53*,e Jaargang. Vrijdag 14 April 1899. No. 9908. Eerste Blad. Strijdige Werelden. BUITENLAND. SCHIEDAMSCIJE CDURAXIT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: van 17 regels 00 cents; iedere regel meer 12!io cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordcelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Uleine advertentiën opgenomen lot den prijs van 40 cents per"advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ao. 133. Algcinern overxlclit. SCHIEDAM, 13 April '99. Wanneer men de onthullingen, der „Fi garo" volgt en aandachtig de verklaringen der generaals wikt en weegt, dan kan men gevoeglijk onderschrijven wat een zegsman der „Petit Bleu" het blad noemt hem een zeer kalm man, die vrijwel onverschil lig tegenover de zaak-Dreyfus staat zei- de, toen hij gelezen had wat generaal Gonse voor de strafkamer te berde bracht.,, De ge tuigen a charge", aldus drukte hij zich uit, „overtuigen mij meer nog van Dreyfus' on schuld dan zij die ten gunste van den ver oordeelde getuigen". En inderdaad, wanneer men hoort hoever generaal Gonse gaat, wanneer hij de handc lingen en het optreden vergoelijkt van een bewezen falsaris als Henry, een melodrama- intrigant als Du Paty de Clam en een eer- loozen schelm als Esterhazy, dan begrijpt men eerst recht hoe vooringenomen de ge neraals van den staf in de geheele zaak- Dreyfus steeds geweest zijn en nog zijn. Meer en meer spreekt juist uit hun verklaringen de noodzakelijkheid van een voortgezet onderzoek door liet Hof van Cas satie, dat zijn arbeid hervat heeft. Er zijn nog heel wat duistere punten toe te lichten. Confrontaties behooren plaats te vinden, er zijn nieuwe getuigen, wier verklaringen niet gemist kunnen worden. Steeds krachtiger wordt de overtuiging dat de waarheid te vinden is, wanneer men maar wil. Maar men moet willen, eerlijk en onversaagd. De publicaties in „Figaro" en „Éclair" het laatste blad schijnt ook het dossier te bezitten bereiden een nader onder zoek voor; zij wijzen de personen aan wier getuigenis belangrijk kan zijn. Zoo kapitein Freystatter, het lid van den krijgsraad van 1894 die, naar men verzekert, thans tot den minister van marine het verzoek heeft ge richt gehoord te worden over de gronden waarop zijn oordeel in den krijgsraad be rustte. En met Freystatter zal het Hof ook de andere leden van den krijgsraad dienen te hooren. Ook heel wat twistgeschrijf lokt de open baarmaking van het dossier uit. Verscheiden revisie-bladen beweren dat de „Éclair", van oudsher tegen de herzie ning van het vonnis gekant, de belangrijke verklaring van Paléologue over het geheime dossier opzettelijk heeft verminkt. „Maar," merkt Jaurès niet ten onrechte op, „ook al dus verminkt blijft zijn verklaring nog ver pletterend voor den generalen staf." En waar generaal Gonso Paléologue's verkla ring voor een deel bestrijdt, houdt een offi- cieuse Havas-nota de waarheid daarvan staande. De „Éclair" publiceert thans het rapport van den directeur der artillerie Deloye ter bestrijding van majoor Hartmann's door werkt betoog ten guilste van Dreyfus. Een insinuatie van de „Libre Parole" als zou Hartmann zich hebben laten doopen om een DOOR IDA BOY-ED. 86) Nu voelde Guy nog hoe hij zijn vrouw hartstochtelijk in zijn armen had geklemd. Ja, zij was uit één stuk. Zij was anders dan hij zich vroeger zijn vrouw had voorge steld. Haar ziel was niet zoo fijn georgani seerd, haar hart was niet zoo teer besnaard. Maar in haar zelfstandig wezen vol tempe rament was zij toch een krachtige, zelfbe wuste persoonlijkheid. En na zulke uren, zulke woorden, zulke beloften, nadat hij gisteren plechtig een nieuwe periode zijns levens had ingezet, moest hij thans, nu hij hoorde dat Baumeis- ter gestorven was, weer van voren af aan beginnen, tot Martina gaan en haar zeg gen: „Mijn hart en mijn eer roepen mij aan Charlotte's zijde!" Neen, dat was bijna onmogelijk. Dat was hoe ernstig ook de reden wasbijna belachelijk. Een gedachte sloop zijn hart even bin nen, zekere spijt dat hij zich zoo gehaast -had, Martina zijn gesprek met Charlotte Baumeister te vertellen. Maar wie wist of Charlotte hem nog wel zou ontvangen 1 Of hij niet aan de deur afgewezen zou worden? Dan had hij nutte loos opnieuw den strijd met Martina aange bonden. En hij was dien strijd, die altijd om hetzelfde punt draaide, reeds zoo moede. Toen schoten hem weer de geruchten over de firma Baumeister te binnen, waarvan de courant melding had gemaakt. Het werd rijke vrouw te kunnen trouwen, en hoven- dien een doordraaier zijn, wordt categorisch gelogenstraftHartmann is van katholieke familie uit den Elzas, getrouwd, goed huis vader, oud-kameraad van Cavaignac aan de Polytechnische School, staat in hoog aan zien in het leger, en is nog onlangs voorge dragen voor bevordering tot overste en voor het Legioen van Eer. De „Politische Correcpondenz" spreekt, naar uit Weenen wordt bericht, de bewe ring van Laroclie, oud-resident-generaal van Madagascar, tegen dat aartshertog Victor zich tegenover hem zou hebben uitgelaten over de zaak-Dreyfus als door Laroche voor het Hof van Cassatie is verklaard. De „Soir" gaat voort met haar bewerin gen over Dreyfus' herhaalde reizen naar Brussel. Het blad zegt dat hij er wel zes maal per maand heenging; een commissaris der recherche, Sons, volgde hem steeds. De ze verwittigde den minister van binnenland- sclie zaken. De „Soir" zegt een en ander- van den lieer Lacaze, oud-legatie-secretaris te Brussel, en van Sons zelf te hebben, wiens rapporten zich op het ministerie be vinden, „indien ze althans niet zoek zijn ge maakt". Het verdonkeremanen speelt een groote rol in de zaak-Dreyfus. Uit generaal Gonse's verklaring veer tien kolommen in de „Figaro" willen wij eenige punten, de belangrijkste, aan stippen. Gonse beweert dat Dreyfus bekend was met de in het borderel genoemde stukken, maar moest toegeven dat ook andere offi cieren der pyrotechnische school zich die stukken hadden kunnen verschaffen, mits zij in 1894 aan den generalen staf waren verbonden. Toen gevraagd werd„Heeft men onderzocht of andere officieren in dat geval verkeerden?" antwoordde Gonse: „Ik geloof het wel, maar zou het niet kunnen verzekeren". Op de vraag of er geheime stukken in raadkamer waren overgelegd, weigerde de generaal te antwoorden. Daarentegen ver haalde hij uitvoerig de geschiedenis der zgn. bekentenis van Dreyfus. Hij was met kapitein Lebrun-Renault naar het ministe rie van oorlog gegaan, waar deze toen de bekende mededeeling zou liebben gedaan. Gonse had generaal De Boisdeffre van een en ander in kennis gesteld, die hem later den brief teruggaf. Gonse had dien zorg vuldig bewaard tot 1897." Van de verkla- ring van Lebrun-Renault was, schoon Gonse die toen gewenscht achtte, geen proces-ver baal opgemaakt, omdat men dacht dat de zaak afgeloopen was. Hij betreurde dat het niet geschied was. Daarna doet Gonse een lieftigen aanval op Picquart, wien hij verwijt dat hij reeds vijf maanden lang aan 't onderzoeken was, voordat hij zijn chef (Gonse) op de hoogte bracht. Picquart's verklaringen te zijnen opzichte, als zou hij, Gonse, zijn een joden hater enz., noemde liij onwaar en hij legde Picquart zelf het gebruiken of aanprijzen van oneerlijke middelen te laste. Wanneer Picquart's onderzoekingen ten nadcele van Esterhazy geen resultaat opleverden, dan deelde hij ze ook niet aan Gonse mede. Dat Picquart naar Tunis was gezonden, hem zeer bang te moede. Zouden ze waar zijn. Sprak niet die plotselinge dood een taal van vreeselijke welsprekendheid? Bau meister zon een hartkwaal hebben geliad? Guy wist zeker dat dit een verzinsel was of van het blad of van een vriend van Bau meister, die gezorgd had voor de publicatie van zijn overlijden; Baumeister was altijd gezond geweest. En Charlotte's sombere, zorgelijke gedachten kwamen hem weer te binnen, en ook haar merkwaardige beschei denheid die nooit groote uitgaven voor zich zelf toeliet en ook de nu eenmaal gewone pionkvolle levenswijze slechts, aan dwang gehoorzamend, handhaafde. Charlotte moest wel het een of ander aan- knoepingspunt hebben gehad, voor zooveel zorgen Maar als het waar waszulke groote fir ma's als de firma Baumeister was geweest, gingen nooit geheel te gronde; er zou voor Charlotte wel genoeg overblijven. En al zou liet waar zijn of waar worden, dan was het nog altijd voor hem het juiste oogenblik om te toonen dat hij geen ondankbare was Had Martina geen gelijk? Zijn leven, zijn gedachten, zijn krachten behoorden haar in de allereerste plaats. „Het huwelijk is een grootsche taak, welks vervulling de staatsburger niet eni- stig genoeg kan opvatten. Daarop berust het geheele moderne leven. Heeft men een maal een huwelijk gesloten, dan moet men met stalen vastberadenheid zijn rechten er kennen en hoog houden en met onmeedoo- gende hand alles op zijde schuiven dat zijn heilzame ontwikkeling belemmerend in den weg kan treden," zei hij bij zichzelf. Zoo trachtte Guy zijn toestand met alge- meene waarheden te verklaren en te verde digen. Hij trachtte zich zelf wijs te maken had Gonse als een weldaad beschouwd. Zijn post aldaar was in werkelijkheid niet ge vaarlijk. Voordat hij naar Tunis ging, had Picquart verlof gekregen. In dien tijd kwam het valsche stuk-Henry op het minis terie van oorlog, en toen Picquart terug keerde, had men hem daarvan onkundig ge laten omdat hij toch feitelijk reeds onthe ven was van de leiding van het spionage- burcau. De man aldus dit geheele zaakje achter Picquart's rug opknapte Gonse werd door de vragen der raadsheeren ge was geweest dwongen liet te bekennen Henry. Eigenaardig, ïaf-vergoelijkend, oordeelt Gonse over de intriges van Henry en Du Paty de Clam. Henry's valschheid in ge schrifte noemt hij „zeer verkeerd". Want „men moet nooit een slechte daad doen on der welke omstandigheden ook". En Du Pa ty „Onvoorzichtigheden", „overmaat van ijver", „medegesleept door zijn voortvarend heid", ziedaar de argumenten waarmede Du Paty's slinksche handelwijze wordt vergoe lijkt. Dat Du Paty beweert op bevel te heb ben gehandeld, begreep Gonse niet, even min als Esterhazy's beweren dat hij in be trekking bad gestaan tot kolonel Sandherr en een buiteniandsch agent. Voor tegen- spionage was aan Esterhazy ten minste niets betaaldhet had dan in Henry's boe ken gevonden moeten wordenbij diens dood was niet alleen de kas in orde, maar was er zelfs 37,000 francs bespaard. De Duitsche regeering laat haar tanden zien aan Engeland en de Verecnigde Sta ten. Men weet dat op Duitschland's voor stel een gemengde commissie van drie leden de regel.ng der Samoasclie quaestie zal be proeven. Engeland en de Vereenigde Sta ten hebben reeds huil afgevaardigde in die commissica angewezen, Duitschland nog niet. Want, nu in Engeland de vraag is ge steld, wat er moet geschieden, wanneer de commissie het niet eens kan worden, wil de Duitsche regeering, voordat zij verder gaat, van Engeland een categorische verklaring hebben of bet al dan niet vasthoudt aan het Samoarverdrag. Eerst daarna, natuur lijk wanneer Engeland belooft zich aan dat congres te houden, zal het Duitsche lid der commissie worden aangewezen. De spanning tusschen beide landen is zeer groot. Wellicht is daarom de staatsse cretaris Von Biilow bereid bevonden in den Rijksdag te antwoorden op de interpellatie die van nationaal-liberale zijde voor een der volgende dagen is aangekondigd. De gele genheid zal zich dan wellicht voordoen om een verzoening in te leiden. Voorloopig bepaalt de Duitsclie regeeriug er zich toe onware geruchten te doen tegen spreken. Zoo vinden wij in de officieuse „Nordd. Allg. Ztg." „De pers hield zich bezig met de eischen, die volgens een lleuter-bericlit, door (den 'Amerikaanschen) admiraal Kaulz voor Sa moa aan den commandant van den Duit- schen kruiser gesteld waren, waardoor de eer onzer vlag te na was gekomen. Wij con- stateeren dat omtrent een dergelijke gebeur tenis ter bcvoegder plaatse niets bekend is. Waren werkelijk eenigerlei geschillen tus- dat kracht was wat zwakheid moest boe ten. Toen hij zoo zijn besluit had genomen, dacht hij weer vrijer, om zoo te zeggen met objectieve belangstelling aan de gebeurte- s. Hij beproefde zich Charlotte voor te stel len of zij wel zeer zou weenen. Nu misschien, in deze dagen, zou hij en hij alleen de geschiedenis van haar hart uit haar wezen kunnen opsporen Plotseling zag hij met pijnlijke duidelijk heid beide vrouwen voor zich. Als op een schilderij stonden zij voor het oog van zijn geest. Met groote, droevige blikken zag Salva- trix hem aan O, Martina's jalecrie bözat fijne voelsprie ten Hij bekende het voor zichzelf met niet- durvende, schuwe gedachten. Haar razende hartstocht die hem ais met ijzeren klauwen hield omklemd wist die instinctmatig dat hij die groote, treurende oogen zou hebben kunnen liefhebben En geheel die zach te, vrouwelijke verschijning? En liij zag Charlotte. Zij hield Salvatrix als met haar beschut tend en arm omvat, en haar ernstig, verstan dig gelaat zag hem aan Niet streng. Maar verbaasd met de vraagHoc kondt gij, wien ik het boste gaf dat ik bezat, zoo handelen 1 En het was of even een smartelijke trek van verachting om haar mond trilde. Toen kleurde een diepe blos van schaamte Guy's gelaat. Wrevelig op zich zelf sprong hij op. „Ik word er bepaald gek van," dacht hij. „Ik handel zooals ik moet. Nini is in die omgeving niet gelukkig, ik gevoel geen sympathie voor de wereld waaruit zij komt. schen beide bevelhebbers voorgekomen, dan zou ongetwijfeld de Duitsche commandant zulks dadelijk hierheen geseind hebben." Overigens spreken de Duitsche bladen op bitteren toon over de gebeurtenissen op Sa moa en bet onverkwikkelijk verloop voor Duitschland. Wat de toekomst zal opleve ren, weet men niet. Vcrdeehng der eilan dengroep onder de drie mogendheden acht dr. Raffel, de Duitsche oud-burgemeester van Apia (de hoofdstad van Samoa), die te Berlijn is aangekomen, ongewenscht. Geen der mogendheden zou dan waar voor zijn geld krijgen, meent hij. Inmiddels wordt er nog steeds verwoed gestreden op de Samoa-eilanden. Een te Berlijn ontvangen officieel bericht uit Apia van 5 dezer zegt, dat de Engelsclicn dage lijks het dorp Taniulenie beschoten. De ben den van Mataafa plunderden de vreem de eigendommen. De Engelscli-Amerikaan- sclie landingstroepen, 70 man sterk, vielen den Isten nl een hinderlaag bij Vailcb, waarbij drie officieren violen en twee stuk ken landingsgeschut genomen werden. De oorlogsschepen hernieuwden de beschieting. Over dit échec der Engelscheii en Ame rikanen bericht Reuter van gisteren uit Apia nader dat hun vereenigde strijdmacht, 105 man sterk, in een hinderlaag der aan hangers van Mataafa viel en gedwongen werd naar het strand terug te koeren. Drie officieren, nl. luitenant Freeman van den Engelsclicn kruiser Taurangan die het bevel voerde over de vereenigde troepen macht, en twee Anierikcumsche officieren van het oorlogsschip Philadelphia werden gedood. Hun lijken werden later onthoofd teruggevonden. Bovendien werden twee Engelsche en twee Amerikaansche ma trozen gedood. De hinderlaag was gelegd op een Duitsche plantage, waarvan de direc teur in hechtenis genomen is. Engeland versterkt zijn macht in den archipel. De G o 1 d f i n c k en de Walla roo worden van Sydney naar Samoa gezon den. Gemengde Bedcdecllngen. De Engelsche pers betreurt het besluit van den hei too: van Conriaught om zelf de erfopvolging in Saksen Coburg-Goiha te aan vaarden. Men had gaarne gezien dat de alge meen beminde prins, reeds genoemd als toe komstig legercommandant en ondei koning van Ierland, afstand had gedaan ten behoeve van zijn zoon. Nadat Déroulède en Hubert gisteren nog eens door den rechter van instructie Pasque zijn verhoord, waarbij zij hun vroegere ver klaringen handhaafden, is de instructie legen hen gesloten en het dossier naar het parket verzonden. Koning Oscar van Zweden en Noorwegen die t'n liet Zuiden aan het reizen is heeft een bezoek gebracht aan Lout des. In de Baskische provinciën en in Valencia en Catalonië zijn op de meest belangrijk** plaatsen op bevel van den minister van ooi log troepen opgesteld. De garnizoenen van verschillende plaatsen zijn versterkt. Boven- Wij vormen te samen een nieuwe, eigen we reld eu moeten daarin ons geluk vinden." Haastig ging hij naar de stad terug. Toen hij bij Martina binnentrad, zag hij aan den trek van spanning op liaar gelaat, dat zij reeds wist „Wat doe je vroeg zij met verholen angst. „Aan Charlotte zend ik een telegram van ons beiden. En dan zullen wij den kostbaar sten krans sturen die er maar te vinden is. Bovendien zal ik mee naar liet kerkhof gaan. En daarmee uit." „Heel netjes. Uitmuntend gedacht," prees Martina hem verheugd. „Ik zal met een op den krans uitgaan. Het is zeker ook wel gepaster wanneer ik mij deze dagen in het zwart kleed. De wereld behoeft immers niet meteen te weten Dat vond Guy nu weer zeer net, Maar Martina weigerde allen lof. „Als vrouw van de wereld weet ik wat behoorlijk is." Nu kon Guy weer aan zijn werk gaan. Hij was ook zeer kalm. Maai* het was een vreemde, koude, treurige kalmte die in hem was. 's Middags reeds kwam mr. Notter met zijn vriend, den ouden Teusclier. Beiden wa ren in zeer opgewekte stemming. Mr. Not- ter had alle onderhandelingen over den aan koop van een bouwterrein afgebroken en hoopte er stellig op dat hij nu de villa der Baumeister's in handen zou krijgen. Dat moest binnen een paar da&en blijken. En het bleek ook. Al spoedig las Guy in de courant dat aan de firma Baumeister sur séance van betaling was verleend. Dat be- teekende een uitstel der ruïne of een totale afwending van bet onheil. Natuurlijk zouden er verscheiden maau- dien wordt de kust bewaakt door den krui ser Con de di Venadito. Blijkbaar is men niet gerust over de Car- 1 isten. Hut koninklijk echtpaar van Italië is Dins dag op het jacht Sa voia te Cagüari, de hoofdstad lan Sardinië, aangekomen en doe de autoriteiten begroet. Kapitein Cordier be gaf zich aan boord van het koninklijk jacht om H.H. M.M. uit naam der Fransche regee ring te begroeten. De Fransche admiraal heeft de autoriteiten aan boord der B r e n n u s een dejeuner aangeboden. Hij dronk op de Koning et; de Koningin, Admiraal Magnaghi en de burge meester \an Cagliari antwoordden. De Grieksclm Kamer heeft den tricoupist Tsamados gekozen met 128 stemmen. De delyannist Romas kreeg 37, de regeerings- candidnat Topalie maar 28 stemmen. De Kamer heeft de verkiezing van Zaïmis, den minister president, toch nog geldig ver klaard. Niettemin blijft de miriislerieeie crisis bestaan. De Koning zal Theotokis de vorming van een kabinet opdragen. Men verneemt te Londen dat kolonel Brown, militair-attaché aan de Britsche legatie te Peking, te Macao is gevangen genomen omdat hij bij het voorbijtrekken eener Chineesclie processie het hoofd niet ontblootte. De Engelsche regeering heeft Poitugal Macao is een Portugeesche be zitting de invrijheidstelling van den attaché verzocht. Te Hongkong zijn voorgekomen 4*7 pestge- vallen, waarvan 43 doodelijk te Mecca 26 gevallen. Generaal Otis seint uit Manilla dat de Amerikaansche troepen van Santa Cruz uit de Philippino's vervolgd en verstrooid hebben. Zij hebben zich meester gemaakt van alle koopvaardijschepen op het meer en van de Spaansche kanonneerbooten op de rivier. President Mc Kinley en Cambon, de Fran sche gezant, hebben Dinsdag op het Witte Huis de ratificaties van het vredesverdrag uitgewisseld en goedgekeurd. De schadeloosstelling van 100 millioen, die de Vereenigde Staten voor de Philippijnen aan Spanje moeten geven, zal betaald worden in een wissel op New-York. De minister van oorlog der Vereenigde Sinten, de heer Alger, is van Cuba komende een bezoek gaan brengen aan Jamaica. Men vei wijt hem te Washington gemis aan lact, omdat zich juist nu op Jamaica een sietke strooming openbaart ten gunste raa inlijving bij de Vereenigde Staten. In Bolivia is weer een revolutie uitgebro ken. De regeeringstroepen werden door de insurgenten geslagen. President Alonzo en zijn ministers hebben de wjjk genomen naar Chili. den mee heengaan voordat de zaken geheel afgewikkeld waren. Maar dat de curators en de weduwe de gelegenheid met beide han den zouden aangrijpen om zoo spoedig zulk een kostbare bezitting als die aan de Elbe te gelde te maken, was zeker. Mr Notter liep het huis van den ouden Pelnbrand bijna plat en reeds veertien da gen na Baumeister's dood werd de villa met park, tuin en serres aan mr. Notter ver kocht voor tweehonderd-en-vijftig duizend mark. Toen Guy dat hoorde was liet hem onaan genaam te moede. Hij voelde plotseling zoo iets als walging en zijn geheele vreugde over bet werk was weg. Het had toch den schijn dat er niets dan onverkwikkelijke dingen gebeurden. Bij de begrafenis van Baumeister op liet Ohlsdorfer kerkhof had Guy het gevoel ge had of hij daar niet op zijn plaats was. Het was net of alle menschen hem met schele oogen aanzagen. Hij verbeeldde het zich, want niemand behalve Philip wist tot nu toe iets van de breuk die er tusschen hem en Charlotte had plaats gevonden. En al leen Philip was hem ontweken. Toen hij thuis kwam en het aan Martina vertelde, merkte deze bezorgd op „Als Phi- lip maar niet te ver is gegaan met Salva trix, toen hij nog dacht dat zij een millio naire was, en als hij nu per saldo maar niet met een arm, maar veeleischend meisje zit opgescheept. Philip moet wel op zeer intie- men voet staan met de dames, dat hij on danks de veranderde omstandigheden nog Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1