No. 9963.
j3"e Jaargang.
Dinsdag 20 Juni 1899.
DE GOUDEN TOR.
VERVER
1
BUITENLAND.
-5
BINNENLAND.
i
SCHIEDAV1SCHE COMA»!]'
Deze courant verschijnt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor S c h i e d a m en V ia r g j n 1.25 Franco
per post fl.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardin^en 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel
meer 12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën hij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde isleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intcrc. Telefoon Aio. 123.
Voor den dienst der gemeentewerken wordt
gevraagd een
wedde tegen 16 cent per uur.
Sollicitatiën vóór 28 Juni a.s. in te leveren
bij den Directeur der gemeentewerken.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 19 Juni '99.
Nu bet verzet der radicalen tegen Bartlion
het ministerie-Poincarheeft doe® misluk
ken, zal de oude Gamhettist Waldeck-Rous-
seau het beproeven. Hem heeft president
Loubet de vorming van een kabinet opge
dragen. Waldedk-Rousseau heeft bedenktijd
gevraagd.
Natuurlijk worden weer verscheiden n'a-
men genoemd van mannen, die tot de com
binatie van Wakteck-Rousseau zullen balioo-
ren. Allereerst de senator Aionis en de tegen
woordige minister van buitonlaiudscho zaken
Deleassé. Dan Renault-Morlière die als rap
porteur over het treurige gelegenheddiswetje
van Dupuy, dat de zaak-Dreyfus onttrok aan
de berechting der strafkamer, den moed zij
ner overtuiging vond en de verwerping der
wet aanbeval. Ook do socialist Müllerand
wordt gen'oemd. Deize zou zicli bereid hebben
verklaard de portefeuille van justitie op zich
te nemen, mits het ministerie alleen de af
doening der aan de orde zijnde quaesties in
zijn program opnam.
Meer dan deze allen trekt de aandacht de
naam van Casimir-Périer. Do oud-president
der Republiek zal, zegt me®, de portefeuille
van oorlog nemen om, steunende op liet ge
zag dat hij bezit als gewezen hoofd van die®
•Staat, de zaak-Dreyfus de liquideeren. On
middellijk daarna zou hij dan zijn ambt in
andere handen overgeven.
Op het eerste gezicht lijkt dit onwaar
schijnlijk. Alaar het eerst vage gerucht is be
vestigd door anderen, en de vrienden van
den oud-president der Republiek spreken liet
niet tegen. En de „Figaro" spoort Casimir-
Périer aan die belangrijke taak op zich te ne
men
Voorloopig is alles natuurlijk nog zoo on
zeker als een ministaie-in-wording maar zijn
kan. Wal'deck-Rousseau houdt besprekingen
met Deleassé, Renault-Morlière, Leygues;
ook Constan's naam wordt genoemd. Do
aandacht heeft ook getrokken oen on
derhoud met Lépine, de oud-prefect van po
litie in 1894. Men brengt dit in verband met
bet feit dat Blanc, de tegenwoordige func
tionaris, hoen zal gaan, zoo niet direct, dan
toch indirect om het optreden der politie op
den d'aig van den Grand Prix. Het heet dat
Waldedc-Rousseau gaarne zou zien dat Lépi
ne wadier prefect va® politie werd.
Nu Oasimir-Périer's naam wordt genoemd
roor de portefeuille, van oorlog, wint het
incident PérierCarrièreKrantz in be
tekenis.
DOOR
EDGAR ALLAN POE.
Bt al niet beproeven de stomme verbazing
tö schilderen waarmede ik zelf op dien schat
stakrde. Legrand scheen afgemat d)oor do
voorafgegane opwinding en sprak zeer wei
nig. Jupiter's gelaat zag gedurende de eerste
«ogenblikken zoo bleek als maar bij een nei-
gor mogelijk is. Verbluft, als door die® blik
sem getroffen, stond hij (Laar. Plotseling viel
bij op zijn knieën, stak zijn bloot© armen tot
aane dg ellebogen in 't goud en hield ze er een
Poosje in als deed dit kostelijk bad liem goed'.
Duidelijk haalde hij diep adem e® stortte
z'Jn gewaarwordingen uit in deze alleen-
Bpraaik
„Eu dat alles komt van de gouden tor
Bief, lief torretje 1 Arme, kleine gouden tor,
dat ik zoo verschrikkelijk op je heb geschol
den! Schaam je je niet, oude nigger, hè?
»Zeg er eens, schaam je je niet?"
'Pen 'patste zag ik mij genoodzaakt zoowel
"heer als knecht cr aan te herinneren dat het
- *°°g tijd was om den sdhat weg te brengen
-want hei was inbussdhan laat geworden en
vnj moesten ons haasten, wanneer wij die
vóór het aanbreken van den dag naar
.huis wilden vervoeren. Na in onze verwar-
-iUjg aleer lang te hebben beraadslaagd, be-
vWijdden wij de kist van twee derden van
ghaar inhoud en konden liaar, zij het ook niet
...zonder moeite, uit de kuil tülen. Het gedeel-
èïpl dat wij er uit genomen hadden, veribor-
,,«gen wij tusschen het struikgewas en lieten
Carrière, de majoor-regeeringsoommissaris
bij den krijgsraad te Rennes, zou tegenover
een redacteur van den „Gaulois" ook Périer''s
naam hebben genoemd als een der getuigen
a charge. Pcrier heeft toen een onderhoud
gcihad met Krantz, den minister van oorlog,
en do anti-revisionistische bladen wisten ter
stond te vertellen dat de oud-President
Krantz zijn overtuiging va® Drevfus' schuld
had medegedeeld.
Het tegendeel was waar. Casimir-Périer
had juist van Krantz geëisdit dat Carrière
zijn excuse® zou aanbieden, en deze. heeft
zich dan ook gehaast te verklaren dat den
naam van den. oud-president der Republiek
ni«t had genoemd.
Tegelijk is opnieuw een polemiek ontstaan
over het verband tusschen do zaak-Dreyfus
en Périer's aftreden. Daarover zegt nu een
nota van Havas
Tal va® bladen spreken van diplomatieke
incidenten bij welke de luvr Casimir-Périer
als president der Republiek zou zijn betrok
ken. Zij stollen dé strekking der stappen
door neon gedaan onjuist voor en leggen hom
woorden in den mond d'ie hij nooit heeft ge
sproken. Toon de heer Périer President der
Republiek was, beeft hij nooit iets anders
geweten d'an wat hij onder cede voor het Hof
van Cassatie mededeelde. De heer Périer zal
voor dén krijgsraad nadere mededeedingen
doen omtrent de geruchten welke men om
trent zijn da dén en woorden tracht ingang
te doen vinden.
Sir H. Campbell Bannerman, die in de
commissie van enquête over don inval van
Jameson een der krachtige bestrijders was
dér „imperialistisch" geheeten intriganten-
politiek van Chamberlain, Rhodes Co.,
blijkt ook als leider der liberalen in het La
gerhuis niet geneigd met da ruzie-politiek
van den minister van oorlog mee te gaan.
Gisteren heeft sir H. Campbell Banner-
man te Ilford een redevoering gehouden,
waarin hij als zijn meening te kennen gaf
dut. er niets is voorgevallen wat een ooilogs-
daad of ook maar oorlogstoerustingen tegen
de Zuid-Afrikaansche Republiek zou recht
vaardigen. Het Britsche volk wsnsebt ook
het Transvaalsche volk niet 1e vernederen.
Hij wees op de loyaliteit der Bollandsche
medeburgers in de Kaapkolonie. Hij erkende
dat de Uitland-ere grieven hebben, maar was
van meening, dat deze langs den weg der
vredelievende onderhandelingen weggenomen
kunnen worden.
Hunnerzijds zijn de Transrvalers blijkbaar
niet voornemens zich bang te laten maken
door dé dreigende taal der Engelsdhe jingo's.
Vrijdagavond hebben vierduizend burgers
te Paardlekraal een meeting gdhouiden die
door verschillende leden van d'en Uitvoeren
den Raad wercl bijgewoond, en die in de
boste orde afliep.
Allo sprekers verdedigden de voorstellen
van president Krugcr. Het lid van den Uit
voerenden Raad, Schalk Burger, noemde het
uitbreken van een oorlog een groote ramp
voor Zuid-Afrikahij beschouwde echter die
oorlogsgeruehten als ongegrond.
Er werden moties aangenomen waarin de
voorstellen van den President werden goed
gekeurd en verklaard werd' dat met het oog
op de vele vijandige vreemdb elementen, in
dén lande dazo hervormingen zoo liberaal
waren als uit een oogpunt van veiligheid kon.
worden toegestaan.
Bovendien verklaarden de vergaderdon
dat geen verdere concessies geduld kunnen
warden.
Ten slotte werd dank gebracht aam. de
stamverwanten in Oranje-Vrijstaat en in de
Kaapkolonie voor hun sympathie.
Gemengde Medcdcclingen.
In een (oast aan een dejeuner ter gelegen
heid der groote zeilwedstrijden te Bruns-
biittel beeft keizer Wilhelm het Duitsche
volk vergeleken met een raspaard dat geen
mededinging veelt en de eerste plaats wil
innemen. De Keizer hoopte dat Duitsehland
dit door zijn inspanning steeds zou kunnen.
Het schijnt dat de radicalen die Barthou
niet als minister wilde, dezen het gouverneur-
generaalschap van Algerië hebben aangeboden.
Baithou wilde echter van zulk smarchan-
deeren" niet weten.
er als bewaker den houd achter, die van Ju
piter het strenge bevel kreeg „ondier goener-
3ei Voorwaarde vau zijn plaats te komen en
steeds zijn bék te houden totdat wij terug
zouden komen/'. Teen haastten wij ons met
de kist naar bruis terug te koeren en wij be
reikten Legrand's hut na heel veel moeite
om één uur in den morgen. Moe als wij wa
ren ra-tlx® wij con uur en versterkten ons
wat, om daarop met drie flinke zakken te
rug t© gaan. Kore vóór vieren kwamen wij
weer bij de kuil aan, verdeelden do rest van
den schat zoo gelijkmatig mogelijk onder
elkaar en bogavcn ons, zonder de moeite ge
nomen te hebben voor de beide kuilen weer
dicht te maken, voor de laatste maal op weg
naar Legrand's woning, waar wij onzen gou
den last neerwierpen, toen juist im het Oos
ten de dag begon tc grauwen.
Ofschoon wij d'oodelijk vermoeid waren,
deed do vreeselijko opgewondenheid waarin
wij verkeerde®, ons geen rust vinden. Na een
sluimering van drie of vier uur stonden wij,
als hadden vrij het afgesproken, te gelijk op
om onze scliatten aan een nauwkeurig on
derzoek te onderwerpen.
Die arbeid nam den geheelen dag in be
slag benevens liet grootste deel van den vol-
o-euden nacht; want do kist was boordevol
Scweest em alles lag in wanorde door elkaar.
Nadat wij den inhoud zorgvuldig gesorteerd
SÏadden, zagen wij ons in het bezit van rijk
dommen, dïo onze verwachtingen aanmerke
lijk te boven gingen. Alleen aan gouden mun
ten tolden wij volgens een zoo nauwkeurig
mogelijke soliatting, meer dan vierhonderd
en vijftig duizend dollars, terwijl zilveren
munten geheel ontbraken. Zij droegen allé
een oud jaartal en bestonden uit Fransch,
Volgens de »Eclio de Paris" zullen voor
dtn krijgsraad te Rennes a charge worden
gehoordde generaals Mercier, Billot, Zur-
linden voorts Cavaigriac, Du Paty de Clam,
majoor Lauth, de archivist Gribelin, de schrift
kundigen van 1894, Casimir-Périer en kolo
nel Maurel, die in 1894 den krijgsraad pre
sideerde.
De verdediging zal alle getuigen a décharge
voor het Hof van Cassatie oproepen.
Volgens de n Temps" zijn de leden van den
krijgsraad nog niet benoemd. Wel is kolonel
Jouaust als voorzitter aangewezen.
De gerechtszaal zal 500 personen kunnen
bevatten en zóó zijn gelegen dat Dreyfus niet
over straat behoeft te worden vervoerd.
Er zijn uitgebreide voorzorgsmaatregelen
genomen om de orde te bewaren; ook te Brest.
Beweerd werd dat het ministerie-Dupuy
nog gelegenheid had gevonden om de familie
Dreyfus de vergunning te weigeren om den
banneling te Brest te begroeten. Het verzoek
daartoe schijnt nog niet te zijn gedaan.
Du Paty de Clam mag nu zijn advocaat
en zijn familie in de gevangenis ontvangen.
Terwijl Jules Lemaitre een beweging is
begonnen tegen de vrijmetselarij, vraagt de
«Siècle" nu handteekeningen onder een
petitie waarbij de toepassing van het besluit
vr.r. 30 Maart 1880 wordt gevraagd betrek
kelijk de uitbanning der Jezuïeten.
Cavaa'gnac heeft te St. Calais en generaal
Mercier in de vergadering van den Bond
voor liet Franselie Vaderland liet leger ver
heerlijkt. Mercier durfde, zinspelend op dein
krijgsraad te Rennes, nog zeggen dat hij niet
geloofde aan een regeenng, m staat om een
krijgn-aad een veroordeeling of oen vrij
spraak te gelasten, maar evenmin aan offi
cieren die zulk een bevel zouden opvolgen.
Mercier noenid® zich zelf den vaandeldrager
van het leger.
Drie smuscadins", die Zondagnacht voorbij
het Elys'ée kwamen, riepen eenige malen
»Weg met Loubet!" De heeten werden inge
pikt. Een veizacbteude omstandigheid is dal
het half drie in den morgen was. Waar
schijnlijk ontoerekenbaar dus.
Spaansdi en Duitsch geld en eenige wei
nige Engclsche guinjes Amca-ilcaansch
geld was er niet bij. Vau verschillende stuk
ken hadden wij nooit tevoren een exemplaar
gezien, en andere zeer groote, zware munten
waren zoo afgesleten dat wij het opschrift
niet meer konden ontcijferen.
De juweel en te waardecre® was heel wat
moeilijker. In het geheel waren er honderd
en tien diamanten, waaronder enkele van
buitengewone grootte en schoonheid en geen
enkele kleine. Vorder achttien robijnen,
prachtig van gloed, driehonderd tien prachti
ge smaragden, een-en-twintig saffieren en één
opaal, allo uitgebroken en los in dé kist ge
worpen. Hot goud waarin zij gezet waren ge
weest, dat wij tusschen het overige goud
vonden, was, blijkbaar om het herkennen
onmogelijk te maken, met liamers plat gesla
gen. Bovendien vonden wij een menigte gou
den sieradenbijna tweehonderd massieve
vinger- en oorringen, kostbare kettingen
dertig stuks als ik mij wel herinner- drie
ëntachtig groote zware crucifixen, vijf gou-
don wierookvaten van groote waarde; twee
degengevesten met heerlijke ornamenten, en
vele andere kleinere stukken diie ik mij niet
zoo goed moer herinner. De kostbaarheden
bij elkaar wogen meer dan driehonderd en
vijftig pond, zonder nog te rekenen honderd
en zervenennegentig prachtige gouden horlo
ges, waarvan drie een waarde van minstens
vijfhonderd dollars per stuk vertegenwoordig
den. Verscheiden daarvan waren wed is waar
zeer oud en, daar het werk meer- of minder
geroest soheen, als horloges onbruikbaar,
maar de rijk met juweelen bezette kasten
hadden niets van hun waarde verloren. Wij
schatten zoodoende den geheelen inhoud der
De Spaansche minister vau financiën heeft
de begrooting met een reeks voorstellen ter
verbeting van den financieelen toestand
ingediend. De vlottende schuld bedraagt nu
1326 miilioen peseta's. Evenwel zijn de
natuurlijke rijkdommen van het land toege
nomen.
Voorgesteld worden diverse rentebelas-
tinoen.
In den Spaansclien Senaat blijft graaf Ai-
menas fulmineeren tegen de generaals. Hij
beschuldigde het ministerie-Sagasta van laag
hartig verraad en verlangde dat de oud-mi
nister Correa aangeklaagd zou woiden we
gens zij'n bevel om Santiago te ontruimen.
Te Arcachon is beslag gelegd op een
Engelsch jacht met 4U00 geweren van Bel
gisch maaksel voor de Carlisten. Dezen troos
ten zich er mede dat er reeds 8000 zijn
binnengesmokkeld.
In de Italiaansche Kamer stelde de mi
nister-president generaal Pelioux Zaterdag
de quaestie van vertrouwen bij artikel 1 van
de politieke dwangmaatregelen, waarin de
overheid de macht wordt gegeven vergade
ringen te verbieden.
Het artikel werd met 180 tegen 113
stemmen aangenomen.
Opnieuw hebben, blijkens een Reuter-
bericht uit Belgrado, geregelde Turksche
troepen de Servische grens geschonden. Zij
plunderden een post, staken-4iea in brand
en maakten zich van andere posten meester.
Bij het verzenden van dit bericht werd er
hevig gestreden.
Te Hongkong is bericht ontvangen uit
Fou-tschau dat de zendeling Philips met zyn
vrouw, nog een dame en zeven Chineesche
bekeerlingen te Kiening-fou vermoord zjjn.
Naar generaal Otis seint, is een aanval der
Piiilippino's onder bevel van Aguinaldo op
San Fernando afgeslagen.
Aguinaldo schijnt dus niet vermoord te zijn.
Leerplicht.
Het voorloopig verslag der Tweede Kamer
is verschenen naar aanleiding van do nieuwe
overweging in de afdeseling van het ontwerp,
houdende wettelijke bepalingen tot regeling
van den leerplicht.
Daaruit blijkt in de eerste plaats dab te
genstanders van den leerplicht waardeerden
do tegemoetkomende houding des ministers
onder erkenning terms, dat in liet wetsont
werp verschillende niet onbelangrijke techni-
sclifi verbeteringen zijn aangebracht. Enke
len oordeelden dat do minister getracht heeft
door verslapping van de aanvankelijk gestel
de eischen, de kans van aanneming van het
wetsontwerp te vergrootcn. Hot politioko
voordeel, dat voor den minister en zijn rich
ting gelegen is in het tot stand komen eener
wettelijke regeling van den leerplicht, is
door hean h. i. gesteld boven het belang dei-
zaak.
Ook meenden sommigen, dat de minister
geen genoegzame aandacht heeft geschonken
aan het betoog dat bij invoering van leer
plicht tevens gezorgd moet worden voor vol
doende voeding en kleeding van dc kinderen
kist op anderhalf miilioen dollars, een schat
ting die later, toen wij de sieraden verkoch
ten, waarvan- wq er echte® enkele voor eigen
gebruik hielden, in belangrijke mate te laag
bleek te zijn geweest.
Toen wij eindelijk gereed waren met ons
onderzoek en in eenigszins kalmer stemming
waren gekomen, begon Legrand, wien mijn
brandend ongeduld niet ontging, mij dit
vreemdste aller ia ad seis in allo onderdeelen
op te lossen.
„Je herinnert je wel den avond," begon
'hij, „toen ik je een vluchtige schets liet zien
die ik van. de gouden tor had gemaakt. Je
herinnert jo ook, hce wrevelig ik werd', toen
je volhieldt dat mijn te-ckenrng op een doods-
kop geleek. In liet eerst meende ik dat je
maar een grapje maakte; maar later kwa
men mij de eigenaardige vlekken op den rug
van liet insect in de gedachte, en ik moest
erkennen dat je opmerking niet ongegrond
was. Niettemin.' hinderde mij je spot over
mijn teekening, en toen je mij liet stukje
perkament terug liadt gegeven, wilde ik het
ineenfrommelen en in liet vuur werpen."
„Het stukje papier wil je zeggen," bracht
ik in het midden.
„Toch niet. Ilo: geleek inderdaad bijzon
der op papier, en eerst Iiiold ik het er zelf
voor. Alaar toen ik er op begon te teekenen,
bemerkte ik terstond dat het dun perkament
was. Zooals je je zult herinneren, was het
erg smerig. Juist toen ik dus op het punt
stond liet in elkaar te frommelen!, wierp ik
er nog een blik op cn je zult mijn verbazing
kunnen begrijpen toen ik in plaats van mijn
teekening van de tor er werkelijk een doods
kop op zag.
In het eearsfe oogenblik was ik te zeer ver-
van ouders, die daarin niet uit eigen midde
len kunnen voorzien.
Alen verandert telde voorts da.t hier do
Raad van State niet is gehoord over de wij
zigingen ware dat geschieddan zou, ver
onderstelde men, do minister de invoering
van verplicht herlialingsondcrwijs wel niet
hebben voorgesteld. Verscheidene loden kon
den zich er echter niet mede vereenigen, dat
de Raad van State ingevolge do Grondwet
gehoord zou moeten warden.
Vele leden verklaarden, dat hun princi-
pieele bezwaren tegen het wetsontwerp niet
waren opgeheven. Hol gewijzigde w. o. tast
m nog meerdere mate dan liet oorspronkelij
ke het recht der ouder» aan, wegens het voor
stellen van herhalingsondei'wijs. Nerveus in
voering van leerplicht, aan do gemeentobe-
sturen de verplichting op te leggen tot het
ver»Lakken van lierliahngsanderwijs, acht
te men in elk gen-al onnoodig. Hiertegenover
werd aangevoerd, dat het ontwerp, ook na
de daarin gebrachte wijzigingen, enkel het
döal heeft, verwaaid oozing van de opvoeding
der kinderen door hun ouders tegen te gaan,
en dat lielt gewijzigd' ontwerp liet dool alleen
op eenigszins andore wijze wil bereiken dan
het oorspronkelijk ontwerp.
Bij vele voorstander» van het bijzonder
onderwijs bestond er bedenking tegen, dat,
way'--door het gewijzigd ontwerp de aan liet
schooltoezicht, met betrekking tot de zorg
voor de naleving dier wet, opgedragen taak
aanmerkelijk verlicht wordt, die zorg daarbij
voor een goed deel aan de onderwijzer» is
opgedragen. Een tweode bedenking was, dat
de bijzondere onderwijzers door liét gewijzigd
ontwerp worden behandeld als ambtenaren
van. den Staat. De vermeerdering van bet ad
ministratieve werk en de invoering van ver
plicht horhaiin'gsonderwijs zullen uitbreiding
van personeel en aanzienlijk meerdere uitga
ven ten gevolge hebben.
Deze zienswijzen worden, bestreden. De
voorstanders van hot bijzonder onderwijs
voerden nader aan, dat do verklaringen des
ministers omtrent geldtelij'ko tegemoetko
ming voortaan aan het bijzondér onderwij»-,
voor hen geen voldoenden waarborg oplever
den, ook met hot oog op de broosheid van
liet miuisterieelü loven. Zoodanige waarborg
zou verstrekt kunnen worden d'oor in het
slotartikel der wet te bepalen, dait zij niet iu
werking zal tredbii dau na herziening van
de wet op het lager onderwij».
Betreurd werd dat de minister den duur
van den leerplichtigen tijdi niet onbelangrijk
had verkort. Men meende, dat, ook bij invoe
ring van verplicht herhalingsonderwijs do
verplichting tot het ontvangen van gewoon
lager onderwijs gedurende ton minste 7 jaar
behoort te bestaan.
Anderen lcondten zich met de thans voor
gestelde regeling, ook omdat zij den leer
plichtigen tijd niet doet eindigen met liet
bei eiken van zekeren leeftijd, maar met den
afloop eener klasse, zeer wel vereenigen.
In den breede kwamen sommigen terug op
do voorziening iu klecding en voeding voor
kinderen van onvermogende!). Er waren ove
rigens leden, die bleven meenen, dat herzie
ning van de armenwet en ook van de arbeids
wet aan regeling van den leerplicht balioort
vooraf te gaan.
Opnieuw word bedenking gemaakt tegen
bet toelaten van school verzuim ten behoeve
van werkzaamoden in of voor de bedrijven
schrikt om kalm te kunnen nadenken, want
ofschoon er in u- belijning wel zekere gelij
kenis boston 1 i»»chen beide teekeningen,
wist ik toch dat de mijne in bijzonder
heden zeer w,i verschilde van de andere.
Alaar toen nam ik üe kaars, ging in een hoek
van het vertrek zitten en onderwierp het per
kament aan een onderzoekik draaide het
om cn om en vond op de andere zijde mijn
teekening van de tor ongeschonden teruc.
Eén oogen'blik was ik verbluft over de merk
waardige gelijkenis tusschen de tor en den
doodskop. Dat is dc gewone uitwerking van
zulke toevallighedenons vorstand tracht
eenig verband te vinden een causaal ver
band te ontdekken en wordt tijdelijk ver
lamd. daar het dit niet vermag op te spo
ren. Zoodra ik mq evenwel ontrukt had a-ui
dien toestand van verbijstering, daagde er
in mij ook reeds een overtuiging die mij nog
veel meer verbaasde dan die coïncidentie. Ik
horiiinerde mij nu mot onomstootolijke ze
kerheid dat er geen teekening op het perka
ment was toen A de mijn© maakte met
onomstootelijko zekerheid, zeg ik, want ik
had bei do zijden bekeken om een schoon
plekje te zooken. Hier bestond inderdaad een
geheim dat ik niet. ic staat was te onthullen.
Alaar reeds toen kwam er een vaag vermoe
den bij mij op van wat door ons avontuur
van gistemaehl eon feit is gewordenik
stond op, borg bef stuk perkament op een
veilige plaats en besloot de zaak verder te
onderzoeken, zoodra ik alleen zou zijn.
Wordt vervolgd.)