Eerste Blad,
Kamers van ArSêiï voor de AMiol-Mistrie
CIRCUSSLAVEN,
Kamer! iai AM voor Se Bon Wrijven
53"e Jaargang.
Woensdag 23 Augustus 1899.
No. 10018.
K e n nisgCT i 11 g.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
BÜITENLAKD.
(Wordè vervolgd.)^
xiuawtK courant.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Viaardingen II. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Viaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBaterstraat 6S.
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel
meer 12Vs cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Mo. 123.
te SCHIEDAM,
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
Gezien de wet op de Kamers van Arbeid, het
Kiesreglement voor de Kamers van Arbeid en
het Koninklijk besluit van 13 Mei 1899, No. 47
herinneren de hoofden ot bestuurders van de
navolgende bedrijven
de branderijen, de distilleerderijen en
mouteryen
de gistpakkerijen
het molenaarsbedrijf;
het bedryr der wegers of meters van graan
en steenkolen en dat der zakkendragers.
aan hunne verplichtingen om vóór 15 September
e.k. eene lijst op te maken van de namen,
voornamen enz. der mannelijke en vrouwelijke
personen, die in hun bedrijf binnen bet gebied
der bovengenoemde Kamer van arbeid (hetwelk
zich uitstrekt over de gemeente Schiedam) als
patroons of in hun dienst als werklieden werk
zaam zijn of zijn geweest gedurende het laatst
verloopen kalenderjaar (1898) en om die lijst,
mede vóór 15 September a.s., te zenden aan
Burgemeester en Wethouders.
Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij,
die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar niet
binnen het gebied der bovengenoemde Kamer van
arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuur
der werkzaam zijn geweest en behoeven niet te
worden vermeld zij, die geen ingezetenen des
Rijks of geen Nederlanders zijn, of die op 15
October 1899, den leeftijd van vijf en twintig
jaren niet zullen hebben bereikt.
Onder patroons worden verstaan de manne
lijke of vrouwelijke hoofden of bestuurders van
een bedrijf, waarin ten minste één persoon boven
de 20 jaren tegen genot van loon werkzaam is,
en allen, die op het beheer der hoofden of be
stuurders toezicht houden terwijl met patroons
gelijk gesteld worden de personen, die door het
hoofd of bestuurder van een bedrijf in den regel
belast worden met het doen van wetenschappe
lijke proeven, de procuratiehouders alsmede de
personen, die bij ontstentenis van het hoofd of
den bestuurder van het bedrijf dat hoofd of dien
bestuurder vervangen.
Onder werklieden worden verstaan alle ande
ren, die tegen genot van loon in een bedrijf
werkzaam zijn, behalve zij die geheel of gedeel
telijk gezag over andere uitoefenen.
Zij, die gedurende het laatst verloopen kalen
derjaar niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd
of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest,
en die aanspraak kunnen maken om geplaatst
te worden op de kiezerslijst voor de bovenge
noemde Kamer van arbeid zijn bevoegd daarvan
vóór 15 September e.k. aangifte te doen bij
Burgemeester en Wethouders.
De formulieren voor bedoelde lijsten en aan-
DOOK
AMYIE READE.
45)
„Leila mijn dochter," riep d'o oude man
met bevende stem, „Leila."
Hij drukte haar aan het hart, en geduren
de eenige oogenblikken werd' de stilte alleen
verbroken door hun snikken, totdat Leila
zei:
„Vader, zeg mij, dat u 't mij vergeven
hebt. Zeg dat, vóór ik sterf."
In de opwinding van het ocgenbHk had hij
niet opgemerkt hoe slecht zij er uitzag, en nu
viel het hem plotseling op.
„Mijn dochter, mijn dochter, dat ik je zoo
ziek moest weervinden, dat ik hier- moest ko
men om je te zien sterven."
Hevig snikken belette hem Verder te gaan,
maar Leila zei haastig:
„Huil niet om mij, vader, maar zeg, dat u
het mij vergeeft?"
„Ik jou vergeven, Leila? Neen, het is aan
jou mij te vergeven. Ik vergat mijn plicht als
vader, en ik liet je te eenzaam achter, toen
ik je gids, je steun had moeten zijn. Ik zie
heb nu in, Loila, nu het te laat is."
„Zeg dat niet, lieve vader. Ik behandelde
u heel slecht. Ik was geen goede dochter. Ik
had niet moeten trouwen zonder uw voorken
nis, maar de liefde verblindde mij."
„En ben je gelukkig geweest, was hij goed
voor je, zeg mij dat eens, Leila?"
Toen hij sprak, was er een blos op haar ge
laat gekomen. Wat zou zij op die vraag ant
woorden Zij moest den uaam van haar echt
genoot redden, niemand mocht weten, wat zij
doorgemaakt had, en zij antwoordde ontwij
kend
giften zijn kosteloos voor belanghebbenden ver
krijgbaar afdeeling A. ter gemeente Secretarie.
Schiedam 22 Augustus 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris
v. LU1JK L. S.
HAM BBS VAM AKBEiD voor de
Voedlngs- en Genotmiddelen
te SCHIEDAM.
Burgemeester en Wethouders
van Schiedam,
Gezien de wet op de Kamers van Arbeid,
het Kiesreglement voor de Kamers van Aibeid en
het Koninklijk besluit van 13 Mei 1899, No. 47
herinneren de hoofden of bestuurders van de
navolgende bedrijven
de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en
banketbakkerijen
de slagerijen
de bierbrouwerijen, de azijnfabriek, de
zoutziederijen
de zuivel- en de kunstboterfabrieken, het
bedrijf der drinkwaterleiding;
de tabak- en sigarenfabrieken
het vervaardigen van kleeren, hoeden of
schoenen
de boek- en courantdrukkerijen;
de kaarsen-, de gas-, de glas-, de soda-,
de zeep- en de cartonnagefabrieken
aan hunne verplichtingen om vóór 15 Septem
ber e.k. eene lijst op te,maken van de namen,
voornamen enz. der mannelijke en viouvvelijke
personen, die in hun bedrijf binnen het gebied
der bovengenoemde Kamer van aibeid (hetwelk
zich uitstrekt over de gemeente Schiedam) als
patroons of in hun dienst als weiklieden werk
zaam zijn of zijn geweest gedurende het laatst
verloopen kalenderjaar (1898) en om die lijst,
mede vóór 15 September as., te zenden aan
Burgemeester en Wethouders.
Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij,
die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar
niet binnen het gebied der bovengenoemde Ka
mer van at beid bij hetzelfde hoofd of denzelfden
bestuurder werkzaam zijn geweest en behoeven
niet te worden vermeld zij, die geen ingezetenen
des Rijks of geen Nederlanders zijn, of die op
15 October 1899, den leeftijd van vijf en twintig
jaren niet zullen hebben bereikt.
Onder patroons worden verstaan de mannelijke
of vrouwelijke hoofden of bestuurders van een
bedrijf, waarin ten minste éen persoon boven de
20 'aren tegen genot van loon werkzaam is, en
allen, die op het beheer der hoofden of bestuur
ders toezicht houden terwijl met patroons gelijk
gesteld worden de personen, die door het hoofd
of bestuurder van een bedrijf in den regel belast
worden mot het doen van wetenschappelijke
proeven, de procuratiehouders alsmede de per
sonen, die bij ontstentenis van het hoofd of den
bestuurder van het bedrijf dat hoofd of dien
bestuurder vervangen.
Onder werklieden worden verstaan alle ande
ren, die tegen genot van loon in een bedrijf
werkzaam zijn, behalve zij, die geheel of ge
deeltelijk gezag over anderen uitoefenen.
Zij, die gedurende het laatst verloopen kalen
derjaar niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd
of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest
„Gelooft u niet, dat hij goed en vriendelijk
voor mij is Er is niets of jiij zou het koopen,
of voor mij zien te krijgen, als hij wist, dat
hij er mijn smart en lijden mee kon verlich
ten."
De oude man was voldaan. Hij wist niet,
dat die vriendelijkheid eerst aan Leila bewe
zen was, toen alle hoop op herstel verdwenen
was, en d'at zij zonder morren droevige jaren
doorleefd had.
„Vader, haal een stoel en kom bij mij zit
ten, en laat mij uw hand in de mijne hou
den. Goed'e oude vader, ik wilde wel dat ik
u meer had hef gehad," sprak zij treurig.
Hij deed, zooals zij gevraagd had, en toen
spraken zij over het verleden. Leila gaf hem
aardige Inschrijvingen van de reizen die zij
gemaakt, de steden die zij bezocht had, maar
vermeed zorgvuldig iedere toespeling op haar
moeder, totdat ten laatste haar vader haar
in de rede viel met te zeggen
„Je hebt je moeder gezien, voor zij stierf
je man vindt, dat je na dien tijd nooit
meer gezond bent geweest. Leila, waar stierf
zij V'
De blosjes op haar wangen werden dieper
toen zij op zachten toon antwoordde:
„In het huis van Herbert Clifford."
Hij werd bleek, een wanhopige uitdruk
king kwam er op zijn gelaat, toen hij ant
woordde
„Stierf zij daar, werkelijk Ik had nog lie
ver gewild dat zij op straat gestorven was
als zij maar berouw gehad had." voegde hij er
treurig bij. Het is vreeselijk, te moeten den
ken, dat zij in het huis van haar verleider
gestorven is vreeselijk voor mij."
„Gij vergist u, lieve vader; een uur voor
haar dood ging zij hem opzoeken zij ging
hem een onderkomen en brood vragen, wat
hij weigerde. In dat opzicht zondigde zij niet.
en die aanvpiask kunnen maken om geplaatst
te worden op de kieieislijst voor de bovenge
noemde Kamer van aibeid zijn bevoegd daarvan
vóór 15 September e.k. aangifte te doen bij
Burgemeester en Wethoudeis.
De formulieren voor bedoelde lijsten en aan
giften zijn kosteloos voor belanghebbenden ver
krijgbaar afdeeling A ter gemeente-secretarie.
Schiedam, 22 Augustus 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
v. LUIK L. S.
TE SCHIEDAM.
Burgemeester en wethouders
van Schiedam,
Gezien de wet op de Kamers van Arbeid, hot
Kiesreglement voor de Kamers van Arbeid en
het Koninklijk besluit van 13 Mei 1899, No. 47.
herinneien de hoofden of bestuurders van de
navolgende bedrijven:
het bewerken van hout, steen of metalen
het schilders-, stoffeerders-, behangers-,
stukadoors-, mandemakers-, kurksnijders-,
aardwerkers- en straatmakersbedrijf
het ontwerpen van en het houden van toe
zicht bij het uitvoeren van bouwplannen,
aan hunne verplichtingen om vóór 15 Septem
ber e.k. eene lijst op te maken van de namen,
voornamen enz. der mannelijke en vrouwelijke per
sonen, die in hun bedrijf binnen het gebied dei-
bovengenoemde Kamer van arbeid (hetwelk zich
uitstrekt over de gemeente Schiedam) als patroons
of in hun dienst ais werklieden werkzaam zijn
of zijn geweest gedurende het laatst verloopen
kalenderjaar (1898) of, indien het het bouwvak
betreft, gedurende het laatste tijdvak van 7
maanden dut in dat bedrijf is gewerkt, en om
die lijst, mede \óór 15 September a s., te zenden
aan Burgemeester en Wethouders.
Ten aanzien van hem, die in het bedrijf van
het bouwvak weikzaam is geweest, wordt op
de lijst opgegeven gedurende welken tijd hij in
dat bedrijf weikzaam is geweest.
Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij,
die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar
of, indien het het bouwvak betreft, gedurende
bovenbedoelde 7 maanden, niet binnen het ge
bied der bovengenoemde Kamer van at beid bij
hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder weik
zaam zijn geweest en behoeven niet te worden
vermeld zij, die geen ingezetenen des Rijks of
geen Nederlanders zijn, of die op 15 October
1899, den leeftijd van vijf en twintig jaar niet
zullen hebben bereikt.
Onder patroons worden verstaan de manne
lijke of vrouwelijke hoofden of bestuurders van
een bedrijf, waarin ten minste één persoon
boven de 20 jaren tegen gonot van loon werk
zaam is, en allen, die op het beheer der hoof
den of bestuurders toezicht houden terwijl met
patroons gelijk gesteld worden de personen, die
door het hoofd of bestuurder van een bedrijf
in den regel belast worden met het ontwerpen
tan wetenschappelijke plannen en modellen, of
met het doen van wetenschappelijke proeven,
de procuratiehouders alsmede de personen, die
bij ontstentenis van het hoofd of den bestuui-
Uw brief kwam op den dag dat zij gestorven
is. Goddank dat zij tem. niet meer heeft kun
nen lozen."
Hij steunde twee of drie keer, terwijl hij
luisterde naar alle bijzonderheden, die Leila,
het haar plicht rekende, hem te vertellen.
Toen zij ophield met spreken, had do opwin
ding Tiaar verbazend uitgeput, en toen haar
echtgenoot en de dokter een oogenblik later
binnenkwamen, lag zij met gesloten oogen,
naar adem snakkendehaar vader keek haar
aan, alsof hij te versuft was om zich te be
wegen.
„Wie heeft er met de patiënt zitten, pra
ten en dit kwaad uitgericht? Zij is veel er
ger," zei de dokter boos.
„Ik," sprak de heer Gumey; „ik ben haar
vader, wij hadden elkaar veel te vertellen, en
de tijd zal, vrees ik, kort zijn.-Mijn plaats is
toch hier, niet waar?"
„Ik moet u verzoeken dadelijk in de an
dere kamer te gaan," sprak de dokter ge
streng. „U moogt haar vandaag niet meer
zien. Wilt u er voor zorgen, dat zij kalm ge
houden wordt?" vroeg hij, zich tot Castelli
wendend.
„Ja,, ik zal hij haar blijven." Dit zeggende,
leidde hij den ouden bedroefden vader naar
de andere kamer.
Toen de dag om was en de avond naderde,
werd Leila onrustiger. Bij tijden ijlde zij,
en Castelli kon haar nauwelijks een oogen
blik alleen laten.
Het was den volgenden dag reeds laat,
toen de dokter Gumey ver-lof gaf zijn doch
ter te zien; hij verbood hem haar met vra
gen lastig te vallen, en in geen geval haar op
te winden.
„Het is zoo wreed, haar lijden nog te ver
grootten,sprak hij, „laat zij al de rust genie
ten, die wij haar kunnen geven."
der van het bedrijf dat hoofd of dien bestuurder
vervangen.
Onder werklieden worden verslaan alle ande
ren, die tegen genot van loon in een bedrijf
werkzaam zijn, behalve zij, die geheel of gedeel
telijk gezag over anderen uitoefenen.
Zij, die gedurende liet laatst verloopen kalen
derjaar of, indien het het bouwvak betreft,
gedurende het laatste tijdvak van 7 maanden, dut
in dit bedrijf is gewerkt, niet in het bedrijf van
hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder weik
zaam zijn geweest, en die aanspraak kunnen
maken om geplaatst te wordon op de kiezerslijst
voor de bovengenoemde Kamer van arbeid zijn
bevoegd daarvan vóór 15 September e. k. aangifte
te doen bij Burgemeester en Wethouders.
De formulieren voor bedoelde lijsten on aan
giften zijn kosteloos voor belanghebbenden ver
krijgbaar afdeeling A ter gemeente Secretarie.
Schiedam, 22 Augustus 1899.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De secretaris,
v. LUIK, L. 8.
Algemeen ovcrclclit.
SCHIEDAM, 22 Aug. '99.
Het proees-Dreyfus.
Den Zondag hebben allen, die om het pro-
ces-Dreyfus gedurende dtezo week te Rtennes
moeten zijn, gebruikt om een uitstapje naar
bet strand te maken, waar zelfs de sensatie-
wekkende verklaring van Cuignet, dat de
Oostenrijkschei militaire attaché in zijn be
kende verklaring gelogen heeft, hen niet kon
achterhalen. Maar Maandag begon het leven
tje weer opnieuw; half zeven kondigde de
deurwaarder de opening der zitting aan.
De journalisten klagen er erg over, dat het
proces hen zoo afmat; om vijf uur moeten zij
al bij de band zijn ten einde om 6 uur in het
Lyceum te kunnen wezen; dan tot 12 uur
krijgsraadzittmg met 20 minuten pauze,
daarna telegrafeeren en schrijven tot 5 uur
natuurlijk tijdig naar bed om weer vroeg den
volgenden dag aanwezig te zijn. De veelbe-
proefden hebben hun vrijen Zondag wel noo-
dig.
Gisteren werd de zitting eerst aan liet ein
de belangrijk. Eerst werd generaal Fabre ge
hoord, de oud-chef van het 4de bureau van
den generalen staf.
Uit onze telegrammen heeft men gisteren
diens getuigenis kunnen lezenniets is hier
aan toe te voegenvooral op de weinige sym
pathie, die Dreyfus bij zijn kameraden, wek
te, vestigde deze getuige de aandacht, ter
wijl hij pertinent volhield, dat hij, evenals
in 1894, ook nu nog geloofde, dat Dreyfus de
maker van het borderel is. Op enkele onder
geschikte punten over de hoofdzaak is na
tuurlijk geen discussie mogelijk weersprak
Dreyfus den generaal, daarbij door zijn kalm
en beslist spreken, ook op de leden van den
krijgsraad een uitnemenden indruk makend.
Zonder groot interesse bleef aldus het getui
genverhoor voortgaan tot de overste Ju nek
werd verhoord, waarbij zich een incident met
den rechter Bertulus voordeed.
Deze getuige verklaarde Dreyfus zeer goed
gekend te hebben toen deze stagiaire was bij
den generaden staf. Dreyfus had hem toen
Toen sloop de vader zachtjes haar kamer
binnen, maar niet zoo zacht of zijn dochter
had het- gehoord. Zij was zwakker, en haar
oogen waren gesloten, maar zij opende ze da
delijk, toen hij binnentrad.
„Vader," riep de zwakke stem, „kom hier."
Hij ging naar haar toe, en. zij sprak
„Denkt u, dat Tom mij vergeven h'eeft.
Hij heeft mij nooit meer geschreven, nadat
ik getrouwd ben. Zoudt u deuken, dat hij
nog van mij houdt? Heeft hij nooit in zijn
brieven aan u, over mij gesproken?"
Zij was te moe om verder te gaan.
„Ik moet je de waarheid zeggen," ant
woordde de oude man, terwijl tranen langs
zijn gerimpelde wangen liepen. „Tom schreef
je heel dikwijls, ik geloof, dat er geen mail
woorbij ging, zonder dat er een brief voor je
kwam. Daar je nooit antwoordde, vroeg bij
mij, of ik de brieven wel opzond. In mijn
toorn, met het verlangen naar wraak, zei ik
dat ik het deed. Ik wilde, dat Tom slecht van
je dacht. Daarna kwamen er geen brieven
meer voor je. Ik had mijn iL», nxaar het ge
heim van die zonde drukte zwaar op mijn
ziel, zoodat ik somtijds voelde dat ik had
moeten schrijven, en hem de waarheid zeg
gen. Mijn kind, mijn kind."
Toen haar vader dteze bekentenis gedaan
had, kwam er een vreeselijk wanhopige en
smartelijke trek op Leila's gelaat, maar zij
zei kalm
„Wilt u hem schrijven, vader, en zeggen
dat ik nooit zijn brieven ontvangen heb? En
zeg hem dan zeg hem - dat ik een ge
trouwde vrouw ben dat ik niet gezondigd
heb ik huwde in een kerk. Onze trouwacte
ligt in de lessenaar van mijn man. Vraag
hem ze u te laten zien, en zeg dan aan Tom
met mijn laatste groeten, dat ik hem nooit
oneer heb aangedaan. Beloof mij, vader, dat
eens gesproken over de groote verliezen, die
hij bij liet spel geleden had en over zijn be-
tiekkingen met demi-mondaines. Eens op een
dag waren zij samen drie dezer dametjes te
gen gekomen, die hen groetten. Getuige had
toen de opmerking gemaakt, dat hij voor een
getrouwd man er nogal aardige kennissen op
na hield, waarop Dreyfus antwoordde, dat de
kennismaking van voor zijn huwelijk dateer
de. Een der dames, een zekere juffrouw Val-
tesse, bewoonde, naar hij zeide, een huis in
de Champs Elysées, waar aardige feesten ge
geven werden en waar gespeeld werd.
Dreyfus gaf voorts erg op van zijn reizen,
zijn mooi huis en zijn fortuin.
Verder weidde getuige uit over de dienst
betrekkingen, die hij" met Dreyfus hield. De
laatste was uitstekend op de hoogte van het
concentratieplan, dat hij op ieder© kaart kon
afteekenen. Nadat de overste nog over de
sehipthandleiding en de notai over Madagas
car had gesproken, kwam hij op het verhoor
van Eslerliazy door Bertulus in tegenwoor
digheid van juffrouw Pays. Bij die gelegen
heid waren zoowel Esterliazy als zijn bijzit
erg vroolijk geweest en was er meer gebeurd
dan gewoonlijk op bet parket van een rech
ter van instructie geschied; Pays zou, om
dat het nogal warm was, haar corsage wat
hebben losgemaakt.
Onmiddellijk na deze woorden sprong Ber
tulus op.
„Ik vraag het woord, direct."
Dc president (zenuwachtig) „Gij zult het
straks krijgen, ga s. v. p. nu zitten."
Junek vervolgde op ©en wenk van den
president toen zijn getuigenis, te midden van
de algemeene hilariteit over het incident.
Nadat Démange den getuige enkele vragen
gesteld heeft, krijgt Dreyfus he" woord. Hi)
zegt, dat hij over zijn private leven hier niet
spreken wil, al moet hij ontkennen, dat hij,
ooit gespeeld heeft. Een eenvoudig onderzoek
zou dat trouwens aantoonen; echter komt
hij op tegen enkele feitelijke aantijgingen
van getuige.
Nimmer zegt liij, 2ooals beweerd werd, deel
genomen te hebben aan de voordrachten van
den generalen staf in December 1892, om de
eenvoudige reden, dat hij toen afwezig was.
Het woord „ik ga. naar de manoeuvres" kan
evenmin op hem van toepassing zijn, omdat
de officieren, gedetacheerd bij den generalen
staf, weder bij den troep werd'en ingedeeld,
toen er geen manoeuvres waren. Eveneens
weerlegt hij de andere bezwarende getuigenis
sen, o. a. dat hij welingelicht kon zijn omdat
hij een neef had aan het ministerie van bui-
tenlandsche zaken. „Ik heb," zegt bekl, „daar
nimmer een neef gehad."
Toen Dreyfus klaar was gaf de president
het woord aan Bertulus.
Snel stapt deze de tred'en van de estrade
op en slingert naar overste Jnnck: „Ik zal
getuige Junek niet de eer aandoen hem te
antwoorden."
Er ontstaat een heftig tumult in de zaal
Junek springt op en werpt een verpletteren
den blik op Bertulus, die zich zeiven geheel
meester, op volkomen kalmen toon vervolgt
„Ik zal niet antwoorden op den laster om
trent mijn samenkomst met kolonel Henry.
Omtrent dit punt heb ik voldoende ophelde
ring aan het Hof van Cassatie gegeven. De
leden van dat Hof zijn de hoogste rechters in
u dat doen zult beloof het mij," herhaalde
zij zwak.
„Ik zal het dadelijk doen," antwoordde
haar vader, diep ontroerd. Ik zal hem de
waarheid zeggen."
„Neen, wacht nog wat," verzocht zij.
„Wacht tot het einde daar is; schrijf hem
dan en zeg dat ik gelukkig gestorven ben,
geloovende in zijn liefde."
Hij kon niet antwoorden.
Dien namiddag kwam er verandering. Zij
werd veel zwakker en voelde dat het einde
snel naderde. Zij riep haar echtgenoot en
haar vader aan haar bed, en zed zachtjes
„Kom dicht bij mij zitten, heel dicht, an
ders zal je mij niet kunnen verstaan, en ik
heb een paar wenschen, die ik u beiden zou
willen, meedeelen. Mijn uren zijn geteld, en
het geluk van mijn kinderen" hier hield
zij even op om adem te halen, „ligt mij
na aan het hart. Emilio, lieve Emilio, wil je
mij één ding beloven slechts één
Zij wachtte op zijn antwoord.
„Ik wil je alles beloven, Leila, lieveling.
Wat is het?" vroeg hij treurig.
„Beloof mij, dat Vanda noch Adrian in
uw vak zullen worden opgevoed dat zij
nooit kunstenmakers of paardrijders zullen
worden. Ik zou geen rust in mijn graf heb
ben als ik dacht, dat zij in wreede handen
zouden vallen zooals zooals van dien
Horrox. Beloof mij dat, beloof mij dat voor
ik sterf, Emilio."
Castelli hield haar hand vast. Hij boog
zich over haar heen, kuste haar en sprak
langzaam en ernstig:
„Dat beloof ik, lieveling!"