Zaterdag 3 Juni 1899.
No. 9949.
fineiim van een Givemiir-GeiieM
Gaaeraallajaar f. ROÖSEBOOI.
53"" Jaargang.
De familie Hilbers
Kennisgeving.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Benoemd tot Gouverneur-generaal
van Ned -Indië
SCHIEDAM WE CCUFJJT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaai-dingen fl. 1.23. F; "nco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat OS.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12i/a cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde life int: ndvertenliën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ho. 123.
De Burgemeester van Schiedam,
Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen
Dat de kohieren van de belasting op bedrijft- en
andere inkomsten nis. 5 en 6 dezer gemeente, over
het dienstjaar 1898/99, door den lieer directeur
der directe belastingen te Rotterdam opden3in
Mei 1899 executoir verklaard, op heden aan den
ontvanger der directe belastingen ter invordering
zijn overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een
ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de
wet bepaalden voet te voldoenalsmede dat
heden de termijn van zes weken ingaat, binnen
welke de reclames tegen dezen aanslag bohooren
te worden ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 2den Juni 1899.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Kleinhandel in sterken drank.
Burgemeester en Wethouders
van Schiedam,
brengen, ingevolge art. 5 der wet tot regeling
van den kleinhandel in sterken drank en tot
beteugeling van openbare dronkenschap (Staats
blad no. 118 van 1885), ter openbare kennis,
dat bij hen zijn ingekomen de volgende verzoeken
om vergunning tot verkoop van steiken drank
in het klein
lo. van K. BOM, voor het pand aan de Korte
Kerkstraat, no. 13;
2o. van J. VAN DER WATER voor het pand
aan de Groenelaan, no. 12.
Schiedam, 1 Juni 1899.
Burgemeester en weihouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÉDE.
Algemeen overilcht,
SCHIEDAM, 2 Juni '99.
Het revisie-proces.
Er is een gebeurtenis die op dit oogenblik
alle andere op den achtergrond dringt voor
wie met open oog de gebeurtenissen in
Frankrijk volgt. Dat feit is de arresta
tievan Du Pat de Clam,
Wat gistereren reeds geruchtsgewijze de
ronde deed in de redactie-bureau's te Parijs,
is officieel bevestigd. Gisteravond om half acht
is Du Paty de C!am door een officier van
de Republikeinsche Garde gevangen gehouden
en naar de Cherehe-Midi-gevangenis overge
bracht.
Eindelijk eindelijk breekt het licht door
Vier jaar lang heeft eert begane onwettigheid,
die een onschuldige deed lijden, op Fiankiijk
gedrukt als een nare nachtmerrie. Eindelijk
werpt de uit een angstigeo droom ontwa
kende het benauwende dek van zich, want
de dag is gekomen, licht en frissche lucht
dringen binnenhet gouden zooneschijnsel
wekt tot nieuw leven.
Du Paty de Clam gearresteetd, en Dreyfus
straks terugkeerende om zich voor den rech
ter te mogen verantwoorden. Eindelijk.
DOOR
E. VELY.
31)
(Slot).
„Ik zegt Hendrik Hilbers, „ik ga,niet
met den eersten trein. Als u me kan gebrui
ker; zeker, ik blijf."
Bijna medelijdend riet Fransje hem aan.
„Breng dat meisje maer weg uit de Ber-
iijnsche atmosfeer. Wij moeten onszelf maar
helpen. Kom, moeder, houid n flink. Wij
moeten er heen u en ik."
En zij streelt het haar d'er snikkende
vrouw,,U is er zoo dikwijls bang voor ge
weest dat „hij" u bij zijn leven ontnomen
zou worden nu geeft de dood u hem voor
goed."
De politie-agent geeft den onderwijzer nog
eenige inlichtingen en gaat dan stil heen.
Hansje weent luide met de weduwe. Maar
Else gaat naar haar kamer en haalt uit een
kastje een aantal corrjpramitteeren.de brieven
die de overledene heeft geschreven. Hij wist
dat zij die had. en daarom was hij altijd bang
voor zijn oudste dodhter. Hu werpt zij ze in
den haard, waarin nog de grauw-witte asch
van gisteren ligt, en steekt ze in brand
De vlam heeft ze weldra verteerd.
Grooten indruk heeft gemaakt liet rapport
vanBallot-Beaupré. De stoutste verwachtingen
van de vrienden der revisie heeft het over
troffen voor de anti-revisionisten is het een
teleurstelling, omdat er de innige ovei tuiging
var; Dreyfus' onschuld in doorklinkt.
Wij zullen onze lezers niet vermoeien met
het nijdige gemor ert gedreig der laaisten
noch ook met de van voldoening en hoop
tintelende taal der revisionistische bladen.
Maar wat wel vermelding verdient is liet
voornemen dat de correspondent der slnd.
Beige"' aan enkele leden der meerderheid in
de Kamer toeschrijft, nl, om te verlangen
dat Ballot-Beaupré's rapport en de uitspraak
van het Hof zullen worden aangeplakt in alle
gemeenten van Frankrijk.
Ongetwijfeld zou dit niet meer dan billijk
zijn tegenover de publiciteit die op gelijke
wijze gegeven is aan de rede, doof Cavaignae
indeityd in de Kamer gehouden om Dreyfus'
schuld aan te toonen. Men weet dat ter
staving van zijn bewijs toen door Cavaignae
de valsche stukken van hef geheime dossier
zijn aangevoerd.
Zal de Kamer het aandurven Zal zij den
zedelijken moed bezitten om te erkennen dat
zij indertijd gedwaald heeft? Zij zou er goed
aan doen aldus aan het land een voorbeeld
te geven van den eerlijken zin die behoort
voor te zitten, wil 't het land goed gaan.
Het Hof heeft na mr. Mornard's pleidooi
zijn zitting verdaagd om op zijn volgenden
zittingsdag uitspraak te doen.
7ooals de lezer weet verwacht men die
Zaterdag.
Het pleidooi van den talentvolien verde
diger was in één woord verpletteiend. Wij
zullen trachten er een beknopt overzicht van
te geven.
Achtereenvolgens wees Mornard op Drey
fus' schitterende capaciteiten, erkend in zijn
conduite-lijst, op zijn rijkdom, op zijn regel
matig leven. Daarop van de moreele bewijzen
die in 1894 gegolden hadden, overgaande op
de materteele, toonde ook hij aan dat er
maar één materieel bewijsstuk washet
borderel. Daarop toonde de advocaat aan dat
er geheime stukken in 1894 aan den krijgs
raad waren overgelegd. Nog stond hij stil
bij het feit dat Dreyfus den Elzas had ver
laten om Franschman te blijven.
Even sprak Mornard over de insinuatie
van generaal Roget aan zijn adres aangaande
de brieven van Esterhazy op mailpapier. J Ik
zou daarop persoonlijk met hebben gewezen",
verklaarde Mornard, amaar ik dank den heer
procureur dat hij het in mijn plaats heeft
willen doen."'
Een oogenblik amuseerde de .pleiter de
toehoorders door op scherpe wijze den fau-
tastischen uitleg van den schriftkundige
Bettillon te hekelen. Deze had vergeten te
verklaren, hoe Dreyfus door zijn eigen schiift
te combineeren met dat van zijn broeder, zijn
vrouw en andere familie-ie ien om het zijne
te verbergen, er in geslaagd is het schrift
van Esterhazy te voorschijn te brengen.
»Bertillon is een genie, heeft de heer Lépine
gezegd. Helaas 1 een genie dat een treurige
verwantschap bezit (krankzinnigheid), en ik
vrees dat de heer Bertillon nogal eens om
gaat met dien verwant."
Dtt geestig beroep op Lombroso's bekende
verklaring van het genie deed de toehoorders
hartelijk lachen.
Met kracht van argumen' n betoogde Mor
nard vei volgens dat het borderel niet van
Dreyfus kan en van Esterhazy moet zijn.
sik breng u geen vermoedens van Dreyfus'
Langzaam is de moeder niefc haar dochters
de trap opgegaan en naar haar woning;
Hansje heeft haar gesteund. Zij komen van
de begrafenis terug. Het wordt al eenigsrins
donker.
„Wat zal het nu leeg en eenzaam zijn
klaagt de weduwe als zij haar woning bin
nentreden. Alleen Else weet dat nog iemand
mee naar boven is gegaanRobert Siegert.
Als mevrouw Hilbers op haar gewone
plaatsje is gaan zitten, treedt hij voor haar
Hij ziet er nog slanker en plechtstatiger
uit dan gewoonlijk.
„Geachte mevrouw," zegt hij, „het is een
moeilijke, ernstige ure; maar het leven is
uiteraard reeds een ernstige, moeilijke taak -
daarom mag ik nu spreken. IJ staat na het
verscheiden van den braven mijnheer Hil
bers, die 'zulk een krachtige steun voor de zij
nen was, met de znvakke weezen zonder man-
nelijken bijstand. Wil u mij vergunnen mij
als zoodanig te beschouwen? Wil u mij de
hand uwer dochter Else schenken? IJ weet
immers dat wij reeds laug den wensch heb
ben gekoesterd elkander toe te behoor en voor
do reis door het leven. Nu is mijn salaris
weer verhoogd en kunnen wij het wagen,
wanneer wij bescheiden zijn in onze edsahen."
Mevrouw Hilbers knikt, glimlacht zwak
jes en reikt hem de hand. „Ik geef u mijn
zegen. Ik heb steeds dien wensdh gekoesterd
en het verwacht," zegt zij terwijl zij een paar
tranen afwischt.
onschuld, mijne heeren". zeide hij. »Ik doe
meer. Ik breng u de doorslaande bewyzen
van Dreyfus' onschuld door u de schuld van
Esterhazy aan te toonen."
Daarop sprak de advocaat over Henry's
getuigenverklaring voor deu krijgsraad, welke
verklaring hij meineedig noemde. Het bor
derel was Dieyfus na zijn veroordeeling ont
nomen, uit vrees dat hij het grondig zou
kunnen onderzoeken. En toch durfde men
als argument voor zijn schuld aanvoeren, dat
de ongelukkige in zijn brieven geen feiten
wist aan te voeren om zijn onschuld te
bewijzen. Hij las een brief voor van Drey
fus, waarin deze aan de BoisdefTre schrijft
S Mijne moed is weg, mijn hersens zijn
afgepijnigd. Mijne kinderen groeien onteerd
op. Ik slaak een kreet van stekende wanhoop
met bloedend en bevend hart. Ik ben zeker
dat gij mij zult begrijpen, generaal, ik smeek
u een woord van hoop te willen geven aan
mijn dierbate vrouw".
Mornard bracht toen hulde aan Picquart
en ontleedde met bijtenden spot de aanklacht
tegen Picquart, betustende op een beschul
diging van den falsaris Henry.
Overgaande tot de bezwaren tegen de
revisie, verwierp Mornard het denkbeeld dat
Dreyfus schuld zou hebben bekend en noemde
hij de verzekeringen van de vijf opeenvol
gende ministers van oorlog niets anders dan
de afspiegeling van de nieening van het
inlichtingenbureau.
Vervolgens ging hij het militaire en het
geheime dossier na. Opzien baarde zijn ver
zekering dat daarin een stuk voorkomt,
waaruit blijkt dat een jaar na Dieyfus'ver
oordeeling nog een spionage had plaats ge
vonden die ook Dreyfus te laste was gelegd.
»Ik geloof dat geen enkel Franschman",
sprak Mornard, »wien de onschuld van
Dreyfus is aangetoond, zou aai zelen hem het
herstel van eer te geven, dat men aan hem
verschuldigd is, door te doen ophouden de
rechterlijke dwaling waarvan hij het slacht
offer is".
De advocaat zou gaarne geconcludeerd
hebben tot vernietiging van het vonnis zonder
verwijzing; hij deed dit evenwel niet omdat
mevrouw Dreyfus wil dat haar man voor een
anderen krijgsraad zal worden verwezen om
door zijn gelijken vrijgesproken te worden.
Hieiop nam de pleiter zijn conclusies om
met een door tranen verstikte stem in een
schitterende peroratie te eindigen, die met
toejuichingen werd begroet.
Toen de zitting was afgeloopen was er
letterlijk een défilé van personen die Mor
nard de hand kwamen drukken en hem
geluk wenschton met zijn pleidooi. Sommigen
omarmden hem zeer bewogen.
Marchand.
Heel Parijs heeft gisteren feest gevierd
ter eere van Marchand. Met ware, werkelijk
gevoelde geestdrift werd de majoor ontvangen
en naar het ministerie van marine geleid,
waar een officieel dejeuner plaats vond.
Lockroy dronk op Marchand en de marine-
infanterie, Maichand op Loubet, Lockroy en
de chefs der marine. Na afloop kregen Mar
chand en zijn metgezellen de herinnerings
medaille met het opschrift: ïMet de expeditie-
Marchand van den Atlantische Oceaan naar
de Rcode Zee. 1896-1899."
Namens de nPatrie" en de militaire pers
werd Marchand een eeredegen aangeboden.
Daarna ontvangst door Loubet op het
Elysée en bezoeken aan den minister-presi
dent Dupuy en minister Delcassé.
's Avonds was er feest te zijner eere iri
„En jij Else?"
„Ja, Robert."
Hij legt zijn arm om haar heen en trekt
haar slanke gestalte naar zich toe; zij laat
haar hoofd tegen zijn borst rusten en sluit
de oogen en één oogenblik heeft zij visioe
nen van andere, lichtere dagen en zij hoort
stemmen die eens haar oor hebben getroffen.
Dan richt zij zich weer op en zegt bleek,
maar op vasten toon: „Robert wij zullen
de reis wagen."
Ook Frits Lokmami heeft de begrafenis
van Anton Hilbers, 'die ver buiten de stad
op het nieuwe kerkhof te Charlottenburg
plaats vond, bijgewoond. Yan verre heeft hij
de weduwe en de dochter en drie andere an
dere menschen die zich bij hen hebben ge
voegd, gadegeslagen. Yan de onderwijzer Hil
bers heeft hij nadere bijzonderheden gehoord.
En hij heeft zich zoo aangegrepen gevoeld
door medelijden met het moedige blonde
meisje en daarom heeft hij zijn spreekuur
verzuimd en is naar hert kerkhof gegaan.
Er zijn heel vreemde gedachten bij liem
opgerezen toen hij naar die kleine groep aan
de open groeve keek en toen is hij naai
de villa Clementine gegaan.
Yader en moeder zitten bij elkaar in de
huiskamer, wat vroeger niet dikwijls ge
beurde.
de Militaire Club die versierd en geïllumi
neerd was.
Tot laat in den nacht bleef het zeer druk
bij den weg, zonder dat de orde ernstig ver
stoord werd. Een manifestatie van royalisten
weid terstond uiteengejaagd.
Marchand werd telkens met groot enthou
siasme begroet. Om 11 uur 's avonds ver
scheen hij op het balkon van de Militaire
Club en liep de menigte toe: iLnnt ons
eensgezind zijn Leve de RepubliekLeve
het leger I"
Marchand is natuurlijk teistond geïnter
viewd. Allereerst verklaaide de majoor in
zijn rede te Toulon geen critiek te hebben
willen oefenen, zooals er uit begrepen was.
Interessant is wat hij mededeelde over zijn
reis en over de toestand in Afrika.
Van af den Congo tot deu Nijl had hij
steeds verbonden gesloten die hem in staat
stelden in geval van een verwikkeling zich
zonder soldaten uit het moederland te helpen.
Wat Abessynië betreft, noemde hij dien staat
het Pruisen van Afrika. Menelik heeft een
georganiseerd leger van 200.000 man. Abes
synië wil zich krachtig uitbreiden en zal zeer
zeker de EngeLchen nog heel wat werk geven.
Marchand moest erkennen dat Frankrijk
door uit Fashoda terug te trekken zyn aan
zien in Abessynië verloren had.
Gemengde Medcdeellngen.
In
het Lagerhuis
is gisteravond, een
blauwboek der regeering rondgedeeld over
het dvnamiet-monopolie ia Transvaal.
De Duitsdhe regeering beeft nu bij den
Rijksdag ingediend een wetsontwerp tot be-
soherming van de arbeidsverhoudingen in de
industrie. Het wetsontwerp bedreigt gevan
genisstraf tot het maximum van een jaar,
bij verzachtende omstandigheden te vervan
gen door boete tot ten hoogste 1000 Mark,
tegen hem die hetzij door lichamelijken
diwang hetzij door beleedigin'g of smaad, een
patroon of werkman dwingt tot deelneming
of niet-dteelneming aan een vereeniging die
ten doel heeft in te werken op arbeids- of
loonivei-houdingen.
Gelijke straf treft dtengeen die door dezelf
de middelen een ander dwingt tot ontslag of
het niet-aannemen van arbeiders, respectie
velijk het nederleggen of niet aanvaarden
van werk, met het.doel oon uitsluiting, res
pectief werkstaking uit te lokkon of nalatig
heid van een der partijen.
Evenzoo dengene die een ander, niet deel
nemend aan een „lock out" of een werksta
king deswege bedreigt of smaadt.
Gevangenisstraf treft de deelnemers aan
publieke samenscholingen waarin een dor bo
venbeschreven handelingen wordt begaan, in
dien tengevolge daarvan een werkstaking of
een uitsluiting is ontstaan, of gewaar voorde
zekerheid des Rijks of van een der bonds
staten, of gevaar voor menschenlevens of
eigendom. In dit geval bedraagt het maxi
mum der straf 3 jaren, voor de raddraaiers
5 jaren tuchthuis.
Te Kiel is gisteren in tegenwoordigheid
des Keizers een nieuwe 'kruiser ter vervan
ging van den K n i g W i 1 h e 1 m te water
gelaten. Het schip werd d'oor de grootherto
gin van Baden gedoopt Kaiser Wil
helm der Grosse.
De Landdag van Saksen-Coburg-Gotha
heeft met algemeene steramen, op die dei-
socialisten na, den wensch uitgesproken dat
de vermoedelijke troonsopvolger zoo spoedig
mogelijk in het land kome wonen.
„Zoo, ben jij daar," zegt mevrouw Loh-
man, terwijl zij haar zoon de hand toesteekt.
„Dat is aardig van je zoo vroeg, op zoo'n
ongewonen tijd.
Haar stem is week als van ingehouden tra
nen. Hij luist haar koude vingers.
„Mama heeft verdriet," zegt de directeur,
„dat Willy nog mets van zich laat hooren.
Dat heeft zij niet verdiend, meent zij, terwijl
zij altijd zoo toegevend jegens hein was en
hem altijd in zijn zwakheid stijfde."
„Man zegt zij hoofdsdhudldend.
„Ja, dat is een tijd die doorgemaakt moet
worden," zegt de oude heer. „Misschien komt
hij nog wel eens bij ons terug, misschien wel
voordat hij zijn erfdeel krijgt, waarop hij
zooveel gezondigd heeft."
Een poosje is het stil.
„Het valt niet licht een zoon te verliezen,"
zegt mevrouw L ohm aim dan.
„Moeder, zoo'n vaart zal het niec. loopen.
Er schuilt in hem toch wel een goed'e kern."
„Jij verdedigt hem?"
„Ik spreek de waarheid."
Weer stilte. Dan zegt de directeur: „Ik
heb mama nu verteld hoe het kwam dat jij
de zaak ontdekte door dat mooie, rossige..."
Frits is plotseling aan zijns vaders zijde en
legt zijn hand op diens arm en ziet hem ern
stig in het gelaat.
„Yader, ik moet het maar zeggen, nu met
een; er moge van komen wat wil. Ik heb
dat meisje lief, vader -en geen andere zal
De minister wilde dienaangaande in een
commissie-vergadering mededeelingen doen.
Men brengt dit in verband met het reeds
door ons gemelde besluit van den hertog van
Connaugt om zijn rechten af te staan ten
behoeve van den hertog van Albany.
Men weet dat Quesnay de Beaurepaire's
grief tegen president Loubet is, dat deze op
19 November 1892 als minister-president
nie.t binnenlandsche zaken hem, toen procu
reur-generaal, zou belet hebben vervolgingen
in te stellen tegen de panamisten.
Maar wat blijkt nu? De „Figaro" publi
ceert het volgende telegram van Quesnay de
Beauivpaire, juist, van 19 November 1892,
aan Joseph Reinacli„Beste vriend. Ik doel
u hiermede met groot leedwezen mede dat u
vanavond een treurige tijding za.1 bereiken.
De dagvaardingen in zake Panama gaan
over eenige oogenblikken m zee, en daaron
der bevindt ziah een naam die u dierbaar is,
enz." Dit sloeg op Jacques Reinadh.
En toch durfde De Beaurep tre voor de
jur- herhalen„Ik verzeker bij den naam
van God dat Loubet de verzending der dag
vaardingen heeft belet."
Henri Rochefort spoort het Fransche offi
cierscorps aan de Joodsche officieren te boy
cotten en zoodoende te dwingen het leger
te verlaten.
Déroulède werd' gisteren' in de Fransche
Kamer door zijn geestverwanten hartelijk
begroet.
In de Spaansdie Kamer wordten heftige
discussies verwacht over het d'oor den minis
ter van onderwijs ingediende ontwerp tot
hervorming van het hooger onderwijs, dat
in conservatief-dericalen geest is.
Pidal is door de regeeringsmeerderfiei'd
aangewezen tot voorzitter der Kamer.
Het schijnt dat een door Muzelmannen be
raamde aanslag tegen prins George van Kre
ta tijdig verijdeld is. Verscheiden schuldigen
zijn verbannen.
Het uNew-York Journal" verneemt uit
Labuan dat op Mindanao weer hevig gevoch
ten wordteen dorp zou gebombardeerd en
vernield zijn. Te Washington weet >*-en er
niets van.
De minister van oorlog heeft generaal Otis
telegrafisch gevraagd hoeveel man hij noodig
zou hebben ter vervanging der repatrieerende
troepen. Otis heeft, volgens de ïWorld",
geseind dat hij hoogstens 30,000 man noodig
heeft.
Gisteren werd te Johannesburg in de bu
reau's der Standard Bank de heer Eckstein
d'oor den Amerikaan Thomas Reagon met
een zweep en met de vuist zoodanig toege
takeld, dat zijn bril brak en bij ter aarde
stortte. Reagon werd na wanhopigen tegen
stand overweldigd, doch ging toen nog eens
Eckstein te lijf.
Men seint ous uit 's-Gravenhage
De nieuwbenoemde gouverneur-generaal
van Ned.-Indië, generaal-majoor W. Roose
boom, heeft reeds een zeer belangrijke staat
kundige en militaire loopbaan achter zich.
mijn vrouw worden. Yader, moeder ik bid
u
De directeur kucht alleen even. Dan ante
woordt hij„Ik hab mij veel heel anders
voorgesteld. Maar je bent geheel zelfstandig
en weet wat je doet. Daar heb je mijn hand
ik vind goed wat je doen wilt."
Nu ziet Frits zijn moeder aaner heerscht
zulk een beklemde stilte om haar. Maar zij
licht ook haar hand op, die op haar schoot
rust, steekt hem die toe en zacht en innig
klinkt haar stem als zij zegt: „Ik wil niet
nog een zoon verliezen. Frits, breng je meisje
maar hier."
„Vader, moeder!" klinkt zijn juichkreet
door het schemerende vertrek.
En een uur later brengt Frits Lohmann
Fransje Hilbers over den drempel der villa
Clementine. Zij is in den rousw; maar haar
schoon gelaat straalt van liefde en geluk. Zij
herinnert rich, nu niet meer hoe treurig en
gedeemoedigd rij eens dien zelfden drempel
over is gegaan.
„De ouders wachten op hun kinderen,"
zegt de advocaat.