No. 9963. j3"e Jaargang. Dinsdag 20 Juni 1899. DE GOUDEN TOR. VERVER 1 BUITENLAND. -5 BINNENLAND. i SCHIEDAV1SCHE COMA»!]' Deze courant verschijnt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor S c h i e d a m en V ia r g j n 1.25 Franco per post fl. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardin^en 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel meer 12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën hij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde isleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intcrc. Telefoon Aio. 123. Voor den dienst der gemeentewerken wordt gevraagd een wedde tegen 16 cent per uur. Sollicitatiën vóór 28 Juni a.s. in te leveren bij den Directeur der gemeentewerken. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 19 Juni '99. Nu bet verzet der radicalen tegen Bartlion het ministerie-Poincarheeft doe® misluk ken, zal de oude Gamhettist Waldeck-Rous- seau het beproeven. Hem heeft president Loubet de vorming van een kabinet opge dragen. Waldedk-Rousseau heeft bedenktijd gevraagd. Natuurlijk worden weer verscheiden n'a- men genoemd van mannen, die tot de com binatie van Wakteck-Rousseau zullen balioo- ren. Allereerst de senator Aionis en de tegen woordige minister van buitonlaiudscho zaken Deleassé. Dan Renault-Morlière die als rap porteur over het treurige gelegenheddiswetje van Dupuy, dat de zaak-Dreyfus onttrok aan de berechting der strafkamer, den moed zij ner overtuiging vond en de verwerping der wet aanbeval. Ook do socialist Müllerand wordt gen'oemd. Deize zou zicli bereid hebben verklaard de portefeuille van justitie op zich te nemen, mits het ministerie alleen de af doening der aan de orde zijnde quaesties in zijn program opnam. Meer dan deze allen trekt de aandacht de naam van Casimir-Périer. Do oud-president der Republiek zal, zegt me®, de portefeuille van oorlog nemen om, steunende op liet ge zag dat hij bezit als gewezen hoofd van die® •Staat, de zaak-Dreyfus de liquideeren. On middellijk daarna zou hij dan zijn ambt in andere handen overgeven. Op het eerste gezicht lijkt dit onwaar schijnlijk. Alaar het eerst vage gerucht is be vestigd door anderen, en de vrienden van den oud-president der Republiek spreken liet niet tegen. En de „Figaro" spoort Casimir- Périer aan die belangrijke taak op zich te ne men Voorloopig is alles natuurlijk nog zoo on zeker als een ministaie-in-wording maar zijn kan. Wal'deck-Rousseau houdt besprekingen met Deleassé, Renault-Morlière, Leygues; ook Constan's naam wordt genoemd. Do aandacht heeft ook getrokken oen on derhoud met Lépine, de oud-prefect van po litie in 1894. Men brengt dit in verband met bet feit dat Blanc, de tegenwoordige func tionaris, hoen zal gaan, zoo niet direct, dan toch indirect om het optreden der politie op den d'aig van den Grand Prix. Het heet dat Waldedc-Rousseau gaarne zou zien dat Lépi ne wadier prefect va® politie werd. Nu Oasimir-Périer's naam wordt genoemd roor de portefeuille, van oorlog, wint het incident PérierCarrièreKrantz in be tekenis. DOOR EDGAR ALLAN POE. Bt al niet beproeven de stomme verbazing tö schilderen waarmede ik zelf op dien schat stakrde. Legrand scheen afgemat d)oor do voorafgegane opwinding en sprak zeer wei nig. Jupiter's gelaat zag gedurende de eerste «ogenblikken zoo bleek als maar bij een nei- gor mogelijk is. Verbluft, als door die® blik sem getroffen, stond hij (Laar. Plotseling viel bij op zijn knieën, stak zijn bloot© armen tot aane dg ellebogen in 't goud en hield ze er een Poosje in als deed dit kostelijk bad liem goed'. Duidelijk haalde hij diep adem e® stortte z'Jn gewaarwordingen uit in deze alleen- Bpraaik „Eu dat alles komt van de gouden tor Bief, lief torretje 1 Arme, kleine gouden tor, dat ik zoo verschrikkelijk op je heb geschol den! Schaam je je niet, oude nigger, hè? »Zeg er eens, schaam je je niet?" 'Pen 'patste zag ik mij genoodzaakt zoowel "heer als knecht cr aan te herinneren dat het - *°°g tijd was om den sdhat weg te brengen -want hei was inbussdhan laat geworden en vnj moesten ons haasten, wanneer wij die vóór het aanbreken van den dag naar .huis wilden vervoeren. Na in onze verwar- -iUjg aleer lang te hebben beraadslaagd, be- vWijdden wij de kist van twee derden van ghaar inhoud en konden liaar, zij het ook niet ...zonder moeite, uit de kuil tülen. Het gedeel- èïpl dat wij er uit genomen hadden, veribor- ,,«gen wij tusschen het struikgewas en lieten Carrière, de majoor-regeeringsoommissaris bij den krijgsraad te Rennes, zou tegenover een redacteur van den „Gaulois" ook Périer''s naam hebben genoemd als een der getuigen a charge. Pcrier heeft toen een onderhoud gcihad met Krantz, den minister van oorlog, en do anti-revisionistische bladen wisten ter stond te vertellen dat de oud-President Krantz zijn overtuiging va® Drevfus' schuld had medegedeeld. Het tegendeel was waar. Casimir-Périer had juist van Krantz geëisdit dat Carrière zijn excuse® zou aanbieden, en deze. heeft zich dan ook gehaast te verklaren dat den naam van den. oud-president der Republiek ni«t had genoemd. Tegelijk is opnieuw een polemiek ontstaan over het verband tusschen do zaak-Dreyfus en Périer's aftreden. Daarover zegt nu een nota van Havas Tal va® bladen spreken van diplomatieke incidenten bij welke de luvr Casimir-Périer als president der Republiek zou zijn betrok ken. Zij stollen dé strekking der stappen door neon gedaan onjuist voor en leggen hom woorden in den mond d'ie hij nooit heeft ge sproken. Toon de heer Périer President der Republiek was, beeft hij nooit iets anders geweten d'an wat hij onder cede voor het Hof van Cassatie mededeelde. De heer Périer zal voor dén krijgsraad nadere mededeedingen doen omtrent de geruchten welke men om trent zijn da dén en woorden tracht ingang te doen vinden. Sir H. Campbell Bannerman, die in de commissie van enquête over don inval van Jameson een der krachtige bestrijders was dér „imperialistisch" geheeten intriganten- politiek van Chamberlain, Rhodes Co., blijkt ook als leider der liberalen in het La gerhuis niet geneigd met da ruzie-politiek van den minister van oorlog mee te gaan. Gisteren heeft sir H. Campbell Banner- man te Ilford een redevoering gehouden, waarin hij als zijn meening te kennen gaf dut. er niets is voorgevallen wat een ooilogs- daad of ook maar oorlogstoerustingen tegen de Zuid-Afrikaansche Republiek zou recht vaardigen. Het Britsche volk wsnsebt ook het Transvaalsche volk niet 1e vernederen. Hij wees op de loyaliteit der Bollandsche medeburgers in de Kaapkolonie. Hij erkende dat de Uitland-ere grieven hebben, maar was van meening, dat deze langs den weg der vredelievende onderhandelingen weggenomen kunnen worden. Hunnerzijds zijn de Transrvalers blijkbaar niet voornemens zich bang te laten maken door dé dreigende taal der Engelsdhe jingo's. Vrijdagavond hebben vierduizend burgers te Paardlekraal een meeting gdhouiden die door verschillende leden van d'en Uitvoeren den Raad wercl bijgewoond, en die in de boste orde afliep. Allo sprekers verdedigden de voorstellen van president Krugcr. Het lid van den Uit voerenden Raad, Schalk Burger, noemde het uitbreken van een oorlog een groote ramp voor Zuid-Afrikahij beschouwde echter die oorlogsgeruehten als ongegrond. Er werden moties aangenomen waarin de voorstellen van den President werden goed gekeurd en verklaard werd' dat met het oog op de vele vijandige vreemdb elementen, in dén lande dazo hervormingen zoo liberaal waren als uit een oogpunt van veiligheid kon. worden toegestaan. Bovendien verklaarden de vergaderdon dat geen verdere concessies geduld kunnen warden. Ten slotte werd dank gebracht aam. de stamverwanten in Oranje-Vrijstaat en in de Kaapkolonie voor hun sympathie. Gemengde Medcdcclingen. In een (oast aan een dejeuner ter gelegen heid der groote zeilwedstrijden te Bruns- biittel beeft keizer Wilhelm het Duitsche volk vergeleken met een raspaard dat geen mededinging veelt en de eerste plaats wil innemen. De Keizer hoopte dat Duitsehland dit door zijn inspanning steeds zou kunnen. Het schijnt dat de radicalen die Barthou niet als minister wilde, dezen het gouverneur- generaalschap van Algerië hebben aangeboden. Baithou wilde echter van zulk smarchan- deeren" niet weten. er als bewaker den houd achter, die van Ju piter het strenge bevel kreeg „ondier goener- 3ei Voorwaarde vau zijn plaats te komen en steeds zijn bék te houden totdat wij terug zouden komen/'. Teen haastten wij ons met de kist naar bruis terug te koeren en wij be reikten Legrand's hut na heel veel moeite om één uur in den morgen. Moe als wij wa ren ra-tlx® wij con uur en versterkten ons wat, om daarop met drie flinke zakken te rug t© gaan. Kore vóór vieren kwamen wij weer bij de kuil aan, verdeelden do rest van den schat zoo gelijkmatig mogelijk onder elkaar en bogavcn ons, zonder de moeite ge nomen te hebben voor de beide kuilen weer dicht te maken, voor de laatste maal op weg naar Legrand's woning, waar wij onzen gou den last neerwierpen, toen juist im het Oos ten de dag begon tc grauwen. Ofschoon wij d'oodelijk vermoeid waren, deed do vreeselijko opgewondenheid waarin wij verkeerde®, ons geen rust vinden. Na een sluimering van drie of vier uur stonden wij, als hadden vrij het afgesproken, te gelijk op om onze scliatten aan een nauwkeurig on derzoek te onderwerpen. Die arbeid nam den geheelen dag in be slag benevens liet grootste deel van den vol- o-euden nacht; want do kist was boordevol Scweest em alles lag in wanorde door elkaar. Nadat wij den inhoud zorgvuldig gesorteerd SÏadden, zagen wij ons in het bezit van rijk dommen, dïo onze verwachtingen aanmerke lijk te boven gingen. Alleen aan gouden mun ten tolden wij volgens een zoo nauwkeurig mogelijke soliatting, meer dan vierhonderd en vijftig duizend dollars, terwijl zilveren munten geheel ontbraken. Zij droegen allé een oud jaartal en bestonden uit Fransch, Volgens de »Eclio de Paris" zullen voor dtn krijgsraad te Rennes a charge worden gehoordde generaals Mercier, Billot, Zur- linden voorts Cavaigriac, Du Paty de Clam, majoor Lauth, de archivist Gribelin, de schrift kundigen van 1894, Casimir-Périer en kolo nel Maurel, die in 1894 den krijgsraad pre sideerde. De verdediging zal alle getuigen a décharge voor het Hof van Cassatie oproepen. Volgens de n Temps" zijn de leden van den krijgsraad nog niet benoemd. Wel is kolonel Jouaust als voorzitter aangewezen. De gerechtszaal zal 500 personen kunnen bevatten en zóó zijn gelegen dat Dreyfus niet over straat behoeft te worden vervoerd. Er zijn uitgebreide voorzorgsmaatregelen genomen om de orde te bewaren; ook te Brest. Beweerd werd dat het ministerie-Dupuy nog gelegenheid had gevonden om de familie Dreyfus de vergunning te weigeren om den banneling te Brest te begroeten. Het verzoek daartoe schijnt nog niet te zijn gedaan. Du Paty de Clam mag nu zijn advocaat en zijn familie in de gevangenis ontvangen. Terwijl Jules Lemaitre een beweging is begonnen tegen de vrijmetselarij, vraagt de «Siècle" nu handteekeningen onder een petitie waarbij de toepassing van het besluit vr.r. 30 Maart 1880 wordt gevraagd betrek kelijk de uitbanning der Jezuïeten. Cavaa'gnac heeft te St. Calais en generaal Mercier in de vergadering van den Bond voor liet Franselie Vaderland liet leger ver heerlijkt. Mercier durfde, zinspelend op dein krijgsraad te Rennes, nog zeggen dat hij niet geloofde aan een regeenng, m staat om een krijgn-aad een veroordeeling of oen vrij spraak te gelasten, maar evenmin aan offi cieren die zulk een bevel zouden opvolgen. Mercier noenid® zich zelf den vaandeldrager van het leger. Drie smuscadins", die Zondagnacht voorbij het Elys'ée kwamen, riepen eenige malen »Weg met Loubet!" De heeten werden inge pikt. Een veizacbteude omstandigheid is dal het half drie in den morgen was. Waar schijnlijk ontoerekenbaar dus. Spaansdi en Duitsch geld en eenige wei nige Engclsche guinjes Amca-ilcaansch geld was er niet bij. Vau verschillende stuk ken hadden wij nooit tevoren een exemplaar gezien, en andere zeer groote, zware munten waren zoo afgesleten dat wij het opschrift niet meer konden ontcijferen. De juweel en te waardecre® was heel wat moeilijker. In het geheel waren er honderd en tien diamanten, waaronder enkele van buitengewone grootte en schoonheid en geen enkele kleine. Vorder achttien robijnen, prachtig van gloed, driehonderd tien prachti ge smaragden, een-en-twintig saffieren en één opaal, allo uitgebroken en los in dé kist ge worpen. Hot goud waarin zij gezet waren ge weest, dat wij tusschen het overige goud vonden, was, blijkbaar om het herkennen onmogelijk te maken, met liamers plat gesla gen. Bovendien vonden wij een menigte gou den sieradenbijna tweehonderd massieve vinger- en oorringen, kostbare kettingen dertig stuks als ik mij wel herinner- drie ëntachtig groote zware crucifixen, vijf gou- don wierookvaten van groote waarde; twee degengevesten met heerlijke ornamenten, en vele andere kleinere stukken diie ik mij niet zoo goed moer herinner. De kostbaarheden bij elkaar wogen meer dan driehonderd en vijftig pond, zonder nog te rekenen honderd en zervenennegentig prachtige gouden horlo ges, waarvan drie een waarde van minstens vijfhonderd dollars per stuk vertegenwoordig den. Verscheiden daarvan waren wed is waar zeer oud en, daar het werk meer- of minder geroest soheen, als horloges onbruikbaar, maar de rijk met juweelen bezette kasten hadden niets van hun waarde verloren. Wij schatten zoodoende den geheelen inhoud der De Spaansche minister vau financiën heeft de begrooting met een reeks voorstellen ter verbeting van den financieelen toestand ingediend. De vlottende schuld bedraagt nu 1326 miilioen peseta's. Evenwel zijn de natuurlijke rijkdommen van het land toege nomen. Voorgesteld worden diverse rentebelas- tinoen. In den Spaansclien Senaat blijft graaf Ai- menas fulmineeren tegen de generaals. Hij beschuldigde het ministerie-Sagasta van laag hartig verraad en verlangde dat de oud-mi nister Correa aangeklaagd zou woiden we gens zij'n bevel om Santiago te ontruimen. Te Arcachon is beslag gelegd op een Engelsch jacht met 4U00 geweren van Bel gisch maaksel voor de Carlisten. Dezen troos ten zich er mede dat er reeds 8000 zijn binnengesmokkeld. In de Italiaansche Kamer stelde de mi nister-president generaal Pelioux Zaterdag de quaestie van vertrouwen bij artikel 1 van de politieke dwangmaatregelen, waarin de overheid de macht wordt gegeven vergade ringen te verbieden. Het artikel werd met 180 tegen 113 stemmen aangenomen. Opnieuw hebben, blijkens een Reuter- bericht uit Belgrado, geregelde Turksche troepen de Servische grens geschonden. Zij plunderden een post, staken-4iea in brand en maakten zich van andere posten meester. Bij het verzenden van dit bericht werd er hevig gestreden. Te Hongkong is bericht ontvangen uit Fou-tschau dat de zendeling Philips met zyn vrouw, nog een dame en zeven Chineesche bekeerlingen te Kiening-fou vermoord zjjn. Naar generaal Otis seint, is een aanval der Piiilippino's onder bevel van Aguinaldo op San Fernando afgeslagen. Aguinaldo schijnt dus niet vermoord te zijn. Leerplicht. Het voorloopig verslag der Tweede Kamer is verschenen naar aanleiding van do nieuwe overweging in de afdeseling van het ontwerp, houdende wettelijke bepalingen tot regeling van den leerplicht. Daaruit blijkt in de eerste plaats dab te genstanders van den leerplicht waardeerden do tegemoetkomende houding des ministers onder erkenning terms, dat in liet wetsont werp verschillende niet onbelangrijke techni- sclifi verbeteringen zijn aangebracht. Enke len oordeelden dat do minister getracht heeft door verslapping van de aanvankelijk gestel de eischen, de kans van aanneming van het wetsontwerp te vergrootcn. Hot politioko voordeel, dat voor den minister en zijn rich ting gelegen is in het tot stand komen eener wettelijke regeling van den leerplicht, is door hean h. i. gesteld boven het belang dei- zaak. Ook meenden sommigen, dat de minister geen genoegzame aandacht heeft geschonken aan het betoog dat bij invoering van leer plicht tevens gezorgd moet worden voor vol doende voeding en kleeding van dc kinderen kist op anderhalf miilioen dollars, een schat ting die later, toen wij de sieraden verkoch ten, waarvan- wq er echte® enkele voor eigen gebruik hielden, in belangrijke mate te laag bleek te zijn geweest. Toen wij eindelijk gereed waren met ons onderzoek en in eenigszins kalmer stemming waren gekomen, begon Legrand, wien mijn brandend ongeduld niet ontging, mij dit vreemdste aller ia ad seis in allo onderdeelen op te lossen. „Je herinnert je wel den avond," begon 'hij, „toen ik je een vluchtige schets liet zien die ik van. de gouden tor had gemaakt. Je herinnert jo ook, hce wrevelig ik werd', toen je volhieldt dat mijn te-ckenrng op een doods- kop geleek. In liet eerst meende ik dat je maar een grapje maakte; maar later kwa men mij de eigenaardige vlekken op den rug van liet insect in de gedachte, en ik moest erkennen dat je opmerking niet ongegrond was. Niettemin.' hinderde mij je spot over mijn teekening, en toen je mij liet stukje perkament terug liadt gegeven, wilde ik het ineenfrommelen en in liet vuur werpen." „Het stukje papier wil je zeggen," bracht ik in het midden. „Toch niet. Ilo: geleek inderdaad bijzon der op papier, en eerst Iiiold ik het er zelf voor. Alaar toen ik er op begon te teekenen, bemerkte ik terstond dat het dun perkament was. Zooals je je zult herinneren, was het erg smerig. Juist toen ik dus op het punt stond liet in elkaar te frommelen!, wierp ik er nog een blik op cn je zult mijn verbazing kunnen begrijpen toen ik in plaats van mijn teekening van de tor er werkelijk een doods kop op zag. In het eearsfe oogenblik was ik te zeer ver- van ouders, die daarin niet uit eigen midde len kunnen voorzien. Alen verandert telde voorts da.t hier do Raad van State niet is gehoord over de wij zigingen ware dat geschieddan zou, ver onderstelde men, do minister de invoering van verplicht herlialingsondcrwijs wel niet hebben voorgesteld. Verscheidene loden kon den zich er echter niet mede vereenigen, dat de Raad van State ingevolge do Grondwet gehoord zou moeten warden. Vele leden verklaarden, dat hun princi- pieele bezwaren tegen het wetsontwerp niet waren opgeheven. Hol gewijzigde w. o. tast m nog meerdere mate dan liet oorspronkelij ke het recht der ouder» aan, wegens het voor stellen van herhalingsondei'wijs. Nerveus in voering van leerplicht, aan do gemeentobe- sturen de verplichting op te leggen tot het ver»Lakken van lierliahngsanderwijs, acht te men in elk gen-al onnoodig. Hiertegenover werd aangevoerd, dat het ontwerp, ook na de daarin gebrachte wijzigingen, enkel het döal heeft, verwaaid oozing van de opvoeding der kinderen door hun ouders tegen te gaan, en dat lielt gewijzigd' ontwerp liet dool alleen op eenigszins andore wijze wil bereiken dan het oorspronkelijk ontwerp. Bij vele voorstander» van het bijzonder onderwijs bestond er bedenking tegen, dat, way'--door het gewijzigd ontwerp de aan liet schooltoezicht, met betrekking tot de zorg voor de naleving dier wet, opgedragen taak aanmerkelijk verlicht wordt, die zorg daarbij voor een goed deel aan de onderwijzer» is opgedragen. Een tweode bedenking was, dat de bijzondere onderwijzers door liét gewijzigd ontwerp worden behandeld als ambtenaren van. den Staat. De vermeerdering van bet ad ministratieve werk en de invoering van ver plicht horhaiin'gsonderwijs zullen uitbreiding van personeel en aanzienlijk meerdere uitga ven ten gevolge hebben. Deze zienswijzen worden, bestreden. De voorstanders van hot bijzonder onderwijs voerden nader aan, dat do verklaringen des ministers omtrent geldtelij'ko tegemoetko ming voortaan aan het bijzondér onderwij»-, voor hen geen voldoenden waarborg oplever den, ook met hot oog op de broosheid van liet miuisterieelü loven. Zoodanige waarborg zou verstrekt kunnen worden d'oor in het slotartikel der wet te bepalen, dait zij niet iu werking zal tredbii dau na herziening van de wet op het lager onderwij». Betreurd werd dat de minister den duur van den leerplichtigen tijdi niet onbelangrijk had verkort. Men meende, dat, ook bij invoe ring van verplicht herhalingsonderwijs do verplichting tot het ontvangen van gewoon lager onderwijs gedurende ton minste 7 jaar behoort te bestaan. Anderen lcondten zich met de thans voor gestelde regeling, ook omdat zij den leer plichtigen tijd niet doet eindigen met liet bei eiken van zekeren leeftijd, maar met den afloop eener klasse, zeer wel vereenigen. In den breede kwamen sommigen terug op do voorziening iu klecding en voeding voor kinderen van onvermogende!). Er waren ove rigens leden, die bleven meenen, dat herzie ning van de armenwet en ook van de arbeids wet aan regeling van den leerplicht balioort vooraf te gaan. Opnieuw word bedenking gemaakt tegen bet toelaten van school verzuim ten behoeve van werkzaamoden in of voor de bedrijven schrikt om kalm te kunnen nadenken, want ofschoon er in u- belijning wel zekere gelij kenis boston 1 i»»chen beide teekeningen, wist ik toch dat de mijne in bijzonder heden zeer w,i verschilde van de andere. Alaar toen nam ik üe kaars, ging in een hoek van het vertrek zitten en onderwierp het per kament aan een onderzoekik draaide het om cn om en vond op de andere zijde mijn teekening van de tor ongeschonden teruc. Eén oogen'blik was ik verbluft over de merk waardige gelijkenis tusschen de tor en den doodskop. Dat is dc gewone uitwerking van zulke toevallighedenons vorstand tracht eenig verband te vinden een causaal ver band te ontdekken en wordt tijdelijk ver lamd. daar het dit niet vermag op te spo ren. Zoodra ik mq evenwel ontrukt had a-ui dien toestand van verbijstering, daagde er in mij ook reeds een overtuiging die mij nog veel meer verbaasde dan die coïncidentie. Ik horiiinerde mij nu mot onomstootolijke ze kerheid dat er geen teekening op het perka ment was toen A de mijn© maakte met onomstootelijko zekerheid, zeg ik, want ik had bei do zijden bekeken om een schoon plekje te zooken. Hier bestond inderdaad een geheim dat ik niet. ic staat was te onthullen. Alaar reeds toen kwam er een vaag vermoe den bij mij op van wat door ons avontuur van gistemaehl eon feit is gewordenik stond op, borg bef stuk perkament op een veilige plaats en besloot de zaak verder te onderzoeken, zoodra ik alleen zou zijn. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1