53"e Jaargang. Zaterdag 12 Augustus 1899. No. 10009 CIRCUSSLAVEN, JACHT. BUITENLAND. BINNENLAND. bii- SCHIEDAM: a IE CE IJRA IT Deze courant \ersehijnt dagelijks, met uitzondering \an Zou- en Feestdagen. Prijs per kwartaal Voor Schiedam en Vla-ar dingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóó" een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 6§. Prijs der Advertentiën: Van 17 rogels fl. 0.00; iedere regel meer 12'; cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te hekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Hleine adKe<rtentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No. 123. De Commissaris der Koningin in de Pro vincie ZUID-IIOU-AND, Gezien liet besluit van de GedeputeerdeSlaten dier piovincie van den lrten Augustus 1899, no. 59; Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni 1857 («Staatsblad" no. 87) Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ingevolge bovengenoemd be^'.ït 1°. de opening der jacht op klei a wild, vermeld in de 2de zinsnede van art. 11 der wet van den lilden Juni 1857 Staatslied no. 87), voor dit jaar in de provincie Zuid-Ooiland is vastgesteld op Zaterdag den 2den September aanstaande met zonsopgang; met uitzondering van de jacht op fazanten en hazen, waarvan de opening is vast gesteld op Zaterdag den 30» September aanstaande 2°. van -(tie opening voorts is uitgezonderd de uit oefening van iiet jachtbedrijf, vei meld in ait. 15. lett. e, der aangehaalde wet; 3°. de korte jacht dagelijks en de lange jacht slechts driemalen 's iceeks en wel des Woensdags, Vrij dags en Zaterdagsmag worden uitgeoefend. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in he! »Pio vinciaa! blad" en in de «Nederiandccho Staats comant" worden geplaatst. 's Gravenhage, den 3<len Augustus 1899. De Commissaris der Koningin voornoemd, FOCK. Algemeen overzicht. SCHIERAAL, 11 Aug. '99. Het proees-Dreyl'us. Devi erd e d ag is weder zonder eenig incident verloopen. Ge regeld wordt liet onderzoek voortgezetin de stad is het nistig. Gisteren werd het verhoor van generaal Chamoin, den vertegenwoordiger van Oorlog, voortgezet en beëindigd. Om 9.40 was Cha moin .gereedtegen S uur was kapitein Mo- -eau, die aan den generaal is toegevoegd, even naar de militaire gevangenis geweest om een woordenboek te halen. Toen Chamoin gereed was, besloot de krijgsraad onmiddellijk Paléologue, den afge vaardigde van Buitenlandsche Zaken te hoo- ren. Tot 11.40 bleef men bezig; in die twee uur is het diplomatiek dossier, waarover Pa léologue in tegenwoordigheid van Dreyfus en van diens advocaten alle noodige inlichtin gen gaf, geheel behandeld Er bleven toen nog slechts enkele stukken te onderzoeken over, waaiwoor de zitting van heden bestemd is. Het vertrek der leden van den krijgsraad bad te 11.45 plaats, zonder incident. Dreyfus werd van het lyceum naar de gevangenis overgebracht met dezelfde maatregelen als de vorige dagen. Het was den geheelen morgen zóó kalm dat de gendarmes, heiast met het bewaren dei orde, op hun post stonden te dommelen. De geheime dossiers zullen dus heden afgehandeld worden. Reeds DOOR AMYIE READE. 36) XIV. „De straf der zonde." Er is een teederheid in de ziel, die wat er ook gebeurt, nooit kan verloren gaan een teederheid, bij de geboorte ontstaan, en opge- 'kweokt tot in hoogen ouderdom. Het is de liefde eener moeder. Welk een mysterie ligt er in die teeder heid Er is iets betooverends in den klank der gouden snaren, die het lied der moeder liefde bezingen. Wat is heb een goddelijk iets Maar wanneer de draden der zonde zioh slingeren om de banden der liefde, zoodat haat- schoonheden verborgen blijven, gaat de geur er af, haar verheven standpunt wordt bezoedeld hoe vreesc-lijk is het ontwaken Leila had, sinds zij Castelli's vrouw was geworden, in mindere of meerdere mate, de schande barer moeder gevoeld. Een los daar heen geworpen woord had haar dikwijls aan de slechtheid harer moeder herinnerd, en voortdurend droeg zij den last van 't kwaad dat een ander gesticht had. Het was bijna zes maanden geleden, dat Leila haar moeder gezien had op liet tooneel van liet café-chantant te Parijs. Gedurende dien tijd had de zwakke vrouw aan niets be hoefte gehad, wat liefde en geld haar konden verschaffen. In den aanvang scheen zij te herstellen, en Leila begon tehopen dat zij na verloop van tijd haar gezondheid weer'zou zijn de documenten, die door generaal Cha moin aan het onderzoek van den krijgsraad zijn onderworpen, door kapitein Moreau weer zoigvuldig geclassificeerd en in de liassen ge plaatst. Graaf Halcouet, de aan Paléologue toege voegde attaché, mag de 220 stukken weer ordenen die het diplomatieke dossier uitma ken. Hiervan zijn reeds meer dan de helft gisteren onderzocht, welk onderzoek slechts korte opmerkingen schijnt ie hebben uitge lokt. Het gaat zóó. De leden van den krijgsraad en de advocaten zitten aan één lange tafel. Elk stuk gaat van hand tot handeen ieder maakt dan zijn opmerkingen of mteekenin- gen. Drevfus moet bij het onderzoek dezer ..ver schrikkelijke" stukken zeer kalm zijn geble ven. Natuurlijk blijven de krantenberichten over de geheime dossiers legio. Zoo verzekert de ..Libre Parole", dat aan den krijgsraad nog nieuwe stukken, afkomstig uit het diplo matiek dossier van Buitenlandsohe Zaken aan den krijgsraad zijn voorgelegd, die noch aau den krijgsraad van 1894 noch aan het Hof van Cassatie bekend waren. Dat Duitschland in het geheime dossier meer dan eens wordt aangewezen als de mo gendheid, in wier dienst de verrader stond, is bekend. Daarom wijst de ,,Köln. Ztg." er nog eens op dat Duitschland, „daar liet nooit iets met Dreyfus uit to staan heeft gehad", ook niet door de geheime stukken geeompromi- teerd kan worden, en idat ze, wat Duitsch land betreft, gerust gepubliceerd kunnen wor den Het blad spreekt ook over de verhalen die weer opgedischt werden, omtrent het vinden van een courant in keizer Wilhelm's w.rk- kamer te Potsdam nl. een nummer derLibre Parole", waarop het stempel stond van het militaire kabinet des Keizers en met blauw potlood de voorden„Kapitein Dreyfus is gearresteerd." Zeer juist merkt de „Köln. Ztg." op dat, aangenomen dat dit waar is, daaruit niet het geringste bewijs van Dreyfus' schuld is te puiten. Maar het verhaal is onwaar, en liet blad toont dit aan door te zeggen dat den Keizer niet de gehcele courant, maar een op geplakt uitknipsel wordt overgelegd, met ver melding van titel en nummer der betreffende courant. Natuurlijk leest de Keizer daaren boven geheele couranten, maar het blad be twijfelt of de Keizer wel ooit een blad als de Libre Parole" :n de bandon heeft gelhad. Tegenover het verhaal, dat het laatst door Quesnay de Beaurepaire is opgehaald, stelt de „Figaro" een ander feit, voor welks waarheid het boulevardblad instaat. In Februari 1898 dineerde keizer Wilhelm te Potsdam met de Keizerin, zijn tweeden zoon en een vierden persoon. Aan tafel sprak de Keizerin over Frankrijk en vroeg zij den Keizer wat hij van de zaak-Dreyfus dacht en of hij niet tusschenbeiden zou komen ten gunste van een man die, naar men geloofde, onschuldig is. „De zaak-Dreyfus gaat mij niet aan," ant woordde de Keizer. „Zij brengt Frankrijk en de Fransohen in beroering, en ik als Duil- sclier heb daar niet tusschenbeide te komen," „En de humaniteit?" hernam de Keizerin. „De humaniteit houdt voor mij bij de Vo gezen op." terug krijgen. Maar hoe ijdel bleek die hoop. De weggeioopen vrouw, de verstooten min nares, de berouwhebbende moeder kwijnde weg, en de dood naderde zijn prooi. Zonder medeweten van haar echtgenoot, had Leila de laatste levensdagen harer moe der verzachten niet voordat een onvoor zichtige daad van haar kant het geheim deed uitlekkeu, had Castelli eenig vermoeden van de ontmoetingen tusschen Leila en haar moe der. Bij ongeluk had zij een brief aan haar moeder gericht, op tafel laten liggen, toen zij zich op zekeren dag in een andere kamer ging kleeden, met het doel den brief zelf naar het postkantoor te brengen. Castelli kwam onverwachts uit het circus thuis en vond den brief. Een booze trok kwam er op zijn gelaat, toen 'hij het adres las„Me vrouw Gurney, Scotland Road, Liverpool". „Is haar ellendige moeder dus oindelijk ten tooneele verschenen mompelde hij, en zon der zioh een oogenblik te bedenken, maakte hij den brief open. Hij las de weinige lieve regels, /die haar geld en voedsel toezegden, en stak toen met een vloek den brief haastig in zijn zak. Juist kwam Leila de kamer binnen, en, ziende dat de brief verdwenen was, raadde zij dadelijk de waarheid. Haar geheim was uitgelekt, het was niet noodig hot te ontkennenhaar brief had hein alles verteld. Nu zou zij do gevolgen van haar bedrog ondervinden, en hoe eer al les tot een verklaring kwam, hoe boter het was. Uiterlijk was zij zeer kalm, maar haar hart klopte hevig, en liet kostte haar moeite haar stem te boheerschen en niet te toonen hoe bang zij was. Een oogenblik .bleef zij tegenover liem staan en sprak toen En toen de Keizerin over deze woorden weinig voldaan scheen te zijn, voegde de Kei zer erbij: „Een inmenging van mijn zijde zou Drevfus meer kwaad dan goed doen. Ik weet van deze zaak niets met zekerheid dan wat mijn ministers in den Rijksdag hebben verklaard. Die dingen behooren niet tot mijn ressort." Men weet dat Ven Biilow den 28sten Ja nuari, dus weinige dagen te voren, in den Rijksdag openlijk had verklaard dat Duitschland inet Drevfus in geenerlei relatie had gestaan. I li li c t kamp d e r a n t i-d r e v f it s a r d s is men ijverig bezig zich op den komenden laatsten strijd voor te bereiden. Het schijnt dat de hoeren van den gene- ralen staf het wenschelijk achten een een parige gedragslijn vast te stellen. De „Lan- ierne" althans vertelt dat Woensdag op het landgoed dat Cavaignac bij Re lines bezit, een aantal generaals, allen getuigen voor den krijgsraad, de gasten zijn geweest van den oud-minister van oorlog. Dat de lieeren confe- reeicii, bevestigt de Matin" door de mede- deehng dat Cavaignac Maandag verschillen de generaals, onder wie Roget, te dineeren o l O heeft gevraagd. Van generaal Mercier blijft men belangrij ke onthullingen aankondigen, en indien dure funeste oud-minister inderdaad zulke tei- schnkktlijke geheimen met zich ronddraagt, zal hij tihans niet langer mogen zwijgen. Dé- roulède spoort hem in een brief aan de „Dra- peau" tot spreken aau. Hij zegt: „Wat generaal Mercier betreft, dien de hardnekkigheid der joden tot het schenden van staatsgeheimen zal dwingen, zegt hem dat er geen oprecht patriot is, die er hem een verwijt van kan maken, dat er geen is die hem daardoor geen aanspraken geeft op de dankbaarheid van het land. Maar laat hij niets meer verzwijgen van wat nuttig is te zeggen. Zijn langdurig stilzwijgen heeft vol doende zijn gewetensbezwaren aangetoond." En Coppée vermaant de generaals tot spre ken al zou een oorlog met Duitsc/n.aud het gevolg zijn. „Met een mannelijk en onver saagd hart," zegt hij, „zullen zij (de gene raals) de mogelijkheid van een oorlog aan vaarden. sidderend van vreugde in de hoop op de overwinning en met de gedachte dat, zelfs na een nieuwe ramp, Frankrijk ten min ste het woord van Frans I zou kunnen her halen „Alles verloren, behalve de eer!" Dat Hanotaux, naar de „Gauiois" ver wacht. Mercicr's onthullingen zal onderstre pen, weid reeds in dit blad gezegd. De ver wachting van hot offieieele orgaan van den gencralen staf, berust hierop, dat Hanotaux m October van liet vorige jaar aan Déroulède moet verzekerd hebben dat Dreyfus recht vaardig en wettig veroordeeld is liet is het eenige niet. In de „Intransigeant" eisclit Alfred Pos- sien dat mevrouw Dreyfus niet bij haarman zal woiden toegelaten. Want daar Dreyfus nu het geheime dossier kent, kan hij die staats geheimen door zijn vrouw aan den vijand la ten verknopen. Erger kan het toch heuscli niet. De Libre Parole" tracht bij voorbaat Ca- simir-Péricr's verklaring, waarvoor men bang schijnt te zijn, te verzwakken, door den oud- piesident voor verrader, lafaard, meineedige en medeplichtige van icen „hoogverrader" uit te maken. „Ik geloof, dat je een brief van me ,van de tafel hebt genomen, 'tls een privé zaak, die mij alleen aangaat, geef hom mij dus terug," voegde zij er kalm bij. Zij keek hem aan. Hij bleef stil voor haar staan, bleek en vastberaden, als een man die een vast besluit genomen hoeft, en ook van plan is, het zonder dralen ten uitvoer te brengen. Ten laatste verbrak hij de pijnlijke stilte. „Voor je echtgenoot bestaan geen privé zaken. Ilc heb je heven brief gelezen, het doet je kennen als een plichtbeseffende dochter en een leugenachtige vrouw," voegde hij er smalend bij. „Ik kan aan mijn moeder schrijven, als ik het verkies," antwoordde Leila boos. „Daar heb jij niets mee te maken." „Dan zal ik zorgen, dat ik er in het ver volg wel degelijk mee te maken heb," hernam hij vastberaden. „Maar voor wij verder gaan met deze kleine comedie, zou .ik wel eens wil len weten, hoe deze correspondentie ontstaan is, en hoe lang of ze reeds dmü>C' Leila wist dat alle draaierij nutteloos zou zijn tegenover zulk een strengen rechter het was veel beter te trachten hem voor haar zaak to winnen, dan verder zijn toorn op te wokkenen zoo beschreef zij hem in weinig woorden de ontmoeting in Parijs, ,en Rin- gens' vriendelijiklieid om haar moeder te be zoeken, cn de vreeselijke armoe waartoe zij gedoemd was. Welsprekend bepleitte zij de zaak der verlaten moeder. Gedurende het pijnlijke verhaal had hij aandachtig toegeluisterd, en toen zij zweeg, zei hij kalm „Zoo, en wat heeft dat alles met jou te ma- keu. Jij en die bijbel-lezende Ringens vinden het 't beste, mij maar buiten de zaak te Rochefort zijnerzijds zegt dat W.ildeck- Rous=eau en De Gallifet kolonel Jouauit zul len belooneil met den rang van generaal, in dien Drevfus wordt vrijgesproken. In de „Gauiois" eindelijk wordt beweerd dat Drevfus liegt, wanneer hij zegt Picquart niet te kennen. Dreyfu» heeft, volgens het blad, Picquart's cursus over topografie aan dc krijgsschool gevolgd. Wij zullen deze bewering maar ter weerleg ging overlaten aan kolonel Picquait zelf. V a r i a. Du Paty de Clam gaat heden naar Rcnnus i- doodziek is overleden. Ziedaar drie geruchten, vermoedelijk het een al even on waar al- 't ander. T Kan zijn dat Du Paty zeer ziek is; voorloopig gelooven wij 't niet haid. Men weet niet eens den naam van zijn geneesheer te noemen Esterhazy heeft weer gepraat tegen den Londenschen correspondent der „Matm", die tegenwoordig bijzonder bij hem in de gratie schijnt te zijn. De majoor zegt dat hij niet de „man van eer" is geweest waarop Hemy zich m 1894 beriep, voor den krijgsraad zal blij ken wie t wel was. Dc „Figaro" vertelt dat toen Esterhazy eens den Duitselien militaire-attachó Von Scliwartzkoppen bezocht, deze hem op den man af vroeg: „Zijt gij de schrijver van het borderel „Ja," antwoordde Esterhazy. „Nu, dan zijt ge de grootste schelm die er ooit geweest is," was Schwarbzkoppen's ant woord en hij wees den majoor de deur. Adolphe Brisson van de „Temps" heeft Le- brun-Renault in den trein ontmoet en ge- interviewd. De kapitein blijft bij zijn bekend verhaal van Dreyfus' bekentenis. Hij had in 1894 daar geen waarde aan gehecht; eerst later was heul de ernst van Dreyfus' woorden gebleken. De aanteekening in zijn zakboekje heeft hij, zooals men vveet, verbrand. Lebrun zegt dat nu de regeering liet wist, die aantee kening hem overbodig scheen, en hij hoopte dat men hem met rust zou laten. Och, och, wat dom Mr, Demange antwoordt m de „Petit Bleu" op de bewering der „Patrie", dat hij inderdaad in 1894 bij Casimir-Pórier was ge weest oui te verzoeken da„ hij zijn pleidooi in het openbaar kon houden, hetgeen ver volgens door den ministerraad werd gewei gerd. a Mr, Demange roemt tzeer de houding van de leden van den krijgsraad, die uitsluitend bezield zijn door de zorg izieli volkomen in te lichten. Niets zal ill het duister worden gela ten. „Wij, Dreyfus en ik, kunnen ons zeiven daaimede slechts geluk wenschen,' besloot Demange. Men kan echter verwachten dat er tot aan het eind van deze ma"nd voortdurend zittin gen van den krijgsraad zullen gehouden wor den. Men gelooft dat de krijgsraad Zondag en Dinsdag niet zal zitten. Een bewoner der rue Duhamel heeft Drey fus gezien toen hij naar tzijn cel terugging. Hij was opgeruimd en praatte vroolijk met zijn bewakers. Zola is nog te Médan, Jaurès is te 'Rennes; hij zal daar echter geen meetings houden. De Felice, zijn Ita- iaansche partijgenoot, komt ook het proces bijwonen. houden. Als je moeder 't arm heeft, liecft ze juist luiar verdiende loon, en ik zal niet toe staan dat haar van hier uit meerdere hulp verstickt wordt. lutusschen, hoe 'komt je moeder in Liverpool Welke andere poets heb je mij nog gebakken? Spieek, ik verlang de waarheid te hooreu." „Toen Ringens ons circus verliet, vroeg ik hem haar hier te brengen, zij was hier een week vroeger dan wij. Ik kon haar daar niet laten sterven," sprak Leila bewogen. „Emi- lio, het is mijn moeder." „Je moeder, een fijne moederHet ver baast mij, dat jij dien graad van bloedver wantschap erkent." antwoordde hij smalend. „Dus werden al je belangen door Ringens behartigd Is hij soms ie minnaar," vroeg hij koel, „dat je hem kon overhalen oin mij te bedriegen, en je eigen leven tot een leu gen te maken Gedurende een oogenblik was Leila ont steld bij deze brutale vraag, en toen ant woordde zij met een stem, bevende van toorn „Durf jij hem zoo iets ten laste leggen Hij was goed en waar en vriendelijk; Ir ij redde mijn moeder, en daar zal ik hem tot aau mijn dood toe dankbaar voor blijven, Jij, jij hebt geen hart. Het was geheel nutteloos oui je hulp in te roepen. Zij zou gestorven ziju, zonder dat je een hand ter redding liadt uitgestoken, dat wist ik, je kunt nu zeggen en doen wat je wil, maar ik zal haar helpen zoo veel ik kan," voegde zij er opgewonden bij. „Dat zal je niet," hernam Hij vastbesloten, „en nu ik je zulke slechtheid kan ten laste leggen, weet ik niet, waarom ik het niet doen zou. Een vrouw, die buiten haar echtgenoot om met een anderen man plannen smeedt en die ten uitvoer brengt, is de rechte niet dat Gemengile iflededccllngen. De »St. James Gazette" zegt te kunnen melden dut alle stoomvaartmaatschappijen die met de admiraliteiten charter-contracten hebben, Woensdagmiddag bevel hebben ge kregen alle transportschepen gereed te hou den voor plotselinge bevelen. Van oliicieele zijde is dit niet bevestigd. liet kiesrechtontwerp van het ministerie- De Smet de Naeyer vindt in België een goed onthaal. Er /ou sprake zijn van de overplaatsing van ingr. Rinaldini, vroeger te 's-Gravenhage, thans nuntius te Biussel, naar Madrid. Gistei avond om lialfnvaalf is keizer Wilhelm van Kassei naar Dortmund vertrokken, waar heen ook de ministers Ilammerstein en Thielen zich begeven hebben. Prins Hohenlohe is reeds te Dortmund en Von Miquel zou van morgen komen. De Saksische post heeft voor brieven naar Hongarije Duitsclie adressen e'n namen voor geschreven. De Hongaren eischen nu dat die brieven geweigerd zullen worden. Te Cilli in Stiermarken zijn ernstige bot singen voorgekomen tusschen Duitschers en Slowenen, bij de onthulling van een gedenk- teeken voor Oblak, den Slavischen dichter. De bevolking van Cilli bestaat voor die van Stierrnai keu voor uit Duitschers. Daarom voelden deze zich gekrenkt door het aanmatigend optreden der Slowenen bij deze gelegenheid, vooral het hijschen der TsechJsche driekleur op hun vereenigings- gebouvv. Er werd met revolvers geschoten cn den ganschen nacht door belegerden de Duitschers liet vereenigingsgebouw Narodni Dum. De Slowenen van elders moesten de stad verlaten. De Wi kstaking aan de Parijsche gasfa briek is ïeeds nagenoeg geëindigd. De Paus heeft zich een automobiel aange schaft, waai mede hij zich iu de tuinen van liet Vnticaan laat rondrijden. Ovei leden is gisteren kardinaal Isidoro Verga geboren 20 April 1832. William K, Vanderbili, de Amerikaansche milionair, zal, naar men verzekert, overgaan tot de katholieke keik. Zijn vrouw is katholiek. Be Koninginnen te Haarlem. Wij vernemen dat 11.H. M.M. de Konin ginnen binnenkort een bezoek zullen brengen aan de West-Indische tentoonstelling te Haarlem. De Koningin en de Paus. De „Voce deila Verita", een der organen van het Vaticaan, schrijft: Wij kunnen niet nalaten er met nadruk op te wijzen, dat de brief van Koningin Wil- heiminu en die van den Opperpriester ach ter- gehouden zijn tot de laatste zitting der con ferentie, ofschoon zij respectievelijk gedateerd ziju op 7 en 29 Mei. is nog al duidelijk. Je kan me maar zoo niet wat op de mouw spelden. Ringens is een groot huichelaar, en den eersten keer dat ik dat lieer weer op mijn pad ontmoet, dau zal het spannen." „Je liegt, je denkt kwaad van een ander omdat je zelf zoo slecht ben. Het was mensah- heveudhoid -inensehlicvendlieid," herhaal de Leila met kracht, „die mij jou deed be dingen. om mijn moeder te redden." „Laat men dat van haar eigen buis uit doen. Ik wil jou tenminste niet toestaan een vrouw te ondeisteunen van dat allooi; 't mo ge je moeder zijn of niet. Ik wil er niet voor welken om zoo'n vrouw te onderhouden en jij zult liet evenmin doen. Zij heeft een echtge noot en een beschermer. T Is jammer genoeg dat geen van die heeren haar kunnen on dei houden," voegde hij er op sportenden toon „Gedraag jij je dan zoo onberispelijk, dat je in zulke bewoordingen over mijn moeder durft spreken Hoor jij niet tot die klasse- van mannen die vrouwen verleidt, en ze aan haar lot overlaat als je hartstocht voorbij is Ik weet er meer van dan je denkt, Emilio je bent ook niet altijd even redht door zee gegaan. Waarom dus mijn moeder te veroor- deelen Zij is wat een man haar gemaakt heeft," voegde zij er treurig bij. „Het kan mij in 't minst niet schelen wat je van mij gehoord hebt," hernam Castelli op kalinen toon, „Maar eens en voor altijd ver bied ik je brieven of geld aan je moeder te zenden. Het moet niet weer gebeuren." „Dat zal liet wel," antwoordde Leila met groote vastberadenheid. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1