No. 9952.
Eerste Blad.
Be Hele moord ie ie Roe Morpe.
53"" Jaargang.
Woensdag 7 Juni 1899.
BUITENLAND.
ÜCHIIEI9JIMSCHE QMJRANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uh zondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor S c h i e d a m en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauKoters traat 68.
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel
meer 12'/3 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Itleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 123.
i n —<i oiiii txm*ii mn «t—i
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 6 Juni '99.
In de Fransclie Kamer.
Vóór de zitting.
Toen Leygues, de minister van onderwijs,
Zondagavond dien ministerraad, verlatende,
den toestand ernstig noemde, overdreef hij
niet. Gelukkig dat eenerzijds de regeering
meester van den toestand is en dlat de Kamer
haar krachtig wil steunen om die schandelijk
heden waarmede van nationalistische, anti-
asmietisehe en oesaristisdie zijde nog altijd'
wordt voortgegaan, met gestrenge hand te
straffen. Gelukkig ook, dat de meerdeiüieidi
der bevolking, de burger- en de werkmans
stand, weigert zich te leenen. voor de oog
merken der intriganten met en zonder uni
form.
Men verwachtte gisteren in het Palais
Bourbon een rumoerige zitting. Vandaar dat
ar zeer veel publiek was, waaronder veel da
mes; de senatoren en het corps diploma
tique vulden mede hun tribunes. De Kamer
zelve was voltallig. Aan de ministertafel ver
toonden zich aanvankelijk alleen Dupuy en
Lebret.
In de couloirs bespraken de depute's druk
dis gebeurtenissen van den vorige» dag. De
radico-socialisten en de socialisten toonden
zich ontevreden over de onvoldoende maatre
gelen die Dupuy had genomen ooi de op
stootjes van Zonldag (die verwacht werden)
tegen te gaan. (Terloops zij hier opgemerkt
dat De Pressensé in do „Aurore", öharles
Bos in de „Rappel", ook dié „Figaro" dit Du
puy reedis onder den neus hadden gewreven.)
Zij beschouwden de verplaatsing van generaal
Roget naar Orleans niet als een bewijs van
ongenade en verbaasden, er zich over dat da
regeering niet die sluiting liad bevolen van
de twee aristocratische clubs, waar de stand
jes waren voorbereid. Op die verwijten ant
woordden de lelden der regeeringspartij dat
de regeering haar beslissingen afhankelijk
maakt van het gerechtelijk ondersoek.
De interpellatie.
Onmiddellijk na do opening dier zitting
vroeg Laloge (soc.) verlof om do regeering të
interpelleeren. De minister-president aan
vaardde de dadelijke behandeling.
Laloge verklaarde onder daverende toe
juichingen van alle banken links, dat het
oogenblïfc is gekomen voor republikednsche
daden.
Onmiddellijk begon de rechterzijde, met
Cassagnac en Dairies vooraan, rumoerig te
worden. Maar Laloge ging dbor en vroeg aan
•Dupuy of hij geweten had dat er een befcoo-
giing zou plaats vinden. Spr. preies Loubet's
moed die het presidentschap der Republiek
op een hachelijk oogemblik heeft aanvaard.
Een incident.
Met een drievoudig salvo van toejuiehin-
BOOR
EDGAR ALLAN POE.
3)
„Isidore Must, agent van politie,
deelt mede dat hij tegen drie uur geroepen
werd en voor het huis ongeveer twintig a
dertig personen vond die trachtten binnen te
dringen. Hij heeft ten laatste de deur gefor
ceerd met een bajonet niet met een breek
ijzer wat hem niet zeer moeilijk viel, daar
bet een dubbele deur is en noch de boven-
nodh de benedengrendal diöht waren. Het
geschreeuw hield aan totdat de deur open
was en verstomde toen plotseling. Het was
ten luid, lang-gerékt gegil, dat als kreten
van smart klonk en van een of van meer per
sonen afkomstig kon rijn. Getuige ging voor
aan de trap op. Op de eerste verdieping ge
komen, hoorde hij twee stemmen, die op lui
den, driftigen toon schenen te twisten de
«ene schor, de andere veel hooger en schel
ler een zeer vreemde stem. Hij kon van
de eerste, die van een Enanscbman, ©enige
woorden verstaan. Hij wee/fc zeker dat het
geen vrouwenstem was. Hij verstond de
woorden „sacré" en „diable". De schelle stem
was van een vreemdeling. Hij weet niet ze
ker of rij van een man of van een vrouw
was. Hij kon de taal niet verstaan, maar
hield die voor Spaansdh,
„Henri Duval, een der buren, van be
roep zilversmid, verklaart dat hij een der
eersten was die het huis binnentraden. Hij
bevestigt over het geheel de verklaring van
Mnsèt. Zoodra zij binnengedrongen, waren,
sloten zi j de huisdeur weer om de menigte te
gen te houden, die ondanks het nachtelijk
Rur te zaanen was gestroomd. Deze getuig©
houdt de schelle stem voor die van een Ita
liaan. Hij is overtuigd! dat het geen Fransch
gen stemde de Kamer, uitgenomen do rech
terzijde, met dien lof te. Maar De Largen
taye^ (cons.) schreeuwde„Loubet is geen
eerlijk man; hij is een Panamist!"
Die woorden lokten heftige protesten uit
reeds werd' om de censuur geroepen. De Lar-
gentaye weigerde zijn woorden te herroepen
en vervolgde onder lievig rumoer, dat de per
sonen die te Auteuil gevangen waren geno
men, eerlijke lieden waren. Het parool der
patriotten is: „Weg mot Loubet!"
Nu was het genoeg, en de Ivaimer sprak
met 400 tegen 40 stammen die censuur met
tijdelijke uitsluiting over De Largentaye uit.
Deze weigerde heen te gaan, waarop de voor
zitter de zitting schorste en de afgevaardig
den uitnoodigde de zaal te verlaten, opdat
De Largentaye verwijderd zou kunnen wor
den. Omringd' door een twintigtal vrienden
bleef deze ritten, weigerde ook de quaestoren
te volgen en moest daarop door een piket
garden van de Kamerwacht met geweld wor
den verwijderd.
Zijn vrienden slaakten kreten van woed!©;
do republikeinen juichten en riepen „Leve
Loubet l" De socialisten wierpen De Largen
taye allerlei scheldwoorden naar liet hoofd,
waarop diens vrienden antwoordden' met:
„Leve het leger!"
Dupuy's antwoord.
Toen werd die zitting hervat onder even
groote opgewondenheid. Intussdhen hadlden
Leygues, Kramte, Delcassé, Guillain en Loc-
lcroy zich bij hun collega's aan de ministe
rieel e tafel gevoegd.
Laloge. zijn interpellatie eindigende, vroeg
daarop welke maatregelen de negeering voor
de toekomst zou nemen.
Nu nam de minister-president het woord
om allereerst, na het incident van den vori-
gon dag, eem eerbiedig saluut te brengen aan
den President der Republiek. Langdurige
toejuichingen, die herhaald werden toen Du
puy er aan toevoegde: „Ik begroet in den
heer Loubet den fHnken burger, die de waar
borg dér republikeiinsche eenheid geweest is
en zal zijn. Gisteren heeft de voorhoede der
reactionnaire partijen tegen hem geprotes
teerd. en rijn ontslag geëiseht." Dupuy deed
de schaarde! ijkheid uitkomen van deze betoo
ging tegen iemand die genoodigd was die wed
rennen bij te wonen. (Applaus.) De vertegen
woordigers van de chic en den goeden smaak
hébben getoond wat Frankrijk van hunlaag-
liarbigheid heeft te verwachten, (Daverende
toejuichingen.)
De minister verklaarde dat er samenspre-
Idngen hadlden plaats gevonden en voorberei
dingen waren getroffen voor deze manifesta
tie. De regeering had dan ook maatregelen
getroffen om den President bij zijn komst en
zijn vertrek te beschermen; maar daarbij
liaid zich geen enkel incident voorgedaan.
„Gij hebt hem verborgen," riep de conser
vatieve cavaleriekapitein Magno uit, waarop
Dupuy zeer ad rem antwoordde: „Uw vrien
den hébben zich schuil gehouden achter vrou
wen," welke woorden met donderende toejui
chingen en protesten van rechte worden be
groet, waaraan de royalist Balaam, en do la
waaimaker Laries druk deelnamen.
was. Hij kan niet met stelligheid! beweren
dat het een mannelijke stem is geweest. Hij
kent geen Italiaansdh. Hij kon geen woorden
onderscheiden, maar maakt uit het acoent
met zekerheid op dlafc de sprekend© oen Ita
liaan was. Hij kent mevrouw L. en haar
dochter en had beiden meermalen gesproken.
Hij weet zeker dat de schelle stem niet die
van een der beide vrouwen was.
„O d e n h e i m e r, kok. Deze getuige
heeft rich uit eigen beweging aangemeld
Daar hij geen Fransch spreekt, moet een
tolk zijn diensten bewijzen. Hij is te Am
sterdam geboren. Hij ging juist het huis
voorbij toen hij hoorde gillen. Het was lang
gerekt en zeer hard het klonk verschrik
kelijk, hartverscheurend. Hij behoorde even
eens tot hen die het huis binnendrongen. Hij
bevestigt de vorige verklaring op alle pun
ten, behalve dat hij stellig beweert dat de
gillende stem die van een man en wel die
van een Franschman is geweest. Hij kon
geen bepaalde woorden verstaan. Zij schenen
evenwel zeer luid, snel en ongelijkmatig te
worden geuit en konden evengoed angst uit
drukken als woede. De stem klonk scherp
minder schel dan wel scherp, hij zou haar
niet als „schel" kunnen qualifïceeren. De
schérre stem zei verscheiden malen „sacré"
en „diable" en ééns „mon Dieu".
„Jules Mignaud', bankier van de fir
ma MHgnaud Zoon, rue Déloiaine. Getuige
is de oudste firmant Mignaud'. Mevrouw
L'Espanaye bezat ©enig vermogen. Zij had
sedert acht jaar een conto bij hem, en depo
neerde dikwijls kleinere bedragen. Zij had
vroeger nooit op hem getrokken, totdat rij
drie dagen voor haar dood persoonlijk 4000
francs opnam. Dit bedrag werd haar in goud
uitbetaald en een bediende ging met haar
mede die het geld droeg.
„Adolphe Le Bon, bediendé bij Mig
naud Zoon, verklaart dat hij op genoem
den dag tegen den middag mevrouw L"Espa-
Dupuy ging echter voort met te zeggen
dat de politie haar best lieeft gedaan en dat
hij alle verantwoordelijkheid op zich nam.
Wat gebeurd is, is te schandelijker omdat
het geschiedde onder do oogen van de verte
genwoordigers der mogendheden. De gearres
teerden zullen verschijnen voor eem rechter
van instructie die het complot zal te ontwar
ren en zal na te gaan hebben of er oen sa
menzwering bestond. (Ontroering.) Wat ons
aangaat, wij zijn de „republikednsche Repu
bliek", die niets wil weten van hen die zich
van den naam der Republiek bedienen om
haar te beter te kunnen vernietigen.
Daar do voornaamste manifestanten leden
van clubs waren, heeft de regeering besloten
die te sluiten. „Gij hebt ons een consigne
gegeven,'' eindigde Dupuy onder lnidie toe
juichingen, „wij zullen dat doen eerbiedigen.
Indien gij ons uw vertrouwen scheukt, zullen
zullen wij de staatsinstellingen weten te be
schermen tegen wie ze aanvallen."
Paul de Cassagnac beklom nu de tribune
om te zeggen dat tiet land walgt van de Re
publiek. De Zaak, die liet land en de fami
lies verscheurd heeft, zal zwaar drukken op
dc iogeeiung. Men spreekt van maatregelen
die men zal voorstellen tegen de generaals
„Er is zekere moed voor noodig om te
doen wat wij gaan doenwierp Dupuy or
tussclien.
„Ja, om een oud-collega. (Mercior) wiens
medeplichtige gij rijt, voor den rechter te da
gen!" antwoordde Cassaigraac onder gejuich
van rechts. „Welnu, ge hebt gelijk de clubs
te sluiten, en de een naar den rechter te ver
wijzen, den ander in ongenade weg te stu
ren. Hot land komt in beroering bij de terug
komst van Marohand en Gallieni; dat wil
zeggen dat liet slecihts op een man wacht.
(Toejuioliingen rechts m gemor linies.)
Het débat werd gesloten, maar D'Arem-
berg nam nog de leden van het Wedren-co
mité in bescherming, waarop Dupuy ver
klaarde die heer en, die trouwens president
Loubet hun spijt hadden betuigd, niet te
hébben willen beschuldigen, terwijl graaf De
Muti, wiens zoon tot die geairesteerdten be
hoort, er tegen opkwam, dat men niet „Leve
het leger!" mocht roepen.
Méline en zijn vrienden, Rouanct, Isam-
bert, De Ia Porte, Durand, Couyba en Né-
ï'on-Bancel hadden moties voorgesteld. De re
geering aanvaardde de laatste, luidend„De
Kamer, haar verachting uitsprekende over
het schandaal te Auteuil en de verklaringen
der regeering goedkeurondie, gaat over tot de
orde van den dag.
Mercier in staat van beschuldiging.
Nu wilds Denys Cochin (mon.) eerst dat
de Kamer kennis zou nemen van den brief
die bij den voorzitter was ingekomen, mede
deelend© dat de regeering de v.arvolging van
generaal Mercier vraagt. (Toejuichingen en
teckenen van voldoening links.)
Dupuy had daartegen geen bezwaar en zat
te daarop uiteen tot welke vervolgingen de
ministerraad met een gevoel van droefheid
had besloten. Allereerst togen den voorzitter
der assisen Tor-dóf en den advocaat-generaal,
naye met de 4000 francs die zich in twee zak
ken bevonden, naar haar huis heeft verge
zeld. Aan de huisdeur wachtte juffrouw L.
hen en nam hem dén eenen zak afde oude
dame nam den anderen. Toen is hij wegge
gaan. Hij zag op dat oogenlblik niemand, in
de straat. Het is een zijstraat en zeer stil."
„W i 11 i a m Bird, kleermaker, heeft
zich bevonden onder de menigte die liet huis
binnendrong. Hij is een Engelscltma.il die
sinds twee jaar te Parijs woont. Hij hoorde
bwistende stemmen. De schorre stem was die
van een Franschman. Hij verstond verschil
lende woorden, maar heeft ze nu gedeeltelijk
weer vergeten. Hij hoorde duidelijk „sacré"
en „mon Dieu". Hij hoorde tegelijkertijd een
geraas alsof verschillende personen met el
kaar vochten gebons en geschuif. De schel
le stem klonk zeer luid en overschreeuwde de
schorre. Hij weet zeker dab het niet de stem
van een Engelscliman was. Zij klonk meer
als die van een Duitseher. Het kan een vrou
wenstem zijn geweest. Getuige kent geen
Duitscli,
„Vier der bovengenoemde getuigen ver
den nogmaals opgeroepen en verklaarden dat
die deur van hot vertrék, waarin, zich liet
lijk van juffrouw L. bevond, van binnen op
slot werd gevonden. Alles was stal toen zij
binnentraden er was geen gesteun, g6©-
nerlei geluid te hooren niemand te zien.
De vensters waren, zoowel in de voor- als m
de achterkamer, toe «n van binnen ge
sloten. Het waren geen openslaande, maar
schuiframen. De deur die bedde kamers met
ellcaar verbind, was toe, maar niet op slot.
Die welke van de voorkamer naar het por
taal leidt, was eveneens aan de binnenrijd©
op slot. De sleutel stak in het slot evenals
aan de deur der slaapkamer. Een kleiner
vertrek op dezelfde verdieping aan de voor
zijde stond open. Heb was volgepakt met
oude beddlen, kisten en koffers. Ieder pleikje
van het géheele huis, iedere schoorsteen, werd
omdat zij toegelaten hadden dab de Presi
dent der Republiek werd beleedigd.
„Do procureur-generaal bevond zich todli
aan d© zijde van den advocaat-generaal,"
merkte Méline op. Maar Dupuy vervolgde
dat men den direct verantwoordelijken amb
tenaar wilde straffen.
Daarop las de voorzitter Desclianel hot
sclirijven voor van den minister van justitie,
waarin deze wijst op een plaats in liet arrest
van het Hof van Cassatie, waarin gezegd,
wordt dat generaal Mercier in 1894 aan den
krijgsraad geheime stukken heeft overgelegd.
De regeering moendo dit aan de Kanier te
moeten mededoelen opdat deze zou kun non
beslissen of op Mercier art 12 der wiet van 2
Augustus 1875 belioort te worden toegepast,
m. a. w. of er reden is oen oud-minister te
vervolgen wegens daden in dé uitoefening
van zijn ambt verricht,
Desdlianel deelde mede dat dit schrijven
naar het bureau der Kamer zou worden
doorgezonden tot onderzoek.
Zooals was aangekondigd stelden Laries en
Firmin' Fauro daarop voor den minister-pre
sident in staat van beschuldiging te stellen.
Riibot kwam zijnerzijds op togen het rem.-
voyceren. naar het bureau; de Kamer zelf
ging de zaak aan. Het centrum en de rech
terzijde bleken hot daarmee eens te zijn.
Dupuy zette daarop uiteen dat in de eer
ste plaats Du Paty de CLam en Esterhazy
vervolgd worden, maar dat de regeering ook
meende de Kamer te moeten vragen of de
oud-minister van oorlog Mercier diende ver
volgd te worden.
Dupuy verklaarde dat hij in
1894 alleen het borderel had ge
kend. (Langdurige ontroering. Toejuichin
gen links.)
Na een rumoerig debat, waaraan Dupuy,
Denys Cochin, Milleranid deelnamen, welke
laatste verklaarde dab de socialisten die mo-
tie-Néron-Banoel zouden steunen, werd de
discussie gesloten. Tevergeefs trachtte de bo-
napartist De Maihy nog te spieken. De socia
list Viviani had nog de gelegenheid onder da
verende toejuichingen van links Morder's
houding te wraken. Hij noomdte het een mis
daad! „verraderlijk een onschuldige oen dolk
in dan. rug te stooten". Toen iemand hem
toeriep dab Mercier be goeder troujw kon zijn
geweest, antwoordde Viviani dat hij geen
veroordleeling, maar efcn onderzoek naar het
gedrag van Mercier verlangde. Wat niet
wegnam dat hij Mercier's schuld! aantoonde.
De overwinning der Regeering.
Zeven voorstellen waren ingekomen om de
quaestie van Mercier's vervolging uit te stel
len" tot na de uitspraak van den krijgsraad.
Dupuy verklaarde namens de regeering
dat deze de beslissing overliet aan de Kamer.
Daarop werd met 299 tegen, 238 stemmen
besloten deze quaestie te verdagen. Met 368
tegen 198 stemmen schenk dó Kamer de
prioriteit aan de motioNéron-Bancel en nam
achtereenvolgens beid© dleelen dor motie met
517 tegen 92 en met 326 tegen 173 stemmen
aan.
Nu stelden_ Bos en verschillende andere le
den der linkerzijde voor, het arrest van het
met bezems zorgvuldig doorzocht. Het huis
heeft vier verdiepingen en een zolder. Een
valdeur op het dak was dichtgespijkerd en
klaarblijkelijk sedert jaren niet meer open
geweest. De tijd die verliep tussclien de twis
tend© stemmen en het openbraken dér ka
merdeur, wordt door de getuigen verschillend
aangegevensommigen moenen dat liet drie,
anderen dat heb vijf minuten is geweest. Het
kostte moeite de deur open te krijgen.
A lfonso Ga rei o, aanspreker, ver
klaart in de rue Morgue te wonen. Hij is van
geboorte Spanjaard. Hij was eveneens met
de anderen het liuis ingogaan, maar ging niet
de trap op. Zijn zenuwen zijn niet sterk en
hij vreesde voor de gevolgen van de opwin
ding. Hij hoorde de twistende stemmen. De
schorre stem was die van een Franschman.
Afzonderlijke woorden kon hij niet verstaan.
De schelle stem was stellig die van oen En-
geisehman. Hij verstaat wel is waar geen En-
gelsch, maar maakt het op uit liet accent.
„Alberto Montani, koekbakker,
zegt een der eersten te zijn geweest die de
trap opsnelden. Hij hoorde de stemmen. De
schorre sprak Fransch. Hij verstond verschei
den woorden. Het klonk alsof de spreker
iemand op heftigen toon verwijten deed. Hij
kon van dén ander met die schelle stem
geen woord verstaan. Deze sprak snel en
hortend. Hij gelooft dat liet een Rus was,
maar bevestigt overigens de getuigenis van
de anderen. Getuige is een Italiaan en heeft
nog nooit een Rus gesproken.
„Nogmaals opgeroepen, verklaren! verschei
den getuigen dat alle schoorsteenen der vier
de verdieping te nauw rijn dian dat een men-
sahelijk wezen er door fan. Onder bezems
verstaan zij de cylindervormig© borstels waar
van schoorsteenvegers rich plegen te bedie
nen, Elke schoorsteen in liet géheele lxuas
werd met die bezems doorzocht. Een tweede
portaal of uitgang waardoor iemand! liad
kunnen ontkomen, terwijl dé menigte de
Hof van Cassatie in het land te doen aan
plakken.
Alassabuau wilde verdaging tot na de uit
spraak van den krijgsraad, Oarvaignac, door
Jourde getart, zei de dat hij niets behoefde
goed te maken (dit sloeg natuurlijk op de
aanplakking der valsche stukken), want hij
liad Henry's misdrijf aan liet licht gébracht.
Brisson, destijds minister-president, vroeg
daarentegen de Kamer met aandrang het ar
rest te doen aanplakken. Do regeering ver
klaarde er niet tegen te zijn.
Met 314 tegen 245 stemmen weid de ver
daging verworpen en met 307 tegen 212
stommen besloten liet arrest te doen aan
plakken.
Daarop ging de Kamer om ruim acht uur
tot Donderdag uiteen.
net schnndaal van Auteuil,
President Loubet is voornemens Zondag
a.s. de wedrennen te Longehamps bij te
wonen. Rochefort zegt dienaangaande»Hij
heeft zijn petit prix gehad; Zondag krijgt
hij zijn grand prix."
Loubet wil ook verschillende wandelingen
door Parijs maken. Hg is overtuigd dat de
bevolking de betoogingen tegen de Republiek
en tegen zijn persoon afkeurt.
De Parijsche universiteit heelt Loubet een
adres aangeboden waarin zij haar sympathie
betuigt. Een gelijk adres, waarin ook hun
toewijding aan de repubükeinsche staatsin
stellingen wordt uitgesproken, is gisteren
door een groot aantal algevaardigden getee-
kend. Het ging uit van Poincaré (rep,), Dou-
mer (rad.) en Viviani (soc.)
De Parijsche gemeenteraad heeft een motie
aangenomen, waarin zy, de onlusten te Aute
uil wrakende, haar vertrouwen in Loubet
uitspi eekt.
Wegens het schandaal te Auteuil zijn in
hechtenis genomen 43 personen, waaronder
26 met klinkende, adellijke namen. Ook
eenige officieren, die voor een krijgsraad
zullen komen, tenzij hun medeplichtigheid
mot burgers blijkt. Gearresteerd zyn o, rn,
de boulangist graaf Dion en de zoon van den
katholieken atgevaardigde graaf De Mun.
Men zegt dat er meer officieren dan die
genoemd worden, gearresteerd zijndezen
waren nl. in politiek.
De gevangenen mogen geen bezoeken ont
vangen. Komisch was Zondagavond een file
van equipages voor de politie-gevangenis.
Bezorgde mama's die hun zoons allerlei com-
lort wilden brengen. Maar het mocht niet.
Prins Victor Napoleon heeft in een inter-
vieuw zjjn afkeuring uitgesproken over het
gebeurde te Auteuil.
De Engelsehe en Duitsche bladen spreken
hun voldoening uit over het arrest van het
Hof van Cassatie.
Met het oog op het gebeurde te Auteuil
wordt ook met achting gesproken over pre
sident Loubet.
Bcmcngdc Itledcdecllngen.
Het Engelsehe Lagerhuis heeft de beloo-
trap opkwam, bestaat er niet. Het lijk van
juffrouw L'Esnapaye zat zoo vast in. den
schoorsteen, dat vier of vijf man tegelijk
moesten trekken om het omlaag te krijgen.
„Paul Dumas, geneesheer, verklaart
dat hij tegen het aanbreken van den dag is
geroepen om d© lijken te schouwen. Beid©
lagen op de stroomatras in liet ledekant der
slaapkamer, waarin juffrouw L. gevonden
was. Heb lichaam der jonge dame vertoonde
talrijke bulten en ontvellingen die zeer wel
ontstaan konden rijn door mot geweld hot
lijk in den schoorsteen te düwen. De hals
was op verschil lende plaatsen gekwetst.
Juist onder de kin vertoonden zich diepe
krabben alsmede een aantal zwart-blauw©
plekken, oogensohijnlijk indraitóken van vin
gers. De gelaatskleur was ontzettend en de
oogappels puilden uit. De tong was gedeelte
lijk doorgebeten. Bij de maagkuil ontdekte
hij een groote bult die blijkbaar door dou
druk van een knie was ontstaan. Volgens den
getuige was juffrouw L. geworgd. Het lijk
der moeder was vreeselijk verminkt. Alle
beenderen van den rechterarm, en hot rech
terbeen waren verbrijzeld. Het linker hiel-
been en alle ribben der linkerzijde waren ver
splinterd, het geheele lichaam was afschuwe
lijk van kleur en met wonden bedekt. Hij
kan niet zeggen op welke wijze die verwon
dingen zijn aangebracht. Een zware houten
knuppel, een breede ijzeren stang een
stoel of eenig ander groot, zwaar en stomp
werktuig kon, door oen krachtigen man ge
bruikt, een zoodanige uitwerking hebban.
Een vrouw kon onmogelijk zulke slagen heb
ben toegebracht. Het hoofd dér oude vrouw-
was, toen getuige het zag, eveneens verplet
terd en geheel van den romp gescheiden. De
keel moet met een scherp instrument, waar
schijnlijk een scheermes, rijn doorgesneden.
(Wordt vervolgd.)