No. 9923. 53"" Jaargang. Dinsdag 2 Mei 1899. De fami Ie Hilbers. Ken nisge y i n g. Kennisgeving. KENNISGEVING. BUIT ËNL ING. SCHIEDAMS CUE C IUFIAMT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V laar dingen fl. i .25. Franco per post fl. 4.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardïngen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur san het bureau bezorgd zijn. Bureau: Botcrstraat G8. Prijs der Advertentiën: \an 17 regels 90 centsiedere regel meer l'i'/a cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. A d v e r t e n t i n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Uïeine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. 'JTclcfoon No. 123. BURGE 51 BESTEK EN WETHOUDERS van Schiedam Doen te weten dat het door den raad der ge meente, in zijne openbare vergadering van den 31sten januari vastgestelde BESLUIT tot heffing van gelden voor het ge bruik van openbaren gemeentegrond of open- baie gemeentewateren en voor liet hebben van particuliere wei ken op, in of over den openbaren gemeentegrond of wel op, in of over liet openbaar gemeentewater, en de in diezellde raadsvergadering vastgestelde VERORDENING op de invordering van gelden voor het gebruik van openbaren gemeente grond of openbare gemeentewateren en voor het hebben van particuliere werken op, in of over den openbaren gemeentegrond of wel op,' in of over het openbaar gemeentewater, heden z(jn afgekondigd. Schiedam, den 1 sten Mei 1899. Burgemeester en wethouders van Schiedam, VERSTEEG. De secretaris VERNÈDE. Oproeping tot Inschrijving voor de Schutterij. Burgemeester en wethouders van Schiedam Gezien de wet op de schutterijen van 11 April 1827 staatsblad no. 17), en in het bijzonder de arti kelen dier wet, die betrekking hebben op de jaarlijk- sche inschrijving, zoo tot de bestaande registers van vroegere jaren als tot de inschrijving die in de laatste helft der maand Mei van ieder jaar moet geschieden Doen te weten dat de registers ter inschrijving voor de SCHUT TERIJ, van de geborenen in de jaren "1866 tot en met 1874, zullen worden geopend ter inschrijving van alie mannelijke ingezetenen, die tot het laaistge- melde jaar behooren, alsmede van hen, die, in de vorige jaren geboren zijn en sedeitde vonge inschrij ving zich alhier metterwoon hebben gevestigd, waaronder ook begrepen zijn de militairen, na dien tijd gepasporteerd, en de vreemdelingen, van buiten het rijk gekomen, die alhier zijn komen wonen, voor zooverre deze laatsten het voornemen om zich in dit rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door de werkelijke overbrenging van den zetel van hun verinogen en de hoofdmiddelen van hun be staan naar hier, zonder dat de tijdelijke uitoefening van eenig bedrijf ofhand werk,in eenige ondergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen wordt aange merkt allen welken zullen worden ingeschreven in dat register, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren dat van deze inschrijving niemand der hiervoor- bedoelde personen is uitgezonderd, maar dat allen tonder onderscheiddaarin begrepen zijn, al ware het ook, dat zij zouden vermeenen, volgens de wet, tot vrijgestelden of uitgestotenen te behooren zullende derhalve, alle de lovengemelden, daartoe bij deze opge roepen, moeten verschijnen ia het gebouw de St. Joris Doele, aao het Doeieplein alhier: op Maandag, den 15den Mei of Dinsdag, den lGt/eij Mei 1899, op beide dagen des voormiddags van 10 tot des middags 12 ure, ten einde zich te laten inschrijven. DQOB E. YELY. 5) „Ik moet u verzoeken ik heb haast." „Jawel, dab kennen we. Die preutsch- heid staat u ook heel goed, maar van steen zal u toch wel niet zijnEn als men zoo beleefd zijn excuses aanbiedt als ik, ziet u, dan mag daar toch wel uit worden opge maakt dat ik een goeie jongen, ben. U moet een beetje vertrouwen in. me .stellen." Fransje moet nu toch glimlachen; hij heeft een manier van spreken waaraan zij geen weerstand kan bieden. „Laat ik u dan daarvoor bedanken, mijn heer Lohmann, en mijn weg gaan. Hen- schen als wij zijn aan menige deemosdiging en onbillijkheid gewendwij mogen niet al te gevoelig zijn. Ik dank u." „Neen," zegt hij, „daar laat ik mij niet mee afschepen. Ik wil u naar huis bren gen." „Ik rijd." „Dan zal ik dadelijk een rijtuig „Ik ga met de tram." „Hè, dat is zoo vervelend. Heb weer Is ook heelemaal niet slecht. Ik zal heel kalm naast u meeloopen geeft u dat mij maar en meteen heeft hij haar de beide pakjes afgenomen en gaat een paar passen achteruit. „Die houd ik als pandnu moet u wpl doen wat ik wil." j Fransje geeft vaD schrik een schreeuw die door de verlaten straat klinkt, en strekt laar arm naar den jongen man uit. De opgeroepenen zullen verplicht zijn, bij hunne insihiijving opgave te doen van hunne namen, voor namen, van de plaats en den tijd hunner gebooi te, hunner woonplaats met aanduiding van straat en nornmer, het beroep hunner ouders en dat van hen zelf, of zij zijn gehuwd, ongehuwd of weduwnaar, het getal hunner kinderen van beider geslacht, sedert wanneer zij ingezetenen der gemeente zij n en vanwaar zij alluer zijn komen inwonen, en eindelijk de rede- nen, die zij vei meenen te hebben, om van den schut, terlijken dienst te vvoiden vrijgesteld, of uitgesloten Weidende voorts ieder hunner, luiten deze ge meente geloren, aangemaand, om zich tijdig van een geboorte-akte te voorzien, en zich alzoo van zijnen oudeidom te veizekeren, ten einde de inschrijving behoorlijk kunne geschieden, en om te voorkomen, dat iemand door eene veikeeide opgave van zijnen ouderdom, vervalt in de straf lij de wet bepaald. De hierbij belanghebbenden worden mitsdien ge- waaischuwd, om zich van hunne verplichting ui deze te kwijten; vermits uit kiaciit van ait. 9 der wet en art. 6 van het koninklijk besluit van '21 Maart 1828, al degenen, die zich vóór het sluiten dei registers, op den eersten Juni eerstkomende, niet hebben laten inschrijven, alsnog ambtshalve zullen worden ingeschreven, en dat zij dientengevolge zullen vvoiden verwezen in eene geldboete, en bovendien zonder loting bij de schutterij ingelijfd, indien het zal blijken, dat er, tijdens de verzuimde inschrij ving. geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien bestonden. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behooit, den Isten Mei 1899. Burgemeester en Weihouders voornoemd, VERSTEEG. l)e Secretaris VERNÈDE. SCIIDTTEHIJ. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Schiedam, Gelet hebbende'op art. 7 van het koninklijk be sluit van 7 September 1828 staatsblad no 5j), roepen bij deze alle personen op, die als gehuwd of weduwnaars met kind of kindeien in het afge- loopen jaar, uit dien hoofde in de tweede klasse van de algemeene rol der schuttel ij zijn gebracht, doch sedert dien tijd, door het overlijden hunner vrouw of kinderen, de bevoegdheid verloren hebben om in die klasse te verblijven, en dus alsnu in de eci ste klasse der voor dit jaar op te maken algemeene 10I gerangschikt moeten worden, om van dusdanige verandering van omstandigheden kennis te geven, of wel zich daartoe ter secretarie dezer gemeente aan te melden voor de aan te vangen inschrijving der schutterij, des morgens van 10 tot 12 ure, en Jus uiterlijk op den 13n Mei aanstaande; zullende bij verzuim dezer aangifte, de belanghebbende, ingeval hij, dientengevolge met op de bijzondere rol mocht zijn overgenomen, dadelijk volgens art 8 van voor noemd besluit bij de schutterij worden ingelijfd, tegen ontslag van hem, die in zijne plaats is opge roepen, alles onverminderd de toepassing van do straf, bedreigd bij art. 22 der wet van 15 April 1886 staatsblad no. 61). Voorts wordt ter kennis van de belanghebbenden gebracht, dat zij, die hun 34ste jaar hebben volein digd en tot de reserve behooren, alsmede van hen, die daarbij vijf jaar hebben gestaan, op grond van de artikelen 25 en 26 der bovenaangehaalde wet, indien zij zulks verkiezen, kunnen worden ontslagen weshalve ieder, die van dit recht v.ensclit gebruik te maken, aangemaand wordt om zulks ter kennis van liet bestuur dezer gemeente te brengen, door een veikiainig, schriftelijk te doen, en ter secre tarie voornoemd te bezorgen, uiterlijk vóór 30 Juni aanstaande, vermits zij, die zulks niet mochten doen, gehouden worden voor vrijwilligers, die niet vroeger „Neen, neen, geef mij dadelijk mijn eigen dom terug. Opeens nadert van. den overkant een lange, slanke gestaltemet een paar spron gen is hij bij haar. „Wat gebeurt er hier? Yalt die man u lastig En met een haastigen ruk heeft hij den verbaasden Willy de twee rolletjes uit de handen gerukt. Tegelijk evenwel zien de beide mannen elkaar in het gelaat. „Jij, Willy?" „Neen, die is goed. Je houdt me zeker voor een straatroover „Ik meende in ieder geval om hulp te hooren roepen door die dame Dat komt er langzaam en vragend achteraan. Fransje Hilbers staat een seconde lang ademloos; haar wangen kleuren zich bran dend rood. „Onzin, de juffrouw en ik „Als u zegt Fransje nu, en haar stem trilt van toom, „als u toch een onbekende wil bijstaan ik ik zij voelt de tranen in haar oogen dringen, haai' keel is verschrikkelijk droog zij kan niet meer en leunt met een gevoel van volslagen machteloosheid tegen het dichtstbijzijnde tuinhek. „Maar, juffrouw," beproeft Willy Loh mann haar heel vertrouwelijk te troosten. „Dat- is immers mijn broer, de roem van ons huis." De ander staat daar in afwachting en ziet van het bleeks meisjesgezicht naar Wil ly's lachend gelaat. „Ja, Frits, mama Leeft weer een van haar streng deugdzame buien gehad vol komen ongemotiveerd. Je kent ze. Ik was er eigenlijk de oorzaak vanin een hui van verveling die in de villa Clementine in de dan in de maand Juni van hot volgend jaar hun ontslag op bovenstaande wijze kannen aanvragen. En is liiervan afkondiging geschied, waar het behooit, den is'en Mei 1899. Burgemeester en wethouders van Schiedam, VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 1 Mei '99. Terwijl men met zekere nieuwsgierigheid te gemoet ziet welke houding de Kamer, die morgen bijeenkomt, ditmaal tegenover de zaak-Dreyfus zal aannemen de regee ring heeft inmiddels, om lastige interpel- lanten bij voorbaat af te schrikken, beslo ten geen interpellaties te aanvaarden voor dat het Hof van Cassatie uitspraak heeft gedaan vragen twee nieuwe feiten, die zeker niet van belang ontbloot zijn, ernstig de aandacht. De correspondent der „Westminster Ga- zette" cn van andei-e zijde, uit Engeland en uit Zwitserland komen gelijke mededee- hngen verneemt uit goede bron dat de Duitsche gezant namens zijn regeering een nota heeft ter hand gesteld aan minister Delcassé. Daarin wordt over de door de „Figaro" gepubliceerde verhooren voor het Hof van Cassatie de verwondering en het leedwezen der Duitsche regeering uitgesproken, en liet zeer wel mogelijk genoemd, dat Duitschland tusschenbeide zal moeten komen en een of- ficieele mededeeling openbaar zal moeten maken, waarbij een eigen voorstelling der zaken wordt gegeven. Duitschland had dit tot heden niet gedaan, omdat het zijn ern stig voornemen was, de vriendschap met de republiek te bevorderen. Doch ten laatste zou het misschien zijn gereserveerde hou ding laten varen en dc Duitsche officieren, die herhaaldelijk hadden aangedrongen om te mogen spreken, daartoe toestemming ver- leenen. In de nota wordt in krachtige be woordingen aangedrongen op de wensche- lijkheid om de tegenwoordige agitatie, tot heil van beide landen, tot een spoedig einde te brengen. Hieruit zou volgen dat Duitschland het moede is langer zijn naam te laten gebrui ken door de tegenstanders der revisie om de weifelenden bang te maken voor interna tionale verwikkelingen. Dat deze mededee- lingen niet dan onder ernstig voorbehoud moeten worden aangenomen, spreekt wel vanzelf. Een tweede belangrijk feit is de bewe ring van de „Liberté", dat een maand of twee geleden, kort na den dood van presi dent Faure, een vertegenwoordiger der re geering te Londen bij Esterliazy zou zijn geweest om belangrijke papieren, die deze bezit, te koopen. Esterliazy zou hebben ge weigerd. De „Matin" publiceerde het voor bericht van een boek waaraan Esterhazy bezig is. en waarin hetzelfde wordt gezegd. De afgezant zou zijn een oud-afgevaardigde dien hij X. noemt. Die X. is gebleken te zijn de bonapartist Laguerre, die toegeeft, bij Esterhazy te zijn geweest hier tc lande en te Londen, maar niet in opdracht dei- lucht zweeft, was ik op het idee gekomen de juffrouw hier een oogenblik bezig te hou den. Ik had me evenwel nog niet eens op do hoogte kunnen stellen of do juffrouw daar zin in had of niet tableau de vrouw des huizes. Dat is werkelijk alles en dus kan je volkomen gerust Hij maakt een wijzend gebaar naar de ouder lijke woning. „Neem mij niet kwalijk," zegt Fransje, „u vergeet „O ja" hij slaat voortdurend denzelf den leuken, grappigen toon aan „toen beu ik de jonge dame nagegaan en wilde mij verontschuldigen en haar vragen of zij niet eens voor een schets wilde poseeren prachtig haar." De ander is onbewegelijk blijven staan. Fransje voelt dat hij haar onder de haastig gesproken uiteenzetting van Willy onafge broken aanziet. Dan zegt hij„Maar het kwam mij voor dat je tegen de wil der juf rouw „Dwaasheid „Neen," zegt Fransje, en haar stem heeft nu weer haar vollen klank. „Ik Jheb inderdaad gevraagd mij alleen te laten gaan. Mijnheers verontschuldiging was bo vendien overbodig al waardeer ik de goede bedoeling. Wil u zoo goed zijn En zij steekt den oudsten Lohmann haar hand toe om haar eigendom te vragen. Maar hij schijnt haar gebaar niet te begrij pen. „Ik weet niets omtrent u, juffrouw maar ik geloof dat onze familie zich aan u niet van een bijzonder gunstigen kant heeft laten kennen dat spijt mij erg en daar om neem ik het mijnerzijds op mij u mijn verontschuldigingen aan te bieden. Als -u Fiansche regsering. Ilct ministerie van bin- nenlandsche zaken logenstraft dan ook de mededeeling der „Liberté". Overigens is er weinig nieuws over de zaak-Dreyfus. Forzinetti, de oud-komman- dant der Santé-gcvaugenis, spreekt een be sehuldiging van Quesnay de Beaurepaire dat zijn vrouw in 1894 een samenkomst tus- scheu Dreyfus en zijn vrouw in de gevange nis zou hebben mogelijk gemaakt, afdoende tegen door te eonstateoion dat hij sinds 1889 reeds weduwnaar is. Morgen komt de Volksraad der Zuid- Afnkaansche Republiek weder bijeen. De zitting zal geopend worden door president Kruger met een rede, welks inhoud nu reeds uit Pretoria wordt aangekondigd De President zal in dc eerste plaats me- dcdeelon dat de Republiek met alle bui- tenlandsche mogendheden in vrede leeft en verklaren dat hij gedurende deze zitting de aandacht van den Raad hoopt te zullen vragen voor zekere voorstellen, die hij wcnscht to doen met betrekking tot het kiesrecht, de mijnrechten voor onderaard- sche mijnen cn de dynamiet>quaestie. Ver der zal worden medegedeeld dat de N. Z A. S. M. twee millioen van haar schuld aan de republiek heeft afgelost ten gevolgo waarvan de staatsleening voor het oogen blik onnoodig is geworden. Voorts zal in de openingsrede dank wor den gebracht aan dr. Leyds voor het goede werk door dezen in Europa verricht, terwijl teil slotte geconstateerd zal worden dat de mijnindustrie gedurende het afgeloopen jaar zeer is vooruit gegaan. Immers in dat tijdsverloop werd een winst gemaakt van 16,240,630 p. et., dat is 4,586,905 p. st. meer dan in 1897. De Republiek is nu de andere goud voortbrengende landen ter wereld ver vooruit en levert 281 percent van de to tale goudproductie. Een tweede telegram uit Pretoria deelt mode hoe de regeering denkt over dc vijan dige houding die Engeland in den laatsten tijd weder aanneemt. Men bespreekt den staatkundigen toe stand met zeer veel belangstelling, zegt het telegram. De staatssecretaris Reitz echter heeft verklaard, dat do regeering den toe stand kalm onder de oogen ziet, en dat er geen reden is om zich ongerust te maken. Des te beter Met den vrede op de Philippijnen schijnt het voorloopig weer mis te- zijn. Generaal Otis seinde althans Zaterdag dat de onder handelingen met de vertegenwoordigers der Phihppino's dien morgen geëindigd waren. De Pliilippino's vroegen om staking der vij andelijkheden voor den tijd van drie we ken, opdat het congres der Pliilippino's bij eengeroepen zou kunnen worden om te be sluiten of de oorlog voortgezet dan wel vre desvoorwaarden voorgesteld zouden worden. Generaal Otis wees dit verzoek van dc hand, maar beloofde den opstandelingen volko men amnestie als zij zich overgaven. Het „Evening Journal" te New-York ver nam van zijn berichtgever te Manilla, dat Aguinaldo,Zaterdag aanbood zich met zijn manschappen cn alle munitie over te geven, op voorwaarde dat de onafhankelijkheid dei- bescherming noodig heeft u heeft maar tc bevelen." „Zeg, maar dat is toch sterk!" roept Wil ly in greuzelooze verbazing uit. „Ik dank u ik heb maar tot aan de tram te loopen." „Permitteer mij dan hij neemt zijn hoed af „Lohmann, advocaat. Willy, ik kom je direct achterop Ook zijn jongere broer neemt zwijgend cn verbluft zijn hoed af. Zoo loopt Fransje een paar passen naast den ander voort. Dan zegt zij plotseling, trotsch haar hoofd oprichtend„U bewijst mij een ridderdienst maar ik ben geen dame van uw stand ik hen maar een naaister, die nog wel het misnoegen van uw mama heeft opgewekt." „Maar, juffrouw!" „Ik wilde tenminste niet geen leugen voor u staan." „Juffrouw En nu zijn zij bij het kleine wachthuisje, waar een groepje menschen op de volgende tram wacht, die er reeds aankomt: het roode licht schittert fel door het donker. „Mag ik zegt zij. „Als 't u belieft." Hij geeft haar het pakje. „Dank u wel." Dan springt '.ij op de tram en dringt behendig tussclien andere passagiers door. Hij neemt weer zijn hoed af, en zij is in den wagen verdwonen. Met lange stappen legt do advocaat den korten afstand naar de villa af, waar hij zijn broeder ia gesprek niet Knigge aan treft. „Jij weet toch alles, ouwe vriend. Waar woont dat lieve blondje wel?" Philippijnen onder een Amerikaansch pro tectoraat zou worden erkend. Generaal Luua schijnt zich niet te heb ben overgegeven, maar de gijzelaars voor do Pliilippijnsclie parlementairs, die uit zijn legerkamp terugkeerden, zeggen dat hij zeer ontmoedigd is. Volgons een officiceïe mededeeling heb ben de Amerikanen tot nu toe tegen de Pliilippino's 198 dooden en 1111 gewonden gehad. De Koningin-Regentes van Spanje schijnt Vrijdagavond aan een groot gevaar te zijn ontkomen. Zij was met haar oudste dochter in den schouwburg, toen een der hofbeamb ten in dc couloirs een verdacht persoon op merkte, die plaats nam recht over de ko ningsloge, waarheen hij voortdurend keek. Toen het stuk ten einde liep, snelde de ver dachte naar den uitgang, maar werd daar gearresteerd. Het bleek toen dat hij een dolk in de hand had en een revolver bij zich droeg. De man, een militair paardenarts, heet Patricio Cliamon Morja en beweert niet aan een aanslag te liehhen gedacht. Hij draagt steeds wapens bij zich uit vrees voor een. militair-hoefsmid, een zeer sterken kerel, mei wien hij ruzie heeft gehad. Hij had zijn ponjaard getrokken, omdat hij meende d&k hij aangevallen werd toen men hem arres-, teerde. Bovendien had hij dien avond een flinkeu borrel gedronken, zoodat hij zich niet herinnert zich vreemd te hebben ge dragen. Ten bewijze dat hij niet nuchter was voert hij aan, dat hij in het begin van den avond eenige opschudding in den schouwburg heeft veroorzaakt doordat hij zich in zijn plaats vergiste. Dus dat herin nert hij zich toch wel. Eigenaardig is dat de Regentes den man niet schuldig schijnt te achten en tracht te voorkomen dat de politie ongunstig ge stemd worde ten opzichte van Chamon. De minister-president Silvela verklaarde in een interview dat de Vorstin blijk had gegeven van groote kalmte. Zij had onmiddellijk verklaard dat men met een in zijn geest vermogens gekrenkte te doen had, en dat zij geen oogenblik kon aannemen dat de man een misdadiger was. „Want," aldus re deneerde de Regentes wel wat erg optimis tisch, „misdadige hartstochten konden niet in Spaansehe harten doordringen, waar ge lukkigerwijze nog niet het zaad is gevallen dat in andere landen zoo welig is ont kiemd." Zouden de Spanjaarden waarlijk zoo braaf zijn Gemengde Mededeellngen. Reuter meldt dat het bericht over de on- derteekening van de Engelsch-Russische overeenkomst te Petersburg, betreffende de wederzijdsche invloedsferen in zake de spoorwegen in China, bevestigd wordt. Trouwens lord SaÜsbuiy heelt de lolstand- koming der overeenkomst Zaterdagavond medegedeeld in z'(n rede aau hetjaailijksch banket der Koninklijke Academie vau Schoone Kunsten. Ter gelegenheid van de toestemming voor De portier fronst even zijn wenkbrauwen knipoogt en haalt dan zijn zakboekje te voorschijn, ,,'t Is voor de goeie orde alle menschen die over huis komen. Men kan nooit weten en dan bladert hij met heel veel drukte. „Ik heb haar zelf moeten bestellen Hm, juffrouw Hilbers, Augs- burgerstraat 23 achterhuis derde ver dieping Willy klopt hem tot dank op zijn schou der en wordt dan eerst zijn broeder gewaar, die achter hem heeft gestaan. „Daai-, nu weet je ook wie je met zooveel ijver en ridderlijkheid tegen je moeders jongsten zoon hebt m«enen te moeten be schermen. Zeg, die geschiedenis was wel een beetje sterk, en als jij het niet geweest was, mijn ongevaarlijk broertje, mijn goeie boekenworm dan Frits Lohmann herhaalt bij zich zelf het adres. „Ik zal haar wel weervinden," zegt Willy hardop en hij spitst zijn lippen. Nu bemerkt de advocaat eerst dat hij het tweede kleinere pakje van het meisje nog altijd in zijn hand heeft. Dat is toch vergeetachtig. Wat moet hij er nu mee be ginnen Het naar de Augsburgerstraat stu ren natuurlijk morgen'meteen maar. Het is tamelijk mal. „Kom je mee?" vraagt Willy. „Neen? Nu, veel pleizier dan thuis." En een liedje neuriënd gaat hij verder. De advocaat bergt het pakje weg onder zijn overjas, nadat hij een paar seconden overwogen heeft of hij het maar niet meteen aan Knigge zal ge ven ter bezorging. Dat komt nu van zijn inmenging nog last ook. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1