53"" Jaargang. No. 10038. Vrijdag 15 September 1899. Eersfe Blad. CIRCUSSLAVEN, BUITENLAND. SCHIEDIMSCHE COURANT Deze courant -verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. i.25. Franco per post fl. 4.05. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van '17 regels fl. 0.90iedere regel meer *12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van ziin gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschiï - en, worden zoogenaamde Kleine adcerfentiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere, Telefoon No. 133. Algemeen overzicht. Dc zaah-Brcyfus. SCHIEDAM, 14 Sept. '99. In Frankrijk operibaai*t zich een beklagens waardige zwakheid bij een deel der dreyfu- sards. 'tls waar, in de eerste plaats raakt de zaak-Dreyfus den, persoon van den ongeluk- kicren veroordeelde; alles moet gedaan wor den om den door het noodlot zoo wreed ver volgde verder lijden te besparen. Maar wij weten niet of het is handelen in den geest van Dreyfus zelf, indien men zijn leven voor zoover dit nog mogelijk is tracht t© redden ten koste van" zijn eer. Alleen liet verlangen naar eerherstel toch heeft Drey fus kracht gegeven om onder het barbaarsche strafrégime, dat op hem is toegepast, niet te bezwijken. Zijn eer en die zijner kinde ren, dat zijn, meer dan medische praepara- ten, de stimulantien geweest die hem kracht hebben gegeven de marteling, die hij te Ren- nes te ondergaan had, met opgeheven hoofde te doorstaan. En er is meer. Niet om Dreyfus' persoon alleen gaat het. Hoogere belangen staan op het spel. De zaak-Droyfus is niet. wat de rechters te Rennes er in zagen, een politie leen strijd'. Zij gaat dieper. Het is een wor steling op leven en dood tusschen het bur gerlijk gezag en het militarisme; tussclien het dusgenoemd staatsbelang en de onafhan kelijkheid en totale betrouwbaarheid' der rechtspraak, die onmisbare gro-ndslag der moderne samenleving; tussohen den middel- eeuwschen geest van klassenoverheersching en rassenhaat en de resultaten der geweldige beroeringen, nu een eeuw geleden eerbiedi ging van den menseh als zoodanig, erkenning van de gelijkheid der burgers van cenen Staat. Dit, en niet minder, onwat de strijd. Maar leest men de Fransch© bladen, dan treft de toon van enkele, van wie men juisfc mocht verwachten dat zij in de komen de worsteling om de beslissende zege ernati- gen steun zouden verleenen. Begrijpt men dat de „Figaro" weder een zijner van vroeger beruchte volte-faoes maakt, dat Comely, de man die zóóveel heeft bijgedragen tot de re visie, die zóó krachtig voor Dreyfus' onschuld is opgekomen, nu terugkrabbelt? En toch is het zoo. De „Figaro" en de „Temps" treden uit de gelederen van het kleine, maar ferme Igcr dat zoo moedig gestreden heeft voor Waarheid' en Recht. De mislukking der tentoonstelling van 1900, dat is het spook waarvoor men terug deinst. Tot iederen prijs moet de tentoonstel ling gered; de zaak-Dreyfus moet van de baan. Laat men Dreyfus begenadigen en laat dan de verzoening komen 'tls ons niet duidelijk hoe de „Temps" zoo kortzichtig kan zijn; hoe zij kan schrijven dat het vonnis van Rennes door liet buiton land „met eerbied, mot vers tan d'igen eer bied" is vernomen; hoe zij het verleenen van gratie kan noemen een voortzetting der ..goedertierenheid" van den krijgsraad. Maar DOOK AMYIE READE. 65) „Als ik hem maar te pakken kan krijgen, zal ik liem een. pak slaag geven, zooals hij nog nooit gehad heeft. Wat een schurk moet h:j zijn, om. de kinderen Le Sale afhandig te maken; maar wij zullen hom zijn lage stre ken. laten bekennen, en hij zal het goed heb ben," sprak Tom, wiens toorn toenam bij de gedaohteh-wat de kinderen zijner zuster had den moeten lijden. Mevrouw Le Sal© had aan Whanks genoeg verteld om hen beiden zeer ongerust te maken over liet Lot van Van- da- en Adrian. „Zij konden niet in slechter handen geval len zijn," zei Whanks tot Tom. „Horrox is Ö3 wreedste man dien ik ooit gekend heb, tender nog don haat te rekenen, dien hij Uw zuster toedroeg. Hij heeft haai* nooit kunnen vergeven, dat zij hem s een dagvaar ding op het d-ak zond, en ik wed dat daar alles uit voortvloeit." Tom's angst was gaande gemaakt toen Whanks hem verbelde welke kwellingen de Raining, zelfs onder de gunstigste omstan digheden vereiseht; maar toen. het slechte karakter van den man en de haat dien hij zijn zuster toedroeg hem bekend werden, kende zijn onrust geen grenzen en op zijn beurt besloot hij wraak te nemen ter wille van de overleden moeder do eenige zuster, de eenige metgezel in zijn jonge jaren, die nem zoo liefderijk had aangehangen, toen de groote schande over hen kwam. Zjj vertrokken beiden, vast besloten de kinderen te redden, voor er nog meer uren ten bitter lijden over hun arme hoofden zou- het staat er, en dan volgt het program gra tie voor Dreyfus, een spoedige aidoening van alle niet de zaak-Dreyfus samenhangende processen, en dan uu, deux, trol-sde Fram- schen „zonder getwist of wrok, lachend, rus tig en verzoend", de vreemdelingen in 1900 ontvangend, die een heel verbouwereerd ge zicht zuilen zotten, omdat zij „ons verzonken achten in een doodelijken worstelstrijd". Als 't niet zulk een treiu-ig blijk gaf van het die]» moreele verval van heb Franscho volk, zou 't dan niet zijn om te schater lachen En de „Figaro" doet 't al niet veel min der. Cornély heeft het weer over zijn van vroeger bekende spons. „De geheele zaak," zegt bij, „zal met het verleenen van gratie aan Dreyfus eindigen en met de groote spons. Dat zou de beste oplossing zijn der crisis Men zal in de 'eerstvolgende dagen hcoren dat Dreyfus de stad' Rennes, die voor hem tot een tweede Golgotha is geworden, verlaten heeft, en aan zijn vrouw en zijn kin deren is weergegeven. Wij zullen dan ons best doen hem het leven, dat misschien ten einde loopt, zoo aangenaam mogelijk te ma ken." Cornély maakt zich verder van de kern der zaak af: „Wanneer hij dan in vrijheid is, zal hij met alle wettelijke middelen naar eerherstel kunnen streven." Nu is het denkbeeld, Dreyfiu» te begena digen. niet verwerpelijk. Maar zooals Rei- nach 'terecht zeide: „voorloopig begenadi ging". De strijd kan daarna niet rusten, maar moet met grooter energie nogwordevr uitgestreden. En van de zijde der vrienden van het Recht kan dat met meer kracht, wanneer Dreyfus zelf geen gevaar meer loopt. In dien geest zegt dan ook de „Rappel" „Waldeck-Rousseau en, Loubet hebben tot plicht, Dreyfus te begenadigen. Zij moeten dit doen om liet Hof van Cassatie te wreken tegen de beleediging van den krijgsraad. Zij moeten het doen omdat de openbare mee- ning het vonnis van de leden van den krijgs raad als onrechtvaardig en hatelijk ken schetst. Zij moeten liet doen, omdat de gan- sche beschaafde wereld het eischt, en omdat de eer van Frankrijk er van afhangt, die door de vijf militaire rechters, gehypnoti seerd door de struisveeren der generaals, door het slijk is gesleurd." Ook de „Lanleme" noemt bet verleenen van gratie niet, zooals de „Temps", een daad van medelijden, maar van gerechtigheid. En liet blad eindigt; „Als Dreyfus begenadigd wordt, dan zullen wij hem helpen eerherstel tc krijgen." Dat Dreyfus begenadigd zal worden, lijkt dan ook niet twijfelachtig, ofschoon de regee ring zicli in een mysterieus stilzwijgen blijft hullen. Over den ministerraad van Dinsdag is of ficieel niets bekend gemaakt; maar het wordt van verschillende zijde bevestigd dat het voorstel van Monis, den minister van ju stitie, om de voorziening in cassatie te ver wijzen naar het Hof van Casatie, en niet naar den militairen raad van revisie, alleen door De Lanessan en Mi 11 er and werd ge steund. De andere ministers spraken en stemden er tegen; zoo ook president Loubet, die zich trouwens weinige dagen vóór de be den gaan. Zij konden geen bepaalde plannen vaststellen, voor zij meer wisten omtrent Horrox en zijn omgeving. Op den hoek van den Humphrey Street was een café, en hierin begaf zich Whanks, gevolgd door Tom. „U moet een glas bitter nemen," sprak Whanks tot Tom, „dat zal u moed geven. Ik neem het niet, want als ik eenmaal begin is het met mij gedaan, en toen ik in het bezit kwam van het geld mijner tante, heb ik ge zworen dat ik nooit meer jenever zou drin ken, en ik doe het dus niet." „Een glas bitter," zei Tom tot de groote vrouw in het buffet. „Voor mij een kwast," zei Whanxs. De vrouw bracht de glazen bij hen eii wis selde het geld met een beleedigd air. Zij hield1 niet van klanten die kwast dronken, en zij was geregeld zeer kort en onaangenaam voor hen, die niets hestelden dan- limonade. Zij verwijderde zich, toen Whanks, niets kwaads vermoedend, zei„Hei, juffie, luister eens even." Zij keek den spreker aan en zag ook naar Tom, en wendde zich tot hen met de woor den „Mijn naam is Smith, juffrouw Sarah Smith, als u mij verlangt te spreken. Ik ben niet gewoon op die wijze te worden aange roepen, zeg dus, wat wilt u van mij „O, pardon, juffrouw," zei Whanks haas tig, en Tom nam even zijn hoed af. Die be weging Stal het hart van juffrouw Smith, er verspreidde zich een glimlach om haar rood gelaat, waardoor zij er nog minder aantrek kelijk uitzag. „Ilc zou gaarne willen weten in welk nummer van Humphrey Street die heer Horrox woont. Ik heb zaken met hem te vereffenen. Komt hij wel eens hier?" vroeg Whanks. slissïng de handen had gebonden door te zeg gen dat men zich moest buigen voor het von nis, hoe het ook mocht luiden. Weliswaar wist Loubet toen niet dat er een vleesch- noch-visch-vomiis zou worden geveld. Daarna schijnt in den ministerraad het verleenen van gratie te zijn besproken. Vol gens een bericht aan de „Frankf. Ztg," wa ren bijna alle ministers, ook De Galhfet, er voor terstond gratie te verleenen. Doch pre sident Loubet achtte het wenschelijk een la ter tijdstip af te wachten. Blijkbaar is daarmede bedoeld, nadat de ïaad van revisie gesproken heeft. Vermoede lijk zal deze wel het vonnis bekrachtigen; zoo niet, dan komt de zaak andermaal voor een krijgsraad. Volgens de wet moet de raad uiteilijk drie dagen na ontvangst van het dossier bijeenkomen. Het dossier nu is reeds te Parijs aangekomen. Dat do raad dus niet vóór begin October zou beslissen, lijkt on aannemelijk en onwettig. Trouwens, anderen verwachten Maandag a.s, zijn beschikking en Dinsdag daaraanvolgende de begenadiging van den ongelukkige. Dat de strijd niet zal bedaren, blijkt ten duidelijkste uit de circulatie die de „Bond ter verdediging van de rechten van den menacli eu van den burger" aan zijn leden heeft gezonden. Het bestuur ontwikkelt daar in zijn plannen, die aldus aan het slot der circulaire worden geresumeerd „Het geheele land zal weldra zien wat de waarheid is in deze gebrekkige rechtspraak. Wat ons betreft, onze plicht is duidelijk aan gewezen. Zoolang de ongelukkige kapitein Dreyfus gebukt gaat onder het blinde nood lot, dat hem buiten de menschelijke wet schijnt te stellen, zullen wij zijn verdediging op ons nemen en het herstel van vrijheid en eer trachten te verkrijgen, waarop hij recht heeft. „Evenals tot dusver zullen wij den strijd voor recht en waarheid voortzetten, zonder geweid, enkel met de wapenen die de vrijheid ons verschaft. Wij zullen dien strijd ijveriger dan ooit voeren, voor de rust van ons gewe ten en voor de eer van Frankrijk." Ook de „Aurore-cyclus", zooals een der ge- iukig weinige Nederlandsche anti-Diayfus- bladen het onlangs uitdrukte, blijft natuur lijk volharden. En het buitenland zal moreelen steun ver leenen. Bedenkelijke verschijnselen voor Frankrijk wanneer een bijeenkomst van ge leerden, criminalisten, de Marseillaise met ge sis ontvangt; bedenkelijker nog Wanneer men de krachtige aanmaningen hoort in alle landen om Frankrijk te boycotten. Of daar om do tentoonstelling van 1900 zal misluk ken, weten wij niet. Het oude beginsel, dab oeoonomische overwegingen scheidt van ethi sche beginselen, leeft, helaasnog en doet zich ook nu gelden. Maar dab Frankrijk thans in de oogen der beschaafde wereld ach teraan komt in de rij der natiën die aan spraak kunnen maken op eerbied en gene genheid, dat kan moeilijk geloochend wor den, Daarvoor klinkt de verontwaardiging te eenstemmig en te luid. Ook bij de hoven en de regeeringen zal het vonnis van Zaterdag Frankrijk zeker geen goed hebben gedaan, al nemen wij met twijfel kennis van een bericht aan do „Laat eens kijken, ik geloof veertien. Geor ge," riep zij tot een dikken mail, die het eene glas na heb andere stond vol te schenken. „George, wat is het huisnummer van dien man, je weet wel met dien vreemden naam?" „Horrox," bracht Whanks in het midden. „Juist, dat is de naam. Horrox," riep zij lot haar man. „Ik geloof vier-en-veertig; maar liet meisje zal gauw h>er zijn om het bier. 'tls tien ra gen een. Kijk, daar is zij al." Juffrouw Smith ging naar hot kind toe, wisselde eenige woorden met liaar, en zond haar vervolgens naar het andere buffet, waar op geschieven stond „Geen kruiken, alleen gl 32611." Toen Sally Whanks en Tom daar ook zag sUan kwam er een vreesachtige uitdrukking op haar gelaat. In haar kinderlijken geest zag zij politieagenten en de gevangenis vóór zich, want had zij niet, op bevel van haar meesteres, genomen wat den huurders toe kwam? Zij verbeeldde zich, dat het nu ont dekt was. „Die heeren wilden je wat vragen, kind," „Meisje, je woont immers m hetzelfde huis als mijnheer Horrox vroeg Whanks vrien delijk. „Ja, mijnheer!'' „Wie woont er nog meer bracht Tom in het midden, verlangend om haar antwoord te vernemen. „Mijn meesteres, juffrouw Yanda, de jon geheer Adrian en ik," antwoordde Sally. „Houd je veel van juffrouw Vanda en haar broertje?" vroeg Whanks. „Nu, of ik," antwoordde liet kind, en bij deze woorden kwam er een vriendelijke uit drukking op het stuursche gelaat. „Juffrouw Vanda kust mij nu en dan als die akelige vent uit is." „Frankf. Ztg." volgens hetwelk koningin Victoria aan den Engelschen gezant te Pa rijs een telegram hebben gezonden, in het Fransch en met in cijferschrift gesteld, waar in zij haar diep leedwezen uitspreekt o\er de veroordeeling van Dreyfus. Ook de ex-kei- zcrin Eugenie zou aan Parijscho vrienden een telegram gezonden hebben in bewogen bewoordingen gesteld. In Engeland zal de volksverontwaardiging zich Zondag a s. uiten op een groote meeting in Hyde Park, waavoor de regeering toe stemming heeft gegeven. Er zullen 24 tribu nes zijn. De heer L. Trarieux heelt een brief aan ministex* De Galliflet gericht, waarin hij protesteert tegen enkele politierapporten, voorkomende in het ultra-geheim dossier, dat te Rennes heeft dienst gedaan en waarin sprake was van bezoeken door Trarieux in 1898 aan het Italinansche gezantschap ge bracht, evenals door Scheurer-Kestner en Joseph Retnaeh, Deze mededeelingen zijn ter kennis van den krijgsraad gebracht en Trarieux hoorde hier eerst ter elfder uie van. Een weerlegging van een en arider kon hij nog slechts doen hooien den dag vóór de uitspraak, zoodat het kwaad eerst te laat bestreden kon worden en deze getuigenver klaring zeer verzwakt was. Tiarieux protesteert er tegen, dat gelden, toegestaan aan een dienst, die bestemd is voor de landsverdediging, worden aangewend om een Fransch burger, een oud-minister en lid van den Senaat, te doen bespionneeren. De Galhfet heeft Tiarieux geantwoord dat die feiten der regeering en hare voorgangster onbekend waren en belooit tegen herhaling te zullen waken. Intusschen heeft Cuignet want die is io deze de schuldige het kwaad reeds gebrouwen. Men zegt dat mevrouw Dreyfus op ver zoek van haar man generaal Mereier en kolonel Maurel zal aanklagen wegens de in 1894 begane onwettigheid. De ïKöln, Ztg." zegt in een blijkbaar geïn spireerd entrefilet dat de officieele verklaring der Duitsche regeering omtrent Dreyfus wel degelijk Ier kennis van den krijgsraad is ge bracht. Dit in antwoord op de ook door ons medegedeelde nota van Havas lie den scliyn kan wekken dat de Fransche regeeriug de verklaring uit den sReichsanzeiger" niet aan den krijgsraad heeft gezonden. Engeland en Transvaal. Dat de toestand in Zuid-Afrika zeer kri tiek is, is duidelijk. Tocih is nog niet alle hoop buitengesloten dat die vrede bewaard blijft. President Kruger en de Uitvoerende Raad zijn gistermorgen om 7 uur bijeengekomen om het antwoord op do laatste dépêche der Britschü regeering te bespreken; om 10 uur werden de beraadslagingen hervat. De Transvaalse!» regeering is voortdu rend in telegrafisch gesprek met dc regeering van don Oranje-Vrijstaat. Intusschen is van het Bribsche gouverne ment een nader© mededeelmg ontvangen, waarin verklaard wordt, dat, ofschoon de Engelsche regeering verlangend uitziet naar „Wie is die akelige kerel vroeg Tom. „Wel, natuurlijk mijnheer Horrox. Hij slaat haar zoo, eu zij ziet er zoo slecht uit, zij zal zeker spoedig sterven." „Zou je miss Vanda willen helpen, als je kon 1 Zou je willen meewerken om haar vrien den te vindten, en haar gelukkig te maken „Zou ik niet? Maar zij heeft geen vrien den, geloof ilc. Eei's deed ik een brief voor haar op de post, ik legde hem onder de ha ringen, en zij vertelde mij dat hij bestemd was v-oor iemand waar zij veel van hield. Het was niet haar moeder, anders zou zij het mij gezegd hebben. Maar zij is niet zoo gelukkig vrienden te hebben, tenminste ik geloof het niet, mijnheer." Toen het kind ophield met spreken, kwam er een droevige trek op Tom's gelaat en ook Whanks keek erg bedrukt. „Wij zijn haar vrienden," zei Tom, „en wij zijn erg verlangend te weten, ra welk nummer van de straat je woont." „U behoort tot haar familie? o, dat is heerlijk, het huisnummer is vier, het huis met de gele jalouziën. O, wat een pret," en in haar opgewondenheid danste Sally in de rondte, zoodat het bier langs haar boezelaar- droop eu op den vlóer neerdruppelde. Plotseling was het gedaan met de pret, en zij riep op klagenden toon„O, wat zal me vrouw zeggen, ik durf zonder bier niet naar huis te gaan, o, hemel, o, hemel!" „Luister eens," zei Whanks, „ik zal je een flinke fooi geven en liet bier betalen, als je ons wilt helpen. Op welken tijd van den avond zullen we miss Vanda, haar broertje en den heer Horrox thuis treffen, en. waar houden zij dan verblijf?" „Tot acht uur ongeveer zijn ze bezig, en dan gaat mijnheer Horrox soms naai- een concert. Soms gaan ze mee, maar meestal een spoedig antwoord, zij niettemin met het oog op den eriHtigen aard van de quaesüe, de Transvaalse!» regeering niet wil binden aan een termijn, van 48 uur. Een ultimatum is hot du» niet. Aan de Kaap hoopt men dat Transvaal zal toegeven. Dt „Pali Mall Gazette" ver neemt vut Kaapstad dat de leiders van den Afrikaander Bond een bijeenkomst hielden om den toestand te bespreken. Na afloop werd oen telegram aan Kruger gezonden, waai in hem woidt aangeraden, toe te geven aan de eischen, vervat in de laatste Brit- sche dépêche. In Afrikaan der-kringen wordt verzekerd, dat Transvaal die voorwaarden zal aannemen en de suzcreiniteits-quaestie laten op den grondslag der conventie van 1884. Gemengde Slcdcdeellngen. Het Congres der Engelsche trade-unions heeft besloten een strijd te beginnen voor een aantal eisciien meer arbeidersvertegen woordigers in bet Parlementverbetering der ongevallenwet; wijziging der arbeiders- periMoneetïng, zoodat die met het 00ste jaar of bij ongeschiktheid tot arbeiden intreedt. Eindelijk heeft het Congres zicli uitgesproken ten gunste van een rechtbank voor huren en pachten. Er ziju reeds 41 sprekers ingeschreven voor de Belgische kieswet-debatten. Gisteren verdedigde De Brocqueville in een keurige rede het uninominnal kiesrecht. Daarna beval Loslever de volledige evenredige vertegenwoordiging aan. De Belgische Kamer heeft een wetsonl- wesp aangenomen tegen dronkaards gericht. Aan de gehuwde vrouw is n.L het recht toegekend op de spaarbank tot 1000 frs. te beleggen en daarvan maandelijks tot 100 frs. voor de huishouding op le nemen. De sehuid- eischeis van den man kunnen op dit depo sitors geen beslag leggen, tenzij het huis houdelijke uitgaven betreft. Volgens de sRépublique francaise", Mé- line's orgaan, heeft de oud-minister zijn partijgenooten geraadpleegd over de nood zakelijkheid om de Kamers onmiddellyk bijeen te roepen. Anderzijds zegt de Liberie" te weten dat de regeering voornemens is de Kamers eerst in December bijeen te roepen, wegens het bijeenkomen van den Senaat als Hoog Gerechtshof. Minister De Galhfet heeft een wijziging gebracht in de taak van het bureau der Matistiek aan het ministerie van oorlog, zoo noodzakelijk gebleken uil de zaak-Dreyfus. Het zal voortaan deel uitmaken van het 2de bureau, waar alles wordt verzameld omtrent vi eetnde krijgsmachten, en zal daardoor niets meer te maken hebt en met de geheime politie en de contra-spionage die nu alleen zullen resoi teeren onder de politie. Men is ijverig bezig om liet Luxembourg gereed te maken voor de zittingen van het Hoog Gerechtshof. Gisteren zijn bij den pastoor van Grainville- sur-Odon, hoofdredacteur van de tCroix" in het departement Calvados, een aantal stukken Muit hij ze in de kamer op, totdat hij terug komt, al wordt het nog zoo laat. Zij gaan nooit vóór twaalf uur naar bed. Ik heb mijn heer Horrox eens tot miss Vanda hooren zeg gen, dat zij haar tijd met op bed mocht doorbrengenen zij staat om half zes al op, dus ze heeft niet veel rust, 11a. een geheelen dag hard gewerkt te hebben, eu ze ziet zoo wit, maar mijnbeer Horrox geeft er niet om. Op zekeren avond dat hij van het concert, thuis kwam, vond hij mis» Vanda slapende, zij was zoo doodmoe, en nog sloeg hij haar." „Luister eens, kan je vanavond omstreeks acht uur buiten liet huis zijn, en ons zeggen of zij uit zijn of niet?" vroeg Tom. „Neen, dat kan ik zeker niet," zei Sally met overtuiging. „Zij waren in staat mij te vermoorden, als zij mij 's avonds buiten von den." „Kan. je ons dan geen teeken geven van. uit het huis?" Sally dacht een oogenblik na en zei toen „Als zij thuis zijn, en allen in de kamer zitten, zal ik den bezem uit het zolderraam steken, en in de rondte draaien, u moet dan. onder de lantaarn aan den overkant, gaan staan, want u zult moeite genoeg hebben om het te zien." „Heel goed, en als wij dan den bezem zien, komen wij naar de voordeur, en jij zult er ons inlaten zonder dat wij behoeven te klop pen of te bellen vroeg Whanks. „Dat kan niet, mijnheer, ik zou onmoge lijk bij do deur kunnen komen; maar wan neer ik den bezem binnenhaal zal ik den sleutel in een papier naar buiten gooien, en een van u beiden moet hem dan maar uit de goot halen, maar u moet goed toekijken eu zorgen dat de buren het niet merken." (Wordt vervolgd.2

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1