53s<e Jaargang. Donderdag 20 Jul 1899. No. 9989. CIRCUSSLAVEN, Secretaris-Penniiisineester ter Commissie m Aümimsiraüe voor liet Stads-Meinis, BUITENLAND. BINNENLAND. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schieda'm en Vlaardingen fl. i.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Adverlentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68. Prijs der Ad verten tiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer Ifli/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. A d v e r t e n t i n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon 3Vo. 133. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van S c li i e d a rn loepen op sollicitanten raar de betrekking van Jaarwedde f300. Verplichte zakelijke borgtocht van flOOO. Gezegelde verzoekschriften in te zenden aan den Burgemeester, voor of op 20 dezer. Schiedam, 15 Juli 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VERSTEEG. Be secretaris, VERNÈDE. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 19 Juli '99. Wanneer het waar is, wat aan de „Ind.- Belge" uit de „beste bron" wordt gemeld, dan mag de rehabilitatie die Dreyfus wacht, volkomen heeten. De regeeringscommissaris zou de aan klacht laten vallen. Het zou meer zijn dan Dreyfus' vrienden durfden hopen, wanneer zij majoor Carrière als resultaat van zijn onderzoek hoorden verkondigen„Ik vind geen schuld in dezen mensch". De „Indép. Beige" heeft in de zaak- Dreyfus meer dan eens getoond betrouw baar en wel-ingelicht te zijn. Toch vindt haar profetie over het geheel geen geloof. Men verwacht dat de regee ring, ook om den schijn van partijdigheid te vermijden, het proces zoo volledig moge lijk gevoerd wil zien. Alle stukken moeten gekend, alle getuigen gehoord worden. Ook Quesnay de Beaurepaire dus, ook deze onvermoeide strijder voor Dreyfus' schuld mag, zoo hij kan, de overtuiging van den regeeringscommissaris omzetten en de zen overtuigen dat de jood Dreyfus werke lijk de verrader is. Jamer dat Quesnay Zaterdag niet aan de oproeping gehoor heeft gegeven. Maar hij heeft het volgende kranige telegram gezon den aan majoor Carrière„Indien de dag vaarding die ik gisteren ontvangen heb, geen strik is die gij mij spant, dan ben ik bereid er gevolg aan te geven; maar ik ver lang van uwe zijde een bekrachtiging te hebben." In ieder geval zal de oud-magisrirat te genwoordig zijn te Rennes, wanneer daal de strijd volstreden wordt. Volgens de „Siè cle" heeft hij te St. Meen bij Rennes ka mers gehuurd. Het „Petit Journal" zijnerzijds beproeft nog eens door een analyse der stemmencij- fers, die evenwel vrijwel uit de lucht is ge grepen, aan te toonen dat het arrest van het Hof van Cassatie niet de minste mo- reele waarde bezit, en eigenlijk het gevolg is van de vrees der van Dreyfus' schuld overtuigde raadsheeren dat het vonnis van 1894 eenvoudig vernietigd zou worden op grond van onwettigheid. DOOB AMYIE READ®. 16) Vijf uur later zaten Charles Gurney en dr. Burton, in de kleine spreekkamer van Green's Cottages. De juffrouw zat met lui der stem haar theorieën te ontwikkelen over de verblijfplaats van haar logee. „Toen ik vanmorgen beneden kwam, mijnheer," zeide zij, zich tot den dokter wendend, „was zij heengegaan. En zoo stil als een muisje, want ik heb haar niet hoo- xen weggaan, terwijl ik toch al om vijf uur wakker was. Haar bed was beslapendus zij kan niet ver weg wezen. Zij is zeker niet naar Baykaven geloopen, en de eerste om nibus is nog niet weg. Zij heeft u de loef afgestoken, maar u kan haar nog best vin den." •Voordat de dokter den tijd had om te antwoorden, zei Charles Gurney reeds „TT heeft mij geschreven om mij te waar schuwen, juffrouw Thomas, en daarvoor ben ik u zeer verplicht. Maar nu de vogel gevlogen is, is er geen reden voor ons om u langer op te houden." „Niet zoo haastig, Gurney. Ik zou nog wel een paar dingen willen weten, voordat wij heengaan. Ik heb gemaakt dat je doch ter hierheen ging, en ik ben voornemens alle mogelijke inlichtingen in te winnen die er te knjgen zijn." „Weet u zeker dat zij met dien mau is meegegaan, die aan dat circus te Bayhaven is verbonden, juffrouw Thomas?" vroeg hij toeri. „Zoo zeker als ik van iets ter wereld ze- De krijgsraad te Rennes mag dus gerust Dreyfus veroordeelen, zonder vrees van in botsing te komen met de uitspraak vau het hoogste rechtscollege. Van meer belang dan deze hoogere cij ferkunst is het verzoek van mr. Labori en mr. Demange om bij het dossier dat aan den krijgsraad wordt overgelegd ook te voe gen eenige brieven die kapitein Dreyfus van het Duiveleiland heeft gezonden aan de voorzitters van Kamer en Senaat, welke brieven een belangrijk element voor zijn verdediging opleveren. Die brieven hebben hun bestemming nooit bereikt; ze zijn door de administratie der strafkolonie on derschept. Intuschen bevat de „Matin" weer zeer opzienbarende onthullingen van Esterkazy, waarin deze nogmaals erkent het borderel gesebreven te hebben en als zijn medeplich tigen noemtDe Boisdeffre en Gonse. Esterhazy zegt het borderel op bevel en op dictee eerst met potlood geschreven te hebbendaarna trok hij het over. Toen werd het, tijdeus Sckwartzkoppen's afwezig heid, aan het Duitscke gezantschap ge bracht, waar het weer door een agent van den spionage-dienst werd gestolen die het op het ministerie van oorlog bracht. Daar werd het verscheurd om er zeker „officieel" aanzien aan te geven. Schwartzlcoppen had dus het borderel zelf niet gezien. Het doel van deze lieele manoeuvre was een bewijs te leveren van Dreyfus' schuld, waai-van men zeker was door agenten te Berlijn, wier getuigenis onmogelijk kon worden gevraagd, zonder hen op een ontzet tende wijze in het ongeluk te storten en Frankrijk ernstig in gevaar te brengen. (Het oude dreigement van een oorlog met Duitsckland dus!) Dreyfus is dus wel on wettig, maar niet onschuldig veroordeeld, beweert Esterhazy. Van deze knoeierij met net borderel wa ren Mercier, De Boisdeffre, Gonse enz. in 1894 volkomen bekend. Esterhazy beweert ten opzichte van de beide laatsten de bewij zen te bezitten, óók hiervan dat in 1894 alles op hun bevelen is geschied. En dan vertelt de majoor hoe Dreyfus, toen hij het borderel zag, zou hebben uitgeroepen „Dat is het schrift van kapitein Bro!" Hiervan gebruik makeude en handig de verwarring der namen Bro en Braut exploi teerend, welke laatste naam behoort aan iemand die in hetzelfde huis woont als Dreyfus' schoonvader Hadamard, vonden de generaals deze lezing uit, waarachter Es terhazy zich later kon verschuilen, dat Dreyfus op naam van Bro of Braut aan Es terhazy eenige stukken had gevraagd met het oogmerk zich diens schrift te verschaf fen. Men ging zelfs zoo ver Bro te onder vragen. Deze ontkende natuurlijk ooit aan Esterhazy te hebben geschreven. Nu, dan had Dreyfus het ook gedaan. Esterhazy vertelt dat de generaals zich van de andere in de zaak-Dreyfus betrok ken personen bediend hebben als werktui gen; die zij later om hun eigen hachje te redden, overboord wierpen. Zoo is het hem en Henry gegaan, zoo zal vermoedelijk ook Du Paty de Clam's lot zijn. Ook in de zaak-Eslerkazy waren De Bois deffre en Gonse de medeplichtigen van Dn ker kan zijn, mijnheer. De dame van wie ik zooeven sprak, vertelde mij, dat zij met hem verloofd was, en mijn man heeft hen gisteren samen aan den voet der rotsen ge zien. En vandaag is zij vertrokken." „Is al haar goed hier?" „Precies zooals zij het heeft achtergela ten, mijnheer, behalve de hond. Dien heeft zij meegenomen, denk ik, want hij is hier niet meer." „Waar werkt die gewetenlooze schurk?" vroeg Gurney. „In Duval's Koninklijk Circus te Bay haven, mijnheer. Een dikke zeven mijl hier vandaan." „O, ik zal haar niet achterna loopen. Het kan me niet schelen of het zeven of zeven tig mijl is," zei Gurney haastig, met een sombere uitdrukking op zijn gelaat. „Maar ik wou den naam en het adres van dien schurk weten." „Ik geloof dat hij Castelli heet," zei de juffrouw, „maar er waren nog twee namen voor, zooals die dame zei. Het begon met een E, een er van ten minste, maar ik kan me niet meer herinneren hoe ze hem noem de het klonk als een naam zooals ik nooit vroeger heb gehoord, ziet u, zoo'n vreemden naam. Wacht, laat zien," riep zij eensklaps uit, „ik geloof dat de dame het in mijn huishoudboek beeft geschreven, want dat had ik juist in mijn hand toen zij aan de keukendeur kwam. Ilc zal eens even gaan kijken, mijnheer." Zij verliet de kamer, en beide mannen schenen te zeer in hun gedachten verdiept om veel te zeggen. Ten laatste sprak de dokter „Gurney, wij moeten haar vinden stel je haar voor, alleen overgeleverd aan de Paty de Clam. Alleen over generaal De Pellieux spreekt de majoor nogal gunstig; m hem ziet hij ook niet veel meer dan een werktuig. Nog logenstraft Esterhazy de ver klaring van den schriftkundige Belhomme dat hij eerst in het proces-Zola generaal De Pellieux had leeren kennen. Rsterhazy zegt m November 1897 reeds Belhomme te heb ben gezien in het kabmet van De Pellieux; majoor Ducassé en de commissaris van po litie Bernard waren er, meent hij, bij. Ten slotte zegt Esterhazy dat de tijd niet meer ver is waarop hij zelf als aanklager zal optreden, vooral tegen do hoofden van het leger. „Dat men mij opnieuw oordeele en hen oordeele!" vraagt hij. De „Liberté" heeft vrienden van Ester hazy over deze onthullingen geïnterviewd. Dezen verklaarden reeds vroeger die feiten van Esterhazy te hebben gehoord. Volgens hen had het Russisch gezantschap te Ber lijn de bewijzen van Dreyfus' schuld gele verd. Mr. Tézénas, Esterhazy's advocaat, wil zich over deze onthullingen niet uitlaten. Hij zegt door zijn ambtseed tot stilzwijgen verplicht te zijn, ook al zou zijn cliënt zelf hem verzoeken te spreken. Het kan niet gezegd worden dat de Zuid- Afrikaansche Republiek een vredelievende oplossing der bestaande crisis bemoeilijkt, ook al is het te bejammeren dat president Kruger, de Uitvoerende Raad en de Volks raad niet dan aarzelend en stukje voor beetje toegeven. De houding van Chamber lain zou eerst recht in een jammerlijk dag licht zijn geplaatst, indien Transvaal zich onbekrompen liberaal had getoond. Met dat al, waar grieven bestaan, waar ontevredenheid zich uit, wordt die stem te Pretoria gehoord, en toont men zich bereid zooveel mogelijk toe te geven. Zoodoende heeft de Volksraad gisteren dan ook de nieuwe kiesrecktvoorstellen goedgekeurd, om het stemrecht te verleenen aan die Uit- landers, die reeds zeven jaar in de Repu bliek wonen, met terugwerkende kracht voor wie reeds zoo lang in net land geves tigd zijn. De leden die gisteren over deze voorstel len het woord voerden, spraken voor het meerendeel ten gunste van den termijn van 7 jaar, die ook door president Kruger ver dedigd werd. De President verklaarde dat de voorstel len van sir A. Milner te ver gingen. De aan neming daarvan zou ten gevolge hebben dat de oude burgers weldra overstemd werden. De verandering van den termijn van 9 jaar in een van 7 achtte Kruger maar een klein verschilde President beval deze verande ring aan op grond van eerlijkheid en recht vaardigheid. Door die wijziging zouden al len dezelfde voordeeleu deelachtig worden, terwijl daardoor de bezwaren van Engel- sche zijde krachteloos zouden worden ge maakt. Het land zou er niet door in ge vaar komen, maar wel zou die wijziging de goedkeuring der gansche wereld oogsten. Blijkbaar heeft dit betoog den gewensch- ten indruk gemaakt. Maar 5 van de 27 stemmen verzetten zich tegen den termijn van 7 jaar met terugwerkende kracht. Met belangstelling mag nu afgewacht worden wat Chamberlain en de imperialis genade van dien man 't ware beter dat wij terstond naar Bayhaven gingen." „Ik ga niet. Als je zin hebt m dien on zin, ga dan je gang maar. Waar zij heen is gegaan, daar kan ze ook blijven." „Gurney, zij is je eenige dochter, de eenige „Voordat hij den zin kon voltooien, kwam de juffrouw weer binnen. „Hier is het, mijnheer; daar staat 't on der die „maat bloem". „S-i-g-n-o-r," spelde zij toen ijverig. „Daar is het, misschien kan een van de heeren het beter lezen. Ik kan goed lezen en schrijven, zegt mijn man; maar ik kan niet overweg met namen die er zoo onchristelijk uitzien." „Signor Emilio Castelli, Duval's Konink lijk Circus, Bayhaven," las Gurney. „Ik zal den naam even overschrijven, als u er niet op tegen heeft, juffrouw." „Nu, ik hoop dat ik maar niet in last kom door die zaak; mijn man zegt dat er niet van mij verlangd kan worden dat ik op mijn huurders let." „Ik zal u niet in moeilijkheid brengen, juffrouw," zei Charles Gurney, opstaande om heen te gaan. „Ik had gehoopt dat ik haar behoed zou hebben voor de vernede ring van een huwelijk ver beneden haar stand, maar daar ik te laat ben gekomen, ben ik niet van plan mij meer eenige moei te om haar te geven." „Je zult daar allengs wel beter overgaan denken, Gurney," antwoordde de dokter, die zich bijna schaamde over de hardheid en den liefdeloozen toon van den vader. „Zij moet onverwijld worden opgespoord." „Niet door m ij," antwoordde Charles Gurney. „Niet door mij," herhaalde hij streng en koud. ten zullen zeggen. Zullen zij nu nog de ver antwoordelijkheid tegenover de beschaafde wereld op zich durven nemen van een ge welddadige beslechting van geschillen die metterdaad niet meer bestaan? Men vertrouwt op lord Salisbury. Zoo lang hij het roer in handen heeft, lioopt men dat de vrede bewaard zal blijven. Dat niet reeds vroeger de bom gebarsten is, schrijft men aan zijn vredelievendheid in hoofdzaak toe. Wanneer echter ook nu weer de oorlog kan worden afgewend, komt een goed deel van de eer daarvoor toe aan de Afrikaan- der-partij in de Kaapkolonie, die blijk geeft van groote bezadigdheid en politiek beleid. Toen sir Gordon oprigg gisteren in het Kaapsehe parlement zijn opvolger in moei lijkheden trachtte te brengen door de vraag of de minister-president voornemens was een verklaring af te leggen omtrent den po- litieken toestand, antwoordde Sckreiner dat hij een discussie daarover met gewenscht en nutteloos achtte, nu de Zuid-Afrikaansche Republiek de invoering van hervormingen ernstig overwoog. Verschillende bladen in binnen- en bui tenland gewagen ook van de mogelijkheid, dat Frankrijk en Duitschland, wellicht ook andere mogendheden, tusschenbeide willen komen. Volgens sommige zou het initiatief daartoe van de Nederlandsche regeering zijn uitgegaan. Zou 't waar zijn Gemengde Medcdcellngen. Eenige Belgische industrieelen moeten de regeering verzocht hebben een staatspolitie voor de mijnen in te stellen. De regeering heeft het verzoek van de hand gewezen, om dat de grondwet die politie als een gemeen telijke aangelegenheid aanwijst. De socialis tische „Peuple" bestrijdt het plan heftig en verwijst naar de bloedige tooneelen bij mijnwerkersstakingen in Amerika. Hel Engelsche Lagerhuis heeft een amende ment op de wet, regelende den vei koop van voedings- en geneesmiddelen, strekkende om den verkoop en invoer van margarine, die zoodanig gekleurd is, dat zij op boter gelijkt, onwettig te verklaren, verworpen met 297 tegen 68 stemmen. Aangenomen werd een amendement-Long, dat de strafbepalingen der wet ook toepasse lijk vei klaart op alle andere gemengde of vervalschte levensmiddelen, die bij besluit van den ministerraad kunnen worden aan gewezen, tenzij bij den invoer in de benaming of besch tij ving der artikelen wordt aangeduid, dat zij gemengd of vervalschi zijn. De Duitsche Keizerin heeft bij een berg tocht haar voet verstuikt. Marchand en zijn officieren zijn hij verschil lende regimenten ingedeeld. Marchand zelf bjj het 4de regiment marine-infanterie te Toulou. Daarmede houdt ook het recht op voor de helden" om zich op eenigerlei wijze te laten huldigen. Scheurer-Kestner heeft met succes te Bag- nères-de-Luchon eene ernstige operatie onder gaan. Zijn toestand is zeer bevredigend. „Nu, mijnheer," zei juffrouw Thomas, toen zij de voordeur bereikt hadden, terwijl zij zich tot dr. Burton wendde, „ik hoop dat u mij nog eenige logé's zal zenden; ik kan het niet helpen. Ik geloof dat deze ge schiedenis mijn zak toch wel een paar pond zal kosten; mijn man zegt dat het dat •zeker kost. Ik zou er iets liefs voor gegeven hebben als 't in eens anders huis was ge beurd en niet in heb mijne." „Ik zal altijd zooveel mogelijk mijn best voor u doen, juffrouw Thomas, maar ik zend u nooit meer een meisje alleen. Een volgende maal moet er een vader of een moeder bij zijn." Hij gaf haar een hand, maar Charles Gurney sprak niet eens. Hij knikte haar alleen toe, en met die onverschillige groet moest juffrouw Thomas zich tevreden stel len. Toen zij het huis verlaten hadden, drong dr. Burton er op aan dat zij eerst zouden gaan ontbijten. De trein ging eerst over drie uux-, en hij hoopte nog dat Gurney in- tusschen de zaak met een geheel ander oog zou bezien en zijn kind zou zoeken, terwijl er nog kans op was. Toen zij in de kleine sjofele gelagkamer van de herberg zaten to wachten op hun eieren met ham die zij besteld hadden, deed dr. Burton nog eens een poging ten behoeve van het jonge meisje dat hij had trachten wel te doen, met een zoo ongeluk kig resultaat. „Zou je niet denken, Gurney, dat het he ter zou zijn als wij, in plaats van den trein terug naar Wellston te nemen, over Bay haven naar huis gingen om te zien wat er van het meisje is geworden? Wij kunnen dan ten minste naar dien man. dien Castel- De boulangist, patriot en anti-revisionist Syveton, piofes-sor am het lyceum te Reims, is door den academischen raad voorden tijd van een jaar en een dag geschorst, met ont houding van traclement. Romeinsehe bladen beweren dat generaal Giletia niet disciplinair gestraft i>, maar dat de Itn 1 iaansche regeer!ngeen ze!fsiandig onder zoek heeft gelast, omdat de generaal zijn on schuld staande houdt. Een officieele mededeeling der Servische regeering ontkent dat Rlazo Petrowitsch ge vangen is genomen en da~rna weer vrijgelaten. De „N.-Y. Herald" verneemt uit Was hington dat Aguinaldo en eenige zijner voornaamste generaals rechtstreeks vredes- aanbiedmgen hebben gedaan aan generaal Otis, zoodat, mochten de gegeven beloften vervuld worden, de vrijwilligers die nn worden aangeworven, misschien niet eens noodig zullen zijn. Ongelukkigerwijze komt dit bericht ge lijktijdig met een lijvig requisitoir zoo mag men het gerust noemen der dag bladcorrespondenten te Manilla tegen gene raal Otis, die geen juiste berichten toelaat en zelf geflatteerde berichten zendt. Zij noemen den toestand zeer bedenkelijk. Op Mauritius zijn in de tweede week van Juli 20 pestgevalien, waarvan 14 met doo- delijken afloop. Ook te Alexaudrië komen weer enkele gevallen voor. Vredesconferentie. Of de werkzaamheden der Conferentie spoedig tot een einde zullen worden ge bracht hangt, naar ons wordt medegedeeld, vooral daarvan af, of heden de algemeene vergadering der derde afdeeling met de tweede lezing der geheele ontwerp-overeen- komst omtrent de arbitrage gereed zal ko men. Ook moet daarin nog een beslissing wor den genomen omtrent de bepalingen betref fende de enquête-commissies. Men hoopt de bezwaren te kunnen overwinnen, die daar omtrent van verschillende zijden zijn ge openbaard. De commissie van onderzoek hield daar toe gisteren een vrij langdurige bijeen komst, waarin ook verschillende punten werden overwogen, rakende de redactie van andere artikelen der ontwerp-overeen- komst. Is eenmaal de arbitrage-overeenkomst aangenomen, dan zal de algemeene akte, bevattende alle besluiten welke de Confe rentie heeft genomen, spoedig kunnen wor den vastgesteld. De verkiezing; te Den Helder. Zooais men weet, zijn te Helder al de ingeleveide stembiljetten van onwaarde ver- klaaid, omdat de candidaten daarop niet in de alphabetisciie volgorde geplaatst waren. Over de vraag of het stembureau het recfit had tot die handelwijze ontstond strijd. De ^Gemeentestem" meent, dat het stem bureau aan art. 89 der kieswet een onge oorloofde uitbreiding gegeven heeft. Onder li vragen en de waarheid hooren. Wij zou den den koetsier kunnen betalen en meteen wegsturen. Het is onze plicht, Gurney; je dochter is verleid. Je moet niet te hard zijn, maar haar redden zoo je kunt." „Ik ga denzelfden weg terug dien ik ge komen ben, zooals ik reeds zei. Je kunt je eigen zin doen, maar ik vind dat je verba zend veel drukte maakt over een meisje dat het jouwe niet is. Als ik haar wil verstoo- ten, dan geloof ik dat ik het recht er toe heb." „Geen drukte, Gurney. Het meisje is te laken; maar ik ben van meening dat je vaderschap je zachter moest stemmen en je er naar moest doen verlangen je kind te redden van. mogelijke zonde en schande." Het ontbijt werd binnengebracht; dit onderbrak hun gesprek voor eenige oogen- blikkcn, en de dokter zeide niets meer over de quaestie, totdat zij later naar de rotsen wandelden. „Wij missen dezen trein in ieder geval, Gurney. Kijk, wat ziet het water er heer lijk uit. Willen wij naar het strand gaan?" Zij daalden af naar het strand, het strand dat tot rendez-vous had gediend voor Gurney's dochter en Castelli, en waar zij hun verbond gesloten en hun huwelijk besproken hadden; maar geen van beide mannen wist dit. En het zand en de steenen om hen waren stom. „Nu, Gurney, wat doe je?" De volharding van den dokter maakte Gurney toornig en hij wendde zich kwaad tot hem. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1