Het toet ra H. H. te Kssingin
53"e Jaargang.
Dinsdag 26 September 1899.
No. 10047.
Eerste Blad.
ïïet Blauwe Laboratorium
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen tl. 1.25. Franco
per post il. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaar dingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBolerstraat 08.
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel
meer 12l/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij ooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intcrc. Telefoon IVo. 123.
aan de Havenwerken en Handelsinrichtingen
ie Rotterdam.
Zoo genoot Rotterdam dan heden weder de
hooge eer Hare Majesteit Koningin Wilhel-
mina vergezeld van H.Dz. doorluchtige Moeder
in haar midden te mogen ontvangen.
Was het den 9 Juni jl. Hare blijde intocht
welken zij in die stad deed, thans was het
niet Haar verlangen Rotterdam andermaal in
feestgewaad te zien, maar in zijn dagelijkse!)
leven, dat Rotterdam waarvan de dichter in
zijn stedelied spreekt als hij zegt:
'kHeb u lief Rotterdam met uw drukte en gewoel
Waar het leven zoo krachtig in bruist,
Koningin van de Maas uit wier golven een lied
Vol van glorie en hoop u omruiseht.
In den wedstrijd van handel en scheepvaart houdt gij
Fier de vlag onzer vaad'ren omhoog,
En nw heden is niet van 't verleden ontaard,
Dat met roem Holland's naam overtoog
En wij zijn dan ook overtuigd dat waar
Rotterdam zich in die gedaante, in zyn ge
woon dagelijksch.kleed.jian JH.H. M.M. heeft
laten zien, ook onze lieve Koningin zal instem
men met wat de dichter verder zegt:
Met verrukking aanschouw ik de groeiende vloot
Die steeds talrijker havens vervult,
Voortgestuwd langs het spoor voor de waat'ren
[gebaand,
Door nw moed, nw beleid en geduld.
Even voor 12 stoomde de koninklijke trein
het Maasstation binnen, hetwelk jij van uit
Den Haag langs de ceintuurbaan bereikte.
Nog is er geen druppel regen gevallen.
De grijze wolken zijn paars gerand, hier en
daar goor wit en sneeuwig geplekt; daar-
tusschen echt Hollandsch blauw.
Van stadswege waren geen versierin
gen aangebracht, maar van uit alle woningen
wapperde de driekleur, terwijl de duizenden
die zich hadden opgemaakt om H.H. M.M.
een hartelijke ontvangst te bereiden, de borst
met Oranje getooid hadden.
Het Maasstation was door de goede zorgen
van de spoorwegdirectie weder rijk versierd,
waaraan de firma Pander uit 's-Hage, wat
de meubileering en fapyten betreft en de
firma H. de Lange te Rotterdam wat de
bloemen en planten aangaat hunne beste
krachten beproefd hadden.
De wachtkamer le klasse was weder rijk
met spiegels, bloemen en kostbare tapijten
versierd, tot ontvangsalon ingericht, terwij!
ter plaatse waar de Koningionen het station
zouden verlaten om in de rijtuigen plaats
te nemen, de treden met kostbare tapijten
waren belegd en een baldaquin was opgericht.
Aan het station waren ter ontvangst van
HH. MM. aanwezig de burgemeester en wet
houders, gemeenteraadsleden, de Kamer van
Koophandel en Fabrieken en verdere autori-
teiten op handelsgebied alsmede de autoii-
teiten van schutterij, leger en vloot.
Aan het station was de eerewaclit. be
trokken door een afdeeling schutterij en weer-
Een Petersburgsche geschiedenis,
DOOR
L. T. MEADE EN ROBERT EUSTACE.
2)
Papa haalde een sleutel uit zijn zak en
sloot een deur in den muur open en tegelijk
drukte liij> op een veer, en kijk, Madeleine,
daar stonden, wij op den drempel van een an
der laboratorium, twee-, driemaal zoo groot
als dat wij verlaten hadden. Er was een zon
derling ding, een soort koepel, die in een der
hoeken oprees uit den grond. Maroussa en ik
zagen het zoodra wij het vertrek binnentra
den."
«Wij waren vreeselijk bang dat we wegge
jaagd zouden worden, en daarom slopen we
Meteen achter een groote kast en bleven
daar wachten, onderwijl papa en. de geleer
den over hun geheimen spraken. Opeens stel
de Maroussa, die er altijd' op uit is om stre
den uit te halen, mij voor dat wij achter zou
den blijven om zelf eens alles te bekijken,
nadat papa. met de Duitschers was wegge
gaan.
„Ik weet niet hoe wij op zoo'n stoutmoedig
plan kwamen, want natuurlijk zou papa ons
rtsluiten; maaor daar dachten wij niet aan.
hen poosje later scheen, hij de heeren tevre
den te hebben gesteld, en zij verlieten het
vertrek even haastig als zij gekomen waren,
rapa draaide het electrisch licht uit, en wij
tonden in volslagen duisternis.
«Wij hoorden de voetstappen wegsterven
lo de lange gang. Wij zaten vol gekheid en
Oioediwil, en ik zei tot Maroussa„Laat ons
ïS" opdraaien".
«Wij waren nog niet bet halve vertrek
baarheid, beide met hunne muziekcorpsen,
welke bij het binnenkomen van den trein
de volksliederen aanhieven. De schutterij
was onder commando van kapitein F. C
Burcksen en de weerbaarheid onder die van
zijn kapitein-commandant de heer H. J. 3. Bos.
Door twee dochtertjes van den wet
houder Hinlzen, beeldige kindertjes, werden
bouquetten van orchideeën aangeboden,
waarbij de kinderen allervriendelijkst werden
toegesproken.
De Koningin droeg een beige-satijnen japon
met grijs zijden front, een grijze capóte-hoed
met beige en witte veeren, de Koningin-Moe
der een zwart satijnen kanten japon met
gitten en cape en een toque-hoedje met witte
struisveeren met zilveren agrement.
Bij het uitstappen van den trein werden
HH. MM. door den Burgemeester ontvangen
en verwelkomd en werden enkele autoriteiten
o. a. admiraal Van Alphen, aan HH. MM,
voorgesteld.
De heer Plate, president der Kamer van
Koophandel sprak hierop de Koninginnen
ongeveer als volgt tce
ïüit naam van den handel spreek ik onze
erkentelijkheid uit voor het hernieuwd be
wijs van belangstelling door U, Majesteiten,
gegeven in onzen handel, scheepvaart eu in
dustrie. Indien straks de geestdrift eener
bevolking, die uiting moet geven aan hare
gevoelens van gehechtheid en liefde de be-
diijvigheid van het dagelijkse!) leven zal
overstemmen, dan toch zullen Uwe Majes
teiten zich een beeld kunnen vormen op
ieder gebied. Moge onder de gezegende rege
ring van Uwe Majesteiten,, die vooruitgang
een blijvende zijn. Voor onze Kamer vbd
Koophandel is de schoone taak weggelegd
naast en onder een verlicht gemeentebestuur
dat oog en oor voor de belangen van onzen
handel heeft daartoe met alle krachten mede
te werken."
Hierna werden de leden der IC. v. '1aan
HH. MM. voorgesteld.
Nadat H. M. de Koningin de eerewaeht
geïnspecteerd had begaven de Koninginnen
zich met gevolg in de ontvangsalon om na
eenige oogenblikken aldaar vertoefd te hebben
zich naar de gereedstaande rytuigen te be
geven.
Bij het naar buitenkomen werden HH. MM.
daverend toegejuicht door hen die daar
bijeen waren als gasten der spoorweg
maatschappij.
Nu brak de zon door en deed de wolken
randen gloeien, een treffend oogenblik. In
de vette zag men de gepavoiseerde oorlogs
schepen; op de Dufa paradeerden de Jantjes
in het want.
Voor het station was ook de eerewaeht en
het corps bereden politie opgesteld en nadat
HH. MM. bij vernieuwing met de comman
danten en de eerewaeht hadden kennis ge
maakt werden de rijtuigen bestegen en nam
de le rijtoer een aanvang. De stoet, samen
gesteld uit het koninklijk rytuig met 4 paar
den la daumont bespannen, omgeven door
de eerewaeht te paard en gedekt door de
bereden politie, twee rijtuigen waarin liet
gevolg plaats nam en drie rijtuigen waarin
de vertegenwoordigers der pers gezeten wa
door, toen. o Madeleine1 wat deuk je
dat er gebeurde Daar hoorden wij kloppen,
dat klonk alsof het uit den vloer onder onze
voeten kwam; het was in. de richting van
dien gekken koepel waarvan ik je zooeven al
vertelde. Een stem riep driemaal jamma-
lend: „Help! help! help!" Wij waren doode-
lijk verschrikt, en ons heele beetje moed was
weg. Ik geloof dat Maroussa patstegen den
grond sloeg, en ik weet dat ik den hardsten
gil slaakte die uit een menschelijke keel kan
komen. Het was zoo luid dat hij papa's ooren
bereikte.
„Heb kloppen beneden hield op, en wij
hoorden papa's voetstappen ijlings nader ko
men. Daar lag Maroussa op den grond te
kermen, terwijl zij naar den koepel wees. Zij
was te zeer verschrikt om te kunnen spreken,
maar ik zei„Er is iemand beneden, daar
onder dien koepel in den hoek. Ik hoorde
duidelijk iemand kloppen, en een stem drie
maal om hulp roepen."
„Onzin," zei papa, „er is niemand bene
den. Kom dadelijk mee."
„Hij duwde ons 'haastig de kamer uit en
sloot de deur, en beval ons naar mama te
gaan. Wij vertelden mama al wat er gebeurd
was, maar zij zeide ook dat wij' onzin ver
kochten en scheen boos te zijn; en Marous
sa kon zich niet meer goed houden en begon
te weenen, waarop ik baar moest troosten.
„Maar, Madeleine, dien nacht hoorden wij
het geroep weer in onze droomeu, en sinds
dien tijd komt het altijd weer terug. Made
leine, aJs je papa gaat helpen, dan zal hij je
zeker meenemen naar het blauwe laiborato-
ruim. Als hij het ooit doet, toe, luister
dan en kijk eens uit en vertel ons o, ver
tel het onsals je die vrteselij'ke, die ont
zetten de stem weer hoort I"
Olga hield op met spreken; haar gelaat
ren, volgde de Ooslerkade, Oude Hoofdplein,
Haringvliet Z.Z., Oostmolenwerf, Nieuwe
haven N.Z., Sleepersvest, Mosseltrap, Kolk-,
kade, Beursplein, Blaak N.Z., Posthaornsteeg,
Regentessebrug, Wijnhaven Z.Z., Leuvehaven
O.Z., Boompjes, Willemsbrug, Maaskaüe
W.ZPrinsenhoofd, Prios Hendrikkade,
Maaskade OZ, Van derTakstraat, Koningin-
nebrug en Nassaukade, naar de fabriek van
de firma Van den Bergh Limited.
Op het Beursplein hadden HH. MM, een
bloemenhulde in ontvangst te nemen van de
weesjes uit het Geref. Burgerweeshuis die
daar waren opgesteld.
Aan de Maaskade werd een oogenblik halt
gehouden voor het Bondsgebouw van den
Algemeenen Rtjnschippersbond, welk gebouw
fraai versierd was en waar mede bouquetten
werden aangeboden.
Vooits trok op dezen weg ook zeer de
aandacht de smaakvolle versiering aan de
bierbrouwerij nDe Oranjeboom" aangebracht.
Is het wonder dat H.H. M.M. ook by voort
during hare oogen gericht hielden op de
schoone rivier met zijn rijk maslenboseh en
keurigen vlaggentooi welke zich als een
panorama vol leven aan heur oog ontrolde.
Wij komen echter aanstonds bij de boottocht
terug op hetgeen de rivier te aanschouwen
gaf, doch zullen thans eerst H.H. M M. volgen
bij H.Dz. bezoek aan de fabriek der firma
Van den Bergh Limited, welke H. M. de
hooge eer had waardig gekeurd met een
bezoek te vereeren en waar H. M. de gelegen
heid zou worden geboden van nabij te aan
schouwen de fabricatie van natuurboter, mar
garine, gecondenseerde melk en zeep,
Tot hoofdentree was ingericht de gang
aan de oostelijk zijde, welke naar de machine
zalen leidt en waar tevens langs de daar
aanwezige rails de eigen spoorwagens aan
komen en vertrekken welke de grondstoffen
aan- en de producten afvoeren.
Voor dezen gang was een fraaie eerepoort
met koepeldak opgericht, rjjk met draperiën
behangen en waai aan de decorateursfirma
Prins hare beste krachten had besteed. Daar
werden HH. MM. ontvangen door de drie
directeuren de heeren J. A. en S, v. d. Bergh,
terwijl tevens ook de 80-jarige vader van
dit energieke drietal de heer S v. d. Bergh Sr.
aan HH. MM. werd voorgesteld.
Door de jonge dames Ella en Lydia wer
den bouquetten Rangeboden welke door H.H.
MM. met liefde werden aanvaard.
Verder was de lange gang met kostbare
ioopers belegd en door het aanbrengen van
schoone gewassen en planten in een allee
herschapen, kortom in een staat gebracht
welke haar waardig maakte door de Vor
stinnen betreden te worden.
De heeren Van den Bergh leidden H.H,
M.M. het eerst de machinezaal binnen. Wat
daar te zien was gaf reeds een voorproefje
van de reusachtige schaal waarop de geheele
fabriek is ingericht en de ontzaglijke pro
ductie welke zij oplevert. Wat reeds dadelyk
een aangenomen indruk maakte was de keu;
rige inrichting van deze zaal, welke haar
voor een tentoonstellingzaal niet liet onder
doen. Men vindt daar behalve twee reusach
tige machines welke de drijfkracht levereo
was wit eu er parelden druppels zweet op
haar voorhoofd.
Ik trachtte wat zij gezegd lKud luchtig op
te nemen, maar van dat oogenblik voelde ik
dat ik een roeping had te vervullen.
Er lag iets op Olga's gelaat te lezen, toen
zij mij haar verhaal deed, dat mij de overtui
ging gaf dat zij de waarheid sprak. Ik be
sloot op mijn hoede te zijn, goed uit te kij
ken en voorzichtig te handelen om zoo moge
lijk liet geheim van het blaiuwe laboratorium
te ontdekken.
Met dat oogmerk trachtte ik: dr. Chance
aangenaam en behulpzaam te zijn. Wanneer
hij last had aan zijn oogen vroeg hij mij dik
wijls zijn secretaresse te zijn, en iederen keer
betaalde hij mijn moeite met tien roebels.
Maai- in onze gesprekken©n ik bracht nu
heel wat tijd met den geleerde door ge
lukte het mij niet ook maar eenigszins zijn
vertrouwen te winnen. Nooit lichtte hij, ook
maar voor een oogenblik, den sluier op die
zijn waren aard aan mijn blikken onttrok.
Nooit, behalve eens; en dat ontzettende
oogenblik te vertellen, is het hoofddoel van
dit verhaal.
Voor een gewoon waarnemer was dr.
Chance een beschaafd man met aangename
manieren, maar wat koel. Nu en dan zag ik
wel is waar zijn oogen opvlammen als waren
liet buksen waaruit onverhoeds vuur werd
gegeven. Nu en dan ook merkte ik op hoe
angstwekkend zich zijn mond samentrok in
strakke plooien, en zag ik het zweet parelen
op zijn voorhoofd wanneer een experiment
dat ik hem hielp uitvoeren, een buitenge
woon belangrijk resultaat beloofde. Ten laat
ste, op een goeden middag, moest hij nood
zakelijk iets zeer belangrijks in het labora
torium doen. Hij riep mijn. hulp in en ver
zocht mij hem daarheen, te volgen. Het was
als een van 450 en een van 350 P.K. ook
nog de machines welke het koude water aan
voelen dienende om de margarine af te koelen.
De fraai ingelegde vloer gepaard met den
fraaien aanblik van het glimmend koper en
blank ijzer der keurig onderhouden machi-
neriën leverden een ven assenden aanblik
op, terwij! de prettige indruk nog verhoogd
werd doordat langs de paden welke HH. MM.
zouden dooi wandelen ook weder Ioopers wa
ren gelegd, ten deele ook als maatregel van
voorzichtigheid wegens de gladheid der vloei.
Grenst aan deze zaal het locaal waarin
zich de reusachtige pornpinriehtingen bevin
den, links van de alles weiden voorts de
machines voor de ijsfabrieatie bezichtigd,
waarna een bezoek werd gebracht aan de
Roomboterfabriek. Alles is daar naar de
nieuwste methodes ingericht, en was ook
thans, gelijk overigens de geheele fabriek, in
volle werking. H. M. stelde blijkbaar veel
belang in de wyze waarop hier de roomboter
volgens de Deensche methode vervaardigd
wordt.
De wandeling voortzettende bereikte men
een groote overdekte doch overigens open
ruimte, zijnde de plaats waar de 60 a 80,000
liter melk welke dagelijks met de eigen booten
der fabriek uit alle omstreken Worden aan
gevoerd, in ontvangst worden genomen en
gecontioleerd, terwijl voor het nader onder
zoek op het vetgehalte, dat in het laborato
rium geschiedt,, monsters getrokken worden.
Ook dat laboratorium werd door HH. MM.
bezocht en van hetgeen daar geschiedt met
belangstelling kennis genomen. Zoo naderde
men een binnenplaats welke voor deze gele
genheid met sehelpzand bestrooid ook weder
getuigde van de groote helderheid welke hier
op den voorgrond staat. Deze binnenplaats
leidde naar de schaftlocalen der werklieden.
Aan lange tafels met genummerde plaat
sen kunnen daar in de schafiuien in iedeie
zaal een 300 man verpooziDg vinden. Aan
den wand in een dezer zalen prijkte een
etalage, geformeerd uit de medailles welke
op verschillende tentoonstellingen reeds be
haald waren, juist hier bjjzonder op hunne
plaats, waar zij toch in de eerste plaats ook
de roem van den werkman vei kondigen, die
de bekroonde producten leverde. Tevens was
hier een fraaie teekening opgehangeu, welke
een denkbeeld geeft van den reusachtigen
omvang der fabriek, welke de maatschappij,
wegens de invoerrechten in Duitschland, te
Cleef heeft opgericht.
Vervolgens passeeide men de reusachtige
smederij, waar alle reparation, welke aan de
fabriek voorkomen, verricht worden, om ver
der door een allee van duizenden hoog opge
stapelde vaten, welke ook al weder getuigden
van de groote produceerkracht dezer fabriek,
een bezoek te brengen aau het ketelhuis.
Zes enorme ingemetselde ketels, elk van
100 M' verwarmingsoppei vlak, vroegen daar
de opmerkzaamheid, waarl ij inzonderheid de
aandacht trok hoe weinig personen vereischt
worden om deze te bedienen, daar alles, tot
zelfs de vulling, met fijne kolen geheel auto
matisch gaat.
Die automatische beweegkracht is overigens
overal waar het maar eenigszins mogelijk
was doorgevoerd, zoo ook in de zaal waar
inderdaad een prachtig uitgerust laborato
rium. Langs drie wanden liep een tafel v an
teakhout, voorzien van alle mogelijke t< 1-
len en instrumenten, glazen zuurkasic:. t-
terbakken, bunzen-branders, porseleinen b t L
ken, weegschalen, microscopen, buretten, vij
zels, retorten en letterlijk alle instrumenten
gewijd aan den dienst der chemie. In een
hoek was, zcoals de meisjes mij beschreven
hadden, een koepelvormige verheffing die er
geheimzinnig uitzag, ongeveer dne of vier
voet hoog was, bedekt door een zwart kleed
dat op een lijkwade geleek.
Dit was de eerste gelegenheid waarbij ik
met den geleerde in. het blauwe laboratorium
werkte, maar sedert dien middag kwam ik er
herhaaldelijk met hem en leerde zoodoende
het vertrek goed kennen.
Eindelijk was op zekeren dag mijn mees
ter genoodzaakt mij eenige oogenblikken al
leen te laten in liet laboratorium. Ik ben van
nature zeer moedig, en ik verloor geen oogen
blik om mij deze ongedachte gelegenheid te
nutte te maken. Zoodra hij het vertrek ver
laten had, snelde ik naar den gelieimzinnigen
koepel en, bet zwarte doek oplichtend, zag ik
dat het een glazen kap verborg die ongetwij
feld in gemeenschap stond met een daaron
der liggend vertrek. Ik liet mijn knokkels
liard neerkomen op het glas. De uitwerking
was bijna oogenblikkelijk. Dadelijk zag ik
een schemerend gelaat naar mij opkijken, en
nu zag ik dat er nog een veel dikkere bin
nenwand van glas tussclien ons was. Het ge
laat was vreeselijk, ontzettend van lijden,
wild, mageT en spookachtiger lag een trek
om mond en oogen als ik nooit te voren had
gezien, en ik bid God dat ik nooit weer zulk
een menschelijk aangezicht moge zien.
Dit zoo onverwachte, zoo deerniswekken
de gelaat staarde een oogenblik naar mij om-
de grondstof voor de bereiding der margarine,
de oleo-margarine, welke in vaten uit Chicago
wordt aangevoerd, de eerste bewerking on
dergaat.
Deze oleo-margarine, nl. het vet uit de
slachterijen afkomstig, waaraan ginds reeds
de stearine is onttrokken, wordt hier in reus
achtige ketels gesmolten. 60000 kilo's kun
nen tegelijk gesmolten worden, en toch zijn
ook hier weder niet meer dan 10 man noo-
dig orn deze zaal te bedienen.
Deze zaal doorwandelende, naderde men
bet karnlokaal, ook weder de eerbiedwaar
dige oppervlakte beslaande van 50 by 20
Meter. Daar worden in 8 groote karns, elk
van 1000 Kilo inhoud, de grondstoffen met
boter veimengd. Daartoe wordt de gepasteu
riseerde room, volgens de Deensche methode
veizuurd, tot diklce room geslagen, welke
dan, met het vet vermengd, de margarine
vormt.
Ook de localen waar de melk gepasteuri
seerd wordt en door vermenging met gesmol
ten suiker tot gecondenseerde melk wordt
bereid waren hoogst interessant en bovenal
waren het de prachtige machines van zoo
hoogst ingenieuse vinding, welke met eerbied
voor de mannen der wetenschap vervulden.
Dit mag vooral ook gezegd worden ten op
zichte van de vacuum-apparaten, waarin de
melk in een luchtledig op 45 graden wordt
gekookt, 7000 liter tegelijk. Ingedikt tot op
Vi van het oorspronkelijk volume is de ge
condenseerde melk geschikt om de geheele
wereld door vervoerd te worden.
Achtereenvolgens zagen we nog de koel-
localen en aflaplocalen voor de afgekoelde
melk, om daarna een andere afdeeling van
de fabriek te gaan bezoeken, nj. die, waar
de emballage vervaardigd wordt.
H.H. M.M. moesten daartoe eene viij hooge
trap beklimmen welke naar de bovenlocalen
leidt. Gaarne had de directie eene lift aan
gebracht, doch met de wetenschap dat H.H.
M M, daarvan bij voorkeur geen gebruik
maken, zooals bij het vorig bezoek in het
Ziekenhuis nog gebleken was, was dit nage
laten. Deze klimpartij werd intusschen zonder
stoornis volbracht.
Het eerst kwam men nu in de bussen-
fabriek. Daar staan een aantal maehinerièn
waarmede het blik op de juiste maat wordt
gesneden. Aan de lange werkbanken zitten
vooits een aanzienlyk aantal meisjes allen
m haar beste werkkielen en met net gekapte
hoofden, de ineesten blozende van gezondheid
een allerprettigsten aanblik opleverende.
Allen zijn druk in de weer de geknipte
bussen te soldeeien, waartoe zij een door gas
verliiite soldeerbout bezigen. Zoo worden in
dit locaal een 15000 busjes per uur gesol
deerd, Gioote ponsmachines vervaardigen
voorts de bodems der busjes, die dan weder
met een andere machine om de door de
meisjes vervaardigde huisen worden geklemd
en vervolgens met eene soldeermachsne ge
soldeerd. Dat alles gaat ook weder met dui
zenden per uur. Is de bodem er aan gesol-
deeid dan zitten weder een aantal meisjes
gereed ze in ontvangst te nemen en door
middel van zuigtoeslellen te ondetzoeken of
zij luchtdicht zijn, waarvan iiet resultaat door
een manometer wordt aangewezen.
hoog; toen hoorde ik de voetstappen van
mijn meester, die terugkeerde; vaag zag ik
een hand smcckend naar mij opgeheven, en
het akelige visioen verdween in de donkere
innate beneden. Ik schoof het kleed weer
ovei den koepel en keelde haastig naar mijn
werk te rag. Dr. Chance was al vlak bijhij
kwam vlug bmnenloopcn mee een paar kol
ven in zijn hand.
„Kom hier," zex hij, „U moet dit even vast
houden. Wat scheelt er aan?" Hij keek mij
wantrouwig aan. „U ziet bleek, Is u niet
wel V'
„Ik heb een beetje hoofdpijn," antwoord
de ik, „maar ik ben zoo dadelijk wel weer
in oide."
„Wil u liever het werk staken? Ik heb
geen lust uw gezondheid te benadeelen."
„Ik kan al weer voortgaan," antwoordde
ik, mijzelf met geweld bedwingende. De
schok was over het was een verschrikkelijke
schok geweest, maar hij was voorbij. Mijn
vermoedens waren nu bewaarheid: de meis
jes hadden werkelijk dien kreet van smart
gehoord. Er was iemand opgesloten in den
kerker onder het blauwe laboratorium God
alleen wist met welk vreeselijk doel. Mijn
plicht was zoo klaar als licht van den dag.
„Dr. Chance," zei ik, toen het belangrijk
ste deel van mijn taak gedaan was, „waar
voor dient toch die eigenaardige koepel in
den hoek daar?"
„Ik heb u gezegd mij geen vragen te doen,"
zei hij, met zijn rug naar mij toegekeerd.
„Ei- is niets in dit vertrek," ging hij voort,
„dat niet zijn nut heeft. Als u nieuwsgierig
wordt en spionneert, zal ik niet langer van
uw diensten gebruik maken."
(Wordt vervolgd.)