538te Jaargang.
Donderdag 4 Mei 1899.
No. 9925.
De familie Hilbers.
Bericht.
Kennisgeving.
TOL
BUITENLAND.
SSHIEDAMSGHE iCOHMRIT.
Dezi» courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.23. Franco
per post fl. 1.05.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Adverlentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Botcr&traat 68.
Pi-ijs der Advertcn tiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12it cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
A d v e r t e n t i n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uteine ndvertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Inhere. Telefoon Aio. 1S3.
Bij dit nummer wordt aan onze
abonné's te 8cliledam een gratis
dienstregeling van spoor, tram en
posterijen gezonden.
Oproeping In activiteit van miliciens,
verlofgangers der lichtingen van
1.805, 1896 en 1807.
De Burgemeester vak Schiedam,
Gelet op de circulaire van den lieer Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland van 18
April j.lA no. 1047 (2deAfil Provinciaal blad no 19;
Brengt bij deze ter kennis van belanghebbenden
lo. dat na te melden miliciens-verlofgangers van de
lichtingen 1895, 1896 en 1897, behooiende tot
de navolgende korpsen dit jaar onder de wape
nen worden geroepen gedurende den tijd Inei-
onder aangegeven.
Lichting 1895. Reg. Gren. en Jagers, 1e, 2e, 4e
en 5e bal.; Ie Reg. Inf, 1e, 2e, He en 4e bat
2e Reg. Inf., Ie, 2e, 3e en 4e bat.3e Reg. Inf.,
Ie, 2e, 3e en 4e bat.; 4e Reg. Inf., 1e, 2e, 3een
4e bat.; 5e Reg. Inf., 1e, 2e, 3a en 4e bat.; (ie
Reg. Inf, le, 2e, 3e en 4e bat.; 7e Reg. Inf.,
Ie, 2e, 3e en 4e bat 8e Reg Inf., le, 2e, 3e en
4e bat., van 3 Juli tot en met 4 Augustus
Lichting 1896 Reg Gren. en Jagers, der 4e
cotnp., 3e bat., van 10 Mei tot en met 13 Juni
1/j der 4e cotnp, 3e bat., van 29 Mei tot en met
1 Juli, 1e, 2e en 3e cornp, 3e bat, van 3 Juh tot
en met 4 Augustus, ie, 2e, 4e en 5e bat., van 9
Augustus tot en met 12 September, le reg. Inf,
5e bat., van 3 Juli tot en met 4 Augustus, ie, 2e,
3e en 4e bat., van 23 Augustus int en met 26
September. 2e Reg. Inf„ 1e, 2e, 3e en 4c bat., van
16 Augustus tot en inet 19 September. 5e bat,
van 30 Augustus tot en mot 3 October. 3e Reg.
Inf., le, 2e, 3e en 4e bat, van 10 Augustus tot
cn met 19 September, 5e bat., van 30 Augustus
tot en met 3 October. 4e Reg. inf., le, 2e, 3e en
4e bat., vafi 9 Augustus tot en met 12 September,
5e bat,, van 30 Augustus tot en met 3 October
5e Reg. Inf., le, 2e, 3e en 4e bat, van 9 Augus
tus tot en met 12 September, 5e batvan 30
Augustus tot en met 3 October. Ce Reg. Inf., Ie,
2e. 3e en 4e bat, van 16 Augustus tot en met 19
September, 5e bat., van 30 Augustus tot en met
3 October. 7e Reg. Inf., 1e, 2e, 3e en 4e bat., van
9 Augustus tot en met 12 September, 5e bat., van
30 Augustus tot en met 3 October. 8e Reg. Inf.,
4e coinp., 5e batvan 24 Mei tot en met 27 Juni,
1e, 2e en 3e comp., 5e bat, van 3 Juli tot en inet
4 Augustus, le, 2e, 3e en 4c bat, van 23 Augus
tus tot en met 26 --eptember.
Lichting I«96. 1e, 2e en 3e Comp. Hosp.soid.
van 22 Augustus tot en met 25 September.
Lichting 1896. le Reg. Huz. van '19 Augustus
tot en met 22 September, 2e Reg. Huz. van 16
Augustus tot en met 19 September, 3e Reg. Huz.
van 9 Augustus tot en niet 12 September.
Lichting 1896. le Reg. Yeid-Art. le, 3e en 5e
bat, van 6 Juli tot en met 9 Augustus, 2e, 4e en
6e bat. van 10 Augustus tot en met 13 Sej tember
2e Reg. Veld-Art. le, 3e en 5e bat. van 2 Juni tot
en met 5 Juli, 2e, 4e en 6e bat van 16 Augustus
tot en met 16 September. 3e Reg. Veld-Art. ie, 5e
en 0e bat. van 19 Juli tot en met 22 Augustus,
2e, 3e en 4e bat, van 23 Augustus tot en met 20
September. Korps Ryd. Art, ie lat van 23 Mei
tot en met 24 Juni, 2e bat. van 20 Juni toten met
29 Juli. Korps Pontoun. ie comp. van 26 Juni tot
DOOR
E.VELY.
7)
„Een ferme meid!" zegt Hilbers weer
met bewondering, en de schoolmeester
merkt met zijn schuchtere stem op: „Ja
en toen herinnerde ik me onzen neef, van.
wien ik eens gehoord heb dat hij naar Ber
lijn was verhuisd. En toen heb ik eens ge-
informeerd en werkelijk het adres gekre
gen en nu kom ik hier raad en hulp vra-
gen."
„Natuurlijk, natuurlijk!" Anton Hilbers
legt zijn breede hand op den rand der tafel
en bekijkt welgevallig zijn zegelring. „Die
zal je ook hebbenfamilieleden moeten el
kaar helpen wij zullen alles wel schik
ken. Die kleine deugniet blijft eerst eens
een tijdje bij ons. Dat komt wel in orde."
Mina Hilbers schuift eenigszins onrustig
op haar stoel heen en weer en ziet eerst
Eransje en dan Hansje met een trek van
hulpeloosheid op haar gelaat aan.
„O, wat een mooie japon zeker erg
modem?" roept Laurette uit, terwijl zij
Fransje van het hoofd tot de voeten be-
kiikfc. „Ik geloof dat die mij ook wel zal
staan."
„Ei wil zeker een betrekking zoeken
of zoo iets," is de wedervraag.
„Dat weet ik nog niet. De hoofdzaak is
dat ik te Berlijn ben."
„Wat? U? Niet zoo vormelijk!"
schreeuwt Hilbers. „Onder familiefeden zegt
men jij en jou. En waar die kleine spring-
in-'t-veld aanleg voor heeft, zal wel "blij-"
iken; dat heeft ook geen haast; zij is onder
en met 26 Juli, 2e comp. van 2 September toten
met 4 October. Korps Torped. 1e pelet. van de 2e
comp. (p aats van opkomst fort aan den Hoek van
Holland) en 2e pelet. van de 2e comp (plaats van
opkomst den Heidei) van 4 Juli tot en met 5
Augustu», le pel. van de le coinp. (plaats van
opkomst foit de Iluijter) en 2e pel van de ie comp.
(plaats van opkomst HellevoetMuis) v:m 22 Augustus
tot en met 23 Septembei 2e Reg. Vest-Ait. le,
2e, 3e, 4e, Ce, 7e. 9c en 10e comp van 15 Septem
ber tot en met 4 October.
Lichting 1897 1e Reg Vest-Art 9e comp. van
23 Juni tot en met 22 Juli, 5e, 6e, 7e, 8e, en 10e
comp. van 8 Aug. tot en met 6 Sept, le 2e, 3e
en 4e comp. van 29 Aug. tot en met 27 S pt
2e Reg. Vest.-Art, 5e en 8e comp van 22 Juni
tot en met 21 Juli, le, 2e 3e, 4, 6e, 7e, 9e en
10e coinp. van 4 Sept tot en met 4 Oct 3e Reg
Vest-Ait, 8e coinp. van 30 Mei tot en met 28 Juin,,
le, 2e, 3e, 4e en 5e comp. van 18 Aug tot en
met 16 Sept., 6e, 7e, 9e en lOeeomp. van 9 Sept.
tot rn met 18 Oct.,; 4e Reg. Vest-Ait. le, ."ie,
8e, 9e en 10e comp. van 20 Juni tot en met 19
Juli, 2e, 3e, 4e, Ce, en 7e comp. van 24 Juli tot
en met 22 Aug-; Korps Pantserfort-Art,, 3e coinp
van 24 Mei tot en met 22 Juni, 2e comp. van
13 Juni tot en met 12 Juli, le comp. van 27 Juni
tot en met 26 Juli, 4e comp. van 3 Juh tot en met
1 Aug
Lichting 1896. Korps Genietroepen, le, 2e, 3e,
4e, 5e, Ce, 7e en 8e comp. van 14 Juni tol en
met 18 Juli. Van de 9e comp.: a de miliciens,
geen vesting-telegrafi-t of adspirant-vestnigtele
grafist zijnde, van 19 Juni tot en met 26 Aug.;
b. de milicien0, vesting-telegrafisten die niet heb
ben voldaan aan liet bepaalde in den eersten volzin
van ait. 6 van bet Koninklijk besluit van 29 Fe
bruari 1884, no. 13 en de miliciens-adspirant-ves-
tingtelegrafisten, van 24 Juli en met 20 Aug
Lichting 1897. Korps Genietr. le, 2e, 3e, 4e, 5e,
6e, 7e en 8e comp. van 10 Augustus tot en met
13 September. Van de 9e comp a de miliciens,
geen vesting-tslegiafbten of adspirant-vesting-teie-
grafist zijnde, van 19 Juni tot en met 22 lub, b
de tmiiciens, vesting-telegiafisten, die niet hebben
voldaan aan het bepaalde in den eersieu volzin van
art. 6 van het Koninklijk besluit van 29 Februari
1884, no 13, en de miliciens adspirarit-vesung-
telegiafisten, van 24 Juli tot en met 20 Augustus,
c. de miliciens vesting-telegrafisten, die hebben
voldaan aan liet bepaalde in den eeisten volzin van
artikel G van het Koninklijk besluit van 29 Februari
1884 no. 13, van 14 Augustus tot cn met 23
Augustus.
2o. d.it aangezien blijkens bovenstaande opgave, de
verlofganger», behoorende tot de 4e Compagnie
van liet 3e bataljon ven liet regiment Grenadiers
en Jageis, en tot de Telegr iaf-Coinpagiiie van
het korps Gemetioepen, bij gedeelten op ver
schillende datums onder de wapenen moeten
komen, bij nadere bekendmaking, ter kennis
van die miliciens zal worden gebracht op welke
dagen ieder hunner gehouden zal zijn onder Je
wapenen te komen
3o. dat de verlofgangers, voor wie de opkomst op
eenen Maandag of op 23 Mei is gesteld, indien
zij gevestigd zijn in gemeenten, vanwaar zij
niet in éen dag hun garnizoen kunnen berei
ken, niettemin zich eeist op den dag voor de
opkomst bepaald op marsch behoeven te begeven
en den volgenden dag, zoo vroegtijdig mogelijk,
bij liet korps zullen moeten aankomen
4o. dat de miliciens zuilen gehouden zyn zicli op
den dag hunner opkomst, vóór des namiddags
vier uien bij hun korps aan te melden, met uit
zondering van de miliciens-vesting-telegralisten,
die z cli op den dag van opkomst vóór 1 uur
des namiddags bij hun korps hebben te ver
voegen
De be'rokken verlofgangers voor zoover zij niet
begiepen zijn, onder die, verme'd sub 2hieiboven
woiden mitsdien veiwittigd, dat zij zich, voorzien
van al de voorwerpen van kleeding en uiti uiting door
hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen,
alsmede van veilofpas en zakboekje, op iiet bepaalde
onze bescherming goed bewaard, niet waar
oudje
Zijn vrouw ziet hem weifelend aan, maar
als hij haar met eer. genadig gebaar over de
tafel zijn hand toesteekt, glimlacht zij en
knikt.
„Doen de nichtjes dan ook iets voor den
kost?" vraagt Laurette.
„Natuurlijk!" Anton Hilbers kuclit.
„Dat is immers het streven van onzen tijd
vrouwen en meisjes moeten niet meer luie
ren en zich door de mannen laten onder
houden; zij zijn ook op de wereld gekomen
om te werken. Men moet met den tijd en
zijn denkbeelden meegaan."
Fransje's lippen trillen. „Else maakt wit
goed, ik ga uit naaien en Hansje helpt flink
mee."
„Ja, mijn dochters zijn moderne meis
jes," zegt Hilbers.
„En wat wij verdienen, is hard noodig,"
voegt Fransjo er bij.
„Tralala, tralala!" zingt haar vader, en
hij knikt Laurette toe. „Hoe mooi het hier
in Berlijn is, kleintje, daar hebben jullie
provincialen geen begrip van."
„Dat is u zelf immers ook geweest, oom,"
spot het meisje.
„Nu ja, maar met tusschenpoozen. Ik
ging dikwijls hierheenik kon niet voort
durend zoo buiten blijven zitten. Wat
heeft iemand op het land tusschen koeien-
en schapenstallen ook eigenlijk voor een le
ven? Geen enkel nieuw idee, niets geen le
vensgenot en Hij aarzelt en blijft
steken, want uit do zijdeur komt zooeven
een slanke gestalte binnen, Else, zijn oud
ste dochter, wier ernstige oogen hem altijd
zekere vrees inboezemen.
„Ja, en dat duurde net zoo lang. datj
naar-Berlijn-reizen," zegt zij, „tot ons Hil- I
tijdstip bij hunne korpsen moeten bevindendat
zij zich vooraf ter gemeente-secretarie moeten ver
voegen, zoowel tot liet afteekenen van hun veilof
pas als tot liet ontvangen van hun daggelden en
zoo zij daarop aanspraak hebben van de vereisciite
pa»s>agebiijetteiidat de verlofgaiigeis, die nalatig
blijven op den bepaalden dag onder de wapenen te
komen, bij hunne later,- opkomst zooveel langer
in dienst worden gehouden en zij, die aan de oproe
ping niet voldoen, als deserteur zullen worden be
handelddat zij, die wegens ziekte of gebreken am
de opioepmg niet kunnen voldoen, daaivan moeten
doen blijken dooi eene tei geineente-secretaiie
over te leggen geneeskundige vetklaiing, en dat die
verlofgangers voorts verplicht zijn, zich na hun
herstel onmiddellijk bij hunne koipsen te vei voegen.
En dat, na deze openbare kennisgeving, ieder
milicien hierin betrokken, geacht wordt van zijne
verplichting kennis te diagen, waardoor hij gehou
den is, zonder verdere oproeping, aan de vooisclne-
ven opkomst te voldoen en derhalve later geene
onwetendheid ten deze zal kunnen voorwenden.
SCHIEDAM, den 3den Mei 1899.
De burgemeester voornoemd
VERSTEEG.
Rijweg van Schiedam naar ©versclile.
Gegadigden naar de pacht van boven-
genoemden tol worden uitgenoodigd liunne
gezegelde inschrjjvingsbiljelten in te leveren
vóór 24 Mei as. bij den burgemeester
van Schiedam.
De voorwaarden van verpachting liggen
op de gemeente-secretarie ter lezing.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 3 Mei '99.
De zitt.ng der Fransche Kamer die giste-
ïcn is aangevangen, belooft niet veel. Er
zal wel weer druk gepraat en weinig ge
daan worden, want toen de voorzitter De-
schauel ten aanscliouvve van den zeer tal
rijk publiek gistermiddag om half drie de
zitting had geopend, lag er een berg inter
pellaties te wachten.
De minister-president Dupuy nam na de
voorlezing der interpellaties het woord en
aanvaardde de discussie over de interpella
tie aangaande Algerië voor den 8sten Mei.
Hij vroeg de Kamer die over de zaak-Drey-
fus te verdagen tot na het arrest van het
llof van Cassatie. Voor do behandeling der
verschillende interpellaties over andere on
derwerpen bleef de Vrijdag van. elke week
beschikbaar.
De socialist Viviani nam uit naam zijner
politieke geloofsgenooten genoegen met de
verdaging der interpellaties over de Zaak.
Maar hij vroeg Dupuy of deze een onder
zoek had bevolen naar de verduistering van
enkele stukken. Hij verheugde zich over de
publicatie van het dossier van het onder
zoek van het Hof, dat allen in staat heeft
gesteld zich een oordcel over de Zaak te
vormen. Nog vroeg Viviani of Dupuy be
reid was, na de uitspraak van het Hof di
noodige maatregelen te nemen tegen de ge
compromitteerde personen van welken
rang of welken graad ook.
D? radicale Parijsclie afgevaardigde Bos
vroeg de invrijheidstelling van Picquart;
bershausen heelemaal hierheen is gekomen,
heeiemaal." Dat klinkt of zij het zoo maar
zegt, zonder bedoeling. Dan wijst zij op een
stuk wit goed dat zij onder haar arm heeft.
„Ik hoor daar juist dat je er bent, zoo vroeg
al. Dan help je me zeker nog wel even met
het meten, Fransje?"
Anton Hilbers' gelaat is rooder gewor
den. Hij doet of hij de binnentredende in
het geheel niet ziet, maar wendt zich tot
Fransje.
„Ja, wat heeft dat eigenlijk te beteeke-
nen, dat je er al bent?" roept hij liaar nij
dig toe, „Ik wil toch niet hopen je bent
bi] een fijne familie geweest, bij directeur
Lohmaun," en weer tot den schoolmeester
gewend, die zijn oogen van de eene slanke
meisjesgestalte naar de andere laat dwa
len: „Natuurlijk is het mij niet onverschil
lig waar de meisjes heengaan; ik neem na
tuurlijk eerst informaties. Dat ben ik ver
plicht jegens mijn gezin. En ik let er streng
op ook. Drie meisjes te Berlijn, dan is op
passen de boodschap." Hij leunt achter
over in zijn hoekje, rolt zijn sigaar onder
zoekend tusschen zijn vingers en zegt:
„Nu, Fransje
Zij staat, zich hoog oprichtend, naast
haar zuster en werpt haar hoofd trotsch
in den nek.
„Mevrouw was niet tevreden; ik ga er
niet weer heen."
„Niet weer heen! Onzin! Het zijn def
tige klanten. Haal je maar niets in je
hoofddat zou niet verstandig zijn."
„Uw raad is onnoodigmevrouw wil het
7t
ZOO.
„O zoo, weggestuurd, om zoo te zeggen?
Mi] n dochter? Ik ben de voormalige land
eigenaar Hilbers m ij n dochter 1 Ik ga
er heenmorgen ga ik er meteen heen.
maar door de rechterzijde en het centrum
werd zijn verlangen zeer slecht opgenomen
De republikein Massabuau was met te
vreden met de verdaging zijner interpella
tie over de slinksche handelingen der straf
kamer. maar de Kamer wensehte thans
geen debat. Nadat de nationalist (Ja-helm
nog den wensch had uitgesproken dat hot
volle heht zou worden verspreid over de
stukken die niet aan liet llof waren mede
gedeeld, besloot de Kamer te voldoen aan
Dupuy's verlangen en alle interpellaties
over de zaak-Dreyfus uit te stellen tot na
bet arrest van het Hof.
Op Viviani s vraag omtrent de verdonke
remaande stukken antivooidde De Freyei-
nct met de vraag welke die stukken waren
Na afloop der zitting heeft hij daarom
een schrijven gericht tot den minister van
oorlog, waarin hij vraagt waar de volgende
stukkon zijn gebleven lo. het uit Guyana
aan minister Lebon gezonden document,
waarvan Gachet heeft gesproken; 2o. de
bekende commentaar van Du Paty de Clam
op het borderel3o. liet door Gonse en
NVattine opgemaakte rapport; 4o. de ver
klaring van Decrion 5o. de twee tegenstrij
dige vertalingen van het bekende telegram
van Panizeardi.
Decrion's naam brengt ons vanzelf op do-
verklaring die Du Paty de Clam Zaterdag
voor do vereemgde kamers van het Hof
beeft afgelegd, en die de „Figaro" gisteren
publiceerde, hier en daar met een korte op
merking, aanduidende dat Du Paty's uit
eenzettingen zeer grooten indruk op het
Hof hebben gemaakt.
Wij zullen trachten het belangrijkste van
Du Paty's verdediging in 't kort weer te
geven.
Hij zegt als soldaat te hebben gehoor
zaamd, zelfs zonder voor schriftelijke be
velen te zorgen, zoodat hij nu ook de zonde
bok is. Generaal De Boisdeffre liad hem in
1894 aangewezen als officier van politie m
de zaak-DreyfusDu Paty had er geen zin
in en had zelf Picquart genoemd; maar
De Boisdeffre had, op instigatie van Hen
ry, hem die taak opgedragen. Hij was toen
bij zijn schijnproeven met Dreyfus afgegaan
op de raadgevingen van Bertillon en Co-
cliefert. Zijn rapport aan den minister van
oorlog in November '94 concludeerde niet
tot Dreyfus' schuld. Du Paty zegt dat de
vaisclie brief Weyler was geschreven niet
door hem, maar door Decrion, die er niet
den geheimen agent Guenée een ware fa
briek van vaisclie documenten op nahield
[Hier zij, ook ter toelichting van "Viviani's
vraag in de Kamer, opgemerkt dat De
crion's verklaring in liet dossier van liet
onderzoek vergeten of opzettelijk weggela
ten is. It e d.] Ook ontkent Du Paty mede-
deelingen te hebben gedaan aan „Éclair"
en „Libre Parole"; Henry en Pauffin de
St. Morel, De Boisdcffre's adjudant, waren
daarvoor aansprakelijk.
In October 1897 had generaal Gonse, die
gemachtigd was door en gedekt werd dooi
de verantwoordelijkheid van De Boisdeffre,
hem gezegd dat Esterliazy a tuut prior gered
diende te wordenanders dreigden er bui-
tenlandsche verwikkelingen die tot een
rampzaligen oorlog zouden leiden, en
Voor den drommel, die lui zal ik eens op
hun nummer zetten." Zijn krachtige stem
dreunt door het gehecle vertrek.
„Als u dat maar laat. Ik wil liet niet!"
zegt Fransje driftig.
„O zoo, dan heb je zeker zelf schuld Dat
zou nog mooier zijn! Als mijn dochters zicli
buitenshuis zóó gedragen dat ze mij schan
de aandoen Mina, dat zeg ik je
„Maar Anton!" zegt zi]n bleeke vrouw
kalmeerend. Laurette heeft opgehouden
met schommelen en kijkt met vroolijke
nieuwsgierigheid om zich heenhaar broe
der wrijft aandachtig aan een vlekje op zijn
jas.
„Wat! Ik beu heer in mijn eigen huis
ik ik!" brult Hilbers.
„Zeker Anton, natuurlijk, wie anders."
„Ik heb altijd de tucht gehandhaafd.
Mijn dochter weggestuurd! Ze hebben je
zekei je geld ook ingehouden?"
„Neen!"
„Ik geloof je niet laat zien En als
Fransje geen beweging maakt, voegt hij er
aan toe: „Mina, kijk eens na of het uit-
komt."
Met een smeekend gebaar gaat de moe
der naar haar dochter toe die een hoofd
grooter is dan zij.
Eerst staat er strijd te lezen op Fransje's
gelaat; dan haalt zij haar portemonnaie
uit den zak, drukt haar moeder iets in de
hand en verlaat met haar oudste zuster de
kamer.
In de kamer cl aarneven, waar zij binnen
gaan, staan de bedden der beide meisjes, de
naaimachine en een groote tafel voor het
knippen. Fransje is erg driftig.
„Else in 't bijzijn van die vreemde
mcnschen. „Ik houd-het niet meer uit! En
waai werk ik eigenlijk voor 1 Ikt kan geen
Flankrijk had geen kanonnen. Du Paty,
Henry, Pauffin de St. Morel en Gribelin
waicn toen aan den arbeid getogen om Es
terliazy te redden. Du Paty had hem het
ai tikef „Dmi" in de peil gegeven en Ester
liazy 's brieven aan president Faure gedic
teerd. Hij had Hem evenwel niet liet be
vrijdende document %-erseliaft, en evenmin
de telegrammen „Speranza" en „Blanche"
aan Picquart gezonden. Dit behoort op de
rekening van Jlenry en Guenée. Toen Du
Paty, een.gc dagen vóór de interpellatie-
Castclin, zijn noef, minister Cavaignac,
ging waarschuwen dat het stuk-Henry
valsch was, snauwde deze hein toe „Be
moei je met je eigen zaken". Cavaignac
scheen dus te weten dat het stuk valsch
was, nog voordat hij er in do Kamer als
bewijs mee kwam aandragen.
Nog verklaarde Du Paty dat Henry,
toen hij, voordat hij zelfmoord pleegde, aan
zijn vrouw schreef: „Je weet in wiens be
lang ik heb gehandeld," doelde op generaal
Mercier, en met den uitroep„O die ellen
delingen, zij hebben mij in het verderf ge
stort op zijn chefs die hem gekweld en
lat#'- opgeofferd hadden.
Merkwaardig is nog de verzuchting waar
mede Du Paty zijn verklaring besloot. Toen
er voor het eerst aanvallen tegen hem wer
den gericht, ging hij zich beklagen bij zijn
„grooten chef", wiens bevelen hij altijd
stipt had opgevolgd. „Ge hebt als een braaf
man, als een loyaal soldaat gehandeld," zei
de generaal hem, „en zoolang ik leef, zal ik
niet toelaten dat men u te na komt."
„Maar," zei Du Paty tot liet Hof van Cas
satie op droevigen toon, „hij leeft nog en ik
word opgeofferd."
Du Paty's verklaring trekt natuurlijk al
gemeen de aandacht. Is de publicatie der
„Figaro" juist of niet? De „Temps" ver
neemt van een vriend van Du Paty dat er
talrijke onjuistheden in voorkomen. Daar
entegen zegt de „Agence Nationale" dat de
publicatie in de „Figaro" volkomen juist
is, en wijst er op dat er duidelijk uit blijkt
dat er inderdaad een fabriek van vaisclie
documenten onder leiding van Decrion en
Guenée heeft bestaan.
y\, r
Gemengde Bededeellngen.
Martin Eduard von Simson, een van de
oude garde der Duitsclie staatslieden, is op
bijna 89-jarigen leeftijd overleden. Von
Simson is lid, secretaris en voorzitter dei-
Nationale Vergadering van Frankfort ge
weest, lid cn voorzitter van het Pruisische
Huis van Afgevaardigden, voorzitter van
den constitueerendcn en den eersten gewo
nen rijksdag van den in oordduitschen Bond
en voorzitter van het tol-parlement. In.
1849 was hij het die den koning van Prui
sen den keizerstitel aanbood; in 1871 over
handigde liij den Koning het adres waarin
hem de keizerlijke waardigheid werd aan
geboden. Ook den Duilschen Rijksdag pre
sideerde hij tot 1874. In 1877 trok hij zich
uit het politieke leven terug. Von Simson,
die verschillende rechterlijke ambten, laat
stelijk dat van voorzitter van het „Reichs-
gericlit" bekleedde, vierde een der laatste
dagen zijn 70-jarig doctoraat in de rechten.
cent overhouden, en altijd die ruzie en al
tijd dat gevoel van schaamte en moeders
zwakheid. Ik ga in betrekking of ik ga op
me zelf wonen." Zij valt op een stoel neer
en staart voor zich uit in de lucht.
„Ja," zegt de andere, „jc kunt het doen,
en niemand kan het je kwalijk nemen.
Zelfs ik niet!" Een lange zucht. „Al treft
het mij ook liet zwaarst. Want als ik Sie-
gerfc precies moejt uitleggen hoe het er hier
wel gesteld is cn misschien is het hem
niet naar den zin, als mijn zuster op zich
zelf woont solide ziet het er ook niet uit.
En hij is erg gesteld op solide."
Zij legt liet goed breed uit. Ook zij heeft
een fijn gezicht, maar de frischheid der
jeugd is weg en om den mond ligt een trek
van kommer.
Fransje springt.op en gaat naar Else toe.
„O ja, Siegert," mompelt zij. „Denk je
dan dat hij het eerlijk meent?"
Else knikt en glimlacht weemoedig.
„Eerlijker dan die huiten die meenden dat
hij, te oordeelen naar zijn levenswijze, zijn
dochter een flinken bruidschat kon mee
geven eerlijker dan zij die van liefde en
bewondering spraken en later zoo'n slecht
geheugen hadden, dat ze zelfs vergaten te
groeten
„Anne Else
„Ja, kind, men doet ervaring op, hoe dan
ook." Zij duwt de schaar open; liaar vin
gers vertonnen harde plekken van het han-
teeren der schaar.
„En Siegert," fluistert Fransje, „is maar
een ondergeschikt ambtenaar, maar een
goeie man."
(Wordt vervolgd.)