charlotte zei bevelend: „Je moest weten wat er gebeurd was. Maar het is mijn uitdrukkelijke wensch dat je er je niet in mengt. Ik weet zeer goed onderscheid te maken tusschen jou en deze voorvallen, beste Philip. En als je wilde ingrijpen om don toestand te zuiveren, zou je er slechts zelf in gemoeid worden." Philip greep haar rechterhand en drukte die stevig. Die werktuigelijke uiting gaf zeer duidelijk blijk van zijn ontroering. „Ik dank u," zei hij met gesmoorde stem. „O, als u wist hoe dankbaar ik u ben. Zij is toch mijn moeder, niet waar? Tusschen ons is het gegaan zooals het zoo vaak in het leven gebeurt: mijn levensbeschouwing, mijn smaak, mijn gewoonten hebben een kloof doen ontstaan tusschen mij cn mijn ouderlijk huis. Maar ik heb een uitweg ge vonden ik begrijp dat een zoon niet mag veroordeelen, dat hij moet verdragen. Zoo ga ik zwijgend en eerbiedig naast hen mijn weg ik weet niet of u mij begrijpt Maar ik wcnsch vurig dat het altijd zoo kan blijven. Ook in de toekomst. Het is de beste manier om conflicten te vermijden, die in zekeren zin niet mogen bestaan. Want ik ben slechts de zoon, niet waar? zij is de moeder." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1