No. 9999
53"* Jaargang.
Dinsdag 1 Augustus 1899.
CIECÜSSLAVEN,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
f Wordt vervolgd.}
SCH EDAMSCIUE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaar lingen 11. 1.25. Franco
per post fl. 4.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel
meer 12'/s cents. Reclames 30 cents per regel, Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Ttleine advertentiëu opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon 35fo, 123,
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 31 Juli '99.
Quesnay de Beaurepaire is in de „Echo
de Paris" voor den dag gekomen met het
resultaat van zijn persoonlijk onderzoek in
de zaak-Dreyfus. Wij dienen er even bij stil
te staan; maar het zal ook niet meer dan
„even" zijn. De, laat ons hopen, laatste
dwaasheid van den oud-magistraat is noch
tijd noch ruimte waard. Wij kunnen al da
delijk zijn. dossier aldus resumeerenhet
bevat geen enkel bewijs van Dreyfus'
schuldliet noemt zelfs niet de namen zij
ner zegslieden; het bevat allerbespottelijk-
ste verhalen die het merk der leugen duide
lijk vertoonen.
Quesnay heeft zijn dossier verdeeld in
vijf gedeelten. Het eerste onthult, het ware
karakter der campagne, nl. de overwinning
niet van een persoon, maas: van een secte.
Het tweede'.deel behandelt de intrige om
een veroordeelde dien men schuldig weet,
in eer te herstellen. Het derde gedeelte
gaat over Dreyfus' antecedenten, en het
vierde pver zijn buitensporige uitgaven (na
tuurlijk om een motief voor Dreyfus' ver
raad te vinden). Het vijfde deel eindelijk
bevat een collectie „bewijzen" van Dreyfus'
schuld.
Wat de drie eerste afdeelingen betreft,
alleen dit. Aangenomen dat er een campag
ne bestond die aan een secte de overwin
ning wil bezorgenaangenomen dat er een
intrige bestaat om Dreyfus, dien men schul
dig acht, toch te doen vrijspreken, het
bestaan van die campagne en van dat com
plot bewijzen natuurlijk niets voor Drey
fus' schuld. Zijn groote uitgaven zijn een
onwaarheid; dit is reeds tot vervelens toe
bewezen. De „antecedenten" van Dreyfus
bestaan uit een losse bewering van Quesnay
dat Dreyfus zich reeds vroeger aan verraad
heeft schuldig gemaakt; bewijs ontbreekt
natuurlijk.
En nu de bewijzen. Quesnay schrijft aan
het slot dat hij „andere feiten en andere
stukken zou hebben kunnen noemen, maar
van oordeel was, dat die te vaag waren, of
te onzeker of verdacht."
Maar wat zegt men dan wel van deze ver
klaring van een Duitsch officier:
„De Joden in Elzas hebben der Duitsche
regeering een bewijs van erkentelijkheid
willen geven voor haar goed bestuur en heb
ben daarom een der hunnen beschikbaar ge
steld voor spionnendieiist. Die ééne was
Dreyfus."
En dan deze woordelijke verklaring
„Drie maanden geleden ongeveer heeft de
getuige verklaard, dat hij uit gezaghebben
de b'*on had gehoord dat Dreyfus schuldig
is."
Hebben wij niet gelijk, dat zoo'n dossier
nocli tijd noch ruimte waard is 1
Tegelijk publiceert de „Figaro" de ver
klaringen door Du Paty de Clam en kapi
tein Cuignet voor het Hof van Cassatie af
gelegd. Men weet dat Du Paty zich ver
schuilt achter zijn chefs, dat Cuignet daar
entegen alle schuld op Du Paty werpt.
Toch zou, naar de „Matin" en andere bla
den verzekeren, Du Paty er in geslaagd zijn
kapitein Tavernier die de instructie tegen
hem leidt, te overtuigen dat hij in alles ge-
3>OOB
AMYIE READE.
26)
Zijn gelaat stond zeer ernstig en boos.
D© groep waarvan Cleo deel uitmaakte,
merkte het op en begreep dat het gesprek
van het echtpaar niet van het aangenaam
ste was.
Castelli zag dat aller oogen op hen ge
richt waren en om hieraan een eind te ma
ken, gaf hij een van de stalknechts bevel
om een barrière te brengen, waar Leila over
moest springen. Hij naderde het paard co
onderzocht nauwkeurig gebit en teugel.
„Als je soms verwacht dat ik er vandaag
veilig over zal komen, dan heb je het mis,
want ik heb er geen moed toe," sprak Lei-
la, bevende van opgewondenheid.
Zij was nog slechts een paar keeren over
de barrière gesprongen, en Castelli nam al
tijd alle mogelijke voorzorgen voor haar vei
ligheid; nu had hij zich stellig voorgeno
men, dat zij den sprong zon wagen.
„Kom, Leila, wees nu eens dapper," voeg
de hij haar vriendelijk toe. „Laten ze nu
allen eens zien wat je doen kunt. Zou je 't
nu niet doen, omdat er een vijandin hier
is? Toon haar liever hoe bedreven je bent
en hoe trotsch ik op je ben."
Deze woorden waren voldoende om haar
al haar moed en vastberadenheid te her
geven.
Hij kon haar niet beter hebben aange
vuurd, dan door haar deze enkele volzinnen
toe te voegen.
kandeld heeft naar de bevelen zijner supe
rieuren.
Dat Du Paty in het hospitaal is opgeno
men, is onjuist, schoon hij wel lijdt aan een
lever aandoening.
Over' het proces-Dreyfus dat, naar men
vermoedt, 10 dagen zal duren, wat wel kort
schijnt, verneemt men nog dat de eerste ge
tuige zal zijn Casimir-Périer, de oud-presi
dent der Republiek. Daarna worden de vijf
oud-ministers van oorlog gehoord.
Emile Zola heeft verklaard dat hij niet
naar Rennes gaat.
De minister van oorlog heeft het schrij
ven van Trarieux over de mogelijkheid dat
de bekende bom-Robin ook door anderen
verkocht kon zijn, doorgezonden aan den
krijgsraad. Trarieux geeft nu aan den mi
nister de namen der getuigen op die in deze
quaestie gehoord zouden kunnen worden.
Men verzekert dat alle prefecten en on
derprefecten bevel hebben gekregen zich tij
dens het proces-Dreyfus op hun post te be
vinden.
Te Rennes wordt vanwege de dreyfusards
een geschiedkundig overzicht der Zaak ver
spreid, terwijl de tegenpartij van haar kant-
de redevoeringen van Paul Déroulède en
Marcel Habert voor de assisen iaat uitdee-
len.
Evenwel, de stemming is er goed. Her
haaldelijk wordt mevrouw Dreyfus en kaar
familie sympathie betuigd door de bevol
king.
eemengdc IHededeclIngen.
De veiklaringen der Engelsche regeeriug
in Lager- en HoogerUuis hebben zoowel itt
Engeland als in Zuid-Afrika den indiuk
teweeggebracht, dat op het oogenbhk de
vredespartij in het Britsehe ministerie domi
neert.
Het voornemen van Chamberlain om de
Transvaalsche kieswet te doen ondei zoeken
door eene gemengde commissie wordt nogal
cynisch opgenomen.
Lord Roseberry heeft in een toespraak
tot leerlingen van Epsom hun majoor Mar-
chand voor oogen gesteld als een voorbeeld
van energie en onbaatzuchtigheid.
Loubet zal niet de Loire-mauoeuvres, wel
de groote eindrevue bijwonen, bij welke ge
legenheid hij een diner zal aanbieden aan
de generaals.
Majoor Carrière, de regeeringscommissaris
te Rennes, laat een onderzoek instellen naar
de wijze waarop de »Matin" in het bezit is
gekomen van Esterhazy's laatste onthullingen.
Te Mende heeft de meeting waarin Dé
roulède, Habert en Millevoye spraken, aan
leiding gegeven tot opstootjes, waarbij zelfs
de troepen te pas moesten komen.
In het paleis van justitie te Parijs wordt
Tiouillot, den oud-rnmisler van koloniën, te
laste gelegd dat hij den procureur-generaal
in kennis zou hebben gesteld van de auti-
republikeinsche taal van een deurwaarder,
waarop deze een berisping heeft gekregen.
Toen Trouillot nu Zaterdag in een zaak
pleitte, hield een groot aantal advocaten een
manifestatie tegen hem.
In Oostenrijk gaat men voort te protes-
De mannen plaatsten de barrière in posi
tie en Castelli riep Leila toe
„Ben je klaar? Ga nu achteruit zitten,
flink achteruit, dan zal het zeker gaan, en
het paard je er veilig over brengen."
En het ging goed. Zonder een oogenblik
te aarzelen nam zij een aanloop en kwam
behouden aan den anderen kant.
„Denk om de deurpost, mevrouw," zei
een. van de stalknechts, „u zal uw hoofd
verpletteren als u niet bukt."
„Dat zou een vreeselijke dood zijn," ant
woordde Leila, die den man voor zijn waar
schuwing dankbaar was.
Haar echtgenoot naderde haar en be
loonde haar met een glimlach, zoodat Leila
voldaan was over haar succes.
Maar er was er één die den man om zijn
tijdige waarschuwing wel had kunnen ver-
wenschen, eene wier -wrok tegen een on
schuldige vrouw nog onverminderd was; in
haar hart sluimerde een doodelijke haat, en
zij had de schoone paardrijdster wel kun
nen vermoorden als ïij gedurfd' had. Harts
tocht, jaloerschheid en onbeantwoorde lief
de böheeracliten "haar gelieele bestaan.
Leila was gelukkig in haar werkkring, te
meer daar zij nog niet getuige geweest was
van wreedheden gedurende den korten tijd
dien zij in het circus had dborgebracht.
Op zekeren morgen was zij vroeger dan
gewoonlijk. Zij ging langs de paarden in de
stallen, sprak een vriendelijk woord tot de
vier honden die in een ongebruikte stal aan
het spélen waren en begaf zich toen naar
de arena. Zij begon zich nu eenigszins thuis
te gevoelen in het groote holle, koude ge
bouw, en haar echtgenoot had haar toege
staan zooveel in en uit te loopen als zij ver
teeren tegen de toepassing van art. 14 der
grondwet en de goedkeuring bij Koninklijk
besluit van het Vergelijk. Ook tegen nieu
we belastingen, vooral die op suiker, open
baart zicb krachtig verzet.
De Russische regeering heeft krachtig ge
protesteerd tegen de uitbanning van som
mige Russische journalisten uit Servië. De
gezant heeft een onderhoud van meer dan
een uur gehad met ex-koning Milan.
Volgens geruchten trekken gewapende
benden Bulgaren door Macedonië en trach
ten de bevolking op te zetten. Een dier ben
den zou in handen van Turkscbe troepen
gevallen en door deze neergehakt zijn. Hun
hoofden zouden tentoongesteld zijn.
Zou 't waar zijn
Een officieuse nota der Chineesohc regee
ring ontkent dat er sprake is van een ver
bond met Japan.
De correspondent der „N.-Y. Herald" te
Triest heeft admiraal Dewey geïnterviewd.
De admiraal was zeer slecht te spreken op
Duitschland dat altijd een andere mogend
heid belet te verkrijgen wat het zelf niet
kan verwelven. Dewey oordeelde dat de
Vereenigde Staten voor een sterke vloot
moesten zorgen want de eerstvolgende oor
log zou tegen Duitschland zijn. Engeland
noemde hij den natuurlijken bondgenoot
der Vereemgde Staten.
De „Morning Post" verneemt dat het de
partement van oorlog te Washington de
vraag overweegt of er aanleiding is gene
raal Otis, den leger-aanvoerder op de Flii-
lippijnen, voor een krijgsraad te dagen.
Te Parijs is overleden generaal Guzman
Blanco, ouid-president van Venezuela. Blan
co, een merkwaardig en begaafd staatsmarfï'
was de ziel der revolutie van '70 die een
eind maakte aan de in Venezuela heer-
schende anarchie. Als dictator voerde hij
met groote energie velerlei hervormingen
in. Hij was vervolgens president van 1873
1877, van 1880—1884 en van 1886—1887.
Daarna was hij gezant te Parijs.
If. If. de Koningin en de Pans.
Wij laten hier in hun geheel volgen de
brieven, gewisseld tusschen H. M. de Ko
ningin en den Paus, die Zaterdag bij de
sluiting der Vredesconferentie werden
voorgelezen.
De brief van H. M. luidde
Aan Zijne Heiligheid den Paus.
Zeer Doorluchtige Hooge Priester I
Daar Uwe Heiligheid, wiens welsprekend
woord zich altijd met zooveel gezag ten
gunste van den vrejle heeft verheven, on
langs in zijn Allocutie van 11 April jl. deze
edelmoedige gevoelens meer bijzonder heeft
uitgedrukt nopens de betrekkingen der vol
ken onderling, heb Ik 't Mijn plicht geacht
hem mede te deelen, dat op 't verzoek en
het initiatief van Z. M. den Keizer aller
Russen, door Mij tegen den 18en van de
volgende maand een conferentie te 's-Gra-
venhage is bijeengeroepen, welke geroepen
zal worden de middelen na te sporen om te
komen tot een vermindering van de zwaar
drukkende militaire uitgaven in den tegen-
koos als hij er was, maar juist dien dag
was hij voor zaken niet in heb circus, en sig-
nor Pandini zou dezen keer als stalmeester
d'ienst doen.
Opeens trof eeu dof, aanhoudend paar
dengetrappel Leila's oor, afgewisseld door
zweepslagen. Stellig was er iemand aan 't
repeteeren; haar vrouwelijke nieuwsgierig
heid liet haar geen rust, en zij besloot te
gaan kijken, wat er voorviel. Een vreeselij
ke vloek, gevolgd door zweepslagen en een
schrille angstkreet trof haar oor. Haastig
trok zij d'e zware gordijnen die voor den in
gang hingen, terzijde, en ai dte verschrik
kingen van het cireusleven vertoonden zich
aan haar oog.
Het daglicht dat door de hooge vensters
naar binnen viel, gaf het circus met zijn
honderden leege zitplaatsen een kil en som
ber aanzien; in de arena zelf was niets te
zien dan een booze man en een meisje, ge
huld in een wijd grauw hemd en een dito
pantalon, die aan de knieën open hing. Zij
was een paar malen gevallen en had zoo
juist van haar meester eenige gevoelige sla
gen gehad. Zij zag erg bleek en haar gelaat
droeg de sporen van angst en lijden. Leila
verborg zich achter de gordijnenzij wilde
niét terug gaan, maar evenmin dat men
zou weten diat zij daar was.
Nog eens en nog eens werd de hoepel het
meisje voorgehouden, maar uit vrees voor
haar meester dorst zij op het laatste oogen
blik niet te springen.
Leila zag hoe zij van het paard gerukt
werd, en haar met een dunne rotting zulk
een kastijding werd toegediend, dat zij hui
verend terugdeinsde.
Haar kreten om genade en de vemede-
woordigen tijd en om zoo mogelijk de oor
logen te voorkomen of ten minste de gevol
gen er van te verzachten.
Ik ben overtuigd dat Uwe Heiligheid
met sympathie het bijeenkomen van deze
conferentie zal begroeten en Ik zal Mij zeer
gelukkig gevoelen wanneer Hij, getuigenis
gevende van deze hooge sympathie, zijn ge-
waardeerd'en, zedelijken steun zou willen
verschaffen aan het groote werk, dat vol
gens deedelmoedige voornemens van den
edeldenkenden Keizer aller Ruslanden "i
Mijne residentie zal worden uitgevoerd.
Ik maak volgaarne van deze gelegenheid
gebruik, Zeer Doorluchtige Hooge Priester,
om Uwe Heiligheid opnieuw te betuigen de
verzekering van Mijne hooge achting en
van Mijne persoonlijke toewijding.
Hausbad'en, 7 Mei 1899.
De Paus antwoordde
Aan Hare Majesteit Wilhelmina,
Koningin der Nederlanden.
Majesteit.
Niet anders dan aangenaam kon ons het
schrijven wezen, waarin Uwe Majesteit, ons
kennis gevende van de bijeenkomst der vre
desconferentie in de hoofdstad van Haar
Koninkrijk, de oplettendheid heeft gehad,
voor deze vergadering onzen zedelijken
steun te vragen. Wij haasten ons, uiting te
geven aan onze levendige sympathieën zoo
wel voor den verheven ontwerper der confe
rentie en voor Uwe Majesteit, die zich ge
haast heeft aan deze een eervolle gastvrij
heid aan te bieden, als voor het bij uitstek
zedelijke en weldadige doel, waarbeen de
werkzaamheden leiden, die reeds een aan
vang genomen hebben. Wij achten het zeer
bijzonder op onzen weg te liggen, niet
slechts onzen moreelen steun te verieenen
aan soortgelijke ondernemingen, maar ook
daartoe daadwerkelijk mede te werken;
immers, het geldt een zaak in haar wezen
van vorstelijken adeldom en innig verbon
den met ons verheven ambt, hetwelk door
den goddelijken stichter der Kerk en krach
tens eeuwenoude traditiën een hooge inves
tituur bezit als bemiddelaar van den vrede.
Immers, bet Pauselijk oppergezag over
schrijdt de grenzen de. ,satiën; het omvat
alle volkeren, ten einde aen samen te bren
gen in den waren vrede van het Evangelie.
Zijn werkzaamheid, ten doel hebbende het
algemeen welzijn der menschheid te bevor
deren, verlieft zich boven de particuliere
belangen, die de hoofden der verschillende
staten voor oogen hebben, en beter dan
iemand kan zij de verschillende volkeren
van zoo verscheidene geaardheid tot een
dracht bewegen.
De geschiedenis op haar beurt komt ge
tuigen van al wat onze voorgangers verricht
hebben om door hun invloed de helaas
noodzakelijke wetten van den oorlog te ver
zachten, ja zelfs om, waar verschillen tus
schen Vorsten gerezen waren, bloedige bot
singen te voorkomen, op vriendschappelijke
wijze de hevigste strijdvragen onder ver
schillende stammen uit den weg te ruimen
en moedig liet recht der zwakken tegen de
vorderingen der sterken te verdedigen.
En ook ons is het gegeven geweest, ern
stige geschillen tusschen roemruchtige
stammen als Duitschland en Spanje uit den
weg te ruimen, en zelfs op dit oogenblik
koesteren wij de hoop, de eendracht te her
stellen tusschen twee stammen van Zuid-
ring die het meisje onderging, deden Leila
bijna flauwvallen. Door het vreeselijke
schouwspel was zij als aan de plaats vast
genageld en zij durfde zich niet verroeren.
Vroeger zou zij stellig om hulp geroepen
hebben, of zelf handelend zijn opgetreden,
maar tegenwoordig voelde zij een zekeren
angst voor Castelli, en zij zou niet graag
zijn toorn hebben opgewekt, zoo zij dit
kon vermijden.
Toen de man zijn woede had gekoeld,
schopte hij haar eenige malen, en toen nam
haar vreeselijke les een eind.
Leila ontsnapte uit haar schuilplaats en
begaf zicli naar bet kamertje, dat gewoon
lijk door haar man en signor Pandini ge
bruikt werd. Zij voeld'e zicb ziek en afge
mat. En was het niet geweest dat zij bang
was zich Castelli's ongenoegen op den hals
te halen, dan had zij Pandini verzocht van
daag van de les af te zien.
Hij stond evenwel al te waclften en sprak
toen zij binnenkwam„Zou de les van Du-
taste al afgeloopen zijn Hij houdt zijn leer
ling zoo vreeselijk lang!"
„Ja, ik geloof dat de les uit is," sprak
Leila flauw, „want een oogenblik geleden
kwam ik hem tegen."
„Dan zullen wij maar dadelijk begin
nen," sprak Piandini, en samen begaven zij
zich in de arena. Het paard werd voorge
bracht, maar Leila deed werktuigelijk haar
plicht, alsof haar gedachten Ver van het
circus verwijderd waren. Eéns of tweemaal
maakte Pandini aanmerkingen op haar on
oplettendheid, en vreezende dab zij haar
macht over het paard zou verliezen, riep hij
haar vrij scherp tob de orde. „Mij dunkt,
mevrouw, dat u even goed uw best kan
Amerika, die hun geschil aan onze uit
spraak hebben onderworpen
Niettegenstaande de moeilijkheden, die
kunnen rijzen, zullen wij voortgaan, omdat
onze plicht ons oplegt onze op de traditie
berustende roeping te vervullen, zonder
naar iets anders te trachten dan naar het
algemeen welzijn, zonder and'eren roem te
begeeren dan te dienen de heilige zaak der
christelijke beschaving.
Wij verzoeken Uwe Majesteit, wel te wil
len aanvaarden de betuigingen van onze bij
zondere achting en de uiting der beste wen-
sehen, welke wij vormen voor Haar welzijn
en dat van Haar Koninkrijk.
Van het Vatieaan,
den 29 Mei 1899.
(w. g.) LEO P. P. XIII.
V redesconferentfe.
Op den 29en Juli 1899 heeft op het Huis
ten Bosch de onderteekening plaats gehad;
van de Acte Final der Internationale Vre
desconferentie, welk stuk onderteekend is
door de gevolmachtigden van alle ter Con
ferentie vertegenwoordigde Staten, te wei
ten
Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Bel-
gie, China, Denemarken, Spanje, Ver. Sta
ten van Amerika, Vereenigde Staten van
Mexico, Frankrijk, Groot-Britannië en Ier
land, Griekenland, Italië, Japan, Luxem
burg, Montenegro, Nederland, Perzië, Por
tugal, Rumenié, Rusland, Servië, Siam,
Zweden en Noorwegen, Zwitserland, Tur
kije en Bulgarije.
Op 29 Juli 1899 heeft op het Huis ten
Bosch de onderteekening plaats gehad van
de volgende verdragen:
lo. betreffende de beslechting van inter
nationale geschillen langs vreedzamen weg.
Dit verdrag is onderteekend door de ge
volmachtigden der navolgende Staten:
België, Denemarken, Spanje, Vereenigde
Staten van Amerika (met voorbehoud),
Vereemgde Staten van Mexico, Frankrijk,
Griekenland, Montenegro, Nederland, Per
zië, Portugal, Rumenië (met voorbehoud),
Rusland, Siam, Zweden en Noorwegen en
Bulgarije.
2o. betreffende de regelen en gebruiken
in den oorlog te land,
3o, nopens de uitbreiding tot den zes-oor
log van de beginselen der conventie van Ge
neve van 22 Augustus 1864.
Deze verdragen zijn onderteek end door
de gevolmachtigden der navolgende Sta
ten
België, Denemarken, Spanje, Vereenigde
Staten van Mexico, Frankrijk, Griekenland,
Montenegro, Nederland, Perzië, Portugal,
Rumenië, Rusland, Siam, Zweden en Noor
wegen en Bulgarije.
Op den 29en Juli 1899 heeft op het Huis
ten Bosch de onderteekening plaats gehad
van de navolgende verklaringen
lo houdende verbod van het werpen van
projectielen of ontplofbare stoffen uit bal
lons of op dergelijke nieuwe wijzen.
Deze verklaring is onderteekend d'oor de
gevolmachtigden der navolgende Staten
België, Denemarken, Spanje, Vereenigde
Staten van Amerika, Vereenigde Staten
van Mexico, Frankrijk, Griekenland, Mon
tenegro, Nederland, Perzië, Portugal, Ru
menië, Rusland, Siam, Zweden en Noorwe
gen, Turkije en Bulgarije.
doen, ook ais uw echtgenoot er niet bij is;
't is heel onaardig van u om zoo slecht te
rijden," sprak hij boos.
Leila voelde dat de man gelijk had; zij
trachtte dan ook haar leed te vergeten, en
spande al haar krachten in
„Nu is 't goed, mevrouw, heel goed,"
sprak Pandini van tijd tot tijd, en toen de
les afgeloopen was, was zij dankbaar dat hij
zoo tevreden was.
Toen ging zij onderzoek doen naar het
ongelukkige mishandelde meisje, wier naam
zooals zij hoorde Louie Paran was. Maar er
verliep een week voordat zij in de gelegen
heid was haar te sprekenna dien tijd had
zij eens of tweemaal een. geheime samen
komst met haar.
Leila schrikte toen zij van haar voortdu
rend lijden hoorde.
„Ochtend, middag en avond moet ik re
peteeren, want moet i'k niet op 't paard,
dan moet ik gymnastiek maken. Ik heb
nooit rust," sprak het meisje treurig, „mijn
geheele lichaam is met blauwe plekken be
dekt; soms doen al mijn ledematen mij
pijn en kan ik 's nachts niet slapen. Mijn
leven is niets dan ellende.'
„Nu maar dat zal niet altijd zoo duren,"
sprak Leila met overtuiging. „Er zal' toch
wel eens een tijd komen dat je vrij bent
even als alle anderen."
Het meisje zuchtte, dat tijdstip was nog
zoo ver verwijderd.
„Ik ben nog pas zestien jaar," hernam
zij, „en ik moet nog vijf jaar mijn meester
dienen."