Eerste Blad, Kamers van ArSêiï voor de AMiol-Mistrie CIRCUSSLAVEN, Kamer! iai AM voor Se Bon Wrijven 53"e Jaargang. Woensdag 23 Augustus 1899. No. 10018. K e n nisgCT i 11 g. Kennisgeving. Kennisgeving. BÜITENLAKD. (Wordè vervolgd.)^ xiuawtK courant. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Viaardingen II. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Viaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBaterstraat 6S. Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel meer 12Vs cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Mo. 123. te SCHIEDAM, Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gezien de wet op de Kamers van Arbeid, het Kiesreglement voor de Kamers van Arbeid en het Koninklijk besluit van 13 Mei 1899, No. 47 herinneren de hoofden ot bestuurders van de navolgende bedrijven de branderijen, de distilleerderijen en mouteryen de gistpakkerijen het molenaarsbedrijf; het bedryr der wegers of meters van graan en steenkolen en dat der zakkendragers. aan hunne verplichtingen om vóór 15 September e.k. eene lijst op te maken van de namen, voornamen enz. der mannelijke en vrouwelijke personen, die in hun bedrijf binnen bet gebied der bovengenoemde Kamer van arbeid (hetwelk zich uitstrekt over de gemeente Schiedam) als patroons of in hun dienst als werklieden werk zaam zijn of zijn geweest gedurende het laatst verloopen kalenderjaar (1898) en om die lijst, mede vóór 15 September a.s., te zenden aan Burgemeester en Wethouders. Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij, die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar niet binnen het gebied der bovengenoemde Kamer van arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuur der werkzaam zijn geweest en behoeven niet te worden vermeld zij, die geen ingezetenen des Rijks of geen Nederlanders zijn, of die op 15 October 1899, den leeftijd van vijf en twintig jaren niet zullen hebben bereikt. Onder patroons worden verstaan de manne lijke of vrouwelijke hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste één persoon boven de 20 jaren tegen genot van loon werkzaam is, en allen, die op het beheer der hoofden of be stuurders toezicht houden terwijl met patroons gelijk gesteld worden de personen, die door het hoofd of bestuurder van een bedrijf in den regel belast worden met het doen van wetenschappe lijke proeven, de procuratiehouders alsmede de personen, die bij ontstentenis van het hoofd of den bestuurder van het bedrijf dat hoofd of dien bestuurder vervangen. Onder werklieden worden verstaan alle ande ren, die tegen genot van loon in een bedrijf werkzaam zijn, behalve zij die geheel of gedeel telijk gezag over andere uitoefenen. Zij, die gedurende het laatst verloopen kalen derjaar niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest, en die aanspraak kunnen maken om geplaatst te worden op de kiezerslijst voor de bovenge noemde Kamer van arbeid zijn bevoegd daarvan vóór 15 September e.k. aangifte te doen bij Burgemeester en Wethouders. De formulieren voor bedoelde lijsten en aan- DOOK AMYIE READE. 45) „Leila mijn dochter," riep d'o oude man met bevende stem, „Leila." Hij drukte haar aan het hart, en geduren de eenige oogenblikken werd' de stilte alleen verbroken door hun snikken, totdat Leila zei: „Vader, zeg mij, dat u 't mij vergeven hebt. Zeg dat, vóór ik sterf." In de opwinding van het ocgenbHk had hij niet opgemerkt hoe slecht zij er uitzag, en nu viel het hem plotseling op. „Mijn dochter, mijn dochter, dat ik je zoo ziek moest weervinden, dat ik hier- moest ko men om je te zien sterven." Hevig snikken belette hem Verder te gaan, maar Leila zei haastig: „Huil niet om mij, vader, maar zeg, dat u het mij vergeeft?" „Ik jou vergeven, Leila? Neen, het is aan jou mij te vergeven. Ik vergat mijn plicht als vader, en ik liet je te eenzaam achter, toen ik je gids, je steun had moeten zijn. Ik zie heb nu in, Loila, nu het te laat is." „Zeg dat niet, lieve vader. Ik behandelde u heel slecht. Ik was geen goede dochter. Ik had niet moeten trouwen zonder uw voorken nis, maar de liefde verblindde mij." „En ben je gelukkig geweest, was hij goed voor je, zeg mij dat eens, Leila?" Toen hij sprak, was er een blos op haar ge laat gekomen. Wat zou zij op die vraag ant woorden Zij moest den uaam van haar echt genoot redden, niemand mocht weten, wat zij doorgemaakt had, en zij antwoordde ontwij kend giften zijn kosteloos voor belanghebbenden ver krijgbaar afdeeling A. ter gemeente Secretarie. Schiedam 22 Augustus 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De secretaris v. LU1JK L. S. HAM BBS VAM AKBEiD voor de Voedlngs- en Genotmiddelen te SCHIEDAM. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gezien de wet op de Kamers van Arbeid, het Kiesreglement voor de Kamers van Aibeid en het Koninklijk besluit van 13 Mei 1899, No. 47 herinneren de hoofden of bestuurders van de navolgende bedrijven de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en banketbakkerijen de slagerijen de bierbrouwerijen, de azijnfabriek, de zoutziederijen de zuivel- en de kunstboterfabrieken, het bedrijf der drinkwaterleiding; de tabak- en sigarenfabrieken het vervaardigen van kleeren, hoeden of schoenen de boek- en courantdrukkerijen; de kaarsen-, de gas-, de glas-, de soda-, de zeep- en de cartonnagefabrieken aan hunne verplichtingen om vóór 15 Septem ber e.k. eene lijst op te,maken van de namen, voornamen enz. der mannelijke en viouvvelijke personen, die in hun bedrijf binnen het gebied der bovengenoemde Kamer van aibeid (hetwelk zich uitstrekt over de gemeente Schiedam) als patroons of in hun dienst als weiklieden werk zaam zijn of zijn geweest gedurende het laatst verloopen kalenderjaar (1898) en om die lijst, mede vóór 15 September as., te zenden aan Burgemeester en Wethouders. Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij, die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar niet binnen het gebied der bovengenoemde Ka mer van at beid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest en behoeven niet te worden vermeld zij, die geen ingezetenen des Rijks of geen Nederlanders zijn, of die op 15 October 1899, den leeftijd van vijf en twintig jaren niet zullen hebben bereikt. Onder patroons worden verstaan de mannelijke of vrouwelijke hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste éen persoon boven de 20 'aren tegen genot van loon werkzaam is, en allen, die op het beheer der hoofden of bestuur ders toezicht houden terwijl met patroons gelijk gesteld worden de personen, die door het hoofd of bestuurder van een bedrijf in den regel belast worden mot het doen van wetenschappelijke proeven, de procuratiehouders alsmede de per sonen, die bij ontstentenis van het hoofd of den bestuurder van het bedrijf dat hoofd of dien bestuurder vervangen. Onder werklieden worden verstaan alle ande ren, die tegen genot van loon in een bedrijf werkzaam zijn, behalve zij, die geheel of ge deeltelijk gezag over anderen uitoefenen. Zij, die gedurende het laatst verloopen kalen derjaar niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest „Gelooft u niet, dat hij goed en vriendelijk voor mij is Er is niets of jiij zou het koopen, of voor mij zien te krijgen, als hij wist, dat hij er mijn smart en lijden mee kon verlich ten." De oude man was voldaan. Hij wist niet, dat die vriendelijkheid eerst aan Leila bewe zen was, toen alle hoop op herstel verdwenen was, en d'at zij zonder morren droevige jaren doorleefd had. „Vader, haal een stoel en kom bij mij zit ten, en laat mij uw hand in de mijne hou den. Goed'e oude vader, ik wilde wel dat ik u meer had hef gehad," sprak zij treurig. Hij deed, zooals zij gevraagd had, en toen spraken zij over het verleden. Leila gaf hem aardige Inschrijvingen van de reizen die zij gemaakt, de steden die zij bezocht had, maar vermeed zorgvuldig iedere toespeling op haar moeder, totdat ten laatste haar vader haar in de rede viel met te zeggen „Je hebt je moeder gezien, voor zij stierf je man vindt, dat je na dien tijd nooit meer gezond bent geweest. Leila, waar stierf zij V' De blosjes op haar wangen werden dieper toen zij op zachten toon antwoordde: „In het huis van Herbert Clifford." Hij werd bleek, een wanhopige uitdruk king kwam er op zijn gelaat, toen hij ant woordde „Stierf zij daar, werkelijk Ik had nog lie ver gewild dat zij op straat gestorven was als zij maar berouw gehad had." voegde hij er treurig bij. Het is vreeselijk, te moeten den ken, dat zij in het huis van haar verleider gestorven is vreeselijk voor mij." „Gij vergist u, lieve vader; een uur voor haar dood ging zij hem opzoeken zij ging hem een onderkomen en brood vragen, wat hij weigerde. In dat opzicht zondigde zij niet. en die aanvpiask kunnen maken om geplaatst te worden op de kieieislijst voor de bovenge noemde Kamer van aibeid zijn bevoegd daarvan vóór 15 September e.k. aangifte te doen bij Burgemeester en Wethoudeis. De formulieren voor bedoelde lijsten en aan giften zijn kosteloos voor belanghebbenden ver krijgbaar afdeeling A ter gemeente-secretarie. Schiedam, 22 Augustus 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, v. LUIK L. S. TE SCHIEDAM. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gezien de wet op de Kamers van Arbeid, hot Kiesreglement voor de Kamers van Arbeid en het Koninklijk besluit van 13 Mei 1899, No. 47. herinneien de hoofden of bestuurders van de navolgende bedrijven: het bewerken van hout, steen of metalen het schilders-, stoffeerders-, behangers-, stukadoors-, mandemakers-, kurksnijders-, aardwerkers- en straatmakersbedrijf het ontwerpen van en het houden van toe zicht bij het uitvoeren van bouwplannen, aan hunne verplichtingen om vóór 15 Septem ber e.k. eene lijst op te maken van de namen, voornamen enz. der mannelijke en vrouwelijke per sonen, die in hun bedrijf binnen het gebied dei- bovengenoemde Kamer van arbeid (hetwelk zich uitstrekt over de gemeente Schiedam) als patroons of in hun dienst ais werklieden werkzaam zijn of zijn geweest gedurende het laatst verloopen kalenderjaar (1898) of, indien het het bouwvak betreft, gedurende het laatste tijdvak van 7 maanden dut in dat bedrijf is gewerkt, en om die lijst, mede \óór 15 September a s., te zenden aan Burgemeester en Wethouders. Ten aanzien van hem, die in het bedrijf van het bouwvak weikzaam is geweest, wordt op de lijst opgegeven gedurende welken tijd hij in dat bedrijf weikzaam is geweest. Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij, die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar of, indien het het bouwvak betreft, gedurende bovenbedoelde 7 maanden, niet binnen het ge bied der bovengenoemde Kamer van at beid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder weik zaam zijn geweest en behoeven niet te worden vermeld zij, die geen ingezetenen des Rijks of geen Nederlanders zijn, of die op 15 October 1899, den leeftijd van vijf en twintig jaar niet zullen hebben bereikt. Onder patroons worden verstaan de manne lijke of vrouwelijke hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste één persoon boven de 20 jaren tegen gonot van loon werk zaam is, en allen, die op het beheer der hoof den of bestuurders toezicht houden terwijl met patroons gelijk gesteld worden de personen, die door het hoofd of bestuurder van een bedrijf in den regel belast worden met het ontwerpen tan wetenschappelijke plannen en modellen, of met het doen van wetenschappelijke proeven, de procuratiehouders alsmede de personen, die bij ontstentenis van het hoofd of den bestuui- Uw brief kwam op den dag dat zij gestorven is. Goddank dat zij tem. niet meer heeft kun nen lozen." Hij steunde twee of drie keer, terwijl hij luisterde naar alle bijzonderheden, die Leila, het haar plicht rekende, hem te vertellen. Toen zij ophield met spreken, had do opwin ding Tiaar verbazend uitgeput, en toen haar echtgenoot en de dokter een oogenblik later binnenkwamen, lag zij met gesloten oogen, naar adem snakkendehaar vader keek haar aan, alsof hij te versuft was om zich te be wegen. „Wie heeft er met de patiënt zitten, pra ten en dit kwaad uitgericht? Zij is veel er ger," zei de dokter boos. „Ik," sprak de heer Gumey; „ik ben haar vader, wij hadden elkaar veel te vertellen, en de tijd zal, vrees ik, kort zijn.-Mijn plaats is toch hier, niet waar?" „Ik moet u verzoeken dadelijk in de an dere kamer te gaan," sprak de dokter ge streng. „U moogt haar vandaag niet meer zien. Wilt u er voor zorgen, dat zij kalm ge houden wordt?" vroeg hij, zich tot Castelli wendend. „Ja,, ik zal hij haar blijven." Dit zeggende, leidde hij den ouden bedroefden vader naar de andere kamer. Toen de dag om was en de avond naderde, werd Leila onrustiger. Bij tijden ijlde zij, en Castelli kon haar nauwelijks een oogen blik alleen laten. Het was den volgenden dag reeds laat, toen de dokter Gumey ver-lof gaf zijn doch ter te zien; hij verbood hem haar met vra gen lastig te vallen, en in geen geval haar op te winden. „Het is zoo wreed, haar lijden nog te ver grootten,sprak hij, „laat zij al de rust genie ten, die wij haar kunnen geven." der van het bedrijf dat hoofd of dien bestuurder vervangen. Onder werklieden worden verslaan alle ande ren, die tegen genot van loon in een bedrijf werkzaam zijn, behalve zij, die geheel of gedeel telijk gezag over anderen uitoefenen. Zij, die gedurende liet laatst verloopen kalen derjaar of, indien het het bouwvak betreft, gedurende het laatste tijdvak van 7 maanden, dut in dit bedrijf is gewerkt, niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder weik zaam zijn geweest, en die aanspraak kunnen maken om geplaatst te wordon op de kiezerslijst voor de bovengenoemde Kamer van arbeid zijn bevoegd daarvan vóór 15 September e. k. aangifte te doen bij Burgemeester en Wethouders. De formulieren voor bedoelde lijsten on aan giften zijn kosteloos voor belanghebbenden ver krijgbaar afdeeling A ter gemeente Secretarie. Schiedam, 22 Augustus 1899. Burgemeester en wethouders voornoemd VERSTEEG. De secretaris, v. LUIK, L. 8. Algemeen ovcrclclit. SCHIEDAM, 22 Aug. '99. Het proees-Dreyfus. Den Zondag hebben allen, die om het pro- ces-Dreyfus gedurende dtezo week te Rtennes moeten zijn, gebruikt om een uitstapje naar bet strand te maken, waar zelfs de sensatie- wekkende verklaring van Cuignet, dat de Oostenrijkschei militaire attaché in zijn be kende verklaring gelogen heeft, hen niet kon achterhalen. Maar Maandag begon het leven tje weer opnieuw; half zeven kondigde de deurwaarder de opening der zitting aan. De journalisten klagen er erg over, dat het proces hen zoo afmat; om vijf uur moeten zij al bij de band zijn ten einde om 6 uur in het Lyceum te kunnen wezen; dan tot 12 uur krijgsraadzittmg met 20 minuten pauze, daarna telegrafeeren en schrijven tot 5 uur natuurlijk tijdig naar bed om weer vroeg den volgenden dag aanwezig te zijn. De veelbe- proefden hebben hun vrijen Zondag wel noo- dig. Gisteren werd de zitting eerst aan liet ein de belangrijk. Eerst werd generaal Fabre ge hoord, de oud-chef van het 4de bureau van den generalen staf. Uit onze telegrammen heeft men gisteren diens getuigenis kunnen lezenniets is hier aan toe te voegenvooral op de weinige sym pathie, die Dreyfus bij zijn kameraden, wek te, vestigde deze getuige de aandacht, ter wijl hij pertinent volhield, dat hij, evenals in 1894, ook nu nog geloofde, dat Dreyfus de maker van het borderel is. Op enkele onder geschikte punten over de hoofdzaak is na tuurlijk geen discussie mogelijk weersprak Dreyfus den generaal, daarbij door zijn kalm en beslist spreken, ook op de leden van den krijgsraad een uitnemenden indruk makend. Zonder groot interesse bleef aldus het getui genverhoor voortgaan tot de overste Ju nek werd verhoord, waarbij zich een incident met den rechter Bertulus voordeed. Deze getuige verklaarde Dreyfus zeer goed gekend te hebben toen deze stagiaire was bij den generaden staf. Dreyfus had hem toen Toen sloop de vader zachtjes haar kamer binnen, maar niet zoo zacht of zijn dochter had het- gehoord. Zij was zwakker, en haar oogen waren gesloten, maar zij opende ze da delijk, toen hij binnentrad. „Vader," riep de zwakke stem, „kom hier." Hij ging naar haar toe, en. zij sprak „Denkt u, dat Tom mij vergeven h'eeft. Hij heeft mij nooit meer geschreven, nadat ik getrouwd ben. Zoudt u deuken, dat hij nog van mij houdt? Heeft hij nooit in zijn brieven aan u, over mij gesproken?" Zij was te moe om verder te gaan. „Ik moet je de waarheid zeggen," ant woordde de oude man, terwijl tranen langs zijn gerimpelde wangen liepen. „Tom schreef je heel dikwijls, ik geloof, dat er geen mail woorbij ging, zonder dat er een brief voor je kwam. Daar je nooit antwoordde, vroeg bij mij, of ik de brieven wel opzond. In mijn toorn, met het verlangen naar wraak, zei ik dat ik het deed. Ik wilde, dat Tom slecht van je dacht. Daarna kwamen er geen brieven meer voor je. Ik had mijn iL», nxaar het ge heim van die zonde drukte zwaar op mijn ziel, zoodat ik somtijds voelde dat ik had moeten schrijven, en hem de waarheid zeg gen. Mijn kind, mijn kind." Toen haar vader dteze bekentenis gedaan had, kwam er een vreeselijk wanhopige en smartelijke trek op Leila's gelaat, maar zij zei kalm „Wilt u hem schrijven, vader, en zeggen dat ik nooit zijn brieven ontvangen heb? En zeg hem dan zeg hem - dat ik een ge trouwde vrouw ben dat ik niet gezondigd heb ik huwde in een kerk. Onze trouwacte ligt in de lessenaar van mijn man. Vraag hem ze u te laten zien, en zeg dan aan Tom met mijn laatste groeten, dat ik hem nooit oneer heb aangedaan. Beloof mij, vader, dat eens gesproken over de groote verliezen, die hij bij liet spel geleden had en over zijn be- tiekkingen met demi-mondaines. Eens op een dag waren zij samen drie dezer dametjes te gen gekomen, die hen groetten. Getuige had toen de opmerking gemaakt, dat hij voor een getrouwd man er nogal aardige kennissen op na hield, waarop Dreyfus antwoordde, dat de kennismaking van voor zijn huwelijk dateer de. Een der dames, een zekere juffrouw Val- tesse, bewoonde, naar hij zeide, een huis in de Champs Elysées, waar aardige feesten ge geven werden en waar gespeeld werd. Dreyfus gaf voorts erg op van zijn reizen, zijn mooi huis en zijn fortuin. Verder weidde getuige uit over de dienst betrekkingen, die hij" met Dreyfus hield. De laatste was uitstekend op de hoogte van het concentratieplan, dat hij op ieder© kaart kon afteekenen. Nadat de overste nog over de sehipthandleiding en de notai over Madagas car had gesproken, kwam hij op het verhoor van Eslerliazy door Bertulus in tegenwoor digheid van juffrouw Pays. Bij die gelegen heid waren zoowel Esterliazy als zijn bijzit erg vroolijk geweest en was er meer gebeurd dan gewoonlijk op bet parket van een rech ter van instructie geschied; Pays zou, om dat het nogal warm was, haar corsage wat hebben losgemaakt. Onmiddellijk na deze woorden sprong Ber tulus op. „Ik vraag het woord, direct." Dc president (zenuwachtig) „Gij zult het straks krijgen, ga s. v. p. nu zitten." Junek vervolgde op ©en wenk van den president toen zijn getuigenis, te midden van de algemeene hilariteit over het incident. Nadat Démange den getuige enkele vragen gesteld heeft, krijgt Dreyfus he" woord. Hi) zegt, dat hij over zijn private leven hier niet spreken wil, al moet hij ontkennen, dat hij, ooit gespeeld heeft. Een eenvoudig onderzoek zou dat trouwens aantoonen; echter komt hij op tegen enkele feitelijke aantijgingen van getuige. Nimmer zegt liij, 2ooals beweerd werd, deel genomen te hebben aan de voordrachten van den generalen staf in December 1892, om de eenvoudige reden, dat hij toen afwezig was. Het woord „ik ga. naar de manoeuvres" kan evenmin op hem van toepassing zijn, omdat de officieren, gedetacheerd bij den generalen staf, weder bij den troep werd'en ingedeeld, toen er geen manoeuvres waren. Eveneens weerlegt hij de andere bezwarende getuigenis sen, o. a. dat hij welingelicht kon zijn omdat hij een neef had aan het ministerie van bui- tenlandsche zaken. „Ik heb," zegt bekl, „daar nimmer een neef gehad." Toen Dreyfus klaar was gaf de president het woord aan Bertulus. Snel stapt deze de tred'en van de estrade op en slingert naar overste Jnnck: „Ik zal getuige Junek niet de eer aandoen hem te antwoorden." Er ontstaat een heftig tumult in de zaal Junek springt op en werpt een verpletteren den blik op Bertulus, die zich zeiven geheel meester, op volkomen kalmen toon vervolgt „Ik zal niet antwoorden op den laster om trent mijn samenkomst met kolonel Henry. Omtrent dit punt heb ik voldoende ophelde ring aan het Hof van Cassatie gegeven. De leden van dat Hof zijn de hoogste rechters in u dat doen zult beloof het mij," herhaalde zij zwak. „Ik zal het dadelijk doen," antwoordde haar vader, diep ontroerd. Ik zal hem de waarheid zeggen." „Neen, wacht nog wat," verzocht zij. „Wacht tot het einde daar is; schrijf hem dan en zeg dat ik gelukkig gestorven ben, geloovende in zijn liefde." Hij kon niet antwoorden. Dien namiddag kwam er verandering. Zij werd veel zwakker en voelde dat het einde snel naderde. Zij riep haar echtgenoot en haar vader aan haar bed, en zed zachtjes „Kom dicht bij mij zitten, heel dicht, an ders zal je mij niet kunnen verstaan, en ik heb een paar wenschen, die ik u beiden zou willen, meedeelen. Mijn uren zijn geteld, en het geluk van mijn kinderen" hier hield zij even op om adem te halen, „ligt mij na aan het hart. Emilio, lieve Emilio, wil je mij één ding beloven slechts één Zij wachtte op zijn antwoord. „Ik wil je alles beloven, Leila, lieveling. Wat is het?" vroeg hij treurig. „Beloof mij, dat Vanda noch Adrian in uw vak zullen worden opgevoed dat zij nooit kunstenmakers of paardrijders zullen worden. Ik zou geen rust in mijn graf heb ben als ik dacht, dat zij in wreede handen zouden vallen zooals zooals van dien Horrox. Beloof mij dat, beloof mij dat voor ik sterf, Emilio." Castelli hield haar hand vast. Hij boog zich over haar heen, kuste haar en sprak langzaam en ernstig: „Dat beloof ik, lieveling!"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1