Zaterdag 3 Juni 1899. No. 9949. fineiim van een Givemiir-GeiieM Gaaeraallajaar f. ROÖSEBOOI. 53"" Jaargang. De familie Hilbers Kennisgeving. Kennisgeving. BUITENLAND. BINNENLAND. Benoemd tot Gouverneur-generaal van Ned -Indië SCHIEDAM WE CCUFJJT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaai-dingen fl. 1.23. F; "nco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat OS. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12i/a cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde life int: ndvertenliën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ho. 123. De Burgemeester van Schiedam, Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen Dat de kohieren van de belasting op bedrijft- en andere inkomsten nis. 5 en 6 dezer gemeente, over het dienstjaar 1898/99, door den lieer directeur der directe belastingen te Rotterdam opden3in Mei 1899 executoir verklaard, op heden aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering zijn overgemaakt. Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoenalsmede dat heden de termijn van zes weken ingaat, binnen welke de reclames tegen dezen aanslag bohooren te worden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 2den Juni 1899. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. Kleinhandel in sterken drank. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, brengen, ingevolge art. 5 der wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap (Staats blad no. 118 van 1885), ter openbare kennis, dat bij hen zijn ingekomen de volgende verzoeken om vergunning tot verkoop van steiken drank in het klein lo. van K. BOM, voor het pand aan de Korte Kerkstraat, no. 13; 2o. van J. VAN DER WATER voor het pand aan de Groenelaan, no. 12. Schiedam, 1 Juni 1899. Burgemeester en weihouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÉDE. Algemeen overilcht, SCHIEDAM, 2 Juni '99. Het revisie-proces. Er is een gebeurtenis die op dit oogenblik alle andere op den achtergrond dringt voor wie met open oog de gebeurtenissen in Frankrijk volgt. Dat feit is de arresta tievan Du Pat de Clam, Wat gistereren reeds geruchtsgewijze de ronde deed in de redactie-bureau's te Parijs, is officieel bevestigd. Gisteravond om half acht is Du Paty de C!am door een officier van de Republikeinsche Garde gevangen gehouden en naar de Cherehe-Midi-gevangenis overge bracht. Eindelijk eindelijk breekt het licht door Vier jaar lang heeft eert begane onwettigheid, die een onschuldige deed lijden, op Fiankiijk gedrukt als een nare nachtmerrie. Eindelijk werpt de uit een angstigeo droom ontwa kende het benauwende dek van zich, want de dag is gekomen, licht en frissche lucht dringen binnenhet gouden zooneschijnsel wekt tot nieuw leven. Du Paty de Clam gearresteetd, en Dreyfus straks terugkeerende om zich voor den rech ter te mogen verantwoorden. Eindelijk. DOOR E. VELY. 31) (Slot). „Ik zegt Hendrik Hilbers, „ik ga,niet met den eersten trein. Als u me kan gebrui ker; zeker, ik blijf." Bijna medelijdend riet Fransje hem aan. „Breng dat meisje maer weg uit de Ber- iijnsche atmosfeer. Wij moeten onszelf maar helpen. Kom, moeder, houid n flink. Wij moeten er heen u en ik." En zij streelt het haar d'er snikkende vrouw,,U is er zoo dikwijls bang voor ge weest dat „hij" u bij zijn leven ontnomen zou worden nu geeft de dood u hem voor goed." De politie-agent geeft den onderwijzer nog eenige inlichtingen en gaat dan stil heen. Hansje weent luide met de weduwe. Maar Else gaat naar haar kamer en haalt uit een kastje een aantal corrjpramitteeren.de brieven die de overledene heeft geschreven. Hij wist dat zij die had. en daarom was hij altijd bang voor zijn oudste dodhter. Hu werpt zij ze in den haard, waarin nog de grauw-witte asch van gisteren ligt, en steekt ze in brand De vlam heeft ze weldra verteerd. Grooten indruk heeft gemaakt liet rapport vanBallot-Beaupré. De stoutste verwachtingen van de vrienden der revisie heeft het over troffen voor de anti-revisionisten is het een teleurstelling, omdat er de innige ovei tuiging var; Dreyfus' onschuld in doorklinkt. Wij zullen onze lezers niet vermoeien met het nijdige gemor ert gedreig der laaisten noch ook met de van voldoening en hoop tintelende taal der revisionistische bladen. Maar wat wel vermelding verdient is liet voornemen dat de correspondent der slnd. Beige"' aan enkele leden der meerderheid in de Kamer toeschrijft, nl, om te verlangen dat Ballot-Beaupré's rapport en de uitspraak van het Hof zullen worden aangeplakt in alle gemeenten van Frankrijk. Ongetwijfeld zou dit niet meer dan billijk zijn tegenover de publiciteit die op gelijke wijze gegeven is aan de rede, doof Cavaignae indeityd in de Kamer gehouden om Dreyfus' schuld aan te toonen. Men weet dat ter staving van zijn bewijs toen door Cavaignae de valsche stukken van hef geheime dossier zijn aangevoerd. Zal de Kamer het aandurven Zal zij den zedelijken moed bezitten om te erkennen dat zij indertijd gedwaald heeft? Zij zou er goed aan doen aldus aan het land een voorbeeld te geven van den eerlijken zin die behoort voor te zitten, wil 't het land goed gaan. Het Hof heeft na mr. Mornard's pleidooi zijn zitting verdaagd om op zijn volgenden zittingsdag uitspraak te doen. 7ooals de lezer weet verwacht men die Zaterdag. Het pleidooi van den talentvolien verde diger was in één woord verpletteiend. Wij zullen trachten er een beknopt overzicht van te geven. Achtereenvolgens wees Mornard op Drey fus' schitterende capaciteiten, erkend in zijn conduite-lijst, op zijn rijkdom, op zijn regel matig leven. Daarop van de moreele bewijzen die in 1894 gegolden hadden, overgaande op de materteele, toonde ook hij aan dat er maar één materieel bewijsstuk washet borderel. Daarop toonde de advocaat aan dat er geheime stukken in 1894 aan den krijgs raad waren overgelegd. Nog stond hij stil bij het feit dat Dreyfus den Elzas had ver laten om Franschman te blijven. Even sprak Mornard over de insinuatie van generaal Roget aan zijn adres aangaande de brieven van Esterhazy op mailpapier. J Ik zou daarop persoonlijk met hebben gewezen", verklaarde Mornard, amaar ik dank den heer procureur dat hij het in mijn plaats heeft willen doen."' Een oogenblik amuseerde de .pleiter de toehoorders door op scherpe wijze den fau- tastischen uitleg van den schriftkundige Bettillon te hekelen. Deze had vergeten te verklaren, hoe Dreyfus door zijn eigen schiift te combineeren met dat van zijn broeder, zijn vrouw en andere familie-ie ien om het zijne te verbergen, er in geslaagd is het schrift van Esterhazy te voorschijn te brengen. »Bertillon is een genie, heeft de heer Lépine gezegd. Helaas 1 een genie dat een treurige verwantschap bezit (krankzinnigheid), en ik vrees dat de heer Bertillon nogal eens om gaat met dien verwant." Dtt geestig beroep op Lombroso's bekende verklaring van het genie deed de toehoorders hartelijk lachen. Met kracht van argumen' n betoogde Mor nard vei volgens dat het borderel niet van Dreyfus kan en van Esterhazy moet zijn. sik breng u geen vermoedens van Dreyfus' Langzaam is de moeder niefc haar dochters de trap opgegaan en naar haar woning; Hansje heeft haar gesteund. Zij komen van de begrafenis terug. Het wordt al eenigsrins donker. „Wat zal het nu leeg en eenzaam zijn klaagt de weduwe als zij haar woning bin nentreden. Alleen Else weet dat nog iemand mee naar boven is gegaanRobert Siegert. Als mevrouw Hilbers op haar gewone plaatsje is gaan zitten, treedt hij voor haar Hij ziet er nog slanker en plechtstatiger uit dan gewoonlijk. „Geachte mevrouw," zegt hij, „het is een moeilijke, ernstige ure; maar het leven is uiteraard reeds een ernstige, moeilijke taak - daarom mag ik nu spreken. IJ staat na het verscheiden van den braven mijnheer Hil bers, die 'zulk een krachtige steun voor de zij nen was, met de znvakke weezen zonder man- nelijken bijstand. Wil u mij vergunnen mij als zoodanig te beschouwen? Wil u mij de hand uwer dochter Else schenken? IJ weet immers dat wij reeds laug den wensch heb ben gekoesterd elkander toe te behoor en voor do reis door het leven. Nu is mijn salaris weer verhoogd en kunnen wij het wagen, wanneer wij bescheiden zijn in onze edsahen." Mevrouw Hilbers knikt, glimlacht zwak jes en reikt hem de hand. „Ik geef u mijn zegen. Ik heb steeds dien wensdh gekoesterd en het verwacht," zegt zij terwijl zij een paar tranen afwischt. onschuld, mijne heeren". zeide hij. »Ik doe meer. Ik breng u de doorslaande bewyzen van Dreyfus' onschuld door u de schuld van Esterhazy aan te toonen." Daarop sprak de advocaat over Henry's getuigenverklaring voor deu krijgsraad, welke verklaring hij meineedig noemde. Het bor derel was Dieyfus na zijn veroordeeling ont nomen, uit vrees dat hij het grondig zou kunnen onderzoeken. En toch durfde men als argument voor zijn schuld aanvoeren, dat de ongelukkige in zijn brieven geen feiten wist aan te voeren om zijn onschuld te bewijzen. Hij las een brief voor van Drey fus, waarin deze aan de BoisdefTre schrijft S Mijne moed is weg, mijn hersens zijn afgepijnigd. Mijne kinderen groeien onteerd op. Ik slaak een kreet van stekende wanhoop met bloedend en bevend hart. Ik ben zeker dat gij mij zult begrijpen, generaal, ik smeek u een woord van hoop te willen geven aan mijn dierbate vrouw". Mornard bracht toen hulde aan Picquart en ontleedde met bijtenden spot de aanklacht tegen Picquart, betustende op een beschul diging van den falsaris Henry. Overgaande tot de bezwaren tegen de revisie, verwierp Mornard het denkbeeld dat Dreyfus schuld zou hebben bekend en noemde hij de verzekeringen van de vijf opeenvol gende ministers van oorlog niets anders dan de afspiegeling van de nieening van het inlichtingenbureau. Vervolgens ging hij het militaire en het geheime dossier na. Opzien baarde zijn ver zekering dat daarin een stuk voorkomt, waaruit blijkt dat een jaar na Dieyfus'ver oordeeling nog een spionage had plaats ge vonden die ook Dreyfus te laste was gelegd. »Ik geloof dat geen enkel Franschman", sprak Mornard, »wien de onschuld van Dreyfus is aangetoond, zou aai zelen hem het herstel van eer te geven, dat men aan hem verschuldigd is, door te doen ophouden de rechterlijke dwaling waarvan hij het slacht offer is". De advocaat zou gaarne geconcludeerd hebben tot vernietiging van het vonnis zonder verwijzing; hij deed dit evenwel niet omdat mevrouw Dreyfus wil dat haar man voor een anderen krijgsraad zal worden verwezen om door zijn gelijken vrijgesproken te worden. Hieiop nam de pleiter zijn conclusies om met een door tranen verstikte stem in een schitterende peroratie te eindigen, die met toejuichingen werd begroet. Toen de zitting was afgeloopen was er letterlijk een défilé van personen die Mor nard de hand kwamen drukken en hem geluk wenschton met zijn pleidooi. Sommigen omarmden hem zeer bewogen. Marchand. Heel Parijs heeft gisteren feest gevierd ter eere van Marchand. Met ware, werkelijk gevoelde geestdrift werd de majoor ontvangen en naar het ministerie van marine geleid, waar een officieel dejeuner plaats vond. Lockroy dronk op Marchand en de marine- infanterie, Maichand op Loubet, Lockroy en de chefs der marine. Na afloop kregen Mar chand en zijn metgezellen de herinnerings medaille met het opschrift: ïMet de expeditie- Marchand van den Atlantische Oceaan naar de Rcode Zee. 1896-1899." Namens de nPatrie" en de militaire pers werd Marchand een eeredegen aangeboden. Daarna ontvangst door Loubet op het Elysée en bezoeken aan den minister-presi dent Dupuy en minister Delcassé. 's Avonds was er feest te zijner eere iri „En jij Else?" „Ja, Robert." Hij legt zijn arm om haar heen en trekt haar slanke gestalte naar zich toe; zij laat haar hoofd tegen zijn borst rusten en sluit de oogen en één oogenblik heeft zij visioe nen van andere, lichtere dagen en zij hoort stemmen die eens haar oor hebben getroffen. Dan richt zij zich weer op en zegt bleek, maar op vasten toon: „Robert wij zullen de reis wagen." Ook Frits Lokmami heeft de begrafenis van Anton Hilbers, 'die ver buiten de stad op het nieuwe kerkhof te Charlottenburg plaats vond, bijgewoond. Yan verre heeft hij de weduwe en de dochter en drie andere an dere menschen die zich bij hen hebben ge voegd, gadegeslagen. Yan de onderwijzer Hil bers heeft hij nadere bijzonderheden gehoord. En hij heeft zich zoo aangegrepen gevoeld door medelijden met het moedige blonde meisje en daarom heeft hij zijn spreekuur verzuimd en is naar hert kerkhof gegaan. Er zijn heel vreemde gedachten bij liem opgerezen toen hij naar die kleine groep aan de open groeve keek en toen is hij naai de villa Clementine gegaan. Yader en moeder zitten bij elkaar in de huiskamer, wat vroeger niet dikwijls ge beurde. de Militaire Club die versierd en geïllumi neerd was. Tot laat in den nacht bleef het zeer druk bij den weg, zonder dat de orde ernstig ver stoord werd. Een manifestatie van royalisten weid terstond uiteengejaagd. Marchand werd telkens met groot enthou siasme begroet. Om 11 uur 's avonds ver scheen hij op het balkon van de Militaire Club en liep de menigte toe: iLnnt ons eensgezind zijn Leve de RepubliekLeve het leger I" Marchand is natuurlijk teistond geïnter viewd. Allereerst verklaaide de majoor in zijn rede te Toulon geen critiek te hebben willen oefenen, zooals er uit begrepen was. Interessant is wat hij mededeelde over zijn reis en over de toestand in Afrika. Van af den Congo tot deu Nijl had hij steeds verbonden gesloten die hem in staat stelden in geval van een verwikkeling zich zonder soldaten uit het moederland te helpen. Wat Abessynië betreft, noemde hij dien staat het Pruisen van Afrika. Menelik heeft een georganiseerd leger van 200.000 man. Abes synië wil zich krachtig uitbreiden en zal zeer zeker de EngeLchen nog heel wat werk geven. Marchand moest erkennen dat Frankrijk door uit Fashoda terug te trekken zyn aan zien in Abessynië verloren had. Gemengde Medcdeellngen. In het Lagerhuis is gisteravond, een blauwboek der regeering rondgedeeld over het dvnamiet-monopolie ia Transvaal. De Duitsdhe regeering beeft nu bij den Rijksdag ingediend een wetsontwerp tot be- soherming van de arbeidsverhoudingen in de industrie. Het wetsontwerp bedreigt gevan genisstraf tot het maximum van een jaar, bij verzachtende omstandigheden te vervan gen door boete tot ten hoogste 1000 Mark, tegen hem die hetzij door lichamelijken diwang hetzij door beleedigin'g of smaad, een patroon of werkman dwingt tot deelneming of niet-dteelneming aan een vereeniging die ten doel heeft in te werken op arbeids- of loonivei-houdingen. Gelijke straf treft dtengeen die door dezelf de middelen een ander dwingt tot ontslag of het niet-aannemen van arbeiders, respectie velijk het nederleggen of niet aanvaarden van werk, met het.doel oon uitsluiting, res pectief werkstaking uit te lokkon of nalatig heid van een der partijen. Evenzoo dengene die een ander, niet deel nemend aan een „lock out" of een werksta king deswege bedreigt of smaadt. Gevangenisstraf treft de deelnemers aan publieke samenscholingen waarin een dor bo venbeschreven handelingen wordt begaan, in dien tengevolge daarvan een werkstaking of een uitsluiting is ontstaan, of gewaar voorde zekerheid des Rijks of van een der bonds staten, of gevaar voor menschenlevens of eigendom. In dit geval bedraagt het maxi mum der straf 3 jaren, voor de raddraaiers 5 jaren tuchthuis. Te Kiel is gisteren in tegenwoordigheid des Keizers een nieuwe 'kruiser ter vervan ging van den K n i g W i 1 h e 1 m te water gelaten. Het schip werd d'oor de grootherto gin van Baden gedoopt Kaiser Wil helm der Grosse. De Landdag van Saksen-Coburg-Gotha heeft met algemeene steramen, op die dei- socialisten na, den wensch uitgesproken dat de vermoedelijke troonsopvolger zoo spoedig mogelijk in het land kome wonen. „Zoo, ben jij daar," zegt mevrouw Loh- man, terwijl zij haar zoon de hand toesteekt. „Dat is aardig van je zoo vroeg, op zoo'n ongewonen tijd. Haar stem is week als van ingehouden tra nen. Hij luist haar koude vingers. „Mama heeft verdriet," zegt de directeur, „dat Willy nog mets van zich laat hooren. Dat heeft zij niet verdiend, meent zij, terwijl zij altijd zoo toegevend jegens hein was en hem altijd in zijn zwakheid stijfde." „Man zegt zij hoofdsdhudldend. „Ja, dat is een tijd die doorgemaakt moet worden," zegt de oude heer. „Misschien komt hij nog wel eens bij ons terug, misschien wel voordat hij zijn erfdeel krijgt, waarop hij zooveel gezondigd heeft." Een poosje is het stil. „Het valt niet licht een zoon te verliezen," zegt mevrouw L ohm aim dan. „Moeder, zoo'n vaart zal het niec. loopen. Er schuilt in hem toch wel een goed'e kern." „Jij verdedigt hem?" „Ik spreek de waarheid." Weer stilte. Dan zegt de directeur: „Ik heb mama nu verteld hoe het kwam dat jij de zaak ontdekte door dat mooie, rossige..." Frits is plotseling aan zijns vaders zijde en legt zijn hand op diens arm en ziet hem ern stig in het gelaat. „Yader, ik moet het maar zeggen, nu met een; er moge van komen wat wil. Ik heb dat meisje lief, vader -en geen andere zal De minister wilde dienaangaande in een commissie-vergadering mededeelingen doen. Men brengt dit in verband met het reeds door ons gemelde besluit van den hertog van Connaugt om zijn rechten af te staan ten behoeve van den hertog van Albany. Men weet dat Quesnay de Beaurepaire's grief tegen president Loubet is, dat deze op 19 November 1892 als minister-president nie.t binnenlandsche zaken hem, toen procu reur-generaal, zou belet hebben vervolgingen in te stellen tegen de panamisten. Maar wat blijkt nu? De „Figaro" publi ceert het volgende telegram van Quesnay de Beauivpaire, juist, van 19 November 1892, aan Joseph Reinacli„Beste vriend. Ik doel u hiermede met groot leedwezen mede dat u vanavond een treurige tijding za.1 bereiken. De dagvaardingen in zake Panama gaan over eenige oogenblikken m zee, en daaron der bevindt ziah een naam die u dierbaar is, enz." Dit sloeg op Jacques Reinadh. En toch durfde De Beaurep tre voor de jur- herhalen„Ik verzeker bij den naam van God dat Loubet de verzending der dag vaardingen heeft belet." Henri Rochefort spoort het Fransche offi cierscorps aan de Joodsche officieren te boy cotten en zoodoende te dwingen het leger te verlaten. Déroulède werd' gisteren' in de Fransche Kamer door zijn geestverwanten hartelijk begroet. In de Spaansdie Kamer wordten heftige discussies verwacht over het d'oor den minis ter van onderwijs ingediende ontwerp tot hervorming van het hooger onderwijs, dat in conservatief-dericalen geest is. Pidal is door de regeeringsmeerderfiei'd aangewezen tot voorzitter der Kamer. Het schijnt dat een door Muzelmannen be raamde aanslag tegen prins George van Kre ta tijdig verijdeld is. Verscheiden schuldigen zijn verbannen. Het uNew-York Journal" verneemt uit Labuan dat op Mindanao weer hevig gevoch ten wordteen dorp zou gebombardeerd en vernield zijn. Te Washington weet >*-en er niets van. De minister van oorlog heeft generaal Otis telegrafisch gevraagd hoeveel man hij noodig zou hebben ter vervanging der repatrieerende troepen. Otis heeft, volgens de ïWorld", geseind dat hij hoogstens 30,000 man noodig heeft. Gisteren werd te Johannesburg in de bu reau's der Standard Bank de heer Eckstein d'oor den Amerikaan Thomas Reagon met een zweep en met de vuist zoodanig toege takeld, dat zijn bril brak en bij ter aarde stortte. Reagon werd na wanhopigen tegen stand overweldigd, doch ging toen nog eens Eckstein te lijf. Men seint ous uit 's-Gravenhage De nieuwbenoemde gouverneur-generaal van Ned.-Indië, generaal-majoor W. Roose boom, heeft reeds een zeer belangrijke staat kundige en militaire loopbaan achter zich. mijn vrouw worden. Yader, moeder ik bid u De directeur kucht alleen even. Dan ante woordt hij„Ik hab mij veel heel anders voorgesteld. Maar je bent geheel zelfstandig en weet wat je doet. Daar heb je mijn hand ik vind goed wat je doen wilt." Nu ziet Frits zijn moeder aaner heerscht zulk een beklemde stilte om haar. Maar zij licht ook haar hand op, die op haar schoot rust, steekt hem die toe en zacht en innig klinkt haar stem als zij zegt: „Ik wil niet nog een zoon verliezen. Frits, breng je meisje maar hier." „Vader, moeder!" klinkt zijn juichkreet door het schemerende vertrek. En een uur later brengt Frits Lohmann Fransje Hilbers over den drempel der villa Clementine. Zij is in den rousw; maar haar schoon gelaat straalt van liefde en geluk. Zij herinnert rich, nu niet meer hoe treurig en gedeemoedigd rij eens dien zelfden drempel over is gegaan. „De ouders wachten op hun kinderen," zegt de advocaat.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1