53'" Jaargang. Zaterdag 22 Juli 1899. No. 9991. CIRCÜSSLAVEN, Kennisgeving. j Kennisgeving. BUITENLAND. schiedamsche rnwrn. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedefe regel meer 12tyg cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zgn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Kleine advertentiën. opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No, 123. BüKOE MEESTER EN WETHOUDERS van Schiedam, Gelet op art. 14, punt 6 van het Koninklijk Besluit van 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76); Doen te weten, dat door het ontslag nemen van den heer J. J, G. Nolet, eene verkiezing voor een hd van de Kamer van koophandel en fabrieken zal plaats hebben op Woensdag, den 2'Asten Augustus aanstaande, ten raadbuize aldaar, en dat de inlevering der stembiljetten zal aan vangen des voormiddags ten elf ure en voort duren tot des namiddags ten twee ure, waarna onmiddellijk tot de opening der biljetten zal worden overgegaan. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 21sten Juli 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG, De Secretaris VERNÈDE. Kleinhandel in sterken drank. IBurgemeester en wethouders van Schiedam brengen, ingevolge art. 5 der wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare ds ankenschap (Staats blad no. 118 van 1885), ter openbare kennis, dat bij hen een verzoek is ingekomen van W. NESSE om vergunning tot vei koop van sterken drank in het klein voor het pand Nieuwe Sluis straat no. 7. Schiedam, 21 Juli 1899. Burgemeester en weüouders voornoemd VERSTEEG. Be secretaris, VERNÈDE. Algemeen overzicht, SCHIEDAM, 21 Juli '99. Nauwelijks wordt een datum genoemd waarop het proces-Drevfus zal aanvangen of onmiddellijk staat de een of ander gereed doen onjuist te keeten. Zoo is 't ook ge gaan met het gerucht dat de 11de Augustus officieel was aangewezen. Men weet er niets van, maar vermoedt dat het proces in de eerste week van Augustus zal beginnen. Ook de mededeeling der „Matin" dat majoor Carrière, de regeeringscommissaris, zeer nauwkeurige instructies heeft ontvan gen over de te volgen procedure, is minder juist. Een nota van Havas zegt dat deze instructies ten doel hebben de punten te preciseeren waarover, krachtens het arrest van het Hof van Cassatie, het onderzoek mag loopen, die waarover het gezag der ge wijsde zaak niet toelaat, op straffe van machtsmisbruik en nietigheid, de debatten te heropenen; voorts de wettelijke voor waarden nopens de dagvaarding der getui- DOOB AMYIE READE. IS) Na het ontbijt besloot Leila aan haar vader te schrijven. Zij moest hem alles ver tellen, en hoe eer hoe beter. Zij deed den brief op de post, en toen ging zij met Cas- teili een rijtoertje maken. Hoe heerlijk was de zomernamiddag. Alle sporen van den storm waren uitgewiseht. Le ven en vreugde omringden hen. De vogels zongen uit alle macht, als vierden zij hoog tij in blij gejuich, terwijl zij langs de heg gen scheerden of door de bosckjcs huppel den, tegelukkig om aan iets anders te den ken dan om hun vleugels te "eppen en het welkom toe te roepen aan de lachende aarde. De lieflijkheid van dezen dag schonk Lei- la een gevoel van rust en ontspanning, en de kalme, vredige lucht stemde- haar onbe zorgd. Het was of behagelijkheid zich van haar meester maakte, zooals zachte muziek den onrustigen geest aangenaam stemt. Onder het rijden was het of de lucht haar kuste met een adem van liefde. Op een af stand ruischte de zee harmonisch, en do rotsen en de velden riepen visioenen van stralende blijdschap en voortdurende liefde wakker. Zij was zoo gelukkig in haar droom van jeugd. Nog waren er geen sombere wolken met wild-dreigende kammen aan haar le- venskim. Alles was licht en hoop. haar huwelijk was zij wel eenigszins steld te moeten hooren dat zij niet gen en de ver hooren door den regeerings commissaris. Overigens laat de minister het O. M., waargenomen door den regeeringscommissa ris, volledige vrijheid van handelen. Omtrent de getuigen kan worden mede gedeeld dat Quesnay de Beaurepaire op nieuw tegen Zaterdag of Maandag a.s. zal worden opgeroepen. We zijn er benieuwd naar wat de man nu eigenlijk te vertellen heeft. Dat de anti-revisionist De la Roehe-Ver- net op verzoek der familie Dreyfus zal wor den gehoord, vinden wij in de „Temps" be vestigd. Aan generaal Billot, den minister van oorlog onder Mélme, wordt het voornemen toegeschreven om voor den krijgsraad te verklaren dab hij, wat betreft Dreyfus' schuld, in dwaling heeft verkeerd. Een laat, maar daarom toch moedig besluit, dat den generaal tot eer zou strekken. Van de generaals De Boisdeffre en Gonse vertelt de „Figaro" dat zij Zondag te Hen nes een der officieren van den krijgsraad hebben bezocht. De minister van oorlog heeft reeds naar Hennes geseind om te in- formeeren of dit waar is. Zoo heeft hij ook een onderzoek bevolen naar de houding van den ritmeester Guyot de Villeneuve, die den geschorsten professor Syveton een jaar tractement heeft aangeboden, ter vergoe ding van het door de regeering ingehouden tractement. Het nieuwste op het gebied der zaak- Dreyfus vertelt Gabriel Monod in de „Fi garo". Volgens hem doet het dwaze gerucht de ronde, dat men te Rennes den beklaag de betrekkingen tot prins Heinriek van Pruisen te laste wil leggen; deze zou niet alleen aan Dreyfus geschreven, maar hem ook in vroolijk gezesckap te Parijs ontmoet hebben, „Dat is ongeveer even onzinnig," voegt Monod er bij, „als de verklaringen der schriftkundigen over het borderelvan Esterhazy kon het niet zijn, omdat het schrift daarvoor te veel geleek op dat van Esterhazy, en van Dreyfus moest het zijn omdat het schrift op dat van Dreyfus ge leek. Misschien kan Quesnay de Beaurepaire zich met deze lezing tevreden stellen bij ge brek aan bewijzen. De „Aurore" vertelt dat de oud-magistraat Esterhazy om bewijzen van Dreyfus' schuld heeft laten vragen, maar deze was zóó duur dat Quesnay nu nog geen bewijzen heeft. Met dezelfde „Aurore" heeft Méline het aan de stok. Deze is opgekomen tegen de bewering der „Aurore" dat hij verantwoor delijk is te stellen voor het verdonkerema nen van brieven van Dreyfus aan de voor zitters der beide Kamers. Hij ontkent dat er een zaak-Méline bestaat. Hierop ant woordt de „Aurore" dab de oud -premier het recht niet heeft te beweren dat er geen zaak-Méline bestaat, hij die een jaar lang op de tribune der Kamer heeft volgehou den dat er geen zaak-Dreyfus was. Na Lebon en Méline, wordt nu ook Ckautemps, de voorganger van Lebon, in staat van beschuldiging gesteld. De „Siècle" verwijt hem eveneens barbaarscke bevelen te hebben gegeven betreffende Dreyfus' be handeling op het Duivelseiland, o. a. dat de veroordeelde op zijn wandelingen over te Bayhaven zou wonen zoolang het circus daar bleef, en op dit punt toonde haar echt genoot zich zeer vastbesloten. „Het is geen plaats voor jou, lieveling," zei hij vriendelijk, ,'fie volgende maand gaan wij naar Manchester, en dan kan je nu en dan met mij naar het circus gaan maar heb is hier nogal een ruwe boel, en je zoudt er tofh ook niet op gesteld zijn Cleo weer te ontmoeten, niet waar?" „Neen," antwoordde zij, „dat ben ik ze ker niet. Waar is zij nu „Nog in het circus." Maar hij voegde er niet bij dat hij haar het leven zoo zuur had gemaakt, dat zij blij was geweest een engagement op het Conti nent te vinden dat haar in staat stelde aan het eind der week te vertrekken. De waarheid was evenwel, dat hij het on- gewenscht achtte, dat zijn vrouw zoo plotse ling in het circuuleven werd ingeleid. Hij was er bang voor, haar dit nu reeds in al zijn naaktheid te leeren kennen. Eens moest zij toch al de geheimen en al de wreedheid er van weten, maar voor het oogenblik liet hij haar liever nog onkundig van alle slechtheid. „Ik zal mij hier zoo vervelen, den gan- schen dag alleen," zeide zij tot hem, „O neen, lieveling. Je hebt immers je hond en Athol en ook een paard om te rij den, en boeken, en ik zal met een paar vis- schers afspreken d.it zij je iederen dag een uur op zee moeten roeien." „Maar je gaat iederen morgen zoo vroeg weg en je komt eerst in den nacht thuis." Haar stem weifelde en haar oogen vul den zich met tranen bij die gedachte. De meeste xnarmen zouden toegegeven hebben wanneer zii het angstig opgeheven het eiland (toen mocht hij ten minste nog wandelenvergezeld moest worden door twee bewakers die bevel hadden bij de min ste verdachte beweging op hem te schieten. En dat terwijl het onmogelijk is, van het Duivelseiland te ontvluchten. Dat Dreyfus die behandeling zoo goed heeft doorstaan, getuigt van zijn taaie ener gie, die hem nu ook in staat stelt van 's morgens vroeg tot middernacht of later nog te werken in het dossier zijner eigen zaak. Men kan zich voorstellen dat het een reuzentaak is voor iemand die geheel onbe kend is gebleven met de gebeurtenissen. Ziju werkkracht wekt de bewondering op van zijn omgeving. Dreyfus eet niet veel, niet omdat hij zïeh onwel voelt, maar meer ten gevolge van zijn ingespannen arbeid. Daarentegen rookt hij sterk. Labouchère had gelijk toen hij, eergiste ren te Northampton sprekende over de Transvaalscbe crisis, zei dat de Boeren-re- publiek geen concessies had gedaan aan Engeland, maar aan de Hollanders aan de Kaap. Inderdaad, niet aan Chamberlain of aan Milner, maar aan Hofmeyr en Herholdc en Schreiner de eer dat het dreigende onheil is afgewend. Want al is eigenlijk zoowat niemand tevreden, de belangrijke concessies der Boeren-republiek ontnemen voor bet oogenblik Engeland alle aanleiding om Transvaal den oorlog aan te 'doen. Ontevreden ziju de oude Boeren, getui ge Lombard die in den Volksraad bi; art. 9 van het kiesreclitontwerp uitbarstte in woorden van woede over den dwang van Chamberlain. Ontevreden zijn de jingo's die gaarne voor goed een einde hadden gemaakt aan het bestaan der Boeren-republiek. En president Kruger? Ja, Oom Paul zal zieb verheugen dat het gevaar voor zijn land bijtijds is gekeerd, maar dat hij den ernst der omstandigheden inziet, dat hij voelt hoe de tijd van rusten nog niet is ge komen, maar dat het meer dan ooit noodig zal zijn den vijand buiten de muren te hou den, daarvan getuigt zijn rede in den Volksraad, waarover ons nadere berichten bereiken. Schoon het verleenen van het kiesrecht na zeven jaar rechtvaardig achtend, drong Kruger toch op een proeftijd aan, om de loyauteit der Uitlanders op de proef te stellen. En hij voegde er bi;„De vijand zoekt een reden om te schreeuwen; maar de Republiek zou haar onafhankelijkheid kwijt raken, indien zij Engeland weer toe stond zich in de binnenlandseke aangele genheden van Transvaal te mengen." Chamberlain van zijn kant is allerminst nog voldaan. Gisteren deelde de minister in het Lagerhuis mede dat hij van sir A. Millner bericht had ontvangen omtrent de kiesrechtregeling, en hij knoopte daaraan een nadere beschouwing vast. Van de verdeeling der zetels zeide hij nog geen officieele mededeeling te hebben ontvangen, maar er wordt gezegd, dat de Transvaalsclie regeering voorstelt zeven nieuwe zetels te geven aan districten, waar in hoofdzaak Uitlanders wonen. Als dit be richt bevestigd wordt, is zulks een belang- kopje hadden gezien, maar Castelli streek alleen de gouden krullen naar achteren en kuste liaar teeder. „Wat! Tranen, en'eerst twee dagen ge trouwd Kom, kom, ik moet mijn zon steeds zien 1 mhen, en zij moet bedenken dat, als Bayhaven de meest geschikte plaats voor haar wac, zij er ook heen zou gaan. Maar geloof me, lieveling, ik doe wat het best voor je is. En kijk eens, we hebben Manchester voor ons in de volgende maand, en dan zal je je niet meer vervelen." Terwijl hij zoo lief was, voelde zij dat zij hem niet kon tegenspreken. Hij bezat zeke ren invloed op haar, die haar volkomen on der zijn macht hield, en zij antwoordde „Ik ben overtuigd dat je doet wat het beste voor mij is, en ik wil ook niet- meer mopperen. Ik wou dat vader op mijn brief antwoordde. Denk je dat hij het zal doen vroeg zij hem in spanning. „Nu misschien nog niet, liefste. Hij zal nog een poosje wachten. Zie je, hij zal er nu wel zeer ontstemd over zijn, dat zijn dochter gevlucht en getrouwd isen vaders vergeven maar niet zoo dadelijk." Toen hij zag hoe teleurgesteld zij keek, voegde hij er bij„Het is nog maar zoo kort geleden. Maak je niet ongerust; alles zal"wel in orde lcomen." Den volgenden dag was het gedaan met Castelli's vacantie, en hij ging weer aan den arbeid. Toen hij in het circus kwam, lagen daar verscheiden brieven op hem te wach ten, Zij waren alle over zaken behalve één, en die kwam van Leila's vader. De inhoud luidde „Heatk Cottage, Briarkill, „Mijnheer 1 Ik heb vernomen dat u met rijke wijziging in de voorstellen van presi dent Kruger Dit en de hiervoor aangege ven wijzigingen geven der Britsclie regee ring aanleiding om te hopen, dat de nieuwe wet den grondslag zou kunnen vonden voor een regeling overeenkomstig de voorstellen van Sir Alfred Miner op de conferentie te Bloemfontein. Zooals men ziet is de kiesrechthervor ming voor Chamberlain dus nog maar een eerste stap. Maar er is meer. Het had ah, volgens Chamberlain de aan dacht der Engelsclie regeering getrokken, dat de Volksraad nog een aantal bepalin gen heeft gehandhaafd, die zoo opgevat zou den kunnen worden, dat zij personen uit sloten van het verkrijgen van het kiesrecht, die er anders toe gerechtigd zouden zijn, en dus gebruikt zouden kunnen worden om met de eene hand terug te nemen wat met de andere is gegeven. Zoo bijv. de bepaling dat Uitlanders, die het burgerrecht wen- schen te verkrijgen, voortdurend gedurende den voor de naturalisatie bepaalden tijd, op de veldcoraetlijsten moeten zijn geregis treerd. Immers, naar verluidt, heeft men de registratiewet in onbruik laten geraken, en maar wemig Uitlanders zijn voortdu rend geregistreerd, hoe lang zij ook in het land hebben gewoond. Bovendien zou het zeer gemakkelijk zijn, door een nieuwe re gistratiewet den aard der concessies te wij zigen. En dan volgt de edelmoedige verklaring, dat de Britsclie regeering er evenwel zeker van is, dat president Kruger, nu hij het beginsel, waarvoor zij heeft gestreden, heeft aangenomen, elk onderdeel van zijn plan zal willen herzien, indien getoond kan wor den, dat het de volledige vervulling van het beoogde doel zou kunnen beletten. Hij zal niet toelaten dat ze van onwaarde worden gemaakt of in waarde worden verminderd door eenige latere wijziging der wet of een administratieve daad. We zijn benieuwd wat de heer Chamber lain nu wel van den proeftijd zal zeggen, Hoe president Kruger dien bedoelt, is trou wens niet duidelijk. Men is toch niet van plan de inwerkingtreding der wet te vertra gen, door haar afkondiging nog uit te stel len? Intusschen komt thans de dynamiet- quaestie aan de orde. In de gisteren gehou den geheime vergadering van den Volks raad is waarschijnlijk over het dynam iet monopolie gehandeld, zonder echter tot een besluit te komen. Naar Ilavas meldt, verwacht men dat de Volksraad de regeering de volgende week zal machtigen om een directeur der staats financiën te benoemen en onderhandelin gen aan te knoopen met de dynamiet-maat- schappij voor een regeling. Gemengde Bededecllngcn, Het Engelsche Lagerhuis heeft het ontwerp betreflende de tienden in derde lezing met 182 tegen 117 stemmen aangenomen. Uit het wetsontwerp op den verkoop van levens- en geneesmiddelen werd met 119 tegen 42 stemmen, de bepaling geschrapt dat een factuur zal geacht worden een waarborg voor de hoedanigheid der geleverde waren te zijn, mijn dochter getrouwd is. Indien dat zoo is, wat ik betwijfel, dan wensch ik u geluk met haar. Het kind dat haar huis en haar familie verlaat, en wegloopt met een stal knecht, zal zeker wel een goede vrouw wor den. Zij heeft genoeg van kaars moeders eigenschappen geërfd, dat zij wel langza merhand een duivelin zal worden. Het meisje is de telg van een gevloekte vrouw, die mij en haar kinderen verliet. Dit zal, naar ik hoop, een krachtige aanbeveling voor haar zijn. „Wanneer u genoeg van haar heeft, twij fel ik niet of haar voortreffelijke moeder zal zich wel met de rest van haar opvoe ding belasten en haar geest, haar ziel en haar lichaam ontwikkelen zóó dat zij haar voetstappen zal kunnen drukken. Charles Gurney." Nadat Castelli dezen gemeen-sarcasti- schen brief had gelezen, ging hij met zich zelf te rade of hij hem Leila zou laten le zen of dat hem. terstond zou vernietigen. Hij nam de enveloppe op en zag toen, dat die nog een anderen brief bevatte, geadres seerd aan. zijn vrouw, maar zorgvuldig ver zegeld. Toen besloot hij haar den brief te laten zien. Toen hij thuis kwam, gaf hij Leila den verzegelden brief. Zij verschoot haastig van kleur toen zij hem opende en het volgende las „Kind van je rampzalige, ongelukkige moeder, zoo heb je dus je weg gevonden den weg die je door die vrouw, je moeder, is bereid. Je kondt niet rein zijn zooals an deren. Je bloed is bezoedeld; niets kan het zuiveren. „Getrouwd ben je? "Wel, dat raakt mij niet het minst. Het gaat mij niet aan wat ook al is daarin de hoedanigheid niet uitdruk kelijk gewaarborgd. De Belgische Kamer besloot gisteren de commissie van XV aan te vullen met 15 plaatsvervangende leden. Op voorstel van Vandervelde mag ieder lid der commissie zelf uit de door de Kamer benoemden zijn plaats vervanger kiezeu. De Deensche arbeiders doen een beroep op hun Duitsche collega's, daar hun mid delen uitgeput raken. De uitgeslotenen vinden noch in de Scandinavische landen noch in Duitschfand arbeid. Waarschijnlijk zullen de arbeiders nu wel spoedig moeten toegeven. Keizer Wilhelm zou te Dortmund de opening van het Dortmund-Eems-kanaal by- wonen, maar heeft laten weten dat hij niet kan komen. Volgens sommigen is dat geschied omdat de Keizer te Cowes de zeilwedstrijden gaat bijwonen en dan tevens een sAbstecher" wil maken naar een Fransche haven. Het blijkt dat de Duitsche Keizerin ook haar scheenbeen heeft gebroken. Er doen zich echter geen complicaties voor. Grootvorst George van Rusland wordt ver moedelijk den 28sten op eenvoudige wijze begraven, d. w. z. zonder vreemde vertegen woordigers. Te Petersburg loopt het gerucht dat de kapitein ter zee Boismann, die aan den persoon van den overledene verbonden was, zich heeft doodgeschoten, omdat hij den grootvorst in strijd met de hem gegeven instructies alleen had gelaten. Want men neemt als zeker aan dat de grootvorst om gekomen is door een ongeluk met zijn auto mobiel. Op bevel van den minister van oorlog wordt de »Peuple" te Lyon vervolgd wegens beleediging van het leger. De inspectie van het 41ste infanterie- regiment te Rennes door generaal Bruyère is ordelijk verloopen. Er werd alleen uLeve het leger 1" geroepen. Grosjean, de ret;liter te Versailles, die in de zaak-Picquart zulk een vreemde rol heeft gespeeld, is door dea oppersten raad vau magistratuur, voor zes maanden geschorst, met overplaatsing na dien tijd. De uTemps" bericht uit Epinal dat daar twee personen, een Zwitser en eenFransch- man, wegens spionage zijn gevangen genomen. Op Quesnay de Beaurepaire's domheid speculeerend, had de vAurore" bericht dat de oud-magistraat een kamer gehuurd had te Saint-Meeren bij Rennes. En Quesnay heel ernstig aan 't tegenspreken dat hij »in dat plaatsje" niets gehuurd had. Saint-Meeren is een gekkenhuis1 De aankomst van een Fransch eskader te Barcelona heeft aanleiding gegeven tot een republikeinsche manifestatie. Admiraal Dewey is gisteren te Triest aan gekomen. In een interview verklaarde Dewey geen beteekenis te hechten aan de Vredesconfe rentie. Nog zoo mal niet. je bent, maar denk er aan dat je, wanneer de deugniet bij wien je nu bent, je van zich heeft gestooten, niet bij mij moet komen om genade. Je moet liggen, zooals je je bed hebt gespreid, Ik zou jou, een verworpe ling, geen onderdak verstrekken, al lag je in de goot voor mijn deur. Dit is alles wat ik je ooit zal schrijven. Charles Gurney." Leila had nooit veel van haar vader ge houden, maar toch trof haar deze brief als een verschrikkelijke slag. Zij werd zoo bleek, dat Castelli naar haar toesnelde. „Het is slecht nieuws, niet waar, lieve ling?" „Ja, lees hem maar," antwoordde zij flauw. Hij vloog den wreeden brief door, en hoe hard en ongevoelig hij ook wa3, toch was zijn verdriet en zijn medelijden met zijn jonge vrouw nu oprecht en diep. „Wees maar niet bang, kindhij zal je mettertijd wel vergeven. Die brief is ge schreven in de opwinding van het oogen blik. Ik heb er ook een van hem ontvan gen. Ik geloof dat het beter is wanneer je hem leest er moeten geen geheimen be staan tusschen man en vrouw." Zij legde beide brieven met een zucht op de tafel. Voor een wijle was haar geluk ver stoord. Een wolk had haar schaduw gewor pen over het schijnsel der ster en zijn schit tering was verzwakt. „Leila,zei Castelli kalm, „voordat wij getrouwd waren, liet je mij in de waan dat je moeder dood was; is het waar dat zij weggeloopeiris van je vader?" Hij wachtte haar antwoord af. (Wordt vervolgd.}

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1