53,te Jaargang.
Woensdag 19 Juli 1899.
No. 9988
CIUCÜSSLAVEN,
UIT DE PERS.
BUITENLAND.
BINNËNLANIK
SCHIEMMSCHI: C DURAIIT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalYoor Schiedam enVlaardingen 11. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Bo terstraat 68.
B3IMMW
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels D. 0.90iedere regel
meer 12i/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groette letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Kleine advertentiifn opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ho. 133.
Nedert vnk en de Z.-A. Republiek.
In de „Nieuwe Arnhemsche Courant"
heeft de heer H. Pijttersen Tz. een Open
Brief aan den minister van buitenlandsche
zaken geschreven. Hij stelt daarin de vraag
of Nederland lijdelijk moet toezien, als En
geland een oorlog tegen Transvaal begint
en toelaten dat een oorlog, vreeselijker dan
ooit; zal worden gevoerd, om te eindigen met
den ondergang en de algekeele vernietiging
van een klein volk van burgers, onze taal
sprekend, loten van onzen stam.
In de Ontwerp-Conventie van de vrede
lievende schikking van internationale ge
schillen verplichten de mogendheden zich
vervolgt schr. gebruik te zullen, ma
ken van de bemiddeling van een of meer
der bevriende mogendheden. Deze hebben
het recht hun bemiddeling uit eigen bewe
ging aan. te bieden, terwijl de uitoefening
van dat recht nooit beschouwd kan worden
als een onvriendelijke daad.
Is niet liet tijdstip thans aangebroken,
gebruik makend van dat recht, de bemid
deling van Harer Majesteits regeering aan
te bieden in het geschil tusschen Groot-
Britannië en dc Zuid-Afrikaansche Repu
bliek?
Zeg niet dat de bepalingen van dit ont-
werp van nul en geener waarde zijn, zoo
lang niet de Conventie is bekrachtigd. Wat
een recht wordt na de bekrachtiging, is als
een vriendelijke daad te beschouwen daar
vóór en kan niet euvel worden geduid.
En gesteld dat de Britsche regeering den
moed vindt uw bemiddeling af te wijzen,
zal dan uw optreden in naam van Neêrland's
Koningin ten behoeve van den zwakkere,
niet strekken het geweten van liet Britsche
volk te doen ontwaken, kracht te geven aan
het protest dat zich reeds nu laat hooren
zal dan niet de openbare meening in geheel
jie beschaafde wereld zich luide verklaren
tegen zoo groot een onrecht; zal niet En-
geland's grijze vorstin weigeren goed te
keuren een daad, welke door al wie waar
heid en reclifc liefheeft als een schanddaad
wordt gebrandmerkt?
Excellentie, wij hebben ons klein gevoeld
bij het ontbreken der Hollandscbe Repu
blieken op de lijst der genoodigden ter Vre
desconferentie. Wij b ebben ons klein, zeer
klein gevoeld, toen de woordvoerders der
verdrukten en vervolgden in het Rijk van
den Sultan werden bemoeilijkt met kleine
middelen.
Groot daarentegen zullen wij ons voelen,
Excellentie, indien van u, in naam van Ha
rer Majesteits regeering, pogingen uitgaan
om te verhoeden het schandelijk onrecht,
het groote onheil dat onze Transvaalsche
stamverwanten bedreigt. Groot zullen wij
ons voelen indien het eerste regeermgsjaar
van Koningin Wilhelmina getuigt van den
ernst van het streven den naam waardig te
worden van Vredes-Vorstin, Nederland te
maken tot een veilige wijkplaats voor de
verdedigers van de vervolgden en verdruk
ten.
Ook de „N. R. Ct." hoopt van harte, dat
onze regeering termen kunne vinden om
iets voor onze Transvaalsche broeders te
doen. Heeft misschien het aanbieden van
DOOR
AMYIE READE.
15>
Zijn gelaat werd hard; de zachte uit
drukking van zijn oogen verdween, zijn
drift ontvlamde, nu hij bemerkte hoeveel
Cleo haar had verteld. Maar zijn tact en
zijn handigheid kwamen hem te hulp, en
hij wierp zulk een licht over zijn daden dat
hij wist dat het onervaren meisje er niets
tegen in zou kunnen brengen.
„Ik heb Imra Donis getraind. Daarin
heeft zij je de waarheid verteld," zeide hij
met verholen toorn, „maar ik heb haar
nooit mishandeld. Het was een aardig,
vroolijk meisje, en wij hielden allen van
haar en waren trotsch op haar rijden. Haar
bevalligheid en lenigheid waren volmaakt,
en het was in mijn voordeel haar vriende
lijk te behandelen. Talent en behendigheid
zijn twee noodzakelijke vereischten in de
arena, die door wreedheid waarlijk niet ont
wikkeld worden. Ban zulke gedachten, Lei-
la, of ik moet denken dat je mij niet lief
hebt."
,Ik ken maar één mensch dien ik lief
heb, èn dat ben jij, Emilio," antwoordde zij
innig.
Het begon allengs moeilijk te worden een
bevredigend antwoord te geven op haar
vragen, en Castelli zag dat hij een beslis
senten slag moest slaan, voordat zij tijd
had om langer over al wat Cleo haar had
verteld, na te denken.
Hij was slim zij vol vertrouwen.
„Leila" wat sprak hij haar naam tee-
bemiddeling zijn bezwaren, het aanbieden
van de goede diensten onzer regeering zou
dan aanbeveling verdienen.
Nu gedelegeerden van alle mogendheden,
die aan de vredesconferentie deelnemen, bij
de behandeling der arbitrage van interna
tionale geschillen zoowel bemiddeling als
aanbieding van goede diensten door een mo
gendheid aan andere mogendheden, die op
gespannen voet verkeeren, als een gewensch-
ten maatregel hebben erkend, zou een der
gelijke daad van onze regeering geheel in
de hjn liggen van het humanitaire denk
beeld, dat op de conferentie ingang gevon
den heeft.
En dat juist de Nederlandsche regeering
dezen stap deed, zou met het oog op de
stamverwantschap van ons volk met het
Transvaalsche, zeker volkomen verklaar
baar worden gevonden.
Zeker, dc mogelijkheid bestaat, dat die
stap niet het gewenschte gevolg had. Van
een niet slagen zouden wij alsdan de regee
ring allerminst een grief willen maken. Wij
zouden meenen, dat ook in dat geval de mo-
reele indruk, dien haar poging zou achter
laten, niet anders dan gunstig zou kuunen
zijn.
A (gemeen overzicht.
SCHIEDAM, 18 Juli '99.
Het leger der anti-dreyfusards is in vol
len, ordeloozen terugtocht. Sinds lang is
het vuren gestaakt; nu en dan hoort men
nog wel een schot vallen; maar 't zijn niet
geregelde troupiers, die nog den strijd voe
ren; hier en daar poeft een franc-tireur
nog in maclitelooze woede zijn laatste pa
tronen de lucht in. Want raken doet cr met
één.
De gepensioneerde majoor Myszkowsky
is zoo'n franc-tireur. De man heeft een ver
klaring gezonden aan majoor Carrière, den
regeermgscommissaris bij den krijgsraad
van Rennes, dat generaal Brugère in het
bijzijn van officieren hem in 1897 te Beau-
vais heeft gezegd dat het tijdstip w«arop
de granaat-Robin in Duitscbland bekend
werd, samenviel met den tijd waarop dc
„ellendige Dreyfus" zijn oefeningstijd in de
staatsfabrieken doormaakte.
Ook Quesnay de Beaurepaire gaat oori
met zijn geheimzinnige verhalen. Nu heef-
hij het weer over iemand die hem heeft be
wezen dat Dreyfus zich reeds vóór 1894 aan
spionage schuldig maakte en in relatie
stond met spionnen van een andere mo
gendheid. Deze „iemand" zond hem een
verklaring, die echter onderschept ismaar
Quesnay kreeg toch een afschrift. Hij ver
langt dat deze „iemand", die sedert de ver
dwijning der eerste verklaring voortdurend
bespied wordt, door den krijgsraad zal wor
den gehoord.
Eigenaardig is dat Quesnay Zaterdag
door den regeermgscommissaris was opge
roepen, maar niet verschenen is. Hij dacht
dat het een voor-den-gek-kouderij was.
Toen hem door een redacteur van de „Jour"
werd tegengeworpen, dat hij toch de amb
telijke zegels moest hebben gezien, ant
woordde Quesnay: „Jawel, maar die men
der uit„licb jo mij zoo lief dat je alles
wilt doen wat ik je zal vragen
„Alles," antwoordde zij. „Alles ter we
reld."
Hij boog naar haar over en kuste haar.
„Wij moeten onverwijld trouwen, Leila,
of wij moeten voor altijd scheiden. Je hos
pita zal zeker haar woord houden je va
der kan hier morgen zijn. En dan zullen wij
elkaar met weerzien."
Leila dacht cr aan hoe naar het zou zijn
met haar vader naar huis terug te keeren,
en zij huiverde bij de gedachte, haar knap
pen, teederen geliefde te verliezen. Haar le
ven was zoo gelukkig, nu zij zich baadde in
zijn liefde zijn liefde die bezit had geno
men van haar hart en haar ziel.
„Moet het?" vroeg zij weifelend als in
een droom.
„Of wij moeten elkaar vaarwel zeggen.
Jij moet beslissen, Leila. Wat kies je V'
Haar liefde voor hem was als een reus
achtige golf, die'zicli met razend geweld
van haar ziel en haar lichaam beide mees
ter maakte, haar overstelpte door haar diep
te en haai- weerstandloos maakte, alleen
vatbaar voor haar droom van geluk. Voor
een wijle was de realiteit van het leven
voor haar uitgcwischt. Zij was bedwelmd
door het zoete vergif, dat den beker vulde
die haar zoo listig-verleidelijk werd voorge
houden. Hoop, de profeet der jeugd, had
gezegd: „Drink, drink tot den bodem toe,
en verjaag de bange zorg. Liefde zal u de
balsem voor alle kwalen zijn en de genezing
voor uw verdriet. Waarom eenzaam uw weg
te gaan, terwijl ziju liefde voor u schijnt als
de morgenster."
Zij was in verrukking. Haar liefde was
bijna hemelsche zaligheid.
schen (de dreyfusards nlzijn overal toe in
staat."
De stumperd kan nu niet meer door den
krijgsraad gehoord worden. Maar hij heeft
een heel vriendelijk briefje geschreven aan
den voorzitter om hem toch nog te hooren.
De „Liberté" meent te weten dat de mi-
litaire-altaclié te Berlijn La Roche Verney
wellicht ook door den krijgsraad zal wor
den gehoord.
Intusschen groeit de beweging tegen An
dre Lebon, den oud-minister van koloniën,
aan. Louis Havet constateert dat hij mets
heeft ontkend, en dat er reden is te spreken
van een zaak-Lebon. Er zijn er reeds die
een onderzoek verlangen.
Ook de zaak-De Pellieux is waarschijn
lijk nog met uit, schoon er nog niets naders
bekend is van een aanvullend onderzoek.
Met weet dat de getuigen van senator Del-
pucch het duel met wilden laten doorgaan.
De Pellieux heeft daarop zijn tegenstander
erg uit de hoogte als „lafaard" gequalifi-
cieerd. Delpuech antwoordt daarop zeer
waardig, dat hij vooralsnog met kan beoor-
deelen of De Pellieux achting of verachting
verdienthet onderzoek zal daarover be
slissen.
De Wetgevende Vergadering der Kaap
kolonie deelt dc meening van het ministe
rie dat een oorlog van Engeland tegen
Transvaal een ramp voor Zuid-Afrika zou
zijn. Daartegenover staat echter dat de
Wetgevende Raad op de hand van Cham
berlain en sir A. Milner is. Mocht dus de
eerste op voorstel van den eerste-minister
Scbreiner of uit eigen beweging een voor de
rijksregeering onaangename motie aanne
men, dan staat de Wetgevende Raad klaar
om sir A. Milner een votum van vertrou
wen te schenken.
Dit wetende, zal het ICaapsche ministe
rie, volgens den correspondent der „Daily
Mail", water in zijn wijn doen en een mo
tie indienen bij de Wetgevende Vergade
ring, waarin èn de houding der Transvaal
sche regeering èn het ultimatum der En-
gelsche worden afgekeurd.
Is de houding van het Transvaalsche gou
vernement waarlijk te laken? Ons dunkt
van met. De thans aangenomen kieswet
schenkt aan 15Q00 Uitlanders liet kies
recht, en jaarlijks wordt dit cijfer hooger.
Daarmede niet tevreden, schijnt de regee
ring te Pretoria tot nieuwe concessies be
reid. Althans een telegram uit Pretoria
meldt dat de voortgezette geheime zitting
van beide Volksraden en van den Uitvoe
renden Raad tot resultaat hebben opgele
verd dat weder belangrijke concessies in
den geest van sir A. Milner's eischeu zijn
aangenomen.
Zal Chamberlain nü tevreden zijn Waar
schijnlijk niet, want 't is duidelijk dat deze
Boerenkater den oorlog wil. De „Econo
mist", die in een uitvoerig artikel den toe
stand bespreekt, daarbij instemmende met
de meening dat er zeer belangrijke grieven
zijn tegen de Zuid-Afrilcaanscho Republiek,
lioopt nochtans dat de vrede bewaard blij-
vc. Doch een overwinning der Engelsclie
politiek zonder bloedvergieten acht het
blad alleen mogelijk wanneer lord Salisbu
ry de leiding in handen neemt, bij wien
„Wij kunnen nooit meer van elkaar
scheiden," zeide zij zwak. „Ik wil doen wat
je denkt dat het best is."
„Je bent trouw en moedig, Leilaluis
ter nu naar mij. Als je hospita gisteravond
heeft geschreven, zal je vader vermoedelijk
morgenochtend, misschien wel vanavond
hier zijn."
„O neen, vanavond niet," antwoordde
Leila, hem haastig onderbrekend. „Hij doet
nooit iets overijld."
„Goeddan zullen wij zeggenmorgen
ochtend. Hij of de dokter zal zeker morgen
ochtend met den trein hier zijn. Je moet
zeer vroeg in den morgen, om zes uur bij
voorbeeld, het huis verlaten, voordat er nog
iemaud op is, en breng niets meewant dat
zou argwaan kunnen wekken bij den een of
anderen visschermau dien je tegen kunt ko
men als ze van hun booten op het strand
komen."
„Ik moet Marcus mee brengen," lieruam
zij. „Dien zou ik niet achter kunnen laten."
„Nu, Marcus kan meekomen, en je kunt
een handdoek in je hand dragen. Dan lijkt
het of je een morgenbad gaat nemen. Maar
vermijd bij al wat je doet, de aandacht der
menschcn tot je to trekken. Als je het huis
vex'laten hebt, ga dan het strand langs tot
aan Dread Point. Het is ongeveer twee mij
len ver, niet meer, rechtuit in de richting
van Bayhaven."
„Ik zal er wezen," antwoordde zij haas
tig. „Ik ken de plaats zeer goed."
„Mooi zoo," hervatte hij. „Als je aan
Dread Point komt, zal Whanks je daar met
een rijtuig wachten op den weg die langs
de duinen loopt. Hij zal je recht door naar
liet visschersplaatsje Thorpe brengen. Het
is dertien mijlen van hier, en zeven mijlen
trouwens, als minister van buitenlandsche
zaken, ook volgens de „Economist", de
Transvaalsche quaestie thuis behoort.
De oorlogstoerustingen van Engelsclie zij
de houden intusschen aan. Nogal hypocriet
verklaarde de onderstaatssecretaris van
oorlog Wyndham gisteren in het Lager
huis: „De drie batterijen welke nu op het
punt staan scheep te gaan naar Zuid-Afri
ka, gaan om andere af te lossenmaar in
dien de omstandigheden bet noodig maken,
kunnen de batterijen die nu in Zuid-Afrika
zijn, daar gehouden worden. In dat geval
zouden de eerstbedoelde drie batterijen ver
sterkingen worden."
En de „Daily News" verneemt van goed-
onderrichte zijde dat de regeering er ook
over denkt de groote herfstmanoeuvres
maar gedeeltelijk of in 't geheel niet te
houden, omdat zij het mogelijk acht dat
Transvaal liever den oorlog aanvaardt dan
te bukken.
Gemengde Klededccllngcn.
Inde Beiersche Kamer heeft lielcentium
nu met 83 stemmen de meerderheid. De
socialisten beschikken over 11. de conser
vatieven over 4, de democraten over 1, de
liberalen over 45, de boerenbonders, of die
als zoodan'g gekozen zjjn, over 3 stemmen,
terwijl er 2 wilden zijn.
De hertog van Albany, de toekomstige
opvolger in Saksen-Coburg-Gotha, komt met
z\jn moeder te Dresden wonen.
Te "Weenen zijn in de laatsie dagen weer
herhaaldelijk kloppai tijen voot gekomen tus-
-chen Duitschers en Tsechische turners. De
politie moest etteljjke malen tusschenbeide
tredeneen groot aantal Duitsch-nationalen
werden gevangengenomen.
President Loubet heeft Zondag eeo delegatie
van het ongeveer honderd man sterke perso
neel van liet Elysée ontvangen, die hem
kwam bedanken voor zijn zorg, om het perso
neel een pensioen te verzekeren.
De socialisten te Carmnux hebben een
motie aangenomen, waarin zij het progiam
en de tactiek van Jaurès en Miilerand goed
keuren en hun partijgenooten bezweren zicli
bij hen aan te sluiten.
Marchand gaat zich onttrekken aan alle
sympathie-betuigingen. Hij verlangt naar
rust eu gaat een maand of wat naar buiten.
Daarna wil hy inet den rang van majoor in
een regiment marine-infanterie treden.
Een der Paiysche bladen beweeit, dat,
toen Déioulède Zondag het Theatre de Ia
Républiqtie verliet, waar een voot ^telling
weid gegeven ter eere van Marchand en de
zijnen, een officier der bereden republikein-
sche garde geweigerd zou hebben ile bevelen
van deu prefect van politie Lépine op te
volgen.
De waarheid is dat deze bevel gaf om 25
gulden uit te zenden om de nieuwsgierige
menigte in bedwang te houden. Maar daar
de politie daan» reeds slaagde etiDëioulèie
haantg het gebou w verliet, gaf Lépine de
garden bevel weer in te rukken, juist op het
oogenbhk dat zij de kazerne zouuen verlaten.
aan den anderen kant van Bayhaven. Ik
zal cr heen rijden en kamers voor je zoe
ken, waar je kunt wonen totdat ik bij je
kan komen met een speciale huwelijksver
gunning. Je moet thuis blijven en geen ant
woord geven op vragen wie je bent of waar
je vandaan komt. Begrijp je mij, Leila,
want dit is van het grootste belang."
„Maar de hospita zal nieuwsgierig zijn
wie ik ben, en waar men bagage is. Ik zal
mets bij me hebben. Ik durf er zoo bijua
niet been te gaan."
„Dan moet je de beele onderneming
maar meteen opgeven, of je moet een lijstje
maken van enkele dingen die je noodig
hebt, en die Whanks je dan kan brengen.
Als wij man en vrouw zijn, Leila, zal ik
hierheen gaan en je bezittingen opeiscben.
Je zult op zijn hoogst twee dagen moeten
wachten."
„Maar de juffrouw zal heb zoo gek vin
den, als zij mij daar alleen ziet. Wat zal ik
haar moeten zeggen
„I k zal met haar spreken, als ik de ka
mers ga huren, Leila. Ik zal haar vragen
voor je te zorgen totdat ik met de huwe-
lijksmachtiging kom. Als alles gereed is
voor het huwelijk, zal ik haar de waarheid
zeggen. Laat het maar aan mij over, Leila
ik zal haar wel geruststellen. Doe maar wat
jk je zeg; dan schikt het overige zich wel
vanzelf."
Leila bezat niet genoeg wereldwijsheid
om te begrijpen dat Castelli's „geruststel
len" van de juffrouw in een flinke som
gelds bestond.
Zij was tevreden. Zij wilde doen wat hij
haar vroeg, vertrouwende op zijn liefde en
zijn leiding.
Voor de laatste maal scheidden zij als
Naar de muiterij te Cherbourg wordteen
streDg onderzoek ingesteld. Drie soldaten
zijn reeds naar den krijgsraad verwezen;
andeien woiden met detentie van 8 tot 60
dagen gestraft. De minirier van maiine beeft
een uilvoet ig ïappoit over het gebeurde ge
vraagd.
Generaal Roget heeft bezit genomen van
zijn commando te Belfort.
Te Cliarties zgn een honderdtal sol
daten ziek gewoiden na het gebruik van
bussenvleesch.
Mgr. Lorenzelii, de nieuwe nuatius, is te
Parijs aangekomen.
In velband met de werkstaking te Bilbao
zijn feesten die gisteren te Sestao zonden
plaats vinden, verboden. Men vreest voor een
ulgemeene werkstaking in de fabrieken te
Bilbao.
Koning Alexander van Servië gaat in begin
Augustus naar Karlsbad. De ministerraad zal
in zijn afwezigheid de legeering voeren.
Karageorgewitsch, de Servische troonpre
tendent, heeft in een interview ontkend
iets niet den aanslag uitstaande te hebben.
De pi eLendeut deed een beroep op de Euro-
peesche pers, om door een krachtig protest
de vreeselijke vervolgingen van onscliuldigen
in Servië onmogelijk te maken.
Te Belgrado daarentegen beweert men dat
de draden der samenzwering samenloopen
op Karageorgewitsch en Montenegro. De
sPopolo Romano" te Rome evenwel publi
ceert een officieele depêche der Montene-
grijnscbe regeering waarin het laatste beslist
wordt tegengesproken.
In bet geheel zijn nu 38 personen in ver
band met den aanslag gearresteerd.
Rusland en andere mogendheden slaan de
gebeurtenissen in Servië aandachtig gade.
Het schijnt thans zeker dat Menelik van
Abessynië in het tentoonslellingsjaar te
Parijs komt.
Gistei en zijn de verdragen in werking ge
treden krachtens welke Japan open staat
voor alle westelijke natiën, wier burgers
echter onder de algemeene landswetten zullen
staan. Alleen Frankryk en Oostenrijk be
houden hun consulaire rechtspraak tot 4
Augustus
Ondanks den drang zijner tegenstanders
treedt de Amerikaansche minister van oorlog
Alger niet af. Verschillende bladen eischen
nu dat president Mc. Kiuley hem zijn congé
zal guven.
President Mc. Kinley heeft den Fransclien
gezant te Washington een gouden beker
geschonken, rustende op drie adelaars en
met bet opschrift: nVau den Piesident der
Veivenigde Staten aan Z. Exc. Jules Cambon,
Franscli gezant, aangeboden wegens de vriend
schappelijke diensten gedurende de vredes
onderhandelingen tusschen de Vereenigde
Staten en Spanje, 12 Augustus 1898,"
l'rov Staten van Zuid-Holland.
In de heden gehouden vergadering van
de Provinciale Staten, van Zuid-Holland
verloofden. Haar verdriet was weggevaagd.
Weer blonk er blijdschap in haar oogen, en
haar stem was vol vreugde, toen zij hem
vaarwel zeide tot den vroegen morgen van
deu volgenden dag.
„Dag, Leila. Morgen moet je weer ko
men, lieveling."
„Dat zal ik," antwoordde zij vastbeslo
ten. „Ik zal er wezen."
Op weg huiswaarts vroeg Gastelli zich in
spanning af of zij bang zou zijn als de laat
ste beslissende stap moest gedaan worden,
of haar aangeboren, schuchterheid haar
heerschappij zou hernemen en hij zijn prijs
voor goed zou verliezen.
Hij had haar zeer lief, en verlangde naar
het oogenblik waarop hij haar zijn vrouw
zou noemen. Hij had zich voorgenomen zijn
parel te Thorpe te bewaren, zelfs na het hu
welijk. Hij wilde haar ver van het circus
houden.
Intusschen was er voor hem heel wat te
doen, want de tijd spoedde om en de mor
gen is er reeds bijna weer wanneer de laat
ste stralen der zon zijn weggestorven.
Toen de vroege dag aanbrak, toen. de dar
tele vogels de stille lucht begonnen te ver
vullen van hun lied, toen. de zachte wind
de slapende bloemen wakker riep en de zee
zacht fluisterde tot de kust, ving Leila Gur-
ney, onrustig en gejaagd, de reis aan die
haar een stap nader zou brengen tot het za
lige eindpunt, tot de rustige haven waar
naar zij heel haar droevig, somber leven
verlangend had uitgezien.
(Wordt vervolgd.)