53"e Jaargang.
Zaterdag 12 Augustus 1899.
No. 10009
CIRCUSSLAVEN,
JACHT.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
bii-
SCHIEDAM: a IE CE IJRA IT
Deze courant \ersehijnt dagelijks, met uitzondering \an Zou- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal Voor Schiedam en Vla-ar dingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóó" een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 6§.
Prijs der Advertentiën: Van 17 rogels fl. 0.00; iedere regel
meer 12'; cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te hekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Hleine adKe<rtentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 123.
De Commissaris der Koningin in de Pro
vincie ZUID-IIOU-AND,
Gezien liet besluit van de GedeputeerdeSlaten
dier piovincie van den lrten Augustus 1899,
no. 59;
Gelet op art. 11 der wet van den 13den
Juni 1857 («Staatsblad" no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
ingevolge bovengenoemd be^'.ït
1°. de opening der jacht op klei a wild, vermeld in
de 2de zinsnede van art. 11 der wet van den
lilden Juni 1857 Staatslied no. 87), voor dit
jaar in de provincie Zuid-Ooiland is vastgesteld
op Zaterdag den 2den September aanstaande met
zonsopgang; met uitzondering van de jacht op
fazanten en hazen, waarvan de opening is vast
gesteld op Zaterdag den 30» September aanstaande
2°. van -(tie opening voorts is uitgezonderd de uit
oefening van iiet jachtbedrijf, vei meld in ait.
15. lett. e, der aangehaalde wet;
3°. de korte jacht dagelijks en de lange jacht slechts
driemalen 's iceeks en wel des Woensdags, Vrij
dags en Zaterdagsmag worden uitgeoefend.
En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
te doen gebruikelijk is, alsmede in he! »Pio
vinciaa! blad" en in de «Nederiandccho Staats
comant" worden geplaatst.
's Gravenhage, den 3<len Augustus 1899.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
FOCK.
Algemeen overzicht.
SCHIERAAL, 11 Aug. '99.
Het proees-Dreyl'us.
Devi erd e d ag
is weder zonder eenig incident verloopen. Ge
regeld wordt liet onderzoek voortgezetin de
stad is het nistig.
Gisteren werd het verhoor van generaal
Chamoin, den vertegenwoordiger van Oorlog,
voortgezet en beëindigd. Om 9.40 was Cha
moin .gereedtegen S uur was kapitein Mo-
-eau, die aan den generaal is toegevoegd,
even naar de militaire gevangenis geweest
om een woordenboek te halen.
Toen Chamoin gereed was, besloot de
krijgsraad onmiddellijk Paléologue, den afge
vaardigde van Buitenlandsche Zaken te hoo-
ren. Tot 11.40 bleef men bezig; in die twee
uur is het diplomatiek dossier, waarover Pa
léologue in tegenwoordigheid van Dreyfus en
van diens advocaten alle noodige inlichtin
gen gaf, geheel behandeld
Er bleven toen nog slechts enkele stukken
te onderzoeken over, waaiwoor de zitting van
heden bestemd is.
Het vertrek der leden van den krijgsraad
bad te 11.45 plaats, zonder incident. Dreyfus
werd van het lyceum naar de gevangenis
overgebracht met dezelfde maatregelen als de
vorige dagen.
Het was den geheelen morgen zóó kalm
dat de gendarmes, heiast met het bewaren
dei orde, op hun post stonden te dommelen.
De geheime dossiers
zullen dus heden afgehandeld worden. Reeds
DOOR
AMYIE READE.
36)
XIV.
„De straf der zonde."
Er is een teederheid in de ziel, die wat er
ook gebeurt, nooit kan verloren gaan een
teederheid, bij de geboorte ontstaan, en opge-
'kweokt tot in hoogen ouderdom.
Het is de liefde eener moeder.
Welk een mysterie ligt er in die teeder
heid Er is iets betooverends in den klank
der gouden snaren, die het lied der moeder
liefde bezingen.
Wat is heb een goddelijk iets
Maar wanneer de draden der zonde zioh
slingeren om de banden der liefde, zoodat
haat- schoonheden verborgen blijven, gaat de
geur er af, haar verheven standpunt wordt
bezoedeld hoe vreesc-lijk is het ontwaken
Leila had, sinds zij Castelli's vrouw was
geworden, in mindere of meerdere mate, de
schande barer moeder gevoeld. Een los daar
heen geworpen woord had haar dikwijls aan
de slechtheid harer moeder herinnerd, en
voortdurend droeg zij den last van 't kwaad
dat een ander gesticht had.
Het was bijna zes maanden geleden, dat
Leila haar moeder gezien had op liet tooneel
van liet café-chantant te Parijs. Gedurende
dien tijd had de zwakke vrouw aan niets be
hoefte gehad, wat liefde en geld haar konden
verschaffen. In den aanvang scheen zij te
herstellen, en Leila begon tehopen dat zij na
verloop van tijd haar gezondheid weer'zou
zijn de documenten, die door generaal Cha
moin aan het onderzoek van den krijgsraad
zijn onderworpen, door kapitein Moreau weer
zoigvuldig geclassificeerd en in de liassen ge
plaatst.
Graaf Halcouet, de aan Paléologue toege
voegde attaché, mag de 220 stukken weer
ordenen die het diplomatieke dossier uitma
ken. Hiervan zijn reeds meer dan de helft
gisteren onderzocht, welk onderzoek slechts
korte opmerkingen schijnt ie hebben uitge
lokt.
Het gaat zóó. De leden van den krijgsraad
en de advocaten zitten aan één lange tafel.
Elk stuk gaat van hand tot handeen ieder
maakt dan zijn opmerkingen of mteekenin-
gen.
Drevfus moet bij het onderzoek dezer ..ver
schrikkelijke" stukken zeer kalm zijn geble
ven.
Natuurlijk blijven de krantenberichten
over de geheime dossiers legio. Zoo verzekert
de ..Libre Parole", dat aan den krijgsraad
nog nieuwe stukken, afkomstig uit het diplo
matiek dossier van Buitenlandsohe Zaken
aan den krijgsraad zijn voorgelegd, die noch
aau den krijgsraad van 1894 noch aan het
Hof van Cassatie bekend waren.
Dat Duitschland in het geheime dossier
meer dan eens wordt aangewezen als de mo
gendheid, in wier dienst de verrader stond, is
bekend. Daarom wijst de ,,Köln. Ztg." er nog
eens op dat Duitschland, „daar liet nooit iets
met Dreyfus uit to staan heeft gehad", ook
niet door de geheime stukken geeompromi-
teerd kan worden, en idat ze, wat Duitsch
land betreft, gerust gepubliceerd kunnen wor
den
Het blad spreekt ook over de verhalen die
weer opgedischt werden, omtrent het vinden
van een courant in keizer Wilhelm's w.rk-
kamer te Potsdam nl. een nummer derLibre
Parole", waarop het stempel stond van het
militaire kabinet des Keizers en met blauw
potlood de voorden„Kapitein Dreyfus is
gearresteerd."
Zeer juist merkt de „Köln. Ztg." op dat,
aangenomen dat dit waar is, daaruit niet het
geringste bewijs van Dreyfus' schuld is te
puiten. Maar het verhaal is onwaar, en liet
blad toont dit aan door te zeggen dat den
Keizer niet de gehcele courant, maar een op
geplakt uitknipsel wordt overgelegd, met ver
melding van titel en nummer der betreffende
courant. Natuurlijk leest de Keizer daaren
boven geheele couranten, maar het blad be
twijfelt of de Keizer wel ooit een blad als de
Libre Parole" :n de bandon heeft gelhad.
Tegenover het verhaal, dat het laatst door
Quesnay de Beaurepaire is opgehaald, stelt de
„Figaro" een ander feit, voor welks waarheid
het boulevardblad instaat.
In Februari 1898 dineerde keizer Wilhelm
te Potsdam met de Keizerin, zijn tweeden
zoon en een vierden persoon. Aan tafel sprak
de Keizerin over Frankrijk en vroeg zij den
Keizer wat hij van de zaak-Dreyfus dacht en
of hij niet tusschenbeiden zou komen ten
gunste van een man die, naar men geloofde,
onschuldig is.
„De zaak-Dreyfus gaat mij niet aan," ant
woordde de Keizer. „Zij brengt Frankrijk en
de Fransohen in beroering, en ik als Duil-
sclier heb daar niet tusschenbeide te komen,"
„En de humaniteit?" hernam de Keizerin.
„De humaniteit houdt voor mij bij de Vo
gezen op."
terug krijgen. Maar hoe ijdel bleek die hoop.
De weggeioopen vrouw, de verstooten min
nares, de berouwhebbende moeder kwijnde
weg, en de dood naderde zijn prooi.
Zonder medeweten van haar echtgenoot,
had Leila de laatste levensdagen harer moe
der verzachten niet voordat een onvoor
zichtige daad van haar kant het geheim deed
uitlekkeu, had Castelli eenig vermoeden van
de ontmoetingen tusschen Leila en haar moe
der. Bij ongeluk had zij een brief aan haar
moeder gericht, op tafel laten liggen, toen zij
zich op zekeren dag in een andere kamer
ging kleeden, met het doel den brief zelf
naar het postkantoor te brengen. Castelli
kwam onverwachts uit het circus thuis en
vond den brief. Een booze trok kwam er op
zijn gelaat, toen 'hij het adres las„Me
vrouw Gurney, Scotland Road, Liverpool".
„Is haar ellendige moeder dus oindelijk ten
tooneele verschenen mompelde hij, en zon
der zioh een oogenblik te bedenken, maakte
hij den brief open. Hij las de weinige lieve
regels, /die haar geld en voedsel toezegden, en
stak toen met een vloek den brief haastig
in zijn zak.
Juist kwam Leila de kamer binnen, en,
ziende dat de brief verdwenen was, raadde zij
dadelijk de waarheid.
Haar geheim was uitgelekt, het was niet
noodig hot te ontkennenhaar brief had
hein alles verteld. Nu zou zij do gevolgen
van haar bedrog ondervinden, en hoe eer al
les tot een verklaring kwam, hoe boter het
was. Uiterlijk was zij zeer kalm, maar haar
hart klopte hevig, en liet kostte haar moeite
haar stem te boheerschen en niet te toonen
hoe bang zij was.
Een oogenblik .bleef zij tegenover liem
staan en sprak toen
En toen de Keizerin over deze woorden
weinig voldaan scheen te zijn, voegde de Kei
zer erbij: „Een inmenging van mijn zijde
zou Drevfus meer kwaad dan goed doen. Ik
weet van deze zaak niets met zekerheid dan
wat mijn ministers in den Rijksdag hebben
verklaard. Die dingen behooren niet tot mijn
ressort."
Men weet dat Ven Biilow den 28sten Ja
nuari, dus weinige dagen te voren, in den
Rijksdag openlijk had verklaard dat
Duitschland inet Drevfus in geenerlei relatie
had gestaan.
I li li c t kamp d e r a n t i-d r e v f it s a r d s
is men ijverig bezig zich op den komenden
laatsten strijd voor te bereiden.
Het schijnt dat de hoeren van den gene-
ralen staf het wenschelijk achten een een
parige gedragslijn vast te stellen. De „Lan-
ierne" althans vertelt dat Woensdag op het
landgoed dat Cavaignac bij Re lines bezit, een
aantal generaals, allen getuigen voor den
krijgsraad, de gasten zijn geweest van den
oud-minister van oorlog. Dat de lieeren confe-
reeicii, bevestigt de Matin" door de mede-
deehng dat Cavaignac Maandag verschillen
de generaals, onder wie Roget, te dineeren
o l O
heeft gevraagd.
Van generaal Mercier blijft men belangrij
ke onthullingen aankondigen, en indien dure
funeste oud-minister inderdaad zulke tei-
schnkktlijke geheimen met zich ronddraagt,
zal hij tihans niet langer mogen zwijgen. Dé-
roulède spoort hem in een brief aan de „Dra-
peau" tot spreken aau. Hij zegt:
„Wat generaal Mercier betreft, dien de
hardnekkigheid der joden tot het schenden
van staatsgeheimen zal dwingen, zegt hem
dat er geen oprecht patriot is, die er hem een
verwijt van kan maken, dat er geen is die
hem daardoor geen aanspraken geeft op de
dankbaarheid van het land. Maar laat hij
niets meer verzwijgen van wat nuttig is te
zeggen. Zijn langdurig stilzwijgen heeft vol
doende zijn gewetensbezwaren aangetoond."
En Coppée vermaant de generaals tot spre
ken al zou een oorlog met Duitsc/n.aud het
gevolg zijn. „Met een mannelijk en onver
saagd hart," zegt hij, „zullen zij (de gene
raals) de mogelijkheid van een oorlog aan
vaarden. sidderend van vreugde in de hoop
op de overwinning en met de gedachte dat,
zelfs na een nieuwe ramp, Frankrijk ten min
ste het woord van Frans I zou kunnen her
halen „Alles verloren, behalve de eer!"
Dat Hanotaux, naar de „Gauiois" ver
wacht. Mercicr's onthullingen zal onderstre
pen, weid reeds in dit blad gezegd. De ver
wachting van hot offieieele orgaan van den
gencralen staf, berust hierop, dat Hanotaux
m October van liet vorige jaar aan Déroulède
moet verzekerd hebben dat Dreyfus recht
vaardig en wettig veroordeeld is
liet is het eenige niet.
In de „Intransigeant" eisclit Alfred Pos-
sien dat mevrouw Dreyfus niet bij haarman
zal woiden toegelaten. Want daar Dreyfus nu
het geheime dossier kent, kan hij die staats
geheimen door zijn vrouw aan den vijand la
ten verknopen.
Erger kan het toch heuscli niet.
De Libre Parole" tracht bij voorbaat Ca-
simir-Péricr's verklaring, waarvoor men bang
schijnt te zijn, te verzwakken, door den oud-
piesident voor verrader, lafaard, meineedige
en medeplichtige van icen „hoogverrader" uit
te maken.
„Ik geloof, dat je een brief van me ,van de
tafel hebt genomen, 'tls een privé zaak, die
mij alleen aangaat, geef hom mij dus terug,"
voegde zij er kalm bij.
Zij keek hem aan. Hij bleef stil voor haar
staan, bleek en vastberaden, als een man die
een vast besluit genomen hoeft, en ook van
plan is, het zonder dralen ten uitvoer te
brengen.
Ten laatste verbrak hij de pijnlijke stilte.
„Voor je echtgenoot bestaan geen privé
zaken. Ilc heb je heven brief gelezen, het doet
je kennen als een plichtbeseffende dochter
en een leugenachtige vrouw," voegde hij er
smalend bij.
„Ik kan aan mijn moeder schrijven, als ik
het verkies," antwoordde Leila boos. „Daar
heb jij niets mee te maken."
„Dan zal ik zorgen, dat ik er in het ver
volg wel degelijk mee te maken heb," hernam
hij vastberaden. „Maar voor wij verder gaan
met deze kleine comedie, zou .ik wel eens wil
len weten, hoe deze correspondentie ontstaan
is, en hoe lang of ze reeds dmü>C'
Leila wist dat alle draaierij nutteloos zou
zijn tegenover zulk een strengen rechter
het was veel beter te trachten hem voor haar
zaak to winnen, dan verder zijn toorn op te
wokkenen zoo beschreef zij hem in weinig
woorden de ontmoeting in Parijs, ,en Rin-
gens' vriendelijiklieid om haar moeder te be
zoeken, cn de vreeselijke armoe waartoe zij
gedoemd was. Welsprekend bepleitte zij de
zaak der verlaten moeder.
Gedurende het pijnlijke verhaal had hij
aandachtig toegeluisterd, en toen zij zweeg,
zei hij kalm
„Zoo, en wat heeft dat alles met jou te ma-
keu. Jij en die bijbel-lezende Ringens vinden
het 't beste, mij maar buiten de zaak te
Rochefort zijnerzijds zegt dat W.ildeck-
Rous=eau en De Gallifet kolonel Jouauit zul
len belooneil met den rang van generaal, in
dien Drevfus wordt vrijgesproken.
In de „Gauiois" eindelijk wordt beweerd
dat Drevfus liegt, wanneer hij zegt Picquart
niet te kennen. Dreyfu» heeft, volgens het
blad, Picquart's cursus over topografie aan
dc krijgsschool gevolgd.
Wij zullen deze bewering maar ter weerleg
ging overlaten aan kolonel Picquait zelf.
V a r i a.
Du Paty de Clam gaat heden naar Rcnnus
i- doodziek is overleden. Ziedaar drie
geruchten, vermoedelijk het een al even on
waar al- 't ander. T Kan zijn dat Du Paty
zeer ziek is; voorloopig gelooven wij 't niet
haid. Men weet niet eens den naam van zijn
geneesheer te noemen
Esterhazy heeft weer gepraat tegen den
Londenschen correspondent der „Matm", die
tegenwoordig bijzonder bij hem in de gratie
schijnt te zijn. De majoor zegt dat hij niet de
„man van eer" is geweest waarop Hemy zich
m 1894 beriep, voor den krijgsraad zal blij
ken wie t wel was.
Dc „Figaro" vertelt dat toen Esterhazy
eens den Duitselien militaire-attachó Von
Scliwartzkoppen bezocht, deze hem op den
man af vroeg: „Zijt gij de schrijver van het
borderel „Ja," antwoordde Esterhazy.
„Nu, dan zijt ge de grootste schelm die er
ooit geweest is," was Schwarbzkoppen's ant
woord en hij wees den majoor de deur.
Adolphe Brisson van de „Temps" heeft Le-
brun-Renault in den trein ontmoet en ge-
interviewd. De kapitein blijft bij zijn bekend
verhaal van Dreyfus' bekentenis. Hij had in
1894 daar geen waarde aan gehecht; eerst
later was heul de ernst van Dreyfus' woorden
gebleken. De aanteekening in zijn zakboekje
heeft hij, zooals men vveet, verbrand. Lebrun
zegt dat nu de regeering liet wist, die aantee
kening hem overbodig scheen, en hij hoopte
dat men hem met rust zou laten.
Och, och, wat dom
Mr, Demange antwoordt m de „Petit
Bleu" op de bewering der „Patrie", dat hij
inderdaad in 1894 bij Casimir-Pórier was ge
weest oui te verzoeken da„ hij zijn pleidooi
in het openbaar kon houden, hetgeen ver
volgens door den ministerraad werd gewei
gerd.
a Mr, Demange roemt tzeer de houding van
de leden van den krijgsraad, die uitsluitend
bezield zijn door de zorg izieli volkomen in te
lichten. Niets zal ill het duister worden gela
ten. „Wij, Dreyfus en ik, kunnen ons zeiven
daaimede slechts geluk wenschen,' besloot
Demange.
Men kan echter verwachten dat er tot aan
het eind van deze ma"nd voortdurend zittin
gen van den krijgsraad zullen gehouden wor
den.
Men gelooft dat de krijgsraad Zondag en
Dinsdag niet zal zitten.
Een bewoner der rue Duhamel heeft Drey
fus gezien toen hij naar tzijn cel terugging.
Hij was opgeruimd en praatte vroolijk met
zijn bewakers.
Zola is nog te Médan,
Jaurès is te 'Rennes; hij zal daar echter
geen meetings houden. De Felice, zijn Ita-
iaansche partijgenoot, komt ook het proces
bijwonen.
houden. Als je moeder 't arm heeft, liecft ze
juist luiar verdiende loon, en ik zal niet toe
staan dat haar van hier uit meerdere hulp
verstickt wordt. lutusschen, hoe 'komt je
moeder in Liverpool Welke andere poets
heb je mij nog gebakken? Spieek, ik verlang
de waarheid te hooreu."
„Toen Ringens ons circus verliet, vroeg ik
hem haar hier te brengen, zij was hier een
week vroeger dan wij. Ik kon haar daar niet
laten sterven," sprak Leila bewogen. „Emi-
lio, het is mijn moeder."
„Je moeder, een fijne moederHet ver
baast mij, dat jij dien graad van bloedver
wantschap erkent." antwoordde hij smalend.
„Dus werden al je belangen door Ringens
behartigd Is hij soms ie minnaar," vroeg
hij koel, „dat je hem kon overhalen oin mij
te bedriegen, en je eigen leven tot een leu
gen te maken
Gedurende een oogenblik was Leila ont
steld bij deze brutale vraag, en toen ant
woordde zij met een stem, bevende van
toorn
„Durf jij hem zoo iets ten laste leggen
Hij was goed en waar en vriendelijk; Ir ij
redde mijn moeder, en daar zal ik hem tot
aau mijn dood toe dankbaar voor blijven, Jij,
jij hebt geen hart. Het was geheel nutteloos
oui je hulp in te roepen. Zij zou gestorven
ziju, zonder dat je een hand ter redding liadt
uitgestoken, dat wist ik, je kunt nu zeggen en
doen wat je wil, maar ik zal haar helpen zoo
veel ik kan," voegde zij er opgewonden bij.
„Dat zal je niet," hernam Hij vastbesloten,
„en nu ik je zulke slechtheid kan ten laste
leggen, weet ik niet, waarom ik het niet doen
zou. Een vrouw, die buiten haar echtgenoot
om met een anderen man plannen smeedt en
die ten uitvoer brengt, is de rechte niet dat
Gemengile iflededccllngen.
De »St. James Gazette" zegt te kunnen
melden dut alle stoomvaartmaatschappijen
die met de admiraliteiten charter-contracten
hebben, Woensdagmiddag bevel hebben ge
kregen alle transportschepen gereed te hou
den voor plotselinge bevelen.
Van oliicieele zijde is dit niet bevestigd.
liet kiesrechtontwerp van het ministerie-
De Smet de Naeyer vindt in België een goed
onthaal.
Er /ou sprake zijn van de overplaatsing van
ingr. Rinaldini, vroeger te 's-Gravenhage,
thans nuntius te Biussel, naar Madrid.
Gistei avond om lialfnvaalf is keizer Wilhelm
van Kassei naar Dortmund vertrokken, waar
heen ook de ministers Ilammerstein en Thielen
zich begeven hebben.
Prins Hohenlohe is reeds te Dortmund en
Von Miquel zou van morgen komen.
De Saksische post heeft voor brieven naar
Hongarije Duitsclie adressen e'n namen voor
geschreven. De Hongaren eischen nu dat die
brieven geweigerd zullen worden.
Te Cilli in Stiermarken zijn ernstige bot
singen voorgekomen tusschen Duitschers en
Slowenen, bij de onthulling van een gedenk-
teeken voor Oblak, den Slavischen dichter.
De bevolking van Cilli bestaat voor die
van Stierrnai keu voor uit Duitschers.
Daarom voelden deze zich gekrenkt door
het aanmatigend optreden der Slowenen bij
deze gelegenheid, vooral het hijschen der
TsechJsche driekleur op hun vereenigings-
gebouvv.
Er werd met revolvers geschoten cn den
ganschen nacht door belegerden de Duitschers
liet vereenigingsgebouw Narodni Dum.
De Slowenen van elders moesten de stad
verlaten.
De Wi kstaking aan de Parijsche gasfa
briek is ïeeds nagenoeg geëindigd.
De Paus heeft zich een automobiel aange
schaft, waai mede hij zich iu de tuinen van
liet Vnticaan laat rondrijden.
Ovei leden is gisteren kardinaal Isidoro
Verga geboren 20 April 1832.
William K, Vanderbili, de Amerikaansche
milionair, zal, naar men verzekert, overgaan
tot de katholieke keik. Zijn vrouw is katholiek.
Be Koninginnen te Haarlem.
Wij vernemen dat 11.H. M.M. de Konin
ginnen binnenkort een bezoek zullen brengen
aan de West-Indische tentoonstelling te
Haarlem.
De Koningin en de Paus.
De „Voce deila Verita", een der organen
van het Vaticaan, schrijft:
Wij kunnen niet nalaten er met nadruk
op te wijzen, dat de brief van Koningin Wil-
heiminu en die van den Opperpriester ach ter-
gehouden zijn tot de laatste zitting der con
ferentie, ofschoon zij respectievelijk gedateerd
ziju op 7 en 29 Mei.
is nog al duidelijk. Je kan me maar zoo niet
wat op de mouw spelden. Ringens is een
groot huichelaar, en den eersten keer dat ik
dat lieer weer op mijn pad ontmoet, dau zal
het spannen."
„Je liegt, je denkt kwaad van een ander
omdat je zelf zoo slecht ben. Het was mensah-
heveudhoid -inensehlicvendlieid," herhaal
de Leila met kracht, „die mij jou deed be
dingen. om mijn moeder te redden."
„Laat men dat van haar eigen buis uit
doen. Ik wil jou tenminste niet toestaan een
vrouw te ondeisteunen van dat allooi; 't mo
ge je moeder zijn of niet. Ik wil er niet voor
welken om zoo'n vrouw te onderhouden en jij
zult liet evenmin doen. Zij heeft een echtge
noot en een beschermer. T Is jammer genoeg
dat geen van die heeren haar kunnen on
dei houden," voegde hij er op sportenden toon
„Gedraag jij je dan zoo onberispelijk, dat
je in zulke bewoordingen over mijn moeder
durft spreken Hoor jij niet tot die klasse-
van mannen die vrouwen verleidt, en ze aan
haar lot overlaat als je hartstocht voorbij is
Ik weet er meer van dan je denkt, Emilio
je bent ook niet altijd even redht door zee
gegaan. Waarom dus mijn moeder te veroor-
deelen Zij is wat een man haar gemaakt
heeft," voegde zij er treurig bij.
„Het kan mij in 't minst niet schelen wat
je van mij gehoord hebt," hernam Castelli op
kalinen toon, „Maar eens en voor altijd ver
bied ik je brieven of geld aan je moeder te
zenden. Het moet niet weer gebeuren."
„Dat zal liet wel," antwoordde Leila met
groote vastberadenheid.
(Wordt vervolgd.)