wit
53"e Jaargang.
Vrijdag 21 Juli 1899.
No. 9990.
Eerste Blad
CIRCUSSLAVEN,
Kennisgeving.
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat OS.
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel
meer 12% cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde fdeint* advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No, 133.
Inrichtingen welke gevaar, schade
oé hinder kunnen veroorzaken.
Bdkgemeester en Wethouders
van Schiedam,
Gezien het verzoek
lo. van J LANDHEER, om vergunning tot
oprichting van een Itofficmalerij met gas-
hrachtmachine van ltyi paardenkracht, in het
pami aan de Blauwesteeg no. 11, kadaster sectie
B no, 920—921.
2o. van de firma 11. M. KARIS te Rotterdam,
om verguunmng tot oprichting alhier van
een stoom chocoladefabriek in het pand aan den
Buitenhavenweg no. 90, kadaster sectie L no.
1701
Geiet op de bepalingen der Hinderwet
Doen te weten
dat voormelde verzoeken met de bijlagen op
de secretarie der gemeente zijn ter visie gelegd
dat op Donderdag den 3n Augustus a e., des
middags ten 12 ure, ten raa 'huize gelegenheid
zal worden gegeven om bezwaren togen het toe
staan van die verzoeken m te brengen en die
mondeling of schriftelijk tce te lichten en
dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip
hierboven genoemd, op de sectetarie der gemeente,
van de schrifturen, die ter zake mochten zijn
ingekomen, kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 20sten Juli 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
Algemeen overzicht,
SCHIEDAM, 20 Juli '99.
De Belgische minister-president is Dins
dagmiddag langen tijd ten paleize geweest.
Waarover koning Leopold en Vandenpeere-
boom het hebben gehad, weet men niet ze
ker. Sommigen zeggen over de wet tot be
strijding der speelwoede, die door de Ka
mer is aangenomen, met eenige gunstige
uitzonderingsbepalingen voor Ostende en
Spa evenwel. De Senaat beeft die bepalin
gen geschrapt en de wet naar de Kamer
teruggezonden. Nog altijd w«cnt deze veel
besproken, en werkelijk zeer dringende ma
terie, op een krachtige regeling, die vol
gens het beweren van de socialisten door
den Koning wordt tegengehouden. Deze wil
dat de uitzonderingsbepalingen voor Osten
de en Spa gehandhaafd blijven.
Dat ook de kiesrechthervorming ter spra
ke is gekomen, lijdt wel geen twijfel, en
ingewijden beweren dat de Koning den mi
nister heeft aanbevolen, de hervorming van
het kiesrecht uit te stellen. Dit zal trou-
DOOR
AMYIE BEAD®.
Luister eens. Zij is weggegaan, en ik
verbied je, haar naam tegen mij uit te spre
ken een meisje dat wegloopt en met een
man trouwt die niet beter is dan een stal
knecht en die misschien niet eens met haar
trouwt, wat er wel meer op zal lijken," riep
hij driftig uit. „De vervloekte moeder
steekt in het kinddezelfde valschheid, de
zelfde ondankbaarheid, dezelfde booze harts
tochten heeft ze, en toch vraag je mij haar
op te sporen, haar, de dochter der zondige,
verwenschte moeder een vrouw die niet
beter is dan de eerste de beste straatmeid."
„Stil, stil, Gurney. Zij was je vrouw," zei
de dokter zacht.
„Vrouw!" siste hij. „Een vrouw zonder
eer, een vrouw zonder schaamte, een vrouw
die in haar verderf is geloopen. Laat haar
ondergaan, zooals zij verdient, en het meisje
ook. Zij zal haar ellendig, eerloos bestaan
alleen voortsleepen. Zij die den buit heb
ben, mogen dien houden; ik doe er voor al
tijd afstand van. Zij verdient haar lot, die
dochter van een gevloekte moeder. Ik zal
haar verlies nooit betreuren. En nu deden
wij beter voor goed van dit onderwerp af te
stappen. Het gaat u niets aan, en als ik
dingen doe die u niet bevallen, wees dan
zoo goed er over te zwijgen."
„Zeer goed," antwoordde de dokter stijf.
„Maar de dag zal komen, mijnheer Gurney,
waarop u berouw zal hebben over uw be
sluit."
KOok dat is mijn zaak." 1
wens onvermijdelijk blijken, want voor geen
der stelsels die thans m de commissie van
XV een punt van onderzoek uitmaken, zal
een meerderheid in de Kamer te vinden
zijn, ofschoon de regeering daarop blijk
baar nog hoop heeft.
De commissie van XV hield gisteren haar
tweede vergadering. Allereerst werd, als
antwoord op de haar gestelde vragen, door
de regeering de verklaring afgelegd dat zij
nog in deze zitting het kiesrecht dacht af
te doen. Welk stelsel door haar werd aan
vaard, zei de regeering niet.
Besloten werd nu alle ontwerpen in hun
geheel te bespreken.
Allereerst werd het voorstel der liberaal-
socialistische minderheid om een referen
dum te houden, met 10 tegen 5 stemmen
verworpen. Daarop kwamen de andere ont
werpen aan de orde, maar niemand deed
een mond open. Eerst nadat Vandervelde
krachtig de houding der meerderheid had
gegceseld, die het er blijkbaar op toelei, dat
bij gebrek aan beter een barer voorstellen
werd aangenomen, nadat die der minder
heid waren geketst, kwamen de tongen los.
Woeste meende dat geen verklaring der
verschillende ontwerpen noodig was, maar
de linkerzijde vreesde dat achter zijn voor
stel een valstrik verborgen lag, nl. de ver
deeling der districten. Dit ontkende Woes
te echter nadrukkelijk.
Theodor bestreed daarop krachtig het
uninominale kiesrecht, terwijl zich een hef
tig debat ontspon tusschen Woeste en De
Trooz, die den eerste verweet nu een kies
recht voor te stellen dat hij vroeger bestre
den had. Woeste had het van alle zijden
hard te verantwoorden als de bewerker der
kiesrechtcrisis.
Tot een resultaat kwam men niet. Maar
dit is zeker: voor Woeste's voorstel zal
geen meerderheid te vinden zijn. Meer kans
heeft de evenredige vertegenwoordiging. Op
de vraag van Woeste of hij dacht de E. V.
er door te krijgen, antwoordde Theodor met
vertrouwen„Zeker". Woeste zelf twijfelt
aan zijn zaakhij verklaarde zich te willen
tevreden stellen met het binominaal kies
recht en de splitsing van het ééne district
Brussel.
Een der gevolgen van de zaak-Dreyfus
is wel dat er een verandering van partij-
groepeering is gekomen. Voor een deel is
dat proces nog bezig; maar reeds heeft de
groep-Méline zich totaal naar rechts ge
wend en staat nu tegenover het meer voor
uitstrevende deel der progressisten.
De socialisten zijn nog verdeeld, meer
•^elfs dan vóór het minister-Waldeck-Rous-
seau, maar het is zeer waarschijnlijk dat
de strijd over het ministerschap van Mille-
rand de aanleiding zal zijn tot hechtere aan
eensluiting van het grootste deel der partij.
Mag een socialist zitting nemen in een
bourgeois ministerie 1 Moeten de socialisten
altijd staan tegenover de burgerlijke par
tijen die den klassenstrijd niet aanvaarden,
of is samenwerking mogelijk, wanneer er is
één gemeenschappelijk doelde handha
ving van het recht?
De nationale raad der Fransche Arbei
derspartij wil die vraag doen uitmaken, door
een algemeen Fransch socialisten-congres.
De twee mannen reisden samen huis
waarts, onderweg nauwelijks een woord iot
elkaar richtend. Toen zij aan het kleine
dorpsstation waren aangekomen, reikte de
dokter Charles Gurney zijn hand.
„Goeden avond, mijnheer. Ik geloof dat
wij elkaar maar niet meer moeten ontmt e-
ten, tenzij u mij laat roepen omdat u me
dische hulp noodig heeft."
„Zooals u wil," antwoordde Charles Gui-
ney kortaf, terwijl hij zich omdraaide zon
der de aangeboden band aan te nemen.
„Wat is hij een bitter, hard man," zei de
dokter bij zich zelf toen hij naar huis ging.
„Geen gevoel voor die hij moest lief heb
ben, .geen hart. Wreed, dat is hij, ongevoe
lig en wreed. Ik heb hem niets meer te zeg
gen. Ik wou dat ik het meisje nooit had ge
zien. Maar misschien is zij per saldo geluic-
kiger nu zij niet meer bij haar onnatuur
lijke n vader is. Ik hoop dat zij het is."
Hij was blij toen hij weer thuis was. En
terwijl hij aan de thee zat met zijn vrouw
en zijn speelsch en dartel dochtertje, liep
Charles Gurney zijn kleine kamer op cn
neer. De trotsche, toornige uitdrukking van
zijn gelaat was verdwenen en had plaats ge
maakt voor een trek van smart.
Nu geen vreemde blikken hem konden
gadeslaan, gaf de anders zoo sterke man
zich over aan gewaarwordingen die hij smis
lang vernietigd waande. Het gedrag zijner
dochter had in bijzondere mate zachtere ge
dachten over zijn vrouw in hem wakker ge
roepen. En terwijl hij onrustig heen en weer
liep sprak hij hardop:
„Niemand kan een gebroken en verbrij
zeld hart heelen en ik had haar zoo innig
lief. De hemel heeft mij verdoemd. Van al
len die ik liefhad, ben ik gescheiden. Allen
hebben mij verlaten. Eerst is mijn vrouw
Zoowel voor de partij als voor de binnen-
landsche politiek, een belangrijke vraag.
Ook de partij van het plebisciet organi
seert zicli, wat duidelijk blijkt uit de rede
voering die den onvermoeiden Paul Dé-
roulède Zondag hield, en waarin hij weder,
altijd wanneer Dreyfus onschuldig is, hef
tig te velde trok tegen de generaals, en een
groote schoonmaak warm aanbeval, een en
ander natuurlijk onder krachtige aanprij
zing van de plebiscitaire republiek. In de
rol van den Hercules die den Franschen
Augiusstal zou reinigen, scheen hij zelf wel
zin te hebben. Nu, waarom ook niet? Paul I
dat klinkt lieel goed. Wel zou hij liever
een generaal hebben, maar blijkbaar is geen
geschikte degen te vinden.
Jammer, dat mensclien als Déroulède
ook naar buiten een slechten invloed oefe
nen. Aan deze groep van chauvinisten, die
hun geringe beteekenis door groot ge
schreeuw trachten te ontveinzen, is het b.v.
te wijten dat de verzoeningsgezinde stap
pen van keizer Wilhelm steeds weer tot
niets leiden. Zoo vinden wij in de „Éclair"
een onderhoud met drie matrozen van de
Iphigénie, die zich schaamden dat zij
te Bergen voor den Duitschen Keizer het
geweer moesten presenteeren.
Dergelijke schettertaal vindt ongelukki
gerwijze altijd bewonderaars, zeer ten na-
deele van de binnenlandscbe rust en de
goede betrekkingen naar buiten.
De „Figaro" deelt gerucbtsgewijze mede
misschien is het niet meer dan de
wensch van het blad zelf dat het gebeele
geheime dossier der zaak-Dreyfus aan den
krijgsraad te Rennes zal worden overge
legd. Behalve de stukken dus die op Drey
fus zelf betrekking hebben en die, welke ter
vergelijking en verduidelijking dienen, zou
den ook de valscbe of verdachte stukken
ter kennis van den krijgsraad worden ge
bracht. Over deze laatste, die het Hof van
Cassatie op zij heeft geschoven, vertelt het
blad een en ander. Zij zijn vervaardigd door
agenten van het laagste allooi in dienst van
den generalen staf en zijn gemaakt na Pic-
quart's vertrek naar Tunis, tusschen No
vember 1896 en October 1897.
Een dier stukken is van „aapje 1552".
De koetsier zou in Juli 1894 eens twee
Duitsche officieren in politiek naar het
Noorderstation hebben gebracht. De hee-
ren spraken in het Fransch over het ver
dwijnen van militaire stukken te Berlijn,
waarop een van hen uitriep„Maar, kom,
wij hebben te Parijs immers Dreyfus." Ook
de beruchte brief van den Duitschen Kei
zer behoort biertoe.
De advocaten van Dreyfus willen ook dat
alle brieven van Dreyfus die onderschept
zijn, bij het dossier zullen gevoegd worden.
Voor het onderscheppen dier brieven is in
de eerste plaats de minister van koloniën
Lebon verantwoordelijk. Maar de „Aurore"
wentelt een deel dier schuld af op Méline,
die met het verdonkeremanen der brieven
bekend was en er zijn goedkeuring aan
heeft gehecht.
Lebon beeft zijn ontslag willen nemen
als administrateur van het Crédit Foncier,
wegens de aanvallen waaraan hij bloot
staat, maar de raad van administratie heeft
heengegaan, toen mijn jongen moge God
hem althans zegenen I en nu, vandaag,
is ook de laatste weggegaan. De mensclien
spreken van liefde. Wat is liefde? Niets
dan de bloesem die een oogenblik den tak
siert. Maar dan werpt een ruwe band ze ter
aarde, en daar ligt ze te verwelken, en nie
mand die zich om haar smart bekommert.
Ik kan haar nooit vergeten vrouw
moederZij heeft mij verlaten en niemand
hoort, niemand deelt mijn smart. Als zij
leeft, dan lacht zij misschien, maar niet te
gen mij. Ik weet niet wat er van haar ge
worden is, of zij dood is of niet; maar de
gedachte aan haar komt bij mij op met bet
verlies van vroegere, gelukkiger dagen."
Zijn gelaat was eensklaps veranderd; het
was vreeselijk om aan te zien. Het werd
bleek van stille woede. Zijn oogen stonden
hard en. onverzoenlijk, en de oude scherpe,
stalen trek keerde terug om zijn mond. Zijn
zachter gevoel was gevloden. Het was maar
een herinnering die terugkeerde om door
de vergelijking heb heden nog bitterder te
doen schijnen.
Ze vergeven nooit nooit. Ge
vloekt waren de verbroken eeden der over
spelige vrouw. Gevloekt de zondige dochter
die gezonken was in de schaduwen der hel
evenals haar moeder. Daar waren zij op
haar plaats vergeten gehaat ver
acht
Geen gevoel van mededoogen leefde in
hem.
VII.
Jacta est alea.
Twee dagen nadat Leila Gurney Sand-
cliffe had verlaten, werd zij bij bijzondere
volmacht mevrouw Emilio Castelli. Op den
morgen van haar trouwdag had zij zich zeer
met groote meerderheid besloten dat Le
bon „onder de bestaande omstandigheden"
zijn ontslag niet moest handhaven.
Wanneer het proces-Dreyfus begint, of
het lang of kort zal duren, zijn nog altijd
gewilde punten van debat. Nu weer meent
men uit het feit dat air, Labori met zijn
familie te Rennes zijn intrek heeft geno
men in een pension, te mogen afleiden dat
het proces van langen duur zal zijn. En dit
kan zeker niet anders, wanneer allen die
maar eenigszins in aanmerking komen om
te getuigen, door den krijgsraad gehoord
worden. Dreyfus' familie en vrienden wen-
schen dit; zoo vragen zij dat de krijgsraad
ook De la Roche-Vernet hoore, die aan het
Fransche gezantschap te Berlijn verbonden
is, en die volgens de anti-revisionisten ern
stige onthullingen zal doen
Quesnay de Beaurepaire's laatste gekke
streek wordt intusscben door zijn vrienden
aldus goed gepraat, dat inderdaad de dag
vaarding niet van den voorzitter van den
krijgsraad behoorde uit te gaan, maar van
den regeeringscommissaris. De „Matin"
neemt dit over en roept Quesnay spottend
toe„Als gij als getuige optreedt, spreek
danSpreek over alles wat ge weet, en ook
over alles wat ge niet weet! Maar vóór al
les: breng bewijzen aan!"
Een zeer juiste opmerking maakt de ra
dicale „XIXme Siècle" over de jongste ont
hullingen van Esterhazy in de „Matin".
Het blad wijst er op, hoe uit verschillende
passages blijkt, dat Esterhazy tracht De
Pellieux schoon te wasschen, omdat deze
alles in het werk stelt om hem, Esterhazy,
te redden.
Zooals het Londensche telegram in ons
vorig nummer meldde, acht de „Times" de
crisis thans geweken. Het gevaar voor oor
log is afgewend door de laatste besluiten
van den Transvaalschen Yolksraad.
Te Kaapstad is de meening der „Times"
met groote voldoening ontvangen. Men was
daar niet op een oorlog gesteld, en nu ver
heugt men zich dat de vrede bewaard zal
blijven.
Het zou echter onjuist zijn te meenen,
dat de imperialisten nu tevreden zijn. In
tegendeel. Cecil Rhodes heeft Dinsdag
avond voor een groote vergadering van zijn
aanhangers te Kaapstad het woord gevoerd.
Daar verklaarde hij zich er over te verheu
gen dat liberalen en conservatieven nu wed
ijveren wie bet meest imperialistisch is.
Hij noemde het Groot-Britannië's bestem
ming de vage denkbeelden van een groote
Zuid-Afrikaansche Republiek te doen ver
dwijnen en geen grondgebied prijs te ge
ven. Engelschen en Hollanders zullen z. i.
spoedig inzien dat Zuid-Afrika niet groot
genoeg voor hen is, en dat de bloei der
Kaapkolonie afhangt van de Noordelijker
streken. Spoorwegen en telegraaflijnen moe
ten aangelegd worden tot aan Egypte toe.
Dan moet de eenheid van het Afrikaansche
rijk worden gevestigd Maar Engelschen en
Hollanders kunnen dan alleen één zijn,
wanneer aan alle blanken ten Zuiden van
den Zambezi gelijke rechten worden ge
schonken.
In deze rede, waarin Rhodes nog den
Duitschen Keizer prees als een groot man,
verlaten en weinig op haar gemak gevoeld,
"feu er was heel vv at vriendelijkheid en tee-
derheid van C'- 'h's zijde noodig ombaar
gerust te stellen n de glimlach op haar ge
laat terug te roepen.
In den vroegen morgen was het ruw en
stormachtig weer geweest. Groote massa's
wolken trokken over den hemel en nu en
dan rommelde de donder; bliksemflitsen
schoten door de lucht. De golven der zee
werden hooger en woester; do wind zucht
te zacht of kreunde als in angst. Het leek
een lijkzang aan een doodsbaar.
Dit alles had haar zeer ter neer gedrukt.
Zij zag in den storm een slecht voorteeken,
een profetische stem van de Natuur om
haar te waarschuwen voor de sombere scha
duwen die in de jaren die voor haar lagen,
dreigden.
Castelli lachte toen zij hem haar vrees
vertelde en zei vriendelijk
„De storm kan niet altijd aanhouden,
Leila; de zou moet weer doorbreken. Wees
niet bevreesd, lieveling. Ik hoop dat je le
ven ondanks den storm niets dan geluk zal
opleveren."
„Misschien zal het zijn als de regenboog,
wanneer de storm voorbij is niets dan
kleuren en schittering."
Hij kuste haar, en weer was zij gerustge
steld.
Nog een uur en het huwelijk was geslo
ten. Niemand was er bij tegenwoordig ge
weest dan Whanks en de koster als getui
gen. De geestelijke, een oud man, raffelde
onverschillig de formulieren af, kwalijk nu
en dan een blik over hebbend voor het
bruidspaar. Hij sprak voortdurend op den
zelfden toon, behalve tweemaaltoen twee
vreeselijke donderslagen recht boven het
kleine kerkje schenen los te barsten. Toen
ontwikkelt de Zuid-Afrikaansche Napoleon
dus nog eens duidelijk zijn denkbeelden
van een ondeelbaar Zuid-Afrikaansch, en
natuurlijk Engelscb, rijk. Voor onafhanke
lijke Boeren-republieken is in Zuid-Afrika
dus geen plaats.
Deze onomwonden verklaring van Rlio-
dgs weerspreekt een mededeeling uit Lon
den, als zou bij aan de Engelsclie regeering
hebben geseind dat naar zijn meening de
stemming in de Kaapkolonie de samen
smelting der volken van Zuid-Afrika onder
Engelsche heerschappij onmogelijk maakt.
Misschien heeft Rhodes bedoeld, dat dit
voor het oogenblik onmogelijk is.
Intusscben wordt bet aan dit telegram
toegeschreven dat de regeering te Londen
besloten heeft Chamberlain niet meer al
leen te laten onderhandelen met de Zuid-
Afrikaansche Republiek. Want de minister
raad houdt vast aan den termijn "van vijf
jaar, dien sir A. Milner te Bloemfontijn
verlangde en stolt zich niet tevreden met
het verleenen van kiesrecht na zeven jaar.
En om pressie uit te oefenen op Transvaal,
worden de oorlogstoerustingen voortgezet.
De Transvaalsche Volksraad heeft intus-
schen gisteren nog verscheiden artikelen
van het kieswet-ontwerp met geringe veran
deringen aangenomen.
Ook de dynamiet-quaestie zal, naar men
verwacht, spoedig worden afgedaan. Te Pre
toria verzekert men dat er een overeen
komst gesloten is tusschen de Transvaal
sche regeering en de dynamietmaatschappij
om het monopolie in te trekken en dat deze
overeenkomst binnenkort aan den Volks
raad zal worden voorgelegd.
Gemengde Mededccllngen.
Het Engelsclie Lagerhuis heeft gisteren in
tweede lezing het wetsontwerp tot overdracht
van het gebied der Niger Company aan de
Engelsche regeering aangenomen.
Chamberlain deelde daarbij o. a. mede
dat het totale vei bod van invoer van spiri-
tuilen in het Noord-Nigergebied woidt ge-
iiandhaafd. Maar Lugard, die gouverneur zal
worden, stelt een neutrale zone tusschen
het Nooid- en het Zuid-Nigergebied voor,
waar spiritualen verkocht, maar niet opge
slagen zullen mogen worden. De contróie op
den invoer zal .daardoor vergemakkelijkt
worden.
Voor de eerste maal werd het wetsontwerp
gelezen, waarbij 3,100,000 p. st. voor mari
tieme uitgaven wordt toegestaan, als supple
ment op de wel op de marine werken van
1895. Het bedrag wordt over twee jaar
verdeeld.
De Brusselsche socialisten hebben een
vooiste! van burgemeester Buis aangenomen,
om voortaan by meetings en betoogingen
zelf voor de orde te zorgen, zoodat de politie
thuis kan blijven.
De zPeuple" maakt echter nu reeds een
voorbehoud voor de gevallen waarin de
legeering door reactionaiie wetsontwerpen,
zooals onlangs het kiesrechtontwerp, een
opstand der bevolking uitlokt. Dan kan de
arbeiderspartij zich niet verantwoordelijk
stellen voor onlusten, zegt het blad.
zij hun namen hadden geteekend in de con
sistorie, wenschte hij hun nog Gods zegen,
en daarmee was 't uit. Hij had zijn plicht
gedaan; de rest kon hem niet schelen.
Leila keek nog eens naar hem op, even
voordat zij de consistorie verliet, in de hoop
dat hij haar nog zou toelachen. Zij ver
langde naar een gelukwensch, naar een
vriendelijk woord van bemoediging, naar
een zegening op haar huwelijksdag. Maar
die bood hij haar niet. Hij begon zich haas
tig en vlug te ontkleeden, en. het pas ge
trouwde paar verliet de kerk even rustig
als zij die binneu waren gegaan. Buiten de
kerk vonden zij Whanks die de bruid zijn
hand toe stak.
„Niets dan zegen heschijne uw weg, juf
frouw Leila. O, neem mij uiet kwalijk, me
vrouw. U ziet dat het moeilijk gaat uw
naam zoo opeens te veranderen. Ik wou dat
ik het geld van mijn tante had, dan zocht
ik ook een vrouw. Ik hoop dat u beiden
heel gelukkig zult zijn, mijnheer," voegde
hij er bij, ziek tot zijn meester wendend.
„Ja, dat hoop ik."
Leila drukte hem de hand en haar man
deed hetzelfde. Zij kon hem niet bedanken,
want zijn vriendelijke woorden deden haar
bijna in snikken uitbarsten. Met moeite be
dwong zij zich.
„Je bent een goede kerel, Whanks," zei
zijn meester, „en we zijn je heel dankbaar
voor je vriendelijke wenschen."
Arm in arm, met Whanks achter zich,
wandelden zij kalm terug naar hun ka
mers. De donder had opgehouden, de wol
ken braken en lieten schitterend blauw
doorschemerende wind was gaan liggen,
en de hitte werd bepaald drukkend.
w (Wordt vervolgd