53'" Jaargang. Zondag 4 en Maandag 5 Juni 1899. Mo. 9950. Tweede Blad. BEKENDMAKING. Gymnasium te Schiedam. HAAGSCHE BRIETEn! BINNENLAND. SCHIEDAM! CHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor S c h i e d a m en V 1 a a r d i n g e n 11. 1.25. Franco per post 11. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Ylaardingcn '10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Botentraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels 11. 0.90; iedere regel meer 12i/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën hij abonnement op voordeeligo voorwaarden. Tarieven bier- van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kinine ntlr.erlentiiin opgent men tol den prijs van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen. Inlcrc. Telefoon Aio. 1123. REGELING! van liet voorbereidend Militair Onderricht. De Burgemeester van Schiedam. gezien de beschikking van den Heer Minister van Oorlog, dd. 1 Juni 1898, "Vile aid. no. 10; brengt bij deze ler kennis dat bovenstaande regeling in hoofdzaak eemge bepalingen bevat, eldeis m deze Courant opgenomen. Schiedam, 3 Juni 1899. Do BurgemeaHer voornoemd, VERSTEEG. Al»SlIS8»E-EXA]JIEai op 11, 12 en 13 Juli 1899, des morgens te 8JA uur. Belanghebbenden worden verzocht zich vóór 1 Juli a.s. aan te melden bij C. J. VINKE,STEIJN, Qymn.-rec.tor. Den Haag, 1/2 Juni. ZomermaandLaat mij echter voorzichtig wezen. Wel is de hemel blauw en wel ver blijdt een koesterend zonnetje mensch en dier, zoo'dafc 't een lust is, waarheen men 't oog ook ridht, maar wij zijn 't nog niet ver geten, d'at de Meimaand, daifc' veelgeprezen troetelkind der dichters, ons leelijk heeft beet gehad. Zeker, een enkel maal heeft zij ons allervriendelijkst toegelonkt, somtijds scheen zij de lieftalligheid, door tail van po ëten zoo ziwierig bezongen, heusch te willen ten toon spreiden, maar nauwelijks waren de overjassen afgelegd en de regenschermen op geborgen, of d'aar begon het lieve leven van guren wind! en, kletterende regens opnieuw. Dus nog maar eens af go wadi t of de Juni maand, die met zooveel glans optreedt, 't werkelijk goed met ons meent en den 'horen van weelde en overvloed inderdaad over ons wil uitstorten. Voor 't oogemblik willen wij intusschen dankbaar de lieflijkheid aanvaar den., die Zomermaand ons brengt. Zij brengt ons ook nog andere dingen aan gename en twijfelachtige. Tot de laatste rei ken ik den terugkeer onzer honderd wetge vers, de „geachte leden" zooals men euphe- mistisóh pleegt te zeggen. Dinsd'ag a.s. zul len zij aan het historische Binnenhof weder dio eigenaardige levendigheid bijzetten, waar op een rechtgeaard Hagenaar zeker zwak heeft, Het is zonderling dat de heeren veelal in de lange herfst- en wintermaanden zoo weinig afdoen en dan, als de natuur op Ixaar schoonst is en de vergaderzaal dus weinig uit lokkend, moeten terugkeeren voor veel zeer belangrijke maar toch" niet erg vroolijke za ken, juist wanneer het kweelend vogelenheir en de geurende meidorens en seringen hen als om strijd naar buiten roepen. Nu weet ik wel dat de regeeringhieraan veelal ruim zoo veel schuld heeft als de Kamer, maar zonder schuld is laatstgenoemde toch zeker niet. Want hot was althans eigenaardig dat in vroeger jaren, toen de HaagscJie kermis nog bestond zij begon altijd den 2en Maan dag van Mei de Tweede Kamer wel zorg de om op dien 2en Maandag ook steeds pre sent te wezen. Destijds beweerde men wel dat de grappenmakers, die op het Buitenhof de kijkgrage menigte amuseerden, eigenlijk ooncurrentie aandeden aan de grappenma kers yan het Binnenhof. Het is waar dat ik somtijds op het Buitenhof kunstenaars op 't slappe of stijve koord lidb aanschouwd, die in hun genre volstrekt niet uitmuntten bijv. boven den heer Heemskerk Azn., als deze op t politieke koord van het Binnenhof zijn zeldzame kunstverrichtingen ten beste gaf. En het evenwicht, d'aar buiten door de kun stenmakers moeizaam bewaard, was immers slechts kinderspel bij het evenwicht, dat bij den heer Wintgens berustte, toen deze met djn stern feitelijk besliste of de Kamer naar rechts dan wel naar links „om" was. Die tijd ligt reeds vèr aühter ons. De Haagsche kermis, waarnaar- een Willem Hl, flls staatszorgen henr op Engelarrds troon vasthielden, smachtend verlangde, is reeds vele jaren dood en begraven. En ook de hee ren Heemskerk en Wintgens, en hoewelen nog met henrarsten ook reeds vrij lang in heft stille graf. Men zie geen ongepaste spotzucht 115 de samenkoppeling van hun namen met onze verdwenen kermis. Het moge waar zijn dat de grieven, tegen kennissen aan te voe ren, talrijk en ten (leele zeer gegrond zijn, maar had' ook z ij niet haar lichtzijde en bood' ook z ij' niet gelegenheid zoowel tot vermaak als tot leering? Hoe menig kinderoog blonk niet van vreugd als die jaarlijksche pret weer begon! Hoe menig volwassene wist ook niet op passende wijze in de dan heersehen.de vroohjldheid te deolenHoe menig vernuftig toestel, dat verrassende en leerzame dingen, aan 't lidht bracht, werd niet op de kennis vertoond' en verklaardIk ben dan ook over tuigd, dat mr. Heemskerk, als hij nog even kon opzien, met de eigenaardige bonhomie, die hem vooral in de laatste jaren maar zel den verliet, goedkeurend Icmkken zou bij mijn klein betoog, dat het goed© net zoo wol na te speuren was in de aloude kermis a,is 'het te vinden was in zijn veelzijdigen arbeid, die van zijn veelzijdigen geest onbetwistbaar getuigenis aflegde. En nu wil ik de vergelijking niet gaan uit spinnen door te wijzen op hetgeen ais onma tig of onrein in de kermis valt af te keuren en op hetgeen in zijn staatkundige loopbaan ook niet de> juiste maat hield en ook niet hee- lemaal zuiver was, dit is geheel overbodig. Wij weten allemaal immers wel, dat men geen zoo groote rol als de zijne was, in de politiek speelt, of er is noodwendig heel wat schaduw naast het licht. Alles samengeno men mag degeen, die zooveel diensten aan zijn land bewezen heeft als deze bekwame staatsman, op eerbiedige herdenking bij zijn medeburgers aanspraak maken. Keeren wij dus tot 't heden terug en vra gen wij wat zij, die nu het bewind voeren, zullen tot stand brengen. Daar zijn wij we der midden in de twijfelachtige dingen ver plaatst, die Juni nog in haar sahoot ver bergt. Met belangstelling verbeiden wij het antwoord op deze vraag, terwijl 't voorzich tig is geen voorspellingen te wagen. „Ce qu'on voit et ce qu'on ne voit pas" is een ge vleugeld woord geworden, sedert Frédéric Bastiat, als 't ware met reeds stervende hand, aan zijn beroemd vlugschrift deze woorden ten opschrift gaf. Wat men hier ziet, zou lidhit de gedadhte wekken dat in langen tijd geen kabinet zoo vast gezeten heeft als het bewind dat nu bijna twee jaar liier de teugels voert. Er lieerscht kalmte en slechts bij uitzondering hoort men in de Ka mer en zelfs in de Pers vinnige of schampere taal. De aanwezigheid van zooveel aanzien lijke en vermaarde mannen in onze residen tie doet zelfs een zekeren glans op onze be windslieden afstralen. Maar er is ook vrij veel wat men niet ziet en, als men dat zag, zou de schilderij er niet 'bij winnen. Zoo is bijv. da stemming in onze Tweed© Kamer ten opzichte van onzen minis ter van Buitenlandsche zaken niet gunstig. Toch neemt hij in schijn een bevoorrechte plaats in, nu hij dagelijks met ambassadeurs als baron de Staal, de graven Miinster, Nigra en Welsersheimb, sir Julian Pauncefote en zooveel anderen op vertrouwelijken voet con verseert. De netelige uitsluiting van de Transrvaalsche regeenng, en nog meer die van den Pans, is voor den beer De Beaufort nog niet van de baan. Met een tegenstander als dr. Kuyper heeft men zoo gemakkelijk niet afgerekend. Zeker is 't maar goed dat hij niet langer getalmd heeft met de terug roeping van onzen gezant te Petersburg, want er gingen reeds vrij wat stemmen op, die den minister zijn dralen, zijn zwakheid verweten. Zwakheid, dit verwijt schijnt inderdaad verdiend. Het gebeurde met den Armeni- sciheii professor Minos Tdheraz, al geeft men van overheidswege een schoonschijnende glimp eraan, plaatst den hoer De Beaufort wederom niet in een voordeelig licht. Want, terecht of niet, men houdt 't algemeen voor zeker, dat onze burgemeester zijn wenk aan de Chr. Vereen, v. Jonge mannen om zoo mogelijk den Armeniër te doen zwijgen, eerst na overleg met den minister Beaufort gege ven heeft. De waarheid zal wel nader blij ken, maar welke overheidspersoon hier ook is opgetreden, zeker is 't dat wij als Neder landers weinig trotsctli hebben te zijn op deze angstvallige en enghartige handelwijze te genover een vreemdeling, die vermoedelijk dacht dat mem hem in liet vrije Nederland met heuscihheid ontvangen zou om in be schaafden vonn te zeggen wat hem op 't hart ligt. Nederland kan geen hoogen toon in de wereld meer voeren, dat weten wij zeer wel en daarover' zijn we in 't minst nlot treurig, maar ook zonder een hooge borst te zetten moeten wij tocth bedenken, dat men in do wereld geldt hetgeen men zich gelden doet. En wij hebben, Goddank, nog geen wenken van een Turksch. gezantschap af to wachten om te bepalen wat wij in eigen kring willen toelaten of niet. Ik vrees voor den heer De Beiaufort dat hij ook van dit zaakje nog ver driet beleven zal, hij is inderdaad niet e n veine. Wij zouden ook van andere ministers als minder vast in den zadel dan 't wel sdiijnt kurnen gewagen. De titularis van Binnen- 1 andsche Zaken mag zich ook niet op groote sympathie beroemen. Daargelaten dat men met toenemend scepticisme zijn leerplicht- ontwerp aanziet, vraagt men zich af wanneer hij eens met een goede Armenwet voor.d'en dag zal komen. Nog dringender is wellicht een hervorming' van do betrekkingen tus- sclien Rijk eu Gemeenten en dan is er nog eon moeilijk onderwerp, dat feitelijk reeds lang moest zijn ter hand genomen, namelijk de voorbereiding tot de wettelijk voorge schreven herziening der Drankwet, die deze minister zeer zeker zich niet van don hals mag schuiven. En ook op d i t gebied een lam personen- zaakje, door de ergerlijke bejegening van dr. Bredius. Ik ga die veelbesproken historie niet voor uw lezers oplialon, maar al zou 't waar wezen dat de heer Bredius een lastig ambte naar was, clan nog behoorde de minister te genover zulk een man te toonen dat hij ruim en breed van opvatting is. „Felix quern faciunt aliena pericula cautum", die gulden regel mocht hier niet vergeten worden na het vroegere pijnlijke incident BrediusVan Houten. En nu blijvo het ongeval, dat den minis ter Lely met zijn Ongevallen-wet licht over komen kan, hier maar rusten en wij stappen maar van de hooge polittok af om een oogen blik ons te v#rmeien op de „keuze-tentoon stelling" van Pulehri Studio, welke benaming de niet voor mijn rekening neem, maar van welker in'hond ik gaarne getuig dat zij een lust der oogen is, dat zij een keur van schoonheden aanbiedt. Als wij als Nederlanders de oude fierheid nog gevoelen,, dan is dat niet 't minst wan neer wij ons omringd zien door de werken on zer schilders. Zij althans zijn nog.met „van de deugd der vaderen ontaard''. iU ontbreekt de evenknie van Remórandt, wij bezitten toch nog kunstenaars die den roem der 17e eeuw in onze 19e doen herleven. In Pulehri's kunstzaal zijn eenigen, die in de laatste jaren ons ontvielen, bijeen, laat mij een drietal uit hun rij noemenBosboom, Mauve, Roe- lofs die namen zullen bij het nageslacht blijven leven, evengoed als dis van Rem brandt's tijdgenooten, welke in de musea van gehëel Europa zoo hoog worden geschat. En van de levenden, wier werk in Pulohri boeit en bekoort, zal ook menigeen bij ko mende geslachten in eere blijven1, laat ons bij den naam van den Nestor ons bepalen, Jozef Israels draagt reeds de kroon der onsterfe lijkheid en hij is van de hier vergaderden niet de eenige, De eerste, dien ik noemde, was Bosboom, van wien 4 werken hier prijken, allen sahooa maar één draagt den palm wegen dat is die heerlijke kei-k te Trier, welke door een mees terlijke verdeeling van licht en schaduw langs de hooge gewelven uitmunt. Voeg daar bij een voortreffelijke groepeering der geloo- vigen met den priester voor 't Altaar op den achtergrond en den „Suisse" in zijn veelkleu rig gewaad op den voorgrond. Mauve is hier ook door een 4-tal vertegen woordigd, waarvan wij het groote veestuk op de eereplaats bewonderen, maai' toch worden wij nog meer bekoord door die beide lief lijke heide- en duinstreken met de grazende schapen, die 't weer duidelijk uitspreken dat deze te vroeg gestorven meester vóór alles Harmonist was. Roelofs herleeft hier in 2 zijner werken, den uitstekenden landschapschilder ten volle waardig. Zijn plas met de bloeiende water leliën is schitterend mooi, nog pakkender is m. i. zijn heuvelachtig landschap met de prachtige boomgroep aan den voet der hoogte. Nog lang zou ik kunnen stilstaan bij an deren, die ook sedert korter of langer zijn heengegaanBilders, Rodiusen, Sam Ver veen, Bakker Korff enz. Het is hooge kunst, wat de mcesten hier te zien geven. Maar laat ons nog een oogenblik bij de levenden vertoeven, bij Israels met zijn „.Alleen op de wereld" en zijn „Als men oud wordt", vol poëzie en bezieling, vol teederheid en harmo nie. Zijn mededinger in het genre mag wel Albert Neuhuys heeten, van wien vooral het heerlijke doek „Moeder en kind" de algamee- ne bewondering opwekt. Het beeld dier Moeder behoort tot het allerschoonste, dat deze meester gegeven heeft. Mevrouw Ronner brengt ons een dier gees tige tooneeltjes uit de kattenwereld, Waarin zij een zoo buitengewoon talent ten toon spreidt. Heb is werkelijk vrouwelijke coquet- terie, die uit dit stukj© dierenwereld! tot ons spreekt. Bisschop geeft hier de beeltenis eener bejaarde vischvrouw, Maartje de Sdie- veningster, in alle opzichten: kleur, teeke- ning, uitdrukking, meesterlijk behandeld'. En verder de drie Marissen en Du Chattel en Bles en Mesdag en Klinkenberg en Apol, in derdaad', men weet niet op welk plekje der zaal men 't liefst vertoeft. Slechts zeer bij uitzondering gaat men half voldaan verder, eigenlijk moest ik allen noemen, want van allen die hier zijn is het werk zeer beziens waardig. Het is dus ten hoogste aan te be velen om niet naar den Hakig te komen, zon der althans 1 a 2 uurtjes voor een bezoek aan dezen tempel van kunst af te zonderen. Nu het weder zoo zonnig en heerlijk is. zal men toch geen spijt hebben, als men een dagje in de residentie doorbrengt. Het strand met zijn omgeving prijkt ook weer in vollen glans, vooral nu het Philharmonisch orkest tot ons is teruggekeerd en de „Bar" nu t haar Tziganer-kjpel opnieuw dc bezooker> trekt. Zij, die liefst een „Spectacle v.u-ié" bijwo nen, moeten op Seinpost of in de -t.ul tji hel „Casino" hun heil zoeken. Voor de leden der conferentie en hun da mes voor zoover dezen althans zijn mee gekomen is vooral de heropening van het Kurhaus een aanwinst. De maand Mm is hier altijd arm aan amusement, want de opera verdwijnt dan. de eoniedie-vooi-tellin gen loopen mede af en de bui ten-gek genlie den zijn nog met open, of wel zijn bij d ge wone schraalheid der Meimaand zcei weinig aanlokkelijk. Maar op liet Kurh.nn. kun men gisteren reeds vele vreemdelingen opmerken o. a. in den restaurant, waar eenigen het ge not der tafel met liet genot der zee op zeer vo-ldoende wijze wisten Le verbinden. De talentvolle Ribeeck leidde zijn voor treffelijk muziekkorps op de bekende uit muntende wijze. Als no. 1 na de pauze deed hij ons kennis maken of hernieuwen met zijn effectvolle feestklanken, ter eere van de kro ning onzer Koningin. Het werd met veel brio uitgevoerd en natuurlijk jokte het fi nale met liet "Wilhelmus in de oude toonzet ting een daverend applaus. Maar het is tijd om te eindigen Ik zal du» maar niet verwijlen bij onze laatste raadszit ting, waar o. m. over een vrij bedenkelijk ongeluk)0 bij een kindervoorstelling in ae zaal Diligentia geïnterpelleerd werd Het is betrekkelijk goed afgeloopen, hoewel drie kinderen brandwonden gekregen bobben rl:e niet zoo heel onbedhidend zijn. Maar met schrik vraagt men wat 't zou geworden zijn, als het tot een paniek gekomen was. Ik zwijg ook over de discussies betreffende uit breiding der gemeente, niet slechts in do O O richting-Rijswijk, maar in iedere nslitriig. Die uitbreiding is onbetwistbaar noodig, maar de hh. raadsleden vragen te vee! en vergeten het Spreekwoord van den man, die 't onderste uit de kan wil hebben. De icgee- riug /.ai Hen met hun veeleischend voorstel zekei niet vriendelijk zien aankomen. Wij zullen dit zaakje later nog wel eons bobben te bespreken, voor beden echter basta' Yisschersliaven te Scheveningcn. In het antwoord der regeering aan de Tweede Kamer omtrent de Vissehersliaveri te Schevenirigen weerlegt de minister vari waterstaat in de eerste plaats de in liet voorl. verslag vooropgestelde meerling, dat het maken van een \issclierslmven te Sche- veningen niet zoude zijn een algemeen Rijk- belang. Hoe maatregelen tot behoud en tei bevordering van den bloei der Seheveningsche visseherij onbillijk zouden kunnen woiden geacht voor de Maassteden, die, naar beweei d wordt, op hare kosten hare havens op groot»' schaal hebben ingericht, is den minister niet duidelijk. Indien het omgekeerde geschiedde en de Maassteden waren gesteund met het gevolg, dat de visscherij van Scheveningcn weid onttrokken, dan zou veeleer van onbillijkheid sprake kunnen zijn, altijd als het algemeen belang eene dergelijke beperkte opvatting zCu toelaten, In de vmanr wsllc visseïterstaat- tuig voor Sclieveningen de vooi keur verdient, stelt de regepfing zich, gehoord belangheb benden en technici, geen partij. Dat liet bin- nenloopen van den ontworpen havenmond bij ruw weder niet mogelijk zal zijn vvoidt toe gegeven, maar dat zou ook zoo zijn al werd de havenmond nog wijder dan 130 M. ge maakt. De gelegenheid tot binnenloopen is dan ook minder noodig, daar bij ruw we ler de schepen liefst niet in de nabijheid van de kust znilen koinen. Omtrent de wijdte van den havenmond 130 M. wordt verwezen naar de haven monden van een aantal door vi-seheisvaar- tuigen bezochte havens, die geen giooter bi eed- te hebben dan ten hoogste 100 Meter. Vi ee» dat de zoogenaamde Noord bank 300 a 400 M. buiten den geprojecteerden havenmond ge legen, het binnenkomen van de haven z.d bemoeilijken, behoeft er niet te beslaan, daar zij ook vroeger geen bezwaar beeft opgele verd voor het landen der geladen bomschepen op bet strand. Dat de' tijd, per tij beseliikbaav voor het binnenloopen en op de plaats brengen in de binnenhaven, te kort zou zijn, dan ook niet worden toegegeven. Het ligt inderdaad in de bedoeling dat de haven om blijvend op de diepte van 2 M. -+- A. P. te kunnen worden onderhouden, met eenige overdiepte zal wor den aangelegd. Hoeveel die overdiepte zal kunnen zijn, zal in overleg met het Dep. van Oorlog worden bepaald. Met betrekking tot de geprojecteerde haven en de niet noodzakelijkheid van een fut daarbij heeft de minister van Oorlog zijn ge voelen uiteen gezet. In de eerste plaats betoogt die minister, dient te worden nagegaan welke afmetingen, in het bijzonder wat de diepte betreft, de Innen zul vei krijgen. Krijgt zij zulk een diepte dat gioote schepen met volle lading kunnen binnenloopen, dan moet de toegang tot de liaven verzekerd vvoiden. Laat die diepte slechts toe, dat uitsluitend bomschui ten o» sloepen daarin eene hjiglaats kunnen vinden, dan wordt het nadeel van een haven, ofschoon steeds bestaande, tot een minimum toi uggebiacht. D© mini-ter van Oorlog heeft aan zijn ambtgenoot van Wutei staat verklaaid, 'zich met Int in beginsel vastgestelde ontwei p vooi de haven te kunnen vereenigen, onder \ooi vv mule, dat omttent dc afmetingen en de uitediting vim de voor liet onbruikbaar maken dei haven bestemde pontons nader ovei leg niet zijn departement zal plaats hebben en dnt daaimede de uuodige oefeningen zul len wuiiluu gehouden, vooi ts dat ten genoege van zijn denuitonient een aantal inijnkamers in de havenhoofden en een magazijn voor bu-krmt in de mibijheid der liaven zullen worden gemaakt. ooi ts heeft de minister zich bereid ver klaard, om toe te staan dat teri behoeve van liet ondeihoud door uitbaggering aan de haven tijdelijk eene eemg-zins gi ootere, nader in oveileg met zijn depaitement te bepalen diepte woidt gegeven dan de voorgeschreven diepte van 2 M. A.P., onder voorwaarde dat hiervan nooit gebruik mag worden ge maakt om aan de haven blijvend een grootere diepte te verzekeren en dal de uitbaggering gestaakt zal vvoiden, wanneer zuiks in tijden vari oorlog of ooilogsgevaar noodig wordt geooi tleeM. Vredesconferentie. Men meldt ons tut Den Haag Men verzekcil dat de subcommissie voor dc ai bitrageveorsielien in de tweede helft van de volgende week uit de verschillende voor-tellen een geheel zal trachten te ont werpen eu ter tafel te brengen. Volgens de mm mag van vei schillende zijden zou hetEn- gclsihe voorstel het moest tot grondslag «tir klom. Zooals bekend is, zijn bij de vredesconfe rentie tal van verzoekschriften en nota's in gekomen. die am een commissie tot onder zoek zijn gi zonden. Door deze, die onder lei ding van jhr. van Karnobeek vergaderde, is thans m den geest van een vroeger genomen besluit m algemeen© vergadering, beslist alle petition, 11kende onderwerpen die buitenbet met juistheid omschreven kader der confe- ïentio vallen, ter zijde te leggen Na hot veizenden van de adressen van wege de Viouwenvcrecniguig aan de Confe rentie zijn ci nog 50 vergaderingen van vrou wen in Ru land en 45 in Amerika gehouden. L'Mtetgtnoemde werden bezocht door 55.4S0 vrouwen. Galmende de gcheele maand Juni werden de bctoogmgen voortgezet in Ameri ka. lenvij! voor 15 Mei in alle kerken de gLcstt lijkm tol deelneming hebben aange spoord Van liet adres door mevr. Selcnka am den voorzitter der Conferentie, den heer Staal, a-ulgi.baden, is heden, naar vernomen weidt niet groote belangstelling door de Conh-rontie kennis genomen. Maatschappij tot opvoeding van YYcezen in liet Huisgezin. Men meldt ons: Hovpiigerraemde maatschappij hield 31 Mei jl. Ii.uez jaailijk-chc algerneene vergadering in nEüiï'gf/uitlhi'iir', Amsteidain. De vooizitter opende de veigadering met een tot ugbhk op liet rei leden der vei eeniging, die over enkt'ie weken haar 25 jarig bestaan viert. Een Welgeslaagde proef met de weezen- vei zotgiiig ui het huisgezin is genomen. Uitgeloot werden de nos. 57. '132, 199, 316. 337, 551 van het Rcntelooze Voorschot ten laste der maatschappij. Aan liet jaarverslag oatleenen wij dat sinds 1 Febr. '98 is opgKieden als diiecteur- seeretaii» dc heer J. WoudsUa als opvolger van den lieer M. \Y. Seliellema Ezn., wien op verzoek eervol ontslag werd verleend. Het oude. gebrekkige Dooigaug-liuis op Zmdbeim n bij Amersfoort is vervangen door een ruim doelmatig ingericht gebouw. Deze zoo th mgeiid noodzakelijke verbete ring vergde vee! van de kasslechts voor 1/3 gedeelte werden de buitengewone uit gaven door extra-bijdragen gedekt. Het be stuur doet nogmaals een beroep op dea steun van weezenvtienden. Op 1 Januari '99 waren in verzorging 198 kindeien, in alle oorden des lands verspreid over 106 gezinnen. Van hen zijn 143 Pro testant, -46 Rooin«ch-Katholiek en 9 Israëliet. Van met minder dan '133 gezinnen kwa men aanvragen in om kinderen tot zich te nemen. Het getal leden en begunstigds bedraagt slechts 1681, aansluiting van meerderen is dringend noodig. De exploitatie-rekening sluit met een na- deelig saldo van bijna 7000. Iloewel dit bedrag door legateu en giften is gedekt, bljjkt dat de vaste inkomsten moeten stijgen, het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5