53'" Jaargang.
Zondag 4 en Maandag 5 Juni 1899.
Mo. 9950.
Tweede Blad.
BEKENDMAKING.
Gymnasium te Schiedam.
HAAGSCHE BRIETEn!
BINNENLAND.
SCHIEDAM! CHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor S c h i e d a m en V 1 a a r d i n g e n 11. 1.25. Franco
per post 11. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Ylaardingcn '10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Botentraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels 11. 0.90; iedere regel
meer 12i/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën hij abonnement op voordeeligo voorwaarden. Tarieven bier-
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kinine ntlr.erlentiiin opgent men tol den prijs van 40 cents
per advertentie, hij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen.
Inlcrc. Telefoon Aio. 1123.
REGELING! van liet voorbereidend Militair
Onderricht.
De Burgemeester van Schiedam.
gezien de beschikking van den Heer Minister
van Oorlog, dd. 1 Juni 1898, "Vile aid. no. 10;
brengt bij deze ler kennis dat bovenstaande
regeling in hoofdzaak eemge bepalingen bevat,
eldeis m deze Courant opgenomen.
Schiedam, 3 Juni 1899.
Do BurgemeaHer voornoemd,
VERSTEEG.
Al»SlIS8»E-EXA]JIEai
op
11, 12 en 13 Juli 1899, des morgens
te 8JA uur.
Belanghebbenden worden verzocht zich
vóór 1 Juli a.s. aan te melden bij
C. J. VINKE,STEIJN,
Qymn.-rec.tor.
Den Haag, 1/2 Juni.
ZomermaandLaat mij echter voorzichtig
wezen. Wel is de hemel blauw en wel ver
blijdt een koesterend zonnetje mensch en
dier, zoo'dafc 't een lust is, waarheen men 't
oog ook ridht, maar wij zijn 't nog niet ver
geten, d'at de Meimaand, daifc' veelgeprezen
troetelkind der dichters, ons leelijk heeft
beet gehad. Zeker, een enkel maal heeft zij
ons allervriendelijkst toegelonkt, somtijds
scheen zij de lieftalligheid, door tail van po
ëten zoo ziwierig bezongen, heusch te willen
ten toon spreiden, maar nauwelijks waren de
overjassen afgelegd en de regenschermen op
geborgen, of d'aar begon het lieve leven van
guren wind! en, kletterende regens opnieuw.
Dus nog maar eens af go wadi t of de Juni
maand, die met zooveel glans optreedt, 't
werkelijk goed met ons meent en den 'horen
van weelde en overvloed inderdaad over ons
wil uitstorten. Voor 't oogemblik willen wij
intusschen dankbaar de lieflijkheid aanvaar
den., die Zomermaand ons brengt.
Zij brengt ons ook nog andere dingen aan
gename en twijfelachtige. Tot de laatste rei
ken ik den terugkeer onzer honderd wetge
vers, de „geachte leden" zooals men euphe-
mistisóh pleegt te zeggen. Dinsd'ag a.s. zul
len zij aan het historische Binnenhof weder
dio eigenaardige levendigheid bijzetten, waar
op een rechtgeaard Hagenaar zeker zwak
heeft, Het is zonderling dat de heeren veelal
in de lange herfst- en wintermaanden zoo
weinig afdoen en dan, als de natuur op Ixaar
schoonst is en de vergaderzaal dus weinig uit
lokkend, moeten terugkeeren voor veel zeer
belangrijke maar toch" niet erg vroolijke za
ken, juist wanneer het kweelend vogelenheir
en de geurende meidorens en seringen hen
als om strijd naar buiten roepen. Nu weet ik
wel dat de regeeringhieraan veelal ruim zoo
veel schuld heeft als de Kamer, maar zonder
schuld is laatstgenoemde toch zeker niet.
Want hot was althans eigenaardig dat in
vroeger jaren, toen de HaagscJie kermis nog
bestond zij begon altijd den 2en Maan
dag van Mei de Tweede Kamer wel zorg
de om op dien 2en Maandag ook steeds pre
sent te wezen. Destijds beweerde men wel
dat de grappenmakers, die op het Buitenhof
de kijkgrage menigte amuseerden, eigenlijk
ooncurrentie aandeden aan de grappenma
kers yan het Binnenhof. Het is waar dat ik
somtijds op het Buitenhof kunstenaars op
't slappe of stijve koord lidb aanschouwd, die
in hun genre volstrekt niet uitmuntten bijv.
boven den heer Heemskerk Azn., als deze op
t politieke koord van het Binnenhof zijn
zeldzame kunstverrichtingen ten beste gaf.
En het evenwicht, d'aar buiten door de kun
stenmakers moeizaam bewaard, was immers
slechts kinderspel bij het evenwicht, dat bij
den heer Wintgens berustte, toen deze met
djn stern feitelijk besliste of de Kamer naar
rechts dan wel naar links „om" was.
Die tijd ligt reeds vèr aühter ons. De
Haagsche kermis, waarnaar- een Willem Hl,
flls staatszorgen henr op Engelarrds troon
vasthielden, smachtend verlangde, is reeds
vele jaren dood en begraven. En ook de hee
ren Heemskerk en Wintgens, en hoewelen nog
met henrarsten ook reeds vrij lang in heft
stille graf. Men zie geen ongepaste spotzucht
115 de samenkoppeling van hun namen met
onze verdwenen kermis. Het moge waar zijn
dat de grieven, tegen kennissen aan te voe
ren, talrijk en ten (leele zeer gegrond zijn,
maar had' ook z ij niet haar lichtzijde en bood'
ook z ij' niet gelegenheid zoowel tot vermaak
als tot leering? Hoe menig kinderoog blonk
niet van vreugd als die jaarlijksche pret weer
begon! Hoe menig volwassene wist ook niet
op passende wijze in de dan heersehen.de
vroohjldheid te deolenHoe menig vernuftig
toestel, dat verrassende en leerzame dingen,
aan 't lidht bracht, werd niet op de kennis
vertoond' en verklaardIk ben dan ook over
tuigd, dat mr. Heemskerk, als hij nog even
kon opzien, met de eigenaardige bonhomie,
die hem vooral in de laatste jaren maar zel
den verliet, goedkeurend Icmkken zou bij
mijn klein betoog, dat het goed© net zoo wol
na te speuren was in de aloude kermis a,is
'het te vinden was in zijn veelzijdigen arbeid,
die van zijn veelzijdigen geest onbetwistbaar
getuigenis aflegde.
En nu wil ik de vergelijking niet gaan uit
spinnen door te wijzen op hetgeen ais onma
tig of onrein in de kermis valt af te keuren
en op hetgeen in zijn staatkundige loopbaan
ook niet de> juiste maat hield en ook niet hee-
lemaal zuiver was, dit is geheel overbodig.
Wij weten allemaal immers wel, dat men
geen zoo groote rol als de zijne was, in de
politiek speelt, of er is noodwendig heel wat
schaduw naast het licht. Alles samengeno
men mag degeen, die zooveel diensten aan
zijn land bewezen heeft als deze bekwame
staatsman, op eerbiedige herdenking bij zijn
medeburgers aanspraak maken.
Keeren wij dus tot 't heden terug en vra
gen wij wat zij, die nu het bewind voeren,
zullen tot stand brengen. Daar zijn wij we
der midden in de twijfelachtige dingen ver
plaatst, die Juni nog in haar sahoot ver
bergt. Met belangstelling verbeiden wij het
antwoord op deze vraag, terwijl 't voorzich
tig is geen voorspellingen te wagen. „Ce
qu'on voit et ce qu'on ne voit pas" is een ge
vleugeld woord geworden, sedert Frédéric
Bastiat, als 't ware met reeds stervende
hand, aan zijn beroemd vlugschrift deze
woorden ten opschrift gaf. Wat men hier
ziet, zou lidhit de gedadhte wekken dat in
langen tijd geen kabinet zoo vast gezeten
heeft als het bewind dat nu bijna twee jaar
liier de teugels voert. Er lieerscht kalmte en
slechts bij uitzondering hoort men in de Ka
mer en zelfs in de Pers vinnige of schampere
taal. De aanwezigheid van zooveel aanzien
lijke en vermaarde mannen in onze residen
tie doet zelfs een zekeren glans op onze be
windslieden afstralen.
Maar er is ook vrij veel wat men niet ziet
en, als men dat zag, zou de schilderij er niet
'bij winnen. Zoo is bijv. da stemming in onze
Tweed© Kamer ten opzichte van onzen minis
ter van Buitenlandsche zaken niet gunstig.
Toch neemt hij in schijn een bevoorrechte
plaats in, nu hij dagelijks met ambassadeurs
als baron de Staal, de graven Miinster, Nigra
en Welsersheimb, sir Julian Pauncefote en
zooveel anderen op vertrouwelijken voet con
verseert. De netelige uitsluiting van de
Transrvaalsche regeenng, en nog meer die
van den Pans, is voor den beer De Beaufort
nog niet van de baan. Met een tegenstander
als dr. Kuyper heeft men zoo gemakkelijk
niet afgerekend. Zeker is 't maar goed dat
hij niet langer getalmd heeft met de terug
roeping van onzen gezant te Petersburg,
want er gingen reeds vrij wat stemmen op,
die den minister zijn dralen, zijn zwakheid
verweten.
Zwakheid, dit verwijt schijnt inderdaad
verdiend. Het gebeurde met den Armeni-
sciheii professor Minos Tdheraz, al geeft men
van overheidswege een schoonschijnende
glimp eraan, plaatst den hoer De Beaufort
wederom niet in een voordeelig licht. Want,
terecht of niet, men houdt 't algemeen voor
zeker, dat onze burgemeester zijn wenk aan
de Chr. Vereen, v. Jonge mannen om zoo
mogelijk den Armeniër te doen zwijgen, eerst
na overleg met den minister Beaufort gege
ven heeft. De waarheid zal wel nader blij
ken, maar welke overheidspersoon hier ook
is opgetreden, zeker is 't dat wij als Neder
landers weinig trotsctli hebben te zijn op deze
angstvallige en enghartige handelwijze te
genover een vreemdeling, die vermoedelijk
dacht dat mem hem in liet vrije Nederland
met heuscihheid ontvangen zou om in be
schaafden vonn te zeggen wat hem op 't hart
ligt. Nederland kan geen hoogen toon in de
wereld meer voeren, dat weten wij zeer wel
en daarover' zijn we in 't minst nlot treurig,
maar ook zonder een hooge borst te zetten
moeten wij tocth bedenken, dat men in do
wereld geldt hetgeen men zich gelden doet.
En wij hebben, Goddank, nog geen wenken
van een Turksch. gezantschap af to wachten
om te bepalen wat wij in eigen kring willen
toelaten of niet. Ik vrees voor den heer De
Beiaufort dat hij ook van dit zaakje nog ver
driet beleven zal, hij is inderdaad niet e n
veine.
Wij zouden ook van andere ministers als
minder vast in den zadel dan 't wel sdiijnt
kurnen gewagen. De titularis van Binnen-
1 andsche Zaken mag zich ook niet op groote
sympathie beroemen. Daargelaten dat men
met toenemend scepticisme zijn leerplicht-
ontwerp aanziet, vraagt men zich af wanneer
hij eens met een goede Armenwet voor.d'en
dag zal komen. Nog dringender is wellicht
een hervorming' van do betrekkingen tus-
sclien Rijk eu Gemeenten en dan is er nog
eon moeilijk onderwerp, dat feitelijk reeds
lang moest zijn ter hand genomen, namelijk
de voorbereiding tot de wettelijk voorge
schreven herziening der Drankwet, die deze
minister zeer zeker zich niet van don hals
mag schuiven.
En ook op d i t gebied een lam personen-
zaakje, door de ergerlijke bejegening van dr.
Bredius. Ik ga die veelbesproken historie niet
voor uw lezers oplialon, maar al zou 't waar
wezen dat de heer Bredius een lastig ambte
naar was, clan nog behoorde de minister te
genover zulk een man te toonen dat hij
ruim en breed van opvatting is. „Felix quern
faciunt aliena pericula cautum", die gulden
regel mocht hier niet vergeten worden na
het vroegere pijnlijke incident BrediusVan
Houten.
En nu blijvo het ongeval, dat den minis
ter Lely met zijn Ongevallen-wet licht over
komen kan, hier maar rusten en wij stappen
maar van de hooge polittok af om een oogen
blik ons te v#rmeien op de „keuze-tentoon
stelling" van Pulehri Studio, welke
benaming de niet voor mijn rekening neem,
maar van welker in'hond ik gaarne getuig dat
zij een lust der oogen is, dat zij een keur van
schoonheden aanbiedt.
Als wij als Nederlanders de oude fierheid
nog gevoelen,, dan is dat niet 't minst wan
neer wij ons omringd zien door de werken on
zer schilders. Zij althans zijn nog.met „van
de deugd der vaderen ontaard''. iU ontbreekt
de evenknie van Remórandt, wij bezitten
toch nog kunstenaars die den roem der 17e
eeuw in onze 19e doen herleven. In Pulehri's
kunstzaal zijn eenigen, die in de laatste jaren
ons ontvielen, bijeen, laat mij een drietal
uit hun rij noemenBosboom, Mauve, Roe-
lofs die namen zullen bij het nageslacht
blijven leven, evengoed als dis van Rem
brandt's tijdgenooten, welke in de musea
van gehëel Europa zoo hoog worden geschat.
En van de levenden, wier werk in Pulohri
boeit en bekoort, zal ook menigeen bij ko
mende geslachten in eere blijven1, laat ons bij
den naam van den Nestor ons bepalen, Jozef
Israels draagt reeds de kroon der onsterfe
lijkheid en hij is van de hier vergaderden
niet de eenige,
De eerste, dien ik noemde, was Bosboom,
van wien 4 werken hier prijken, allen sahooa
maar één draagt den palm wegen dat is die
heerlijke kei-k te Trier, welke door een mees
terlijke verdeeling van licht en schaduw
langs de hooge gewelven uitmunt. Voeg daar
bij een voortreffelijke groepeering der geloo-
vigen met den priester voor 't Altaar op den
achtergrond en den „Suisse" in zijn veelkleu
rig gewaad op den voorgrond.
Mauve is hier ook door een 4-tal vertegen
woordigd, waarvan wij het groote veestuk op
de eereplaats bewonderen, maai' toch worden
wij nog meer bekoord door die beide lief
lijke heide- en duinstreken met de grazende
schapen, die 't weer duidelijk uitspreken dat
deze te vroeg gestorven meester vóór alles
Harmonist was.
Roelofs herleeft hier in 2 zijner werken,
den uitstekenden landschapschilder ten volle
waardig. Zijn plas met de bloeiende water
leliën is schitterend mooi, nog pakkender is
m. i. zijn heuvelachtig landschap met de
prachtige boomgroep aan den voet der
hoogte.
Nog lang zou ik kunnen stilstaan bij an
deren, die ook sedert korter of langer zijn
heengegaanBilders, Rodiusen, Sam Ver
veen, Bakker Korff enz. Het is hooge kunst,
wat de mcesten hier te zien geven. Maar
laat ons nog een oogenblik bij de levenden
vertoeven, bij Israels met zijn „.Alleen op de
wereld" en zijn „Als men oud wordt", vol
poëzie en bezieling, vol teederheid en harmo
nie. Zijn mededinger in het genre mag wel
Albert Neuhuys heeten, van wien vooral het
heerlijke doek „Moeder en kind" de algamee-
ne bewondering opwekt. Het beeld dier
Moeder behoort tot het allerschoonste, dat
deze meester gegeven heeft.
Mevrouw Ronner brengt ons een dier gees
tige tooneeltjes uit de kattenwereld, Waarin
zij een zoo buitengewoon talent ten toon
spreidt. Heb is werkelijk vrouwelijke coquet-
terie, die uit dit stukj© dierenwereld! tot ons
spreekt. Bisschop geeft hier de beeltenis
eener bejaarde vischvrouw, Maartje de Sdie-
veningster, in alle opzichten: kleur, teeke-
ning, uitdrukking, meesterlijk behandeld'. En
verder de drie Marissen en Du Chattel en
Bles en Mesdag en Klinkenberg en Apol, in
derdaad', men weet niet op welk plekje der
zaal men 't liefst vertoeft. Slechts zeer bij
uitzondering gaat men half voldaan verder,
eigenlijk moest ik allen noemen, want van
allen die hier zijn is het werk zeer beziens
waardig. Het is dus ten hoogste aan te be
velen om niet naar den Hakig te komen, zon
der althans 1 a 2 uurtjes voor een bezoek
aan dezen tempel van kunst af te zonderen.
Nu het weder zoo zonnig en heerlijk is.
zal men toch geen spijt hebben, als men een
dagje in de residentie doorbrengt. Het strand
met zijn omgeving prijkt ook weer in vollen
glans, vooral nu het Philharmonisch orkest
tot ons is teruggekeerd en de „Bar" nu t haar
Tziganer-kjpel opnieuw dc bezooker> trekt.
Zij, die liefst een „Spectacle v.u-ié" bijwo
nen, moeten op Seinpost of in de -t.ul tji hel
„Casino" hun heil zoeken.
Voor de leden der conferentie en hun da
mes voor zoover dezen althans zijn mee
gekomen is vooral de heropening van het
Kurhaus een aanwinst. De maand Mm is
hier altijd arm aan amusement, want de
opera verdwijnt dan. de eoniedie-vooi-tellin
gen loopen mede af en de bui ten-gek genlie
den zijn nog met open, of wel zijn bij d ge
wone schraalheid der Meimaand zcei weinig
aanlokkelijk. Maar op liet Kurh.nn. kun men
gisteren reeds vele vreemdelingen opmerken
o. a. in den restaurant, waar eenigen het ge
not der tafel met liet genot der zee op zeer
vo-ldoende wijze wisten Le verbinden.
De talentvolle Ribeeck leidde zijn voor
treffelijk muziekkorps op de bekende uit
muntende wijze. Als no. 1 na de pauze deed
hij ons kennis maken of hernieuwen met zijn
effectvolle feestklanken, ter eere van de kro
ning onzer Koningin. Het werd met veel
brio uitgevoerd en natuurlijk jokte het fi
nale met liet "Wilhelmus in de oude toonzet
ting een daverend applaus.
Maar het is tijd om te eindigen Ik zal du»
maar niet verwijlen bij onze laatste raadszit
ting, waar o. m. over een vrij bedenkelijk
ongeluk)0 bij een kindervoorstelling in ae
zaal Diligentia geïnterpelleerd werd Het is
betrekkelijk goed afgeloopen, hoewel drie
kinderen brandwonden gekregen bobben rl:e
niet zoo heel onbedhidend zijn. Maar met
schrik vraagt men wat 't zou geworden zijn,
als het tot een paniek gekomen was. Ik
zwijg ook over de discussies betreffende uit
breiding der gemeente, niet slechts in do
O O
richting-Rijswijk, maar in iedere nslitriig.
Die uitbreiding is onbetwistbaar noodig,
maar de hh. raadsleden vragen te vee! en
vergeten het Spreekwoord van den man, die
't onderste uit de kan wil hebben. De icgee-
riug /.ai Hen met hun veeleischend voorstel
zekei niet vriendelijk zien aankomen. Wij
zullen dit zaakje later nog wel eons bobben te
bespreken, voor beden echter basta'
Yisschersliaven te Scheveningcn.
In het antwoord der regeering aan de
Tweede Kamer omtrent de Vissehersliaveri
te Schevenirigen weerlegt de minister vari
waterstaat in de eerste plaats de in liet
voorl. verslag vooropgestelde meerling, dat
het maken van een \issclierslmven te Sche-
veningen niet zoude zijn een algemeen Rijk-
belang. Hoe maatregelen tot behoud en tei
bevordering van den bloei der Seheveningsche
visseherij onbillijk zouden kunnen woiden
geacht voor de Maassteden, die, naar beweei d
wordt, op hare kosten hare havens op groot»'
schaal hebben ingericht, is den minister niet
duidelijk.
Indien het omgekeerde geschiedde en de
Maassteden waren gesteund met het gevolg,
dat de visscherij van Scheveningcn weid
onttrokken, dan zou veeleer van onbillijkheid
sprake kunnen zijn, altijd als het algemeen
belang eene dergelijke beperkte opvatting
zCu toelaten, In de vmanr wsllc visseïterstaat-
tuig voor Sclieveningen de vooi keur verdient,
stelt de regepfing zich, gehoord belangheb
benden en technici, geen partij. Dat liet bin-
nenloopen van den ontworpen havenmond bij
ruw weder niet mogelijk zal zijn vvoidt toe
gegeven, maar dat zou ook zoo zijn al werd
de havenmond nog wijder dan 130 M. ge
maakt.
De gelegenheid tot binnenloopen is dan
ook minder noodig, daar bij ruw we ler de
schepen liefst niet in de nabijheid van de
kust znilen koinen.
Omtrent de wijdte van den havenmond
130 M. wordt verwezen naar de haven
monden van een aantal door vi-seheisvaar-
tuigen bezochte havens, die geen giooter bi eed-
te hebben dan ten hoogste 100 Meter. Vi ee»
dat de zoogenaamde Noord bank 300 a 400 M.
buiten den geprojecteerden havenmond ge
legen, het binnenkomen van de haven z.d
bemoeilijken, behoeft er niet te beslaan, daar
zij ook vroeger geen bezwaar beeft opgele
verd voor het landen der geladen bomschepen
op bet strand.
Dat de' tijd, per tij beseliikbaav voor het
binnenloopen en op de plaats brengen in de
binnenhaven, te kort zou zijn, dan ook niet
worden toegegeven. Het ligt inderdaad in de
bedoeling dat de haven om blijvend op de
diepte van 2 M. -+- A. P. te kunnen worden
onderhouden, met eenige overdiepte zal wor
den aangelegd. Hoeveel die overdiepte zal
kunnen zijn, zal in overleg met het Dep. van
Oorlog worden bepaald.
Met betrekking tot de geprojecteerde haven
en de niet noodzakelijkheid van een fut
daarbij heeft de minister van Oorlog zijn ge
voelen uiteen gezet.
In de eerste plaats betoogt die minister,
dient te worden nagegaan welke afmetingen,
in het bijzonder wat de diepte betreft, de
Innen zul vei krijgen. Krijgt zij zulk een
diepte dat gioote schepen met volle lading
kunnen binnenloopen, dan moet de toegang
tot de liaven verzekerd vvoiden. Laat die
diepte slechts toe, dat uitsluitend bomschui
ten o» sloepen daarin eene hjiglaats kunnen
vinden, dan wordt het nadeel van een haven,
ofschoon steeds bestaande, tot een minimum
toi uggebiacht.
D© mini-ter van Oorlog heeft aan zijn
ambtgenoot van Wutei staat verklaaid, 'zich
met Int in beginsel vastgestelde ontwei p
vooi de haven te kunnen vereenigen, onder
\ooi vv mule, dat omttent dc afmetingen en
de uitediting vim de voor liet onbruikbaar
maken dei haven bestemde pontons nader
ovei leg niet zijn departement zal plaats hebben
en dnt daaimede de uuodige oefeningen zul
len wuiiluu gehouden, vooi ts dat ten genoege
van zijn denuitonient een aantal inijnkamers
in de havenhoofden en een magazijn voor
bu-krmt in de mibijheid der liaven zullen
worden gemaakt.
ooi ts heeft de minister zich bereid ver
klaard, om toe te staan dat teri behoeve van
liet ondeihoud door uitbaggering aan de
haven tijdelijk eene eemg-zins gi ootere, nader
in oveileg met zijn depaitement te bepalen
diepte woidt gegeven dan de voorgeschreven
diepte van 2 M. A.P., onder voorwaarde
dat hiervan nooit gebruik mag worden ge
maakt om aan de haven blijvend een grootere
diepte te verzekeren en dal de uitbaggering
gestaakt zal vvoiden, wanneer zuiks in tijden
vari oorlog of ooilogsgevaar noodig wordt
geooi tleeM.
Vredesconferentie.
Men meldt ons tut Den Haag
Men verzekcil dat de subcommissie voor
dc ai bitrageveorsielien in de tweede helft
van de volgende week uit de verschillende
voor-tellen een geheel zal trachten te ont
werpen eu ter tafel te brengen. Volgens de
mm mag van vei schillende zijden zou hetEn-
gclsihe voorstel het moest tot grondslag
«tir klom.
Zooals bekend is, zijn bij de vredesconfe
rentie tal van verzoekschriften en nota's in
gekomen. die am een commissie tot onder
zoek zijn gi zonden. Door deze, die onder lei
ding van jhr. van Karnobeek vergaderde, is
thans m den geest van een vroeger genomen
besluit m algemeen© vergadering, beslist alle
petition, 11kende onderwerpen die buitenbet
met juistheid omschreven kader der confe-
ïentio vallen, ter zijde te leggen
Na hot veizenden van de adressen van
wege de Viouwenvcrecniguig aan de Confe
rentie zijn ci nog 50 vergaderingen van vrou
wen in Ru land en 45 in Amerika gehouden.
L'Mtetgtnoemde werden bezocht door 55.4S0
vrouwen. Galmende de gcheele maand Juni
werden de bctoogmgen voortgezet in Ameri
ka. lenvij! voor 15 Mei in alle kerken de
gLcstt lijkm tol deelneming hebben aange
spoord Van liet adres door mevr. Selcnka
am den voorzitter der Conferentie, den heer
Staal, a-ulgi.baden, is heden, naar vernomen
weidt niet groote belangstelling door de
Conh-rontie kennis genomen.
Maatschappij tot opvoeding van YYcezen
in liet Huisgezin.
Men meldt ons:
Hovpiigerraemde maatschappij hield 31 Mei
jl. Ii.uez jaailijk-chc algerneene vergadering
in nEüiï'gf/uitlhi'iir', Amsteidain.
De vooizitter opende de veigadering met
een tot ugbhk op liet rei leden der vei eeniging,
die over enkt'ie weken haar 25 jarig bestaan
viert.
Een Welgeslaagde proef met de weezen-
vei zotgiiig ui het huisgezin is genomen.
Uitgeloot werden de nos. 57. '132, 199,
316. 337, 551 van het Rcntelooze Voorschot
ten laste der maatschappij.
Aan liet jaarverslag oatleenen wij dat
sinds 1 Febr. '98 is opgKieden als diiecteur-
seeretaii» dc heer J. WoudsUa als opvolger
van den lieer M. \Y. Seliellema Ezn., wien
op verzoek eervol ontslag werd verleend.
Het oude. gebrekkige Dooigaug-liuis op
Zmdbeim n bij Amersfoort is vervangen door
een ruim doelmatig ingericht gebouw.
Deze zoo th mgeiid noodzakelijke verbete
ring vergde vee! van de kasslechts voor
1/3 gedeelte werden de buitengewone uit
gaven door extra-bijdragen gedekt. Het be
stuur doet nogmaals een beroep op dea steun
van weezenvtienden.
Op 1 Januari '99 waren in verzorging 198
kindeien, in alle oorden des lands verspreid
over 106 gezinnen. Van hen zijn 143 Pro
testant, -46 Rooin«ch-Katholiek en 9 Israëliet.
Van met minder dan '133 gezinnen kwa
men aanvragen in om kinderen tot zich te
nemen.
Het getal leden en begunstigds bedraagt
slechts 1681, aansluiting van meerderen is
dringend noodig.
De exploitatie-rekening sluit met een na-
deelig saldo van bijna 7000. Iloewel dit
bedrag door legateu en giften is gedekt, bljjkt
dat de vaste inkomsten moeten stijgen, het