53,,e Jaargang. Vrijdag 11 Augustus 1899. No. 10008. Eerste Blad. CIRCUSSLAVEN, t f "V. r v t !- Kennisgeving. Kennisgeving. KENNISGEVING. Kennisgeving. BUITENLAND. (tjkii 'se®. SCHIEDAMSCHE COURANT F Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal"Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur sur» het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraaé 68. Prijs der Advertentien: Van 17 regels fl. 0.90; iedere regel meer 12>/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de'nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Kleine adeeetentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ufo. 123. 'erden n ff baal, .65 a lauwe f geld, ming Mei. Mei. 191k i id- A. \r De Burgemeester van Schiedam, Brengt bij deze tor kennis van de ingezetenen Dat het kohier van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten no. 1 dezer gemeente, over het dienstjaar 1899/1900, door den heer directeur der directe be'»siingen te Rotterdam op den 5den Augustus 1 9 executoir Verklaard, op heden aan den oni' ger der directe belas tingen ter invordering is overgemaakt. Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoenalsmede dat heden de termijn van scs weken ingaat, binnen welke de reclames tegen dezen aanslag behooren te worden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den lOden Augustus 1899. De Burgemeester voornoemd, VISSER. L.-B. Inrichtingen welke gevaar, schade ol hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gezien bet verzoek van J. M. HONNERLAGE GRDTE, om veigminiiig tot uitbreiding zijner brunderij aan den Buitenhavenweg no. 140, kadaster sectie L no. 142, door plaatsing daaiin van een stoomketel, met een verwormings- oppervlak van 3 50 M- Gelet op de bepalingen der Hinderwet Doen ts weten dat voormeld verzoek met de bijlagen op de secretarie der gemeente is ter visie gelegd dat op Donderdag den 24slen Augustus a s.,des middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren legen het toe staan van dat veizoek in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten en dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip hierboven genoemd, op de secretarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen, kennis kan votden genomen. En is hiervan afkondiging geschied,'waar het behoort, den lOden Augustus 1899. Burgemeester en wethouders voornoemd VISSER, L.-B. Be secretaris, VERNÈDJC. OPROEPING IN VVËRKELIJKEN DIENST I van de lotcllngen der lichting 1899, Ingelijfd bij het wapen der cavalerie. De burgemeester van Schiedam Gelet op de Circulaire van den lieer Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, van den 27sten Juli I.I., A. No. 203i, (2de Afd.) Frowi- ciaal-Blad No. 34. brengt bij deze ter kennis van de Iotelingen der Nationale Militie die voor de lichting van 1899 bij het wapen der cavaleiie zijn ingelijfd en na hunne inlijving tot nadere oproeping mot verlof zijn ge zonden dat zij onder de wapenen moeten komen op Vrijdag den lsteu September e,k.. en verwittigt hen, dat zij zich, voorzien van hunne veilofpassen, op liet bepaalde tijdstip bij hunne korpsen moeten bevin den; dat zij zicb echter vooraf ter Gemeente-Secretarie moeten vei voegen zoowel tot liet afteekenen van den verlofpas, als tot het ontvangen van de passage biljetten voorzoover zij daarop recht hebben en van het hun toekomend daggelddat zij, die in gebreke blijven op den bepaalden d 'g onder de wapenen te komen, bij hunne latere opkomst zoo veel langer in dienst worden gehouden en, wan neer zij nan de oproeping niet voldoen, als deser teur zullen worden aangemeikt en behandeld; dat zij, die wegens ziekte of gebreken aan de opioeping niet kunnen voldoen, daaivan moeten doen blijken door eene ter Gemeente-Secretarie over te leggen geneeskundige verklaring, zullende zij vooits verplicht zijn, zich, na hun herstel, onverwijld bij hunne korpsen te vervoegen En dat, na deze openbare kennisgeving, de be trokken miliciens geacht worden van hunne ver plichting kennis te dragen, waardoor zij gehouden zijn, zonder verdere oproeping, aan de voorschreven opkomst te voldoen, en dei halve later geene onwe tendheid ten deze zulien kunnen voorwenden. Schiedam, den 10den Augustus 1899. De Burgemeester voornoemd VISSER, L-B. Inrichtingen wclhc gevaar, schade el hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet Geven kennis aan de ing?zetenen, dat op beden aan J. VAN GELDEREN en zijne lecht verkrijgenden vergunning veileeml is tot o p- r i c It t i n g van een slachtplaats, in het pand aan de Broersvest no 51', kadaster sectie B, no. 2022. Schiedam, den lOden Augustus 1899. Burgemeester en wethouders voornoemd, VISSER, L B. De secretaris, VERNÈDK. DOOR AMYIE RBADE. 35) „Gillygate, York." „Lieve juffrouw Leil». Het is waar dat. een vriendelijke behandeling nooit vergeten wordt, 'tls een heerlijk iets daaraan te den ken. U was nooit te trotstih, om voor mij, ellendig wezen, vriendelijk te rijn, ofsdhoon ik dikwijls meer dronk dan mij betaaualde. Hoewel ik er de sledhte uitweiiking va wist, dronk ik dikwijls te veel bier, maar ik zal er •tot aan mijn dood toe berouw van hebben. Be hoop dat u het zult gelooven, juffrouw Leila neem me niet kwalijk dat ik u altijd juffrouw Leila noem. Het ouide spreekwoord zegt„Een goed begin is het halve werk'. Ik begon met u jaren geleden „juffrouw Lei- la" te noemen, en soms komt die pude naam nog op mijn lippen, u moet liet mij verge ven, maar ik zou er ook mee willen eindigen. 'Men zegt dat iedereen tiwee wijzen var den ken heeft, en ik denk, dat het veel beter ge weest was, als u tot het eind toe „juffrouw Leila" gebleven was. Bij u is dat waarschijn lijk niet het geval. „Ik kom niet meer naar het circus terug. Zeg aau mijn meester, dat fk er genoeg van heb, en dat het laatste greintje van mijn ge duld op is. Maar ik schrijf u om u goeden dag ca veel geluk te wenschen, en om u ,te zeg gen dat ik het geld van mijn tante heb; ik ga nu naar een ander land, waarheen, weet ik nog niet. Als ik in Engeland blijf, zal mijn geld gauw op zijn, en dan is het te laat en zal er niets meer aan te doen rijin. Ik zal zien dat ik in een 'nieuwe plaats weer aan 't,werk llgeoieen overzicht. SCHIEDAM, 10 Aug. '99. Hel proccS-Breyfiis. De derde dag vau liet proces heeft weinig .merkwaardigs opgeleverd. De straat was gisteren weer afgezet even als Maandag. Men had dit Dinsdag nagela ten, omdat het rustig in de stad was. Maar er kwamen zooveel nieuwsgierigen opzetten, dat de prefect het noodig achtte de maatrege len van orde in al hun strengheid te herstel len. Te zes uur kwamen gendarmes te paard i Stationsweg en omligende straten ont- ,nen, bijgestaan door afdeelingen infante- Deze maatregel veroorzaakte enkele pro centen, want iedereen hoopte den gevangene te zien. Maar het baatte niets; de straat werd weder afgezet. kom, omdat ik niet kan leven zonder iets uit te voeren, en ,,'tls beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht." Dit is een spreekwoord, dat mijn arme tante vroeger dikwijls tot mij zei. „Ik heb er over nagedacht, wat ik u eens zou zenden, maar 'tis misschien beter dat ik het niet doe, omdat mijn meester niet zal willen, dat ik u een geschenk geef. Ik zend u daarvoor in de plaats een belofte, en die is, dat ik om uwentwille niet meer in een koffie huis zal komen. Het is een cadeau waar u niet veel aan zal hebben, maar ik geloof dat 'het u toch wel pleizier zal doen. Toen ik de stad verliet, was ik van plan eenige van mijn oude kameraden een feestje te geven, maar ik deed het niet, ik zou de verleiding om te drinken niet leunnen weer staan. Zij mogen er zooveel rij willen op re kenen dat ik hun zal tracteeren, maar als ik aan u denk, juffrouw Leila, zal ik vast in mijnjscjhoenen staan. „Wd u de kinderen voor mij goeden dag zeggen, juffrouw Leila. Zeg hun, dat Whanks veel van hen houdt en ze nooit zal vergeten. Het spijt mij wel een beetje om de paarden van mijn meester. Ik hield veel van ze, en alle kenden me, en „Spanishfly" hinnikte altijd als ik in de stal kwamen nu zijn ze aan andere handen overgelaten. Misschien is er nu niemand om ze te streelen en te troos ten als ze geslagen zijn. Ik denk dat ze wel eens naar mij zullen verlangen en zich ver bazen waar ik blijf. Ik zou graag gekomen zijn, om ze zelf te zien, maar ik zag op tegen het afscheid. Ik ben een lafaard. Mijn tante het mij vier honderd pond na. Verder geen nieuws. Nog eens „goeden -dag", juffrouw Lei- la en ik blijf, uw getrouwe knecht Whanks." „P. S. God zegene.u, de kinderen en de paarden. Ik zal nooit meer dronken zijn." Zelfs mr. Demange en zijn secretaris, die juist aankwamen op liet oogenbhk /Jat hot gedrang liet sterkst was, konden ondanks hun kaarten slechts met moeite door de ke ten der gendarmes komen. Om 10 minuten over 6 weid Dreyfus, voor afgegaan door gendarmes en gevolgd door ka pitein Arrault, die met zijn bewaking belast is, door de dubbele rij infanterie gevoerd. Houding en wijze van loopen van den gevan gene waren onveranderd. Met opgenchten hoofde schreed hij verder, met vasten bhk, de oogen recht vooruit gericht. Hoewel hij lij dende scheen, was zijn stap vast en zijn voor komen onberispelijk. Zijn overbrenging gaf geen aanleiding lot eenig incident. Achtereenvolgens kwamen de leden van den krijgsraad. Tegen half zeven vet spreidde de menigte zich. Om 8 uttr kwam Cavaiguac en beproefde in de zaal door te dringen, hetgeen hem na tuurlijk belet werd. Ook generaal Gonsr trachtte binnen te komen. Zouden de heeren niet geweten hebben dat er een geheime zitting werd gehouden Na- tuiulijk wel. Maar .wat beteekenden dan die pogingen Om tien uur werd er gepauseerd en gingen de leden van den krijgsraad hun sigaret roo- ken op het binnenplein. Juist in de pauze kwam er voor Dreyfus een telegram. Tot half twaalf duurde de geheime zitting. Vandaag komt generaal Chanioin klaar met zijn taakdaarna zal Paléologue het diplo matiek dossier demonstreeren. Men denkt dat Zaterdag weer een openbare zitting zal plaats vinden. Natuurlijk belegeren de interviewers Drey fus' advocaten, mr. Labori en mr. Demange, die niets loslaten. Zij zijn echter vol vertrou wen over den uitslag van het proces. Iemand die hun zeer na is, verhaalt dat zij op dit oogenblik den toestand zeer gunstig achten voor hun cliënt. De beide zittingen aan het geheim dossier gewijd, hebben den indruk niet gewijzigd. Hoe vermoeid Dreyfus ook is, hij volgt de discussie en de mededeeling der stukken aan den krijgsraad met gespannen aandacht. Geruchten en vermoedens zijn er in overvloed; weten doet men al bit ter weinig. Over de zgn. verpletterende bewijzen van Dieyfus' schuld, die het geheime dossier heet te bevatten, zijn wij zeer gerust. Zoo langza merhand hebben te veel personen kennis ge nomen van die stukken, dan dat niet reeds lang de bewijzen, zoo zij er zijn, publiek zou den zijn gemaakt. En het diplomatieke dossier bevat volgens de „Matin" een collectie stukken van zoo precairen aard, dat zelfs een Frausch blad ze niet durft publiceeren. Wat daarin aan Dreyfus te laste wordt gelegd, is zoo schande lijk en verachtelijk dat daardoor alleen reeds 'het dossier alle waarde mist. In scherpe satyriek geeselt Cornély de sa- menstelleis van het geheime dossier dat „jon ger is dan Dreyfus' veroordeeling", dat „slechts op Picquart's vertrek naar de negers heeft gewacht om dik te worden". En hij besluit niet onaardig: „De hoeveel heid haat en toorn di' dit geheime dossier heeft ontketend tegen een man, zou voldoen- Toen Leila dit briefje van Whanks ont ving, _vervulde het haar met droefheid over het verlies van den ouden vriend, want als zoodanig had zij hem loeren beschouwen. Toen haar echtgenoot haar slechter begon te behandelen, had zij meer op den trouwen knecht gesteund, want hij was altijd bijzon der lief voor haar geweest en dol op de kin deren. Het speet Leila dus zeer dat Whanks vertrokken was, maar voor haar kinderen vond zij het gemis nog veel grooter, Whanks was alles voor hen geweest; wat had hij niet dikwijls aardige wandelingen met hen ge maakt. Hoe menige stuiver had hij niet uit gegeven om aan htm kinderlijke liefhebbe rijen to voldoen, hoe lief en zacht was hij voor hen geweest, en dikwijls als Leila be droefd en moe was, was liij ze komen halen opdat zij wat zou rusten. Bij de repetities ook, had hij, zooals hij het uitdrukte, een wakend oogje op juffrouw Lei- la gehouden, als de meester een van rijn boo ze buien had, en hij had er altijd een eer in gesteld, haar merrie goed in orde to houden, en haar de beste paarden uit den stal te la ten gebruiken. En nu zou er niemand meer zijn om haar en de kinderen die kleine dien sten te bewijzen, niemand die altijd even goed en lief voor haar zou zijn. Bovendien •had Leila zich altijd veilig geweten als Whanks er waszonder er rich bepaald re kenschap van te geven, voelde zij dat er met Se kleintjes of haar mets vreeselijks zou kun nen gebeuren, zoolang Whanks maar in hun nabijheid was. Zij kon er zich nauwelijks een denkbeeld van vormen, dat alles nu uit was, dat het oude bekende gelaat haar nooit weer met zijn glimlach zou opvroolijken, dat geluk en ge noegen voor altijd .voorbij waren. De toe komst scheen haar veel eenzamer^ veel ver moeiender toe, nu hij er niet meer was. de zijn geweekt om ous de ie\.niche te vet- schaffen tegen Duitschland, dat om twee provinciën en eenige rotlharden ontnomen heeft." Omtrent generaal Mereier's plannen heeft Cavaignac aan een journalist medegedeeld dat de oud-minister rat toegeven, dat Drey fus onwettig is veroordeeld, omdat hij, Mer rier, te kiezen had tussehen de veiligheid des lands en de mogelijke vrijspraak van een ver rader. Maar Dreyfus was niet onschuldig ver oordeeld. Weet men wie de „man van eer' was op wien Henry zich in 1894 heeft beroepen? De „Matin" geeft het antwoord. Es ter hazy was die „man van eer". Want hij leverde volgens zijn eigen bekentenis het borderel, dat kolo nel Sandherr deed uitroepen „Nu hebben we hem (Dteyfus ui.)." Een bewering der „Soir" dat de Duitsche gezant generaal De Galhfet zou hebben be zocht, om van dezen de belofte te vragen dat to Rennes geen indiscreties rakende Duitsch land ter sprake zouden komen, is officieel te gengesproken. Ten slotte een paar Va r i a. Te Parijs zijn in het quartier du Crois sant, waar de meeste bureau's zijn van bla den die op straat verkocht worden, Maandag lussehen 12 en 6 uur verkocht een millioen kranten. Dreyfus' snor is volgens de „Tenips" wit, volgens de „Rappel" blond, volgens de „Évé nement" zwart en volgens de „Petite Répu- bhque" peper-en-zout. Maar bij de „Figaro" is meergenoemde snor op het eerste blad rood, op het tweede bruin en op liet derde grijs. Op het vierde blad komt. de snor niet vooi;anders was hij daar misschien wel groen of pimpelpaars. De Transvaalsclie crisis. In het Lagerhuis bracht Thomas O'Connor gisteren bij de behandeling der onteigenings web nog eens de Transvaalsehe quaestie ter sprake. O'Connor oordeelde het noodzakelijk geduld en verdraagzaamheid te toonen en keurde agressief optreden ai. Chamberlain noemde de zaak zeer ernstig. Er bestaat twijfel of het voorstel om een com missie van onderzoek te benoemen wel is ver worpen. Tot nu toe is dat niet meer dan een gerucht en de minister hoopte dab het on waar moge zijn. Onder deze omstandigheden betreurde Chamberlain de discussie over mogelijke om standigheden. Hij was dan ook met van plan O'Connor in zijn argumenten te volgen, maar hij moest toch nota nemen van O Connor's bewering, dat naar de meening van velen in Engeland, uiterste maatregelen noodeloos zouden zijn. Spreker zou zich zeer vergissen als in Engeland of waar ook dat oogpunt de opinie van maar een kleine minderheid was. De staatkunde van de regeering was dat zij de bezwaren erkent, waaronder Britsche onderdanen weiken in de Transvaal. Zij vindt in die grieven, en niet enkel daarin, een ernstige reden voor tusscihenkonul, een bron van gevaar voor geheel Zuid-Afrika, Zii ziet het overwicht van Engeland, dat door beide partijen in het Lagerhuis steeds werd gevorderd, bedreigd door daden tan het Transvaalsclie gouvernement, dat herstel der Er was een leegte in haar loven ontstaan, omdat de trouwe vriend en knecht vertrok ken was. „Vriend en knecht." De wereld zou den spot drijiven met zulk een gelijkstelling. Laat ze spotten, en twijfelachtig de schouders op halen of zoo iets ikon bestaan. Het komt er niet op aan, het bestaat nu eenmaal, ten spijt van spot en verachting. En het is goed ook. "Whanks was een trouwe ziel geweest voor zijn meesteres, en een goed knecht voor zijn meester. Leila wist dit, en stelde het zeer op prijs, vandaar dat het gemis haar nog erger toescheen. Maar haar echtgenoot nam de zaak heel wat kalmer op, en toen zij in har telijke bewoordingen haar leedwezen uitdruk te over zijn vertrek, sprak hij „"Wees toch niet dwaas. Ik kan morgen een knecht krijgen die vijftig maal beter is dan "Wlhanks; hij is een dronkelap, en ik ben blij dat hij weg is." „Hij was zoo vriendelijk voor mij en de kinderen," sprak Leila, „ik zal hem vreese- lijk missen. Het circus zal niet meer hetzelf de zijn," voegde rij er vermoeid bij, „Als de zaken zoo s jan, is het maar jam mer dat je niet met hem ben meegegaan," antwoordde Castelli spottend. Leila zweeg, maar een blos van schaamte bedekte haar gelaat bij die verachtelijke woorden. Waarom had hij zulko leelijke ge dachten als zij hem toch trouw gebleven was, niettegenstaande zijn wreedheid en ruwheid. Zijn woorden maakten een nieuwe wond in haar hart en geen wonder dat zij zich een zaam en treurig voelde, toen er een vriend was weggegaan. Na <hen dag sprak zij Castelli nooit meer over Whanks, en zij wenkte de kinderen ais ze in zijn tegenwoordigheid over „dien goe den Wliankie" spraken. gi'.e\cn weigert, dat weigert om in overwe ging te nemen verzoeken, in de meest kalme bennen gedaan door de suzereine macht; dat alles zijn zaken, die niet langer geduld kun nen worden. De regeering heeft gezegd, dat zij de handen aan den ploeg heeft geslagen en zij zal ze niet terugtrekken. Eu liet IIuis juichte deze dreigende taal warm toe. Ook in de troonrede waarmede vervolgens de zitting van het Parlement ,werd gesloten, nam de Tiamvaalsdhc quaestie, meer bepaald liet verzoekschrift der "Ui tl anders aan do Ko ningin. de voornaamste plaats in. Koningin Victoria zegt daarover: ..De podiie van Mijn onderdanen in de Zuid-Afrikaansoiie Republiek ós onvereenig- baar met de beloften van een gelijke behan deling, die de grondslag zijn geweest, waarop Ik aan de (Republiek binnenlandsdie onaf hankelijkheid heb gegeven. De onrust daar uit ontstaan, is een voortdurende bron van gevaar voor den vrede en den voorspoed van mijn gebied in Zuid-Afrika. Onderhandelin gen daarover met de Transvaalsehe regeering zijn nog hangende." De quaestie van het onderzoek is intus- sehen nog niet opgelost. Transvaal heeft nog geen antwoord gezon den op Chamberlain's voorstel, daar do regee- ung de zaak van zoo groot belang aoht en van zoo ver reikende strekking, dat zij het gewenscht acht haar antwoord rijpelijk te overwegen. Het is mogelijk dat een bepaald antwoord eerst de volgende week zal worden gezonden. Kcmcngdc ITVcdcdeclfngen» De sclieuiing onder de Belgisehe clericalen is volkomen. De meeste clericale bladen aanvaarden de F. V., behalve Woeste's orgaan, de sSiècle", en de »Courrier de Bruxelies", het orgaan der bisschoppen. De aanhangers van het unïnominaal kies recht beginnen onder leiding van baron Jolly, gep, generaal, een campagne tegen de E. V., die ben wel niet veel zal baten. De Senaat heeft gisteren kennis gemaakt met het nieuwe ministerie. Er deed zich niets bijzonders voor. Men verwacht dat de liberale partij in het parlement voor een loyaal ontwerp van E. Y. zal stemmen. In de Troonrede, waarmede de Parlenaents- ziltmg gisteren is gesloten, zegt koningin Victoria dat de betrekkingen met vreemde mogendheden van vredelievenden aard zjjn. Hoewel de uitslag van de Haagsche Vredescon- feren'ie niet ten voile overeenstemt met de loffelijke bedoelingen welke zij geroepen was te vervullen, heeft zij toch het zeer aanzien lijk' succes» gebiacht van de instelling van een peimanenl Hof van Arbitrage, dat niet nalaten zal de veelvuldigheid van den oorlog te verminderen, terwijl de uitbreiding van de conventie van Genève zijn gruwelen zal verzachten. Melding woidt gemaakt van de sluiting van de Nijlconventie met Frankrijk en van de oveieenkomst met Rusland regelende de voorwaarden onder welke elk van beide regee- De verwijdering tussühen de x*ide eohtge- uootcn weid wijder en dieper. De brug van eenheid en vertrouwen was sinds lang ver woest. Het was onmogelijk de breuk te 'heden. Een week nadat Leila den brief van Whanks ontvangen had, verwijderde zich langzaam een schip uit het Mensey-dok te Liverpool. liet was een statig gezicht, zooals het zicfo naar de open zee bewoog, bestemd naar vreemde Linden. Velen der passagiers stonden op het dek met handen en zakdoe ken te wuiven naar de dierbaren, die zij ach ter lieten. Eén man stond een weinig van de overigen verwijderd. Hij sloeg geert aoht op de groep bedroefde vrienden op de kaai. Hij had geen jong meisje aan zijn zij, die haar moeder beweende, die zij achterliet. Hij al leen wendde zijn gelaat naar de zee en riep „God zege ne Miss Leila, God zegen e haar," zei hij plechtig, en er rolden tranen langs rijn ruwe wangen. „Mijn hart zal tot heb laatste oogenblik bij u zijn, miss Leila, tot het laatste, ofschoon ge het nooit zult we ten." De „Southern Cross" zette haar weg voort, bange en verheugde harten en met zorgen be laden levens met zich voerend; sommigen gaande naar hen, die al jaren met ongeduld hun komst verbeidden, en anderen die vrouw en kinderen thuis lieten om in een ver .ver wijderd land fortuin te zoeken. Whanks zou een nieuw leven beginnen ou het hoofd te bieden aan de verzoekingen, die hij niet kon weorstaan. Leila werd achtergelaten om een trouwen vriend te betreuren die voor altijd was weg- Zoo is het leven. Wordt vervolgd.) -b.1 I-At ,1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1