53"<e Jaargang. Woensdag 17 Mei 1899. No. 9935. Eerste Blad. De familie Hilbers I HOOGERE BURGERSCHOOL BUITENLAND. BINNENLAND. SCHIEDAI SCHE COUMIT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V1 a a r d i n g e n 11. 1.25. Franco per post fl. 4.05. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Koterstraat 68. mei' vijfjarigen cursus (voor jongens en meisjes) te SCHIEDAM. Voor het TO EL A TING S-EX AM EN, dat in de maand Juli a.zal gehouden worden, ge lieven belangstellenden \óór 18 Juni e.li, aangifte te doen aan den Directeur A. A. BEEKMAN. llgeuicen overzicht. SCHIEDAM, 16 Mei '99. Do Fransche Kamer is nu, behoudens an- Oct dere werkzaamheden, bezig zich door de in terpellaties over Algerië heen. te werken. Veel belangrijks levert do discussie niet op. Het is een lastige quaestie, die Algerijnsehe, lastig vooral hierom, dat du Joden, tegen wie zich in deze hot kolonie het anti-semie tisme zoo heftig keert, inderdaad niet tot het alleraangenaamste soort behooren. Niet onbelangrijk is hetgeen de oud-mi nister Barthou gisteren omtrent Algerië zeide. Hij verwachtte dat uit dit debat zou blijken welke politiek de regeering en kaar vertegenwoordiger in Algerië wil volgen. Zonder de belangrijkheid der joden-quaestie te ontkennen, zag hij er toch niet een der groote factoren van het Algerijnsehe pro bleem in. Barthou besprak daarop het voorstel van een enquête te doen houden. De regeering wil daarmee genoegen nemen, en Barthou stelde nu wel geen volstrekt vertrouwen in de enquête-commissie, maar verwachtte toch dat zij nuttige gegevens zal kunnen verschaffen voor de oplossing van het pro bleem. De geschiedenis van de Algerijnsehe quaestie nagaande, vroeg Barthou zich af of de gouverneur wel de noodige macht had, wat gerust mag ontkend worden. Hij noem de bovendien de onbeperkte gelijkstelling der bewoners een groot gevaar voor Alge rië, terwijl liet een dwaasheid is geweest door een parlementaire vertegenwoordiging gelijk aan die in het moederland het lot van deze kolonie met meer dan 4 miilioen inwoners te leggen in de handen van 80,000 Iciezers. Scherp gispte Barthou de wijze waarop de nieuwe administratieve cri ge rechtelijke organisatie in Axgerië wordt toe gepast. Het bestaan van perswetten en wet ten op de vrijheid van vereeniging in Alge rië achtte hij een monsterachtigheidhij wilde dat dit alles zou ressorteeren onder het ministerie van koloniën. Ten slotte besprahy Barthou nog de joden- quaestie. Yan afschaffing van het decreet- Crémieux verwachtte hij geen heil; trou wens die zou noch rechtvaardig noch recht- DOOR E. VEL Y. „Met dien man," zegt Laurette gerekt, „zal Else trouwen V' „Het zou een groot geluk zijn," ant woordt mevrouw Hilbers met een zucht. „Een zeker bestaan een ambtenaarsge zin weet waar het op rekenen kan." „M ij n keus zou 't niet zijn," zegt Lau rette, de schouders ophalend. „Mijn ik bedoel, dien ik eens neem dat moet een ferme, vroolijke, elegante man zijn." Mevrouw Hilbers trommelt zacht met de vingers op den band der Palmbladen. „Ik zou niet weten waarom je het recht hebt boogepe eischen te stellen dan een van mijn dochters." Het roode mondje pruilt. „Else nu ja, die gaat al bij de oudjes. Dat zegt oom zelf ook." Mina Hilbers schijnt beleedigd. „In mijn tijd nam men zich als logee in achtik zou als jong meisje niet zoo eigenwijs hebben durven spreken." „O, de tijden zijn ook heel anders," lacht Laurette. „En oom zegt, dat ik er maar al les uit moet flappen wat mij in den zin komt. Mijn natuurlijkheid bevalt hem" zij laat het hoofd op de hand rusten „en anderen zeggen dat ook." „Mina! Mina!" roept een stem op beve lenden toon. van de gang, en nog voordat Mevrouw Hilbers aan'de deur is, vliegt die reeds openeen krachtige schop heeft daar bij dienst moeten doen. Alleen het onge- matig zijn. Maar men zou het kiesrecht kunnen beperken ten aanzien van genatu raliseerde vreemdelingen. In ieder geval wensckte Barthou dat de beginselen van gelijkheid, vooruitgang en rechtvaardigheid ook in Algené lioog zullen worden gehou den. In de centraio sectie der Belgische Ka mer heeft de leider der rechterzijde Woeste gisteren de volgend verklaring afgelegd „Het kiesrecht-ontwerp wordt door de groote meerderheid der rechterzijde bestre den. Do regeenng zou er daarom goed aan doen, indien zij het ontwerp terugnam. Hot ontwerp geeft een valsclie volksvertegen woordiging en kan a!s ongrondwettig niet worden verdedigd. Indien het ontwerp wet werd, dan zou het staatsbestuur het ver trouwen der bevolking niet meer verdie nen." Woeste stelde daarom verdaging der be handeling voor, terwijl hij zoo noodig met zijn collega's de verantwoordelijkheid aan vaardde om een ander ontwerp in te dienen. Ilet is te hegrijpen dat deze verklaring groot opzien wekte, ook al wist men dat Woeste tegen het ontwerp was. Men mag ei- veilig uit opmaken dat Woeste bang is voor bet anti-clericale verbond. Natuurlijk is liet lot van liet ontwerp der regeering nu beslist. Mocht de regeering aan haar ontwerp vasthouden, dan bestaat er kans op een revolutionnaire bewegingin het land, tenzij de Koning, wat wel waar schijnlijk is, het ministerie ontslaat en een cabinet d'affaires benoemt onder Woeste en Helleputte. Het is niet duidelijk of de Philippijners werkelijk den vrede willen. Zij nemen wel den schijn aan of ze in ernst wensehen tc o'idirhandelen, en pas weer is, zooals een te legram in ons vorig nummer meldde, een parlementair bij de Amerikanen aangeko men die toegang voor een Philippijnselie vredescommissie binnen de Amerikaansclie linie kwam vragen. Maar of het Aguinaldo en zijn mederegeerders niet te doen. is om tijd tc winnen? In Amcrikaansche militai re kringen gelooft men het laatste. Intusschen heeft Aguinaldo een zeer krassen maatregel genomen. Hij heeft een bevel uitgevaardigd, dat alle vreemdelin gen binnen ackt-en-vccrtig uur bet gebied der Philippino's moeten verlaten. Voorna melijk worden daardoor getroffen Duitsche en Engelsche kooplieden. Men denkt dat het doel van dit besluit is de buitenland- sclie regeeringen, niet name Duitscliland en Engeland te dwingen, de Philippijnsehe re- gecring te erkennen door met haar te on derhandelen over de veiligheid hunner on derdanen en hun bezittingen. Inmiddels blijven de Philippino's van alle gebeurtenissen bun eigenaardige lezing geven. Wil men hen geloovcn, dan is bijv. de positie der Amerikanen in werkelijkheid zeer benard. En zoo beweren zij ook dat ad miraal Dewey niet teruggeroepen wordt, omdat hij reeds zoo lang in Indië is, maar uitsluitend en alleen omdat bij het niet vin den kan met generaal Otis. Admiraal De wey staat nl. een meer vredelievende poli- kaïnde hoofd van den beer des huizes wordt zichtbaar. „Is de lucht schoon Is de steun pilaar- van den Pruisischen staat al verdwe nen? Kom dan eens gauw liier. Ik kan weer niet overweg met die lamme kemd- cnoopjes." Fransje kijkt het jonge meisje, op welks gelaat weer de droomerige uitdrukking is teruggekeerd, een oogenblik aan. De groote verandering die te haren opzichte heeft plaats gevonden, betreft niet alleen het uit wendige; dat voelt Fransje. En terwiji zij nu naar haar toe gaat, steeds met denzelf den onderzoekenden blik, zegt zij„Je wordt een beetje overmoedig, Laurette; dat komt zeker van de Berlijnsclie lucht. Die stijgt iemand in 't eerst naar 't hoofd voordat men weet waaruit zij bestaat, voor dat men weet dat zij veel vergiftigs bevat. Ik geloof dat je ook veel geld uitgeeft. Kan je broer dat betalen?" „O, je denkt zeker aan die blouse. Die is erg goedkoop geweest." „Ik ken de prijzen heel goed. En. dit dan," zij trekt het etui onder de krant uit, „zulke dingen zal je in Steinhausen ook niet noodig hebben gehad." Laurette lacht om haar verlegenheid te verbergen. „Een jonge dame moet zich soig- neeren. En dat is een cadeau van de Fritscke's." „Zoo. Aardige kennissen."' „Zeker, dat zijn het ook." En zij brengt haar schommelstoel in beweging en neuriet een wijsje. „Ik heb me al voorgenomen om je broer te schrijven dat je zeker nog niet de waarde van het geld kent en dat je verkeer ten huize van rijke menschen niet bepaald ge schikt kan heeten om je voor te bereiden om op eigen voeten te leeren staan." tick voor; hij wil dat de regeeriug te Was hington meer in overeenstemming niet haar beloften aan de Philippijners zal handelen. Dezen zeggen dat het gedrag der Amerika nen niet alleen jegens hun vijanden, maar even goed jegens de vreedzame bevolking, de verontwaardiging opwekt van alle vreem delingen. De geestelijkheid zou de tussclien- komst van deu Paus hebben ingeroepen. Dc laatste Spaansche troepen gaan nu dc Plulippijnen verlaten. Op verzoek dor Ame rikanen was nog een Spaansclie bezetting achtergelaten op 't eiland Zamboango. Van Spaansche zijde hoopte men dat do Ame rikanen daartegenover zouden maken dat de Spaansche gevangenen door de Philippi no's werden losgelaten. Dit is niet geschied en tot overmaat van ramp is do bevolking van Zamboango den lOen nog oproer gaan maken. Generaal Montero en andere officie ren werden daarbij gewond. Nu heeft Spanje er genoeg van, en gene raal Bios heeft bevel gekregen de troepen dadelijk naar Spanje te zenden en generaal Otis daarvan kennis te geven. Er zijn te dien einde reeds transportschepen naar Zamboango gezonden. De Spaansche pers was tccli lang niet ge sticht over de welwillendheid der Spaan sclie regeenng jegens do Amerikanen. Gemengde Jlededecllngcn. Minister Lebret heeft kennisgenomen van de schriftelijke verklaring die Grosjean, de rechter te Versailles, tegenover den eerste- Toorzitter van het hof van appèl heeft afge legd. Grosjean erkent het verschaffen der briefwisseling tusschen Delcassé en de Frey- cinet aan het -«Petit Journal", maar meent dat hij zich niet als ambtenaar te verant woorden heeft over handelingen builen zijn ambt verricht. De minister heeft Grosjean verwezen naar den raad van magistratuur. De correspondent der Brusselsche »Soir" te Parijs verneemt dat de ïFigaio" dezer dagen tal van photografieën van zeer belang rijke documenten zal publiceeren. Kolonel Von Schwartzkoppen, die de officieele stukken bezit, zou met toestemming van keizer Wil helm het maken van photograffsche repro ducties hebben veroorloofd. Do „Aurore" vertelt dat do Fransche spion Lajoux te Brussel, aanvankelijk van Dreyfus' schuld overtuigd, later de bewij zen kreeg dat hij onschuldig en dat de ware schuldige een bataillonschef was. Hij waar schuwde den generalen staf, maar werd toen zelf beschuldigd van in Duitsclien dienst te staan. Hij werd ontslageneen pensioen werd hem geweigerd, zoodat hij gebrek leed. Nadat men eerst beproefd had bij liem in te breken, kocht de generale staf eindelijk do papieren die hij bezat, maar liet geld werd hem eerst tegen overgave der papie- ïen door den archivist Gribelin uitbetaald aan boord der boot die Lajoux naar Brazi lië zou brengen. Men weet dat er omtrent Dreyfus aan vankelijk infoi rnaties zijn verstrekt alsof hij een speler was. Die informaties doelden wei ke Laurette springt op en staat nu voor Fransje, haar gelaat is van woede vertrok ken haar oogen bliksemen. „Als je dat doet dat zal je niet doen, dat zal je niet!" stoot zij uit. „Ik vind dat liet onze plicht is." Hot meisje lacht hatelijk. „Jullie plicht? Ik ben bij oom. Het gaat jullie niets aan." „Hij bemerkt misschien niets van. dat alles.'' „Hij niet? Hij weet altijd of ik er goed of slecht uitzie. Hij wil dat ik mooi zal zijn." Dat zegt zij triomfeerend. Fransje's gelaat staat nog altijd zeer ern stig. „Misschien loopen zijn meening en die van je broer over geld-uitgeven nogal uit een." „Het gaat mijn broer ook niets aan. Oom heeft het mij geleend," zegt Laurette bru taal. „Die die heeft immers zelf niets." Die paar woorden kosten Fransje moeite. „Voor hem moeten wij immers „Och, hij heeft altijd geld als hij 't noo dig heeft," roept het jonge meisje uit, en ze werpt het hoofd in den nek. „Hij weet al tijd waar hij net vandaan moet halen." Een oogeublik stilte. Fransje staart naar het strookje van den zonnigen hemel boven de dakenLaurette draait haar den rug toe en tikt met de punt van haar schoen tegen de kast. „Kind," zegt Fransje dan op vriendelij ken toon, „ik vrees dat Berlijn even weinig voor je deugt als de bescherming van je oom, Wees verstandigzie dat in nu het nog tijd is." Als een tol draait het jonge meisjr om haar gelaat is vertrokken. „Wat gaat jou dat alles aan? Je gunt me zeker niet dat ik in den smaak val? Je hebt Prijs der Advertentiën: van 1 7 regels 90 cents; iedere regel meer llïLs cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Jileine arleerleiitiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intere. Telefoon IVo. 123. lijk op zekeren Dreyfus, maar iemand met wien de ex-kapitein niets uitstaande had. Nu beweert men dat die »speler" Dreyfus een rol heeft gespeeld in Henri Ruchefoit's leven, zoodat deze althans wist dat een andere Dreyfus werd bedoeld. Gisteravond heeft Georges Duiuy zijn cur sus aan de Polytechnische School kunnen hervatten zonder door zijn patriottische leer lingen te wot den gehinderd. Mr. Labori heeft den procureur-generaal Bertrand verzocht het proces-Reinach niet vóór Juli op de rol tc brengen. De advo caat grondt zijn verzoek op zijn slechten ge zondheidstoestand. liet bestuur van den Belgischen mi;n- werkersbond heeft gisteravond met algemeene stemmen besloten dat het werk weder zal opgenomen worden. De strike zal echter op nieuw beginnen, als de patroons hun woord niet houden. Badeni, de oud-minister-president van Oostenrijk, heeft een poging tot zelfmoord gedaan, en wel wegens aanzienlijke verliezen op de beuis. Het heet dat de Spaansche minister \an financiën voornemens is af te treden indien zijn collega van oorlog er, naar het zich laat aanzien, in slaagt door den ministerraad de vermeerdering der mïlitaii e uitgaven te doen aannemen. Men verwacht dat Castellanos hem dan zal opvolgen. Naar de nUniveis", het katholieke orgaan van Frankrijk, meldt is de katholieke kerk bij keizerlijk besluit in China erkend en wordt aan de zendelingen een rang als mandarijn toegekend. Ook het Fransche protectoraat wordt erkend. Naar de „N.-Y. Herald" uit Washington verneemt zijn de Amerikaansche autoritei ten niet tevreden over den toestand op Cu ba. Men wil het Cubaansche leger niet lan ger in stand laten. In. sommige kringen vreest men dat de Cubanen een opstand voorbereiden, indien liun eischen niet wor den ingewilligd. Naar uit Hongkong wordt gemeld is een deel van het garnizoen aldaar naar Taiphon gezonden wogens geruchten van een voorge nomen aanval op het achterland van Kaulung. De vrijwilligers hebben bevel gekregen zich gereed te houden. Ook zijn verscheiden kanon- neerbooten naar de kust van het achterland van Kaulung gezonden. Kegeling' van arbeidsovereenkomst. Mr. S. van Houten heeft, zooals wij reeds in het kort meldden, den zesden zijner „Nieuwe Staathuishoudkundige brieven" gewijd aan Ow bespreking van rar. Druc- kcr's out verp van wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst. Mr. Van Houten is van oordcel dat liet werk van mr. Druckcr zeker den indruk van zorgvuldige bewerking maakt en getuigt van een groote mate van belezenheid, verge lijkende rechtsstudie en macht over de taal. niets over mij te zeggen, geen van jullie allen, en als jullie me plaagt en mijn doen cn laten bespionneert, dan loop ik eenvou dig weg. Doe er eens wat tegen! Je bent mijn voogd niet!" Zij balt de kleine vuisten en lacht spottend. Fransje wendt zich, zonder een woord meer, af en gaat naar de andere kamer, waar haar werk wacht. Dat kind waarschu wen, beschermen Dat zou haar eigen moe der niet eens vermogen in haar zit het nu eenmaal, en liet zal tot uiting komen, vandaag of morgen. Zij heeft te veel van het lichtzinnige bloed der Hilbers; zij ver toont meer verwantschap met haar vader dan Fransje zelf. En zij past en naait, terwijl zoovele men schen vandaag vrijaf hebben. En zij denkt. Er is zooveel moeilijks en onverkwikkelijks in het leven maar in den laatsten tijd is er ook een lichtpunt, van het oogenblik af waarop ij den advocaat Lobmann heeft ontmoet. Ja die! Zij zou het belachelijk vinden, wanneer zij de uitdrukking ge bruikte dat hij in haar leven was getreden. Dat zou veel te hoog, veel te aanmatigend klinken. Maar het was toch iets warms, iets weldadigs. En zij is het toeval dankbaar dat alles zoo heeft geschikt. Hij zou haar weer zien, heeft hij gezegd, zij gelooft kwalijk dat hij daar het initiatief toe zal nemen. hij heeft dat maar in een opwelling ge zegd. De dagen en de weken zullen haar doen verbleeken, eindelijk uitwisscliea in zijn herinnering. Maar bij haar zal de her innering aan hem blijven leven en het goede woord, dat zij er zeker op moet gaan in hem een vriend te bezitten, zal lang in haar binnenste weerklinken. En zij glim lacht, en nu zij voor den spiegel treedt, om te zien hoe een garneersel staat, ziet zij dat Maar overigens vindt sell, het werk uiter- mato onpractiscli. Het wetgevend uitgangspunt van liet ont werp is, dat het doel van dc regeling der arbeidsovereenkomst zij door wettelijke re geling oen bescherming der in zwakken fi- nancicclen toestand verkeerende arbeiders te verkrijgen tegen al te drukkende voor waarden. Dit uitgangspunt noemt mr. Van Houten foutief en bederft z. i. het geheelc werk. In de eerste plaats wijkt door zich op dit een zijdige standpunt te plaatsen dc wetgever af van zijn plicht om onpartijdig to zijn, maar dan ook moot, meent sckr., als iemand dat doet, hij in staat zijn, den sterkste zijn wil op to dringen. Mr. Van Houten is echter van oordcel, dat eveutueelc onwil van den sterke, om zich aan de bedoeling des wetgevers to on derworpen, neerkomt op de schouders van den zwakke. Sclir. liaalt liicr als voorbeeld aan liet iu dienst nemen van de economisch zwaksten, bijv. ontslagen gevangenen of dienstmeisjes, waaraan een steekje los is. Als do wet den meester verbiedt een van lien in dienst te nemen, tenzij ouder voor dien meester lastige conditiën, worden zij niet in dienst genomen. Philantroplrsche vereenigingen zullen meesters trachten over te halen hen in dionst te nemen, maar als de meesters dan niet de volstrekte macht hebben om ze elk oogenblik weg te zenden zonder proces of zelfs een dispuut over de ïedenen te moeten vreezen, zal niemand met hen in bctrekln eg treden. Nu kan men sclir. tegenwerpen, üat art. 49 veroorlooft in do overeenkomst een proeftijd van ten hoogste één maand te bedingen, maar bet komt sclir. voor, dat de bedoeling van mr. Druclcer niet is, dat men iemand in dienst neernt voor een proeftijd van één maand om dan te beslissen of men een vaste dienstbe trekking wil aangaan, want dan ligt de proeftijd niet in de arbeidsovereenkomst, maar is er in het wezen der zaak een korte zelfstandige arbeidsovereenkomst. En als het mogelijk was iemand voor een proeftijd van een maand in dienst te nemen en den proeftijd telkens voor één maand te verlengen, dan zouden andere overeenkom sten dan telkens voor een maand verlengde proeftijden in onbruik geraken. Sclir. toch kan niet denken, dat één meester zich te genover zijn arbeiders zal willen onderwer pen aan dc bepalingen van liet ontwerp om trent liet ontslag gedurende den overeenge komen tijd der dienstbetrekking. En wat de dienstboden aangaat acht seb~. don toestand, zoo op liet in dienst nemen daarvan mr. Drucker's bepalingen wet wer den, zoo onhoudbaar, dat men dan niet zou huren, dan per dag met stilzwijgende ver lenging van dag tot dag. Immers zou de moester het bewijs van het bestaan van «dringende redenen voor ontslag waarbij tegenspraak van den ontsla gene is toegestaan, wel nooit kunnen leve ren. Er is hier,, meent mr. Van Houten, be- •wust of onbewust een veregaande partijdig heid m het vo~"d<«el van de verondersteld economisch zwakken. Dit blijkt z. i. nog wel het meest uit de behandeling van het geval, dat een inwo- liaar wangen gloeien, dat zij er gelukkig uitziet. En zij denkt hoe weinig er toch voor noodig is om een mensch zijn leed en zijn ellende te doen vergeten voor een en kel oogeublik. Een paar vriendelijke woor den maar, die vluchtig zijn gesproken. Fransje staat voor den spiegel in een eenvoudige witte wollen japonhaar heer lijk haar is volgens den laatsten smaak op gemaakt met haar slanke gestalte en kaar gewilde eenvoud ziet zij er in waarheid def tig uit. „Prachtig," zegt Hansje, die naast kaar komt staan. „O, wat heb je bet goed." En zij tipt met den top van haar wijsvinger op dc roode kaart die op tafel ligt, en waarop te lezen staat: „Fancy-fair". Fransje knikt haar toe. „Ik zou hot je graag gunnen, kind maar het gaat niet. Allereerst omdat ik mevrouw Martin toch moet vertellen hoe het mij is bevallen en dan jou kan men nog niet zoo alleen laten uitvliegen, bakviscbje." Else kijkt op van baar stapel linnengoed. „Je zult daar niemand ontmoeten die Ro bert of ons moebt kennen, wil ik hopen? Ik zou niet graag willen dat hij wist dat mijn zuster alleen naar zoo'n feest gaat." „Maar Else!" roept Hansje uit. Fransje glimlacht. „Wees maar niet be zorgd. Een entree van tien mark zal wel geen enkele van Siegert's collega's beta len en of er veel zoo royaal zijn als me vrouw Martin die voor honderd mark en- trée-kaarten neemt en voor wie het er in 't- geheel niet op aan komt, wien zij er geluk kig mee maakt Ik verbeeld mij keuscli niet veel Zij zal wel het allerlaatst aan haar naaister hebben gedacht. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1