No. 9952. Eerste Blad. Be Hele moord ie ie Roe Morpe. 53"" Jaargang. Woensdag 7 Juni 1899. BUITENLAND. ÜCHIIEI9JIMSCHE QMJRANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uh zondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor S c h i e d a m en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauKoters traat 68. Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel meer 12'/3 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Itleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No. 123. i n —<i oiiii txm*ii mn «t—i Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 6 Juni '99. In de Fransclie Kamer. Vóór de zitting. Toen Leygues, de minister van onderwijs, Zondagavond dien ministerraad, verlatende, den toestand ernstig noemde, overdreef hij niet. Gelukkig dat eenerzijds de regeering meester van den toestand is en dlat de Kamer haar krachtig wil steunen om die schandelijk heden waarmede van nationalistische, anti- asmietisehe en oesaristisdie zijde nog altijd' wordt voortgegaan, met gestrenge hand te straffen. Gelukkig ook, dat de meerdeiüieidi der bevolking, de burger- en de werkmans stand, weigert zich te leenen. voor de oog merken der intriganten met en zonder uni form. Men verwachtte gisteren in het Palais Bourbon een rumoerige zitting. Vandaar dat ar zeer veel publiek was, waaronder veel da mes; de senatoren en het corps diploma tique vulden mede hun tribunes. De Kamer zelve was voltallig. Aan de ministertafel ver toonden zich aanvankelijk alleen Dupuy en Lebret. In de couloirs bespraken de depute's druk dis gebeurtenissen van den vorige» dag. De radico-socialisten en de socialisten toonden zich ontevreden over de onvoldoende maatre gelen die Dupuy had genomen ooi de op stootjes van Zonldag (die verwacht werden) tegen te gaan. (Terloops zij hier opgemerkt dat De Pressensé in do „Aurore", öharles Bos in de „Rappel", ook dié „Figaro" dit Du puy reedis onder den neus hadden gewreven.) Zij beschouwden de verplaatsing van generaal Roget naar Orleans niet als een bewijs van ongenade en verbaasden, er zich over dat da regeering niet die sluiting liad bevolen van de twee aristocratische clubs, waar de stand jes waren voorbereid. Op die verwijten ant woordden de lelden der regeeringspartij dat de regeering haar beslissingen afhankelijk maakt van het gerechtelijk ondersoek. De interpellatie. Onmiddellijk na do opening dier zitting vroeg Laloge (soc.) verlof om do regeering të interpelleeren. De minister-president aan vaardde de dadelijke behandeling. Laloge verklaarde onder daverende toe juichingen van alle banken links, dat het oogenblïfc is gekomen voor republikednsche daden. Onmiddellijk begon de rechterzijde, met Cassagnac en Dairies vooraan, rumoerig te worden. Maar Laloge ging dbor en vroeg aan •Dupuy of hij geweten had dat er een befcoo- giing zou plaats vinden. Spr. preies Loubet's moed die het presidentschap der Republiek op een hachelijk oogemblik heeft aanvaard. Een incident. Met een drievoudig salvo van toejuiehin- BOOR EDGAR ALLAN POE. 3) „Isidore Must, agent van politie, deelt mede dat hij tegen drie uur geroepen werd en voor het huis ongeveer twintig a dertig personen vond die trachtten binnen te dringen. Hij heeft ten laatste de deur gefor ceerd met een bajonet niet met een breek ijzer wat hem niet zeer moeilijk viel, daar bet een dubbele deur is en noch de boven- nodh de benedengrendal diöht waren. Het geschreeuw hield aan totdat de deur open was en verstomde toen plotseling. Het was ten luid, lang-gerékt gegil, dat als kreten van smart klonk en van een of van meer per sonen afkomstig kon rijn. Getuige ging voor aan de trap op. Op de eerste verdieping ge komen, hoorde hij twee stemmen, die op lui den, driftigen toon schenen te twisten de «ene schor, de andere veel hooger en schel ler een zeer vreemde stem. Hij kon van de eerste, die van een Enanscbman, ©enige woorden verstaan. Hij wee/fc zeker dat het geen vrouwenstem was. Hij verstond de woorden „sacré" en „diable". De schelle stem was van een vreemdeling. Hij weet niet ze ker of rij van een man of van een vrouw was. Hij kon de taal niet verstaan, maar hield die voor Spaansdh, „Henri Duval, een der buren, van be roep zilversmid, verklaart dat hij een der eersten was die het huis binnentraden. Hij bevestigt over het geheel de verklaring van Mnsèt. Zoodra zij binnengedrongen, waren, sloten zi j de huisdeur weer om de menigte te gen te houden, die ondanks het nachtelijk Rur te zaanen was gestroomd. Deze getuig© houdt de schelle stem voor die van een Ita liaan. Hij is overtuigd! dat het geen Fransch gen stemde de Kamer, uitgenomen do rech terzijde, met dien lof te. Maar De Largen taye^ (cons.) schreeuwde„Loubet is geen eerlijk man; hij is een Panamist!" Die woorden lokten heftige protesten uit reeds werd' om de censuur geroepen. De Lar- gentaye weigerde zijn woorden te herroepen en vervolgde onder lievig rumoer, dat de per sonen die te Auteuil gevangen waren geno men, eerlijke lieden waren. Het parool der patriotten is: „Weg mot Loubet!" Nu was het genoeg, en de Ivaimer sprak met 400 tegen 40 stammen die censuur met tijdelijke uitsluiting over De Largentaye uit. Deze weigerde heen te gaan, waarop de voor zitter de zitting schorste en de afgevaardig den uitnoodigde de zaal te verlaten, opdat De Largentaye verwijderd zou kunnen wor den. Omringd' door een twintigtal vrienden bleef deze ritten, weigerde ook de quaestoren te volgen en moest daarop door een piket garden van de Kamerwacht met geweld wor den verwijderd. Zijn vrienden slaakten kreten van woed!©; do republikeinen juichten en riepen „Leve Loubet l" De socialisten wierpen De Largen taye allerlei scheldwoorden naar liet hoofd, waarop diens vrienden antwoordden' met: „Leve het leger!" Dupuy's antwoord. Toen werd die zitting hervat onder even groote opgewondenheid. Intussdhen hadlden Leygues, Kramte, Delcassé, Guillain en Loc- lcroy zich bij hun collega's aan de ministe rieel e tafel gevoegd. Laloge. zijn interpellatie eindigende, vroeg daarop welke maatregelen de negeering voor de toekomst zou nemen. Nu nam de minister-president het woord om allereerst, na het incident van den vori- gon dag, eem eerbiedig saluut te brengen aan den President der Republiek. Langdurige toejuichingen, die herhaald werden toen Du puy er aan toevoegde: „Ik begroet in den heer Loubet den fHnken burger, die de waar borg dér republikeiinsche eenheid geweest is en zal zijn. Gisteren heeft de voorhoede der reactionnaire partijen tegen hem geprotes teerd. en rijn ontslag geëiseht." Dupuy deed de schaarde! ijkheid uitkomen van deze betoo ging tegen iemand die genoodigd was die wed rennen bij te wonen. (Applaus.) De vertegen woordigers van de chic en den goeden smaak hébben getoond wat Frankrijk van hunlaag- liarbigheid heeft te verwachten, (Daverende toejuichingen.) De minister verklaarde dat er samenspre- Idngen hadlden plaats gevonden en voorberei dingen waren getroffen voor deze manifesta tie. De regeering had dan ook maatregelen getroffen om den President bij zijn komst en zijn vertrek te beschermen; maar daarbij liaid zich geen enkel incident voorgedaan. „Gij hebt hem verborgen," riep de conser vatieve cavaleriekapitein Magno uit, waarop Dupuy zeer ad rem antwoordde: „Uw vrien den hébben zich schuil gehouden achter vrou wen," welke woorden met donderende toejui chingen en protesten van rechte worden be groet, waaraan de royalist Balaam, en do la waaimaker Laries druk deelnamen. was. Hij kan niet met stelligheid! beweren dat het een mannelijke stem is geweest. Hij kent geen Italiaansdh. Hij kon geen woorden onderscheiden, maar maakt uit het acoent met zekerheid op dlafc de sprekend© oen Ita liaan was. Hij kent mevrouw L. en haar dochter en had beiden meermalen gesproken. Hij weet zeker dat de schelle stem niet die van een der beide vrouwen was. „O d e n h e i m e r, kok. Deze getuige heeft rich uit eigen beweging aangemeld Daar hij geen Fransch spreekt, moet een tolk zijn diensten bewijzen. Hij is te Am sterdam geboren. Hij ging juist het huis voorbij toen hij hoorde gillen. Het was lang gerekt en zeer hard het klonk verschrik kelijk, hartverscheurend. Hij behoorde even eens tot hen die het huis binnendrongen. Hij bevestigt de vorige verklaring op alle pun ten, behalve dat hij stellig beweert dat de gillende stem die van een man en wel die van een Franschman is geweest. Hij kon geen bepaalde woorden verstaan. Zij schenen evenwel zeer luid, snel en ongelijkmatig te worden geuit en konden evengoed angst uit drukken als woede. De stem klonk scherp minder schel dan wel scherp, hij zou haar niet als „schel" kunnen qualifïceeren. De schérre stem zei verscheiden malen „sacré" en „diable" en ééns „mon Dieu". „Jules Mignaud', bankier van de fir ma MHgnaud Zoon, rue Déloiaine. Getuige is de oudste firmant Mignaud'. Mevrouw L'Espanaye bezat ©enig vermogen. Zij had sedert acht jaar een conto bij hem, en depo neerde dikwijls kleinere bedragen. Zij had vroeger nooit op hem getrokken, totdat rij drie dagen voor haar dood persoonlijk 4000 francs opnam. Dit bedrag werd haar in goud uitbetaald en een bediende ging met haar mede die het geld droeg. „Adolphe Le Bon, bediendé bij Mig naud Zoon, verklaart dat hij op genoem den dag tegen den middag mevrouw L"Espa- Dupuy ging echter voort met te zeggen dat de politie haar best lieeft gedaan en dat hij alle verantwoordelijkheid op zich nam. Wat gebeurd is, is te schandelijker omdat het geschiedde onder do oogen van de verte genwoordigers der mogendheden. De gearres teerden zullen verschijnen voor eem rechter van instructie die het complot zal te ontwar ren en zal na te gaan hebben of er oen sa menzwering bestond. (Ontroering.) Wat ons aangaat, wij zijn de „republikednsche Repu bliek", die niets wil weten van hen die zich van den naam der Republiek bedienen om haar te beter te kunnen vernietigen. Daar do voornaamste manifestanten leden van clubs waren, heeft de regeering besloten die te sluiten. „Gij hebt ons een consigne gegeven,'' eindigde Dupuy onder lnidie toe juichingen, „wij zullen dat doen eerbiedigen. Indien gij ons uw vertrouwen scheukt, zullen zullen wij de staatsinstellingen weten te be schermen tegen wie ze aanvallen." Paul de Cassagnac beklom nu de tribune om te zeggen dat tiet land walgt van de Re publiek. De Zaak, die liet land en de fami lies verscheurd heeft, zal zwaar drukken op dc iogeeiung. Men spreekt van maatregelen die men zal voorstellen tegen de generaals „Er is zekere moed voor noodig om te doen wat wij gaan doenwierp Dupuy or tussclien. „Ja, om een oud-collega. (Mercior) wiens medeplichtige gij rijt, voor den rechter te da gen!" antwoordde Cassaigraac onder gejuich van rechts. „Welnu, ge hebt gelijk de clubs te sluiten, en de een naar den rechter te ver wijzen, den ander in ongenade weg te stu ren. Hot land komt in beroering bij de terug komst van Marohand en Gallieni; dat wil zeggen dat liet slecihts op een man wacht. (Toejuioliingen rechts m gemor linies.) Het débat werd gesloten, maar D'Arem- berg nam nog de leden van het Wedren-co mité in bescherming, waarop Dupuy ver klaarde die heer en, die trouwens president Loubet hun spijt hadden betuigd, niet te hébben willen beschuldigen, terwijl graaf De Muti, wiens zoon tot die geairesteerdten be hoort, er tegen opkwam, dat men niet „Leve het leger!" mocht roepen. Méline en zijn vrienden, Rouanct, Isam- bert, De Ia Porte, Durand, Couyba en Né- ï'on-Bancel hadden moties voorgesteld. De re geering aanvaardde de laatste, luidend„De Kamer, haar verachting uitsprekende over het schandaal te Auteuil en de verklaringen der regeering goedkeurondie, gaat over tot de orde van den dag. Mercier in staat van beschuldiging. Nu wilds Denys Cochin (mon.) eerst dat de Kamer kennis zou nemen van den brief die bij den voorzitter was ingekomen, mede deelend© dat de regeering de v.arvolging van generaal Mercier vraagt. (Toejuichingen en teckenen van voldoening links.) Dupuy had daartegen geen bezwaar en zat te daarop uiteen tot welke vervolgingen de ministerraad met een gevoel van droefheid had besloten. Allereerst togen den voorzitter der assisen Tor-dóf en den advocaat-generaal, naye met de 4000 francs die zich in twee zak ken bevonden, naar haar huis heeft verge zeld. Aan de huisdeur wachtte juffrouw L. hen en nam hem dén eenen zak afde oude dame nam den anderen. Toen is hij wegge gaan. Hij zag op dat oogenlblik niemand, in de straat. Het is een zijstraat en zeer stil." „W i 11 i a m Bird, kleermaker, heeft zich bevonden onder de menigte die liet huis binnendrong. Hij is een Engelscltma.il die sinds twee jaar te Parijs woont. Hij hoorde bwistende stemmen. De schorre stem was die van een Franschman. Hij verstond verschil lende woorden, maar heeft ze nu gedeeltelijk weer vergeten. Hij hoorde duidelijk „sacré" en „mon Dieu". Hij hoorde tegelijkertijd een geraas alsof verschillende personen met el kaar vochten gebons en geschuif. De schel le stem klonk zeer luid en overschreeuwde de schorre. Hij weet zeker dab het niet de stem van een Engelscliman was. Zij klonk meer als die van een Duitseher. Het kan een vrou wenstem zijn geweest. Getuige kent geen Duitscli, „Vier der bovengenoemde getuigen ver den nogmaals opgeroepen en verklaarden dat die deur van hot vertrék, waarin, zich liet lijk van juffrouw L. bevond, van binnen op slot werd gevonden. Alles was stal toen zij binnentraden er was geen gesteun, g6©- nerlei geluid te hooren niemand te zien. De vensters waren, zoowel in de voor- als m de achterkamer, toe «n van binnen ge sloten. Het waren geen openslaande, maar schuiframen. De deur die bedde kamers met ellcaar verbind, was toe, maar niet op slot. Die welke van de voorkamer naar het por taal leidt, was eveneens aan de binnenrijd© op slot. De sleutel stak in het slot evenals aan de deur der slaapkamer. Een kleiner vertrek op dezelfde verdieping aan de voor zijde stond open. Heb was volgepakt met oude beddlen, kisten en koffers. Ieder pleikje van het géheele huis, iedere schoorsteen, werd omdat zij toegelaten hadden dab de Presi dent der Republiek werd beleedigd. „Do procureur-generaal bevond zich todli aan d© zijde van den advocaat-generaal," merkte Méline op. Maar Dupuy vervolgde dat men den direct verantwoordelijken amb tenaar wilde straffen. Daarop las de voorzitter Desclianel hot sclirijven voor van den minister van justitie, waarin deze wijst op een plaats in liet arrest van het Hof van Cassatie, waarin gezegd, wordt dat generaal Mercier in 1894 aan den krijgsraad geheime stukken heeft overgelegd. De regeering moendo dit aan de Kanier te moeten mededoelen opdat deze zou kun non beslissen of op Mercier art 12 der wiet van 2 Augustus 1875 belioort te worden toegepast, m. a. w. of er reden is oen oud-minister te vervolgen wegens daden in dé uitoefening van zijn ambt verricht, Desdlianel deelde mede dat dit schrijven naar het bureau der Kamer zou worden doorgezonden tot onderzoek. Zooals was aangekondigd stelden Laries en Firmin' Fauro daarop voor den minister-pre sident in staat van beschuldiging te stellen. Riibot kwam zijnerzijds op togen het rem.- voyceren. naar het bureau; de Kamer zelf ging de zaak aan. Het centrum en de rech terzijde bleken hot daarmee eens te zijn. Dupuy zette daarop uiteen dat in de eer ste plaats Du Paty de CLam en Esterhazy vervolgd worden, maar dat de regeering ook meende de Kamer te moeten vragen of de oud-minister van oorlog Mercier diende ver volgd te worden. Dupuy verklaarde dat hij in 1894 alleen het borderel had ge kend. (Langdurige ontroering. Toejuichin gen links.) Na een rumoerig debat, waaraan Dupuy, Denys Cochin, Milleranid deelnamen, welke laatste verklaarde dab de socialisten die mo- tie-Néron-Banoel zouden steunen, werd de discussie gesloten. Tevergeefs trachtte de bo- napartist De Maihy nog te spieken. De socia list Viviani had nog de gelegenheid onder da verende toejuichingen van links Morder's houding te wraken. Hij noomdte het een mis daad! „verraderlijk een onschuldige oen dolk in dan. rug te stooten". Toen iemand hem toeriep dab Mercier be goeder troujw kon zijn geweest, antwoordde Viviani dat hij geen veroordleeling, maar efcn onderzoek naar het gedrag van Mercier verlangde. Wat niet wegnam dat hij Mercier's schuld! aantoonde. De overwinning der Regeering. Zeven voorstellen waren ingekomen om de quaestie van Mercier's vervolging uit te stel len" tot na de uitspraak van den krijgsraad. Dupuy verklaarde namens de regeering dat deze de beslissing overliet aan de Kamer. Daarop werd met 299 tegen, 238 stemmen besloten deze quaestie te verdagen. Met 368 tegen 198 stemmen schenk dó Kamer de prioriteit aan de motioNéron-Bancel en nam achtereenvolgens beid© dleelen dor motie met 517 tegen 92 en met 326 tegen 173 stemmen aan. Nu stelden_ Bos en verschillende andere le den der linkerzijde voor, het arrest van het met bezems zorgvuldig doorzocht. Het huis heeft vier verdiepingen en een zolder. Een valdeur op het dak was dichtgespijkerd en klaarblijkelijk sedert jaren niet meer open geweest. De tijd die verliep tussclien de twis tend© stemmen en het openbraken dér ka merdeur, wordt door de getuigen verschillend aangegevensommigen moenen dat liet drie, anderen dat heb vijf minuten is geweest. Het kostte moeite de deur open te krijgen. A lfonso Ga rei o, aanspreker, ver klaart in de rue Morgue te wonen. Hij is van geboorte Spanjaard. Hij was eveneens met de anderen het liuis ingogaan, maar ging niet de trap op. Zijn zenuwen zijn niet sterk en hij vreesde voor de gevolgen van de opwin ding. Hij hoorde de twistende stemmen. De schorre stem was die van een Franschman. Afzonderlijke woorden kon hij niet verstaan. De schelle stem was stellig die van oen En- geisehman. Hij verstaat wel is waar geen En- gelsch, maar maakt het op uit liet accent. „Alberto Montani, koekbakker, zegt een der eersten te zijn geweest die de trap opsnelden. Hij hoorde de stemmen. De schorre sprak Fransch. Hij verstond verschei den woorden. Het klonk alsof de spreker iemand op heftigen toon verwijten deed. Hij kon van dén ander met die schelle stem geen woord verstaan. Deze sprak snel en hortend. Hij gelooft dat liet een Rus was, maar bevestigt overigens de getuigenis van de anderen. Getuige is een Italiaan en heeft nog nooit een Rus gesproken. „Nogmaals opgeroepen, verklaren! verschei den getuigen dat alle schoorsteenen der vier de verdieping te nauw rijn dian dat een men- sahelijk wezen er door fan. Onder bezems verstaan zij de cylindervormig© borstels waar van schoorsteenvegers rich plegen te bedie nen, Elke schoorsteen in liet géheele lxuas werd met die bezems doorzocht. Een tweede portaal of uitgang waardoor iemand! liad kunnen ontkomen, terwijl dé menigte de Hof van Cassatie in het land te doen aan plakken. Alassabuau wilde verdaging tot na de uit spraak van den krijgsraad, Oarvaignac, door Jourde getart, zei de dat hij niets behoefde goed te maken (dit sloeg natuurlijk op de aanplakking der valsche stukken), want hij liad Henry's misdrijf aan liet licht gébracht. Brisson, destijds minister-president, vroeg daarentegen de Kamer met aandrang het ar rest te doen aanplakken. Do regeering ver klaarde er niet tegen te zijn. Met 314 tegen 245 stemmen weid de ver daging verworpen en met 307 tegen 212 stommen besloten liet arrest te doen aan plakken. Daarop ging de Kamer om ruim acht uur tot Donderdag uiteen. net schnndaal van Auteuil, President Loubet is voornemens Zondag a.s. de wedrennen te Longehamps bij te wonen. Rochefort zegt dienaangaande»Hij heeft zijn petit prix gehad; Zondag krijgt hij zijn grand prix." Loubet wil ook verschillende wandelingen door Parijs maken. Hg is overtuigd dat de bevolking de betoogingen tegen de Republiek en tegen zijn persoon afkeurt. De Parijsche universiteit heelt Loubet een adres aangeboden waarin zij haar sympathie betuigt. Een gelijk adres, waarin ook hun toewijding aan de repubükeinsche staatsin stellingen wordt uitgesproken, is gisteren door een groot aantal algevaardigden getee- kend. Het ging uit van Poincaré (rep,), Dou- mer (rad.) en Viviani (soc.) De Parijsche gemeenteraad heeft een motie aangenomen, waarin zy, de onlusten te Aute uil wrakende, haar vertrouwen in Loubet uitspi eekt. Wegens het schandaal te Auteuil zijn in hechtenis genomen 43 personen, waaronder 26 met klinkende, adellijke namen. Ook eenige officieren, die voor een krijgsraad zullen komen, tenzij hun medeplichtigheid mot burgers blijkt. Gearresteerd zyn o, rn, de boulangist graaf Dion en de zoon van den katholieken atgevaardigde graaf De Mun. Men zegt dat er meer officieren dan die genoemd worden, gearresteerd zijndezen waren nl. in politiek. De gevangenen mogen geen bezoeken ont vangen. Komisch was Zondagavond een file van equipages voor de politie-gevangenis. Bezorgde mama's die hun zoons allerlei com- lort wilden brengen. Maar het mocht niet. Prins Victor Napoleon heeft in een inter- vieuw zjjn afkeuring uitgesproken over het gebeurde te Auteuil. De Engelsehe en Duitsche bladen spreken hun voldoening uit over het arrest van het Hof van Cassatie. Met het oog op het gebeurde te Auteuil wordt ook met achting gesproken over pre sident Loubet. Bcmcngdc Itledcdecllngen. Het Engelsehe Lagerhuis heeft de beloo- trap opkwam, bestaat er niet. Het lijk van juffrouw L'Esnapaye zat zoo vast in. den schoorsteen, dat vier of vijf man tegelijk moesten trekken om het omlaag te krijgen. „Paul Dumas, geneesheer, verklaart dat hij tegen het aanbreken van den dag is geroepen om d© lijken te schouwen. Beid© lagen op de stroomatras in liet ledekant der slaapkamer, waarin juffrouw L. gevonden was. Heb lichaam der jonge dame vertoonde talrijke bulten en ontvellingen die zeer wel ontstaan konden rijn door mot geweld hot lijk in den schoorsteen te düwen. De hals was op verschil lende plaatsen gekwetst. Juist onder de kin vertoonden zich diepe krabben alsmede een aantal zwart-blauw© plekken, oogensohijnlijk indraitóken van vin gers. De gelaatskleur was ontzettend en de oogappels puilden uit. De tong was gedeelte lijk doorgebeten. Bij de maagkuil ontdekte hij een groote bult die blijkbaar door dou druk van een knie was ontstaan. Volgens den getuige was juffrouw L. geworgd. Het lijk der moeder was vreeselijk verminkt. Alle beenderen van den rechterarm, en hot rech terbeen waren verbrijzeld. Het linker hiel- been en alle ribben der linkerzijde waren ver splinterd, het geheele lichaam was afschuwe lijk van kleur en met wonden bedekt. Hij kan niet zeggen op welke wijze die verwon dingen zijn aangebracht. Een zware houten knuppel, een breede ijzeren stang een stoel of eenig ander groot, zwaar en stomp werktuig kon, door oen krachtigen man ge bruikt, een zoodanige uitwerking hebban. Een vrouw kon onmogelijk zulke slagen heb ben toegebracht. Het hoofd dér oude vrouw- was, toen getuige het zag, eveneens verplet terd en geheel van den romp gescheiden. De keel moet met een scherp instrument, waar schijnlijk een scheermes, rijn doorgesneden. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1