I
No. 9913.
53"' Jaargang.
Donderdag 20 April 1899.
Strijdige Werelden.
SI
1
K e n ii i s g e t i li g.
HET PEHSCoiGREsT
liUITENLAm
t A
Sept.
-
- 70?,k
Sept.
SCHIEISAMSIIJE iCOHIR INT.
gen.
aneo
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestde,
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aar ding en 11. 1.25. Fri
per post 11. l-6o»
Prijs per weekVoor Schiedam en V1 a a r d i n g e n 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent,
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterslr.aat 08.
Prijs iler Advertentiën: Van 17 regels 11. 0.00; iedere regel
meer 12is cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen. A
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde lileine ndecrtentivn opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Inicrc. Telefoon No. 13.1.
VERH1KZIBI II
ran een lid van den Gemeenteraad.
UCBUnOEMF, ESTEH VAN SCHIEDAM,
brengt ter openbare kennis, dat de op heden
bij hem ingeleverde opgaven van een camlidaat
voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad,
op de Secretarie der gemeente voor een ieder
Ier inzage zijn nedergelegd, in afschrift aan
hol Raadhuis zijn aangeplakt en dat, tegen be
taling der kosten, afschriften van die opgaven
Ier Secretarie verkrijgbaar zijn.
Schiedam, den 18den Apiil 1899.
De Burgemeester vfinrnoemd,
VERSTEEG.
Ton den ajgevaardigde tv n den W, J.)
Toen ik thuisgekomen uit het land,
waar de „ciel toujours bleu" ook wel eens
grauw is als in ons Noorden nalas wat ik
over het 6e Perscongres uit Rome had be
richt, kwam ik tot de overtuiging, dat 't
daarbij toch niet blijven mocht. Hoe wei
nig aantrekkelijk 't ook zijn moge, te lezen
te krijgen hoe anderen zijn onthaald en ge
vierd, toch was Italië voor de buitenland-
scbe pers te gastvrij, dan dat de verslagge
ver zich daarvan maar droogweg met een al-
gemeene phrase mag afmaken. Want ver
klaarden stamgasten van do congressen dat
't in Zweden vorstelijker en in Portugal cu-
rieuser is geweest, toch waren allen 't daar
over vrijwel eens, dat de wijze, waarop Ro
me en Napels ons ontvingen, zóó royaal en
grootscheepsch was, dat 't voor do gasthee-
ren van volgende congressen een zware taak
zal zijn, iets te leveren dat niet al te ver bij
de Italiaansclie ontvangst achter staat.
Met een enkel woord vermeldde ik de ar
tistieke ontvangst, ons in den „Kunstkring"
van Rome bereid, in zijn paleis in een ach
terbuurt, een zoo onaanzienlijke straat
achter de Via del Popoio dat we eerst
dachten, ons in 't adres vergist te hebben.
Maar dat was nog maar het begin. Den vol
genden avond wachtte ,,il principe" Ruspo
li, de prins-burgemeester van Rome, ons in
de heerlijke beeldengalerij van het Kapi-
tool, dat naar middeleeuwschen trant met
pekfakkels aan de buitenzijde en daarente
gen van binnen modern met electrische
booglampen was geïllumineerdeen vorste
lijke reeks van onvergelijkelijk sclioone sa
lons, waar men wandelen en rusten kon tus-
sclien schatten van kunst een receptie
zooals alleen Rome die kan aanrichten.
Wat 'n vorstelijke grootheid in alles op
dien Kapitolijnschen heuvel, grondslag van
het oude Romagebouwen, welker archi
tect geen mindere was dan Michel Angelo
zelf, een rijkdom van groote kunst, in één
galerij genoeg om honderd musea te voor
zien, en vorstelijk ook in de eer, den gas
ten betoond, die heel den avond, twee uren
lang, ter weerszijden van den grooten trap
op elke trede een stedelijken garde of een
DOOK
IDA BOY ED.
91>
Januari liep ten einde. En toen, op zeke
ren dag in 't midden van Februari gebeur
de er iets dat men eerst een paar weken
later had verwachtMartina en Guy kre
gen een dochtertje.
Van blijdschap kon geen sprake zijn. Wel
maakte Martina het uitstekend, maar de
jonggeborene was verschrikkelijk mismaakt
en niet ten volle ontwikkeld.
Al wat aan teedere, heilige hoop in Guy's
hart had geleefd, verdorde opeenshet
kleine meisje stierf na tien. dagen van zorg.
Martina weende bittere tranen en was
buiten zich zelf van smart.
Guy luisterde naar de troostwoorden van
den dokter: zulke kleine schepseltjes blo»
ven, al gelukte het soms ook ze op te kwee
ken, toch altijd achter in hun ontwikkeling,
geestelijk en lichamelijk, en de sporen der
aanvankelijke mismaking vergroeiden maar
zelden. Het was voor het kind ook beter;
het ontging een kommervol bestaan. En
'oor de ouders was het eveneens beter;
want hun bleef een aanhoudende zorg en
een voortdurende pijnlijke doemoediging
van hun oudertrots bespaard.
Guy luisterde naar dat alles, in dof stil-
zwijgen. En zoo dof bleef het ook in hem.
Het was hem alsof een groote gebeurtenis
van hartstochtelijke werking nu ten einde
was geloopen.
Hij gevoelde zich bijna als een kunste
naar die na ingespannen arbeid zijn werk
lakei in gala-uniform als standbeelden ge
plaatst vonden.
.Slechts één onderdeel van die ontvangst
had ik willen missen een conscssie aan den
modernen geest, even hinderlijk als het
«anachronisme van de trolleijtram langs het
Forum. In het kabinetje, waar de Ivapito-
lijn.sclie Venus slaat, een der heerlijkste on
der de meesterstukken dier verzameling,
had 19 ccuwsehe wansmaak een wit en een
rood gloeilampje aangebracht en vermaakte
de suppoost, met de bediening van de godin
der Schoonheid belast, een groot gedeelte
der kijkers door het manner afwisscld met
wit, rose en rood te belichten. Maar hij,
wiens smaak door zulk kermisvertoon niet
bevredigd werd, kon daar doen als bij het
buffet, dat door een deel der gasten bele
gerd en geplunderd werd: er voorbij gaan
met de gedachte ,dat elk tijdperk zijn. Wan
dalen heeft en wansmaak zelfs eenmaal het
Pantheon ontsierde met de „ezelsoorcn van
Bernini".
Nadat de Vrijdagavond ons had bijeenge
bracht in het theater Costanzi, wachtten
ons Zaterdag twee ontvangsten.
's Morgens waren we de gasten van den
minister Bacelli, door wien de opgravingen
van het oude Rome met groote archaeologi
sche kennis worden geleid, aan wien per
soon lijk voor een groot deel de eer der be
langrijke ontdekking van den tempel van
Vesta op het Forum toekomt, en die ons
thans had genoodigd om te zien wat me
ters diep beneden den beganen grond der
hedendaagsche stad van het Rome dei-
Caesars weer is aan 't licht gebracht. Onder
geleide van oudheidkenners zagen we daar
wat.er is gespaard gebleven van al de won
deren der oudheid langs de Via Sacra, ge
spaard voor de verwoesting door de geslach
ten. die het marmer der tempels uit do
bouwvallen opdolven om er kalk van te
branden en het brons afrukten van de mo
numenten om er kanonnen van te rieten
O
voor het tot een vesting verwerkte mauso
leum van Hadrianus en op den Palatinus
dwaalden we daarna door de bouwvallen dei-
ontzaglijke keizerspaleizen, tot we eens
klaps in hot oude renperk der gymnasten,
tafels vonden aangericht, onder een tent,
waarop het klassieke welkom stond geschre
ven
VOS OMNES ROMA SALVERE JVBET.
Bloemen en wijnen tooiden de tafelslau
werkransen en slingers van groen boven on
ze hoofden Romeinsche veldleekens aan de
eerctafelen toen daar zeker zes honderd
gasten waren gespijzigd en gelaafd, stond dc
klassieke gastheer Bacelli op en sprak
„Clarissimi Viri", gevolgd door een Latijn-
schc toespraak van die plaats, waar zeven
en-twintig eeuwen vroeger Romulus de
Eeuwige Stad had gesticht.
Er was heeleual een ietwat klassieke
geest over de „Clarissimi Viri" gekomen;
met bloemen bckransten ze zich dc hoof
den „Vivat" riepen ze voor Baccelli, en
„gaudeamus igitur" en buiten de teut
stonden a in a t e u r-p 11 oiograf e n met liun ca
mera's gereed en snapten „opnamen" van
de vroolijkc „Scriptores der 19e eeuwsche
ephcmcriden.
Eenige uren later waren we alweer de
gasten van Italië, nu van de Italiaansclie
heeft voltooid en wien in het eigen oogen-
blik leven en arbeiden voor altijd schijnt
ontnomen te zijn. Hij zweeg, men kon zeg
gen als iemand die lang en vurig niet woor
den heeft gestreden en die nu niets, niet het
minste meer te zeggen heeft.
Elke sensatie in hem had opgehouden.
En hartstocht was 'zijn element geweest
zoolang liij denken kou.De behoefte aan sen
satie had zich altijd in liem doen gelden
in zijn jongenstrots, in zijn beroepsleven,
wanneer hij met koortsachtige vlijt werkte
om een mededinger voor te komen; in al
zijn kleine liefdesgeschiedenissen; eindelijk
ook in den strijd om de vrouw zijner keuze,
in de kwellingen van zijn verloving, in de
worstelingen van zijn huwelijk.
En nu was alles uit. Nu was er een groo
te, dof-mijmerende stilte in zijn leven geko
men.
Eén ding slechts was in zijn leven niet
verbonden geweest met de koortshitte van
hartstochtdat was zijn verhouding tegen
over Charlotte.
Zij was voor hem alles geweest wat de
eene menscli voor den anderen kan zijn.
Eerst een moeder! Nog hoorde hij hoe hij
haar schertsend „Moetje" noemde. Toen had
liij een tijdlang de vrouw in haar gezien,
die het bloed sneller door zijn aderen deed
vloeien. Daarna was zij zijn vriend geweest
zulk een viiend als gewoonlijk slechts een
man voor een anderen man iseerlijk tot
hardheid, trouw tot zelfopoffering, begrij
pend tot gelijkvormigheid van ziel toe.
Nu begreep hij hethet was een volko-
m e n gevoel geweest dat hij voor haar had
gekoesterd en waarmede zij hem had begun
stigd.
Maar onder al het peinzen, door al den
iftwendigen strijd was zijn gave om onmid-
Pers, aaii den officieelen congres-maaltijd.
Dat 't daar koud was cu tochtig als op tien
iioek van een Ilollandsche straat, was niet
de schuld van onze gasthecrcn zij zeiven
rilden nog meer dan wij, en toen wij nog
stand hielden in luchtig avondtoilet, had
den zij allen hoed en jas uit de vestiaire ge
haald en lepelden hun „gelato" met opge
zette kragen. Maar wat 'li pracht, welk een
rijkdom eil smaak in de versiering van die
hooge zaal, langs wanden cn kolommen
Lustres van rozen aan de zoldering, guir
landes langs de pilaren, cn overal, op «alle
vakken, bloemtakken, los neerhangende, be
vallig. vol gratieeen schitterende proeve
van smaak in 't schikken van bloemen
zoo schitterend, dat we zelfs vergaten dp
te merken, dat ongeveer niemand iets ver
stond van de officiccle toosten, waarmee
toch inderdaad liet congres van Rome werd
besloten.
Maar 't was nog niet gedaan. Zondag
werd voor rust gelaten, wat niet belette
dat onze gasthecrcn ons tocli weer in groe
pen meenamen naar dc omstreken, naar
Terni, naar Frascati, naar Tivoli, en overal
weer ontvangsten. Maar Maandag ging 't er
andermaal op los. Want nu ontving Napels
ons, Napels in al zijn heerlijkheid, weder
om aan ecu gastmaal, door liet gemeentebe
stuur aangeboden een maaltijd waaraan
zeker acht honderd gaston aanzaten en
waar, onder do kleuren van alle natiën, de
„Sindaco di Napoliburgemeester Celesti-
no Summonte, 'b zich een eer rekende, de
vertegenwoordigers der Pers te begroeten
en te huldigen.
De groote finale van het congres gaf Na
pels ook: een tocht naar Poinpeji, naar de
uit dc asch opgegraven stad van vóór acht
tien eeuwen, waar men te onzer eere eenige
verrassende opgravingen had gearrangeerd
en voor elke groep eenige mooie vondsten
had bereid, liicr van muurschilderingen in
een tempel, ginds van een marmerbeeld, el
ders van een wijnkruik of wel van eenvou
dige stukjes brons. En toen we eindelijk, in
Nieuw-Pompeji, in den tuin van het ge
sticht voor verwaarloosde kinderen (Santa
Maria del Rosario gewijd), ten kaatsten male
samen waren aan een welkom buffet, door
Napclsche gastvrijheid aangerecht, toen er
kende ieder, dat zeker geen land ter wereld
aan cenig volgend Perscongres zooveel
schoons kan te zien geven als Italië had ge
daan, maar ook dat 't niet minder onmoge
lijk zal zijn, ergers elders aan een congres
zulk een onbekrompen gastvrijheid te be
wijzen als de „Associazione della Stampa
Itaiiana", de steden Roma en Napoli cn de
regeering van het Italiaansclie koninkrijk
aan het 6e congres hadden doen ten deel
vallen.
De vertegenwoordiger van Nederland, die
dit verslag van het persfccst van 1899 voor
zijn medeleden van den ,.Ned. Journalisten
kring" heeft opgesteld, had door een geluk
kig tooi al, dat hem in den trein van Poin
peji naar huis in de nabijheid van den heer
Summonte bracht, liet voorrecht, namens de
Holland&chc deputatie den syndicus van
Napcis te kunnen dank zeggen voor de gast
vrije ontvangst, 't Was - in „petit comité"
de eenige toost, ter gelegenheid van het
afscheidsmaal uitgesproken.
dclijk een conclusie te trekken, verloren
gegaan.
Hij werd verteerd van verlangen, zijn lo
ven weer te mogen binden aan al wat liem
vroeger steun en inwendige kracht had ge
geven. Hij herinnerde zich precies dat vroe
ger, wanneer het een of ander hartstoch
telijk gevoel in zijn leven als een zeepbel
uiteen was gespat, zijn weg altijd was ge
weest naar CharlotteEn bij haar vond
hij nieuwe ideeën cn een beter iudividu«ali-
toitsgevoel en hij schaamde zich dan dik
wijls kerngezond over het luclilig-opgebran-
de stroovuur.
Hij vraagde het niet naar Charlotte toe te
gaan. Dat hij vol liefde en vergeving zou
worden ontvangen, daaraan twijfelde hij
niet. Hij meende Charlotte's goedheid en
verzoeningsgezindheid te kennen. Maar hij
zag naast Charlotte's beeld nog altijd iets
anders: twee groote, bezielde oogen, aan
wie hij zich niet kon vertoonen zonder te
blozen.
Zoo kropen dc dagen voor hem in beslui
teloosheid voorbij.
Martina, wier verdriet spoedig verdween,
toen zij weer gezond was en kon uitgaan,
zoodat het bijna geleek of haar smart een
waardige bezigheid was geweest, zag met
schrik, dat Guy aan haar zijde leefde alsof
zij niet bestond.
Zij beproefde het nog eens met jaloezie.
Guy bemerkte ditmaal niet eens dat zij met
Teusclicr coquctteerde.
Met razenclen trots ontwaakte haar eigen
liefde. Zij wilde haar man opnieuw verove
ren, tot eiken prijs.
In gelijke mate als hij van liaar ver
vreemdde, werd haar liefde voor liem steeds
krachtiger.
Iedere dag bracht opnieuw scènes en
Aisriucin iivertlrhi.
SCHIEDAM, 19 April '99.
De lieer Dupuy, minister-president tij
dens het begin en andermaal minister-presi
dent bij de beëindiging der Dreyfus-zaak,
heeft weer rare plannen.
Den 9on Mei komen de Kamers bijeen.
Zooals de zaken thans staan, is de beslissing
van het Hof van Cassatie eerst later te ver
wachten. En dat zou voor de regeering wel
eens heel onaangenaam kunnen zijn. Reeds
heeft Charles Bos een interpellatie aange
kondigd om de regeering op de noodzake
lijkheid te wijzen dat zij do nietigverklaring
van het vonnis van '94 eischt. Andere in
terpellaties zullen zich na do onthullingen
van „Figaro", Voltaire" en „Éclair" niet
laten wachten. En of de Kamer nu nog zoo
aan den leiband der regeering zal loopeu,
mag gerust betwijfeld worden.
Als dc Zaak dus eens vóór den Oden Mei
uit do werckl kon worden geholpen Ziehier
wat Jaurès in de l'etite République"
schrijft
„Ik verneem uit zekere bron dat'de hee-
ren Dupuy cn Lebret door tusschenkomst
van den president Maze.au, het Hof hebben
gesommeerd om dc debatten te beginnen cn
te eindigen voor 2 Mei. De heer Dupuy wil
do Kamers in elk geval voor een fait accom
pli plaatsen en niet het oog daarop onder
drukt hij elke mogelijkheid van een supple
mentair onderzoek of van confrontatie. Hij
ontneemt aan den rapporteur Ballot-Beau-
pré de mogelijkheid om de enorme enquête
te onderzoeken. En eindelijk ontneemt liij
dc autoriteit aan het beslissende getuigenis
van kapitein Freystatter.
„Dat is een nieuw misdrijf tegen de waar-
hcid en het recht."
En andere bladen deelon even stellig me
de dat Dupuy inderdaad dezen laatsten
coup waagt. Vandaar dat Mazeau, tot ver
bazing der raadslieeren zelf, tegen den 27en
het Hof heeft bijeengeroepen en Ballot-
Boaiipró heeft aangeschreven dan zijn rap
port uit te brengen.
Do aanvankelijke regeling is prijs gege
ven. Mr. Mornard zou een weck krijgen om
op het rapport te antwoorden en eerst daar
na zou het Hof beslissen of er nog verhoo-
ren, confrontaties enz. zouden plaats vin
den. Maar dat duurt te lang. Geen verlioo-
ren, geen confrontaties meer. De zaak moet
nu maar afgejakkerd worden.
De vraag is of het Hof even gewillig zal
zijn als zijn eerstc-voorzilter, en of ook niet
door «andere gezaghebbende personen een
spaak in Dupuy's wiel zal worden gestoken.
Zoo wordt aan Fallières, president Loubct's
opvolger als voorzitter van den Senaat, liet
voornemen toegeschreven den Senaat reeds
tegen den 2en bijeen te roepen.
Wij dienen echter nog af te wachten of
inderdaad de bladen het aan het rechte
eind hebben. Zeker is alleen dat het Hof
heden bijéénkomt om verschillende jiunten
betrekkelijk de revisie te bespreken. Wel
licht kan dus spoedig iets naders omtrent
do plannen van liet Hof worden medege
deeld.
tranen. Maar nu gebeurde liet heel dikwijls
dat haar hartstochtelijkheid Guy inwendig
onaangenaam aandeed.
I)an weerde hij haar af zaclit en treu
rig. llij werd niet eens meer boos.
liet was een der laatste dagen van Maart.
Guy kwam in zijn coupeetje terug van de in
aanbouw zijnde villa. Het was net of hij
Teusclier voorbij reed. llij trok aan den
riem en liet het raampje kletterend neer.
Toen hij zijn hoofd naar buiten stak, zag
hij dat liet inderdaad Teusclier was, die
langs een tuinhek op het trottoir liep. De
wind trok de manteljas om zijn knieën liecn
en dreef haar naar links. Met beide handen
hield hij den stok van zijn parapluie recht
voor zich uit en drukte zijn rechterschouder
in de holte van de parapluie, aldus zijn
hoofd dekkend, zoodat dit beschut werd te
gen den door den krachtigen wind van
rechts op hem aaustormenden regen.
Guy riep zijn koetsier toe te stoppen.
„Wil je meerijden vroeg llij Teusclier, die
naderbij kwam.
„Graag,"
Tcuscher stapte in. Zij wisselden een paar
woorden over de reden die Teusclier buiten
de stad had gevoerd. Toen zwegen beiden.
De raampjes van liet rijtuig besloegen
het glas scheen bedekt door een grauw ne
velfloers. Als donkere schaduwen zag men
nu en dan voertuigen voorbijgaan; allengs
werd het verkeer levendiger en luidruchti
ger. Zacht, maar snel rolde het dichtgeslo
ten rijtuig verder.
„En hoc staat het met dc zaak-Baumeis-
ter?" vroeg Guy plotseling.
„Die is zoowat afgeloopen," zei Teusclier.
„Gisteren vertelde Robert liet me."
Guy waagde het niet te vragenHoe is
't er mee?
Inmiddels wijdt do „Figaro" nog kolom
tra kolom aan de verhooren.
Oj) het ongeil blik is Piequart nog aan het
woord. Hoe gaarne wij diens verklaringen
als de belangrijkste zouden willen weerge
ven, wij moeten zuchtennon possumus.
Wij kunnen nietwant alleen het logisch in
elkaar grijpen van argumenten en conclu
sies maakt zijn verklaringen zoo uiterst be
langrijk. Men zou ze in haar geheel moeten
overnemen, en dat gedoogt noch onze ruim
te noch het reeds zoo lang door de Dreyfus-
z.n.ak op de proef gestelde geduld onzer le
zers.
De „Matin" occupeert zicli tegenwoordig
druk met Esterliazy. Nu weer heeft de oud-
majoor aan een redacteur van dat blad ver
klaard dat hij vast besloten is zich te ver
dedigen. Hij zal niets meer over zijn kant
laten gaan. De verklaringen van generaal
Gonse en den archivist Gribelin zijn vol on
nauwkeurigheden Paléologue's verklaring
is belachelijk. Estcrhazy acht een supple
mentair onderzoek op grond van hun ver
klaringen noodig.
De oud-majoor raakt door zijn gebabbel
evenwel al zijn vrienden kwijt. Zelfs mr. Ca-
banes, zijn advocaat, keurt het ten strengste
af dat hij zich in Engelsche bladen aan ont
hullingen waagt.
Gemengde JHedcdccIIngcn.
Het Engelsche Lagerhuis lieeft met 133
tegen 69 stemmen verworpen een motie van
Buchanan, verklarende dat Engeland's ver
dedigingsmiddelen buitensporig zijn en dat
zij verminderd kunnen worden zonder de
veiligheid des lands of Engeland's aanzien
naar buiten in gevaar te brengen.
De Belgische Kamer verwierp gisteren,
een motie van «afkeuring van Furnémont
wegens dc uitzetting van Victor Ckarbounel
en nam een motie van vertrouwen in de re
geering van Woeste aan. Dc linkerzijde pro
testeerde energiek tegen de willekeurige
sluiting van het debat. Op Furnémont werd
de censuur toegepast. De zitting moest wor
den geschorst.
Vrijdag wordt geïnterpelleerd over de
ontploffing te Huet.
Het ontwerp tot hervorming van het
kiesrecht wordt bij de Belgische Kamer
eerst heden of morgen ingediend. Onduide
lijkheid van den Franschen tekst van ons
telegram van gisteren deed ons zeggen dat
liet reeds was ingediend. Over de strekking
van het ontwerp vinden wij in Belgische
bladen verschillende medcdcelingen.
In het bekken van Charleroi staken nu
12000 mijnwerkers. In Houssu, Ress«aix en
Louvière zijn er reeds 1200. De stemming
is kalm.
Het Pruisische Ilnis van Afgevaardigden
heeft het ontwerp voor een Rijn-Elbe-ka-
naal naar een commissie van 28 leden ver
zonden.
Gisteren zijn Duclaux, Grimaux, Mor-
hardt, Le Pic en Fontaine als besluurdcren
van den Bond der Rechten van den Menscli,
ieder voorwaardelijk tot 16 francs boete ver-
„Hoov eens," ging Tcuscher voort, terwijl
hij zijn sigarettenkoker uit zijn binnen-
borstzak haalde en er naar keek, terwijl hij
hem opende. ,.ik keb zoo'n idee dat Robert
mij alles zoo haarfijn heeft verteld in do
hoop dat ik het je over zou vertellen. Waar
om verzoenen jullie je niet met elkaar?"
„Dat is onmogelijk; je kent Robert niet,"
zei Guv met gesmoorde stem. „Ik ben drif
tig dat ligt nu eenmaal in mijn natuur.
Als ik kwaad ben, dan zeg ik dikwijls aller
lei ondoordachte dingen, die ik volstrekt
niet zoo bedoel. Later heb ik er spijt van,
en omdat ik het kan terugnemen, kan men
mij ook vergeven. Misschien kan men op
mensehen van mijn slag ook gemakkelijk
invloed uitoefenen dat heb ik in den
Kaatsten tijd dikwijls gedacht."
Hij zuchtte diep en ging voort
„Maar Robert is heel anders. Die staat
nooit onder invloed. Die wordt zelden
kwaad. Hij is zoo flegmatiek en zeker van
zichzelfhij gaat alleen op eigen oordeel af
en bezit niet veel temperament. Bovendien
gaat er zoo'n eigenaardige kracht van hem
uit. Herinner je je nog wel op school die
geschiedenis met den kleinen Paolo iSorcna
Eerst was hij letterlijk dol op hem en ver
wende liem op alle mogelijke manieren. La
ter bemerkte men dat de jongen allerlei on
deugden bezat. Robert scheen niets te mer
ken en maakte nergens aanmerking op. Tot
dat hij opeens om een kleinigheid- vreeselijk
woedend op hem werd. Hij sloeg Paolo hout
en blauw en al zijn genegenheid was in eens
weg. Paolo beterde zijn leven en trachtte
Robert voor zich te winnen. Maar het baat
te niets. Robert keek hem nooit weer aan
En gisteren liep Robert mij voorbij
zonder te groeten
(Wordt vervolgd.)