No. 9923.
53"" Jaargang.
Dinsdag 2 Mei 1899.
De fami Ie Hilbers.
Ken nisge y i n g.
Kennisgeving.
KENNISGEVING.
BUIT ËNL ING.
SCHIEDAMS CUE C IUFIAMT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V laar dingen fl. i .25. Franco
per post fl. 4.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardïngen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
san het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Botcrstraat G8.
Prijs der Advertentiën: \an 17 regels 90 centsiedere regel
meer l'i'/a cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
A d v e r t e n t i n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uïeine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. 'JTclcfoon No. 123.
BURGE 51 BESTEK EN WETHOUDERS
van Schiedam
Doen te weten dat het door den raad der ge
meente, in zijne openbare vergadering van den
31sten januari vastgestelde
BESLUIT tot heffing van gelden voor het ge
bruik van openbaren gemeentegrond of open-
baie gemeentewateren en voor liet hebben
van particuliere wei ken op, in of over den
openbaren gemeentegrond of wel op, in of
over liet openbaar gemeentewater,
en de in diezellde raadsvergadering vastgestelde
VERORDENING op de invordering van gelden
voor het gebruik van openbaren gemeente
grond of openbare gemeentewateren en voor
het hebben van particuliere werken op, in
of over den openbaren gemeentegrond of wel
op,' in of over het openbaar gemeentewater,
heden z(jn afgekondigd.
Schiedam, den 1 sten Mei 1899.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
VERSTEEG.
De secretaris
VERNÈDE.
Oproeping tot Inschrijving voor de
Schutterij.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
Gezien de wet op de schutterijen van 11 April
1827 staatsblad no. 17), en in het bijzonder de arti
kelen dier wet, die betrekking hebben op de jaarlijk-
sche inschrijving, zoo tot de bestaande registers van
vroegere jaren als tot de inschrijving die in de
laatste helft der maand Mei van ieder jaar moet
geschieden
Doen te weten
dat de registers ter inschrijving voor de SCHUT
TERIJ, van de geborenen in de jaren "1866 tot en met
1874, zullen worden geopend ter inschrijving van
alie mannelijke ingezetenen, die tot het laaistge-
melde jaar behooren, alsmede van hen, die, in de
vorige jaren geboren zijn en sedeitde vonge inschrij
ving zich alhier metterwoon hebben gevestigd,
waaronder ook begrepen zijn de militairen, na dien
tijd gepasporteerd, en de vreemdelingen, van buiten
het rijk gekomen, die alhier zijn komen wonen,
voor zooverre deze laatsten het voornemen om zich
in dit rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd,
hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij
door de werkelijke overbrenging van den zetel van
hun verinogen en de hoofdmiddelen van hun be
staan naar hier, zonder dat de tijdelijke uitoefening
van eenig bedrijf ofhand werk,in eenige ondergeschikte
betrekking, als zoodanig voornemen wordt aange
merkt allen welken zullen worden ingeschreven in
dat register, waartoe zij volgens hunnen ouderdom
behooren
dat van deze inschrijving niemand der hiervoor-
bedoelde personen is uitgezonderd, maar dat allen
tonder onderscheiddaarin begrepen zijn, al ware het
ook, dat zij zouden vermeenen, volgens de wet, tot
vrijgestelden of uitgestotenen te behooren zullende
derhalve, alle de lovengemelden, daartoe bij deze opge
roepen, moeten verschijnen
ia het gebouw de St. Joris Doele, aao het
Doeieplein alhier:
op Maandag, den 15den Mei of Dinsdag,
den lGt/eij Mei 1899,
op beide dagen des voormiddags van 10
tot des middags 12 ure,
ten einde zich te laten inschrijven.
DQOB
E. YELY.
5)
„Ik moet u verzoeken ik heb haast."
„Jawel, dab kennen we. Die preutsch-
heid staat u ook heel goed, maar van steen
zal u toch wel niet zijnEn als men zoo
beleefd zijn excuses aanbiedt als ik, ziet u,
dan mag daar toch wel uit worden opge
maakt dat ik een goeie jongen, ben. U moet
een beetje vertrouwen in. me .stellen."
Fransje moet nu toch glimlachen; hij
heeft een manier van spreken waaraan zij
geen weerstand kan bieden.
„Laat ik u dan daarvoor bedanken, mijn
heer Lohmann, en mijn weg gaan. Hen-
schen als wij zijn aan menige deemosdiging
en onbillijkheid gewendwij mogen niet al
te gevoelig zijn. Ik dank u."
„Neen," zegt hij, „daar laat ik mij niet
mee afschepen. Ik wil u naar huis bren
gen."
„Ik rijd."
„Dan zal ik dadelijk een rijtuig
„Ik ga met de tram."
„Hè, dat is zoo vervelend. Heb weer Is
ook heelemaal niet slecht. Ik zal heel kalm
naast u meeloopen geeft u dat mij
maar en meteen heeft hij haar de beide
pakjes afgenomen en gaat een paar passen
achteruit. „Die houd ik als pandnu moet
u wpl doen wat ik wil."
j Fransje geeft vaD schrik een schreeuw die
door de verlaten straat klinkt, en strekt
laar arm naar den jongen man uit.
De opgeroepenen zullen verplicht zijn, bij hunne
insihiijving opgave te doen van hunne namen, voor
namen, van de plaats en den tijd hunner gebooi te,
hunner woonplaats met aanduiding van straat en
nornmer, het beroep hunner ouders en dat van hen
zelf, of zij zijn gehuwd, ongehuwd of weduwnaar, het
getal hunner kinderen van beider geslacht, sedert
wanneer zij ingezetenen der gemeente zij n en vanwaar
zij alluer zijn komen inwonen, en eindelijk de rede-
nen, die zij vei meenen te hebben, om van den schut,
terlijken dienst te vvoiden vrijgesteld, of uitgesloten
Weidende voorts ieder hunner, luiten deze ge
meente geloren, aangemaand, om zich tijdig van een
geboorte-akte te voorzien, en zich alzoo van zijnen
oudeidom te veizekeren, ten einde de inschrijving
behoorlijk kunne geschieden, en om te voorkomen,
dat iemand door eene veikeeide opgave van zijnen
ouderdom, vervalt in de straf lij de wet bepaald.
De hierbij belanghebbenden worden mitsdien ge-
waaischuwd, om zich van hunne verplichting ui deze
te kwijten; vermits uit kiaciit van ait. 9 der wet
en art. 6 van het koninklijk besluit van '21 Maart
1828, al degenen, die zich vóór het sluiten dei
registers, op den eersten Juni eerstkomende, niet
hebben laten inschrijven, alsnog ambtshalve zullen
worden ingeschreven, en dat zij dientengevolge zullen
vvoiden verwezen in eene geldboete, en bovendien
zonder loting bij de schutterij ingelijfd, indien het
zal blijken, dat er, tijdens de verzuimde inschrij
ving. geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten
hunnen aanzien bestonden.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behooit, den Isten Mei 1899.
Burgemeester en Weihouders voornoemd,
VERSTEEG.
l)e Secretaris
VERNÈDE.
SCIIDTTEHIJ.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
van Schiedam,
Gelet hebbende'op art. 7 van het koninklijk be
sluit van 7 September 1828 staatsblad no 5j),
roepen bij deze alle personen op, die als gehuwd
of weduwnaars met kind of kindeien in het afge-
loopen jaar, uit dien hoofde in de tweede klasse
van de algemeene rol der schuttel ij zijn gebracht,
doch sedert dien tijd, door het overlijden hunner
vrouw of kinderen, de bevoegdheid verloren hebben
om in die klasse te verblijven, en dus alsnu in de
eci ste klasse der voor dit jaar op te maken algemeene
10I gerangschikt moeten worden, om van dusdanige
verandering van omstandigheden kennis te geven,
of wel zich daartoe ter secretarie dezer gemeente
aan te melden voor de aan te vangen inschrijving
der schutterij, des morgens van 10 tot 12 ure, en Jus
uiterlijk op den 13n Mei aanstaande; zullende bij
verzuim dezer aangifte, de belanghebbende, ingeval
hij, dientengevolge met op de bijzondere rol mocht
zijn overgenomen, dadelijk volgens art 8 van voor
noemd besluit bij de schutterij worden ingelijfd,
tegen ontslag van hem, die in zijne plaats is opge
roepen, alles onverminderd de toepassing van do
straf, bedreigd bij art. 22 der wet van 15 April
1886 staatsblad no. 61).
Voorts wordt ter kennis van de belanghebbenden
gebracht, dat zij, die hun 34ste jaar hebben volein
digd en tot de reserve behooren, alsmede van hen,
die daarbij vijf jaar hebben gestaan, op grond van
de artikelen 25 en 26 der bovenaangehaalde wet,
indien zij zulks verkiezen, kunnen worden ontslagen
weshalve ieder, die van dit recht v.ensclit gebruik
te maken, aangemaand wordt om zulks ter kennis
van liet bestuur dezer gemeente te brengen, door
een veikiainig, schriftelijk te doen, en ter secre
tarie voornoemd te bezorgen, uiterlijk vóór 30 Juni
aanstaande, vermits zij, die zulks niet mochten doen,
gehouden worden voor vrijwilligers, die niet vroeger
„Neen, neen, geef mij dadelijk mijn eigen
dom terug.
Opeens nadert van. den overkant een
lange, slanke gestaltemet een paar spron
gen is hij bij haar.
„Wat gebeurt er hier? Yalt die man u
lastig En met een haastigen ruk heeft hij
den verbaasden Willy de twee rolletjes uit
de handen gerukt. Tegelijk evenwel zien de
beide mannen elkaar in het gelaat.
„Jij, Willy?"
„Neen, die is goed. Je houdt me zeker
voor een straatroover
„Ik meende in ieder geval om hulp te
hooren roepen door die dame Dat
komt er langzaam en vragend achteraan.
Fransje Hilbers staat een seconde lang
ademloos; haar wangen kleuren zich bran
dend rood.
„Onzin, de juffrouw en ik
„Als u zegt Fransje nu, en haar stem
trilt van toom, „als u toch een onbekende
wil bijstaan ik ik zij voelt de
tranen in haar oogen dringen, haai' keel is
verschrikkelijk droog zij kan niet meer
en leunt met een gevoel van volslagen
machteloosheid tegen het dichtstbijzijnde
tuinhek.
„Maar, juffrouw," beproeft Willy Loh
mann haar heel vertrouwelijk te troosten.
„Dat- is immers mijn broer, de roem van
ons huis."
De ander staat daar in afwachting en
ziet van het bleeks meisjesgezicht naar Wil
ly's lachend gelaat.
„Ja, Frits, mama Leeft weer een van
haar streng deugdzame buien gehad vol
komen ongemotiveerd. Je kent ze. Ik was
er eigenlijk de oorzaak vanin een hui van
verveling die in de villa Clementine in de
dan in de maand Juni van hot volgend jaar hun
ontslag op bovenstaande wijze kannen aanvragen.
En is liiervan afkondiging geschied, waar het
behooit, den is'en Mei 1899.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 1 Mei '99.
Terwijl men met zekere nieuwsgierigheid
te gemoet ziet welke houding de Kamer,
die morgen bijeenkomt, ditmaal tegenover
de zaak-Dreyfus zal aannemen de regee
ring heeft inmiddels, om lastige interpel-
lanten bij voorbaat af te schrikken, beslo
ten geen interpellaties te aanvaarden voor
dat het Hof van Cassatie uitspraak heeft
gedaan vragen twee nieuwe feiten, die
zeker niet van belang ontbloot zijn, ernstig
de aandacht.
De correspondent der „Westminster Ga-
zette" cn van andei-e zijde, uit Engeland
en uit Zwitserland komen gelijke mededee-
hngen verneemt uit goede bron dat de
Duitsche gezant namens zijn regeering een
nota heeft ter hand gesteld aan minister
Delcassé.
Daarin wordt over de door de „Figaro"
gepubliceerde verhooren voor het Hof van
Cassatie de verwondering en het leedwezen
der Duitsche regeering uitgesproken, en liet
zeer wel mogelijk genoemd, dat Duitschland
tusschenbeide zal moeten komen en een of-
ficieele mededeeling openbaar zal moeten
maken, waarbij een eigen voorstelling der
zaken wordt gegeven. Duitschland had dit
tot heden niet gedaan, omdat het zijn ern
stig voornemen was, de vriendschap met de
republiek te bevorderen. Doch ten laatste
zou het misschien zijn gereserveerde hou
ding laten varen en dc Duitsche officieren,
die herhaaldelijk hadden aangedrongen om
te mogen spreken, daartoe toestemming ver-
leenen. In de nota wordt in krachtige be
woordingen aangedrongen op de wensche-
lijkheid om de tegenwoordige agitatie, tot
heil van beide landen, tot een spoedig einde
te brengen.
Hieruit zou volgen dat Duitschland het
moede is langer zijn naam te laten gebrui
ken door de tegenstanders der revisie om
de weifelenden bang te maken voor interna
tionale verwikkelingen. Dat deze mededee-
lingen niet dan onder ernstig voorbehoud
moeten worden aangenomen, spreekt wel
vanzelf.
Een tweede belangrijk feit is de bewe
ring van de „Liberté", dat een maand of
twee geleden, kort na den dood van presi
dent Faure, een vertegenwoordiger der re
geering te Londen bij Esterliazy zou zijn
geweest om belangrijke papieren, die deze
bezit, te koopen. Esterliazy zou hebben ge
weigerd. De „Matin" publiceerde het voor
bericht van een boek waaraan Esterhazy
bezig is. en waarin hetzelfde wordt gezegd.
De afgezant zou zijn een oud-afgevaardigde
dien hij X. noemt. Die X. is gebleken te
zijn de bonapartist Laguerre, die toegeeft,
bij Esterhazy te zijn geweest hier tc lande
en te Londen, maar niet in opdracht dei-
lucht zweeft, was ik op het idee gekomen
de juffrouw hier een oogenblik bezig te hou
den. Ik had me evenwel nog niet eens op
do hoogte kunnen stellen of do juffrouw
daar zin in had of niet tableau de
vrouw des huizes. Dat is werkelijk alles
en dus kan je volkomen gerust Hij
maakt een wijzend gebaar naar de ouder
lijke woning.
„Neem mij niet kwalijk," zegt Fransje,
„u vergeet
„O ja" hij slaat voortdurend denzelf
den leuken, grappigen toon aan „toen
beu ik de jonge dame nagegaan en wilde
mij verontschuldigen en haar vragen of zij
niet eens voor een schets wilde poseeren
prachtig haar."
De ander is onbewegelijk blijven staan.
Fransje voelt dat hij haar onder de haastig
gesproken uiteenzetting van Willy onafge
broken aanziet. Dan zegt hij„Maar het
kwam mij voor dat je tegen de wil der juf
rouw
„Dwaasheid
„Neen," zegt Fransje, en haar stem
heeft nu weer haar vollen klank. „Ik Jheb
inderdaad gevraagd mij alleen te laten
gaan. Mijnheers verontschuldiging was bo
vendien overbodig al waardeer ik de
goede bedoeling. Wil u zoo goed zijn
En zij steekt den oudsten Lohmann haar
hand toe om haar eigendom te vragen.
Maar hij schijnt haar gebaar niet te begrij
pen.
„Ik weet niets omtrent u, juffrouw
maar ik geloof dat onze familie zich aan u
niet van een bijzonder gunstigen kant heeft
laten kennen dat spijt mij erg en daar
om neem ik het mijnerzijds op mij u mijn
verontschuldigingen aan te bieden. Als -u
Fiansche regsering. Ilct ministerie van bin-
nenlandsche zaken logenstraft dan ook de
mededeeling der „Liberté".
Overigens is er weinig nieuws over de
zaak-Dreyfus. Forzinetti, de oud-komman-
dant der Santé-gcvaugenis, spreekt een be
sehuldiging van Quesnay de Beaurepaire
dat zijn vrouw in 1894 een samenkomst tus-
scheu Dreyfus en zijn vrouw in de gevange
nis zou hebben mogelijk gemaakt, afdoende
tegen door te eonstateoion dat hij sinds
1889 reeds weduwnaar is.
Morgen komt de Volksraad der Zuid-
Afnkaansche Republiek weder bijeen. De
zitting zal geopend worden door president
Kruger met een rede, welks inhoud nu
reeds uit Pretoria wordt aangekondigd
De President zal in dc eerste plaats me-
dcdeelon dat de Republiek met alle bui-
tenlandsche mogendheden in vrede leeft en
verklaren dat hij gedurende deze zitting de
aandacht van den Raad hoopt te zullen
vragen voor zekere voorstellen, die hij
wcnscht to doen met betrekking tot het
kiesrecht, de mijnrechten voor onderaard-
sche mijnen cn de dynamiet>quaestie. Ver
der zal worden medegedeeld dat de N. Z
A. S. M. twee millioen van haar schuld aan
de republiek heeft afgelost ten gevolgo
waarvan de staatsleening voor het oogen
blik onnoodig is geworden.
Voorts zal in de openingsrede dank wor
den gebracht aan dr. Leyds voor het goede
werk door dezen in Europa verricht, terwijl
teil slotte geconstateerd zal worden dat de
mijnindustrie gedurende het afgeloopen
jaar zeer is vooruit gegaan. Immers in dat
tijdsverloop werd een winst gemaakt van
16,240,630 p. et., dat is 4,586,905 p. st. meer
dan in 1897. De Republiek is nu de andere
goud voortbrengende landen ter wereld ver
vooruit en levert 281 percent van de to
tale goudproductie.
Een tweede telegram uit Pretoria deelt
mode hoe de regeering denkt over dc vijan
dige houding die Engeland in den laatsten
tijd weder aanneemt.
Men bespreekt den staatkundigen toe
stand met zeer veel belangstelling, zegt het
telegram. De staatssecretaris Reitz echter
heeft verklaard, dat do regeering den toe
stand kalm onder de oogen ziet, en dat er
geen reden is om zich ongerust te maken.
Des te beter
Met den vrede op de Philippijnen schijnt
het voorloopig weer mis te- zijn. Generaal
Otis seinde althans Zaterdag dat de onder
handelingen met de vertegenwoordigers der
Phihppino's dien morgen geëindigd waren.
De Pliilippino's vroegen om staking der vij
andelijkheden voor den tijd van drie we
ken, opdat het congres der Pliilippino's bij
eengeroepen zou kunnen worden om te be
sluiten of de oorlog voortgezet dan wel vre
desvoorwaarden voorgesteld zouden worden.
Generaal Otis wees dit verzoek van dc hand,
maar beloofde den opstandelingen volko
men amnestie als zij zich overgaven.
Het „Evening Journal" te New-York ver
nam van zijn berichtgever te Manilla, dat
Aguinaldo,Zaterdag aanbood zich met zijn
manschappen cn alle munitie over te geven,
op voorwaarde dat de onafhankelijkheid dei-
bescherming noodig heeft u heeft maar
tc bevelen."
„Zeg, maar dat is toch sterk!" roept Wil
ly in greuzelooze verbazing uit.
„Ik dank u ik heb maar tot aan de
tram te loopen."
„Permitteer mij dan hij neemt zijn
hoed af „Lohmann, advocaat. Willy, ik
kom je direct achterop
Ook zijn jongere broer neemt zwijgend
cn verbluft zijn hoed af.
Zoo loopt Fransje een paar passen naast
den ander voort. Dan zegt zij plotseling,
trotsch haar hoofd oprichtend„U bewijst
mij een ridderdienst maar ik ben geen
dame van uw stand ik hen maar een
naaister, die nog wel het misnoegen van uw
mama heeft opgewekt."
„Maar, juffrouw!"
„Ik wilde tenminste niet geen leugen
voor u staan."
„Juffrouw
En nu zijn zij bij het kleine wachthuisje,
waar een groepje menschen op de volgende
tram wacht, die er reeds aankomt: het
roode licht schittert fel door het donker.
„Mag ik zegt zij.
„Als 't u belieft." Hij geeft haar het
pakje.
„Dank u wel." Dan springt '.ij op de
tram en dringt behendig tussclien andere
passagiers door.
Hij neemt weer zijn hoed af, en zij is in
den wagen verdwonen.
Met lange stappen legt do advocaat den
korten afstand naar de villa af, waar hij
zijn broeder ia gesprek niet Knigge aan
treft.
„Jij weet toch alles, ouwe vriend. Waar
woont dat lieve blondje wel?"
Philippijnen onder een Amerikaansch pro
tectoraat zou worden erkend.
Generaal Luua schijnt zich niet te heb
ben overgegeven, maar de gijzelaars voor do
Pliilippijnsclie parlementairs, die uit zijn
legerkamp terugkeerden, zeggen dat hij zeer
ontmoedigd is.
Volgons een officiceïe mededeeling heb
ben de Amerikanen tot nu toe tegen de
Pliilippino's 198 dooden en 1111 gewonden
gehad.
De Koningin-Regentes van Spanje schijnt
Vrijdagavond aan een groot gevaar te zijn
ontkomen. Zij was met haar oudste dochter
in den schouwburg, toen een der hofbeamb
ten in dc couloirs een verdacht persoon op
merkte, die plaats nam recht over de ko
ningsloge, waarheen hij voortdurend keek.
Toen het stuk ten einde liep, snelde de ver
dachte naar den uitgang, maar werd daar
gearresteerd. Het bleek toen dat hij een
dolk in de hand had en een revolver bij zich
droeg.
De man, een militair paardenarts, heet
Patricio Cliamon Morja en beweert niet aan
een aanslag te liehhen gedacht. Hij draagt
steeds wapens bij zich uit vrees voor een.
militair-hoefsmid, een zeer sterken kerel,
mei wien hij ruzie heeft gehad. Hij had zijn
ponjaard getrokken, omdat hij meende d&k
hij aangevallen werd toen men hem arres-,
teerde. Bovendien had hij dien avond een
flinkeu borrel gedronken, zoodat hij zich
niet herinnert zich vreemd te hebben ge
dragen. Ten bewijze dat hij niet nuchter
was voert hij aan, dat hij in het begin van
den avond eenige opschudding in den
schouwburg heeft veroorzaakt doordat hij
zich in zijn plaats vergiste. Dus dat herin
nert hij zich toch wel.
Eigenaardig is dat de Regentes den man
niet schuldig schijnt te achten en tracht te
voorkomen dat de politie ongunstig ge
stemd worde ten opzichte van Chamon. De
minister-president Silvela verklaarde in een
interview dat de Vorstin blijk had gegeven
van groote kalmte. Zij had onmiddellijk
verklaard dat men met een in zijn geest
vermogens gekrenkte te doen had, en dat
zij geen oogenblik kon aannemen dat de
man een misdadiger was. „Want," aldus re
deneerde de Regentes wel wat erg optimis
tisch, „misdadige hartstochten konden niet
in Spaansehe harten doordringen, waar ge
lukkigerwijze nog niet het zaad is gevallen
dat in andere landen zoo welig is ont
kiemd."
Zouden de Spanjaarden waarlijk zoo
braaf zijn
Gemengde Mededeellngen.
Reuter meldt dat het bericht over de on-
derteekening van de Engelsch-Russische
overeenkomst te Petersburg, betreffende de
wederzijdsche invloedsferen in zake de
spoorwegen in China, bevestigd wordt.
Trouwens lord SaÜsbuiy heelt de lolstand-
koming der overeenkomst Zaterdagavond
medegedeeld in z'(n rede aau hetjaailijksch
banket der Koninklijke Academie vau Schoone
Kunsten.
Ter gelegenheid van de toestemming voor
De portier fronst even zijn wenkbrauwen
knipoogt en haalt dan zijn zakboekje te
voorschijn, ,,'t Is voor de goeie orde alle
menschen die over huis komen. Men kan
nooit weten en dan bladert hij met
heel veel drukte. „Ik heb haar zelf moeten
bestellen Hm, juffrouw Hilbers, Augs-
burgerstraat 23 achterhuis derde ver
dieping
Willy klopt hem tot dank op zijn schou
der en wordt dan eerst zijn broeder gewaar,
die achter hem heeft gestaan.
„Daai-, nu weet je ook wie je met zooveel
ijver en ridderlijkheid tegen je moeders
jongsten zoon hebt m«enen te moeten be
schermen. Zeg, die geschiedenis was wel
een beetje sterk, en als jij het niet geweest
was, mijn ongevaarlijk broertje, mijn goeie
boekenworm dan
Frits Lohmann herhaalt bij zich zelf het
adres.
„Ik zal haar wel weervinden," zegt Willy
hardop en hij spitst zijn lippen.
Nu bemerkt de advocaat eerst dat hij
het tweede kleinere pakje van het meisje
nog altijd in zijn hand heeft. Dat is toch
vergeetachtig. Wat moet hij er nu mee be
ginnen Het naar de Augsburgerstraat stu
ren natuurlijk morgen'meteen maar.
Het is tamelijk mal.
„Kom je mee?" vraagt Willy. „Neen?
Nu, veel pleizier dan thuis." En een liedje
neuriënd gaat hij verder. De advocaat bergt
het pakje weg onder zijn overjas, nadat hij
een paar seconden overwogen heeft of hij
het maar niet meteen aan Knigge zal ge
ven ter bezorging. Dat komt nu van zijn
inmenging nog last ook.
(Wordt vervolgd.)