53"* Jaargang. Dinsdag 22 Augustus 1899. CIECÏÏSSLAVEN, No. 10017. BUITENLAND. BINNENLAND. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam enYlaardingen 11. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prgs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen, Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Meine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Blo. 133. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 21 Aug. '99. Belletjes te Parijs, De Antwerpsche feesten, hoe aangenaam stemmend overigens ook in het bijzonder voor het Schiedamsche hart, sturen de postver bindingen wel wat in den war, zoodat ons de Fransche berichten ongeregelder bereiken dan anders. Toch is wat op dit oogeniblik te Parijs voor valt, belangrijk genoeg om te streven het nieuwste nieuws, liefst zoo uitvoerig moge lijk, te verkrijgen, waartoe de couranten het ©enige afdoende middel zijn, en de!» laten ons juist nu een beetje in den steek of ko men althans met groote vertraging aan. Er is weer een nieuw element gekomen in heb Fransche dramaliet gespuis, onder lei ding van een stuk of wat anarchistische rad draaiers, is begonnen op oude wijze zijn. slag te slaan, gelukkig aanvankelijk met matig succes. Toch is, wat er gebeurde reeds onrustba rend genoeg. Ziehier wat er geschied is, voor zooverre de telegrammen dit hedenochtend meldden Een aantal socialisten en anarchisten trok gistermiddag om 3 uur, naar aanleiding van een. oproeping van Sebastiaan Faure, naar de Place de la République. Zij werden door agè'nten van politie uiteengedreven. De be- toogers begaven zich onder leiding van Faure naar de Place de la Nation, doch werden on derweg door de politie tegengehouden. Er ontstond, een hevige vechtpartij, waarbij re volverschoten werden gelost. Een commissa ris van politie werd door twee miessteken ge troffen. De stoet herstelde zich spoedig en vervolgde zijn weg. Op de Place de Ia Nation had een nieuw, nog heviger gevecht plaats. Ook hier werd geschoten. Drie agenten be kwamen verwondingen. Sebastien Faure en vier vrienden, waarbij zich Henry Dhorr bevond, sprongen op een tramwagen, doch werden weldra gearresteerd eu r.aar de kazerne Chateau d'Eau gebracht. Hier had een verhoor plaats. Dhorr was in het bezit van twee revolvers. Terwijl Faure een goed heenkomen zocht op de tram, werden eenige manifestanten door de politie gearresteerd. De rest der be- toogers begaf zich naar de Piaee de la Répu blique terug. Onderweg werden van een twee tal godsdienstige instellingen de ruiten inge worpen. Om vijf uur was men aangekomen in de Rue Arbay, waar een aanval werd gedaan op do St. Jozefskerk. De betoogers waren gewa pend met bijlen en lange messen.', die zij uit de winkels badden weggenomen. De ijzeren hekken voor de kerk werden met bijlslagen vernield, waarop de zware eiken deuren wer den opengehakt en de bende de kerk binnen drong. Hier werd alles geplunderd. Zes alta ren werden verwoest, de doopvonten ter aar de geworpen, de schilderijen verscheurd, de beelden stuk geslagen. Vervolgens vielen de woestelingen op het hoogaltaar aan. Het ta bernakel werd op den grond; geslingerd, de heilige hosties vertrapt, de meubelen verbrij zeld. De deuren en de stukken van de meubelen werden neergeworpen midlden op het pleintje DOOB AMTIE READE. 44) Hij herdacht al de ellende, die zij door staan had, en den dag dat hij haar geslagen had. De herinnering aan dien dag bracht hem bijna tot razernij. Zijn smart was over weldigend, zijn berouw vreeselijk Toen hij kalmer geworden was, ging hij naar haar toe, en haar bed naderend, zei hij met groote moeite „Leila, mijn lieveling, wil je mij nog eens een kus geven Zij keek hem aan. Een gelukkige glim lach verspreidde zich over haar gelaat, een van die lachjes, die hem vroeger zoo dierbaar waren. Zij strekte haar magere handen naar hem uit, trok zijn gelaat naar zich toe», en kuste hem verscheidene malen. „Erailio," riep zij uit, „Emilio," je houdt nu weer even veel van me, als in die gelukki ge oude dagen te Sandcliffe. Ik was toen zoo gelukkig, en nu is die vreugde terug geko men, Ik ben zoo blij, zoo blij. 't Sterven zal mij nu zoo hard niet vallen, nu Jé me weer bemint." „Spreek toch niet van sterven, Leila. Je moet beter worden, en mij gezelschap hou den. Ik kan je niet missen. Ik bemin je met geheel mijn hart. Leila, mijn Leila, ik ben zoo slecht voor je geweest erg slecht. Kan je nïij al die wreedheid vergeven, ik Maar hij kon niets meer zeggen, zijn aan doening belette het hem. „Ja-," sprak zij bedroefd, „ik kan je alles voor de kerk, waar een brandstapel werd ge maakt en aangestoken. De koster der kerk slaagde erin te ontsnappen en waarschuwde de politie. Weldra kwamen politie en repu- blikeinsche garde opdagen, doch werden ge noodzaakt zich te verdedigen tegen de gewa pende manifestanten. Een twintigtal oproer lingen vluchtten in een nabijzijnd huis, an deren in den kerktoren. De politie moest een formeel beleg beginnen, waarvan liet einde was, dat de twintig opgeslotenen werden ge grepen en naar het politiebureau gebracht. Toen de agenten in de kerk kwamen, was men bezig den brand te steken in den preek stoel, dien men blijkbaar niet kon klein krij gen. De kerk ziet er deerlijk gehavend uit. Volgens een andere lezing is het gebeulde in de kerk St. Jozef niet zoo ernstig als men eerst had verteld'. Er zijn wel tal van voor werpen vernield, doch geen enkel voorwerp van kerkelijke vereering is aangetast. Dit deel der betooging droeg niet het karakter van een oproer. Talrijke kleinere betoogingen werden in den loop van den avond door de politie uit eengedreven. De menigte riep„leve heb le ger leve de Republiek Sedert 8 uur in den avond werden betoo gers, die tot in de buurt van het station Oost zich vertoonden, herhaaldelijk door charges der politie verspreid. De menigte riep „leve de republiek! leve het leger1" Straatjongens die pakken couranten op straat verbrandden, werden door de politie verstrooid. Tegen tien uur hadden eenige ongeregeld heden plaats op de Boulevards Magenta en Strassbourg. Er werden revolverschoten ge hoord doch er wax*en geen gekwetsten. Eeni ge arrestaties hadden plaats. Een tweetal cou ranten werden op straat verbrand. Bet proccs-Dreyfus. Een groot deel van het verhoor van Zater dag hebben wij reeds onder onze telegrammen kunnen mededeelen. Het komt ons voor, dat het overbodig kau heeteo, het geheele ver hoor na te pluizen van de gehoorde getuigen, waaibij dat van Cuignet wel het belangrijkst is, ook al is het voor hen, die b. v. het ver slag van het proces van het Hof van Cassatie niet naast zich hebben, niet geheel te volgen Cuignet, die voor het Hof van Cassatie de getuigenis van generaal Roget weersprak en op verschillende punten omverwierp, gelooft desondanks volkomen aan Dreyfus' schuld. Op vier punten grondt hij deze: 1o. De bekentenis aan Lebrun-Renauit, 2o, de technische discussie van het bordereau, 3o. het geheime dossier, en 4o. het schrift van het bordereau. Men ziet het, ook op deze vier punten heeft men weinig vat en de discussie ovei sbewgzen" van dit gehalte is eigeulijk onmogelijk. Cuignet nam tegenover Dreyfus een be paald vgandelijke houding aan, als ware deze zijn persoonlijke vijand en zoover kwam het, dat Dreyfus op wnardigen toon sprak tot den voorzitter van den krijgsraad Kolonel, tk kon niet voortdurend zulke leugens aan- hooren." Verder nog ging Dreyfus hg het verhoor van generaal Boisdeflie, den man in wiens hulp de banneling tot op de Sfax geloofde. vergeven, omdat je nu zoo lief voor me bent dat behoort tob het verleden. Het was eens moeilijk te dragen maar nu alles vrede. Liefde in het begin liefde aan het eind zou ik dus niet gelukkig zijn?" „Ik had je leven gelukkiger kunnen ma ken," snakte Castelli. „O, Leila., Leila, je moet niet sterven maar leven, en je be hoeft nooit meer te rijden, nooit meer. Ik zal altijd voor je zorgen." Jaren geleden had hij haar ook beloofd voor haar te zullen zorgen, „voor altijd". Hij vergat die belofte. De dag des levens liep ten einde, de nacht naderde. Beloften konden haar niet meer redden. „Zou je, Emilio vroeg zij zwak. Hij kon niet spreken, en zij ging dus voort „Dat kan niet meer, Emilio. Mijn uren zijn geteld je kan niets anders voor mij doen, dan mij nog een korte wijle liefhebben, zooals je vroeger deedt. Wil je dat?" vroeg zij, hem vriendelijk aanziende. „Leila, Leila," praat took niet zoo," riep de sterke man in zijn wanhoop. „Ik héb je lief, Leila, geloof mij," en hij kuste haar hartstochtelijk. Zij rustte een oogenblik voor zij weer sprak. Haar ademhaling werd korter, en het spreken viel haar hoe langer hoe moeilijker. „Emilio, ik moet je nog wat zeggen. Je moet niet boos zijn, zal je niet?" vroeg zij op haar ouden, onderworpen toon; „maar ik heb vader geschreven om mij nog eens te ko men opzoeken. Ik verwacht wel niet, dat hij zal komen," voegde zij er treurig bij, „maar ik zou hem zoo graag voor het laatst goeden dag zeggen. Wil je om mijnentwille vriende lijk tegen hem zijn? 'tls de laatste gunst, die ik je van mijn leven zal vragen." Sinds zgn hem de oogen opengegaan en toen Boisdeffi e gehoord was, zeide de beschuldigde, zich opwerkend in toorn en houding tot eene nog niet door hem bereikte hoogte, met een gioot gevoel van geringschatting »Aan gene raal Boisdeffrc heb ik niets te zeggen". Bois- deflre was ook niet meer de man van het Zola-proces die aan de jury eene ongepaste motie van vei trouwen vroeg. Zijne hoogheid was gevallen, en hij las zgne verklaring voor. Het is niet geoorloofd dat getuigen verklarin gen lezen bg het mondeling debat. Wij weten hoe zelfs Scheurer-ICestner het voorlezen van de brieven van Gonse bij den krijgsraad voor Esterhazy belette. Maar president jouost zei niets en mr. Demange zweeg. Na Boisdeffre werd Gonse opnieuw ver hoord, zonder dat ook deze nieuwe bewijzen wist aan te brengen, integendeel hij werd lot de verklaring gedwongen, dat er geen directe bewijzen bestaan. Een incident deed zich nog aan het einde der zitting voor. Generaal Billot stond, toen Picquart met generaal Gonse geconfronteerd was en tegenover dezen generaal elk zijner beweringen had volgehouden, plotseling op ec zeide op drogen toon: jsMijnheer Picquart wil u nog even terugkomen." Picquart, die het getuigenhekje al verlaten had antwoordde onmiddellijk ïuilstekend". Dan spreekt Billot in een lange rede over de aanwending der geheime fondsen, zonder dat deze rede echter ook maar eenigszins merkwaardig iszelfs is het niet duidelijk, waarom Biliot met eenigen ophef Picquart terugriep. Laboii's toestand blijft gunstig. Zaterdag is de gewonde een beetje op geweest en heeft in het Park gewandeld's middags heeft hij zelfs wat kunnen arbeiden. Ook gisteren was het uitstekend met den gezond heidstoestand, zoodat de mogelijkheid bestaat dat heden of morgen door den heer Labori weder aar. de verdediging van Dreyfus wordt deelgenomen. Het is trouwens uoodig, want ook zonder dat de getuigen-beschuldigers met bewijzen aankomen, zijn zij toch in staat eene meening te vestigen ten nadeele van Dreyfus, waarvan, is de verdediging aan een handig advocaat toevertrouwd, de onhoudbaatheid onmiddellijk blijkt. En daartoe is Démange niet in staat, nl valt het niet te ontkennen, dat hij de laatste dagen iets meer kracht ontwikkelt. Pruisische Kanaal wetien. Zelden of liever nooit heeft de Pruisische regeering en nog bovendien de koning zulk een parlementair echec geleden als Zaterdag ter gelegenheid van de behandeling van het kanaal-ontwerp. Op alle punten is de regeering verslagen en zelfs de mogelijkheid, die nog geopend scheen, dat door het Heerenhuis eene recon structie van liet ontwerp kon worden be proefd, is verdwenen. Definitief is het ontwerp tol het aanleggen van het Dortmund-Elbe-kariaal met 235 tegen 147 en van het Dortmund-Rijnitanaal met 275 tegen 134 stemmen verworpen. Voor een goed deelmoet volgens de bladen dit echec geweten worden aan de weinig krachtige houding der regeering ondanks de „Ik hoop dat hij zal komen, lieveling. Maak je niet ongerust; ik zal vriendelijk te gen hem zijn. Ik wil alles deen wat je ver langt," voegde hij er berouwvol bij. Hij zat naast haar bed, met een barer uit geteerde handen in de zijne, die hij nu en dan oplichtte om er een kus op te drukken. Zij lag hem aan te staren, te zwak om veel meer te zeggen, maar met stralend gelaat do oude liefde was teruggekeerd, hij lachte haar toe als in vroeger dagen, en m haar vreugde vergat zij al wat zij geleden liad. Het heden maakte haar gelukkig, het ver leden was vergeten. Vriendelijke woorden maakten haar het pad naar het graf effen. Zijn liefde zou het donkere dal verlichten, haar pad naar het Vreemde Land opvroolijken. Hoe dankbaar voelde zij- zich gestemd. In den namiddag viel zij in een rastigen slaap, gelukkig in de liefde van haar echtge noot. Haar ademhaling werd kalmer, en Cas telli, die af en toe in de kamer kwam slui pen, begon te hopen, d!at zij toch nog zou herstellen. Helaas! Hoe spoedig is het mensohelijk liari met hoop vervuld. Terwijl zij rustte, werd. er een oud man, met sneeuwwit haar en baard in de zitka mer gelaten, waar Castelli het lot beweende, dat hem weldra zijn vrouw zou otttrooven. Meu hoefde niet den naam van den vreem deling te vragen, noch zijn verrassing uit te diukken hij zijn verschijning, want Castelli begreep dat liet Leila's vader was. Hij stond op en stak zijn hand uit om dén ouden heer te verwelkomen, terwijl hij zacht zei: „U bent gekomen om uw dochter te zien? Zij zal zeer blij zijn; maar op 't oogenblik slaapt zij. IJ deedt beter nog wat hier te blij- nogal kernachtige vei klaring van Hohenlohe, die de »Kóln. Zeit." mededeelt, en die luidde: sik heb aan de discussie der laatste dagen geen deel genomen, omdat ik niet geloofde, door herhaling der door de vertegenwoordigeis der regeeriog aangevoerde en niet weei legde argumenten, ten gunste van liet voorstel, een verandering te kunnen brengen in de besluiten, welke door de verschillende fi acties waren genomen. Ik wil bier mijn instem ming betuigen met de vroeger gehoorde ver klaring van den minister van financiën en dan vooral u, heeren van de rechterzijde van dit Huis verzoeken, u niet over te geven aan illusies. Wanneer het Mittelland-kanaal wordt ver worpen, zooals het den schijn heeft dat ge beuren zal, dan zal het toch niet van de agenda verdwijnenhet zal terugkomen en de regeering zal er dan zorg voor dragen, dat het wordt aangenomen. Deze quaestie kan niet als op zich zelf staande worden behan deld, waut zij zal vérstrekkende gevolgen hebben met betrekking tot de dusver bestaan hebbende verhouding der conservatieven tot de regeering en kan slechts onheilzaam wer ken op het samengaan der sstaaterhaltenden" elementen des lands, met name op het samen gaan op liet gebied der handelspolitiek. Dit moeten de heeren der rechterzijde wel be denken." Zooals wij zeiden, Hohenlohe's woord ver mocht evenmin als de rede van den Koning- Keizer de vorige week, wier bedoeling geen twijfel overliet, het ontwerp te redden, waartoe bovenal het besluit van de natio- naal-liberalen partij en de vrijzinnigen heeft bijgedragen om eindelgk te breken met de immoieele politiek van ruilen en kanteelen, die de regeering reeds sedert lang met het centrum dreef. Wat zal van de gevallen beslissing, waar over de koning stellig in grooten toorn ge raakt is, het gevolg zijn De sFrankf. Ztg meent dat de regeering nog niet tot een be sluit gekomen is, tenminste het Huis heeft daarvan nog niets gehoord, en de heer Miquel, die bg de tweede lezing nog besliste woorden vond, was bij de derde lezing weer zoo buig zaam en meegaande geworden, dat lig de kanaalvrienden zelf voor het hoofd gestooten heeft... De regeering heeft nu gelegenheid haar onwrikbare vastbeslotenheid practisch toe te passen, als zij zich niet geheel en al aan de agrariërs wil onderwerpen Wij meenen in een constitutioneelen staat is slechts één oplossing te vinden: het beroep op de kiezers Aan een ontbinding van het Huis gelooft echter de »Freis. Zeit" niet. Die ontbinding zal niet komen wanneer zij niet door den drager der kroon beslist en dringend wordt verlangd. De ministers hebben in 't geheel geen trek in ontbinding. Er zal dus voortgeworsteld wor den ook na een zoodanige vermindering van het gezag der regeering als zij nauwelijks sterker gedacht kan worden. De officieuse ïNordd. Allg. Ztg." zegt: »Volgens de veiklaringen van den Rgkf- kanselier en eersten minister prins Hohenlobe en van den vice-president van het ministerie, den minister Miquel, spreekt het vanzelf, dat de regeering daarmede de zaak niet als afgedaan beschouwt. Zij houdt onvoorwaar- ven en wat te etenzoodra zij wakker is, kunt u bij haar gaan." De heer Gurney keek den spreker aan, als of hij verbaasd was over zijn beleefdheid. Hij had gedacht een ruwen, slecht opgevoedten man te ontmoeten, in een zwart pak, met zwaren gouden horlogeketting, met diaman ten knoopen in zijn overhemd en manchet ten, met den hoed sclieef op het hoofd, om kort te gaaneen minder soort mensch. Hij vergat dat de leden van een groot circus geen gewone kermisreizigers zijn. Gedurende een oogeniblik antwoordde hij niet, hij voelde zich niet op zijn gemak tegen over zijn gastheer, den man van zijn kind. Ten laatste zei hij met moeite: „IJ is zeker mijn schoonzoon, niet waar? Het doet mij pleizier, kennis te maken, mijn heer." Castelli boog en toen ontstond er weereen pijnlijke pauze. De mannen namen elkaar in stilte op, en toen zei Castelli „Als u nu toch niets wilt gebruiken, zal ik gaan zien of Leila wakker is. Het bericht van uw komst moet ik haar kalmpjes aan meedeelen, want het zou haar leven nog meer in gevaar brengen." Castelli had bij zich zeiven zitten overleg gen, hoe hij den ouden vader in kennis zou stellen met de ernstige ziekte zijner dochter, „Is zij zóó ziek?" vroeg de lieer Curnev, terwijl hij sprak, zijn angstig gelaat tot Cas telli opheffend. „Door haar treurig briefje begreep ik dat zij ziek was, maar ik dacht niet, dat het zoo ernstig was. Zou zij ster ven? Zeg mij de waarheid," en zijn stern beefde van smart. „Zij is erg ziek," zei Castelli treurig; „heb is het beste u daarop voor te bereiden." De oude man snikte. delijk en zonder aarzelen vast aan het wel overwogen en als noodwendig erkende kanaal plan in zijn geheelen omvang, en zij zal voor de totstandkoming van dat plan die middelen aanwenden, welke haar ten dienste staan en geboden schijnen door de omstan digheden". De National Ztg" meent, dat bezwaarlijk eenig beslissend besluit door de regeering ge- nomeD zal worden vóór de keizer naar Berlijn is teruggekeerd, hetgeen Dinsdag zal ge schieden. Gemengde mededeel In gen. Een vrouw, vermoedelijk van beperkte geestvermogens moest Zaterdag bg den aan vang der zitting van den krijgsraad in arrest worden gesteld. Zij beweerde Dreyfus te willen dooden. Deze arrestatie houdt volstrekt geen verband met den aanslag op Labori, gelijk men eerst meende. Déroulède, die eerst als gewoon gevangene werd behandeld, wordt nu als politiek mis dadiger in de gevangenis beschouwd. Tegen den gevangeniskost, die trouwens zeer slecht moet geweest zijn, kou hij eerst niet. Sedert den vorigen Maandag, toen hij wei gerde te antwoorden, is hij niet verhoord. In den toestand van het fort-Chabrol komt nog geen verandering; gisteren hadden er relletjes in de straat plaats, maar niet erger dan elders. Tengevolge het niet-aannemen van het ultimatum der patroons in Denemarken door de werklieden wordt het getal uitgesloten arbeidets met 40.000 vermeerderd en op 50.000 gebracht, zoodat er thans ongeveer 180.000 memchen in Denemarken broodeloos zijn. De kleermakers, cementwerkers en smeden zijn thans uitgesloten. Versclieidenen zijn er al uitgewekende arbeidersorganisaties dringen op standvastig heid aan. Giaaf Goluchowski zou gisteren een gesprek gehad hebben te Weenen met den Duitschen staatssecretaris voor buitenlandsche zaken, Von Bulow. Een telegram uit Soedan meldt, dat luite nant-kolonel Klobb, die uitgezonden was om het bevel op zich te nemen van de colonne, die gecommandeerd werd door de kapiteins Youlet en Chanoine, is vermoord, evenals luiteuant Meunier, die hem vergezelde. Het gerucht gaat, dat de Britsche agent te Pietoiia het antwoord van Ttansvaal zou hebben ontvangen. De inhoud is onbekend. De K u n i g heeft Zaterdag weer ammu nitie voor de Transvaal aangebracht; of deze mag dooi gezonden worden is nog niet geble ken. Afjeh. Ilet »N, v. d. D." ontving het volgende telegram uit Batavia Een patrouille uit Padang Tidji doodde Hadji Oemar en zijn schoonzoon. „Ik heb haar weergevonden om haar te vei hezen. Zou het werkelijk een laatst vaar wel zijn ,.Ik hoop liet met," zei Castelli. Maar zijn .woorden klonken niet opbeurend voor de ooren, die zoo verlangend waren van zijn lip pen nog een straaltje hoop op te vangen. „Het is Gods wil," antwoordde de oude man eerbiedig, „maar het is erg hard haar te zien steiven. Mijn straf isgrooter dan ik kan dragen." Castelli ontstelde. Werd hij ook niet ge straft, was zijn wroeging niet veel grooter? De vader had geen vermoeden van wreed heid en verzuim, en de zoon zweeg er over. Hadden zij niet beiden zwaar tegen haar gezondigd Zij wisten heb. „Zij is wakker wilt u kaar zien vroeg Castelli toen hij terug kwam. Bevend van angst eu vervuld met stille vrees, trad Gurney de kamer binnen, waar zijn dochter lag te sterven. „Vader, vader," riep de zenuwachtige stem. „Lieve, lieve vader, komt u me nu toch. op zoeken .Maar hij antwoordde niet, hij stond spra keloos. Het weerzien zijner dochter riep hem bittere herinneringen voor den geest aan an dere dagen, in de jaren die voorbij waren ge gaan. Sinds zij elkaar niet gezien hadden, was Leila liet evenbeeld liarer moeder gewor den, en hij dacht terug aan den dag dat zijn bruid in al haar frisscke jonge schoonheid zijn huis was binnen getreden. Hij kon nau welijks de oogen van baar gelaat afwenden. Castelli verwijderde zich, vader en. dochter alleen latend1. (Wordt vervolgd.I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1