53"e Jaargang.
Vrijdag 22 September 1899.
No. 10044.
Eerste Blad,
CIRCUSSLAVEN,
UIT DEPE1IS.
xxvn.
BUITENLAND.
1
SCHIEDAMSCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen tl. 1.25. Franco
per post 111.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 69.
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel
meer 12% cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Bfo. 123.
Pastoor Tiiissex.
Ook van katholieke zijde begint men tegen
de scheldartikeien van pastoor Thissen in de
sLimburger Koerier" de .stem te veihetT.n.
nllet Centrum" schrijft:
jDe„ nLimburger Koerier" van 16 Septem
ber bevat een hoofdartikel, getiteld: »Erg
bont en bar", en onderieekend met de be
kende voorlettersTh.
»Voor de eer en waardigheid der katholieke
pers moet ons eindelijk een kort, maar krach-
ijrr protest uit de pen tegen zuik geschrijf,
hetwelk bovenstaanden titel maar al te zeer
in practijk brengt.
iGelukkig, dat een dergelijk voorbeeld van
journalistiek niet anders dan afschrikkend
werken kan."
Pastoor Th. schrijft in de ^Limburger
Koerier" een artikel genaamd sEenPausin
Nederland"
iWnt nu, zult gij verbaasd vragen, ge
achte lezer?
Een Paus in Nederland 1
Bet is niet mogelijk.
En toch is het zóó en niet anders.
Gelieve maar eens het bevelschrift van dien
nieuwen Paus te lezen. Het luidt als volgt*.
ïOp onze Nederlandsche aartsbisschop -
pen en bisschoppen rust in dubbele
mate die plicht! (De plicht om alle
Katholieke bladen, die tegen Dieyfus
zijn, in den ban te doen.)
Want de schandelijke woorden, welke
wij in de laatste dagen aanhaalden, wer
den geschreven door bladen, wier redac
teuren priesters zijn, voor wier inhoud
de bisschoppen, die deze redacteurs aan
stelden of begaan lieten, verantwoorde
lijk zjjn."
Aldus wordt den aartsbisschop en den
anderen Nederlandschen bisschoppen bevolen
alle Katholieke Koeranten geen een enkel
uitgezonderd, le gebieden de partij ran Diey
fus, Joden en Vrijmetselaars te kiezen.
En wie is nu die miiakuleuze Nederland
sche paus?
Raadt gij het nog niet, lezer?
Wie anders, dan de bui lesk-grole-ke Chat les
Boisseiaia?
Vele, allicht alle uwer landgenooten zullen
het niet alleen potsierlijk, maar ook verbazend
vinden, dat Gij u zoo maar voetstoots de
pauselijke tiaar op uw kruin hebt gedrukt.
Weinu, om oprecht en eerlijk le wezen,
moeten wij hier ten gunste van Uwe Heilig
heid, een veizaehtende omstandigheid pleiten.
DOOB
AMYIE READE.
71)
Bedden in don dood.
Castelli verliet Wihanks en begaf aioh naar
het dreus, gereed, om met Cleo af be rekenen
zooals zij ten volle verdiende.
Hij wist dat hij haar daar zou aantreffen.
Zijn drift was vreeselijk, het kookte in
hem als een woedende zee, en maakte hem
bijna krankzinnig. Hij was gereed om zijn
prooi te bespringen met al den hartstocht
van zijn trotsöhe natuur, want Cleo had hem
bedrogen, om aan haar liefde te voldoen hem
voorgelogen, en hij was haar minnaar ge
weest. Al deze waar-heden drukten hem lood
zwaar. Hij zag er verschrikkelijk uit, met
vlammende oogen, en hij werd! bijna waan
zinnig van toorn, toen hij ze in de arena
voor zich zag.
Zij - zag hem komen, en naderde om hem
met een glimlach op het gelaat te begroeten.
Zij wist dat Castelli er een flauw vermoeden
van had, dat zij H-orrox geholpen lrad om
de kinderen machtig te wo-rden, maar er wa-
ren geen feiten die tegen haai* getuigden, en
sieehts ééns gedurende de reis had! hij op den
brief van mevrouw Le Sale gezinspeeld en
gezegd.'
»Ik geloof, dat jij meer van de zaak weet,
dan je wel wilt bekennen; maar wat het
ook kosten moge, ik zal het wel uitvinden."
Nu had hij Whanks gezien; Hbrrox,
fiieende zij, zou er wel van door gegaan zijn,
«hij is altijd een lafaard geweest," zei Cleo
v dchzelf, zich zijn angst herinnerend, toen
Lala hem had laten dagvaarden. Hij had
wet eens den moed gehad can naar het ge
rechtshof te gaan en alles te ontkennen.
Castelli stond tegenover haar; zij was al
teen want het circus was verlaten, maar zij
deinsde niet terug voor zijn vlammende
9Pg«n, die slechts van haat en toorn spraken.
Ziet gij, lezer, paus Charles I heeft niet
uit hoogmoed, uit ambitie zich de driekroon
en de sleutelmacht in Nederland geschonken
Och neen 1
Waar en wis het was uit innig medelijden
met onzen H. Vader Paus Leo.
De weekhartige Charles I rilt en huivert
by de gedachte, »dat misschien heden of
morgen door een Nederiandsch Katholiek
de artikelen der Katholieke landspers in 't
Franse!) vertaald, aan Z. H. den Paus wer
den gezonden."
En dan voegt hij er bij»Welk een treu-
rigen indruk zouden ze maken op het liefde
vol gemoed van den bejaarden paus!"
Is dat niet heerlijk mooi van onzen Char
les I?
Die fonkelnieuwe paus, volslagen aap-
mensch, verloochent al zijn beginselen om
't liefdevol gemoed van zijn bejaarden ambt
genoot van 't Yatikaan voor grieving te
vrijwaren.
Hier is tegenspraak in 'tspel.
Zijt gij u des bewust Charles I dan zijt
gij een huichelaar.
Doet gij het onbewust, dat zijt gij een
onnoozele hals.
Kies maar.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 21 Sept. '99.
Waarheen kapitein Dreyfus zijn schreden
heeft gewend, weet men niet. Wij zeiden het
gisteren reedshet schijnt niet waar dat me
vrouw Dreyfus in Engeland een huis heeft
gehuurd. Daarentegen noemt men nu, waar
schijnlijk zich de uitnoodiging indertijd her
innerend, Carpentras waar de prins van Mo
naco een villa te zijner beschikking zou heb
ben gesteld.
EVen onopgemerkt als hij eenige maanden
geleden den Franschen bodem betrad, heeft
Dre/fus gisternacht de gevangenis verlaten,
'tls aldus toegegaan.
's Avonds bestelde een zijner vrienden bij
een stalhouder een landauer; deze moest te
gen 2 uur in den morgen gereed worden ge
houden. Kort voor tweeën kwam een nader
bericht dat het rijtuig eerst tegen 3 uur noo-
dig zou zijn, met aanwijzing van de plaats
waar het moest wachten.
Op het bepaald'e uur hield de landauer,
bespannen met twee paarden, stil voor Labo-
ri's woning. Daar gaf een bediende den
koetsier een teeken van verstandhouding,
ou deze bracht den landauer vlak bij het
trottoir. Nauwelijks stond het stil, of twee
personen, Dreyfus en zijn broeder Mathieu,
namen plaats. Dadelijk omgekeerd en voort!
in volle draf de stad uit. Er viel een koude,
doordringende regen. Ook de politie-direo-
teur Vigilie reed mede.
Zij wist dat het tusschen hen uit was, zij las
haar vonnis in zijn oogen, zijn stem beefde
van woede, hij balde zijn vuisten, en zijn ge
laat zag akelig wit.
Zij richtte zioli in haar volle lengte op, en
keek hem kalm aan. Zichzelf bewust van haar
schoonheid, liet zij zich nooit uit 't veld slaan
maar er was een onheilspellend licht in haar
oogen, dat sprak van wraak, van een strijd,
die plotseling zou losbranden en dood en ver
delging met zich zou voeren.
Zij was tot den aanval gereed. Zij voeld'e
geen vrees voor den woedenden man voor
zich, zelfs wanneer zijn toorn met ongekende
kracht over haar zou losbarsten. Zij glimlach
te als de zonnestraal, die doorbreekt als de
bui voorbij is. Zij zou haar toorn, onderdruk
ken totdat de zijne had uitgewoed.
Zij zou hem nogmaals voor zich winnen
zij kon bem niet voor altijd verliezen.
„Jou lasteraarsterjou leugenaarster! jou
bedriegster!" kwam er ten laatste van zijn
lippen. „Nu weet ik alles,-jou valsche huiche
laarster! Jij was het die het snoode plan be
raamde om mijn kinderen to onttrekken uit
het huis waar ik ze bracht! Nu begrijp ik
waarom je mij overhaalde om van hen te
scheiden en ze aan Le Sale af te staan. Het
was je eerste stap voor het gemeene doel, clb
eerste stap zeg ik je, om je op mijn overleden
vrouw te wreken. Jij en. je brutale helper
dachten mij met je duivelsche leugens om
den tuin te leiden, maar het uur der vergel
ding heeft nu geslagen. Ik zal hem weten te
achterhalen, en ik zal hem vermoorden,"
nep Hij. met klimmenden toorn.
Zij antwoordde hem niet, wat hem nog
meer prikkelde en hij ging woedend voort
„Jij, die 'hebt voorgewend mij lief te heb
ben, jij die aan mijn voeten gekropen hebt,
jou duivelin, wat heb je nu te zeggen riep
liij, buiten zich zeiven van drift.
Zijn uitbundige woede verraste haar niet.
"Zij wist diat zijn fijn gelaat meermalen spo
ren droeg van toorn, en degene die in zijn
.macht was, deed beven. Bij zulke gelegenhe
den was er niets met hem te beginnen. Hij
was to boos om naar rede te luisterenmaar
zij was niet bereid hem op te geven. Zij
Het tijtuig reed de stad uit en naar het
dorpje Verne. Daar hield het stil op 500 M.
van het station. De kapitein en zijn begelei
der stapten uit en gingen te voet naar het
station, waar bijna oogenblikkelijk de trein
naar Nantes aankwam.
Van Nantes is Dreyfus naar Bordeau ver
trokken en vermoedelijk vandaar naai* Nice.
Viguié had aan het eerste station na Nantes
afscheid genomen.
Om kwart over tweeën had Dreyfus onop
gemerkt de gevangenis* verlaten. De laatste
journalisten hadden omstreeks middernacht
hun post verlaten.
Wat mevrouw Dreyfus betreft, deze heeft
gistermorgen om half twaalf Hennes verlaten
in gezelschap van haar moeder, haar broeder
Paul Hadamard en dr. Weil.
De gratie, aan Dreyfus verleend, heeft nie
mand tevreden gesteld. Het was te denken,
en. het is onnoodig hierbij stil te staan. De
dreyfusards willen meer en de tegenpartij
gunt den ongelukkige zijn vrijheid niet.
Evenwel, de vrienden van den martelaar
nemen genoegen met het feit d'at zijn leven
niet meer geschaad zal worden, dat vrouw en
kinderen hem terug hebben. Gerechtigheid
en vergelding worden tot later uitgesteld.
Wij vertrouwen heel stellig dat dit uitstel
geen af9tel zal zijn.
Duidelijk zegt de „Siècle" het: „Het in
trekken van zijn voorziening in cassatie be-
teekent voor Dreyfus geenszins dat hij af
stand1 doet van zijn recht. Hij heeft er geen
afstand van gedaan, de vernietiging van het
vonnis van Hennes langs webtelijken weg van
het hoogste rechtscollege te vragen. De gra
tie brengt niet de minste verandering in zijn
toestand. Zijn recht blijft ongeschonden om
langs den door de wet voorgeschreven weg
een tweede maal, en laat ons hopen defini
tief, de opheffing van zijn vonnis te verlan-
gen."
In de „Lanterne", die ook verzekert dab
Dreyfus in het Zuiden, van Frankrijk zijn re
habilitatie afwacht, zegt Yiviani zeer mooi
„Er zal nu minder lijden zijn op de wereld,
maar er is "niet meer recht.-Dat is voor den
dag van morgen."
Ook de „Radical" voorspelt dat de gerech
tigheid zal komen, en de „Aurore" belooft
dat de strijders niet zullen rusten. „Dreyfus
is vrij," zegt het blad, „maar zijn ziel is
nog gevangen in de vervalschingen van den
generalen staf. Wij zullen voortgaan te ar
beiden aan de veraieling van wat nog over
is gebleven van het beeld van lafheid, dom
heid en onrechtvaardigheid. Blind is Hij die
niet inziet, dat Dreyfus vruchteloos heeft ge
leden, wanneer de krijgsraden blijven be
staan."
Men ziet hoe ijdel de verwachting is van
hen die vrede en verzoening van deze gratie
verlening verwachten. De „Figaro" hoort tot
die naïeven. Heb boulevard-blad wenseht
moest hem weer voor zich winnen. Zijn mis
noegen moest verdreven worden, en zij zei
dus kalm:
„Je valt mij nu veel te hard, Castelli.
Luister naar me," en zij deed een stap nader,
maar hij wenkte haar terug te gaan, daar
haar tegenwoordigheid hem hatelijk scheen
te zijn.
„Blijf waar je bent. Kom. geen stap na
der," riep hij. „Ik walg van. je gezicht."
„Neen, Castelli, dat doe je niet. Liefde
kan niet zoo veranderenJe maakt het veel
erger dan noodig is. De lieve kinderen zijn
levend en wel," sprak zij, zijn woede trach
tend te temperen.
„Liefde, spreek me niet van liefde! Ik
vervloek jon en je liefdejou duivelinIk
weet, dat je brieven en papieren onderschept
hebt, en Lo Sale's dood geheim gehouden
hebt, opdat je lafhartige plannen om je op
mijn vrouw te wreken, ten. uitvoer zouden
kunnen worden gebracht. Jij en Horrox zijn
duivels," bulderde hij.
„Ik ontken alles," antwoordde Cleo kalm.
„Lieg mij' niet voor, of, bij den hemel, ik
zal er een eind aan maken. J© ontving geld
van dien schurk om hem te helpen. Kan je
dat ook ontkeunen f' vroeg Castelli met een
vloek.
„Wie heeft je verteld, dat ik geld ont
ving?" vroeg Cleo, weinig op haar gemak en
zich verbazende hoe dat aaa het licht geko
men was.
Castelli's wenkbrauwen trokken samen,
zijn oogen schoten vonken.
„Wie het mij vertelde? Wel, je lafhartige
minnaar. Hij wieip de schuld op jou, toen
zijn eigen leven in gevaar was. Maar als ik
hem kan vinden, dan zal ik hem met één
steek dboden en jou daarna.," zei hij woest.
„Dat zou een moord zijn, Castelli, dat
kan je toch niet- meenen?" sprak Cleo.
„Een moord is nog te goed voor jullie bei
den," antwoordde hij. „Ik zal hem opzoeken,
en hem stellig dooden. Ik zal hem overhoop
steken, terwilie van Leila." Zijn stem
werd kalmer toen hij den naam van zijn over
leden vrouw uitsprak.
„Castdli, wees toch bedaard, 'tls eenvou-
piesident Loubet en heb ministerie geluk
met deze daad, „een goede daad"', zooals heb
zegt, „die de zonen van hetzelfde vaderland
weer zal verzoenen."
Heel anders is de toon van liet „Journal
des Débats", dat zich beklaagt de gronden
voor de gratie niet te hebben vernomen. Het
mininsterie houdt van heimelijk handelen en
negeert de openbare meening. Het blad
vraagt: „Is de gratie verleend, omdat zekere
bladen de regeering tot dezen stap hebben
gedwongenheeft de regeering gehoor gege
ven aan duistere invloeden? Nadat Loubet
te Rambouiilet eerst het gewijsde onaantast
baar heeft genoemd, schenkt hij den veroor
deelde gratie en bescliimpt daardoor de rech
ters" die het ruimschoots verdiend heb
ben, zouden wij er achter willen voegen.
Dat de anti-revisionistische bladen zich
zeer afkeurend uitlaten over de gratie voor
Dreyfus, ligt voor de hand. Gelukkig dat hun
verontwaardiging en afkeuring ".rij plato
nisch is; het heeft den schijn of zij het. per
saldo een vrij goede oplossing vinden. De
heeren zetten een barsch gezicht; dat be
hoort bij hun rolmaar waar voor hun zaak
niets meer te winnen, wèl veel te bederven
valt, kunnen zij niet anders hopen dan dat
het nu uit is.
De „G-aulois" stelt tegenover de gratie voor
Dreyfus het feit dat de generaals De Négrier,
De Peliieux en Roget gestraft worden, ter
wijl men Paul Déroulède, Buffet e.t.q. voor
het Hoog Gerechtshof daagt. Heb blad vreest
dat de natie in deze invrijheidstelling van
Dreyfus een soort protest van de regeering
tegen het vonnis van den krijgsraad zal zien
(in welk vermoeden de „Gaulois" waarschijn
lijk de plank niet ver mis slaat). En dan
volgt met zekere berusting, die van mokkend
gevoelde onmacht getuigt„Dreyfus kan ons
niet meer schelenlaat ons aannemen dat
hij geen kwaad meer kan doen. De rechters
van Hennes hebben de eer van het leger
gewroken; wij zijn tevreden."
Och neen, kwaad zal de ongelukkige wel
met meer kunnen doen. Daar hebben André
Lebon en zijn handlanger Deniel wel voor
gezorgd.
Evenals de „Gaulois" attakeeren ook
„Echo de Paris", „Petit Journal", „Libre
Parole" en „Intransigeant" de regeering.
De „Libre Parole" noemt de gratie een
triomf van Israël, en Judeb verklaart in liet
„Petit Journal" dat Loubet, die Dreyfus'
redding aan het. buitenland heeft beloofd,
het Drievoudig Verbond en het „Syndicaat"
een cadeautje geeft.
En Rochefort spant natuurlijk de kroon
door zijn lezers te vertellen dai er behalve
Dreyfus nu nog een verrader is, nl. president
Loubet die Dreyfus toestaat onmiddellijk
aan Wilhelm II te Berlijn de geheimen te
gaan overbrengen, vervat in de stukken van
het dossier over de nationale verdediging.
Treurig, niet waar, wanneer een braaf pa
triot als de geestelijke vader dei* Commune
zijn land overgeleverd ziet aan verraders als
y if *ri tiri x vr
dig belachelijk je zoo aan te stellen. Wat ik
deed was om je voor zorgen te vrijwaren. Ik
zorgde voor je kinderen alsof ik hun moeder
was, jij
In een oogwenk vloog hij op haar af, en
haar ruw bij den arm nemend, schudde hij
haar heftig.
„Jij, als hun moeder!" siste hij. „Jij, zco'n
slechte vrouw," en liij slingerde haar van
zich, „een vrouw met evenveel minnaars als
dagen in het jaar. Z ij was goed en braaf,
terwijl j ij zoo slecht bent, als de duivel je
slechts heeft kunnen maken," zei Hij razend.
„Je behandelde haar toch niet of zij zoo'n
schab was," antwoordde Cleo spottend, want
zij werd nu werkelijk boos, maar deed kaar
best zich zooveel mogelijk in te houden.
Hij'hief zijn hand op om haar een harden
klap te geven, maar zij zag de beweging en
ontweek hem, zeggende:
„Ik ga heen tot je wat tot kalmite bent ge
komen en je je niet meer als een krankzinni
ge aanstelt."
„Neen, je gaat niet heen, ik heb nog niet
met je afgehandeld. Luister," en zijn stem
daalde en hij sprak langzaam: „Je liebt mij
altijd met je liefde achterna, geloopenje
wou ze .hebben toen ik een vrouw had, je zou
ze tot het einde toe willen bezitten, maar
maar van dezen dag af, zal je mij niet meer
is den weg komen, of ik zal je als een hond
neerschieten. Ik heb met je afged'aan. Je bent
vervloekt jaloersch geweest op „Darkie", wel
nu, ik zal haar tot vrouw nemen, en als je
mij maar een stroobreedte in den weg legt, zal
ik je een kogel door het hart jagen. Ga nu
heep, en nader mij nooit weer. Ga. heen, zeg
ik," riep hij woedend.
Ten laatste had hij haar getroffen. Hij
wist hoe jaloersch* zij was, en hij schepte er
behagen in haar te plagen.
„Zoo, ga je met „Darkie" trouwen vroeg
zij met gloeiend gelaat. „Nu, ik hoop dat je
gelukkig met haar zult zijn!"
Er kwam een groote verandering op haar
gelaat; het was niet van smachtende liefde,
noch van wanhoop.
Wat was het dan
„Je bent een ellendeling en een wilde-
Loubet, den kalmen, eerlijken republikein.
Arme Rochefoit!
De commissie van instructie uit den Se
naat, of liever haar voorzitter Bórenger en
zijn bijzitters, zitten niet stil. Zij zijn begon
nen aan het onderzoek der stukken van het
dossier, 29 kisten vol. Als dat karweitje is af-
geloopen, begint het verhoor der beklaagden.
Bórenger wijdt zich geheel aan zijn taak, zóó
zelfs, dat hij in het Luxembourg zijn intrek
heeft genomen om als het ware onafgebroken
te kunnen voortwerken.
Intusschen heeft Jules Guérin gistermor
gen na een belegering van 38 dagen zijn ves
ting 111 de rue Chabrol verlaten, na nog am
pele onderhandelingen en vertoon van macht.
Wij vinden er nog de volgende détails over.
Dinsdagmiddag- begaf de nationalist Mille-
O O O
voye zich naar hefc fort; toen hij het gebouw
weer verliet, deed Guérin hem uitgeleide.
Millevove begaf zich naar Waldeck-Rousseau
met wien hij een langdurig onderhoud' had.
Om middernacht keerde Millevoye naar de
ruc Chabrol terug, vergezeld van Louis Gué
rin, van een commissaris van politie en den
dueeteur der recherche Pmbaraud. Afgespro
ken -werd dat Guérin zich terstond naar het
Luxembourg zou begeven o-m daar in een der
cellen te worden opgesloten. Guérin ver
kleedde zich, stak zich netjes in het zwart,
maar kwam toen plotseling met den eiseh
voor den dag van alleen naar het Luxem
bourg te mogen gaan. Puibaraud kon dit
niet toestaan, maar seinde het verzoek op
aandringen van Millevoye aan Waldeck-
Rousseau en den prefect van politie.
Intusschen waien krachtige maatregelen
genomen. De bewaking der me Chabrol was
versterkt met bereden republikeinsche gar
den, politie en infanterie onder bevel van
generaal Dalstein. Al ie straten die in de ine
Chabrol uitliepen werden door politie en
troepen afgezet. In de naburige kazerne La
Nouvelle France stonden bovendien genie
soldaten en wagens gereed en ambulancen
werden bij de liand gehouden. Eindelijk
was de brandweer met ladders op het terrein
aanwezig.
Kortom, alles wees er op da.t- de beslissing
naderde, on de prefect van politie Lêpine
verklaarde dan ook aan een journalist„Wij
hadden allen gedacht dat het verstand zou
zegepralen; maar wij moeten een eind ma
ken aan den onmogelijken toestand'. Ik weet
op het oogenblik niet, welke wending de
zaak zal nemen, maar u kent het spreek
woord dat, wie den vrede wil, zich ten strij
de moet rusten. Al onze maatregelen zijn ge
nomen; ik geef u mijn eereavoord dat alles
om 6 uur afgeloopen is."
De zaak was om 6 uur afgeloopen, en vroe
ger zelfs. Om xwart over vieren kwam Mil
levoye voor de deur van heb Groot-Westen
en riep„Allen die zich in het huis bevin
den, mogen zich verwijderen en vrij uiteen
gaan er is geen bevel tot inhechtenisneming
uitgevaardigd dan tegen Guérin."
man," antwoordde zij. Zij keerde rich om en
verliet hem.
Den volgenden dag ging zij weer naar het
circus om Castelli op te zoeken. Hij zon er
wel wezen, want heiden waren voor een ge
heel seizoen geëngageerd.
„Ik zal hem nog één kans geven, maar
ook slechts één," mompelde zij.
Haar plannen waren beraamd en ze zou ze
zonder uitstel ten uitvoer brengen. Zij be
spiedde hem op een veiligen afstand, en zij
zag hem een kleedkamer binnengaan, waar
hij zijn overjas en stok neerlegde.
In een oogwenk volgde zij hem.
„Castelli
Zijn gelaat verduisterde, zijn drift werd
opgewekt toen hij haar zag.
Mooi zag zij er uft, toen zij daar zoo voor
hem stond met haar lang artistiek kleed om
haar welgevormd lichaam.
„Jij hier weer? Wensch je doodgeschoten
te worden vroeg hij opgewonden.
„Beantwoord mij slechts één vraag, Cas
telli, en we zullen elkaar nooit meer tob last
wezen." Zij richtte haar oogen op zijn gelaat
toen zij voortging: „Zal ]e „Darkie" trou
wen Is tusschen jou en mij alles uit Dit
sprak zij langzaam, haar oogen niet van hem
afwendend.
„Ja, wij zijn voor altijd vreemdelingen.
Ga heen, slecht© vrouw 1* en hij keek haar
verachtelijk aan.
„Zal je keusch „Darkie" trouwen liield
zij aan.
„Ja," antwoordde hij.
„Meen je dat?"
„Ja, ga uit den weg, onbeschaamde dui
velin
„Meen je dat ook?" Haar stem beefde van
onderdrukten hartstocht en opgewondenheid.
Zij naderde hem, en wel zoo dicht dat hij
haar gemoedsbeweging zien kon.
„Wil je weg gaan of bij God, ik zal er een
eind aan maken," bulderde hij.
Slot vol ff l.)
f'
■M'
- 1
JxZ
v#