I No. 9913. 53"' Jaargang. Donderdag 20 April 1899. Strijdige Werelden. SI 1 K e n ii i s g e t i li g. HET PEHSCoiGREsT liUITENLAm t A Sept. - - 70?,k Sept. SCHIEISAMSIIJE iCOHIR INT. gen. aneo Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestde, Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aar ding en 11. 1.25. Fri per post 11. l-6o» Prijs per weekVoor Schiedam en V1 a a r d i n g e n 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent, Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterslr.aat 08. Prijs iler Advertentiën: Van 17 regels 11. 0.00; iedere regel meer 12is cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. A Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde lileine ndecrtentivn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Inicrc. Telefoon No. 13.1. VERH1KZIBI II ran een lid van den Gemeenteraad. UCBUnOEMF, ESTEH VAN SCHIEDAM, brengt ter openbare kennis, dat de op heden bij hem ingeleverde opgaven van een camlidaat voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad, op de Secretarie der gemeente voor een ieder Ier inzage zijn nedergelegd, in afschrift aan hol Raadhuis zijn aangeplakt en dat, tegen be taling der kosten, afschriften van die opgaven Ier Secretarie verkrijgbaar zijn. Schiedam, den 18den Apiil 1899. De Burgemeester vfinrnoemd, VERSTEEG. Ton den ajgevaardigde tv n den W, J.) Toen ik thuisgekomen uit het land, waar de „ciel toujours bleu" ook wel eens grauw is als in ons Noorden nalas wat ik over het 6e Perscongres uit Rome had be richt, kwam ik tot de overtuiging, dat 't daarbij toch niet blijven mocht. Hoe wei nig aantrekkelijk 't ook zijn moge, te lezen te krijgen hoe anderen zijn onthaald en ge vierd, toch was Italië voor de buitenland- scbe pers te gastvrij, dan dat de verslagge ver zich daarvan maar droogweg met een al- gemeene phrase mag afmaken. Want ver klaarden stamgasten van do congressen dat 't in Zweden vorstelijker en in Portugal cu- rieuser is geweest, toch waren allen 't daar over vrijwel eens, dat de wijze, waarop Ro me en Napels ons ontvingen, zóó royaal en grootscheepsch was, dat 't voor do gasthee- ren van volgende congressen een zware taak zal zijn, iets te leveren dat niet al te ver bij de Italiaansclie ontvangst achter staat. Met een enkel woord vermeldde ik de ar tistieke ontvangst, ons in den „Kunstkring" van Rome bereid, in zijn paleis in een ach terbuurt, een zoo onaanzienlijke straat achter de Via del Popoio dat we eerst dachten, ons in 't adres vergist te hebben. Maar dat was nog maar het begin. Den vol genden avond wachtte ,,il principe" Ruspo li, de prins-burgemeester van Rome, ons in de heerlijke beeldengalerij van het Kapi- tool, dat naar middeleeuwschen trant met pekfakkels aan de buitenzijde en daarente gen van binnen modern met electrische booglampen was geïllumineerdeen vorste lijke reeks van onvergelijkelijk sclioone sa lons, waar men wandelen en rusten kon tus- sclien schatten van kunst een receptie zooals alleen Rome die kan aanrichten. Wat 'n vorstelijke grootheid in alles op dien Kapitolijnschen heuvel, grondslag van het oude Romagebouwen, welker archi tect geen mindere was dan Michel Angelo zelf, een rijkdom van groote kunst, in één galerij genoeg om honderd musea te voor zien, en vorstelijk ook in de eer, den gas ten betoond, die heel den avond, twee uren lang, ter weerszijden van den grooten trap op elke trede een stedelijken garde of een DOOK IDA BOY ED. 91> Januari liep ten einde. En toen, op zeke ren dag in 't midden van Februari gebeur de er iets dat men eerst een paar weken later had verwachtMartina en Guy kre gen een dochtertje. Van blijdschap kon geen sprake zijn. Wel maakte Martina het uitstekend, maar de jonggeborene was verschrikkelijk mismaakt en niet ten volle ontwikkeld. Al wat aan teedere, heilige hoop in Guy's hart had geleefd, verdorde opeenshet kleine meisje stierf na tien. dagen van zorg. Martina weende bittere tranen en was buiten zich zelf van smart. Guy luisterde naar de troostwoorden van den dokter: zulke kleine schepseltjes blo» ven, al gelukte het soms ook ze op te kwee ken, toch altijd achter in hun ontwikkeling, geestelijk en lichamelijk, en de sporen der aanvankelijke mismaking vergroeiden maar zelden. Het was voor het kind ook beter; het ontging een kommervol bestaan. En 'oor de ouders was het eveneens beter; want hun bleef een aanhoudende zorg en een voortdurende pijnlijke doemoediging van hun oudertrots bespaard. Guy luisterde naar dat alles, in dof stil- zwijgen. En zoo dof bleef het ook in hem. Het was hem alsof een groote gebeurtenis van hartstochtelijke werking nu ten einde was geloopen. Hij gevoelde zich bijna als een kunste naar die na ingespannen arbeid zijn werk lakei in gala-uniform als standbeelden ge plaatst vonden. .Slechts één onderdeel van die ontvangst had ik willen missen een conscssie aan den modernen geest, even hinderlijk als het «anachronisme van de trolleijtram langs het Forum. In het kabinetje, waar de Ivapito- lijn.sclie Venus slaat, een der heerlijkste on der de meesterstukken dier verzameling, had 19 ccuwsehe wansmaak een wit en een rood gloeilampje aangebracht en vermaakte de suppoost, met de bediening van de godin der Schoonheid belast, een groot gedeelte der kijkers door het manner afwisscld met wit, rose en rood te belichten. Maar hij, wiens smaak door zulk kermisvertoon niet bevredigd werd, kon daar doen als bij het buffet, dat door een deel der gasten bele gerd en geplunderd werd: er voorbij gaan met de gedachte ,dat elk tijdperk zijn. Wan dalen heeft en wansmaak zelfs eenmaal het Pantheon ontsierde met de „ezelsoorcn van Bernini". Nadat de Vrijdagavond ons had bijeenge bracht in het theater Costanzi, wachtten ons Zaterdag twee ontvangsten. 's Morgens waren we de gasten van den minister Bacelli, door wien de opgravingen van het oude Rome met groote archaeologi sche kennis worden geleid, aan wien per soon lijk voor een groot deel de eer der be langrijke ontdekking van den tempel van Vesta op het Forum toekomt, en die ons thans had genoodigd om te zien wat me ters diep beneden den beganen grond der hedendaagsche stad van het Rome dei- Caesars weer is aan 't licht gebracht. Onder geleide van oudheidkenners zagen we daar wat.er is gespaard gebleven van al de won deren der oudheid langs de Via Sacra, ge spaard voor de verwoesting door de geslach ten. die het marmer der tempels uit do bouwvallen opdolven om er kalk van te branden en het brons afrukten van de mo numenten om er kanonnen van te rieten O voor het tot een vesting verwerkte mauso leum van Hadrianus en op den Palatinus dwaalden we daarna door de bouwvallen dei- ontzaglijke keizerspaleizen, tot we eens klaps in hot oude renperk der gymnasten, tafels vonden aangericht, onder een tent, waarop het klassieke welkom stond geschre ven VOS OMNES ROMA SALVERE JVBET. Bloemen en wijnen tooiden de tafelslau werkransen en slingers van groen boven on ze hoofden Romeinsche veldleekens aan de eerctafelen toen daar zeker zes honderd gasten waren gespijzigd en gelaafd, stond dc klassieke gastheer Bacelli op en sprak „Clarissimi Viri", gevolgd door een Latijn- schc toespraak van die plaats, waar zeven en-twintig eeuwen vroeger Romulus de Eeuwige Stad had gesticht. Er was heeleual een ietwat klassieke geest over de „Clarissimi Viri" gekomen; met bloemen bckransten ze zich dc hoof den „Vivat" riepen ze voor Baccelli, en „gaudeamus igitur" en buiten de teut stonden a in a t e u r-p 11 oiograf e n met liun ca mera's gereed en snapten „opnamen" van de vroolijkc „Scriptores der 19e eeuwsche ephcmcriden. Eenige uren later waren we alweer de gasten van Italië, nu van de Italiaansclie heeft voltooid en wien in het eigen oogen- blik leven en arbeiden voor altijd schijnt ontnomen te zijn. Hij zweeg, men kon zeg gen als iemand die lang en vurig niet woor den heeft gestreden en die nu niets, niet het minste meer te zeggen heeft. Elke sensatie in hem had opgehouden. En hartstocht was 'zijn element geweest zoolang liij denken kou.De behoefte aan sen satie had zich altijd in liem doen gelden in zijn jongenstrots, in zijn beroepsleven, wanneer hij met koortsachtige vlijt werkte om een mededinger voor te komen; in al zijn kleine liefdesgeschiedenissen; eindelijk ook in den strijd om de vrouw zijner keuze, in de kwellingen van zijn verloving, in de worstelingen van zijn huwelijk. En nu was alles uit. Nu was er een groo te, dof-mijmerende stilte in zijn leven geko men. Eén ding slechts was in zijn leven niet verbonden geweest met de koortshitte van hartstochtdat was zijn verhouding tegen over Charlotte. Zij was voor hem alles geweest wat de eene menscli voor den anderen kan zijn. Eerst een moeder! Nog hoorde hij hoe hij haar schertsend „Moetje" noemde. Toen had liij een tijdlang de vrouw in haar gezien, die het bloed sneller door zijn aderen deed vloeien. Daarna was zij zijn vriend geweest zulk een viiend als gewoonlijk slechts een man voor een anderen man iseerlijk tot hardheid, trouw tot zelfopoffering, begrij pend tot gelijkvormigheid van ziel toe. Nu begreep hij hethet was een volko- m e n gevoel geweest dat hij voor haar had gekoesterd en waarmede zij hem had begun stigd. Maar onder al het peinzen, door al den iftwendigen strijd was zijn gave om onmid- Pers, aaii den officieelen congres-maaltijd. Dat 't daar koud was cu tochtig als op tien iioek van een Ilollandsche straat, was niet de schuld van onze gasthecrcn zij zeiven rilden nog meer dan wij, en toen wij nog stand hielden in luchtig avondtoilet, had den zij allen hoed en jas uit de vestiaire ge haald en lepelden hun „gelato" met opge zette kragen. Maar wat 'li pracht, welk een rijkdom eil smaak in de versiering van die hooge zaal, langs wanden cn kolommen Lustres van rozen aan de zoldering, guir landes langs de pilaren, cn overal, op «alle vakken, bloemtakken, los neerhangende, be vallig. vol gratieeen schitterende proeve van smaak in 't schikken van bloemen zoo schitterend, dat we zelfs vergaten dp te merken, dat ongeveer niemand iets ver stond van de officiccle toosten, waarmee toch inderdaad liet congres van Rome werd besloten. Maar 't was nog niet gedaan. Zondag werd voor rust gelaten, wat niet belette dat onze gasthecrcn ons tocli weer in groe pen meenamen naar dc omstreken, naar Terni, naar Frascati, naar Tivoli, en overal weer ontvangsten. Maar Maandag ging 't er andermaal op los. Want nu ontving Napels ons, Napels in al zijn heerlijkheid, weder om aan ecu gastmaal, door liet gemeentebe stuur aangeboden een maaltijd waaraan zeker acht honderd gaston aanzaten en waar, onder do kleuren van alle natiën, de „Sindaco di Napoliburgemeester Celesti- no Summonte, 'b zich een eer rekende, de vertegenwoordigers der Pers te begroeten en te huldigen. De groote finale van het congres gaf Na pels ook: een tocht naar Poinpeji, naar de uit dc asch opgegraven stad van vóór acht tien eeuwen, waar men te onzer eere eenige verrassende opgravingen had gearrangeerd en voor elke groep eenige mooie vondsten had bereid, liicr van muurschilderingen in een tempel, ginds van een marmerbeeld, el ders van een wijnkruik of wel van eenvou dige stukjes brons. En toen we eindelijk, in Nieuw-Pompeji, in den tuin van het ge sticht voor verwaarloosde kinderen (Santa Maria del Rosario gewijd), ten kaatsten male samen waren aan een welkom buffet, door Napclsche gastvrijheid aangerecht, toen er kende ieder, dat zeker geen land ter wereld aan cenig volgend Perscongres zooveel schoons kan te zien geven als Italië had ge daan, maar ook dat 't niet minder onmoge lijk zal zijn, ergers elders aan een congres zulk een onbekrompen gastvrijheid te be wijzen als de „Associazione della Stampa Itaiiana", de steden Roma en Napoli cn de regeering van het Italiaansclie koninkrijk aan het 6e congres hadden doen ten deel vallen. De vertegenwoordiger van Nederland, die dit verslag van het persfccst van 1899 voor zijn medeleden van den ,.Ned. Journalisten kring" heeft opgesteld, had door een geluk kig tooi al, dat hem in den trein van Poin peji naar huis in de nabijheid van den heer Summonte bracht, liet voorrecht, namens de Holland&chc deputatie den syndicus van Napcis te kunnen dank zeggen voor de gast vrije ontvangst, 't Was - in „petit comité" de eenige toost, ter gelegenheid van het afscheidsmaal uitgesproken. dclijk een conclusie te trekken, verloren gegaan. Hij werd verteerd van verlangen, zijn lo ven weer te mogen binden aan al wat liem vroeger steun en inwendige kracht had ge geven. Hij herinnerde zich precies dat vroe ger, wanneer het een of ander hartstoch telijk gevoel in zijn leven als een zeepbel uiteen was gespat, zijn weg altijd was ge weest naar CharlotteEn bij haar vond hij nieuwe ideeën cn een beter iudividu«ali- toitsgevoel en hij schaamde zich dan dik wijls kerngezond over het luclilig-opgebran- de stroovuur. Hij vraagde het niet naar Charlotte toe te gaan. Dat hij vol liefde en vergeving zou worden ontvangen, daaraan twijfelde hij niet. Hij meende Charlotte's goedheid en verzoeningsgezindheid te kennen. Maar hij zag naast Charlotte's beeld nog altijd iets anders: twee groote, bezielde oogen, aan wie hij zich niet kon vertoonen zonder te blozen. Zoo kropen dc dagen voor hem in beslui teloosheid voorbij. Martina, wier verdriet spoedig verdween, toen zij weer gezond was en kon uitgaan, zoodat het bijna geleek of haar smart een waardige bezigheid was geweest, zag met schrik, dat Guy aan haar zijde leefde alsof zij niet bestond. Zij beproefde het nog eens met jaloezie. Guy bemerkte ditmaal niet eens dat zij met Teusclicr coquctteerde. Met razenclen trots ontwaakte haar eigen liefde. Zij wilde haar man opnieuw verove ren, tot eiken prijs. In gelijke mate als hij van liaar ver vreemdde, werd haar liefde voor liem steeds krachtiger. Iedere dag bracht opnieuw scènes en Aisriucin iivertlrhi. SCHIEDAM, 19 April '99. De lieer Dupuy, minister-president tij dens het begin en andermaal minister-presi dent bij de beëindiging der Dreyfus-zaak, heeft weer rare plannen. Den 9on Mei komen de Kamers bijeen. Zooals de zaken thans staan, is de beslissing van het Hof van Cassatie eerst later te ver wachten. En dat zou voor de regeering wel eens heel onaangenaam kunnen zijn. Reeds heeft Charles Bos een interpellatie aange kondigd om de regeering op de noodzake lijkheid te wijzen dat zij do nietigverklaring van het vonnis van '94 eischt. Andere in terpellaties zullen zich na do onthullingen van „Figaro", Voltaire" en „Éclair" niet laten wachten. En of de Kamer nu nog zoo aan den leiband der regeering zal loopeu, mag gerust betwijfeld worden. Als dc Zaak dus eens vóór den Oden Mei uit do werckl kon worden geholpen Ziehier wat Jaurès in de l'etite République" schrijft „Ik verneem uit zekere bron dat'de hee- ren Dupuy cn Lebret door tusschenkomst van den president Maze.au, het Hof hebben gesommeerd om dc debatten te beginnen cn te eindigen voor 2 Mei. De heer Dupuy wil do Kamers in elk geval voor een fait accom pli plaatsen en niet het oog daarop onder drukt hij elke mogelijkheid van een supple mentair onderzoek of van confrontatie. Hij ontneemt aan den rapporteur Ballot-Beau- pré de mogelijkheid om de enorme enquête te onderzoeken. En eindelijk ontneemt liij dc autoriteit aan het beslissende getuigenis van kapitein Freystatter. „Dat is een nieuw misdrijf tegen de waar- hcid en het recht." En andere bladen deelon even stellig me de dat Dupuy inderdaad dezen laatsten coup waagt. Vandaar dat Mazeau, tot ver bazing der raadslieeren zelf, tegen den 27en het Hof heeft bijeengeroepen en Ballot- Boaiipró heeft aangeschreven dan zijn rap port uit te brengen. Do aanvankelijke regeling is prijs gege ven. Mr. Mornard zou een weck krijgen om op het rapport te antwoorden en eerst daar na zou het Hof beslissen of er nog verhoo- ren, confrontaties enz. zouden plaats vin den. Maar dat duurt te lang. Geen verlioo- ren, geen confrontaties meer. De zaak moet nu maar afgejakkerd worden. De vraag is of het Hof even gewillig zal zijn als zijn eerstc-voorzilter, en of ook niet door «andere gezaghebbende personen een spaak in Dupuy's wiel zal worden gestoken. Zoo wordt aan Fallières, president Loubct's opvolger als voorzitter van den Senaat, liet voornemen toegeschreven den Senaat reeds tegen den 2en bijeen te roepen. Wij dienen echter nog af te wachten of inderdaad de bladen het aan het rechte eind hebben. Zeker is alleen dat het Hof heden bijéénkomt om verschillende jiunten betrekkelijk de revisie te bespreken. Wel licht kan dus spoedig iets naders omtrent do plannen van liet Hof worden medege deeld. tranen. Maar nu gebeurde liet heel dikwijls dat haar hartstochtelijkheid Guy inwendig onaangenaam aandeed. I)an weerde hij haar af zaclit en treu rig. llij werd niet eens meer boos. liet was een der laatste dagen van Maart. Guy kwam in zijn coupeetje terug van de in aanbouw zijnde villa. Het was net of hij Teusclier voorbij reed. llij trok aan den riem en liet het raampje kletterend neer. Toen hij zijn hoofd naar buiten stak, zag hij dat liet inderdaad Teusclier was, die langs een tuinhek op het trottoir liep. De wind trok de manteljas om zijn knieën liecn en dreef haar naar links. Met beide handen hield hij den stok van zijn parapluie recht voor zich uit en drukte zijn rechterschouder in de holte van de parapluie, aldus zijn hoofd dekkend, zoodat dit beschut werd te gen den door den krachtigen wind van rechts op hem aaustormenden regen. Guy riep zijn koetsier toe te stoppen. „Wil je meerijden vroeg llij Teusclier, die naderbij kwam. „Graag," Tcuscher stapte in. Zij wisselden een paar woorden over de reden die Teusclier buiten de stad had gevoerd. Toen zwegen beiden. De raampjes van liet rijtuig besloegen het glas scheen bedekt door een grauw ne velfloers. Als donkere schaduwen zag men nu en dan voertuigen voorbijgaan; allengs werd het verkeer levendiger en luidruchti ger. Zacht, maar snel rolde het dichtgeslo ten rijtuig verder. „En hoc staat het met dc zaak-Baumeis- ter?" vroeg Guy plotseling. „Die is zoowat afgeloopen," zei Teusclier. „Gisteren vertelde Robert liet me." Guy waagde het niet te vragenHoe is 't er mee? Inmiddels wijdt do „Figaro" nog kolom tra kolom aan de verhooren. Oj) het ongeil blik is Piequart nog aan het woord. Hoe gaarne wij diens verklaringen als de belangrijkste zouden willen weerge ven, wij moeten zuchtennon possumus. Wij kunnen nietwant alleen het logisch in elkaar grijpen van argumenten en conclu sies maakt zijn verklaringen zoo uiterst be langrijk. Men zou ze in haar geheel moeten overnemen, en dat gedoogt noch onze ruim te noch het reeds zoo lang door de Dreyfus- z.n.ak op de proef gestelde geduld onzer le zers. De „Matin" occupeert zicli tegenwoordig druk met Esterliazy. Nu weer heeft de oud- majoor aan een redacteur van dat blad ver klaard dat hij vast besloten is zich te ver dedigen. Hij zal niets meer over zijn kant laten gaan. De verklaringen van generaal Gonse en den archivist Gribelin zijn vol on nauwkeurigheden Paléologue's verklaring is belachelijk. Estcrhazy acht een supple mentair onderzoek op grond van hun ver klaringen noodig. De oud-majoor raakt door zijn gebabbel evenwel al zijn vrienden kwijt. Zelfs mr. Ca- banes, zijn advocaat, keurt het ten strengste af dat hij zich in Engelsche bladen aan ont hullingen waagt. Gemengde JHedcdccIIngcn. Het Engelsche Lagerhuis lieeft met 133 tegen 69 stemmen verworpen een motie van Buchanan, verklarende dat Engeland's ver dedigingsmiddelen buitensporig zijn en dat zij verminderd kunnen worden zonder de veiligheid des lands of Engeland's aanzien naar buiten in gevaar te brengen. De Belgische Kamer verwierp gisteren, een motie van «afkeuring van Furnémont wegens dc uitzetting van Victor Ckarbounel en nam een motie van vertrouwen in de re geering van Woeste aan. Dc linkerzijde pro testeerde energiek tegen de willekeurige sluiting van het debat. Op Furnémont werd de censuur toegepast. De zitting moest wor den geschorst. Vrijdag wordt geïnterpelleerd over de ontploffing te Huet. Het ontwerp tot hervorming van het kiesrecht wordt bij de Belgische Kamer eerst heden of morgen ingediend. Onduide lijkheid van den Franschen tekst van ons telegram van gisteren deed ons zeggen dat liet reeds was ingediend. Over de strekking van het ontwerp vinden wij in Belgische bladen verschillende medcdcelingen. In het bekken van Charleroi staken nu 12000 mijnwerkers. In Houssu, Ress«aix en Louvière zijn er reeds 1200. De stemming is kalm. Het Pruisische Ilnis van Afgevaardigden heeft het ontwerp voor een Rijn-Elbe-ka- naal naar een commissie van 28 leden ver zonden. Gisteren zijn Duclaux, Grimaux, Mor- hardt, Le Pic en Fontaine als besluurdcren van den Bond der Rechten van den Menscli, ieder voorwaardelijk tot 16 francs boete ver- „Hoov eens," ging Tcuscher voort, terwijl hij zijn sigarettenkoker uit zijn binnen- borstzak haalde en er naar keek, terwijl hij hem opende. ,.ik keb zoo'n idee dat Robert mij alles zoo haarfijn heeft verteld in do hoop dat ik het je over zou vertellen. Waar om verzoenen jullie je niet met elkaar?" „Dat is onmogelijk; je kent Robert niet," zei Guv met gesmoorde stem. „Ik ben drif tig dat ligt nu eenmaal in mijn natuur. Als ik kwaad ben, dan zeg ik dikwijls aller lei ondoordachte dingen, die ik volstrekt niet zoo bedoel. Later heb ik er spijt van, en omdat ik het kan terugnemen, kan men mij ook vergeven. Misschien kan men op mensehen van mijn slag ook gemakkelijk invloed uitoefenen dat heb ik in den Kaatsten tijd dikwijls gedacht." Hij zuchtte diep en ging voort „Maar Robert is heel anders. Die staat nooit onder invloed. Die wordt zelden kwaad. Hij is zoo flegmatiek en zeker van zichzelfhij gaat alleen op eigen oordeel af en bezit niet veel temperament. Bovendien gaat er zoo'n eigenaardige kracht van hem uit. Herinner je je nog wel op school die geschiedenis met den kleinen Paolo iSorcna Eerst was hij letterlijk dol op hem en ver wende liem op alle mogelijke manieren. La ter bemerkte men dat de jongen allerlei on deugden bezat. Robert scheen niets te mer ken en maakte nergens aanmerking op. Tot dat hij opeens om een kleinigheid- vreeselijk woedend op hem werd. Hij sloeg Paolo hout en blauw en al zijn genegenheid was in eens weg. Paolo beterde zijn leven en trachtte Robert voor zich te winnen. Maar het baat te niets. Robert keek hem nooit weer aan En gisteren liep Robert mij voorbij zonder te groeten (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1