53,te Jaargang. Woensdag 19 Juli 1899. No. 9988 CIUCÜSSLAVEN, UIT DE PERS. BUITENLAND. BINNËNLANIK SCHIEMMSCHI: C DURAIIT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalYoor Schiedam enVlaardingen 11. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Bo terstraat 68. B3IMMW Prijs der Advertentiën: Van 17 regels D. 0.90iedere regel meer 12i/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groette letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Kleine advertentiifn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ho. 133. Nedert vnk en de Z.-A. Republiek. In de „Nieuwe Arnhemsche Courant" heeft de heer H. Pijttersen Tz. een Open Brief aan den minister van buitenlandsche zaken geschreven. Hij stelt daarin de vraag of Nederland lijdelijk moet toezien, als En geland een oorlog tegen Transvaal begint en toelaten dat een oorlog, vreeselijker dan ooit; zal worden gevoerd, om te eindigen met den ondergang en de algekeele vernietiging van een klein volk van burgers, onze taal sprekend, loten van onzen stam. In de Ontwerp-Conventie van de vrede lievende schikking van internationale ge schillen verplichten de mogendheden zich vervolgt schr. gebruik te zullen, ma ken van de bemiddeling van een of meer der bevriende mogendheden. Deze hebben het recht hun bemiddeling uit eigen bewe ging aan. te bieden, terwijl de uitoefening van dat recht nooit beschouwd kan worden als een onvriendelijke daad. Is niet liet tijdstip thans aangebroken, gebruik makend van dat recht, de bemid deling van Harer Majesteits regeering aan te bieden in het geschil tusschen Groot- Britannië en dc Zuid-Afrikaansche Repu bliek? Zeg niet dat de bepalingen van dit ont- werp van nul en geener waarde zijn, zoo lang niet de Conventie is bekrachtigd. Wat een recht wordt na de bekrachtiging, is als een vriendelijke daad te beschouwen daar vóór en kan niet euvel worden geduid. En gesteld dat de Britsche regeering den moed vindt uw bemiddeling af te wijzen, zal dan uw optreden in naam van Neêrland's Koningin ten behoeve van den zwakkere, niet strekken het geweten van liet Britsche volk te doen ontwaken, kracht te geven aan het protest dat zich reeds nu laat hooren zal dan niet de openbare meening in geheel jie beschaafde wereld zich luide verklaren tegen zoo groot een onrecht; zal niet En- geland's grijze vorstin weigeren goed te keuren een daad, welke door al wie waar heid en reclifc liefheeft als een schanddaad wordt gebrandmerkt? Excellentie, wij hebben ons klein gevoeld bij het ontbreken der Hollandscbe Repu blieken op de lijst der genoodigden ter Vre desconferentie. Wij b ebben ons klein, zeer klein gevoeld, toen de woordvoerders der verdrukten en vervolgden in het Rijk van den Sultan werden bemoeilijkt met kleine middelen. Groot daarentegen zullen wij ons voelen, Excellentie, indien van u, in naam van Ha rer Majesteits regeering, pogingen uitgaan om te verhoeden het schandelijk onrecht, het groote onheil dat onze Transvaalsche stamverwanten bedreigt. Groot zullen wij ons voelen indien het eerste regeermgsjaar van Koningin Wilhelmina getuigt van den ernst van het streven den naam waardig te worden van Vredes-Vorstin, Nederland te maken tot een veilige wijkplaats voor de verdedigers van de vervolgden en verdruk ten. Ook de „N. R. Ct." hoopt van harte, dat onze regeering termen kunne vinden om iets voor onze Transvaalsche broeders te doen. Heeft misschien het aanbieden van DOOR AMYIE READE. 15> Zijn gelaat werd hard; de zachte uit drukking van zijn oogen verdween, zijn drift ontvlamde, nu hij bemerkte hoeveel Cleo haar had verteld. Maar zijn tact en zijn handigheid kwamen hem te hulp, en hij wierp zulk een licht over zijn daden dat hij wist dat het onervaren meisje er niets tegen in zou kunnen brengen. „Ik heb Imra Donis getraind. Daarin heeft zij je de waarheid verteld," zeide hij met verholen toorn, „maar ik heb haar nooit mishandeld. Het was een aardig, vroolijk meisje, en wij hielden allen van haar en waren trotsch op haar rijden. Haar bevalligheid en lenigheid waren volmaakt, en het was in mijn voordeel haar vriende lijk te behandelen. Talent en behendigheid zijn twee noodzakelijke vereischten in de arena, die door wreedheid waarlijk niet ont wikkeld worden. Ban zulke gedachten, Lei- la, of ik moet denken dat je mij niet lief hebt." ,Ik ken maar één mensch dien ik lief heb, èn dat ben jij, Emilio," antwoordde zij innig. Het begon allengs moeilijk te worden een bevredigend antwoord te geven op haar vragen, en Castelli zag dat hij een beslis senten slag moest slaan, voordat zij tijd had om langer over al wat Cleo haar had verteld, na te denken. Hij was slim zij vol vertrouwen. „Leila" wat sprak hij haar naam tee- bemiddeling zijn bezwaren, het aanbieden van de goede diensten onzer regeering zou dan aanbeveling verdienen. Nu gedelegeerden van alle mogendheden, die aan de vredesconferentie deelnemen, bij de behandeling der arbitrage van interna tionale geschillen zoowel bemiddeling als aanbieding van goede diensten door een mo gendheid aan andere mogendheden, die op gespannen voet verkeeren, als een gewensch- ten maatregel hebben erkend, zou een der gelijke daad van onze regeering geheel in de hjn liggen van het humanitaire denk beeld, dat op de conferentie ingang gevon den heeft. En dat juist de Nederlandsche regeering dezen stap deed, zou met het oog op de stamverwantschap van ons volk met het Transvaalsche, zeker volkomen verklaar baar worden gevonden. Zeker, dc mogelijkheid bestaat, dat die stap niet het gewenschte gevolg had. Van een niet slagen zouden wij alsdan de regee ring allerminst een grief willen maken. Wij zouden meenen, dat ook in dat geval de mo- reele indruk, dien haar poging zou achter laten, niet anders dan gunstig zou kuunen zijn. A (gemeen overzicht. SCHIEDAM, 18 Juli '99. Het leger der anti-dreyfusards is in vol len, ordeloozen terugtocht. Sinds lang is het vuren gestaakt; nu en dan hoort men nog wel een schot vallen; maar 't zijn niet geregelde troupiers, die nog den strijd voe ren; hier en daar poeft een franc-tireur nog in maclitelooze woede zijn laatste pa tronen de lucht in. Want raken doet cr met één. De gepensioneerde majoor Myszkowsky is zoo'n franc-tireur. De man heeft een ver klaring gezonden aan majoor Carrière, den regeermgscommissaris bij den krijgsraad van Rennes, dat generaal Brugère in het bijzijn van officieren hem in 1897 te Beau- vais heeft gezegd dat het tijdstip w«arop de granaat-Robin in Duitscbland bekend werd, samenviel met den tijd waarop dc „ellendige Dreyfus" zijn oefeningstijd in de staatsfabrieken doormaakte. Ook Quesnay de Beaurepaire gaat oori met zijn geheimzinnige verhalen. Nu heef- hij het weer over iemand die hem heeft be wezen dat Dreyfus zich reeds vóór 1894 aan spionage schuldig maakte en in relatie stond met spionnen van een andere mo gendheid. Deze „iemand" zond hem een verklaring, die echter onderschept ismaar Quesnay kreeg toch een afschrift. Hij ver langt dat deze „iemand", die sedert de ver dwijning der eerste verklaring voortdurend bespied wordt, door den krijgsraad zal wor den gehoord. Eigenaardig is dat Quesnay Zaterdag door den regeermgscommissaris was opge roepen, maar niet verschenen is. Hij dacht dat het een voor-den-gek-kouderij was. Toen hem door een redacteur van de „Jour" werd tegengeworpen, dat hij toch de amb telijke zegels moest hebben gezien, ant woordde Quesnay: „Jawel, maar die men der uit„licb jo mij zoo lief dat je alles wilt doen wat ik je zal vragen „Alles," antwoordde zij. „Alles ter we reld." Hij boog naar haar over en kuste haar. „Wij moeten onverwijld trouwen, Leila, of wij moeten voor altijd scheiden. Je hos pita zal zeker haar woord houden je va der kan hier morgen zijn. En dan zullen wij elkaar met weerzien." Leila dacht cr aan hoe naar het zou zijn met haar vader naar huis terug te keeren, en zij huiverde bij de gedachte, haar knap pen, teederen geliefde te verliezen. Haar le ven was zoo gelukkig, nu zij zich baadde in zijn liefde zijn liefde die bezit had geno men van haar hart en haar ziel. „Moet het?" vroeg zij weifelend als in een droom. „Of wij moeten elkaar vaarwel zeggen. Jij moet beslissen, Leila. Wat kies je V' Haar liefde voor hem was als een reus achtige golf, die'zicli met razend geweld van haar ziel en haar lichaam beide mees ter maakte, haar overstelpte door haar diep te en haai- weerstandloos maakte, alleen vatbaar voor haar droom van geluk. Voor een wijle was de realiteit van het leven voor haar uitgcwischt. Zij was bedwelmd door het zoete vergif, dat den beker vulde die haar zoo listig-verleidelijk werd voorge houden. Hoop, de profeet der jeugd, had gezegd: „Drink, drink tot den bodem toe, en verjaag de bange zorg. Liefde zal u de balsem voor alle kwalen zijn en de genezing voor uw verdriet. Waarom eenzaam uw weg te gaan, terwijl ziju liefde voor u schijnt als de morgenster." Zij was in verrukking. Haar liefde was bijna hemelsche zaligheid. schen (de dreyfusards nlzijn overal toe in staat." De stumperd kan nu niet meer door den krijgsraad gehoord worden. Maar hij heeft een heel vriendelijk briefje geschreven aan den voorzitter om hem toch nog te hooren. De „Liberté" meent te weten dat de mi- litaire-altaclié te Berlijn La Roche Verney wellicht ook door den krijgsraad zal wor den gehoord. Intusschen groeit de beweging tegen An dre Lebon, den oud-minister van koloniën, aan. Louis Havet constateert dat hij mets heeft ontkend, en dat er reden is te spreken van een zaak-Lebon. Er zijn er reeds die een onderzoek verlangen. Ook de zaak-De Pellieux is waarschijn lijk nog met uit, schoon er nog niets naders bekend is van een aanvullend onderzoek. Met weet dat de getuigen van senator Del- pucch het duel met wilden laten doorgaan. De Pellieux heeft daarop zijn tegenstander erg uit de hoogte als „lafaard" gequalifi- cieerd. Delpuech antwoordt daarop zeer waardig, dat hij vooralsnog met kan beoor- deelen of De Pellieux achting of verachting verdienthet onderzoek zal daarover be slissen. De Wetgevende Vergadering der Kaap kolonie deelt dc meening van het ministe rie dat een oorlog van Engeland tegen Transvaal een ramp voor Zuid-Afrika zou zijn. Daartegenover staat echter dat de Wetgevende Raad op de hand van Cham berlain en sir A. Milner is. Mocht dus de eerste op voorstel van den eerste-minister Scbreiner of uit eigen beweging een voor de rijksregeering onaangename motie aanne men, dan staat de Wetgevende Raad klaar om sir A. Milner een votum van vertrou wen te schenken. Dit wetende, zal het ICaapsche ministe rie, volgens den correspondent der „Daily Mail", water in zijn wijn doen en een mo tie indienen bij de Wetgevende Vergade ring, waarin èn de houding der Transvaal sche regeering èn het ultimatum der En- gelsche worden afgekeurd. Is de houding van het Transvaalsche gou vernement waarlijk te laken? Ons dunkt van met. De thans aangenomen kieswet schenkt aan 15Q00 Uitlanders liet kies recht, en jaarlijks wordt dit cijfer hooger. Daarmede niet tevreden, schijnt de regee ring te Pretoria tot nieuwe concessies be reid. Althans een telegram uit Pretoria meldt dat de voortgezette geheime zitting van beide Volksraden en van den Uitvoe renden Raad tot resultaat hebben opgele verd dat weder belangrijke concessies in den geest van sir A. Milner's eischeu zijn aangenomen. Zal Chamberlain nü tevreden zijn Waar schijnlijk niet, want 't is duidelijk dat deze Boerenkater den oorlog wil. De „Econo mist", die in een uitvoerig artikel den toe stand bespreekt, daarbij instemmende met de meening dat er zeer belangrijke grieven zijn tegen de Zuid-Afrilcaanscho Republiek, lioopt nochtans dat de vrede bewaard blij- vc. Doch een overwinning der Engelsclie politiek zonder bloedvergieten acht het blad alleen mogelijk wanneer lord Salisbu ry de leiding in handen neemt, bij wien „Wij kunnen nooit meer van elkaar scheiden," zeide zij zwak. „Ik wil doen wat je denkt dat het best is." „Je bent trouw en moedig, Leilaluis ter nu naar mij. Als je hospita gisteravond heeft geschreven, zal je vader vermoedelijk morgenochtend, misschien wel vanavond hier zijn." „O neen, vanavond niet," antwoordde Leila, hem haastig onderbrekend. „Hij doet nooit iets overijld." „Goeddan zullen wij zeggenmorgen ochtend. Hij of de dokter zal zeker morgen ochtend met den trein hier zijn. Je moet zeer vroeg in den morgen, om zes uur bij voorbeeld, het huis verlaten, voordat er nog iemaud op is, en breng niets meewant dat zou argwaan kunnen wekken bij den een of anderen visschermau dien je tegen kunt ko men als ze van hun booten op het strand komen." „Ik moet Marcus mee brengen," lieruam zij. „Dien zou ik niet achter kunnen laten." „Nu, Marcus kan meekomen, en je kunt een handdoek in je hand dragen. Dan lijkt het of je een morgenbad gaat nemen. Maar vermijd bij al wat je doet, de aandacht der menschcn tot je to trekken. Als je het huis vex'laten hebt, ga dan het strand langs tot aan Dread Point. Het is ongeveer twee mij len ver, niet meer, rechtuit in de richting van Bayhaven." „Ik zal er wezen," antwoordde zij haas tig. „Ik ken de plaats zeer goed." „Mooi zoo," hervatte hij. „Als je aan Dread Point komt, zal Whanks je daar met een rijtuig wachten op den weg die langs de duinen loopt. Hij zal je recht door naar liet visschersplaatsje Thorpe brengen. Het is dertien mijlen van hier, en zeven mijlen trouwens, als minister van buitenlandsche zaken, ook volgens de „Economist", de Transvaalsche quaestie thuis behoort. De oorlogstoerustingen van Engelsclie zij de houden intusschen aan. Nogal hypocriet verklaarde de onderstaatssecretaris van oorlog Wyndham gisteren in het Lager huis: „De drie batterijen welke nu op het punt staan scheep te gaan naar Zuid-Afri ka, gaan om andere af te lossenmaar in dien de omstandigheden bet noodig maken, kunnen de batterijen die nu in Zuid-Afrika zijn, daar gehouden worden. In dat geval zouden de eerstbedoelde drie batterijen ver sterkingen worden." En de „Daily News" verneemt van goed- onderrichte zijde dat de regeering er ook over denkt de groote herfstmanoeuvres maar gedeeltelijk of in 't geheel niet te houden, omdat zij het mogelijk acht dat Transvaal liever den oorlog aanvaardt dan te bukken. Gemengde Klededccllngcn. Inde Beiersche Kamer heeft lielcentium nu met 83 stemmen de meerderheid. De socialisten beschikken over 11. de conser vatieven over 4, de democraten over 1, de liberalen over 45, de boerenbonders, of die als zoodan'g gekozen zjjn, over 3 stemmen, terwijl er 2 wilden zijn. De hertog van Albany, de toekomstige opvolger in Saksen-Coburg-Gotha, komt met z\jn moeder te Dresden wonen. Te "Weenen zijn in de laatsie dagen weer herhaaldelijk kloppai tijen voot gekomen tus- -chen Duitschers en Tsechische turners. De politie moest etteljjke malen tusschenbeide tredeneen groot aantal Duitsch-nationalen werden gevangengenomen. President Loubet heeft Zondag eeo delegatie van het ongeveer honderd man sterke perso neel van liet Elysée ontvangen, die hem kwam bedanken voor zijn zorg, om het perso neel een pensioen te verzekeren. De socialisten te Carmnux hebben een motie aangenomen, waarin zij het progiam en de tactiek van Jaurès en Miilerand goed keuren en hun partijgenooten bezweren zicli bij hen aan te sluiten. Marchand gaat zich onttrekken aan alle sympathie-betuigingen. Hij verlangt naar rust eu gaat een maand of wat naar buiten. Daarna wil hy inet den rang van majoor in een regiment marine-infanterie treden. Een der Paiysche bladen beweeit, dat, toen Déioulède Zondag het Theatre de Ia Républiqtie verliet, waar een voot ^telling weid gegeven ter eere van Marchand en de zijnen, een officier der bereden republikein- sche garde geweigerd zou hebben ile bevelen van deu prefect van politie Lépine op te volgen. De waarheid is dat deze bevel gaf om 25 gulden uit te zenden om de nieuwsgierige menigte in bedwang te houden. Maar daar de politie daan» reeds slaagde etiDëioulèie haantg het gebou w verliet, gaf Lépine de garden bevel weer in te rukken, juist op het oogenbhk dat zij de kazerne zouuen verlaten. aan den anderen kant van Bayhaven. Ik zal cr heen rijden en kamers voor je zoe ken, waar je kunt wonen totdat ik bij je kan komen met een speciale huwelijksver gunning. Je moet thuis blijven en geen ant woord geven op vragen wie je bent of waar je vandaan komt. Begrijp je mij, Leila, want dit is van het grootste belang." „Maar de hospita zal nieuwsgierig zijn wie ik ben, en waar men bagage is. Ik zal mets bij me hebben. Ik durf er zoo bijua niet been te gaan." „Dan moet je de beele onderneming maar meteen opgeven, of je moet een lijstje maken van enkele dingen die je noodig hebt, en die Whanks je dan kan brengen. Als wij man en vrouw zijn, Leila, zal ik hierheen gaan en je bezittingen opeiscben. Je zult op zijn hoogst twee dagen moeten wachten." „Maar de juffrouw zal heb zoo gek vin den, als zij mij daar alleen ziet. Wat zal ik haar moeten zeggen „I k zal met haar spreken, als ik de ka mers ga huren, Leila. Ik zal haar vragen voor je te zorgen totdat ik met de huwe- lijksmachtiging kom. Als alles gereed is voor het huwelijk, zal ik haar de waarheid zeggen. Laat het maar aan mij over, Leila ik zal haar wel geruststellen. Doe maar wat jk je zeg; dan schikt het overige zich wel vanzelf." Leila bezat niet genoeg wereldwijsheid om te begrijpen dat Castelli's „geruststel len" van de juffrouw in een flinke som gelds bestond. Zij was tevreden. Zij wilde doen wat hij haar vroeg, vertrouwende op zijn liefde en zijn leiding. Voor de laatste maal scheidden zij als Naar de muiterij te Cherbourg wordteen streDg onderzoek ingesteld. Drie soldaten zijn reeds naar den krijgsraad verwezen; andeien woiden met detentie van 8 tot 60 dagen gestraft. De minirier van maiine beeft een uilvoet ig ïappoit over het gebeurde ge vraagd. Generaal Roget heeft bezit genomen van zijn commando te Belfort. Te Cliarties zgn een honderdtal sol daten ziek gewoiden na het gebruik van bussenvleesch. Mgr. Lorenzelii, de nieuwe nuatius, is te Parijs aangekomen. In velband met de werkstaking te Bilbao zijn feesten die gisteren te Sestao zonden plaats vinden, verboden. Men vreest voor een ulgemeene werkstaking in de fabrieken te Bilbao. Koning Alexander van Servië gaat in begin Augustus naar Karlsbad. De ministerraad zal in zijn afwezigheid de legeering voeren. Karageorgewitsch, de Servische troonpre tendent, heeft in een interview ontkend iets niet den aanslag uitstaande te hebben. De pi eLendeut deed een beroep op de Euro- peesche pers, om door een krachtig protest de vreeselijke vervolgingen van onscliuldigen in Servië onmogelijk te maken. Te Belgrado daarentegen beweert men dat de draden der samenzwering samenloopen op Karageorgewitsch en Montenegro. De sPopolo Romano" te Rome evenwel publi ceert een officieele depêche der Montene- grijnscbe regeering waarin het laatste beslist wordt tegengesproken. In bet geheel zijn nu 38 personen in ver band met den aanslag gearresteerd. Rusland en andere mogendheden slaan de gebeurtenissen in Servië aandachtig gade. Het schijnt thans zeker dat Menelik van Abessynië in het tentoonslellingsjaar te Parijs komt. Gistei en zijn de verdragen in werking ge treden krachtens welke Japan open staat voor alle westelijke natiën, wier burgers echter onder de algemeene landswetten zullen staan. Alleen Frankryk en Oostenrijk be houden hun consulaire rechtspraak tot 4 Augustus Ondanks den drang zijner tegenstanders treedt de Amerikaansche minister van oorlog Alger niet af. Verschillende bladen eischen nu dat president Mc. Kiuley hem zijn congé zal guven. President Mc. Kinley heeft den Fransclien gezant te Washington een gouden beker geschonken, rustende op drie adelaars en met bet opschrift: nVau den Piesident der Veivenigde Staten aan Z. Exc. Jules Cambon, Franscli gezant, aangeboden wegens de vriend schappelijke diensten gedurende de vredes onderhandelingen tusschen de Vereenigde Staten en Spanje, 12 Augustus 1898," l'rov Staten van Zuid-Holland. In de heden gehouden vergadering van de Provinciale Staten, van Zuid-Holland verloofden. Haar verdriet was weggevaagd. Weer blonk er blijdschap in haar oogen, en haar stem was vol vreugde, toen zij hem vaarwel zeide tot den vroegen morgen van deu volgenden dag. „Dag, Leila. Morgen moet je weer ko men, lieveling." „Dat zal ik," antwoordde zij vastbeslo ten. „Ik zal er wezen." Op weg huiswaarts vroeg Gastelli zich in spanning af of zij bang zou zijn als de laat ste beslissende stap moest gedaan worden, of haar aangeboren, schuchterheid haar heerschappij zou hernemen en hij zijn prijs voor goed zou verliezen. Hij had haar zeer lief, en verlangde naar het oogenblik waarop hij haar zijn vrouw zou noemen. Hij had zich voorgenomen zijn parel te Thorpe te bewaren, zelfs na het hu welijk. Hij wilde haar ver van het circus houden. Intusschen was er voor hem heel wat te doen, want de tijd spoedde om en de mor gen is er reeds bijna weer wanneer de laat ste stralen der zon zijn weggestorven. Toen de vroege dag aanbrak, toen. de dar tele vogels de stille lucht begonnen te ver vullen van hun lied, toen. de zachte wind de slapende bloemen wakker riep en de zee zacht fluisterde tot de kust, ving Leila Gur- ney, onrustig en gejaagd, de reis aan die haar een stap nader zou brengen tot het za lige eindpunt, tot de rustige haven waar naar zij heel haar droevig, somber leven verlangend had uitgezien. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1