53'" Jaargang.
Zaterdag 22 Juli 1899.
No. 9991.
CIRCÜSSLAVEN,
Kennisgeving.
j Kennisgeving.
BUITENLAND.
schiedamsche rnwrn.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedefe regel
meer 12tyg cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zgn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Kleine advertentiën. opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No, 123.
BüKOE MEESTER EN WETHOUDERS
van Schiedam,
Gelet op art. 14, punt 6 van het Koninklijk
Besluit van 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76);
Doen te weten, dat door het ontslag nemen
van den heer J. J, G. Nolet, eene verkiezing
voor een hd van de Kamer van koophandel en
fabrieken zal plaats hebben op Woensdag, den
2'Asten Augustus aanstaande, ten raadbuize
aldaar, en
dat de inlevering der stembiljetten zal aan
vangen des voormiddags ten elf ure en voort
duren tot des namiddags ten twee ure, waarna
onmiddellijk tot de opening der biljetten zal
worden overgegaan.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 21sten Juli 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG,
De Secretaris
VERNÈDE.
Kleinhandel in sterken drank.
IBurgemeester en wethouders van Schiedam
brengen, ingevolge art. 5 der wet tot regeling
van den kleinhandel in sterken drank en tot
beteugeling van openbare ds ankenschap (Staats
blad no. 118 van 1885), ter openbare kennis,
dat bij hen een verzoek is ingekomen van W.
NESSE om vergunning tot vei koop van sterken
drank in het klein voor het pand Nieuwe Sluis
straat no. 7.
Schiedam, 21 Juli 1899.
Burgemeester en weüouders voornoemd
VERSTEEG.
Be secretaris,
VERNÈDE.
Algemeen overzicht,
SCHIEDAM, 21 Juli '99.
Nauwelijks wordt een datum genoemd
waarop het proces-Drevfus zal aanvangen of
onmiddellijk staat de een of ander gereed
doen onjuist te keeten. Zoo is 't ook ge
gaan met het gerucht dat de 11de Augustus
officieel was aangewezen. Men weet er niets
van, maar vermoedt dat het proces in de
eerste week van Augustus zal beginnen.
Ook de mededeeling der „Matin" dat
majoor Carrière, de regeeringscommissaris,
zeer nauwkeurige instructies heeft ontvan
gen over de te volgen procedure, is minder
juist. Een nota van Havas zegt dat deze
instructies ten doel hebben de punten te
preciseeren waarover, krachtens het arrest
van het Hof van Cassatie, het onderzoek
mag loopen, die waarover het gezag der ge
wijsde zaak niet toelaat, op straffe van
machtsmisbruik en nietigheid, de debatten
te heropenen; voorts de wettelijke voor
waarden nopens de dagvaarding der getui-
DOOB
AMYIE READE.
IS)
Na het ontbijt besloot Leila aan haar
vader te schrijven. Zij moest hem alles ver
tellen, en hoe eer hoe beter. Zij deed den
brief op de post, en toen ging zij met Cas-
teili een rijtoertje maken.
Hoe heerlijk was de zomernamiddag. Alle
sporen van den storm waren uitgewiseht. Le
ven en vreugde omringden hen. De vogels
zongen uit alle macht, als vierden zij hoog
tij in blij gejuich, terwijl zij langs de heg
gen scheerden of door de bosckjcs huppel
den, tegelukkig om aan iets anders te den
ken dan om hun vleugels te "eppen en het
welkom toe te roepen aan de lachende
aarde.
De lieflijkheid van dezen dag schonk Lei-
la een gevoel van rust en ontspanning, en
de kalme, vredige lucht stemde- haar onbe
zorgd. Het was of behagelijkheid zich van
haar meester maakte, zooals zachte muziek
den onrustigen geest aangenaam stemt.
Onder het rijden was het of de lucht haar
kuste met een adem van liefde. Op een af
stand ruischte de zee harmonisch, en do
rotsen en de velden riepen visioenen van
stralende blijdschap en voortdurende liefde
wakker.
Zij was zoo gelukkig in haar droom van
jeugd. Nog waren er geen sombere wolken
met wild-dreigende kammen aan haar le-
venskim. Alles was licht en hoop.
haar huwelijk was zij wel eenigszins
steld te moeten hooren dat zij niet
gen en de ver hooren door den regeerings
commissaris.
Overigens laat de minister het O. M.,
waargenomen door den regeeringscommissa
ris, volledige vrijheid van handelen.
Omtrent de getuigen kan worden mede
gedeeld dat Quesnay de Beaurepaire op
nieuw tegen Zaterdag of Maandag a.s. zal
worden opgeroepen. We zijn er benieuwd
naar wat de man nu eigenlijk te vertellen
heeft.
Dat de anti-revisionist De la Roehe-Ver-
net op verzoek der familie Dreyfus zal wor
den gehoord, vinden wij in de „Temps" be
vestigd.
Aan generaal Billot, den minister van
oorlog onder Mélme, wordt het voornemen
toegeschreven om voor den krijgsraad te
verklaren dab hij, wat betreft Dreyfus'
schuld, in dwaling heeft verkeerd. Een laat,
maar daarom toch moedig besluit, dat den
generaal tot eer zou strekken.
Van de generaals De Boisdeffre en Gonse
vertelt de „Figaro" dat zij Zondag te Hen
nes een der officieren van den krijgsraad
hebben bezocht. De minister van oorlog
heeft reeds naar Hennes geseind om te in-
formeeren of dit waar is. Zoo heeft hij ook
een onderzoek bevolen naar de houding van
den ritmeester Guyot de Villeneuve, die
den geschorsten professor Syveton een jaar
tractement heeft aangeboden, ter vergoe
ding van het door de regeering ingehouden
tractement.
Het nieuwste op het gebied der zaak-
Dreyfus vertelt Gabriel Monod in de „Fi
garo". Volgens hem doet het dwaze gerucht
de ronde, dat men te Rennes den beklaag
de betrekkingen tot prins Heinriek van
Pruisen te laste wil leggen; deze zou niet
alleen aan Dreyfus geschreven, maar hem
ook in vroolijk gezesckap te Parijs ontmoet
hebben, „Dat is ongeveer even onzinnig,"
voegt Monod er bij, „als de verklaringen
der schriftkundigen over het borderelvan
Esterhazy kon het niet zijn, omdat het
schrift daarvoor te veel geleek op dat van
Esterhazy, en van Dreyfus moest het zijn
omdat het schrift op dat van Dreyfus ge
leek.
Misschien kan Quesnay de Beaurepaire
zich met deze lezing tevreden stellen bij ge
brek aan bewijzen. De „Aurore" vertelt dat
de oud-magistraat Esterhazy om bewijzen
van Dreyfus' schuld heeft laten vragen,
maar deze was zóó duur dat Quesnay nu
nog geen bewijzen heeft.
Met dezelfde „Aurore" heeft Méline het
aan de stok. Deze is opgekomen tegen de
bewering der „Aurore" dat hij verantwoor
delijk is te stellen voor het verdonkerema
nen van brieven van Dreyfus aan de voor
zitters der beide Kamers. Hij ontkent dat
er een zaak-Méline bestaat. Hierop ant
woordt de „Aurore" dab de oud -premier
het recht niet heeft te beweren dat er geen
zaak-Méline bestaat, hij die een jaar lang
op de tribune der Kamer heeft volgehou
den dat er geen zaak-Dreyfus was.
Na Lebon en Méline, wordt nu ook
Ckautemps, de voorganger van Lebon, in
staat van beschuldiging gesteld. De „Siècle"
verwijt hem eveneens barbaarscke bevelen
te hebben gegeven betreffende Dreyfus' be
handeling op het Duivelseiland, o. a. dat
de veroordeelde op zijn wandelingen over
te Bayhaven zou wonen zoolang het circus
daar bleef, en op dit punt toonde haar echt
genoot zich zeer vastbesloten.
„Het is geen plaats voor jou, lieveling,"
zei hij vriendelijk, ,'fie volgende maand
gaan wij naar Manchester, en dan kan je
nu en dan met mij naar het circus gaan
maar heb is hier nogal een ruwe boel, en je
zoudt er tofh ook niet op gesteld zijn Cleo
weer te ontmoeten, niet waar?"
„Neen," antwoordde zij, „dat ben ik ze
ker niet. Waar is zij nu
„Nog in het circus."
Maar hij voegde er niet bij dat hij haar
het leven zoo zuur had gemaakt, dat zij blij
was geweest een engagement op het Conti
nent te vinden dat haar in staat stelde aan
het eind der week te vertrekken.
De waarheid was evenwel, dat hij het on-
gewenscht achtte, dat zijn vrouw zoo plotse
ling in het circuuleven werd ingeleid. Hij
was er bang voor, haar dit nu reeds in al
zijn naaktheid te leeren kennen. Eens moest
zij toch al de geheimen en al de wreedheid
er van weten, maar voor het oogenblik liet
hij haar liever nog onkundig van alle
slechtheid.
„Ik zal mij hier zoo vervelen, den gan-
schen dag alleen," zeide zij tot hem,
„O neen, lieveling. Je hebt immers je
hond en Athol en ook een paard om te rij
den, en boeken, en ik zal met een paar vis-
schers afspreken d.it zij je iederen dag een
uur op zee moeten roeien."
„Maar je gaat iederen morgen zoo vroeg
weg en je komt eerst in den nacht thuis."
Haar stem weifelde en haar oogen vul
den zich met tranen bij die gedachte.
De meeste xnarmen zouden toegegeven
hebben wanneer zii het angstig opgeheven
het eiland (toen mocht hij ten minste nog
wandelenvergezeld moest worden door
twee bewakers die bevel hadden bij de min
ste verdachte beweging op hem te schieten.
En dat terwijl het onmogelijk is, van het
Duivelseiland te ontvluchten.
Dat Dreyfus die behandeling zoo goed
heeft doorstaan, getuigt van zijn taaie ener
gie, die hem nu ook in staat stelt van
's morgens vroeg tot middernacht of later
nog te werken in het dossier zijner eigen
zaak. Men kan zich voorstellen dat het een
reuzentaak is voor iemand die geheel onbe
kend is gebleven met de gebeurtenissen.
Ziju werkkracht wekt de bewondering op
van zijn omgeving.
Dreyfus eet niet veel, niet omdat hij zïeh
onwel voelt, maar meer ten gevolge van
zijn ingespannen arbeid. Daarentegen rookt
hij sterk.
Labouchère had gelijk toen hij, eergiste
ren te Northampton sprekende over de
Transvaalscbe crisis, zei dat de Boeren-re-
publiek geen concessies had gedaan aan
Engeland, maar aan de Hollanders aan de
Kaap.
Inderdaad, niet aan Chamberlain of aan
Milner, maar aan Hofmeyr en Herholdc en
Schreiner de eer dat het dreigende onheil
is afgewend. Want al is eigenlijk zoowat
niemand tevreden, de belangrijke concessies
der Boeren-republiek ontnemen voor bet
oogenblik Engeland alle aanleiding om
Transvaal den oorlog aan te 'doen.
Ontevreden ziju de oude Boeren, getui
ge Lombard die in den Volksraad bi; art.
9 van het kiesreclitontwerp uitbarstte in
woorden van woede over den dwang van
Chamberlain. Ontevreden zijn de jingo's die
gaarne voor goed een einde hadden gemaakt
aan het bestaan der Boeren-republiek.
En president Kruger? Ja, Oom Paul zal
zieb verheugen dat het gevaar voor zijn
land bijtijds is gekeerd, maar dat hij den
ernst der omstandigheden inziet, dat hij
voelt hoe de tijd van rusten nog niet is ge
komen, maar dat het meer dan ooit noodig
zal zijn den vijand buiten de muren te hou
den, daarvan getuigt zijn rede in den
Volksraad, waarover ons nadere berichten
bereiken.
Schoon het verleenen van het kiesrecht
na zeven jaar rechtvaardig achtend, drong
Kruger toch op een proeftijd aan, om de
loyauteit der Uitlanders op de proef te
stellen. En hij voegde er bi;„De vijand
zoekt een reden om te schreeuwen; maar
de Republiek zou haar onafhankelijkheid
kwijt raken, indien zij Engeland weer toe
stond zich in de binnenlandseke aangele
genheden van Transvaal te mengen."
Chamberlain van zijn kant is allerminst
nog voldaan. Gisteren deelde de minister
in het Lagerhuis mede dat hij van sir A.
Millner bericht had ontvangen omtrent de
kiesrechtregeling, en hij knoopte daaraan
een nadere beschouwing vast.
Van de verdeeling der zetels zeide hij
nog geen officieele mededeeling te hebben
ontvangen, maar er wordt gezegd, dat de
Transvaalsclie regeering voorstelt zeven
nieuwe zetels te geven aan districten, waar
in hoofdzaak Uitlanders wonen. Als dit be
richt bevestigd wordt, is zulks een belang-
kopje hadden gezien, maar Castelli streek
alleen de gouden krullen naar achteren en
kuste liaar teeder.
„Wat! Tranen, en'eerst twee dagen ge
trouwd Kom, kom, ik moet mijn zon
steeds zien 1 mhen, en zij moet bedenken
dat, als Bayhaven de meest geschikte plaats
voor haar wac, zij er ook heen zou gaan.
Maar geloof me, lieveling, ik doe wat het
best voor je is. En kijk eens, we hebben
Manchester voor ons in de volgende maand,
en dan zal je je niet meer vervelen."
Terwijl hij zoo lief was, voelde zij dat zij
hem niet kon tegenspreken. Hij bezat zeke
ren invloed op haar, die haar volkomen on
der zijn macht hield, en zij antwoordde
„Ik ben overtuigd dat je doet wat het
beste voor mij is, en ik wil ook niet- meer
mopperen. Ik wou dat vader op mijn brief
antwoordde. Denk je dat hij het zal doen
vroeg zij hem in spanning.
„Nu misschien nog niet, liefste. Hij zal
nog een poosje wachten. Zie je, hij zal er
nu wel zeer ontstemd over zijn, dat zijn
dochter gevlucht en getrouwd isen vaders
vergeven maar niet zoo dadelijk." Toen hij
zag hoe teleurgesteld zij keek, voegde hij
er bij„Het is nog maar zoo kort geleden.
Maak je niet ongerust; alles zal"wel in
orde lcomen."
Den volgenden dag was het gedaan met
Castelli's vacantie, en hij ging weer aan den
arbeid. Toen hij in het circus kwam, lagen
daar verscheiden brieven op hem te wach
ten, Zij waren alle over zaken behalve één,
en die kwam van Leila's vader. De inhoud
luidde
„Heatk Cottage,
Briarkill,
„Mijnheer 1 Ik heb vernomen dat u met
rijke wijziging in de voorstellen van presi
dent Kruger Dit en de hiervoor aangege
ven wijzigingen geven der Britsclie regee
ring aanleiding om te hopen, dat de nieuwe
wet den grondslag zou kunnen vonden voor
een regeling overeenkomstig de voorstellen
van Sir Alfred Miner op de conferentie te
Bloemfontein.
Zooals men ziet is de kiesrechthervor
ming voor Chamberlain dus nog maar een
eerste stap. Maar er is meer.
Het had ah, volgens Chamberlain de aan
dacht der Engelsclie regeering getrokken,
dat de Volksraad nog een aantal bepalin
gen heeft gehandhaafd, die zoo opgevat zou
den kunnen worden, dat zij personen uit
sloten van het verkrijgen van het kiesrecht,
die er anders toe gerechtigd zouden zijn, en
dus gebruikt zouden kunnen worden om
met de eene hand terug te nemen wat met
de andere is gegeven. Zoo bijv. de bepaling
dat Uitlanders, die het burgerrecht wen-
schen te verkrijgen, voortdurend gedurende
den voor de naturalisatie bepaalden tijd,
op de veldcoraetlijsten moeten zijn geregis
treerd. Immers, naar verluidt, heeft men
de registratiewet in onbruik laten geraken,
en maar wemig Uitlanders zijn voortdu
rend geregistreerd, hoe lang zij ook in het
land hebben gewoond. Bovendien zou het
zeer gemakkelijk zijn, door een nieuwe re
gistratiewet den aard der concessies te wij
zigen.
En dan volgt de edelmoedige verklaring,
dat de Britsclie regeering er evenwel zeker
van is, dat president Kruger, nu hij het
beginsel, waarvoor zij heeft gestreden, heeft
aangenomen, elk onderdeel van zijn plan
zal willen herzien, indien getoond kan wor
den, dat het de volledige vervulling van het
beoogde doel zou kunnen beletten. Hij zal
niet toelaten dat ze van onwaarde worden
gemaakt of in waarde worden verminderd
door eenige latere wijziging der wet of een
administratieve daad.
We zijn benieuwd wat de heer Chamber
lain nu wel van den proeftijd zal zeggen,
Hoe president Kruger dien bedoelt, is trou
wens niet duidelijk. Men is toch niet van
plan de inwerkingtreding der wet te vertra
gen, door haar afkondiging nog uit te stel
len?
Intusschen komt thans de dynamiet-
quaestie aan de orde. In de gisteren gehou
den geheime vergadering van den Volks
raad is waarschijnlijk over het dynam iet
monopolie gehandeld, zonder echter tot een
besluit te komen.
Naar Ilavas meldt, verwacht men dat de
Volksraad de regeering de volgende week
zal machtigen om een directeur der staats
financiën te benoemen en onderhandelin
gen aan te knoopen met de dynamiet-maat-
schappij voor een regeling.
Gemengde Bededecllngcn,
Het Engelsche Lagerhuis heeft het ontwerp
betreflende de tienden in derde lezing met
182 tegen 117 stemmen aangenomen.
Uit het wetsontwerp op den verkoop van
levens- en geneesmiddelen werd met 119 tegen
42 stemmen, de bepaling geschrapt dat een
factuur zal geacht worden een waarborg voor
de hoedanigheid der geleverde waren te zijn,
mijn dochter getrouwd is. Indien dat zoo
is, wat ik betwijfel, dan wensch ik u geluk
met haar. Het kind dat haar huis en haar
familie verlaat, en wegloopt met een stal
knecht, zal zeker wel een goede vrouw wor
den. Zij heeft genoeg van kaars moeders
eigenschappen geërfd, dat zij wel langza
merhand een duivelin zal worden. Het
meisje is de telg van een gevloekte vrouw,
die mij en haar kinderen verliet. Dit zal,
naar ik hoop, een krachtige aanbeveling
voor haar zijn.
„Wanneer u genoeg van haar heeft, twij
fel ik niet of haar voortreffelijke moeder
zal zich wel met de rest van haar opvoe
ding belasten en haar geest, haar ziel en
haar lichaam ontwikkelen zóó dat zij haar
voetstappen zal kunnen drukken.
Charles Gurney."
Nadat Castelli dezen gemeen-sarcasti-
schen brief had gelezen, ging hij met zich
zelf te rade of hij hem Leila zou laten le
zen of dat hem. terstond zou vernietigen.
Hij nam de enveloppe op en zag toen, dat
die nog een anderen brief bevatte, geadres
seerd aan. zijn vrouw, maar zorgvuldig ver
zegeld. Toen besloot hij haar den brief te
laten zien.
Toen hij thuis kwam, gaf hij Leila den
verzegelden brief. Zij verschoot haastig van
kleur toen zij hem opende en het volgende
las
„Kind van je rampzalige, ongelukkige
moeder, zoo heb je dus je weg gevonden
den weg die je door die vrouw, je moeder,
is bereid. Je kondt niet rein zijn zooals an
deren. Je bloed is bezoedeld; niets kan het
zuiveren.
„Getrouwd ben je? "Wel, dat raakt mij
niet het minst. Het gaat mij niet aan wat
ook al is daarin de hoedanigheid niet uitdruk
kelijk gewaarborgd.
De Belgische Kamer besloot gisteren de
commissie van XV aan te vullen met 15
plaatsvervangende leden. Op voorstel van
Vandervelde mag ieder lid der commissie zelf
uit de door de Kamer benoemden zijn plaats
vervanger kiezeu.
De Deensche arbeiders doen een beroep
op hun Duitsche collega's, daar hun mid
delen uitgeput raken. De uitgeslotenen vinden
noch in de Scandinavische landen noch in
Duitschfand arbeid. Waarschijnlijk zullen de
arbeiders nu wel spoedig moeten toegeven.
Keizer Wilhelm zou te Dortmund de
opening van het Dortmund-Eems-kanaal by-
wonen, maar heeft laten weten dat hij niet
kan komen. Volgens sommigen is dat geschied
omdat de Keizer te Cowes de zeilwedstrijden
gaat bijwonen en dan tevens een sAbstecher"
wil maken naar een Fransche haven.
Het blijkt dat de Duitsche Keizerin ook
haar scheenbeen heeft gebroken. Er doen zich
echter geen complicaties voor.
Grootvorst George van Rusland wordt ver
moedelijk den 28sten op eenvoudige wijze
begraven, d. w. z. zonder vreemde vertegen
woordigers. Te Petersburg loopt het gerucht
dat de kapitein ter zee Boismann, die aan
den persoon van den overledene verbonden
was, zich heeft doodgeschoten, omdat hij den
grootvorst in strijd met de hem gegeven
instructies alleen had gelaten. Want men
neemt als zeker aan dat de grootvorst om
gekomen is door een ongeluk met zijn auto
mobiel.
Op bevel van den minister van oorlog
wordt de »Peuple" te Lyon vervolgd wegens
beleediging van het leger.
De inspectie van het 41ste infanterie-
regiment te Rennes door generaal Bruyère
is ordelijk verloopen. Er werd alleen uLeve
het leger 1" geroepen.
Grosjean, de ret;liter te Versailles, die in
de zaak-Picquart zulk een vreemde rol heeft
gespeeld, is door dea oppersten raad vau
magistratuur, voor zes maanden geschorst,
met overplaatsing na dien tijd.
De uTemps" bericht uit Epinal dat daar
twee personen, een Zwitser en eenFransch-
man, wegens spionage zijn gevangen genomen.
Op Quesnay de Beaurepaire's domheid
speculeerend, had de vAurore" bericht dat
de oud-magistraat een kamer gehuurd had
te Saint-Meeren bij Rennes. En Quesnay
heel ernstig aan 't tegenspreken dat hij »in
dat plaatsje" niets gehuurd had.
Saint-Meeren is een gekkenhuis1
De aankomst van een Fransch eskader te
Barcelona heeft aanleiding gegeven tot een
republikeinsche manifestatie.
Admiraal Dewey is gisteren te Triest aan
gekomen.
In een interview verklaarde Dewey geen
beteekenis te hechten aan de Vredesconfe
rentie. Nog zoo mal niet.
je bent, maar denk er aan dat je, wanneer
de deugniet bij wien je nu bent, je van zich
heeft gestooten, niet bij mij moet komen
om genade. Je moet liggen, zooals je je bed
hebt gespreid, Ik zou jou, een verworpe
ling, geen onderdak verstrekken, al lag je
in de goot voor mijn deur. Dit is alles wat
ik je ooit zal schrijven.
Charles Gurney."
Leila had nooit veel van haar vader ge
houden, maar toch trof haar deze brief als
een verschrikkelijke slag. Zij werd zoo
bleek, dat Castelli naar haar toesnelde.
„Het is slecht nieuws, niet waar, lieve
ling?"
„Ja, lees hem maar," antwoordde zij
flauw.
Hij vloog den wreeden brief door, en hoe
hard en ongevoelig hij ook wa3, toch was
zijn verdriet en zijn medelijden met zijn
jonge vrouw nu oprecht en diep.
„Wees maar niet bang, kindhij zal je
mettertijd wel vergeven. Die brief is ge
schreven in de opwinding van het oogen
blik. Ik heb er ook een van hem ontvan
gen. Ik geloof dat het beter is wanneer je
hem leest er moeten geen geheimen be
staan tusschen man en vrouw."
Zij legde beide brieven met een zucht op
de tafel. Voor een wijle was haar geluk ver
stoord. Een wolk had haar schaduw gewor
pen over het schijnsel der ster en zijn schit
tering was verzwakt.
„Leila,zei Castelli kalm, „voordat wij
getrouwd waren, liet je mij in de waan dat
je moeder dood was; is het waar dat zij
weggeloopeiris van je vader?"
Hij wachtte haar antwoord af.
(Wordt vervolgd.}