53"° Jaargang. Dinsdag 25 Juli 1899. No. 9993. CIRCUSSLAVEN, UIT DE PERS. BÜITENLAHD. BMENLAND. S1HI1EDAMSCME COURAIIIT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68. WWHttWidifrlüh Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 121/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven bier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoor_,iaamde Jtleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No. 133. Art. 243 der Gemeentewet. In de reeks «Nieuwe Staatkundige Brieven" van mr, S. van Houten is nu no. 8/9 ver schenen. Dit dubbelnummer heeft voornamelijk zijn ontstaan te danken aan de belofte op 22 Juni j.l. door den Minister Borgesius het Kamer lid Veegens gedaan, dat hij een wijziging van art. 243 der Gemeentewet, zooals dat" in 1897 is vastgesteld, aan de Staten-Generaal zal voor stellen. Aldus meent mr. Van Houten, althans de uiting, waarbij mr. Borgesius een wetsont werp sin de richting van mr. Veegens" beloofde, te moeten verstaan. Onder de groote zaken, welke het vorig mi nisterie zich tot eer mag rekenen tot afdoening gebracht te hebben, behoort meent mr. v. Houten de nieuwe regeling der rijksuitkee- ring aan de gemeenten en de verbetering der wettelijke regelen voor bet gemeentelijk belas tingstelsel. Nu daaraan getornd wordt acht schr. het niet overbodig nog eens de beweegredenen, welke de regeering in 1897 hebben geleid, in het licht te stellen. En nadat hij dat gedaan heeft schrijft hij een ernstige waarschuwing neer, inzonder heid ook voor den minister van financiën, die mede-voorsteller moet zijn van het te wachten wetsontwerp tegen elk voornemen om het m 1897 bevestigd beginsel der proportioneele hef fing, waar daarvan tot dusver niet was afge weken of de handhaving daarvan niet op ernstige moeilijkheden stuit, weder op losse schroeven te zetten. Mr. Van Houten noemt het stelsel der progies- sieve heffingen, waardoor de middenstand, die vooral na 1887 in de gemeenten het roor in han den heeft, de kosten van het gemeentewezen op de rijkere ingezetenen wilde schuiven in goed rond Hollandsch sklaplooperij". En de rijke ingezetenen, hiervan niet gediend, vonden daarin een reden van verhuizing. Men moest in dit opzicht de gemeenten, volgens schr., dan ook niet de volle vrijheid laten. Kwamen de socialistische practijken in onze groote ge meenten in zwang, men zou, z. i., de rijken naar den vreemde drijven, en aldus niet alleen aan de betrokken gemeenten, maar ook aan het Rijk zijn beste financieele krachten onttrekken. De heer Pierson weigerde terecht schrijft mr. v. Houten, aan Van der 2waag c. s. zijne medewerking, om maatiegelen te beramen ten einde de arbeiderspensioenen te kloppen uit de beurzen van weinige rijken, waarom echter zou hij aan Veegens c. s. de permissie geven, om die weinigen de gemeentelijke belastingen voor den middenstand te doen dragen. De heer Pierson wil de rijken niet door het Rijk als laillabla et corvcablc a merci behandeld zien moge hij inzien, dat voor zulke behande ling vrij wat meer gevaar is, indien hij den gemeenteraden vrijheid laat de hoofdelijke om slagen naar willekeur in te richten of de gi en zen hunner bevoegdheid te ruim trekt. Ik begrijp niet, waarom hij in de gemeenten aan de Vee- genseri de permissie, om op hen jacht te maken, zou verleenen, die hij op rijksterrein aan de Van der Zwaag's weigert Ik zal niet nalaten, mijne stem er tegen te verheffen, dat de rijken in de gemeenten vogel vrij worden verklaard, ook at hebben zij door verhuizing een gemakkelijk middel om zich aan vexatien te onttrekken en at schaadt de ge meente zich zelve ten slotte het meest, daar het Rijk wel niet ten tweeden male de kosten van radicaal-socialistisch wanbegrip en wanbe heer op zich zal nemen. Het kan een land niet goed gaan waar niet het recht van een ieder, van welk geloof of sociale stelling ook, geeerbiedigd wordt. Naar DOOR AMYIE REABE. 20) „Je vergist je, Leila. De kinderen oefe nen zich op de bovenkamer en misschien lxoor je een schreeuw, wanneer ze vallen en schrikken. En wat betreft je onderzoek of Horrox al dan niet wreed is, luister naar mijn raad en laat hem met rust. Het zou je niet bevallen als hij boven kwam, om mij na te gaan, en hij voor zijn deel zal het niet aangenaam vinden, wanneer mijn vrouw hem onbescheiden vragen doet." Toen hij dit gezegd had, schoof hij zijn bord op zii en nam een courant op als om te toonen dat hij geen lust had verder over dit onderwerp te spreken. Leila zuchtte. Zij werd onaangenaam aan gedaan door zijn houding. Waarom zou hij toch altijd vermijden met haar te spreken over de kinderen die in het circus werkten Hij hoorde haar zuchten en wendde zich vriendelijk tot haar. „Wees niet bekommerd, kind. Het geeft niets of men al over onaangename dingen spreekt. Ik wil je wel bekennen dat Hor- xox zeer streng moet zijn met zijn troep, maar nu heb ik ook alles gezegd wat ik van hem weet." En hij kuste haar teeder. Maar Leila was niet voldaan. Een vreese- lijk gevoel van onrust had zich van haar meester gemaakt. Zij voelde, zij was er bij- mate het uitgebreid kiesrecht grooter speel ruimte opent voor de jaloezie en de kleine gelde lijke beweegredenen eener talrijke klasse, moet men des te meer bedacht zijn op het behoud der wetten en instellingen, die tot waarborg strekken voor de rechten der minder talrijke. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 24 Juli '99. Zaterdagmiddag is de vermaarde Ques nay de Beaurepaire eindelijk in gehoor ont vangen door den regeeringscommissaris in het Dreyfusproces Carrière. Natuurlijk waren een aantal journalisten er uiterst fel op den .uerkwaardigen ex-ma- gistraat bij het weggaan even te intervie wen, maar daarvan wilde deze niet weten. „Mijn plicht gebiedt mij doofstom te zijn, ik mag niets zeggen." Niettemin weet men in welingelichte kringen te vertellen, dat het verhoor, dat een half uur duurde, ook het laatste sprank je hoop bij Quesnay heeft weggenomen of liever van dien aard is geweest, dat het dit had moeten doen, als Quesnay op dit punt niet monomaan 'ware. Zoowel Carrière zelf als de kolonels Jourdy en Jouaust moeten hem het onzinnige en het ledige en vage van zijn beschuldigingen hebben aange toond. Besloten zoude dan ook reeds dooi den regeeringscommissaris zijn, dat De Beaurepaire niet als getuige bij de open bare behandeling der zaak zal worden ge hoord. Dreyfus en de zijnen moeten er anders zeer op gesteld zijn, dat dit laatste wel zal geschieden daar niets meer aan de verdedi ging ten goede zou kunnen komen. Zoo dus de Beaurepaire ten slotte toch nog wordt opgeroepen dan zou dit zijn op verzoek van den beklaagde en als getuige d décharge, wat wel het dolzinnigste zou zijn, wat zou kunmen gebeuren. Eén ding heeft ons dan ook al verbaasd, dat men nl. nog niet de conjectuur heeft opgeworpen als zoude Quesnay door het Dreyfussyndicaat zijn omgekocht om de be schuldigingen tegen Dreyfus in een zoo be lachelijk mogelijk daglicht te plaatsen; in derdaad, indien men niet wist dat Quesnay te goeder trouw krankzinnig was, zou men het kunnen gelooven. De ministerraad blijft steeds diligent. Zaterdag heeft deze zich weder bezigge houden met het onderzoek naai- de rol die eenige officieren van den generalen staf in de Zaak hebben gespeeldeen beslissing zal echter eerst in den ministerraad van mor gen vallen. Vooral zal men zich bezig hou den met het geval van generaal De Pel- lieux en met dat van majoor Guyot de Vil- leneuve, die vermoedelijk gepensionneerd zal worden omdat hij een wissel aan den lieer Syveton lieeft gezonden, om hem aldus de schade, veroorzaakt door zijn schorsing als professor, te vergoeden. Dreyfus zelf schijnt het overigens goed te makenzijn nieuwe kapiteinsuniform is nu gereed, welke hij onmiddellijk heeft aan getrokken en waarin hij ook voor den krijgsraad zal verschijnen. Gebleken moet zijn, dat aan het ministe rie van oorlog geen spoor gevonden is van het beruchte telegram van Lebon over de bevalling van mevrouw Dreyfus. Trouwens, dit beteekent weinig; dc droeve verzender van het telegram dat N. B. het regee- ringsstempel droeg zal er wel voor ge- na zeker van dat er iets wreeds, iets slechts gebeurde. Zij was vast besloten de zaak op eigen gelegenheid te onderzoeken. Zij geloofde werkelijk dat haai- echtgenoot even onwe tend was als zij zelf in dit opzicht; daarom wilde zij volkomen zeker van haar zaak zijn voordat zij hem zeide dat er inderdaad mis handeling plaats vond. Indien het haar bleek dat de kinderen mishandeld werden, cjan zou zij zijn hulp en bijstand inroepen. De vastberadenheid en da moed, die haar Castelli's vrouw hadden doen worden, kwa men haar nu goed te stade, en zij wendde al haar energie aan om te weten te komen wat de reden was van de vreemde kreten en gillen die zij nu en dan hoorde. Op zekeren morgen, eenige dagen na haar gesprek met haar man, zat zij in gedachten uit te kijken naar de drukte op straat. Mar cus lag op haar schoot te slapen, en haax werk lag nog onaangeroerd op een tafel naast haar. Plotseling werd zij in haar ge peins gestoord door een luiden kreet, een gil, een zoo bitteren kreet van smart en wanhoop dat Leila haastig opsprong en de deur opende. Zij luisterde eenige oogenblik- ken aandachtig, en toen bereikte de klank van een kinderstem duidelijk haar oor. Zou- der zich den tijd te gunnen om na te den ken, sloot zij den hond op en liep toen voor zichtig naar de trap naar hoven, want de stemmen kwamen uit die richting. De kin deren waren op de zolderkamer aan' het oefenen, en zij besloot daarheen te gaan. zorgd hebben, dat aan het ministerie geen spoor over bleef. Ook staat de mogelijkheid nog open, dat het in Guyana zelf, door de ondergeschik ten van Lebon, op eigen houtje is samen gesteld, in de wetenschap, dat men het toch van hooger hand op Dreyfus' dood toeleg de. In elk geval staat het vast, dat de schandelijke en leugenachtige dépêcbo, die een der meest geraffineerde en barbaarsclie schandstukken is, waarvan de geschiedenis gewaagt, in Dreyfus' handen gekomen is Aan dit laaghartig bedrijf knoopt zich nog een ander gevolg vast, hetwelk men waarschijnlijk bij voorbaat niet bad voor zien. Tengevolge nl. van het ellendige tele gram. moest de balling wel gelooven, dat hij door de zijnen in den steek werd gela ten, nu hij ook door zijn eigen vrouw verra den en eerloos gemaakt werd; hij staakte dan ook gedurende drie maanden elke briefwisseling met zijn familie. En dit laat ste feit liet men niet na op de hatelijkste wijze uit te leggen. In de Fransche sckend- pers, de „Petit Journal", „1* Eclair" en der gelijke bladen verscheen voor een paar maanden bet relaas van een bezoek, dat Deniel, de bewaker van den balling, hem in zijn liut had gebracht; daarin werd ver haald, dat Dreyfus geheel onverschillig ge worden was voor zijn familie, en als bewijs van de diepgezonkenheid van den „verra der" werd dan aangevoerd, dat hij op de teederste brieven zijner vrouw niet eens meer antwoordde. Met eenige scheldwoor den aan het adres van den „ellendeling", die zelfs „zijn arme, kleine kinderen" ver gat, werd door de schendbladen dit verhaal dan nog wat gekruid, terwijl ten slotte een beroep gedaan werd op de harten van alle moeders om den diepgezonkene te vervloe ken. Men maakt heel wat misbaar over een te legram, dat de Czaar zou gericht hebben aan prins Louis Napoleon, broeder van Victor Napoleon, ter gelegenheid van diens 36sten verjaardag en waarin de wenscli werd uitgedrukt, dat de jubilaris het cul minatiepunt van zijn leven zou mogen zien aanbreken „waarop hij de wensclien zijner talrijke vrienden in Frankrijk en Rusland zou kunnen verwezenlijken". Eerst heeft men het bestaan van dit tele gram willen ontkennen, maar het feit, dat het in het officieuse orgaan, de „Novosti" is opgenomen, laat nauwelijks twijfel over. Enkelen hebben in het telegram een ver- rand willen lezen van den Czaar aan zijn „hondgenoote" de Fransche Republiek. De „Petit Bleu" weet echter te verzeke ren, dat men in Fransche regecringskrin- gen hoegenaamd niet ontsteld is door dit telegram en men er niets in ziet dan een beleefdheid van den clicf van het Russische leger aan een officier die in zijn leger dient en aan het hof wordt ontvangen. De Czaar doet niets dan den wensch uit drukken, dat de hoop van prins Louis zal verwezenlijkt worden en deze hoop kan zich immers niet uitstrekken tot een „Keizers- droom", aangezien zijn oudste broeder, prins Victor, de eenige legitieme Napoleon tische pretendent is. Daarenboven bewijst de publiciteit, die in het officieuse Russi sche orgaan aan de dépêche gegeven is, dat zij niet die wijde strekking heeft, die men er aan toeschrijft. De Czaar zou trouwens dan de onhandigheid niet begaan hebben Zeer voorzichtig sloop zij de trap op, nu en dan stil staande, daar iedere stap dien zij deed, een licht gekraak veroorzaakte, en zij vreesde dat dit haar tegenwoordigheid zou verraden. Toen zij den zolder bereikte, stond dc deur op een kier. Zij keek door de smalle reet, en waagde het nauwelijks adem te ha len. Van do plaats waar zij stond kon zij juist den kleinen jongen zien in zijn tricot. Hij zag doodsbleek, terwijl bet zweet van zijn gezicht droop. Het scheen dat hij van het hoofd tot de voeten beefde. „Zal je het nu doen of wil je niet?" vroeg de toornige stem van een man. „Ik zal zoo dadelijk je vel van je rug ranselen als je het niet doet. Vooruit." „Ik kan het niet; ik kan het werkelijk niet. Als ik het kon, zou ik het wel doen," antwoordde een klagend stemmetje. „Je zult liet doen. Nog eens, wil je doen wat ik je zeg?" Het kind zei niets; het stond daar, het zwakke, bevende ventje, en er was niemand die het bijstond in zijn vreeselijke beproe ving^ Leila zag Horrox naar de plaats loopen waar het kind stond. Zij hoorde het rietje dat hij in de hand hield, door de lucht flui ten toen het, begeleid door een vloek, neer daalde op het weerlooze knaapje. „Houd op, houd op!" riep Leila uit, de deur openduwend en haastig de kamer bin nentredend. De man was een oogenblik zoo verbaasd om een stuk te publiceeren, dat de vast heid der Franco-Russische alliantie in ge vaar kan brengen. over haar binnendringen, dat hij een stap achteruit deed, waarvan het kind gebruik maakte om naar zijn beschermster toe to loopen, terwijl het uitriep: „O, red mij, red mij 1 Hij slaat mij zoo verschrikkelijk, en ik kan niet doen wat hij wil. De rek is te hoog, en hij verborg zijn gelaat in haar japon. Vóór zich zag zij den grooten, donkeren, woesten man met een wreeden grijns op zijn gelaat en zijn koude, ongevoelige oogen, maar dit boezemde haar geen vrees in. Zij wist niet boe'n onverschrokken-bru talen aard hij had. „Wat brengt u hier V' vroeg hij ruw, ter wijl hij een stap naar haar toe kwam. „Ga weg, de kamer uit, cf ik zal je er uitzetten." „De kreten van pijn van dit ongelukkige kind hebben mij hier gebracht," antwoord de Leila toornig. „Ik heb hem reeds ver scheiden malen gehoord, en vandaag be sloot ik zelf eens te komen kijken. Ik zag hoe u hem sloeg, dat arme kind, maar nu ik hier ben zal u het niet weer doen." Zij sprak alsof kaar tegenwoordigheid en kracht voldoende waren om den vijand af te weren. Maar zij wist nog niet hoe sterk hij was en tot welke wreedheid hij in staat was. „Zoo, zal ik het niet," herhaalde hij ter gend. „Nu, als u er van houdt aan een an dermans deur te luisteren en te komen waar u niet geroepen is, dan moet u hier ook maar blijven totdat ik verkies u te la ten gaan." Uit dit laatste bericht wil men lezen, dat Italië spoedig zijn verzoek om een strook grond zal hei halen. En voordat zij nog zijn bedoeling be greep, liep hij achter haar om en sloot de deur. _Een oogenblik was zij onthutst, en een oogenblik schoot de gedachte aan haar man haar door 't hoofd. „Blijf maar dicht bij me, Willie," zeide zij toen het kind weer begon te beven. „Hij zal je niet slaan," én zij sloeg haar tengere handen om den jongen heen als om hem te beschermen. Met een vreeselijken vloek beval Horrox den jongen bij hem te komen Leila voelde hoe hij zich bewoog als om zich vrij te maken uit haar omarming en aan zijn meesters bevel tc gehoorzamen. „Ga niet naar hem toe. Ik zal je bescher men, vent," zeide zij om hem gerust te stel len. Weer rolde er een vreeselijke vloek van 's mans lippen, en toen voelde Leila koe de jongen uit haar armen werd gescheurd. „U ziet dat i k hier de baas ben, en de jongen is van mij." „Dat is hij niet," antwoordde Leila moe dig, ofschoon haar hart van vrees begon te kloppen, „Mijn man zegt dat geen der kin deren van u is, en u zal Willie niet mis handelen als u liet toch doet, dan zal de wet hem beschermen." Wordt vervolgd.) Gemengde MededccIIngen. Keizer "Wilhelm moet nu van zijn Noor- schen tocht een telegram gericht hebben aan zijn ouden leermeester Hinspeter, waarin hij zijn beslisten wil uitdrukt om het stucht- huisontwerp" tot wet te verheden. Dit tele gram heeft in Duitschland groote ontroering te weeg gebracht. Mocht het waar zijn dat Wilhelm zijn wil wensclit door te zetten, dan dreigt er een zeer ernstig conflict met den Rijksdag. De «Gazette de France" maakt bekend dat den 21 en 22 Juli de royalisten van alle ge meenten in Frankrijk in cougres samen zijn gekomen in Parijs. Geuurende die twee dagen hebben de leden overwogen «welke maat regelen er in de gegeven omstandigheden te nemen" waren en de middelen te bespreken die ten gunste van den hertog van Oileans konden worden aangewend. Er is een bureau voor de propaganda ingesteld; deze piopa- gandn zal strikt gescheiden blijven van de politieke actie. Tiarieux heeft aan den minister van oor log een brief gezonden om hem er op te wijzen, dat twee jaar geleden in de schiet school te Bourges een zekere Thomas, een soldaat, die wegens een moordaanslag op ko lonel Gastine, ter dood veroordeeld is, 'n bom, «bom van Bourges" genaamd, aan een buiten- landsche mogendheid heeft verkocht. Trarieux concludeert, dat als een eenvoudig artillerist een bom te Bourges heeft kunnen machtig worden, het niet noodig is, dat slechts een kapitein een «bom Roden" heeft kunnen verkrijgen. Trarieux dringt op een onderzoek aan en zegt dat het dossier-Thomas aan het departement' van oorlog berust. Nationalisten beweren, dat Dérouiède te Rennes lezingeD zal gaan houden tjjdens het proces Dreyfus, dat nu, volgens een depeche aan de vTemps" op 7 Augustus is gesteld. Gedurende de tentoonstelling te Parijs in 1900 zal aldaar van 30 Juli 5 Augustus een internationaal congres van openbare ge zondheid gehouden worden. President is Casimir Periersecretaris-generaal dr. H. Thuiié, 7 Rue Cambacérès te Parijs. I11 de Spaanschc Kamer van Afgevaar digden lieeft de heer Romero geprotesteerd tegen de Carlistiscke manifestatie van den aartsbisschop van Sevilla. De markies de Ceralbo, de vertegenwoor diger van don Carlos in Frankrijk, heeft of ficieel aanzegging gekregen om de grens te verlaten en zich boven de Loire te vestigen. De Itahaansche regeering heeft het ko ninklijk besluit van 22 Juni betreffende de persdeheten toegepast en het dagblad „Ita lia" geschorst. Men wist te vertellen, dat de nieuwe Ita- liaansche gezant in China, Salvagaraggi, zijn excuses aan de Ghineesche regeering zou aan geboden hebben voor het optreden van zijn voorganger. Dit wordt nu categorisch tegen gesproken evenals liet gerucht dat de Chinee- sche regeering aan Italië zou te kennen gegeven hebben, dat het volstrekt nutteloos was om opnieuw op verpachting van een terrein aan te dringen. De heer Elihu Root is als opvolger van Alger benoemd tot minister van marine in de Vereenigde Staten. De eerste daad van den nieuwen titularis zal wel zijn generaal Otis te vervangen als chef van het Amerikaansche leger op de Phi- lippijnen en den veldtocht tegen Aguinaldo met kracht aan te vatten. Vredesconferentie. De Parijsche editie van de «New-York Herald" publiceert den volledigen tekst van het arbitragevoorstel, zooals het de vorige week door de Conferentie is aangenomen. Daaruit spruit voort, dat een permanent Hof van Arbitrage te 's-Gravenhage zal ge vestigd worden, dat ae leden voor zes jaren zullen worden benoemd met hernieuwbaar mandaat en dat de debatten ingeval van internationaal conflict in geheime zitting in de taal, die het Hof zal bepalen, zullen ge voerd worden. Slechts zal de uitspraak gepubliceerd woiden. Tegen het einde der week zal de Confe rentie vermoedelijk gesloten worden. De Turkscke gedelegeerde tor Vredescon ferentie heeft Zaterdag in hefc hotel d'Oran- ge te Scheveningen een luisterrijk diner aangeboden aan zijn collega's en andere ge- noodigden, meerendeels van de diplomatie. De Minister van Buitenlandsche Zaken zat ter rechterzijde van den gastheer; graaf Nigra, ambassadeur van Italië, aan zijn linkerzijde. Woensdag a.s. wordt een tweede diner gegeven door Turkken-pacha. De Zuid-Amerika Rijn. Naar wij vernemen is thans door de Zuid- Amerika Lijn met de iieeren Russel Co. te Port Glasgow gecontracteerd voor den bouw van drie stoomschepen, lang 390', breed 51' diep 28", met een draagvermogen van 6000 tons op 22' 6", met triple-expancie machines en cylinders 27" 42" 69" en 54" slag. De stoomschepen zullen uit staal gebouwd worden en Lioyds hoogste klasse verkrijgen. Vereeniging voor Lijkverbranding. Te Arnhem had Zaterdag de 24e jaar- lijksche algemeene vergadering der Vereeni- ging voor Lijkverbranding plaats, onder leiding van den heer J. M. Pijnacker Hordijk van 's-Gravenhage. De voorzitter opende de vergadering met eeu kort woord, waarin hij het betreurde, dat in ons vrije Nederland alsnog de lijkver branding niet is toegelaten en daarom de leden tot krachtige propaganda aanspoorde. Daarna deelde de alg. secretaris de be moeiingen van het Hoofdbestuur mede in zake de plaatsing van een model-crematorium op de Geneeskundige Tentoonstelling en bracht verslag uit van den toestand der Vereeniging in 1898. Wij ontleenen daaraan het volgende Het aantal ieden ging met 21 vooruit, een aanwijzing, dat in de zaak, die de Vereeni ging voorstaat, meer belangstelling komt. De crematies voor rekening der vereeniging

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1