53"" Jaargang. Vrijdag 5 Mei 1899. No. 9926. Eerste Blad. De familie Hilbers BUITENLAND. BINNENLAND. STADSNIEUWS. SCHIEDAMSCHE CiDi-i RAI I' Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen fl. 1.25. Franco per post fl. '1.05. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaar dingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel meer 12!/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Uleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon IVo. 123. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 4 Mei '99. De publicatie van het dossier der straf kamer zal spoedig geëindigd zijn. Cornély kondigt dit aan in een artikel, waarin hij zegt dat de „Figaro" trotscli is op de publi catie, die den beraamden aanslag op de waarheid verijdelt. Dat die aanslag werd voorbereid door het ministerie-Dupuy, daar voor wijst Cornély op de wet die de zaak- Dreyfus onttrok aan de strafkamer. Maar toch zal het Hof een revisie-vonnis vellen, zegt hij. Wat heeft de openbaarmaking van liet dossier aan het publiek geleerd? Dreyfus' onschuld is evenmin bewezen als zijn schuld, maar wel bewezen is dat men in het land van ridderlijkheid, openheid, edelmoedigheid en mededoogen den onge lukkige op zijn rotseilandje een kannibaal- sche behandeling laat deelachtig worden. Millioenen hebben de falsarissen willen ver heerlijken, de slachtoffers verpletteren, hin derpalen opwerpen. Frankrijk's geschiede nis heeft een slag in het gelaat ontvangen. Over de meening in het buitenland zegt Cornély het volgende „Welnu, ik beweer dat het waanzin is te gelooven dat men weerstand zal kunnen bieden aan zulk een krachtige opinie en aan een dergelijk moreele en welgezinde, ja wel gezinde samenwerking. „Want men zal mij, hoop ik, niet ant woorden dat Europa vol booswichten is, vol menschen die verkocht aan, in dienst van het syndicaat zijn, die bovendien afgunstig op Frankrijk zijn en het verafschuwendat ons land is het verachte deel van het menschdom, en dat op aarde niets edels, goeds, grootmoedigs, heerlijks, bewonde renswaardigs, verhevens en zondeloos is dan de Franschen, en onder die Franschen weer alleen zij die schreeuwen„Dood aan de jo- ,denen „Leve de falsarissen Cornély prijst ten slotte de publicatie der „Figaro" als een goed, nuttig en patrio- tisch werk, en hij zelf rekent het zich tot een eer daaraan eenigermate te hebben me degewerkt. Intusschen zijn in de zeer belangrijke verklaring van Du Paty de Clam, aan de „Figaro" verschaft door een „vriend van Du Paty", eveneens door een „vriend van Du Paty" verschillende onjuistheden aan gewezen. Maar de „Figaro" houdt vol, dat de in zijn vorig nummer gegeven lezing van de verklaring van Du Paty de Clam de juiste is, vooral met het oog op de mededeeling van Du Paty, dat liii aan generaal Mercier den commentaar zou hebben gegeven, dien hij op de stukken van het geheime dossier had gemaakt. De „vriend" had nl. ook dit voor gene raal Mercier hoogst compromitteerend ge deelte van Du Paty's verklaring onjuist ge noemd. DOOR E. V E L Y. 8) „Lieve hemel, het zal niet rijk wezen; maar het is althans een tefiuis waar ik op mijn plaats zal zijn." Zij werpt een sombe ren blik naar de deur. Anton Hilbers' machtig orgaan en Laurette's giegelen drin gen tot hier door. „En het is ook een mid del om weg te komen uit dit leven van leu gen en armoede en verachting en zwak heid." „Dat is het juist ja dat! Dat zou ik immers ook Fransje's blinkende tanden boren zich in haar onderlip. „Ja, ja en ik kan je niet tegenhouden. Een ieder is zich zelf het naaste ik deuk m ieder geval ook aan mezelf als ik je vraag dat alles nog een poosje te verduren. En kijk eens Hansje, dat kind, is zoo lucht hartig aan ons heeft zij een steun. En wie weet of Siegert het later niet goed vindt dat zij heelemaal bij ons komt wo nen wat zou dat goed voor haar zijn." Een lang stilzwijgen. Fransje gaat naar het venster en kijkt naar de triestig bran dende gaslantaarns. Zij komt terug naar de tafel, waar Else nu druk bezig is met knip pen, wikkelt een paar lapjes om haar vin ger en zegt dan „"Wees maar gerust, Else ik zou toch niet weten hoe ik het moest aanleggen. En je laatste kans zal i k zeker niet vernieti gen, neen zeker niet I" De andere trekt haar zwijgend in haar armen; eenige oogenblikken houden zij el kander omvat. Er is niets anders hoorbaar De „Figaro" voegt er nog bij dat, toen Du Paty over dien commentaar had ge sproken, de procureur-generaal Manau, zeer bewogen, opstond, en verklaarde dat hij onmiddellijk conclusies zou nemen, tenzij het Hof dadelijk zijn eisch toestond, om den minister van oorlog te noodzaken langs officieeïen weg aan generaal Mercier het bedoelde commentaar te vragen. Het Hof stond deze eisch van den procureur-ge neraal toe. De radico-socialistische afgevaardigde Simyan heeft zich in deze tot den minis ter van oorlog gewend. De Freycinet ver klaarde dat het Hof hem reeds om toezen ding van Du Paty's commentaar op de ge heime stukken had verzocht. De minister had op dat verzoek geantwoord, maar hij achtte het beter den inhoud van zijn schrij ven niet bekend te maken. Voorts verklaarde De Freycinet, dat hij sommige der „verdonkeremaande" stukken, waarover Viviani in de Kamer sprak, aan het Hof van Cassatie had doen zenden, o. a. Lebrun-Renault's rapport aan generaal Billot. Voor het in Guyana in liet dossier-Drey fus gevonden document heeft Symian zich tot den minister van koloniën gewend. Volgens de „Liberté" is nu het onder zoek van het Hof van Cassatie definitief ge sloten, zoodat de rapporteur Ballot-Beau- pré verklaard heeft in staat te zijn tegen het eind der komende week zijn rapport in te dienen. De „Temps" deelt inmiddels weer een hoogst belangrijk feit mede, waaruit Drey fus' onschuld blijkt. Het blad zet uiteen en bet zegt dat het Hof van Cassatie er de bewijzen van bezit dat aan de officieren die bij den generalen staf waren gedeta cheerd, in een circulaire die 17 Mei 1894 gedateerd was, werd medegedeeld dat zij dat jaar niet naar de manoeuvres zouden gaan. Hoe kan dan Dreyfus in Augustus 1894 in het borderel hebben geschreven: „Ik ga naar de manoeuvres". Hij wist toen immers sinds drie maanden dat hij er niet heen ging. China heeft het Italiaansehe ministerie ten val gebracht. Of laat ons rechtvaardig zijnniet China dat zelf do dupe dreigde te worden van Italië's rang-nemen onder de belanghebbenden in hot Verre Oosten, maar de politiek die Italië wilde doen aan zitten aan den Chineeschen diseh. Het was Dinsdag een rumoerige zitting. Tal van interpellaties over Italië's vrijwel mislukte actie ter verkrijging der Samnum- baai wachtten de regeering en de interpel- lanten verklaarden eerst haar antwoord te zullen afwachten, voordat zij hun meening nader uiteenzetten. Hieruit bleek al dadelijk de vijandige stemming der iuterpellanten, en de minis ter-president, generaal Pelloux, noemde een dergelijke handelwijze weinig correct. Dit alles was evenwel niet meer dan een voorpostengevecht. De strijd brak eerst he vig los, toen de minister van buitenland sche zaken, admiraal Canevaro, zich ver weerde tegen de tot de regeering gerichte verwijten over de Chineesche politiek door de verantwoordelijkheid daarvoor af te dan het scherpe tikken van een klein Schwarzwalder klokje dat tussckea de bed den hangt. Dan neemt Fransje haar elle- maat uit den zak en begint baar zuster te helpen. Anton Hilbers heeft intussclien een jachtgeschiedems verteld, waarin veel voor komt over zijn vroegere vrienden, graven en baronnen, en die Laurette doet schud den van den lach. Nu heft zij haar stomp neusje op en vraagt„Oom, wat doet u dan nu eigenlijk?" „Rijk me zoo'n nieuwsgierige dochter Eva's eens aan. Alles precies weten, hè? Ja, ik ben van alles en heelemaal niets. Dat begrijp je niet? Het hindert ook niets. Ik maak mijn kennis nuttig waar het juist te pas komt. Hier is daar altijd gelegenheid voor. Nu eens op een bureau dan weer maar och, wat heeft zoo'n onnoozel bui tenmeisje als jij er aan, of ik je dat al uit leg. Ik ga ook dikwijls naar de renbaan. Vóór alles moet een mensch hier een goed verstand hebben, niet waar, neef Hendrik V' En hij geeft dezen met zijn breeden vuist een slag op den schouder. „Zeker, dat is de grondslag. En van pae- dagogisch standpunt uit bezien Hij wordt Anton Hilbers1 al te lang van stof. „Laat maar, laat maar!'' roept hij op staande. „Nu zullen we je eens iets an ders laten zien dan den gezelligen huiselij- ken kring. Niet, oudje?" An ton „Aardig, zoo thuis bij moeder en kinde ren, maar buiten de deur is ook wel wat. Ik zal je nu maar eens Berlijn een beetje laten zien. Een beteren gids had je niet kunnen uitzoeken, mijn jongen." „En ik dan?" Laurette springt op. „Waar blijf ik, als u kan ik niet meegaan?" wentelen op zijn voorganger Brin en het kabinet-Rudini Ten bewijze las Canevaro een ambtelijke nota van Brin voor, m 1898 gericht tot den kommandant der Marco Polo, om uit tc zien naar een geschikte haven in China Dit wekte groote opgewondenheid, omdat zoowel Di Ru din i als de oud-munster Brin zelf tot de krachtigste bestrijders van de Chineesche politiek der regeering behooren. Brin en Di Rudini wierpen de verant woordelijkheid van zich, en Crispi protes teerde tegen het voorlezen van geheime re- geeringsslukken. Er lieerschte zulk een op winding dat de vergadering onder groot ru moer gesloten moest worden. liet was duidelijk dat de toorn der Ka mer vooral woedde tegen Canevaro, en ge neraal Pelloux had er mede kunnen vol staan hem op te offeren. Maar een zoo gun stige gelegenheid om zijn kabinet wat ster ker te maken, mocht de premier met laten voorbijgaan. Het geheele kabinet besloot gistermorgen zijn ontslag te nemen, dat door Pelloux den Koning werd aangeboden. 's Middags zette de minister-president in de Kamer uiteen, hoe verschillende spre kers, hoewel het in pacht nemen van de Samnun-baai goedkeurend, de gevolgde ge dragslijn afkeurden en de verantwoordelijk heid op den minister van buitenlandsche zaken schoven; doch het kabinet verklaar de zich solidair. De minister kent de rede nen, die den parlementairen toestand in de war stuurden, terwijl deze vóór het Paasch- reces zoo goed was. De regeering achtte het vaderlandslievend geen stemming uit te lokken over het terugtrekken der oorlogs schepen uit de Chineesche zee, hetgeen in strijd geweest zou zijn met de eer van het land. Generaal Pelloux verklaarde voorts dat het geheele ministerie de op admiraal Ca nevaro gelegde verantwoordelijkheid op zich wilde nemen en daarom zijn ontslag had aangeboden. Hij verzoekt de Kamer haar arbeid te schorsen. Onder groote opgewondenheid ging de vergadering toen uiteen. Het woord is thans aan den Koning, die zich zijn beslissing nog heeft voorbehouden. Men verwacht dat aan generaal Pelloux de reconstructie van het ministerie zal worden opgedragen. De „New-York Herald" houdt er van sensationeele nieuwtjes over Siam in de we reld te brengen, die gewoonlijk spoedig wor den tegengesproken. Het blad verneemt thans uit Singapore dat de Siameesche regeering de provincie Luang-Praban, de stad Schantabun en de zgn. neutrale zone aan Frankrijk heeft af gestaan. Bovendien zullen de openbare wer ken en het onderwijs onder leiding van Franschen komen, terwijl liet beheer der waterleiding mede aan Franschen wordt ge gund. Eindelijk zal een spoorlijn van Sai gon naar Bangkok eveneens door Franschen worden aangelegd. Het bericht voegt er bij dat de Fran schen zeer voldaan zijn over deze concessies, waardoor hun ondernemingen zeer begun stigd worden. Wat Engeland betreft, dit rijk zal wellicht een schadeloosstelling ont- Hilbers houdt zijn buik vast van het lachen. „Zoo'n onnoozel gansje. Neen, mijn kind, jou kunnen we niet gebruiken. Wij gaan een bierreis maken, en voor vrouwen worden daarvoor geen kaartjes afgegeven. Ik breng dan Hendrik wel thuis in zijn niet erg voornaam" hi' stoot een schetterend „habaha!" uit „logement. Heette het niet „De appelboom" En jij, je blijft na tuurlijk liier; de vrouwen zullen wel voor je zorgen. Hansje staat je haar bed af, niet? Je blijft toch voorloopig bij ons tot dat je een betrekking overeenkomstig on zen stand hebt gevonden. Altijd naar je stand, dat is de hoofdzaak, placht mijn vriend, graaf Northeim, te zeggen." Nu gaat hij naar zijn vrouw toe. „Geef me een paar mark van je," voegt hij haar fluisterend, maar op zeer stelligen toon toe. „Hilbers, ik heb niets dan wat Frans je „Dus je hebt „Anders niets meer." „De meisjes brengen immers weer geld thuis." Zij zucht. Anton, ik smeek je; nu ook die vreemden nog „En voor hen wil ik me juist niet armoe dig aanstellen. Gauw wat of wil je mij mijn huis weer eens voor een tijdje ver gallen." Zij krimpt ineen, grijpt in liaar zak en stelt hem vijf mark ter hand. „Ik moet morgen toch kunnen koken," verontschul digt zij zich. Hij spitst de lippen als om te fluiten, streelt even haar wang en duwt dan den onderwijzer naar de deur toe. „Op, ten strijde, torero Hansje loopt naar de kamer barer zus ters; in groote opgewondenheid steekt zij haar beide armen op. „Stel je voor, op mijn vangen aan de grens van Birma, door af stand van Rakinian. Do tolgrannuen der gezanten, aldus meldt het telegram aan de „N.-Y. Herald" ten slotte, die tegen deze concessies protesteer den, werden verscheiden dagen opgehouden. Zij moeten Zaterdag afgezonden zijn en Zondag nog aan den Franschen vertegen woordiger ter inzage zijn verstrekt Het „Journal des Dóbats" betwijfelt of de aan Frankrijk gedane concessies werke lijk zoo zijn, ofschoon het blad opmerkt dat Frankrijk inderdaad een nieuwe, zeer voor deelige overeenkomst met Siam heeft geslo ten. De „Agence Nationale" verneemt uit New-York nog dat de Engelsehen als equi valent voor de concessies aan Frankrijk, den afstand van Perak verlangen. Cemengde MededecHngen. In den Duitsehen Rijksdag en in liet Pruisi sche Huis van Afgevaardigden werd gisteren door de voorzitteis hulde gebracht aan hun ambtsvoorganger Von Simson. Maandagmiddag is de gouverneur-generaal van Algeiië, Laferrièie, scheep gegaan naar Frankijjk om tiet lijk van zijn zoon over Ie brengen. Alleen wegens het droeve doel van zijn reis bleef hem anti-semietisch gejouw bespaard. De militaiie paardeDaits Chamon blijkt in het geheel geen aanslag op de Koningin- Regentes van Spanje in den zin gehad te hebben. De man is op vrije voeten gesteld. Gisteren vertrok de 26-jarige neef van koning Umberto, de hertog der Abruszen, van Rome naar Turijn, vanwaar hij zijn Noordpnolreis zal aanvangen. De Koning, de ministers, marine-officieren (de hertog is luitenant ter zee) en plaatselijke autoriteiten deden den vorstelijken onder zoekingsreiziger uitgeleide aan het station. Toen de trein wegreed, riep de menigte »Leve de Koning! Leve de heitog der Abruzzen 1" De Italiaausche regeeiing heeft besloten officieren en onderofficieren ter beschikking van het gouvernement van Kreta te stelien ten behoeve der reorganisatie van de gen darmerie. Het Rumeensclie parlement is ontbonden. De verkiezingen voor de Kamer zijn op 8 Juni, die voor den Senaat op 13 Juni gesteld. De Peizische gezanten te Weenen en te Londen spreken thans ook de vei werving eener haven aan de Perzische golf door Rusland tegen. De Britsche zaakgelastigde te Peking heeft het Tsung-li-Yamen doen weten dat hij volledige voldoening zal eischen van den onderkoning van Kanton en de plaatselijke autoriteiten, omdat zij den aanval op Engel- sche soldaten te Kau-lung hebben begunstigd. De Chineesche gezaghebbers geven de ge heime genootschappen de schuld. Generaal Otis seindi gisteren naar Was hington, dal de colonne van generaal Lavvton plaats op de sofa moet die Laurette slapen. „Hij" wil het en moeder heeft niets gezegd en heeft hem dat geld van jou moeten ge ven, Fransje. Waar zou hij haar nu weer mee gedreigd hebben Dat hij weer eens een paar dagen niet tliuis komt zeker. Ik moest zoo'n man hebben ik sloeg hem de dour voor den neus toe en liet hem nooit weer binnen. Als moeder maar mijn flink heid bezat!" Haar zusters moeten lachen. „Of als ik maar een jongen was!" eindigt Hansje en zij balt de kleine vuisten. „Maar daar noch het een noch het ander het geval is," merkt Fransje op, „en ons Hansje toch een onderkomen moet hebben, moet ik je zeker vannacht maar herbergen, hè?" Zij strijkt het meisje liefkoozend over 't haar. „Moeder is zwak!" zegt Hansje. „Zij is ook ziek en afgetobd, en ik ben niet boos op haar maar hij, h ij is een schoft. En als ik eens wat verdien, dan zal ik niet zoo dom zijn als jullie." Tranen van woede schitteren in haar oogen. De advocaat Frits Lohmann legt de tele foon op zijn schrijftafel neer; hij heeft even bij een collega geïnformeerd naar een morgen dienende zaak. „Servus, servus 1" klinkt het nog in zijn ooren zijn collega schermt altijd nog al met zijn latijn. Het vertrek heeft een ernstig aanzien een eikenhouten meubilair in Vlaamscke stijl, een paar goede etsen naar Rembrandt en Rubens en een paar oude wapens ver sieren de wanden. De advocaat zit in een armstoelnaast hem, zoodat het licht op den cliënt die daar zit, kan valle,., staat een andere stoel. Hij schuift een stapel docu menten op zij en schelt om zijn. chef-de-bu- Dinsdag Balinay en omliggende dorpen geno men en 160 Phiüppino's verstrooid en ver volgd heeft. De Amerikanen hadden slechts twee gewonden, terwijl de vijand verscheiden doodea en een groot aantal gewonden en gevangenen te hetieuren had. Gisteren heeft de heer Rouliot, voorzitter van de Kamer van het Mijnwezen te Johan nesburg, een onderhoud van een half uur geiiad met pi esident Kruger, die aandachtig luisterde, terwijl Rouliot zijn inzichten uiteen zette over den hangenden politieken toestand. President Kruger verklaarde daarop in 't kort zijn standpunt, en voegde er bij, dat hij de volgende week hervormingsvoorstellen bij den Volksraad zal indienen. De Ned. Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaat schappij heeft aan de regeeiing 300,000 p. st. terugbetaald, zijnde de eerste termijn van de leening van twee millioen. Het Braziliaansche Congres is gisteren geopend met een Boodschap van den Presi dent, waarin geconstateerd wordt dat er rust heerscht in liet land. Voorts wordt uit breiding van het verkeerswezen en hervor ming der munt toegezegd. De jSt.-Ci." bevat een brief der consulaire examen-commissie, gericht aan den minister van buitenlandsche zaken. De Minister had den wensch uitgesproken, de meening der commissie te vernemen omtrent hetgeen in de consulaire organisatie moet worden ge wijzigd in dit stuk, gedateerd 19 November 1898, toont de commissie aan, welke maat regelen zij wen«chelïjk acht om ons consulaat wezen vruclubaaider te maken voor het Nedeilandsche volk. De commissie hoopt dat niet, gelijk het sedert vele jaren geschiedde, de aan zoovelen gevraagde meening omtrent het consulaat wezen ter zijde zal worden gelegd, tot geene daden zal leiden. Tot directeur van den gemeentelijken tram- dienst te Amsterdam, met ingang van 1 Juni e.k. op een salaris van f 7000 en onder bepa ling, dat dit salaris om de twee jaren zal worden veihoogd met f 500, totdat het maxi mum van f8000 zal zijn bereikt is gisteren door den gemeenteraad aldaar benoemd J, H. Neiszen, adjunct-directeur der gemeente werken van Rotterdam. Prins Albreclit van Pruisen, die hier gisterenavond aankwam, keert morgenmiddag naar Brunswijk teiug. In aansluiting met ons bericht van gisteren kunnen wij nog melden, dat io de vergadering van de Commissie voor de tentoonstelling van gastoestellen enz. is bepaald, dat deze ten toonstelling zal gehouden worden van den 24n Augustus tot den 3n September dezes jaars eu wel in de localen der Olficieren- Societeit. De tentoonstelling zal omvatten: 1. Toestellen vooi huishoudelijk gebruik van gas en water. reau. Een gezette man met een. dik hoofd, ronde oogen en oen bril, schuift meer de kamer in dan hij loopt. Hij draagt een kort jasje en een zeer ouderwetsclien kraag; er iigt zekere stijve waardigheid over hem uit gespreid. „Biemiann," zegt Frits Lohmann's wel luidende stem, „wie komt nu aan. de beurt „Er is niemand meer, mijnheer." De advocaat werpt een blik op de groote staande klok. „De wachtkamer is leeg," zegt Biermann. „Werkelijk? En nog niet eens zes uur? Dat is ook in lang niet gebeurd. Gaan de zaken dan slecht?" „Maar, mijnheer kijk eens de dan seres Schublinsky, die kon niet langer wach ten omdat ze naar den schouwburg moest. En dan was er ook nog een sigarenwinke lier, die wou bij Hilbers beslag laten leg gen u weet wel, wij alleen hebben al een keer of vier beslag bij hem gelegd. Die kon ook niet wachten en komt wel terug." „Hilbers," zegt Frits Lohmann hem na, en een rimpel groeft zich tusschen zijn wenkbrauwen. „Waar heb ik dien naam ook weer En dan werpt hij een blik naar een zijtafeltje waar een pakje in grauw papier ligt. „Waar woont dat voorbeeldig heer, bij wien wel niet veel meer te halen zal zijn." „Augsburgerstraat 23. Maar zegt u dat niet, mijnheer. De sigarenwinkelier was heel goed op de hoogte. De vrouwen daar bij Hilbers aan huis, sleepen den oude er altijd weer door. Enfin, zoo iets komt wel meer voor." "Hm!" (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1