53*,e Jaargang.
Vrijdag 14 April 1899.
No. 9908.
Eerste Blad.
Strijdige Werelden.
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCIJE CDURAXIT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 00 cents; iedere regel
meer 12!io cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordcelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uleine advertentiën opgenomen lot den prijs van 40 cents
per"advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ao. 133.
Algcinern overxlclit.
SCHIEDAM, 13 April '99.
Wanneer men de onthullingen, der „Fi
garo" volgt en aandachtig de verklaringen
der generaals wikt en weegt, dan kan men
gevoeglijk onderschrijven wat een zegsman
der „Petit Bleu" het blad noemt hem
een zeer kalm man, die vrijwel onverschil
lig tegenover de zaak-Dreyfus staat zei-
de, toen hij gelezen had wat generaal Gonse
voor de strafkamer te berde bracht.,, De ge
tuigen a charge", aldus drukte hij zich uit,
„overtuigen mij meer nog van Dreyfus' on
schuld dan zij die ten gunste van den ver
oordeelde getuigen".
En inderdaad, wanneer men hoort hoever
generaal Gonse gaat, wanneer hij de handc
lingen en het optreden vergoelijkt van een
bewezen falsaris als Henry, een melodrama-
intrigant als Du Paty de Clam en een eer-
loozen schelm als Esterhazy, dan begrijpt
men eerst recht hoe vooringenomen de ge
neraals van den staf in de geheele zaak-
Dreyfus steeds geweest zijn en nog zijn.
Meer en meer spreekt juist uit hun
verklaringen de noodzakelijkheid van een
voortgezet onderzoek door liet Hof van Cas
satie, dat zijn arbeid hervat heeft. Er zijn
nog heel wat duistere punten toe te lichten.
Confrontaties behooren plaats te vinden, er
zijn nieuwe getuigen, wier verklaringen niet
gemist kunnen worden. Steeds krachtiger
wordt de overtuiging dat de waarheid te
vinden is, wanneer men maar wil. Maar men
moet willen, eerlijk en onversaagd.
De publicaties in „Figaro" en „Éclair"
het laatste blad schijnt ook het dossier
te bezitten bereiden een nader onder
zoek voor; zij wijzen de personen aan wier
getuigenis belangrijk kan zijn. Zoo kapitein
Freystatter, het lid van den krijgsraad van
1894 die, naar men verzekert, thans tot den
minister van marine het verzoek heeft ge
richt gehoord te worden over de gronden
waarop zijn oordeel in den krijgsraad be
rustte. En met Freystatter zal het Hof ook
de andere leden van den krijgsraad dienen
te hooren.
Ook heel wat twistgeschrijf lokt de open
baarmaking van het dossier uit.
Verscheiden revisie-bladen beweren dat
de „Éclair", van oudsher tegen de herzie
ning van het vonnis gekant, de belangrijke
verklaring van Paléologue over het geheime
dossier opzettelijk heeft verminkt. „Maar,"
merkt Jaurès niet ten onrechte op, „ook al
dus verminkt blijft zijn verklaring nog ver
pletterend voor den generalen staf." En
waar generaal Gonso Paléologue's verkla
ring voor een deel bestrijdt, houdt een offi-
cieuse Havas-nota de waarheid daarvan
staande.
De „Éclair" publiceert thans het rapport
van den directeur der artillerie Deloye ter
bestrijding van majoor Hartmann's door
werkt betoog ten guilste van Dreyfus. Een
insinuatie van de „Libre Parole" als zou
Hartmann zich hebben laten doopen om een
DOOR
IDA BOY-ED.
86)
Nu voelde Guy nog hoe hij zijn vrouw
hartstochtelijk in zijn armen had geklemd.
Ja, zij was uit één stuk. Zij was anders
dan hij zich vroeger zijn vrouw had voorge
steld. Haar ziel was niet zoo fijn georgani
seerd, haar hart was niet zoo teer besnaard.
Maar in haar zelfstandig wezen vol tempe
rament was zij toch een krachtige, zelfbe
wuste persoonlijkheid.
En na zulke uren, zulke woorden, zulke
beloften, nadat hij gisteren plechtig een
nieuwe periode zijns levens had ingezet,
moest hij thans, nu hij hoorde dat Baumeis-
ter gestorven was, weer van voren af aan
beginnen, tot Martina gaan en haar zeg
gen:
„Mijn hart en mijn eer roepen mij aan
Charlotte's zijde!"
Neen, dat was bijna onmogelijk. Dat was
hoe ernstig ook de reden wasbijna
belachelijk.
Een gedachte sloop zijn hart even bin
nen, zekere spijt dat hij zich zoo gehaast
-had, Martina zijn gesprek met Charlotte
Baumeister te vertellen.
Maar wie wist of Charlotte hem nog
wel zou ontvangen 1 Of hij niet aan de deur
afgewezen zou worden? Dan had hij nutte
loos opnieuw den strijd met Martina aange
bonden. En hij was dien strijd, die altijd
om hetzelfde punt draaide, reeds zoo moede.
Toen schoten hem weer de geruchten over
de firma Baumeister te binnen, waarvan de
courant melding had gemaakt. Het werd
rijke vrouw te kunnen trouwen, en hoven-
dien een doordraaier zijn, wordt categorisch
gelogenstraftHartmann is van katholieke
familie uit den Elzas, getrouwd, goed huis
vader, oud-kameraad van Cavaignac aan de
Polytechnische School, staat in hoog aan
zien in het leger, en is nog onlangs voorge
dragen voor bevordering tot overste en voor
het Legioen van Eer.
De „Politische Correcpondenz" spreekt,
naar uit Weenen wordt bericht, de bewe
ring van Laroclie, oud-resident-generaal van
Madagascar, tegen dat aartshertog Victor
zich tegenover hem zou hebben uitgelaten
over de zaak-Dreyfus als door Laroche voor
het Hof van Cassatie is verklaard.
De „Soir" gaat voort met haar bewerin
gen over Dreyfus' herhaalde reizen naar
Brussel. Het blad zegt dat hij er wel zes
maal per maand heenging; een commissaris
der recherche, Sons, volgde hem steeds. De
ze verwittigde den minister van binnenland-
sclie zaken. De „Soir" zegt een en ander-
van den lieer Lacaze, oud-legatie-secretaris
te Brussel, en van Sons zelf te hebben,
wiens rapporten zich op het ministerie be
vinden, „indien ze althans niet zoek zijn ge
maakt". Het verdonkeremanen speelt een
groote rol in de zaak-Dreyfus.
Uit generaal Gonse's verklaring veer
tien kolommen in de „Figaro" willen
wij eenige punten, de belangrijkste, aan
stippen.
Gonse beweert dat Dreyfus bekend was
met de in het borderel genoemde stukken,
maar moest toegeven dat ook andere offi
cieren der pyrotechnische school zich die
stukken hadden kunnen verschaffen, mits
zij in 1894 aan den generalen staf waren
verbonden. Toen gevraagd werd„Heeft
men onderzocht of andere officieren in dat
geval verkeerden?" antwoordde Gonse: „Ik
geloof het wel, maar zou het niet kunnen
verzekeren".
Op de vraag of er geheime stukken in
raadkamer waren overgelegd, weigerde de
generaal te antwoorden. Daarentegen ver
haalde hij uitvoerig de geschiedenis der
zgn. bekentenis van Dreyfus. Hij was met
kapitein Lebrun-Renault naar het ministe
rie van oorlog gegaan, waar deze toen de
bekende mededeeling zou liebben gedaan.
Gonse had generaal De Boisdeffre van een
en ander in kennis gesteld, die hem later
den brief teruggaf. Gonse had dien zorg
vuldig bewaard tot 1897." Van de verkla-
ring van Lebrun-Renault was, schoon Gonse
die toen gewenscht achtte, geen proces-ver
baal opgemaakt, omdat men dacht dat de
zaak afgeloopen was. Hij betreurde dat het
niet geschied was.
Daarna doet Gonse een lieftigen aanval
op Picquart, wien hij verwijt dat hij reeds
vijf maanden lang aan 't onderzoeken was,
voordat hij zijn chef (Gonse) op de hoogte
bracht. Picquart's verklaringen te zijnen
opzichte, als zou hij, Gonse, zijn een joden
hater enz., noemde liij onwaar en hij legde
Picquart zelf het gebruiken of aanprijzen
van oneerlijke middelen te laste. Wanneer
Picquart's onderzoekingen ten nadcele van
Esterhazy geen resultaat opleverden, dan
deelde hij ze ook niet aan Gonse mede.
Dat Picquart naar Tunis was gezonden,
hem zeer bang te moede. Zouden ze waar
zijn. Sprak niet die plotselinge dood een
taal van vreeselijke welsprekendheid? Bau
meister zon een hartkwaal hebben geliad?
Guy wist zeker dat dit een verzinsel was of
van het blad of van een vriend van Bau
meister, die gezorgd had voor de publicatie
van zijn overlijden; Baumeister was altijd
gezond geweest. En Charlotte's sombere,
zorgelijke gedachten kwamen hem weer te
binnen, en ook haar merkwaardige beschei
denheid die nooit groote uitgaven voor zich
zelf toeliet en ook de nu eenmaal gewone
pionkvolle levenswijze slechts, aan dwang
gehoorzamend, handhaafde.
Charlotte moest wel het een of ander aan-
knoepingspunt hebben gehad, voor zooveel
zorgen
Maar als het waar waszulke groote fir
ma's als de firma Baumeister was geweest,
gingen nooit geheel te gronde; er zou voor
Charlotte wel genoeg overblijven. En al zou
liet waar zijn of waar worden, dan was het
nog altijd voor hem het juiste oogenblik om
te toonen dat hij geen ondankbare was
Had Martina geen gelijk? Zijn leven, zijn
gedachten, zijn krachten behoorden haar in
de allereerste plaats.
„Het huwelijk is een grootsche taak,
welks vervulling de staatsburger niet eni-
stig genoeg kan opvatten. Daarop berust
het geheele moderne leven. Heeft men een
maal een huwelijk gesloten, dan moet men
met stalen vastberadenheid zijn rechten er
kennen en hoog houden en met onmeedoo-
gende hand alles op zijde schuiven dat zijn
heilzame ontwikkeling belemmerend in den
weg kan treden," zei hij bij zichzelf.
Zoo trachtte Guy zijn toestand met alge-
meene waarheden te verklaren en te verde
digen. Hij trachtte zich zelf wijs te maken
had Gonse als een weldaad beschouwd. Zijn
post aldaar was in werkelijkheid niet ge
vaarlijk. Voordat hij naar Tunis ging, had
Picquart verlof gekregen. In dien tijd
kwam het valsche stuk-Henry op het minis
terie van oorlog, en toen Picquart terug
keerde, had men hem daarvan onkundig ge
laten omdat hij toch feitelijk reeds onthe
ven was van de leiding van het spionage-
burcau. De man aldus dit geheele zaakje
achter Picquart's rug opknapte Gonse
werd door de vragen der raadsheeren ge
was geweest
dwongen liet te bekennen
Henry.
Eigenaardig, ïaf-vergoelijkend, oordeelt
Gonse over de intriges van Henry en Du
Paty de Clam. Henry's valschheid in ge
schrifte noemt hij „zeer verkeerd". Want
„men moet nooit een slechte daad doen on
der welke omstandigheden ook". En Du Pa
ty „Onvoorzichtigheden", „overmaat van
ijver", „medegesleept door zijn voortvarend
heid", ziedaar de argumenten waarmede Du
Paty's slinksche handelwijze wordt vergoe
lijkt. Dat Du Paty beweert op bevel te heb
ben gehandeld, begreep Gonse niet, even
min als Esterhazy's beweren dat hij in be
trekking bad gestaan tot kolonel Sandherr
en een buiteniandsch agent. Voor tegen-
spionage was aan Esterhazy ten minste
niets betaaldhet had dan in Henry's boe
ken gevonden moeten wordenbij diens
dood was niet alleen de kas in orde, maar
was er zelfs 37,000 francs bespaard.
De Duitsche regeering laat haar tanden
zien aan Engeland en de Verecnigde Sta
ten. Men weet dat op Duitschland's voor
stel een gemengde commissie van drie leden
de regel.ng der Samoasclie quaestie zal be
proeven. Engeland en de Vereenigde Sta
ten hebben reeds huil afgevaardigde in die
commissica angewezen, Duitschland nog
niet. Want, nu in Engeland de vraag is ge
steld, wat er moet geschieden, wanneer de
commissie het niet eens kan worden, wil de
Duitsche regeering, voordat zij verder gaat,
van Engeland een categorische verklaring
hebben of bet al dan niet vasthoudt aan
het Samoarverdrag. Eerst daarna, natuur
lijk wanneer Engeland belooft zich aan dat
congres te houden, zal het Duitsche lid der
commissie worden aangewezen.
De spanning tusschen beide landen is
zeer groot. Wellicht is daarom de staatsse
cretaris Von Biilow bereid bevonden in den
Rijksdag te antwoorden op de interpellatie
die van nationaal-liberale zijde voor een der
volgende dagen is aangekondigd. De gele
genheid zal zich dan wellicht voordoen om
een verzoening in te leiden.
Voorloopig bepaalt de Duitsclie regeeriug
er zich toe onware geruchten te doen tegen
spreken. Zoo vinden wij in de officieuse
„Nordd. Allg. Ztg."
„De pers hield zich bezig met de eischen,
die volgens een lleuter-bericlit, door (den
'Amerikaanschen) admiraal Kaulz voor Sa
moa aan den commandant van den Duit-
schen kruiser gesteld waren, waardoor de
eer onzer vlag te na was gekomen. Wij con-
stateeren dat omtrent een dergelijke gebeur
tenis ter bcvoegder plaatse niets bekend is.
Waren werkelijk eenigerlei geschillen tus-
dat kracht was wat zwakheid moest boe
ten.
Toen hij zoo zijn besluit had genomen,
dacht hij weer vrijer, om zoo te zeggen met
objectieve belangstelling aan de gebeurte-
s.
Hij beproefde zich Charlotte voor te stel
len of zij wel zeer zou weenen.
Nu misschien, in deze dagen, zou hij en
hij alleen de geschiedenis van haar hart uit
haar wezen kunnen opsporen
Plotseling zag hij met pijnlijke duidelijk
heid beide vrouwen voor zich.
Als op een schilderij stonden zij voor het
oog van zijn geest.
Met groote, droevige blikken zag Salva-
trix hem aan
O, Martina's jalecrie bözat fijne voelsprie
ten Hij bekende het voor zichzelf met niet-
durvende, schuwe gedachten. Haar razende
hartstocht die hem ais met ijzeren klauwen
hield omklemd wist die instinctmatig dat
hij die groote, treurende oogen zou hebben
kunnen liefhebben En geheel die zach
te, vrouwelijke verschijning?
En liij zag Charlotte.
Zij hield Salvatrix als met haar beschut
tend en arm omvat, en haar ernstig, verstan
dig gelaat zag hem aan
Niet streng. Maar verbaasd met de
vraagHoc kondt gij, wien ik het boste gaf
dat ik bezat, zoo handelen 1
En het was of even een smartelijke trek
van verachting om haar mond trilde.
Toen kleurde een diepe blos van schaamte
Guy's gelaat.
Wrevelig op zich zelf sprong hij op.
„Ik word er bepaald gek van," dacht
hij. „Ik handel zooals ik moet. Nini is in
die omgeving niet gelukkig, ik gevoel geen
sympathie voor de wereld waaruit zij komt.
schen beide bevelhebbers voorgekomen, dan
zou ongetwijfeld de Duitsche commandant
zulks dadelijk hierheen geseind hebben."
Overigens spreken de Duitsche bladen op
bitteren toon over de gebeurtenissen op Sa
moa en bet onverkwikkelijk verloop voor
Duitschland. Wat de toekomst zal opleve
ren, weet men niet. Vcrdeehng der eilan
dengroep onder de drie mogendheden acht
dr. Raffel, de Duitsche oud-burgemeester
van Apia (de hoofdstad van Samoa), die te
Berlijn is aangekomen, ongewenscht. Geen
der mogendheden zou dan waar voor zijn
geld krijgen, meent hij.
Inmiddels wordt er nog steeds verwoed
gestreden op de Samoa-eilanden. Een te
Berlijn ontvangen officieel bericht uit Apia
van 5 dezer zegt, dat de Engelsclicn dage
lijks het dorp Taniulenie beschoten. De ben
den van Mataafa plunderden de vreem
de eigendommen. De Engelscli-Amerikaan-
sclie landingstroepen, 70 man sterk, vielen
den Isten nl een hinderlaag bij Vailcb,
waarbij drie officieren violen en twee stuk
ken landingsgeschut genomen werden. De
oorlogsschepen hernieuwden de beschieting.
Over dit échec der Engelscheii en Ame
rikanen bericht Reuter van gisteren uit
Apia nader dat hun vereenigde strijdmacht,
105 man sterk, in een hinderlaag der aan
hangers van Mataafa viel en gedwongen
werd naar het strand terug te koeren. Drie
officieren, nl. luitenant Freeman van den
Engelsclicn kruiser Taurangan die het
bevel voerde over de vereenigde troepen
macht, en twee Anierikcumsche officieren
van het oorlogsschip Philadelphia
werden gedood. Hun lijken werden later
onthoofd teruggevonden. Bovendien werden
twee Engelsche en twee Amerikaansche ma
trozen gedood. De hinderlaag was gelegd op
een Duitsche plantage, waarvan de direc
teur in hechtenis genomen is.
Engeland versterkt zijn macht in den
archipel. De G o 1 d f i n c k en de Walla
roo worden van Sydney naar Samoa gezon
den.
Gemengde Bedcdecllngen.
De Engelsche pers betreurt het besluit
van den hei too: van Conriaught om zelf de
erfopvolging in Saksen Coburg-Goiha te aan
vaarden. Men had gaarne gezien dat de alge
meen beminde prins, reeds genoemd als toe
komstig legercommandant en ondei koning van
Ierland, afstand had gedaan ten behoeve van
zijn zoon.
Nadat Déroulède en Hubert gisteren nog
eens door den rechter van instructie Pasque
zijn verhoord, waarbij zij hun vroegere ver
klaringen handhaafden, is de instructie legen
hen gesloten en het dossier naar het parket
verzonden.
Koning Oscar van Zweden en Noorwegen
die t'n liet Zuiden aan het reizen is heeft
een bezoek gebracht aan Lout des.
In de Baskische provinciën en in Valencia
en Catalonië zijn op de meest belangrijk**
plaatsen op bevel van den minister van
ooi log troepen opgesteld. De garnizoenen van
verschillende plaatsen zijn versterkt. Boven-
Wij vormen te samen een nieuwe, eigen we
reld eu moeten daarin ons geluk vinden."
Haastig ging hij naar de stad terug.
Toen hij bij Martina binnentrad, zag hij
aan den trek van spanning op liaar gelaat,
dat zij reeds wist
„Wat doe je vroeg zij met verholen
angst.
„Aan Charlotte zend ik een telegram van
ons beiden. En dan zullen wij den kostbaar
sten krans sturen die er maar te vinden is.
Bovendien zal ik mee naar liet kerkhof
gaan. En daarmee uit."
„Heel netjes. Uitmuntend gedacht,"
prees Martina hem verheugd. „Ik zal met
een op den krans uitgaan. Het is zeker ook
wel gepaster wanneer ik mij deze dagen in
het zwart kleed. De wereld behoeft immers
niet meteen te weten
Dat vond Guy nu weer zeer net, Maar
Martina weigerde allen lof.
„Als vrouw van de wereld weet ik wat
behoorlijk is."
Nu kon Guy weer aan zijn werk gaan.
Hij was ook zeer kalm. Maai* het was een
vreemde, koude, treurige kalmte die in hem
was.
's Middags reeds kwam mr. Notter met
zijn vriend, den ouden Teusclier. Beiden wa
ren in zeer opgewekte stemming. Mr. Not-
ter had alle onderhandelingen over den aan
koop van een bouwterrein afgebroken en
hoopte er stellig op dat hij nu de villa der
Baumeister's in handen zou krijgen. Dat
moest binnen een paar da&en blijken.
En het bleek ook. Al spoedig las Guy in
de courant dat aan de firma Baumeister sur
séance van betaling was verleend. Dat be-
teekende een uitstel der ruïne of een totale
afwending van bet onheil.
Natuurlijk zouden er verscheiden maau-
dien wordt de kust bewaakt door den krui
ser Con de di Venadito.
Blijkbaar is men niet gerust over de Car-
1 isten.
Hut koninklijk echtpaar van Italië is Dins
dag op het jacht Sa voia te Cagüari, de
hoofdstad lan Sardinië, aangekomen en doe
de autoriteiten begroet. Kapitein Cordier be
gaf zich aan boord van het koninklijk jacht
om H.H. M.M. uit naam der Fransche regee
ring te begroeten.
De Fransche admiraal heeft de autoriteiten
aan boord der B r e n n u s een dejeuner
aangeboden. Hij dronk op de Koning et; de
Koningin, Admiraal Magnaghi en de burge
meester \an Cagliari antwoordden.
De Grieksclm Kamer heeft den tricoupist
Tsamados gekozen met 128 stemmen. De
delyannist Romas kreeg 37, de regeerings-
candidnat Topalie maar 28 stemmen.
De Kamer heeft de verkiezing van Zaïmis,
den minister president, toch nog geldig ver
klaard. Niettemin blijft de miriislerieeie crisis
bestaan. De Koning zal Theotokis de vorming
van een kabinet opdragen.
Men verneemt te Londen dat kolonel
Brown, militair-attaché aan de Britsche
legatie te Peking, te Macao is gevangen
genomen omdat hij bij het voorbijtrekken
eener Chineesclie processie het hoofd niet
ontblootte. De Engelsche regeering heeft
Poitugal Macao is een Portugeesche be
zitting de invrijheidstelling van den
attaché verzocht.
Te Hongkong zijn voorgekomen 4*7 pestge-
vallen, waarvan 43 doodelijk te Mecca 26
gevallen.
Generaal Otis seint uit Manilla dat de
Amerikaansche troepen van Santa Cruz uit
de Philippino's vervolgd en verstrooid hebben.
Zij hebben zich meester gemaakt van alle
koopvaardijschepen op het meer en van de
Spaansche kanonneerbooten op de rivier.
President Mc Kinley en Cambon, de Fran
sche gezant, hebben Dinsdag op het Witte
Huis de ratificaties van het vredesverdrag
uitgewisseld en goedgekeurd.
De schadeloosstelling van 100 millioen, die
de Vereenigde Staten voor de Philippijnen
aan Spanje moeten geven, zal betaald worden
in een wissel op New-York.
De minister van oorlog der Vereenigde
Sinten, de heer Alger, is van Cuba komende
een bezoek gaan brengen aan Jamaica. Men
vei wijt hem te Washington gemis aan
lact, omdat zich juist nu op Jamaica een
sietke strooming openbaart ten gunste raa
inlijving bij de Vereenigde Staten.
In Bolivia is weer een revolutie uitgebro
ken. De regeeringstroepen werden door de
insurgenten geslagen. President Alonzo en zijn
ministers hebben de wjjk genomen naar Chili.
den mee heengaan voordat de zaken geheel
afgewikkeld waren. Maar dat de curators en
de weduwe de gelegenheid met beide han
den zouden aangrijpen om zoo spoedig zulk
een kostbare bezitting als die aan de Elbe
te gelde te maken, was zeker.
Mr Notter liep het huis van den ouden
Pelnbrand bijna plat en reeds veertien da
gen na Baumeister's dood werd de villa met
park, tuin en serres aan mr. Notter ver
kocht voor tweehonderd-en-vijftig duizend
mark.
Toen Guy dat hoorde was liet hem onaan
genaam te moede. Hij voelde plotseling zoo
iets als walging en zijn geheele vreugde over
bet werk was weg.
Het had toch den schijn dat er niets
dan onverkwikkelijke dingen gebeurden.
Bij de begrafenis van Baumeister op liet
Ohlsdorfer kerkhof had Guy het gevoel ge
had of hij daar niet op zijn plaats was. Het
was net of alle menschen hem met schele
oogen aanzagen. Hij verbeeldde het zich,
want niemand behalve Philip wist tot nu
toe iets van de breuk die er tusschen hem
en Charlotte had plaats gevonden. En al
leen Philip was hem ontweken.
Toen hij thuis kwam en het aan Martina
vertelde, merkte deze bezorgd op „Als Phi-
lip maar niet te ver is gegaan met Salva
trix, toen hij nog dacht dat zij een millio
naire was, en als hij nu per saldo maar niet
met een arm, maar veeleischend meisje zit
opgescheept. Philip moet wel op zeer intie-
men voet staan met de dames, dat hij on
danks de veranderde omstandigheden nog
Wordt vervolgd.)