53"" Jaargang.
Vrijdag 5 Mei 1899.
No. 9926.
Eerste Blad.
De familie Hilbers
BUITENLAND.
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
SCHIEDAMSCHE CiDi-i RAI I'
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen fl. 1.25. Franco
per post fl. '1.05.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaar dingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel
meer 12!/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon IVo. 123.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 4 Mei '99.
De publicatie van het dossier der straf
kamer zal spoedig geëindigd zijn. Cornély
kondigt dit aan in een artikel, waarin hij
zegt dat de „Figaro" trotscli is op de publi
catie, die den beraamden aanslag op de
waarheid verijdelt. Dat die aanslag werd
voorbereid door het ministerie-Dupuy, daar
voor wijst Cornély op de wet die de zaak-
Dreyfus onttrok aan de strafkamer. Maar
toch zal het Hof een revisie-vonnis vellen,
zegt hij.
Wat heeft de openbaarmaking van liet
dossier aan het publiek geleerd? Dreyfus'
onschuld is evenmin bewezen als zijn
schuld, maar wel bewezen is dat men in
het land van ridderlijkheid, openheid,
edelmoedigheid en mededoogen den onge
lukkige op zijn rotseilandje een kannibaal-
sche behandeling laat deelachtig worden.
Millioenen hebben de falsarissen willen ver
heerlijken, de slachtoffers verpletteren, hin
derpalen opwerpen. Frankrijk's geschiede
nis heeft een slag in het gelaat ontvangen.
Over de meening in het buitenland
zegt Cornély het volgende
„Welnu, ik beweer dat het waanzin is
te gelooven dat men weerstand zal kunnen
bieden aan zulk een krachtige opinie en aan
een dergelijk moreele en welgezinde, ja wel
gezinde samenwerking.
„Want men zal mij, hoop ik, niet ant
woorden dat Europa vol booswichten is, vol
menschen die verkocht aan, in dienst van
het syndicaat zijn, die bovendien afgunstig
op Frankrijk zijn en het verafschuwendat
ons land is het verachte deel van het
menschdom, en dat op aarde niets edels,
goeds, grootmoedigs, heerlijks, bewonde
renswaardigs, verhevens en zondeloos is dan
de Franschen, en onder die Franschen weer
alleen zij die schreeuwen„Dood aan de jo-
,denen „Leve de falsarissen
Cornély prijst ten slotte de publicatie
der „Figaro" als een goed, nuttig en patrio-
tisch werk, en hij zelf rekent het zich tot
een eer daaraan eenigermate te hebben me
degewerkt.
Intusschen zijn in de zeer belangrijke
verklaring van Du Paty de Clam, aan de
„Figaro" verschaft door een „vriend van
Du Paty", eveneens door een „vriend van
Du Paty" verschillende onjuistheden aan
gewezen.
Maar de „Figaro" houdt vol, dat de in
zijn vorig nummer gegeven lezing van de
verklaring van Du Paty de Clam de juiste
is, vooral met het oog op de mededeeling
van Du Paty, dat liii aan generaal Mercier
den commentaar zou hebben gegeven, dien
hij op de stukken van het geheime dossier
had gemaakt.
De „vriend" had nl. ook dit voor gene
raal Mercier hoogst compromitteerend ge
deelte van Du Paty's verklaring onjuist ge
noemd.
DOOR
E. V E L Y.
8)
„Lieve hemel, het zal niet rijk wezen;
maar het is althans een tefiuis waar ik op
mijn plaats zal zijn." Zij werpt een sombe
ren blik naar de deur. Anton Hilbers'
machtig orgaan en Laurette's giegelen drin
gen tot hier door. „En het is ook een mid
del om weg te komen uit dit leven van leu
gen en armoede en verachting en zwak
heid."
„Dat is het juist ja dat! Dat zou ik
immers ook Fransje's blinkende tanden
boren zich in haar onderlip.
„Ja, ja en ik kan je niet tegenhouden.
Een ieder is zich zelf het naaste ik deuk
m ieder geval ook aan mezelf als ik je vraag
dat alles nog een poosje te verduren. En
kijk eens Hansje, dat kind, is zoo lucht
hartig aan ons heeft zij een steun. En
wie weet of Siegert het later niet goed
vindt dat zij heelemaal bij ons komt wo
nen wat zou dat goed voor haar zijn."
Een lang stilzwijgen. Fransje gaat naar
het venster en kijkt naar de triestig bran
dende gaslantaarns. Zij komt terug naar de
tafel, waar Else nu druk bezig is met knip
pen, wikkelt een paar lapjes om haar vin
ger en zegt dan
„"Wees maar gerust, Else ik zou toch
niet weten hoe ik het moest aanleggen. En
je laatste kans zal i k zeker niet vernieti
gen, neen zeker niet I"
De andere trekt haar zwijgend in haar
armen; eenige oogenblikken houden zij el
kander omvat. Er is niets anders hoorbaar
De „Figaro" voegt er nog bij dat, toen
Du Paty over dien commentaar had ge
sproken, de procureur-generaal Manau, zeer
bewogen, opstond, en verklaarde dat hij
onmiddellijk conclusies zou nemen, tenzij
het Hof dadelijk zijn eisch toestond, om
den minister van oorlog te noodzaken
langs officieeïen weg aan generaal Mercier
het bedoelde commentaar te vragen. Het
Hof stond deze eisch van den procureur-ge
neraal toe.
De radico-socialistische afgevaardigde
Simyan heeft zich in deze tot den minis
ter van oorlog gewend. De Freycinet ver
klaarde dat het Hof hem reeds om toezen
ding van Du Paty's commentaar op de ge
heime stukken had verzocht. De minister
had op dat verzoek geantwoord, maar hij
achtte het beter den inhoud van zijn schrij
ven niet bekend te maken.
Voorts verklaarde De Freycinet, dat hij
sommige der „verdonkeremaande" stukken,
waarover Viviani in de Kamer sprak, aan
het Hof van Cassatie had doen zenden, o. a.
Lebrun-Renault's rapport aan generaal
Billot.
Voor het in Guyana in liet dossier-Drey
fus gevonden document heeft Symian zich
tot den minister van koloniën gewend.
Volgens de „Liberté" is nu het onder
zoek van het Hof van Cassatie definitief ge
sloten, zoodat de rapporteur Ballot-Beau-
pré verklaard heeft in staat te zijn tegen
het eind der komende week zijn rapport
in te dienen.
De „Temps" deelt inmiddels weer een
hoogst belangrijk feit mede, waaruit Drey
fus' onschuld blijkt. Het blad zet uiteen
en bet zegt dat het Hof van Cassatie er de
bewijzen van bezit dat aan de officieren
die bij den generalen staf waren gedeta
cheerd, in een circulaire die 17 Mei 1894
gedateerd was, werd medegedeeld dat zij
dat jaar niet naar de manoeuvres zouden
gaan. Hoe kan dan Dreyfus in Augustus
1894 in het borderel hebben geschreven:
„Ik ga naar de manoeuvres". Hij wist toen
immers sinds drie maanden dat hij er niet
heen ging.
China heeft het Italiaansehe ministerie
ten val gebracht. Of laat ons rechtvaardig
zijnniet China dat zelf do dupe dreigde
te worden van Italië's rang-nemen onder
de belanghebbenden in hot Verre Oosten,
maar de politiek die Italië wilde doen aan
zitten aan den Chineeschen diseh.
Het was Dinsdag een rumoerige zitting.
Tal van interpellaties over Italië's vrijwel
mislukte actie ter verkrijging der Samnum-
baai wachtten de regeering en de interpel-
lanten verklaarden eerst haar antwoord te
zullen afwachten, voordat zij hun meening
nader uiteenzetten.
Hieruit bleek al dadelijk de vijandige
stemming der iuterpellanten, en de minis
ter-president, generaal Pelloux, noemde een
dergelijke handelwijze weinig correct.
Dit alles was evenwel niet meer dan een
voorpostengevecht. De strijd brak eerst he
vig los, toen de minister van buitenland
sche zaken, admiraal Canevaro, zich ver
weerde tegen de tot de regeering gerichte
verwijten over de Chineesche politiek door
de verantwoordelijkheid daarvoor af te
dan het scherpe tikken van een klein
Schwarzwalder klokje dat tussckea de bed
den hangt. Dan neemt Fransje haar elle-
maat uit den zak en begint baar zuster te
helpen.
Anton Hilbers heeft intussclien een
jachtgeschiedems verteld, waarin veel voor
komt over zijn vroegere vrienden, graven
en baronnen, en die Laurette doet schud
den van den lach. Nu heft zij haar stomp
neusje op en vraagt„Oom, wat doet u dan
nu eigenlijk?"
„Rijk me zoo'n nieuwsgierige dochter
Eva's eens aan. Alles precies weten, hè? Ja,
ik ben van alles en heelemaal niets. Dat
begrijp je niet? Het hindert ook niets. Ik
maak mijn kennis nuttig waar het juist te
pas komt. Hier is daar altijd gelegenheid
voor. Nu eens op een bureau dan weer
maar och, wat heeft zoo'n onnoozel bui
tenmeisje als jij er aan, of ik je dat al uit
leg. Ik ga ook dikwijls naar de renbaan.
Vóór alles moet een mensch hier een goed
verstand hebben, niet waar, neef Hendrik V'
En hij geeft dezen met zijn breeden vuist
een slag op den schouder.
„Zeker, dat is de grondslag. En van pae-
dagogisch standpunt uit bezien Hij
wordt Anton Hilbers1 al te lang van stof.
„Laat maar, laat maar!'' roept hij op
staande. „Nu zullen we je eens iets an
ders laten zien dan den gezelligen huiselij-
ken kring. Niet, oudje?"
An ton
„Aardig, zoo thuis bij moeder en kinde
ren, maar buiten de deur is ook wel wat.
Ik zal je nu maar eens Berlijn een beetje
laten zien. Een beteren gids had je niet
kunnen uitzoeken, mijn jongen."
„En ik dan?" Laurette springt op. „Waar
blijf ik, als u kan ik niet meegaan?"
wentelen op zijn voorganger Brin en het
kabinet-Rudini
Ten bewijze las Canevaro een ambtelijke
nota van Brin voor, m 1898 gericht tot den
kommandant der Marco Polo, om uit
tc zien naar een geschikte haven in China
Dit wekte groote opgewondenheid, omdat
zoowel Di Ru din i als de oud-munster Brin
zelf tot de krachtigste bestrijders van de
Chineesche politiek der regeering behooren.
Brin en Di Rudini wierpen de verant
woordelijkheid van zich, en Crispi protes
teerde tegen het voorlezen van geheime re-
geeringsslukken. Er lieerschte zulk een op
winding dat de vergadering onder groot ru
moer gesloten moest worden.
liet was duidelijk dat de toorn der Ka
mer vooral woedde tegen Canevaro, en ge
neraal Pelloux had er mede kunnen vol
staan hem op te offeren. Maar een zoo gun
stige gelegenheid om zijn kabinet wat ster
ker te maken, mocht de premier met laten
voorbijgaan. Het geheele kabinet besloot
gistermorgen zijn ontslag te nemen, dat
door Pelloux den Koning werd aangeboden.
's Middags zette de minister-president in
de Kamer uiteen, hoe verschillende spre
kers, hoewel het in pacht nemen van de
Samnun-baai goedkeurend, de gevolgde ge
dragslijn afkeurden en de verantwoordelijk
heid op den minister van buitenlandsche
zaken schoven; doch het kabinet verklaar
de zich solidair. De minister kent de rede
nen, die den parlementairen toestand in de
war stuurden, terwijl deze vóór het Paasch-
reces zoo goed was. De regeering achtte het
vaderlandslievend geen stemming uit te
lokken over het terugtrekken der oorlogs
schepen uit de Chineesche zee, hetgeen in
strijd geweest zou zijn met de eer van het
land.
Generaal Pelloux verklaarde voorts dat
het geheele ministerie de op admiraal Ca
nevaro gelegde verantwoordelijkheid op
zich wilde nemen en daarom zijn ontslag
had aangeboden. Hij verzoekt de Kamer
haar arbeid te schorsen.
Onder groote opgewondenheid ging de
vergadering toen uiteen.
Het woord is thans aan den Koning, die
zich zijn beslissing nog heeft voorbehouden.
Men verwacht dat aan generaal Pelloux de
reconstructie van het ministerie zal worden
opgedragen.
De „New-York Herald" houdt er van
sensationeele nieuwtjes over Siam in de we
reld te brengen, die gewoonlijk spoedig wor
den tegengesproken.
Het blad verneemt thans uit Singapore
dat de Siameesche regeering de provincie
Luang-Praban, de stad Schantabun en de
zgn. neutrale zone aan Frankrijk heeft af
gestaan. Bovendien zullen de openbare wer
ken en het onderwijs onder leiding van
Franschen komen, terwijl liet beheer der
waterleiding mede aan Franschen wordt ge
gund. Eindelijk zal een spoorlijn van Sai
gon naar Bangkok eveneens door Franschen
worden aangelegd.
Het bericht voegt er bij dat de Fran
schen zeer voldaan zijn over deze concessies,
waardoor hun ondernemingen zeer begun
stigd worden. Wat Engeland betreft, dit
rijk zal wellicht een schadeloosstelling ont-
Hilbers houdt zijn buik vast van het
lachen. „Zoo'n onnoozel gansje. Neen, mijn
kind, jou kunnen we niet gebruiken. Wij
gaan een bierreis maken, en voor vrouwen
worden daarvoor geen kaartjes afgegeven.
Ik breng dan Hendrik wel thuis in zijn niet
erg voornaam" hi' stoot een schetterend
„habaha!" uit „logement. Heette het
niet „De appelboom" En jij, je blijft na
tuurlijk liier; de vrouwen zullen wel voor
je zorgen. Hansje staat je haar bed af,
niet? Je blijft toch voorloopig bij ons tot
dat je een betrekking overeenkomstig on
zen stand hebt gevonden. Altijd naar je
stand, dat is de hoofdzaak, placht mijn
vriend, graaf Northeim, te zeggen."
Nu gaat hij naar zijn vrouw toe. „Geef
me een paar mark van je," voegt hij haar
fluisterend, maar op zeer stelligen toon toe.
„Hilbers, ik heb niets dan wat Frans
je
„Dus je hebt
„Anders niets meer."
„De meisjes brengen immers weer geld
thuis."
Zij zucht. Anton, ik smeek je; nu ook
die vreemden nog
„En voor hen wil ik me juist niet armoe
dig aanstellen. Gauw wat of wil je mij
mijn huis weer eens voor een tijdje ver
gallen."
Zij krimpt ineen, grijpt in liaar zak en
stelt hem vijf mark ter hand. „Ik moet
morgen toch kunnen koken," verontschul
digt zij zich. Hij spitst de lippen als om te
fluiten, streelt even haar wang en duwt
dan den onderwijzer naar de deur toe.
„Op, ten strijde, torero
Hansje loopt naar de kamer barer zus
ters; in groote opgewondenheid steekt zij
haar beide armen op. „Stel je voor, op mijn
vangen aan de grens van Birma, door af
stand van Rakinian.
Do tolgrannuen der gezanten, aldus meldt
het telegram aan de „N.-Y. Herald" ten
slotte, die tegen deze concessies protesteer
den, werden verscheiden dagen opgehouden.
Zij moeten Zaterdag afgezonden zijn en
Zondag nog aan den Franschen vertegen
woordiger ter inzage zijn verstrekt
Het „Journal des Dóbats" betwijfelt of
de aan Frankrijk gedane concessies werke
lijk zoo zijn, ofschoon het blad opmerkt dat
Frankrijk inderdaad een nieuwe, zeer voor
deelige overeenkomst met Siam heeft geslo
ten.
De „Agence Nationale" verneemt uit
New-York nog dat de Engelsehen als equi
valent voor de concessies aan Frankrijk,
den afstand van Perak verlangen.
Cemengde MededecHngen.
In den Duitsehen Rijksdag en in liet Pruisi
sche Huis van Afgevaardigden werd gisteren
door de voorzitteis hulde gebracht aan hun
ambtsvoorganger Von Simson.
Maandagmiddag is de gouverneur-generaal
van Algeiië, Laferrièie, scheep gegaan naar
Frankijjk om tiet lijk van zijn zoon over Ie
brengen. Alleen wegens het droeve doel van
zijn reis bleef hem anti-semietisch gejouw
bespaard.
De militaiie paardeDaits Chamon blijkt in
het geheel geen aanslag op de Koningin-
Regentes van Spanje in den zin gehad te
hebben. De man is op vrije voeten gesteld.
Gisteren vertrok de 26-jarige neef van
koning Umberto, de hertog der Abruszen,
van Rome naar Turijn, vanwaar hij zijn
Noordpnolreis zal aanvangen.
De Koning, de ministers, marine-officieren
(de hertog is luitenant ter zee) en plaatselijke
autoriteiten deden den vorstelijken onder
zoekingsreiziger uitgeleide aan het station.
Toen de trein wegreed, riep de menigte
»Leve de Koning! Leve de heitog der
Abruzzen 1"
De Italiaausche regeeiing heeft besloten
officieren en onderofficieren ter beschikking
van het gouvernement van Kreta te stelien
ten behoeve der reorganisatie van de gen
darmerie.
Het Rumeensclie parlement is ontbonden.
De verkiezingen voor de Kamer zijn op 8 Juni,
die voor den Senaat op 13 Juni gesteld.
De Peizische gezanten te Weenen en te
Londen spreken thans ook de vei werving
eener haven aan de Perzische golf door
Rusland tegen.
De Britsche zaakgelastigde te Peking heeft
het Tsung-li-Yamen doen weten dat hij
volledige voldoening zal eischen van den
onderkoning van Kanton en de plaatselijke
autoriteiten, omdat zij den aanval op Engel-
sche soldaten te Kau-lung hebben begunstigd.
De Chineesche gezaghebbers geven de ge
heime genootschappen de schuld.
Generaal Otis seindi gisteren naar Was
hington, dal de colonne van generaal Lavvton
plaats op de sofa moet die Laurette slapen.
„Hij" wil het en moeder heeft niets gezegd
en heeft hem dat geld van jou moeten ge
ven, Fransje. Waar zou hij haar nu weer
mee gedreigd hebben Dat hij weer eens
een paar dagen niet tliuis komt zeker. Ik
moest zoo'n man hebben ik sloeg hem
de dour voor den neus toe en liet hem nooit
weer binnen. Als moeder maar mijn flink
heid bezat!" Haar zusters moeten lachen.
„Of als ik maar een jongen was!" eindigt
Hansje en zij balt de kleine vuisten.
„Maar daar noch het een noch het ander
het geval is," merkt Fransje op, „en ons
Hansje toch een onderkomen moet hebben,
moet ik je zeker vannacht maar herbergen,
hè?" Zij strijkt het meisje liefkoozend over
't haar.
„Moeder is zwak!" zegt Hansje. „Zij is
ook ziek en afgetobd, en ik ben niet boos
op haar maar hij, h ij is een schoft.
En als ik eens wat verdien, dan zal ik niet
zoo dom zijn als jullie." Tranen van woede
schitteren in haar oogen.
De advocaat Frits Lohmann legt de tele
foon op zijn schrijftafel neer; hij heeft
even bij een collega geïnformeerd naar een
morgen dienende zaak. „Servus, servus 1"
klinkt het nog in zijn ooren zijn collega
schermt altijd nog al met zijn latijn.
Het vertrek heeft een ernstig aanzien
een eikenhouten meubilair in Vlaamscke
stijl, een paar goede etsen naar Rembrandt
en Rubens en een paar oude wapens ver
sieren de wanden. De advocaat zit in een
armstoelnaast hem, zoodat het licht op
den cliënt die daar zit, kan valle,., staat een
andere stoel. Hij schuift een stapel docu
menten op zij en schelt om zijn. chef-de-bu-
Dinsdag Balinay en omliggende dorpen geno
men en 160 Phiüppino's verstrooid en ver
volgd heeft. De Amerikanen hadden slechts
twee gewonden, terwijl de vijand verscheiden
doodea en een groot aantal gewonden en
gevangenen te hetieuren had.
Gisteren heeft de heer Rouliot, voorzitter
van de Kamer van het Mijnwezen te Johan
nesburg, een onderhoud van een half uur
geiiad met pi esident Kruger, die aandachtig
luisterde, terwijl Rouliot zijn inzichten uiteen
zette over den hangenden politieken toestand.
President Kruger verklaarde daarop in 't kort
zijn standpunt, en voegde er bij, dat hij de
volgende week hervormingsvoorstellen bij den
Volksraad zal indienen.
De Ned. Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaat
schappij heeft aan de regeeiing 300,000 p.
st. terugbetaald, zijnde de eerste termijn van
de leening van twee millioen.
Het Braziliaansche Congres is gisteren
geopend met een Boodschap van den Presi
dent, waarin geconstateerd wordt dat er
rust heerscht in liet land. Voorts wordt uit
breiding van het verkeerswezen en hervor
ming der munt toegezegd.
De jSt.-Ci." bevat een brief der consulaire
examen-commissie, gericht aan den minister
van buitenlandsche zaken. De Minister had
den wensch uitgesproken, de meening der
commissie te vernemen omtrent hetgeen in
de consulaire organisatie moet worden ge
wijzigd in dit stuk, gedateerd 19 November
1898, toont de commissie aan, welke maat
regelen zij wen«chelïjk acht om ons consulaat
wezen vruclubaaider te maken voor het
Nedeilandsche volk.
De commissie hoopt dat niet, gelijk het
sedert vele jaren geschiedde, de aan zoovelen
gevraagde meening omtrent het consulaat
wezen ter zijde zal worden gelegd, tot geene
daden zal leiden.
Tot directeur van den gemeentelijken tram-
dienst te Amsterdam, met ingang van 1 Juni
e.k. op een salaris van f 7000 en onder bepa
ling, dat dit salaris om de twee jaren zal
worden veihoogd met f 500, totdat het maxi
mum van f8000 zal zijn bereikt is gisteren
door den gemeenteraad aldaar benoemd J,
H. Neiszen, adjunct-directeur der gemeente
werken van Rotterdam.
Prins Albreclit van Pruisen, die hier
gisterenavond aankwam, keert morgenmiddag
naar Brunswijk teiug.
In aansluiting met ons bericht van gisteren
kunnen wij nog melden, dat io de vergadering
van de Commissie voor de tentoonstelling van
gastoestellen enz. is bepaald, dat deze ten
toonstelling zal gehouden worden van den
24n Augustus tot den 3n September dezes
jaars eu wel in de localen der Olficieren-
Societeit.
De tentoonstelling zal omvatten:
1. Toestellen vooi huishoudelijk gebruik van
gas en water.
reau. Een gezette man met een. dik hoofd,
ronde oogen en oen bril, schuift meer de
kamer in dan hij loopt. Hij draagt een kort
jasje en een zeer ouderwetsclien kraag; er
iigt zekere stijve waardigheid over hem uit
gespreid.
„Biemiann," zegt Frits Lohmann's wel
luidende stem, „wie komt nu aan. de
beurt
„Er is niemand meer, mijnheer."
De advocaat werpt een blik op de groote
staande klok.
„De wachtkamer is leeg," zegt Biermann.
„Werkelijk? En nog niet eens zes uur?
Dat is ook in lang niet gebeurd. Gaan de
zaken dan slecht?"
„Maar, mijnheer kijk eens de dan
seres Schublinsky, die kon niet langer wach
ten omdat ze naar den schouwburg moest.
En dan was er ook nog een sigarenwinke
lier, die wou bij Hilbers beslag laten leg
gen u weet wel, wij alleen hebben al een
keer of vier beslag bij hem gelegd. Die kon
ook niet wachten en komt wel terug."
„Hilbers," zegt Frits Lohmann hem na,
en een rimpel groeft zich tusschen zijn
wenkbrauwen. „Waar heb ik dien naam ook
weer En dan werpt hij een blik naar
een zijtafeltje waar een pakje in grauw
papier ligt. „Waar woont dat voorbeeldig
heer, bij wien wel niet veel meer te halen
zal zijn."
„Augsburgerstraat 23. Maar zegt u dat
niet, mijnheer. De sigarenwinkelier was
heel goed op de hoogte. De vrouwen daar
bij Hilbers aan huis, sleepen den oude er
altijd weer door. Enfin, zoo iets komt wel
meer voor."
"Hm!"
(Wordt vervolgd.)