STADSNIEUWS.
MAASSLUIS.
R e ch t z a k e n.
Staten-dencraal.
de gevalien toch van het 2de lid van dit
art. komt het afwijken der bij art. 72 voor
geschreven alphabetische volgorde niet voor
en onder het lste lid is een onregelmatig
heid ais hier bedoeld niet begrepen.
Deze bepaling heeft op het oog het geval,
dat een stembiljet in uiterl^fcen vorm afwijkt
van de wettelijke voorschriften, doordien het
bijv. op gekleurd papier gedrukt is, maar
overigens heeft ten aanzien van de vraag of
een stembiljet overeenkomstig de wet is inge>
richt het stembureau alleen te letten op het
aanwezig zyn van het voorgeschreven stempel
De vraag of de alphabetische orde gevolgd is,
kan aanleiding tot meeningsverschil geven
bijv. bij dubbele namen en het beslissen van
zoodanige geschillen staat niet aan het stem
bureau.
's-Gravenhage
V redesconferentie.
Men seint ons uit
De arbitrage-commissie behandelde he
den de derde paragraaf, betrekkelijk de
commissiën van enquête.
De vertegenwoordigers van Rumenië
Servië en Griekenland motiveerden waar
om hun regeeringen de voorgestelde bepa
lingen niet konden aannemen.
Acte nemende van deze verklaringen,
werden deze artikelen in eerste lezing aan
genomen.
Aijeb.
Blijkens van den Gouv. van Abjeh ont
vangen telegraphisclie berichten zijn
dert de jongste mededeeling dienaangaande
in de „Ned. St.-Ct." van 8 dezer bij de
krijgsverrichtingen aldaar gesneuveld de ca
valerist J. Polak en de fuselier L. J. Man
neveld, overleden de fuselier J. A. van den
Berge, levensgevaarlijk gewond de inf. Ie
klasse C. Malfroy en de fuselier C. C. de
Lang, niet levensgevaarlijk gewond de kapt.
J. H. L. Schneiders, de le Irits. J. L. Doerr-
leben en W. Haaxman en de 2e luit. H. M.
Luchsinger, allen van het wapen der inf.
Drankbestrijding,
In een aanvulling van den beschrijvings
brief voor de 65e algemeene vergadering
van de Nederlandsche Vereeniging tot af
schaffing van sterken drank, te houden op
Woensdag 2 Augustus te Zwolle, in het ge
bouw der Buiten-Societeit, wordt, daar de
volledige lijst der candidaten ter vervulling
van de vacature, ontstaan door het tus
schentijds bedanken van mr. Van Eek, als
lid van het hoofdbestuur, niet meer in „De
Volksvriend" van 1 Juli 11. kon gepubli
ceerd worden, een dusdanige volledige op
gave medegedeeld. De afdeelingen Den
Haag II en Smallingerland stelden mr. D.
A. van Eek weder candidaat, terwijl de af
deelingen Heerenveen, Zwolle, Enkhuizen,
Leeuwarden en Botterdam resp. voordra
gen de heereu: W. L. Schram Azn., van
Haarlem; J. A. M. Chumaeeiro, van Am
sterdam; K. Zwaan, van Enkhuizen.; me
vrouw H. Mendels-Stokvis, te Zwolle, en
dr. F. Delhez, te Dordrecht.
Provinciale meeting gebr. Hogerhuis,
Zondag 30 Juli a.s. zal vanwege het Zuid-
Hollandsch Hogerhuis-comité een provinciale
meeting plaats hébben in den tuin en de zalen
van »Musis Sacrum" te Dordrecht, waar als
sprekers zullen optreden de heeren F. Domein
Nieuwenhuis en ds. W. Bax.
Tot deze meeting zijn opgeroepen alle vak-
en werkliedenvereenigingen in deze provincie.
Aan de deelnemende vereenigingen wordt
vanaf Rotterdam, door het plaatselijk comité
aldaar een goedkoope boottocht aangeboden,
welke zal worden opgeluisterd door verschil
lende zang- en muziekvereenigingen. Lief
hebbers hebben zich dus per spoor of tram
naar Rotterdam te begeven, om dan vervol
gens de reis over water voort te zetten.
Bij aankomst te Dordrecht zal met ont
plooide vaandels en banieren in optocht naar
het meetingterrein worden getrokken.
Des avonds te G uur zal de terugtocht
plaats hebben.
Eerstdaags zal, naar men verzekert, do
opvolger van wijlen jhr. mr, P. H. Gevers
Deynoot, als directeur van het kabinet van
H. M. de Koningin, worden benoemd.
Men noemt ais zoodanig jhr. P, J. Vegelln
van Claerbergen, secretaris van dit kabinet
thans waarnemend directeur. (»D.")
Het archief der Hoofdcommissie voor het
Huldeblijk in 1898 aan H. M. de Koningin-
Moeder opgedragen, zal in het gemeente
archief te Amsterdam worden geplaatst,
alwaar ook bewaard wordt het archief der
Hoofdcommissie voor het Huldeblijk aan Z,
M. Willem III bij gelegenheid zijner 25-
jarige regeering.
De leden van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal en de leden van Gedep. Staten van
Noord-Holland brachten gisteren op hun
uitstapje in Noord-Holland, waarbij zij de
gasten waren van Hr. Ms. Commissaris in
deze provincie, mr. G. van Tienhoven, een
bezoek aan Wormerveer, waar de fabrieken
van de heeren Laan en Prins werden be
zichtigd. Daarna werd een boottocht door de
Zaanstreek gemaakt en ging het naar IJmui-
den, waar, zooals wij reeds meldden, de
havenwerken in oogenschouw werden ge
nomen.
De eerste gedelegeerde van Turkije, Turk-
han Pacha, geeft a. s. Zaterdag in het Hotel
d'OraDge te Scheveningen een diner aan de
gedelegeerden der overige landen.
I Een vijftiental leden van den Haagschen
gemeenteraad hebben aan hunne medeleden
doen hljjken van hunne meening dat het
wenschelijk is te 's-Gravenhage ter beharti
ging van de gezondheidsbelangen eene com
missie in te stellen om de onderwerpen
betreffende de gezondheid te overwegen en
voor te bereiden voer de behandeling in
den raad. Zij vragen dat hieromtrent de
meening van B. en W. en van den raad bij
de behandeling van de a.s. begroeting in de
afdeelingen zal worden medegedeeld.
Voor het 'a Augustus te houden examen
voor surnur.. .rair der posterijen en telegrafie
hebben zich 82 candidaten aangemeld.
'KETHEL EN SPALAND, 20 Juli. Nu
toch de spits van de- gemeentetoren
hersteld moest worden, is het kerkbestuur
er toe overgegaan eeu bliksemafleider daarop
te plaatsen. Heden is men met de plaatsiug
gereed gekomen, zoodat, volgens be r kering
bij een onweder, de geheele kom der ge
meente voor het inslaan van den bliksem
beveiligd is.
Hofbericht»
Naar aanleiding van het bericht in som
mige bladen, dat H. M. de Koningin voor
nemens zou zijn niet d i t, maar het vol
gend jaar Schiedam te bezoeken, zijn
wij gemachtigd te melden, dat H. M. e e n
ander jaar voor dat bezoek hoopt te be
stemmen, zoodat niet bepaald liet volgend
jaar is aangewezen.
De schoolwandelmg waarvan wij gisteren
melding maakten, heeft plaats gehad zoo
wel tot genoegen der kinderen als tot die
der onderwijzers. Opgewekt ging men op
reis en opgewekt keerde men ten ruim 6
ure weer terug.
Langs den Diefhoek gaande werd de lig
ging der dijken besproken en de steden
aangewezen, die men van daaruit kan zien.
Toen werden de sluizen bezichtigd nabij de
Vijfsluizen en het doel daarvan benevens
de stoomwatermolen en de polder bespro
ken. Daarna werd gewezen op de Maas en
haar loop. Toen passeerde men de Halte en
werd op het verschil gewezen tusschen een
halte en een station, om vervolgens langs
den Sehiedamschen weg en de Hoflaau te
gaan, waar de gasfabriek en de scheepstim
merwerven werden behandeld.
Op den terugweg werd de speelplaats
„Vijfsluizen" bezocht, waar de kastelein
Bongers op uitstekende wijze had gezorgd
dat alles voor de ontvangst der kinderen go-
reed stond. Hier werden de kinderen ont
haald op brood met melk en werden hen
enkele snoeperijen uitgedeeld om na eenig
spelen de thuisreis te vervolgen.
Menig lied werd onderweg gezongen en
met blijde gezichten werd de stad bereikt.
Naar het oordeel der begeleidende onder
wijzers heeft deze schoolwandelmg volko
men aan haar doel beant oord.
ieder tot f4 boete subs. 1 dag hechtenis.
Allen te Schiedam.
Wegens pohtie-overtreding
J. B. te Overschie, tot f 1 boete subs. 1 dag
hechtenis. K. S. en W. d, V. beiden (e Schie
dam, ieder tot f I boete subs. 4 dag hechtenis.
M. L. te id., tot f0.50 boete subs. 1 dag
hechtenis.
Door de welwillendheid vau een zestal
bewoneis van liet Singelkwartier zijn thans
op het plantsoen aan het Emmaplein een
paar fiaaie sierplanten geplaatst, n.l. een
dracaena indivisa en een phoenix canariensis.
Gisternamiddag te ongeveer 7 uur had
een 21-jarige jongen de laffe aardigheid om
een hond op te hitsen tegen de 12-jarige
Maria Suisse, met het gevolg dat de hond
op het meisje toesprong en haar in den lin
ker schouder beet. De kleederen zijn tet op
het lichaam door gebeten, terwijl de tan
den in haar rug duidelijk zichtbaar zijn en
zij daar ook nog eenige kwetsure". bekwam.
De wond schijnt niet gevaarlijk, maar liet
meisje blijkt hevig verschrikt te zijn, zoo
dat zij den geheeïen dag reeds hoogst ze
nuwachtig is.
Gistermiddag 6 uur had een* jonger, het
ongeluk in de Nieuwehaven te vallen. De
heer Alex Janse smaakte het genoegen het
ventje te redden.
dat hij
By het spelen langs den kant viel Dorus
Hengst gisterenmiddag te 5 uur nabij het
Liduïna-gesticht in de Nieuwe Haven, waar
uit hij spoedig weder gered kou worden.
Overdekt met modder werd hg naar de
ouderlijke woning in de Xinderbuurt gebracht.
BURGERLIJKE STAND.
Gehuwd
19 Juli. D. Scheller, 21 jaar, en C. M. W.
Gerrits, 21 jaar.
Cieboren t
18 Juli. Dirk en Mechtelina Catharina,
zoon en dochter van D. Verboort en M. C.
Kinnegin, Kleine Baan
Overleden
48 Juli. Johannes Adrianus Daniël van der
Gaag, oud 40 jaren en 10 maanden, Lange
Haven.
Nu dit jaar de abonnementsgelden voor
de stedelijke zwem- en badinrichting alhier
zijn verhoogd voor de meeigegoeden het
geen teD goede komt aan de minvermogenden
terwijl de onvermogenden gratis van de
inrichting kunnen gebruik maken zijn er
velen die zich dit jaar niet hebben geabon
neerd.
Jongens willen toch in het water piassen.
Wanneer de ouders geen abonnement voor
hen nemen zoeken zij het genot in hoeken
en gaten, waar zij aan geen toezicht zijn
onderworpen. Gisterenavond kostte dit den
8-jarigen knaap B, Gastelaars bijna het leven.
Badende in de rivier «het Scheur" bij de
aanlegplaats der veerboot op Rozenburg voelde
hij op eens geen grond meer en verdween
in de diepte. Het gplukte nog juist bijtijds
mn bakker Van der Gaag den jongen op het
droge te halen. Een oogenblik later en dit
ware niet meer doenlijk geweest door den
sterken stroom die daar bijna voortdurend
loopt.
Vonnissen van het Kantöngerech t
te Schiedam.
Zitting van 19 Juli 1899.
Wegens strooperij:
J, V. te Schiedam, tot f 4 boete subs. 2
dagen hechtenis. E, B. te id., tot f6 boete
subs. 3 dagen hechtenis.
Wegens spoorweg-overtreding
A. M. te Schiedam, tot f 2 boete subs.
1 dag hechtenis.
Wegens politie-overtreding
A. K. te Schiedam, tot f2 boete subs.
4 dag hechtenis.
Wegens straatschrobben
H, v. d. B., tot f3 boete subs. 2 dagen
hechtenis. M. v. d. Z., N. S. en G. J. M. H.
Zaak-P. v. Bijsterveld.
Heden stond voor het kantongerecht alhier
terecht P. v. IJij.sierveld, 29 jaar, geboren
te 's-Gravenhage, wonende te Vlaardingen,
beschuldigd van aldaar zich te hebben schul
dig gemaakt aan liet verstrekken van genees
kundigen raad en bijstand zonder daartoe
bevoegd te zijn en buiten noodzaak.
Ter terechtzitting blijkt dat bekl. reeds
vropger is veroordeeld voor een zelfde feit
tot f240 boete, subs. 60 dagen hechtenis
Op de vraag van den kantonrechter erkent
bek!, dat hij is dezelfde persoon en dat hij
is onbevoegd. Overgegaan wordt tot het
hooren der getuigen.
Get. J. P. Rijke antwoordt op de vragen
van den kantonrechter dat hij in Mei heeft
ingewonnen geneeskundigen raad bij van
Bijsterveld. Hij is daartoe geweest in diens
woning, Hoogstraat, te Vlaardingen, waar
hij werd ontvangen in de kamer achter den
winkel. Get. had toen bij zich een fleschje
urine. Bekl. onderzocht die onder bijvoeging
van het een of ander en concludeerde dat
get. leed aan de maag. Get. kreeg toen poe
ders die bestemd waren om de maagziekte
te genezen en die hij 3 keer daags moest
innemen. Voor deze poeders betaalde hij
f 1.25. Hem werd tevens verboden het gebruik
van sterken drank en het rooken.
Bekl. deelt mede dat get. 3 of 4 maal
bij hem is geweest en dat hij aanvankelijk
geweigerd heeft hem te helpen, omdat hg
niet bevoegd was. Eerst na herhaaldelijk
geweigerd te hebben, is hij er toe overgegaan
en heeft bij get's tweede bezoek de urine
onderzocht. Bek!, had toen verklaard «naar
zijns inziens" te kunnen eonstateeren ver
schijnselen van maagkanker. Hij had echter
geen poeders gegeven.
Gel. herhaalt daartegenover dat hij wel
degelijk poeders heeft gehad.
Het O. M. vraagt of de poeders in beslag
zijn genomen.
Get. deelt medo dat hij in een café de
poeders op het buffet had gezet en toen door
een inspecteur was geroepen om naar den
commissaris van politie te gaan. Het bleek
hem later dat die inspecteur, terwijl hij bij
den commissaris was, naar het café is terug
gegaan om het doosje in beslag te nemen.
De verdediger, mr. Jos, van Raalte, ver
zoekt den kantonrechter aan get. te vragen of
hg reeds vroeger door bekl. is behandeld en of
hij op het politiebureau niet wat hardhandig
is bejegend.
Get. antwoordt op deze vragen
vroeger geen baat heeft gevonden, maar nu
wel, en dat de behandeling op het politie
bureau niet vriendelijk was.
Het O. M. vraagt aan bekl, of hij in de
uiine kankerbacillen heeft gezien.
Bekl. antwoordt dat hij na bijvoeging de
uiine heeft onderzocht en verschijnselen van
kankerbacillen" heeft waargenomen.
Get. Alida Brouwer, wed. Doesburg, wo
nende te Rotterdam verklaart dat zij in April
of Mei is geweest ten huize van P. v. Bijster
veld, in de kamer achter den winkeldat zij
een fleschje urine had medegebracht, dat
door bekl. is onderzocht, waarna hij mede
deelde dat rij leed aan rheumatiek en zenu
wen op de maag. Ter bestrijding daarvan
werd haar een fleschje witte Haarlemmerolie
gageven dat zij binnen 24 uren moest opge
bruiken. Omdat zij weduwe was behoefde zij
niet te betalen.
Bekl. verklaart dat hij geen Haarlemmer
olie heeft gegeven of als geneesmiddel aan
geraden. Waarschijnlijk heelt get. dit in den
winkel bij zijn bediende gekocht.
De get. verklaart niet precies te weten
of bekl. of zijn bediende het fleschje heeft
gegeveD, maar wel dat zij het nam ter be
strijding van haar maagkwaal op aanraden
van bekl.
Zij moest het 2 of 3maal per dag innemen.
Bekl. ontkent pertinent dat hij dit middel
heeft aangeraden en verklaart dat het zonder
zijn weten in den winkel is gekocht.
Get. Josine Doesburg, 24 jaar, wonende
te Hoek vtn Holland, deelt mede dat zij met
haar moeder is geweest ten huize van bekl.
in de kamer achter den winkel. Bekl. heeft
de door hen medegebrachte urine onderzocht
en beval toen aan het gebruik van Haarlem
merolie, wijl moeder aan de maag leed. Zij
moest dit middel droppelsgewijze des avonds
gebruiken. In den winkel werd het door den
bediende afgegeven.
Beklaagde ontkende dit laatste.
Get. deelt mede dat haar moeder vroeger
bij een dokter is geweest maar daarbij geen
baat vond. Deze zeide dat zij niet mocht
werken, maar dat moest om te kunnen leven.
Thans wascht zij 4 dagen per week.
Het O. M. vraagt aan get. Rijke of hij
door nood gedrongen zich tot v. Bijsterveld
moest wenden of dat hg zich ook tot een
dokter had kunnen wenden.
Get. verklaart in Rotterdam te wonen,
waar hg ook een dokter had kunnen raad
plegen. Hij was eerst naar bekl. gegaan
nadat hij bij een professor was geweest.
Get. wed. Doesburg zegt dat zij er nooit
naar geïnformeerd heeft of zij bij een dokter
terecht kon.
Op de vraag van het 0. M. of er voor bekl.
noodzaak bestond om te helpen, antwoordt
deze dat hij voornamelijk hielp uitphilantropie.
Hierna kwam het O. M. aan het woord,
Spr. begint met er op te wijzen dat het
in enkele gevallen noodzakelijk is te worden
toegelaten tot uitoefening van een beroep
buiten noodzaak en het behoeft zeker geen
beloog dat de geneeskunde daartoe behoort.
Beklaagde erkent niet bevoegd te zyn het
beroep uit te oefenen. Art 4 der wet op de
uitoefening der geneeskunde leert wat moet
worden verstaan onder de «uitoefening" van
dit beroep, n.l. het verleenen van raad en
bjjstand als bedrijf, buiten noodzaak.
legd
Spr. heeft met opzet deze omschrijving
ook in de dagvaarding opgenomen en daarin
gesproken van het «verstrekken" van ge
neesmiddelen omdat dit woord rekbaarder is
en dit ook omsluit het afgeven van genees
middelen door tusschenpersoneo.
Uit de beide in de dagvaarding genoemde
feiten, beschouwd in onderling verband en
samenhang blijkt zjjns inziens zonneklaar dat
bekl. zich heeft schuldig gemaakt aan het
hem *n laste gelegde. Immers de uitoefening
der -.seskunst als bedrijf is duidelijk be-
we n door de verklaringen van een der
geungen, Hij is bij den bekl. geweest; deze
hceu zijn urine onderzocht door bijvoeging
van het een of ander waarna hij mededeelde
dat get. leed naar zijn meening aan een
maagkwaal.
Daarna verschafte bekl. den getuige poe
ders die moesten sliekken om de maagkwaal
te bestrijden. Deze verklaringen worden ver
sterkt door de bekentenis van beklaagde dat
men bij hem is geweest om urine te onder
zoeken en dat hij meende te ontdekken dat
het met de maag niet pluis was. Hij ont
kent wel is waar de poeders te hebben ge
geven, maar het tegendeel volgt uit de ver
schillende vei klaringen vooral in hun onder
ling verband.
Wanneer er twijfel mocht worden
opperd of de in beslaggenomen poeders wel
dezelfde zijn die zijn uitgereikt, dan zou spr.
willen vragen om uitstel van behandeling om
eerst daai omtrent Je vereischte bewijzen te
verzamelen, maar spr. meent dat de beschul
diging voldoende wordt gemotiveerd ook zon
der dat bewijs.
Ook het tweede feit der dagvaarding is
geheel bewezen. Nadat door bekl. een ziekte
was geconstateerd en geneesmiddelen daar
voor waren genoemd, werden die verstrekt
door den bediende.
Uit de verklaring door den griffier voorge
ls gebleken dat bekl. is recidivist.
Thans wil spr. motiveeren de straf die hij
zal eischen.
Bij de behandeling tijdens het vorig proces
is gebleken op hoe onverantwoordelijke ma
nier bekl. met zijn patiënten handelde.
Toen weid een buitengewoon hooge geld
boete (f 240) opgelegd. Wel heeft de justitie
een geruimen tijd daarna niets van de han
delingen van bekl. gehoord, maar toen de
politie zich weer met de zaak ging bemoeien,
werden al dadelyk weer feiten geconstateerd
en bekl. geattrappeerd en -flagrant délit, niet
tegenstaande bekl. zeer voorzichtig te werk
gaat.
Scherp uitte zich spr. over het uitoefenen
van geneeskunst door onwetenden wat spr.
noemde zand strooien in de oogen van het
publiek dat werd misleid, en dat zich ge
woonlijk meer aangetrokken gevoeld door een
aureool van wetenschap bij wonderdokters,
waar het storm loopt in plaats van tot be
voegde geneeskundigen, Misleiding van het
publiek kan ook misdadig worden, want de
toediening van geneesmiddelen kan de kwaal
verergeren. Iemand die zijn geleerdheid heeft
uit een drogistwinkei, kan de gevolgen niet
voorzien.
De justitie moet trachten het publiek daar
tegen te beschermen en daar het niet moge
lijk is op het publiek pressie uit te oefenen
moet de charlatanerie onderdrukt worden.
Op deze gronden eischt liet O. M. 20 dagen
hechtenis.
De verdediger, mr. Jos van Raalte, meent
kort te kunnen zijn daar de juridische zijde
van deze zaak reed? herhaaldelijk is bespro
ken. Alleen de strafmate zal spr. behandelen.
Uit de lengte van liet requisitoir concludeert
verd. dat het O. M. zich zwak gevoelt. Geble
ken is bij deze behandeling dat bekl. geen
kwaad heeft veroorzaakt maar integendeel
goede resultaten heeft verkregen.
Het O. M. noemde de haudelingen van
bekl. «zand in de oogen gooien" en dat is
zeer verkeerd bij een geneeskundige vant,
dat zand moet dan weer verwijderd, maar
hier is gebleken dat baat gevonden is. Na
de bijzonder hooge boete heeft bekl. zich
verbeterd. Eerst had zgn raad nadeeüge ge
volgen, na de boete heeft lig onschadelijke
middelen gegeven, en thans heeft hij maat
regelen genomen waardoor hij niet meer
verantwoordelijk is.
Wel zegt het O. M. dat bekl. van genees
kunde niets af weet, maar dat is nergens
uit gebleken. Hij is niet gepromoveerd maar
aan promotie stoort zich geen wetenschap.
Den 2en getuige heeft bekl. gratis behan
deld en daaruit blijkt voldoende dat het bekl.
niet enkel om geld te doen is maar dat hij
ook geleid wordt door een humanitaire phi-
lantropie.
Die omstandigheid weegt bij spr. zwaar
omdat er uit spreekt een beter gevoel dan het
O. M. doet voorkomen.
Het publiek kan niet beschermt worden
sMandws valt decipi, decipia thur ergo", waar
dus gebleken is dat bekl. zich na de eerste
straf heeft verbeterd bestaat er geen reden
om hem te kerkeren. Er is hier gepleegd
ongeoorloofde uitoefening der geneeskunst
zonder schadelijke gevolgen. Bekl. kan be
zitten een medische intuïtie, een medische
gave die hij door studie heeft ontwikkeld.
Spr. vraagt ten slotte [in plaats van hechtenis
een lichte boete.
Na re- en dupliek wordt de uitspraak be
paald over 8 dagen.
Zaak Haas—mr. Van Hall.
Heden is heb de drie-en-bwintigste zitbing
door de rechbbank te Amsterdam aan de
behandeling van deze zaak gewijd.
Ter wille der volledigheid zij vermeld,
dat Agnes Haas aan het „Handelsblad"
heeft geschreven, dat zij niet, zooals de of
ficier van justitie in zijn requisitoir heeft
gezegd, van haar man wilde scheiden, en
dat zij hem ook niet „a great mispunt"
heeft genoemd.
Zij schijnt niet te weten, dat het O. M.
die uitdrukking aan haar laatsten brief
heeft ontleend.
Alvorens de officier van justitie zijn re
pliek aanving, werd nogmaals gehoord get.
njer en wel naar aanleiding van een
brief door hem aan Van der Molen geschre-
ven, en door mr. Worst in zijn pleidooi ge
bracht. Uit dien brief moest ni. gebleken
zijn dat Spanjer wist, dat hem in pand wa
ren gegeven gestolen Fransclie spoorweg-
aandeelen, en dat hij de door hem afgege
ven wissels „Drekwissels" noemde.
Getuige Spanjer erkende den brief ge
schreven te hebben. Toen hij daarop nog m
verdere beschouwingen wilde treden, ver
klaarde de voorzitter dit onnoodig.
Hierop verkreeg de Officier het woord.
Hij ving zijn repliek aan met een woord
van waardeenng en hulde voor de wijze
waarop de verdedigers hun pleidooien voer
den, ai kunnen, die natuurlijk niet m alle
deelen sprekers sympathie hebben. Waar
deering verdient het z. i. in beide pleiters
dat zij het kwade door hun cliënten, bedre
ven, niet hebben willen wegcijferen. Het
„ga heen en zondig niet meei", waarmede
mr. van Gigch eindigde zal, hoopt spr., aan
de rechtbank voldoende zijn om de volgens
de wet voorgeschreven straf toe te passen.
Maar ook mr. Worst heeft verklaard niet
alle handelingen van zijn cliënt voor zijn
rekening te willen nemen. En spr. gelooft
dan ook niet, dat deze beklaagde met opge
heven hoofde uit deze rechtzaal zal kunnen
heengaan.
Spr. komt nu tot de zaak zelve, en tracht
aan te toonen dat mr. Worst veel te ver
ging, door de Ministers van Justitie en Wa
terstaat in staat van beschuldiging te bren
gen, dat zij nl. liun bevoegdheid te buiten
waren gegaan door een onderzoek toe te
laten naar de gewisselde telegrammen en
die zelfs voor dit geding af te staan. In een
diep rechtskundig betoog tracht hij met be
wijzen te staven dat waar het te doen is om
het recht te dienen en onrecht en bedrog
tegen te gaan, ieder daartoe moet mede
werken. En dat uit de telegrammen een
groote kracht voor het bewijs van schuld
uitgaat, zal wel niemand betwijfelen.
Waar mr. van Gigch wel onbevoegdheid
voor deze rechtbank pleitte om kennis te
nemen van de zaak-Haas, deed mr. Worst
dit «net voor zijn cliënt, omdat deze hier ge
arresteerd is. Maar daarentegen heeft deze
Jediger Jacobs als deii materieeleu da
der van liet misdrijf aangewezen. Docli die
meening deelt de Officier niet. Immers de
opzet der zaak geschiedde alhier en Jacob3
bracht alleen de beraamde plannen ten uit
voer. In de zaak Heldring Pierson zou er
misschien meer voor te zeggen zijn dat Den
Haag is de locus delicti.
Hierna volgde een juridisch betoog over
het onbetwistbare feit, dab prolongatie-over
eenkomsten, als in dit geding genoemd zijn,
op zich zelve nimmer nietig kunnen zijn,
aangezien de afgifte van de verbintenis
overeenkomst, in casu de wissel, de bedoe
ling van oplichting en wederrechtelijke be
voordeeling daardoor, uit- dit geding af
doende zijn gebleken. Met een uitvoerig be
roep op de uitspraak van het Hof in zake
het geding der zgn. firma Acier Co.,
waarbij o. a. ook nog van een poging tot
oplichting of benadeeling sprake is, tracht
spr. de schuld van bekl. Van Hall aan de
afgifte van het goed (wissel) duidelijk te
maken. Door getuigen Meekhof en Hel
dring is pertinent verklaard, dat zij geen
geld op de Fransehe stukken zouden gege
ven hebben wanneer zij bekend waren ge
weest met de waardeloosheid er van. Zij na
men die effecten als onderpand aan, enkel
om zich voor mogelijke verliezen te dekken.
Daardoor werden zij tot de transactie be
wogen.
Het O. M. toont nu 't onwettige van den
verdediger mr. Worst aan, die een massa
aanwijzingen voor de schuld trachtte te
ecarteeren, maar spr. moest die alle bij
brengen om de kwade trouw van bekl. aan
te toonen. Het afgeven van de waardelooze
effecten, het feit dat door het toezenden
van couranten, waarin de annuité's voor
kwamen, indruk van het consorte der stuk
ken moest wekken, zijn aanwijzingen niet
alleen voor oplichting van Beijer, maar ook
van Zu Spaur.
Uit de eenvoudige verklaringen dat
Beijer en Zu Spaur onkundig waren van de
waardeloosheid der effecten, daar zij anders
nimmer transacties hadden aangegaan,
blijkt dat de oplichting en de medeplichtig
heid daaraan in de affaire-Heldring Pier
son is bewezen, ook al laat de rechtbank de
verklaringen van Duparc van Lier vallen
voor wiens verklaringen de Officier termen
hoopt te vinden om dien getuige alsnog ter
verantwoording te roepen. Op alle punten
handhaaft spr. zijn requisitoir. Aan het
slot van zijn repliek geeft spr. nogmaals
een onverbiddelijke schets van het optre
den van T7an Hall bij de bachanaliën in het
Paleis voor Volksvlijt en heb leven op de
villa „Binnenbast", waartoe hij zegt ge
noodzaakt te zijn door de verdediging en
door de houding en de verklaringen van ge
tuigen, die zijn verontwaardiging hebben
opgewekt.
In zijn dupliek verklaart mr. Worst te
persisteeren bij de onschuld van zijn cliënt
en roept hij voor hem de edelmoedigheid
der rechtbank in voor zijn invrijheidstel
ling, daar hij vele zaken heeft die afdoe
ning eischen, en met het oog op zijn lang
durig voorarrest, dat enkel beteekend werd
op de verklaringen van Zu Spaur, die voor
de rechtbank zoo weinig betrouwbaar ble
ken.
Mr. van Gigch besprak ook kort enkele
punten uit de repliek van het O. M., waar
na hij andermaal zijn cliënt in de'clemen
tie der rechtbank aanbeval.
Morgen komen nu nog de beklaagden aan
het woord.
EERSTE KAMER.
Zitting van Woensdag 47 Juli,
des voormiddags te 44 uur.
Tot voorzitters der afdeelingen zijn be
noemd de heeren Viruly, Nebbens Sterling,
Fransen v. d. Putte, Geertsema en Roëll.
Goegekeurd werden ©enige wetsontwer
pen van geringen omvang, o. m. die betrek
kelijk de vrijstelling van vruchtenwijn, en
het wegnemen van de mazelen uit de -wet
tot voorziening tegen besmettelijke ziekten.