No. 10021 Zaterdag 26 Augustus 1899 53"e Jaargang Tweede Blad Zigeunerstreken. BINNENLAND ttgen bast! eereavoc. alië tem» blï uitstel' van desjejj Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V laaf dingen tl. 1.25. Franco post fl. 1.05. Prijs per week Voor Schiedam en V 1 a a r d i n g e n 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Prijs der Ailvertenticri: Van 17 regels tl. 0.90; iedere rege! meer 12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote lettors naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van ziin gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Jtleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóó: het bureau bezorgd zijn. w»^aaewr»>ii»wva»»w^ Bureau Boterstraat latere. Telefoon No. 123. otterdam lez. i Rotter* dikwijls aan vernedering blootstellen, terwijl voorts nog de bedeeling op verschillende plaatsen zeer ongelijk is, afhankelijk van ver- =Jni van inzicht bij dikwijl» bekrompen mid delen. Thans is liet regel, dat ook fatsoenlijke en weikzame nieusehen, als zij oud zijn gewor den, geen andeie toevlucht hebben dan de openbare liefdadigheid. Daardoor wordt bij \eien hef heilzame bewustzijn, dat het ver- ncdeieud i», van de openbare liefdadigheid te leven, afgestompt. Velen anderen grijnst het schrikbeeld, tot die vernedering te moeten komen, gedurende een groot gedeelte van hun leven bij het toenemen hunner jaren aan. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan werklieden, maar ook aan particulieren, d>e door oorzaken buiten hun schuld achter uitgaande, op meer gevorderden leeftijd niet in staat zijn, zicli een nieuwen werkkring te scheppen. Het komt adressanten voor, dat het niet goed is, dat de ouderdom zoodanige nadeelen met zich sleept, en gedreven door het besef de veiphehtmgen ten opzichte van onze ouuen van dagen, meenen adressant-en daar om bij den minister met den meesten ernst tc moeten aandringen, zich niet te laten af schrikken door de zich vertoonende moeilijk heden, maar te willen voortgaan met het zoe ken van de middelen, die kunnen strekken om in de hier bovengenoemde richting ver- beteung aan te brengen. is voor geweest, want zijn zijn inlichtingen juist, dan is tusschen Brazilië, Argentinië en Chili een algemeen arbitrage-tractaab geslo ten, waarbij deze Staten tevens zijn overeen gekomen, om hun vlootuitgaven te vermin deren, een zeer verblijdend verschijnsel, waar deze Staten elkaar vaak bestreden. Ha dit openingswoord, dat met applaus ontvangen werd, werden uitgebracht de ver slagen van den secretaris en de verslagen der afdeelingen. Ook in liet verslag van den secretaris, mr. Hazel, wordt herinnerd aan de Vredesconfe rentie en haar aanvankelijke resultaten. Voorts wordt daarin herinnerd aan de huide adressen van den Vredebond aan H. 51". de Koningin, bij haar Troonsbestijging, en aan den Czaar, na de publiceering van de beken de vredescireulaires. Overigens was het ver slag grootendeels gewijd aan de mededeeling van liet door den Bond, zoowel in verband mtt de conferentie als op ander gebied ver richte sedert de 15e algemeen© vergadering. Het ledental onderging geen groote verande ring, ook niet dat der afdeelingen. Verslagen worden uitgebracht omtrent de afdeelingen Dordrecht, 's Gravenhage, Gro ningen, de studentenafdeeling Groningen, Leeuwarden, Winterswijk (waarbij herinnerd weid aan de oprichting daar ter plaatse van een afdeeling van den Vrouwenbond ter in ternationale ontwapening) en eindelijk van de afdeeling Wonnerveer. Deze vei slagen werden goedgekeuid na eeuige opmerkingen, o. a. van mr. M. do Pin to, die deed uitkomen, dat de Haag»che af deeling zich in zake de vredesmanifestatie, naar aanleiding van de vredesconferentie, niet zoo onbetuigd liet als uifc heb algemeen verslag zou zijn op te maken. Hierna legde de penningmeester, dr. Baart de la Faille, rekening en verantwoording af, waai uit bleek, dat er een voordeelig saldo is van f 322. Toch is de toestand van de alge- me',ne kas niet zoo uitstekend en beval hij al? kas in de welwillendheid van financieel begunstigde afdeelingen aan. Fa goedkeuring van de rekening en van de negrooting voor het volgend dienstjaar werden bij acclamatie heibenoemd tot leden van het hoofdbestuur mr. C. Bake en dr. S. Baart do la Faille, die aan de beurt van af treding waren. Alsnu kwamen in behandeling de voorstel len der afdeeling 's-Gravenhage. In de eerste plaats I. a. Hoe te oordeelen over het slot van prof. Treub's 'artikel over de vredes-beweging (in het „Sociaal Weekblad" van Haart 1899) b. Zijn er naar aanleiding van dat slot rede nen tot reorganisatie van den Alg. Ned. Vre- dobond, In dat slot wordt gezegd „Wanneer de Nederlandsche vredeboweging, naast een be weging voor internationale arbitrage, een be weging wordt voor beperking van nationale oorlogsuitgaven, zullen wij ons met volle overtuiging bij haar aansluiten. Zoolang zij dit laatste niet durft, zullen wij baar tot onze spijt niet onder de ernstige bewegingen kunnen rangschikken." Na een korte toelichting van mr. M. de Pinto betoogde mr. S. Jules Entlioven, dat hij zich volkomen stelde op het standpunt vru prof. Treub. De Vredebond behoort zijn „De Algenieene Nederlandsche Vredebond, vei caderd te 's-Gravenhage, op 24 Augustus 1899; „brengt aan Neerland's stamgenooten m het Zuiden van Afrika zijn vriendelijkeu groet; „wenscht de Regeering van de Zuid-Afri- kaamche Republiek de wijsheid toe en dc kiacht, die zij behoeft om land en volk te redden uit den hachelijken toestand, waarin zij zich bevinden „en drukt den vurigen wou ach uit. dat de Riitsehe Regeering moge beseffen, dat hel barer onwaardig is, den oorlog te beginnen tegen een volk, dat den vrede wil, maar zijn duur gekochte vrijheid niet kan en mag prijs geven en zoo het moet haar tol het uiteiste zal verdedigen." Hierna weid do vergadering gesloten. platonische piopaganda te laten varen. Ech ter zou hij niet dadelijk een beslissing wen- sclien, maar beval iiij aan een onderzoek van di' belangrijke vraagstuk, waaromtrent tot dusver niet rs gepraeadvi&eerd, ook met door h* t hooidbestuur, Mr. C. Bake meende, dat prof. Treub over liet hoofd ziet, dat de Vredebond meer m sa menwerking handelt met andere vredesver- eémgingen tot het brengen van verbeterin gen m internationale verhoudingen en niet een specifiek Nederlandsche Vereeuiging is. Spreker noemde het een gevaarlijken weg, wanneer men begon met zich tot taak te stel len bevordering van de oeconomische of fuian- euele belangen van ons vaderland, als hoe danig kan worden aangemerkt de beperking van oorlogsiutgaven, terwijl buitendien een weerbaarheid van het land altijd uoodig zal blijven. Het hoofddoel van den Bondver betering van internationale verhoudingen, moet niet uit het oog worden verloren. De heer De Pinto stelde voor, aanhouding van deze zaak, met benoeming van een com- misrie ad hoe, die zal hebben te praeadvisee- ren in samenwerking met het hoofdbestuur. Aldus werd besloten. De samenstelling der ccmimsie werd aan het hoofdbestuur overge laten. Daarna kwam m behandeling de quaestie of een samensmelting van den Bond met den Vrouwenbond ter internationale ontwape ning wenschelijk is. Na voorlezing van een schrijven van den heer Cool van de Kasteele, waarbij fusie ont raden werd, liepen de beraadslagingen hoofd zakelijk o-ver de vraag, waaraan de voorkeur te geven, aan samensmelting niet de Vrou- wenvereeniging of aan een permanente sa menwerking met die corporatie. Besloten werd, dat een fusie niet wensche lijk werd geacht, maar samenwerking steeds op prijs zat worden gesteld. Ten slotte kwam in behandeling de vraag Kan door het hoofdbestuur iets worden uit gericht in de Transvaalse!]o quaestie, bijv. door zich in verbinding te stellen met andere viodovereenigingen in binnen- en buitenland. Heb hoofdbestuur had blijkens mede deeling van den voorzitter reeds overwo gen wat in deze te doen zou staan, maar toen hes zag, dat de Zuid-Afrikaansche Vereeni- ging de zaak reeds had. ter hand genomen, achtte het hoofdbestuur het beter, dat de al genieene vergadering van den Vredebond zelf het initiatief nam. Eenerzijds werd de stelling verdedigd, dat van Nederlandsche zijde tot dusver van vol doende inmenging in de Engelsch-Zuid-Afri- kaansche quaestie was gebleken. Van andere zijde werd er met nadruk op gewezen, dat thans de gelegenheid voor een Vrede s-vereenigmg te schoon en te ratio neel is, nl. nu er een oorlog dreigt, dan dat de Bond thans zou stilzitten, en aldus zijn eerste beginsel, vredestichten, zou prijsgeven uit vrees voor froisseering eener groote natie of voor geringschatting ecner kleinere natie als Nederland. De slotsom was, dat de volgende motie, na eenige wijzigingen te hebben ondergaan, werd aangenomen. Zij zal worden gezonden aan de regeering der Zuid-Afrikaansche Republiek en aan verschillende v rede sv e reen i ginge n a. aan de Engelsche Peace-Society Koninklijk bezoek aan Rotterdam. 'Onze correspondent meldt ons Omtrent het Koninklijk bezoek aan Rot- dam (Linker-Maasoever) op Maandag 25 Sep tember a.s. vernemen wij dat H.H. M.M. per extra trein tusschen 12 uur en 12 u, 30 aan het Maasstation verwacht worden om na ontvangst door de autoriteiten en het bestuur der Kamer van Koophandel en Fabrieken geëscorteerd door de eerewacht ie paard, in rijtuigen zich te begeven naar het etablissement »Feijenoord'', directeur de heer D. Cfoll, alwaar enkele marineschepen op stapel staan en H. M. panlseischip Gelderland bijna tot aflevering gereed ligt. Van daar worden de havens te Feijnoord en de hydraullische en eleclrische hefwerktuigen in oogenschouw genomen. Omstreeks 4 uur wordt een afternoon tea aangeboden aan boord van hets.s. Staten dam aan de Wilhelminakade, waarna de Koninginnen tusschen 4 en 5 uur weder vertrekken. De Koninginnen zullen in den Koninklijken trein dejeuneeren en op het Loo dineeren. Vredebond. Gistermiddag werd te 's-Gravenhage de IGc algenieene vergadering gehouden van den Algemeenen Nederlandsclien Vredebond, on der voorzitterschap van mr. J. R. Breukel- iii an D*. vergadering werd bijgewoond door me vrouw Vv asldewiczVan Schilfgaarde. Als gewoonlijk opende de voorzitter deze bijeenkomst met een terugblik sedert de jongste algenieene vergadering. Spreker wees ei op, dat het loopende jaar voor de geschie denis der vredesbeweging hoogst belangrijk is geweest, daarbij voornamelijk doelende op dc gehouden vredesconferentie. Hoewel het lüei niet de plaats achtende om over liet woik der conferentie een oordeel uit te spre ken, merkte spr. toch op, dat,, wat het hoofd doel betreft, de conferentie zich slechts heeft bepaald tot het uitspreken van haar gevoe len, dat beperking der- oorlogslasten, die thans op de wereld drukken, hoogst wensche lijk is. Dit is zeker niet veel en spreker meen de, dat men er toe zou kunyen komen te twijfelen aan de waarheid der woorden „Le monde marclic", wanneer men zich herinnert, dat ongeveer 50 jaar geleden sir R. Peel als zijn meening te kennen gaf, dat het waar achtig belaug'van Europa eischt, dat men tot een overeenkomst gerake, waardoor ieder land in staat wordt gesteld de krijgs toerustingen te verminderen. Zulk een over eenkomst scheen ook thans nog niet mogelijk. Inlussclien wees spr. op dc belangrijke uit komsten der conferentie wat aangaat de ar- bitrage-quaestieen mag men meende hij eonstateeren, dat op deze conferentie de kiemen zijn gelegd voor latere vruchtbaarder samenwerking. In eens kan niet alles worden bereikt, getuige ook de interparlementaire conferentie te Chrisliania. Spreker deed verder uitkomen, dat de nieu we wereld de oude op het stuk van arbitrage Armenzorg. Aan den Minister van Binnenlandsche Za- n zal door leden van verschillende kerke- ijlkc colleges een adres worden aangeboden, waarin adressanten, allen leden van kerke raden, diaconieën en andere kerkelijke colle ges, welke zich met armverzorging bezighou den, te kennen geven, dat zij met gro-ote be langstelling de pogingen volgen, in de laatste jaien beproefd, om, mede door wettelijke vooiziening, te komen tot verbetering van den toestand der amen en ouden van dagen, welke van ver strekkende gevolgen voor hun werkzaamheid kunnen zijn. Zij zouden het diep betreuren, indien de moeilijkheden, waarop, bij nader onderzoek van de uitvoer baarheid eener wettelijke regeling ter verze kering van de toekomst der ouden van da gen, deze blijkt te stuiten, ooi-zaak zouden zijn, dab deze pogingen mislukken en tot niots voeren zouden. Zij achten het een uitvloeisel van de zede lijke verplichtingen, die ten opzichte der ouden van dagen op hen rusten, heb daar heen te leiden, dat een toestand geboren wor de, waarbij de ouden van dagen zouden zijn ontheven van de noodzakelijkheid om hun nabestaanden of der openbare liefdadigheid ten laste te vallen, doordien hun heb recht op een vaste uitkeering of lijfrente, voldoen de voor hun levensonderhoud, was verzekerd. Naai hun meening heeft de liefdadigheid ten doel het lenigen van de nooden, welke ont staan door bijzondere oorzaken, tegen welke geen voorziening is 1e-treffen, terwijl do ouderdom te verwachten is, die als het na tuurlijk en gelukkig besluit van het mensclie- lijk leven is te beschouwen. Door den aard van hun werkkring voort durend in aanraking komende met de nooden der bejaarden, weten adressanten, wat er wordt geleden door hen, die louter wegens het verlies hunner werkkracht, het gevolg van hun ouderdom, niet langer in staat zijn in hun behoeften te voorzien. Zij kennen de gebroken der tegenwoordige armverzorging, waarbij, al behartigen de openbare, kerkelij ks en particuliere collegiën met liefde en toe wijding het welzijn der hun toevertrouwde bejioeftigen, toch niet kan worden voorko men, dat er meestal eerst werkelijk geleden moet zijn, voordat er hulp werdt verstrekt, noch ook, dab de maatregelen, te nemen, op dat niet een groot deel van de giften der lief- dadigen aan onwaardigen komen, de armen De IJmuider quaestie. Door eenige reeders ta IJmuiden is een adres gezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal, waarin verschillende feiten worden aangehaald, die volgens adressanten een eigenaardig licht werpen op de wijze, waarop een kostbaar werk als de haven van IJmuiden wordt gebruikt tot schromelijke belemmering van den vischhandel. In het adres wordt gewezen op het feit, dat een der adressanten, steunende op de verklaringen door Z.Ex. den Minister van Waterstaat in de Kamer afgelegd, zich heeft gewend tot II. M. de Koningin, Hai'e tus- sehenkomst inroepende, opdat worde toege staan, dat adressant zijne viseh daarheen vervoere waar hem goeddunkt, en voorts óm aan den belemmerenden toestand voor handel en nijverheid te IJmuiden, een einde te maken dat daarop de minister voornoemd, op 42 Aug. 11. ter kennis van dien adressant heeit gebracht sdat de directeur der visschershaven te IJmuiden is aangeschreven, op grond van art. 22 al. 2 van het reglement van politie, vast gesteld bij Koninklijk besluit van 25 Maart 1899 (sStaatsblad" no. 85), zooveel doenlijk toe te staan, dat vissclieisvaartuigen, die niet in de Rijksvischbal wenschen te verkoopen, hun viseh in de visschershaven lossen en vervoeren, mits zich gedragende naar de aan wijzingen omtrent de plaats van lossing en de politievoorschriften, welke door den direc teur krachtens art. 5 van het bovenbedoeld reglement van politie worden gegeven"; dat eenigen der adressanten, meenende dat thans een einde zoude komen aan de onduld bare willekeur, sedert 1 Juli 11. te IJmuiden ingevoerd, van den Directeur der visschers- Zigeuners, die alleen komen om naar een gunstige gelegenheid uit te zien. Het publiek en de kooplieden weten dat en zijn dus op Jiun hoede. Toch werd eens een oude groente vrouw het slachtoffer van hun streken. Zij had bij ongeluk haar geldbuidel voor zich op de tafel laten liggen. Dat zag een Zigeuner, die dadelijk zijn plan had gemaakt. Hij ging naar haar toe en begon over een maat erw ten te onderhandelen. Toen zij het eens wa ren, bleek heb, dat hij niets had waarin hij de erwten kon doen. Hij dacht schijnbaar na, en riep toen verheugd: „Wacht moedertje, schud ze mij maar in den hals!" De vrouw, die aan zulk een manier van doen gewoon was, dacht er niet werd er over na, en ging achter hein staanhij bukte zich, en terwijl zij goed oplette, dat er niets naast viel, nam hij rustig den geldbuidel en verdween. De vrouw liep hem dadelijk na, maar haar moei te was vcrgeefsch. Een Zigeuner terug te vinden, die zicli twintig schreden heeft ver wijderd, is volkomen onmogelijk, want de een ziet er precies zoo uit als de ander. Na het jaar '48 heersehte de Oostenrijk- sche regeering in Hongarije met buitengewo ne strengheid. Het was onder anderen streng verboden, op straat te rooken. Wanneer men het gebod) overtrad, werd de pijp, (want die rookt® men in dien tijd gewoonlijk) eenvou dig afgenomen. De politie bestond in geheel Hongarije uit Bohemers, gezworen vijanden van de Hongaren. Maar dit was nog niet genoeg, men be noemde voor de handhaving van deze bepa ling Zigeuners als opzichtei's, en daar het in beslag genomen goed het eigendom van den ambtenaar bleef, kan men zich denken, welke geoorloofde en ongeoorloofde middelen wer den gebruikt. Men zal misschien belang er in stellen, te weten, dat tot de meest gevrees- den onder de jonge Boheemscho politie-eom- missarissen in mijn vaderstad de blijspeldich ter Julius Rosen (zijn ware naam is Dufxek) behoorde. Hij moest bij nacht en on tijd vluchten, omdat de studenten hadden sa mengezworen om hem te dooden. De pope van de Grieksohe gemeente stond op een avond in zijn huisdeur en rookte uit een prachtige, met zilver beslagen, meerschui men pijp. Twee patrouilleerende Zigeuners zagen dat. Zij wilden graag die pijp hebben, maar hoe? De pope bevond zicli niet op straat, en zoo dikwijls de twee in zijn nabij heid kwamen, trok hij zich wijselijk terug. Als het spreekwoord waar is, dat zeven Ita lianen in slimheid gelijk staan met één Griek, dan is het ook waar, dat zeven Grie ken gelijk staan met één Zigeuner, al zijn zij ook allen wijze popen. Dat had de onze he laas niet bedacht, en dat was zijn ongeluk. De Zigeuners hadden uitgevonden, dat het huis aan den achterkant nog oen ingang had. Zij beraadslaagden een oogenblik samen en scheidden toen, en terwijl de een onschuldig heen en weer liep, ging de ander door de achterdeur naar binnen en sloop onhoorbaar tot achter den pope. Toen gaf hij dien zulk een stoot, dat dë man midden op de straat vloog. Daar ving de ander hem op en ontnam hem de pijp. Een reclames bleef zoudter gevolg, want de ooggetuigen van het geval moesten erkennen, dat de pijp midden op straat aan den rooker was ontnomen. De roovers in Hongarije, die voor een gioot deel Zigeuners waren, gingen in mijn kinderjaren nog met de grootste vrijheid hun gang onder de oogen van de overheid, die dikwijls zelfs medeplichtig was. Dat het te genwoordig nog niet veel is verandierd, kan men opmaken uit het verhaal van een mij ner kennissen, een Berlijner, die langen tijd in die streken heeft gewoond. Wij zullen hem elf aan hot woord laten. „Ik was in Hongarije, om mij daar als landheer te vestigen. Toen ik er ongeveer zes weken was, werden mij twee paarden ontsto len. Natuurlijk ging ik dadelijk naar den dorgsreehter. Deze hoorde mijn klacht rustig aan en vroeg mij toenHebt u al belasting betaald?" „Zeker, die betaal ik geregeld." „Neen, ik bedoel de dievenbelasting." „Wat is dat?" „Wel, de belasting dat u niets ontstolen wordt." „Bestaat die hier!" riep ik verontwaar digd. Hij antwoordde mij niet, maar nam een stuk papier en toekende er achttien kruisjes op, want hij kon niet schrijven, daaronder maakte hij een geheimzinnig tee- ken, liet mij achttien gulden betalen, en gaf mij het papier, met de aanwijzing, daarmede buiten het dorp te gaan, naar den Zigeuner hoofdman Barna Zaszlo en heb dezen te ge ven; de rest zou zich wel vinden. Ik deed zooals mij gezegd wa=. De Zigeuner ontving mij zeer onderdanig, telde nauwkeurig de kruisen, onderzocht het teekea zorgvuldig en zeide toen niets dan„in orde". Ik ging weg. Den volgenden morgen heel vroeg stonden mijn paarden reeds in den stal. Niemand had ze hooren komen, evenmin als men ze had zien gaan; "iclfs niet de knecht die in den stal sliep, of zou die niets hebben willen zien? Den volgenden Zondag zag ik den Zigeu ner in groote pracht d'oor heb dorp wande len. Ik kon het niet laten, naar hem toe te gaan en te zeggen: „Jij, spitsboef, durf je mijn paarden te stelen, en je dan nog op klaarlichten dag hier te vertoonen Naar het Duitsch van FRANZ GRIDBERG. Het zijn niet de SaraAsate's, ook niet de ernstige, van wie ik wil vertellen, maar wel de manier waarop de Zigeuners, die land plaag van Hongarije, gewoon zijn lmn mede- monsohen lastig te vallen. Zij richten wel dikwijls veel schade aan, maar tocli zijn zij in het bedenken en uitvoeren van hun stre ken zoo origineel, men zou haast kunnen zeg gen geniaal, dat zij het vermelden ervan wel verdienen. Op zekeren dag kwam een Zigeunerpaar, man en vrouw, hij onze buurvrouw, om haav een gans te verkoopen. De vrouw had er juist 's morgens een op de markt gekocht, maar twee is toch altijd' nog beter. Om echter ze kerheid te hebben, ITet zij eerst haar dochter in de huurt navragen, of er nergens een gans was gestolen. Nadat zij hieromtrent gerust stellende berichten had gekregen, kocht zij de gans en bracht die naar binnen, om haar bij de andere te leggen. Wie beschrijft haar schrik, toen zij die niet kon vinden En nu ging haar een licht op, de gans, die zij juist had gekocht, was reeds haar eigendom, en door de Zigeuners gestolen, om haar dadelijk weer te verkoopen. Dat zij zioh juist tob de rechtmatige eigenares hadden gewend, was zeer slim bedacht. Zij wisten, dat de voor zichtige huisvrouw eerst bij al haar huren zou laten vragen, maai' het in dit geval niet noodig zou vinden, bij zich zelf na te zien. Op do markt had mijn moeder eens gele genheid een ander schelmstuk te zien. Tus schen de koopers loopen daar altijd talrijke .W'C-kill

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5