No. 9999 53"* Jaargang. Dinsdag 1 Augustus 1899. CIECÜSSLAVEN, BUITENLAND. BINNENLAND. f Wordt vervolgd.} SCH EDAMSCIUE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaar lingen 11. 1.25. Franco per post fl. 4.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBoterstraat 68. Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel meer 12'/s cents. Reclames 30 cents per regel, Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Ttleine advertentiëu opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon 35fo, 123, Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 31 Juli '99. Quesnay de Beaurepaire is in de „Echo de Paris" voor den dag gekomen met het resultaat van zijn persoonlijk onderzoek in de zaak-Dreyfus. Wij dienen er even bij stil te staan; maar het zal ook niet meer dan „even" zijn. De, laat ons hopen, laatste dwaasheid van den oud-magistraat is noch tijd noch ruimte waard. Wij kunnen al da delijk zijn. dossier aldus resumeerenhet bevat geen enkel bewijs van Dreyfus' schuldliet noemt zelfs niet de namen zij ner zegslieden; het bevat allerbespottelijk- ste verhalen die het merk der leugen duide lijk vertoonen. Quesnay heeft zijn dossier verdeeld in vijf gedeelten. Het eerste onthult, het ware karakter der campagne, nl. de overwinning niet van een persoon, maas: van een secte. Het tweede'.deel behandelt de intrige om een veroordeelde dien men schuldig weet, in eer te herstellen. Het derde gedeelte gaat over Dreyfus' antecedenten, en het vierde pver zijn buitensporige uitgaven (na tuurlijk om een motief voor Dreyfus' ver raad te vinden). Het vijfde deel eindelijk bevat een collectie „bewijzen" van Dreyfus' schuld. Wat de drie eerste afdeelingen betreft, alleen dit. Aangenomen dat er een campag ne bestond die aan een secte de overwin ning wil bezorgenaangenomen dat er een intrige bestaat om Dreyfus, dien men schul dig acht, toch te doen vrijspreken, het bestaan van die campagne en van dat com plot bewijzen natuurlijk niets voor Drey fus' schuld. Zijn groote uitgaven zijn een onwaarheid; dit is reeds tot vervelens toe bewezen. De „antecedenten" van Dreyfus bestaan uit een losse bewering van Quesnay dat Dreyfus zich reeds vroeger aan verraad heeft schuldig gemaakt; bewijs ontbreekt natuurlijk. En nu de bewijzen. Quesnay schrijft aan het slot dat hij „andere feiten en andere stukken zou hebben kunnen noemen, maar van oordeel was, dat die te vaag waren, of te onzeker of verdacht." Maar wat zegt men dan wel van deze ver klaring van een Duitsch officier: „De Joden in Elzas hebben der Duitsche regeering een bewijs van erkentelijkheid willen geven voor haar goed bestuur en heb ben daarom een der hunnen beschikbaar ge steld voor spionnendieiist. Die ééne was Dreyfus." En dan deze woordelijke verklaring „Drie maanden geleden ongeveer heeft de getuige verklaard, dat hij uit gezaghebben de b'*on had gehoord dat Dreyfus schuldig is." Hebben wij niet gelijk, dat zoo'n dossier nocli tijd noch ruimte waard is 1 Tegelijk publiceert de „Figaro" de ver klaringen door Du Paty de Clam en kapi tein Cuignet voor het Hof van Cassatie af gelegd. Men weet dat Du Paty zich ver schuilt achter zijn chefs, dat Cuignet daar entegen alle schuld op Du Paty werpt. Toch zou, naar de „Matin" en andere bla den verzekeren, Du Paty er in geslaagd zijn kapitein Tavernier die de instructie tegen hem leidt, te overtuigen dat hij in alles ge- 3>OOB AMYIE READE. 26) Zijn gelaat stond zeer ernstig en boos. D© groep waarvan Cleo deel uitmaakte, merkte het op en begreep dat het gesprek van het echtpaar niet van het aangenaam ste was. Castelli zag dat aller oogen op hen ge richt waren en om hieraan een eind te ma ken, gaf hij een van de stalknechts bevel om een barrière te brengen, waar Leila over moest springen. Hij naderde het paard co onderzocht nauwkeurig gebit en teugel. „Als je soms verwacht dat ik er vandaag veilig over zal komen, dan heb je het mis, want ik heb er geen moed toe," sprak Lei- la, bevende van opgewondenheid. Zij was nog slechts een paar keeren over de barrière gesprongen, en Castelli nam al tijd alle mogelijke voorzorgen voor haar vei ligheid; nu had hij zich stellig voorgeno men, dat zij den sprong zon wagen. „Kom, Leila, wees nu eens dapper," voeg de hij haar vriendelijk toe. „Laten ze nu allen eens zien wat je doen kunt. Zou je 't nu niet doen, omdat er een vijandin hier is? Toon haar liever hoe bedreven je bent en hoe trotsch ik op je ben." Deze woorden waren voldoende om haar al haar moed en vastberadenheid te her geven. Hij kon haar niet beter hebben aange vuurd, dan door haar deze enkele volzinnen toe te voegen. kandeld heeft naar de bevelen zijner supe rieuren. Dat Du Paty in het hospitaal is opgeno men, is onjuist, schoon hij wel lijdt aan een lever aandoening. Over' het proces-Dreyfus dat, naar men vermoedt, 10 dagen zal duren, wat wel kort schijnt, verneemt men nog dat de eerste ge tuige zal zijn Casimir-Périer, de oud-presi dent der Republiek. Daarna worden de vijf oud-ministers van oorlog gehoord. Emile Zola heeft verklaard dat hij niet naar Rennes gaat. De minister van oorlog heeft het schrij ven van Trarieux over de mogelijkheid dat de bekende bom-Robin ook door anderen verkocht kon zijn, doorgezonden aan den krijgsraad. Trarieux geeft nu aan den mi nister de namen der getuigen op die in deze quaestie gehoord zouden kunnen worden. Men verzekert dat alle prefecten en on derprefecten bevel hebben gekregen zich tij dens het proces-Dreyfus op hun post te be vinden. Te Rennes wordt vanwege de dreyfusards een geschiedkundig overzicht der Zaak ver spreid, terwijl de tegenpartij van haar kant- de redevoeringen van Paul Déroulède en Marcel Habert voor de assisen iaat uitdee- len. Evenwel, de stemming is er goed. Her haaldelijk wordt mevrouw Dreyfus en kaar familie sympathie betuigd door de bevol king. eemengdc IHededeclIngen. De veiklaringen der Engelsche regeeriug in Lager- en HoogerUuis hebben zoowel itt Engeland als in Zuid-Afrika den indiuk teweeggebracht, dat op het oogenbhk de vredespartij in het Britsehe ministerie domi neert. Het voornemen van Chamberlain om de Transvaalsche kieswet te doen ondei zoeken door eene gemengde commissie wordt nogal cynisch opgenomen. Lord Roseberry heeft in een toespraak tot leerlingen van Epsom hun majoor Mar- chand voor oogen gesteld als een voorbeeld van energie en onbaatzuchtigheid. Loubet zal niet de Loire-mauoeuvres, wel de groote eindrevue bijwonen, bij welke ge legenheid hij een diner zal aanbieden aan de generaals. Majoor Carrière, de regeeringscommissaris te Rennes, laat een onderzoek instellen naar de wijze waarop de »Matin" in het bezit is gekomen van Esterhazy's laatste onthullingen. Te Mende heeft de meeting waarin Dé roulède, Habert en Millevoye spraken, aan leiding gegeven tot opstootjes, waarbij zelfs de troepen te pas moesten komen. In het paleis van justitie te Parijs wordt Tiouillot, den oud-rnmisler van koloniën, te laste gelegd dat hij den procureur-generaal in kennis zou hebben gesteld van de auti- republikeinsche taal van een deurwaarder, waarop deze een berisping heeft gekregen. Toen Trouillot nu Zaterdag in een zaak pleitte, hield een groot aantal advocaten een manifestatie tegen hem. In Oostenrijk gaat men voort te protes- De mannen plaatsten de barrière in posi tie en Castelli riep Leila toe „Ben je klaar? Ga nu achteruit zitten, flink achteruit, dan zal het zeker gaan, en het paard je er veilig over brengen." En het ging goed. Zonder een oogenblik te aarzelen nam zij een aanloop en kwam behouden aan den anderen kant. „Denk om de deurpost, mevrouw," zei een. van de stalknechts, „u zal uw hoofd verpletteren als u niet bukt." „Dat zou een vreeselijke dood zijn," ant woordde Leila, die den man voor zijn waar schuwing dankbaar was. Haar echtgenoot naderde haar en be loonde haar met een glimlach, zoodat Leila voldaan was over haar succes. Maar er was er één die den man om zijn tijdige waarschuwing wel had kunnen ver- wenschen, eene wier -wrok tegen een on schuldige vrouw nog onverminderd was; in haar hart sluimerde een doodelijke haat, en zij had de schoone paardrijdster wel kun nen vermoorden als ïij gedurfd' had. Harts tocht, jaloerschheid en onbeantwoorde lief de böheeracliten "haar gelieele bestaan. Leila was gelukkig in haar werkkring, te meer daar zij nog niet getuige geweest was van wreedheden gedurende den korten tijd dien zij in het circus had dborgebracht. Op zekeren morgen was zij vroeger dan gewoonlijk. Zij ging langs de paarden in de stallen, sprak een vriendelijk woord tot de vier honden die in een ongebruikte stal aan het spélen waren en begaf zich toen naar de arena. Zij begon zich nu eenigszins thuis te gevoelen in het groote holle, koude ge bouw, en haar echtgenoot had haar toege staan zooveel in en uit te loopen als zij ver teeren tegen de toepassing van art. 14 der grondwet en de goedkeuring bij Koninklijk besluit van het Vergelijk. Ook tegen nieu we belastingen, vooral die op suiker, open baart zicb krachtig verzet. De Russische regeering heeft krachtig ge protesteerd tegen de uitbanning van som mige Russische journalisten uit Servië. De gezant heeft een onderhoud van meer dan een uur gehad met ex-koning Milan. Volgens geruchten trekken gewapende benden Bulgaren door Macedonië en trach ten de bevolking op te zetten. Een dier ben den zou in handen van Turkscbe troepen gevallen en door deze neergehakt zijn. Hun hoofden zouden tentoongesteld zijn. Zou 't waar zijn Een officieuse nota der Chineesohc regee ring ontkent dat er sprake is van een ver bond met Japan. De correspondent der „N.-Y. Herald" te Triest heeft admiraal Dewey geïnterviewd. De admiraal was zeer slecht te spreken op Duitschland dat altijd een andere mogend heid belet te verkrijgen wat het zelf niet kan verwelven. Dewey oordeelde dat de Vereenigde Staten voor een sterke vloot moesten zorgen want de eerstvolgende oor log zou tegen Duitschland zijn. Engeland noemde hij den natuurlijken bondgenoot der Vereemgde Staten. De „Morning Post" verneemt dat het de partement van oorlog te Washington de vraag overweegt of er aanleiding is gene raal Otis, den leger-aanvoerder op de Flii- lippijnen, voor een krijgsraad te dagen. Te Parijs is overleden generaal Guzman Blanco, ouid-president van Venezuela. Blan co, een merkwaardig en begaafd staatsmarfï' was de ziel der revolutie van '70 die een eind maakte aan de in Venezuela heer- schende anarchie. Als dictator voerde hij met groote energie velerlei hervormingen in. Hij was vervolgens president van 1873 1877, van 1880—1884 en van 1886—1887. Daarna was hij gezant te Parijs. If. If. de Koningin en de Pans. Wij laten hier in hun geheel volgen de brieven, gewisseld tusschen H. M. de Ko ningin en den Paus, die Zaterdag bij de sluiting der Vredesconferentie werden voorgelezen. De brief van H. M. luidde Aan Zijne Heiligheid den Paus. Zeer Doorluchtige Hooge Priester I Daar Uwe Heiligheid, wiens welsprekend woord zich altijd met zooveel gezag ten gunste van den vrejle heeft verheven, on langs in zijn Allocutie van 11 April jl. deze edelmoedige gevoelens meer bijzonder heeft uitgedrukt nopens de betrekkingen der vol ken onderling, heb Ik 't Mijn plicht geacht hem mede te deelen, dat op 't verzoek en het initiatief van Z. M. den Keizer aller Russen, door Mij tegen den 18en van de volgende maand een conferentie te 's-Gra- venhage is bijeengeroepen, welke geroepen zal worden de middelen na te sporen om te komen tot een vermindering van de zwaar drukkende militaire uitgaven in den tegen- koos als hij er was, maar juist dien dag was hij voor zaken niet in heb circus, en sig- nor Pandini zou dezen keer als stalmeester d'ienst doen. Opeens trof eeu dof, aanhoudend paar dengetrappel Leila's oor, afgewisseld door zweepslagen. Stellig was er iemand aan 't repeteeren; haar vrouwelijke nieuwsgierig heid liet haar geen rust, en zij besloot te gaan kijken, wat er voorviel. Een vreeselij ke vloek, gevolgd door zweepslagen en een schrille angstkreet trof haar oor. Haastig trok zij d'e zware gordijnen die voor den in gang hingen, terzijde, en ai dte verschrik kingen van het cireusleven vertoonden zich aan haar oog. Het daglicht dat door de hooge vensters naar binnen viel, gaf het circus met zijn honderden leege zitplaatsen een kil en som ber aanzien; in de arena zelf was niets te zien dan een booze man en een meisje, ge huld in een wijd grauw hemd en een dito pantalon, die aan de knieën open hing. Zij was een paar malen gevallen en had zoo juist van haar meester eenige gevoelige sla gen gehad. Zij zag erg bleek en haar gelaat droeg de sporen van angst en lijden. Leila verborg zich achter de gordijnenzij wilde niét terug gaan, maar evenmin dat men zou weten diat zij daar was. Nog eens en nog eens werd de hoepel het meisje voorgehouden, maar uit vrees voor haar meester dorst zij op het laatste oogen blik niet te springen. Leila zag hoe zij van het paard gerukt werd, en haar met een dunne rotting zulk een kastijding werd toegediend, dat zij hui verend terugdeinsde. Haar kreten om genade en de vemede- woordigen tijd en om zoo mogelijk de oor logen te voorkomen of ten minste de gevol gen er van te verzachten. Ik ben overtuigd dat Uwe Heiligheid met sympathie het bijeenkomen van deze conferentie zal begroeten en Ik zal Mij zeer gelukkig gevoelen wanneer Hij, getuigenis gevende van deze hooge sympathie, zijn ge- waardeerd'en, zedelijken steun zou willen verschaffen aan het groote werk, dat vol gens deedelmoedige voornemens van den edeldenkenden Keizer aller Ruslanden "i Mijne residentie zal worden uitgevoerd. Ik maak volgaarne van deze gelegenheid gebruik, Zeer Doorluchtige Hooge Priester, om Uwe Heiligheid opnieuw te betuigen de verzekering van Mijne hooge achting en van Mijne persoonlijke toewijding. Hausbad'en, 7 Mei 1899. De Paus antwoordde Aan Hare Majesteit Wilhelmina, Koningin der Nederlanden. Majesteit. Niet anders dan aangenaam kon ons het schrijven wezen, waarin Uwe Majesteit, ons kennis gevende van de bijeenkomst der vre desconferentie in de hoofdstad van Haar Koninkrijk, de oplettendheid heeft gehad, voor deze vergadering onzen zedelijken steun te vragen. Wij haasten ons, uiting te geven aan onze levendige sympathieën zoo wel voor den verheven ontwerper der confe rentie en voor Uwe Majesteit, die zich ge haast heeft aan deze een eervolle gastvrij heid aan te bieden, als voor het bij uitstek zedelijke en weldadige doel, waarbeen de werkzaamheden leiden, die reeds een aan vang genomen hebben. Wij achten het zeer bijzonder op onzen weg te liggen, niet slechts onzen moreelen steun te verieenen aan soortgelijke ondernemingen, maar ook daartoe daadwerkelijk mede te werken; immers, het geldt een zaak in haar wezen van vorstelijken adeldom en innig verbon den met ons verheven ambt, hetwelk door den goddelijken stichter der Kerk en krach tens eeuwenoude traditiën een hooge inves tituur bezit als bemiddelaar van den vrede. Immers, bet Pauselijk oppergezag over schrijdt de grenzen de. ,satiën; het omvat alle volkeren, ten einde aen samen te bren gen in den waren vrede van het Evangelie. Zijn werkzaamheid, ten doel hebbende het algemeen welzijn der menschheid te bevor deren, verlieft zich boven de particuliere belangen, die de hoofden der verschillende staten voor oogen hebben, en beter dan iemand kan zij de verschillende volkeren van zoo verscheidene geaardheid tot een dracht bewegen. De geschiedenis op haar beurt komt ge tuigen van al wat onze voorgangers verricht hebben om door hun invloed de helaas noodzakelijke wetten van den oorlog te ver zachten, ja zelfs om, waar verschillen tus schen Vorsten gerezen waren, bloedige bot singen te voorkomen, op vriendschappelijke wijze de hevigste strijdvragen onder ver schillende stammen uit den weg te ruimen en moedig liet recht der zwakken tegen de vorderingen der sterken te verdedigen. En ook ons is het gegeven geweest, ern stige geschillen tusschen roemruchtige stammen als Duitschland en Spanje uit den weg te ruimen, en zelfs op dit oogenblik koesteren wij de hoop, de eendracht te her stellen tusschen twee stammen van Zuid- ring die het meisje onderging, deden Leila bijna flauwvallen. Door het vreeselijke schouwspel was zij als aan de plaats vast genageld en zij durfde zich niet verroeren. Vroeger zou zij stellig om hulp geroepen hebben, of zelf handelend zijn opgetreden, maar tegenwoordig voelde zij een zekeren angst voor Castelli, en zij zou niet graag zijn toorn hebben opgewekt, zoo zij dit kon vermijden. Toen de man zijn woede had gekoeld, schopte hij haar eenige malen, en toen nam haar vreeselijke les een eind. Leila ontsnapte uit haar schuilplaats en begaf zicli naar bet kamertje, dat gewoon lijk door haar man en signor Pandini ge bruikt werd. Zij voeld'e zicb ziek en afge mat. En was het niet geweest dat zij bang was zich Castelli's ongenoegen op den hals te halen, dan had zij Pandini verzocht van daag van de les af te zien. Hij stond evenwel al te waclften en sprak toen zij binnenkwam„Zou de les van Du- taste al afgeloopen zijn Hij houdt zijn leer ling zoo vreeselijk lang!" „Ja, ik geloof dat de les uit is," sprak Leila flauw, „want een oogenblik geleden kwam ik hem tegen." „Dan zullen wij maar dadelijk begin nen," sprak Piandini, en samen begaven zij zich in de arena. Het paard werd voorge bracht, maar Leila deed werktuigelijk haar plicht, alsof haar gedachten Ver van het circus verwijderd waren. Eéns of tweemaal maakte Pandini aanmerkingen op haar on oplettendheid, en vreezende dab zij haar macht over het paard zou verliezen, riep hij haar vrij scherp tob de orde. „Mij dunkt, mevrouw, dat u even goed uw best kan Amerika, die hun geschil aan onze uit spraak hebben onderworpen Niettegenstaande de moeilijkheden, die kunnen rijzen, zullen wij voortgaan, omdat onze plicht ons oplegt onze op de traditie berustende roeping te vervullen, zonder naar iets anders te trachten dan naar het algemeen welzijn, zonder and'eren roem te begeeren dan te dienen de heilige zaak der christelijke beschaving. Wij verzoeken Uwe Majesteit, wel te wil len aanvaarden de betuigingen van onze bij zondere achting en de uiting der beste wen- sehen, welke wij vormen voor Haar welzijn en dat van Haar Koninkrijk. Van het Vatieaan, den 29 Mei 1899. (w. g.) LEO P. P. XIII. V redesconferentfe. Op den 29en Juli 1899 heeft op het Huis ten Bosch de onderteekening plaats gehad; van de Acte Final der Internationale Vre desconferentie, welk stuk onderteekend is door de gevolmachtigden van alle ter Con ferentie vertegenwoordigde Staten, te wei ten Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Bel- gie, China, Denemarken, Spanje, Ver. Sta ten van Amerika, Vereenigde Staten van Mexico, Frankrijk, Groot-Britannië en Ier land, Griekenland, Italië, Japan, Luxem burg, Montenegro, Nederland, Perzië, Por tugal, Rumenié, Rusland, Servië, Siam, Zweden en Noorwegen, Zwitserland, Tur kije en Bulgarije. Op 29 Juli 1899 heeft op het Huis ten Bosch de onderteekening plaats gehad van de volgende verdragen: lo. betreffende de beslechting van inter nationale geschillen langs vreedzamen weg. Dit verdrag is onderteekend door de ge volmachtigden der navolgende Staten: België, Denemarken, Spanje, Vereenigde Staten van Amerika (met voorbehoud), Vereemgde Staten van Mexico, Frankrijk, Griekenland, Montenegro, Nederland, Per zië, Portugal, Rumenië (met voorbehoud), Rusland, Siam, Zweden en Noorwegen en Bulgarije. 2o. betreffende de regelen en gebruiken in den oorlog te land, 3o, nopens de uitbreiding tot den zes-oor log van de beginselen der conventie van Ge neve van 22 Augustus 1864. Deze verdragen zijn onderteek end door de gevolmachtigden der navolgende Sta ten België, Denemarken, Spanje, Vereenigde Staten van Mexico, Frankrijk, Griekenland, Montenegro, Nederland, Perzië, Portugal, Rumenië, Rusland, Siam, Zweden en Noor wegen en Bulgarije. Op den 29en Juli 1899 heeft op het Huis ten Bosch de onderteekening plaats gehad van de navolgende verklaringen lo houdende verbod van het werpen van projectielen of ontplofbare stoffen uit bal lons of op dergelijke nieuwe wijzen. Deze verklaring is onderteekend d'oor de gevolmachtigden der navolgende Staten België, Denemarken, Spanje, Vereenigde Staten van Amerika, Vereenigde Staten van Mexico, Frankrijk, Griekenland, Mon tenegro, Nederland, Perzië, Portugal, Ru menië, Rusland, Siam, Zweden en Noorwe gen, Turkije en Bulgarije. doen, ook ais uw echtgenoot er niet bij is; 't is heel onaardig van u om zoo slecht te rijden," sprak hij boos. Leila voelde dat de man gelijk had; zij trachtte dan ook haar leed te vergeten, en spande al haar krachten in „Nu is 't goed, mevrouw, heel goed," sprak Pandini van tijd tot tijd, en toen de les afgeloopen was, was zij dankbaar dat hij zoo tevreden was. Toen ging zij onderzoek doen naar het ongelukkige mishandelde meisje, wier naam zooals zij hoorde Louie Paran was. Maar er verliep een week voordat zij in de gelegen heid was haar te sprekenna dien tijd had zij eens of tweemaal een. geheime samen komst met haar. Leila schrikte toen zij van haar voortdu rend lijden hoorde. „Ochtend, middag en avond moet ik re peteeren, want moet i'k niet op 't paard, dan moet ik gymnastiek maken. Ik heb nooit rust," sprak het meisje treurig, „mijn geheele lichaam is met blauwe plekken be dekt; soms doen al mijn ledematen mij pijn en kan ik 's nachts niet slapen. Mijn leven is niets dan ellende.' „Nu maar dat zal niet altijd zoo duren," sprak Leila met overtuiging. „Er zal' toch wel eens een tijd komen dat je vrij bent even als alle anderen." Het meisje zuchtte, dat tijdstip was nog zoo ver verwijderd. „Ik ben nog pas zestien jaar," hernam zij, „en ik moet nog vijf jaar mijn meester dienen."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1