No. 10021
Zaterdag 26 Augustus 1899
53"e Jaargang
Tweede Blad
Zigeunerstreken.
BINNENLAND
ttgen bast!
eereavoc.
alië tem»
blï uitstel'
van desjejj
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V laaf dingen tl. 1.25. Franco
post fl. 1.05.
Prijs per week Voor Schiedam en V 1 a a r d i n g e n 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Prijs der Ailvertenticri: Van 17 regels tl. 0.90; iedere rege!
meer 12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote lettors naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van ziin gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Jtleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóó:
het bureau bezorgd zijn.
w»^aaewr»>ii»wva»»w^
Bureau Boterstraat
latere. Telefoon No. 123.
otterdam
lez.
i Rotter*
dikwijls aan vernedering blootstellen, terwijl
voorts nog de bedeeling op verschillende
plaatsen zeer ongelijk is, afhankelijk van ver-
=Jni van inzicht bij dikwijl» bekrompen mid
delen.
Thans is liet regel, dat ook fatsoenlijke en
weikzame nieusehen, als zij oud zijn gewor
den, geen andeie toevlucht hebben dan de
openbare liefdadigheid. Daardoor wordt bij
\eien hef heilzame bewustzijn, dat het ver-
ncdeieud i», van de openbare liefdadigheid te
leven, afgestompt. Velen anderen grijnst het
schrikbeeld, tot die vernedering te moeten
komen, gedurende een groot gedeelte van
hun leven bij het toenemen hunner jaren
aan. Hierbij moet niet alleen gedacht worden
aan werklieden, maar ook aan particulieren,
d>e door oorzaken buiten hun schuld achter
uitgaande, op meer gevorderden leeftijd niet
in staat zijn, zicli een nieuwen werkkring te
scheppen.
Het komt adressanten voor, dat het niet
goed is, dat de ouderdom zoodanige nadeelen
met zich sleept, en gedreven door het besef
de veiphehtmgen ten opzichte van onze
ouuen van dagen, meenen adressant-en daar
om bij den minister met den meesten ernst
tc moeten aandringen, zich niet te laten af
schrikken door de zich vertoonende moeilijk
heden, maar te willen voortgaan met het zoe
ken van de middelen, die kunnen strekken
om in de hier bovengenoemde richting ver-
beteung aan te brengen.
is voor geweest, want zijn zijn inlichtingen
juist, dan is tusschen Brazilië, Argentinië en
Chili een algemeen arbitrage-tractaab geslo
ten, waarbij deze Staten tevens zijn overeen
gekomen, om hun vlootuitgaven te vermin
deren, een zeer verblijdend verschijnsel, waar
deze Staten elkaar vaak bestreden.
Ha dit openingswoord, dat met applaus
ontvangen werd, werden uitgebracht de ver
slagen van den secretaris en de verslagen der
afdeelingen.
Ook in liet verslag van den secretaris, mr.
Hazel, wordt herinnerd aan de Vredesconfe
rentie en haar aanvankelijke resultaten.
Voorts wordt daarin herinnerd aan de huide
adressen van den Vredebond aan H. 51". de
Koningin, bij haar Troonsbestijging, en aan
den Czaar, na de publiceering van de beken
de vredescireulaires. Overigens was het ver
slag grootendeels gewijd aan de mededeeling
van liet door den Bond, zoowel in verband
mtt de conferentie als op ander gebied ver
richte sedert de 15e algemeen© vergadering.
Het ledental onderging geen groote verande
ring, ook niet dat der afdeelingen.
Verslagen worden uitgebracht omtrent de
afdeelingen Dordrecht, 's Gravenhage, Gro
ningen, de studentenafdeeling Groningen,
Leeuwarden, Winterswijk (waarbij herinnerd
weid aan de oprichting daar ter plaatse van
een afdeeling van den Vrouwenbond ter in
ternationale ontwapening) en eindelijk van
de afdeeling Wonnerveer.
Deze vei slagen werden goedgekeuid na
eeuige opmerkingen, o. a. van mr. M. do Pin
to, die deed uitkomen, dat de Haag»che af
deeling zich in zake de vredesmanifestatie,
naar aanleiding van de vredesconferentie,
niet zoo onbetuigd liet als uifc heb algemeen
verslag zou zijn op te maken.
Hierna legde de penningmeester, dr. Baart
de la Faille, rekening en verantwoording af,
waai uit bleek, dat er een voordeelig saldo is
van f 322. Toch is de toestand van de alge-
me',ne kas niet zoo uitstekend en beval hij
al? kas in de welwillendheid van financieel
begunstigde afdeelingen aan.
Fa goedkeuring van de rekening en van
de negrooting voor het volgend dienstjaar
werden bij acclamatie heibenoemd tot leden
van het hoofdbestuur mr. C. Bake en dr. S.
Baart do la Faille, die aan de beurt van af
treding waren.
Alsnu kwamen in behandeling de voorstel
len der afdeeling 's-Gravenhage. In de eerste
plaats
I. a. Hoe te oordeelen over het slot van
prof. Treub's 'artikel over de vredes-beweging
(in het „Sociaal Weekblad" van Haart 1899)
b. Zijn er naar aanleiding van dat slot rede
nen tot reorganisatie van den Alg. Ned. Vre-
dobond,
In dat slot wordt gezegd „Wanneer de
Nederlandsche vredeboweging, naast een be
weging voor internationale arbitrage, een be
weging wordt voor beperking van nationale
oorlogsuitgaven, zullen wij ons met volle
overtuiging bij haar aansluiten. Zoolang zij
dit laatste niet durft, zullen wij baar tot
onze spijt niet onder de ernstige bewegingen
kunnen rangschikken."
Na een korte toelichting van mr. M. de
Pinto betoogde mr. S. Jules Entlioven, dat
hij zich volkomen stelde op het standpunt
vru prof. Treub. De Vredebond behoort zijn
„De Algenieene Nederlandsche Vredebond,
vei caderd te 's-Gravenhage, op 24 Augustus
1899;
„brengt aan Neerland's stamgenooten m
het Zuiden van Afrika zijn vriendelijkeu
groet;
„wenscht de Regeering van de Zuid-Afri-
kaamche Republiek de wijsheid toe en dc
kiacht, die zij behoeft om land en volk te
redden uit den hachelijken toestand, waarin
zij zich bevinden
„en drukt den vurigen wou ach uit. dat de
Riitsehe Regeering moge beseffen, dat hel
barer onwaardig is, den oorlog te beginnen
tegen een volk, dat den vrede wil, maar zijn
duur gekochte vrijheid niet kan en mag prijs
geven en zoo het moet haar tol het
uiteiste zal verdedigen."
Hierna weid do vergadering gesloten.
platonische piopaganda te laten varen. Ech
ter zou hij niet dadelijk een beslissing wen-
sclien, maar beval iiij aan een onderzoek van
di' belangrijke vraagstuk, waaromtrent tot
dusver niet rs gepraeadvi&eerd, ook met door
h* t hooidbestuur,
Mr. C. Bake meende, dat prof. Treub over
liet hoofd ziet, dat de Vredebond meer m sa
menwerking handelt met andere vredesver-
eémgingen tot het brengen van verbeterin
gen m internationale verhoudingen en niet
een specifiek Nederlandsche Vereeuiging is.
Spreker noemde het een gevaarlijken weg,
wanneer men begon met zich tot taak te stel
len bevordering van de oeconomische of fuian-
euele belangen van ons vaderland, als hoe
danig kan worden aangemerkt de beperking
van oorlogsiutgaven, terwijl buitendien een
weerbaarheid van het land altijd uoodig zal
blijven. Het hoofddoel van den Bondver
betering van internationale verhoudingen,
moet niet uit het oog worden verloren.
De heer De Pinto stelde voor, aanhouding
van deze zaak, met benoeming van een com-
misrie ad hoe, die zal hebben te praeadvisee-
ren in samenwerking met het hoofdbestuur.
Aldus werd besloten. De samenstelling der
ccmimsie werd aan het hoofdbestuur overge
laten.
Daarna kwam m behandeling de quaestie
of een samensmelting van den Bond met den
Vrouwenbond ter internationale ontwape
ning wenschelijk is.
Na voorlezing van een schrijven van den
heer Cool van de Kasteele, waarbij fusie ont
raden werd, liepen de beraadslagingen hoofd
zakelijk o-ver de vraag, waaraan de voorkeur
te geven, aan samensmelting niet de Vrou-
wenvereeniging of aan een permanente sa
menwerking met die corporatie.
Besloten werd, dat een fusie niet wensche
lijk werd geacht, maar samenwerking steeds
op prijs zat worden gesteld.
Ten slotte kwam in behandeling de vraag
Kan door het hoofdbestuur iets worden uit
gericht in de Transvaalse!]o quaestie, bijv.
door zich in verbinding te stellen met andere
viodovereenigingen in binnen- en buitenland.
Heb hoofdbestuur had blijkens mede
deeling van den voorzitter reeds overwo
gen wat in deze te doen zou staan, maar toen
hes zag, dat de Zuid-Afrikaansche Vereeni-
ging de zaak reeds had. ter hand genomen,
achtte het hoofdbestuur het beter, dat de al
genieene vergadering van den Vredebond zelf
het initiatief nam.
Eenerzijds werd de stelling verdedigd, dat
van Nederlandsche zijde tot dusver van vol
doende inmenging in de Engelsch-Zuid-Afri-
kaansche quaestie was gebleken.
Van andere zijde werd er met nadruk op
gewezen, dat thans de gelegenheid voor een
Vrede s-vereenigmg te schoon en te ratio
neel is, nl. nu er een oorlog dreigt, dan dat
de Bond thans zou stilzitten, en aldus zijn
eerste beginsel, vredestichten, zou prijsgeven
uit vrees voor froisseering eener groote natie
of voor geringschatting ecner kleinere natie
als Nederland.
De slotsom was, dat de volgende motie, na
eenige wijzigingen te hebben ondergaan, werd
aangenomen. Zij zal worden gezonden aan de
regeering der Zuid-Afrikaansche Republiek
en aan verschillende v rede sv e reen i ginge n
a. aan de Engelsche Peace-Society
Koninklijk bezoek aan Rotterdam.
'Onze correspondent meldt ons
Omtrent het Koninklijk bezoek aan Rot-
dam (Linker-Maasoever) op Maandag 25 Sep
tember a.s. vernemen wij dat H.H. M.M. per
extra trein tusschen 12 uur en 12 u, 30 aan
het Maasstation verwacht worden om na
ontvangst door de autoriteiten en het bestuur
der Kamer van Koophandel en Fabrieken
geëscorteerd door de eerewacht ie paard, in
rijtuigen zich te begeven naar het etablissement
»Feijenoord'', directeur de heer D. Cfoll,
alwaar enkele marineschepen op stapel staan
en H. M. panlseischip Gelderland bijna
tot aflevering gereed ligt. Van daar worden
de havens te Feijnoord en de hydraullische
en eleclrische hefwerktuigen in oogenschouw
genomen.
Omstreeks 4 uur wordt een afternoon tea
aangeboden aan boord van hets.s. Staten
dam aan de Wilhelminakade, waarna de
Koninginnen tusschen 4 en 5 uur weder
vertrekken. De Koninginnen zullen in den
Koninklijken trein dejeuneeren en op het
Loo dineeren.
Vredebond.
Gistermiddag werd te 's-Gravenhage de
IGc algenieene vergadering gehouden van den
Algemeenen Nederlandsclien Vredebond, on
der voorzitterschap van mr. J. R. Breukel-
iii an
D*. vergadering werd bijgewoond door me
vrouw Vv asldewiczVan Schilfgaarde.
Als gewoonlijk opende de voorzitter deze
bijeenkomst met een terugblik sedert de
jongste algenieene vergadering. Spreker wees
ei op, dat het loopende jaar voor de geschie
denis der vredesbeweging hoogst belangrijk
is geweest, daarbij voornamelijk doelende op
dc gehouden vredesconferentie. Hoewel het
lüei niet de plaats achtende om over liet
woik der conferentie een oordeel uit te spre
ken, merkte spr. toch op, dat,, wat het hoofd
doel betreft, de conferentie zich slechts heeft
bepaald tot het uitspreken van haar gevoe
len, dat beperking der- oorlogslasten, die
thans op de wereld drukken, hoogst wensche
lijk is. Dit is zeker niet veel en spreker meen
de, dat men er toe zou kunyen komen te
twijfelen aan de waarheid der woorden „Le
monde marclic", wanneer men zich herinnert,
dat ongeveer 50 jaar geleden sir R. Peel als
zijn meening te kennen gaf, dat het waar
achtig belaug'van Europa eischt, dat men tot
een overeenkomst gerake, waardoor
ieder land in staat wordt gesteld de krijgs
toerustingen te verminderen. Zulk een over
eenkomst scheen ook thans nog niet mogelijk.
Inlussclien wees spr. op dc belangrijke uit
komsten der conferentie wat aangaat de ar-
bitrage-quaestieen mag men meende hij
eonstateeren, dat op deze conferentie de
kiemen zijn gelegd voor latere vruchtbaarder
samenwerking. In eens kan niet alles worden
bereikt, getuige ook de interparlementaire
conferentie te Chrisliania.
Spreker deed verder uitkomen, dat de nieu
we wereld de oude op het stuk van arbitrage
Armenzorg.
Aan den Minister van Binnenlandsche Za-
n zal door leden van verschillende kerke-
ijlkc colleges een adres worden aangeboden,
waarin adressanten, allen leden van kerke
raden, diaconieën en andere kerkelijke colle
ges, welke zich met armverzorging bezighou
den, te kennen geven, dat zij met gro-ote be
langstelling de pogingen volgen, in de laatste
jaien beproefd, om, mede door wettelijke
vooiziening, te komen tot verbetering van
den toestand der amen en ouden van dagen,
welke van ver strekkende gevolgen voor hun
werkzaamheid kunnen zijn. Zij zouden het
diep betreuren, indien de moeilijkheden,
waarop, bij nader onderzoek van de uitvoer
baarheid eener wettelijke regeling ter verze
kering van de toekomst der ouden van da
gen, deze blijkt te stuiten, ooi-zaak zouden
zijn, dab deze pogingen mislukken en tot
niots voeren zouden.
Zij achten het een uitvloeisel van de zede
lijke verplichtingen, die ten opzichte der
ouden van dagen op hen rusten, heb daar
heen te leiden, dat een toestand geboren wor
de, waarbij de ouden van dagen zouden zijn
ontheven van de noodzakelijkheid om hun
nabestaanden of der openbare liefdadigheid
ten laste te vallen, doordien hun heb recht
op een vaste uitkeering of lijfrente, voldoen
de voor hun levensonderhoud, was verzekerd.
Naai hun meening heeft de liefdadigheid ten
doel het lenigen van de nooden, welke ont
staan door bijzondere oorzaken, tegen welke
geen voorziening is 1e-treffen, terwijl do
ouderdom te verwachten is, die als het na
tuurlijk en gelukkig besluit van het mensclie-
lijk leven is te beschouwen.
Door den aard van hun werkkring voort
durend in aanraking komende met de nooden
der bejaarden, weten adressanten, wat er
wordt geleden door hen, die louter wegens
het verlies hunner werkkracht, het gevolg
van hun ouderdom, niet langer in staat zijn
in hun behoeften te voorzien. Zij kennen de
gebroken der tegenwoordige armverzorging,
waarbij, al behartigen de openbare, kerkelij
ks en particuliere collegiën met liefde en toe
wijding het welzijn der hun toevertrouwde
bejioeftigen, toch niet kan worden voorko
men, dat er meestal eerst werkelijk geleden
moet zijn, voordat er hulp werdt verstrekt,
noch ook, dab de maatregelen, te nemen, op
dat niet een groot deel van de giften der lief-
dadigen aan onwaardigen komen, de armen
De IJmuider quaestie.
Door eenige reeders ta IJmuiden is een
adres gezonden aan de beide Kamers der
Staten-Generaal, waarin verschillende feiten
worden aangehaald, die volgens adressanten
een eigenaardig licht werpen op de wijze,
waarop een kostbaar werk als de haven van
IJmuiden wordt gebruikt tot schromelijke
belemmering van den vischhandel.
In het adres wordt gewezen op het feit,
dat een der adressanten, steunende op de
verklaringen door Z.Ex. den Minister van
Waterstaat in de Kamer afgelegd, zich heeft
gewend tot II. M. de Koningin, Hai'e tus-
sehenkomst inroepende, opdat worde toege
staan, dat adressant zijne viseh daarheen
vervoere waar hem goeddunkt, en voorts óm
aan den belemmerenden toestand voor handel
en nijverheid te IJmuiden, een einde te
maken
dat daarop de minister voornoemd, op 42
Aug. 11. ter kennis van dien adressant heeit
gebracht
sdat de directeur der visschershaven te
IJmuiden is aangeschreven, op grond van art.
22 al. 2 van het reglement van politie, vast
gesteld bij Koninklijk besluit van 25 Maart
1899 (sStaatsblad" no. 85), zooveel doenlijk
toe te staan, dat vissclieisvaartuigen, die niet
in de Rijksvischbal wenschen te verkoopen,
hun viseh in de visschershaven lossen en
vervoeren, mits zich gedragende naar de aan
wijzingen omtrent de plaats van lossing en
de politievoorschriften, welke door den direc
teur krachtens art. 5 van het bovenbedoeld
reglement van politie worden gegeven";
dat eenigen der adressanten, meenende dat
thans een einde zoude komen aan de onduld
bare willekeur, sedert 1 Juli 11. te IJmuiden
ingevoerd, van den Directeur der visschers-
Zigeuners, die alleen komen om naar een
gunstige gelegenheid uit te zien. Het publiek
en de kooplieden weten dat en zijn dus op
Jiun hoede. Toch werd eens een oude groente
vrouw het slachtoffer van hun streken. Zij
had bij ongeluk haar geldbuidel voor zich op
de tafel laten liggen. Dat zag een Zigeuner,
die dadelijk zijn plan had gemaakt. Hij ging
naar haar toe en begon over een maat erw
ten te onderhandelen. Toen zij het eens wa
ren, bleek heb, dat hij niets had waarin hij
de erwten kon doen. Hij dacht schijnbaar na,
en riep toen verheugd: „Wacht moedertje,
schud ze mij maar in den hals!" De vrouw,
die aan zulk een manier van doen gewoon
was, dacht er niet werd er over na, en ging
achter hein staanhij bukte zich, en terwijl
zij goed oplette, dat er niets naast viel, nam
hij rustig den geldbuidel en verdween. De
vrouw liep hem dadelijk na, maar haar moei
te was vcrgeefsch. Een Zigeuner terug te
vinden, die zicli twintig schreden heeft ver
wijderd, is volkomen onmogelijk, want de
een ziet er precies zoo uit als de ander.
Na het jaar '48 heersehte de Oostenrijk-
sche regeering in Hongarije met buitengewo
ne strengheid. Het was onder anderen streng
verboden, op straat te rooken. Wanneer men
het gebod) overtrad, werd de pijp, (want die
rookt® men in dien tijd gewoonlijk) eenvou
dig afgenomen. De politie bestond in geheel
Hongarije uit Bohemers, gezworen vijanden
van de Hongaren.
Maar dit was nog niet genoeg, men be
noemde voor de handhaving van deze bepa
ling Zigeuners als opzichtei's, en daar het in
beslag genomen goed het eigendom van den
ambtenaar bleef, kan men zich denken, welke
geoorloofde en ongeoorloofde middelen wer
den gebruikt. Men zal misschien belang er
in stellen, te weten, dat tot de meest gevrees-
den onder de jonge Boheemscho politie-eom-
missarissen in mijn vaderstad de blijspeldich
ter Julius Rosen (zijn ware naam is Dufxek)
behoorde. Hij moest bij nacht en on tijd
vluchten, omdat de studenten hadden sa
mengezworen om hem te dooden.
De pope van de Grieksohe gemeente stond
op een avond in zijn huisdeur en rookte uit
een prachtige, met zilver beslagen, meerschui
men pijp. Twee patrouilleerende Zigeuners
zagen dat. Zij wilden graag die pijp hebben,
maar hoe? De pope bevond zicli niet op
straat, en zoo dikwijls de twee in zijn nabij
heid kwamen, trok hij zich wijselijk terug.
Als het spreekwoord waar is, dat zeven Ita
lianen in slimheid gelijk staan met één
Griek, dan is het ook waar, dat zeven Grie
ken gelijk staan met één Zigeuner, al zijn zij
ook allen wijze popen. Dat had de onze he
laas niet bedacht, en dat was zijn ongeluk.
De Zigeuners hadden uitgevonden, dat het
huis aan den achterkant nog oen ingang had.
Zij beraadslaagden een oogenblik samen en
scheidden toen, en terwijl de een onschuldig
heen en weer liep, ging de ander door de
achterdeur naar binnen en sloop onhoorbaar
tot achter den pope.
Toen gaf hij dien zulk een stoot, dat dë
man midden op de straat vloog. Daar ving
de ander hem op en ontnam hem de pijp.
Een reclames bleef zoudter gevolg, want de
ooggetuigen van het geval moesten erkennen,
dat de pijp midden op straat aan den rooker
was ontnomen.
De roovers in Hongarije, die voor een
gioot deel Zigeuners waren, gingen in mijn
kinderjaren nog met de grootste vrijheid hun
gang onder de oogen van de overheid, die
dikwijls zelfs medeplichtig was. Dat het te
genwoordig nog niet veel is verandierd, kan
men opmaken uit het verhaal van een mij
ner kennissen, een Berlijner, die langen tijd
in die streken heeft gewoond. Wij zullen hem
elf aan hot woord laten.
„Ik was in Hongarije, om mij daar als
landheer te vestigen. Toen ik er ongeveer zes
weken was, werden mij twee paarden ontsto
len. Natuurlijk ging ik dadelijk naar den
dorgsreehter. Deze hoorde mijn klacht rustig
aan en vroeg mij toenHebt u al belasting
betaald?"
„Zeker, die betaal ik geregeld."
„Neen, ik bedoel de dievenbelasting."
„Wat is dat?"
„Wel, de belasting dat u niets ontstolen
wordt."
„Bestaat die hier!" riep ik verontwaar
digd. Hij antwoordde mij niet, maar nam
een stuk papier en toekende er achttien
kruisjes op, want hij kon niet schrijven,
daaronder maakte hij een geheimzinnig tee-
ken, liet mij achttien gulden betalen, en gaf
mij het papier, met de aanwijzing, daarmede
buiten het dorp te gaan, naar den Zigeuner
hoofdman Barna Zaszlo en heb dezen te ge
ven; de rest zou zich wel vinden. Ik deed
zooals mij gezegd wa=. De Zigeuner ontving
mij zeer onderdanig, telde nauwkeurig de
kruisen, onderzocht het teekea zorgvuldig en
zeide toen niets dan„in orde". Ik ging weg.
Den volgenden morgen heel vroeg stonden
mijn paarden reeds in den stal. Niemand had
ze hooren komen, evenmin als men ze had
zien gaan; "iclfs niet de knecht die in den
stal sliep, of zou die niets hebben willen
zien?
Den volgenden Zondag zag ik den Zigeu
ner in groote pracht d'oor heb dorp wande
len. Ik kon het niet laten, naar hem toe te
gaan en te zeggen: „Jij, spitsboef, durf je
mijn paarden te stelen, en je dan nog op
klaarlichten dag hier te vertoonen
Naar het Duitsch
van FRANZ GRIDBERG.
Het zijn niet de SaraAsate's, ook niet de
ernstige, van wie ik wil vertellen, maar wel
de manier waarop de Zigeuners, die land
plaag van Hongarije, gewoon zijn lmn mede-
monsohen lastig te vallen. Zij richten wel
dikwijls veel schade aan, maar tocli zijn zij
in het bedenken en uitvoeren van hun stre
ken zoo origineel, men zou haast kunnen zeg
gen geniaal, dat zij het vermelden ervan wel
verdienen.
Op zekeren dag kwam een Zigeunerpaar,
man en vrouw, hij onze buurvrouw, om haav
een gans te verkoopen. De vrouw had er juist
's morgens een op de markt gekocht, maar
twee is toch altijd' nog beter. Om echter ze
kerheid te hebben, ITet zij eerst haar dochter
in de huurt navragen, of er nergens een gans
was gestolen. Nadat zij hieromtrent gerust
stellende berichten had gekregen, kocht zij
de gans en bracht die naar binnen, om haar
bij de andere te leggen. Wie beschrijft haar
schrik, toen zij die niet kon vinden En nu
ging haar een licht op, de gans, die zij juist
had gekocht, was reeds haar eigendom, en
door de Zigeuners gestolen, om haar dadelijk
weer te verkoopen. Dat zij zioh juist tob de
rechtmatige eigenares hadden gewend, was
zeer slim bedacht. Zij wisten, dat de voor
zichtige huisvrouw eerst bij al haar huren
zou laten vragen, maai' het in dit geval niet
noodig zou vinden, bij zich zelf na te zien.
Op do markt had mijn moeder eens gele
genheid een ander schelmstuk te zien. Tus
schen de koopers loopen daar altijd talrijke
.W'C-kill