No. 10049. 53"e Jaargang. Donderdag 28 September 1899. Het Blauwe Laboratorium 1 BUITENLAND. toen sa» iri die te, «r L. T. MBADE EN ROBERT EUSTACE. Hij Het mij alleen. Ik kon mijn zin- bijna niet geloove-n. Ik was alleen in het ~~awe laboratorium. Zulk een ongedachte pegönheid! was inderdaad providentieel. Ik rP kis een pijl uit den boog naar het koe- Pwvormige dak. Ik trok het kleed weg en ■5 "uj or'over, de diepe duisternis beno BMENLAKD. ussan fas '•e in ek vanjj erd in d, net onbg! zilreren 'd vermist i een der recht van verdacht if hij de st nu big. >g reken, ooit hes wn door one, een tgd door erd aan- 'n vader Le Blane en kreeg wijs da Jrsleljjke knoopte meteen srkzaam, orttloa- o vrouw, 'is, haar Blanc's ingsa ruit ge- ielingen renlang die de 'fenden, SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco - pgr post 11. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor net eerstvolgend nummer moeten des middags vóór aan bet bureau bezorgd zijn. een uur 1 i Bureau t Botcrstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels 0.90iedere regel meer 121/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen, Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ufo. 123. achter- hem te 'ad dat achtige ;ls mei ersierd, ideljjke wamen prinsen 'en, - kooper et nog v was, e rijke wilde lelaren stelp u ma eraaa an de H. van chtige n ma p dus arden us de eerst 1 zijn riares. eegde eniet emin, ïlheii isisch 'gram n dat n tijd ntiek tbaar daar- oort- erpte aleis, n be- cies" WH ewe- !>in- unt il Algemeen overntcht. SCHIEDAM, 27 Sept. '99. Meer en meer blijkt dat de reactie in Frankrijk lam geslagen is. Heb vonnis van Bennes is geweest een Pyrrh us-overwinning no® zoo een en do conservatieven van allerlei gading zijn weg. Hun invloed is nu reeds ver bazend afgenomen. Let maar eens op Méline, den eens in vloedrijken oud-minister-president, wiens hautain: „Er bestaat geen zaak-Dreyfus", ons zoo dikwijls heeft geërgerd. Och arme, nxen laat den goeden man nu letterlijk in l ajn hemmetje alleen staan. Hij wilde dat de Kamer onmiddellijk zooi worden bijeengeroe pen en raadpleegde daarover zijn vrienden. En bijna allen antwoordden ontkennend, 'tLaatst nog Cochery, in Méhne's kabinet I minister van financiën. Deze verklaarde zich 1 beslist tegen onmiddellijke bijeenroeping der Kamer, in de eerste plaats omdat de republi keinen zich niet door de nationalisten en do rechterzijde op sleeptouw kunnen laten ne men, en ten tweede omdat hij van meening is dat geen enkel belangrijk politiek feit deze I bijeenroepiug zou rechtvaardigen. Zooais wij reeds in een onzer vorige num mers meldden, heeft Méline dan ook zijn plan om den boel in de war te sturen, moe ten opgeven. Voorloopig althans zal het mi nisterie Waldeck-Rousseau nog niet door Afé- I line's hand sterven. En het ministerie durf|. Terwijl zij er niet aan. schijnt te denken generaal Négmer eeni ge vergoeding te geven, terwijl Zurlinden nog altijd op zijn inspectie wacht en voorloopig alleen lid van den oppersten raad van oor log is, terwijl in één woord de Roget's, de Boisdéffre's, de Gonse's e.t.q, op den achter grond worden gehouden, aarzelt de regeering niet de kranige, moedige officieren die zoo wakker getuigden voor waarheid en recht een positie te geven die hen beschermt tegen de vooringenomenheid hunner kameraden. Wij weten reeds dat majoor Hartman 11, de kranige artillerie-officier, in een meer zelf- standige, eervolle positie is geplaatstnu heeft kapitein Freystatter, de eerlijke rech- I ter van 1894, de dappere soldaat in Tonkin en op Madagascar, het kommand» gekregen over die 11de compagnie van, het 3de regi- ment mariniers te Rochefort. Beide benoemingen zijn, gegeven de om standigheden, veelbeteekenendhet belang rijke aandeel van beide officieren in het pro- k ces te Hennes en de aanvallen, waaraan zij bloot gestaan hébben van den kant dor anti- dreyfusa-rds, zijn nog niet vergeten. Zeer juist merkt de „Figaro-" op dat hun superieuren, de ministers van oorlog en ma rine, hen door hun aldus een bewijs van ver trouwen te schenken, voldoende wreken op die onverdiende aanvallen, en zij toonen te gelijkertijd dat die bedde eervolle officieren zich van zelf aanbevalen, zooals vele andere kameraden in het leger, door hun diensten, hun persoonlijke eigenschappen en hun ka rakter. Het lijk van Scheurer-Kestner is naar diens landgoed in den Elzas, bij Thann, over gebracht. Da bevolking werd daar in de gel e- genheid gesteld nog een laatsten blik te slaan 1 op den waarlijk beminden overledene. Van f alle steden in den Elzas kwamen nog kran sen. Vóór da teraardebestelling sprak Lalance, orps Luis- tijk aal- ge» iret* ien' het jfd- Een Petersburgsclie geschiedenis, BOOS 4) ,',Tk kan alles dlragen," zei ik, mij zeer flink houdende. „Op het o ogenblik ben ik een en sl nieuwsgierigheid. Ik ken geen vrees. Is uw geheim zoo verschrikkelijk? Is hot zoo vree slijk gedachten te photografeeren ,,'De wegen en middelen waardoor dteze ge- «imen aan, die natuur ontwrongen worden, sjn soms ontzettend," was het sombere ant woord. „Maar u heeft het mij gevraagd, en het weten op één voorwaarde." „En welke is die?" «Dat u wacht tot- morgenavond." Ik stond' op het punt te antwoorden, toen ten bediende zacht het vertrek binnenkwam m?L^en kaartje op een blad. Hij presenteerde het den geleerde. Dr. ha-nce keek mij aan. ,,pr. Schopenhauer wil mij spreken," zei kortaf. „Hij wil mij over iets belangrijks spreken. Ik ben met een paar minuten weer hij u." de vroegere protest-afgevaardigde van den Elzas in den Duitschen Rijksdag, eenige woorden namens de vrienden van den overle dene. Daarop las hij den volgenden brief voor van Alfred Dreyfus, gericht aan Alar- celin Pellet, den schoonzoon des overlede nen „Mijn eerste gedachte, dadelijk na mijn bevrijding, is voor den heer Seheurer-Kest- uer geweest; hoe groot was dan ook mijn smart toen ik gisteren" de brief is van 21 September „op reis de diepe ramp ver nam, die u treft. „Ik wachtte met ongeduld het oogenblik af, waarop ik den heer Scheurer-Kestner de eerbiedige hulde ko-n brengen van mijn be wondering voor zijn karakter, zijn loyauteit, don edelmoedigen. ijver waarmede hij de zaak ter hand heeft genomen van een Elzusser, die onschuldig was aan de afschuwelijke misdaad- waarvoor hij veroordeeld was. Ik verzoek u wel mijn tolk te willen zijn om die hulde te brengen aan al de leden zijner familie en hun te zeggen hoezeer ik deelneem in hun smart. „Nooit zal ik vergeten al wat ik den heer Sc h eur er-Kestner heb te dankenik' zal aan mijn kinderen leeren dat, zoo liun vader zijn eer is weergegeven, dit is geschied dank zij zijn bewonderenswaardige toewijding, en ik zal hen leeren zijn nagedachtenis lief te heb ben en te eeren." Daarop werd onder grooten toeloop der be volking het lijk aan de aarde toevertrouwd. De familie Dreyfus was vertegenwoordigd door twee broeders van den kapitein, die in den Elzas wonen. Intussclien wijst Yves Guy ,n de „Siècle" op een „opvallende tegenstelling". Hij zegt: „Gisteren werd het lijk bijgezet van gene raal Brault, wiens „onbekwaamheid to-t pres- leeren" algemeen bekend was. Wie zou wél De Galltfefc do woorden hébben gedicteerd (door den minister aan Brault- gewijd. R e d.) dat Brault zijn rust, zijn gezondheid en zijn leven op het altaar des vaderlands lieeft ge offerd? Is het soms pater Dulac geweest' Brault is eenvoudig in een gemakkelijk baantje gestorven. Gallifeb Icon in zijn rede geen enkele daad van den overledene ver melden. „Welk een tegenstellingTwee uur later vond de plechtige overbrenging plaats van liet lijk van Scheurcr-Kestuer, den laatsten vertegenwoordiger van Elzas-Lothanngen. Noch Loiibot noch Waldeck-Rousseau had den vertegemvoordïdgers gezonden, en er wis geen minister tegenwoordig." Of dit geheel juist is, weten wij niet. Wij hebben den minister Leygues als bij de plech tigheid tegenwoordig vermeld gezien, maar alleen als vriend, niet in functie. Ook mag gevraagd- worden of het niet uit een neutrali- leitsoogpunt verstandig is geweest van de regearing zich niet te doen vertegenwoordi gen. Maar kras is de tegenstelling met dat al zeker. Vrijdag komt de Engelsche ministerraad bijeendaarna zal een kroonraad worden gehouden. Men zegt dat d'an een ultimatum zal worden gezonden, wanneer Transvaal de Emgelsehe voorwaarden niet aanneemt. De toestand is op het oogenblik zeer ver ward. Sommige Londensolie bladen hebben uit de gisteren door ons medegedeelde tele grammen van Chamberlain den indruk ge kregen dat de oorlog nu onvermijdelijk is; zoo spreekt bijv. de „Daile Chronicle". An dere, zooals „Standard" en „Westminster Ga- zette" hébben daarentegen nog hoop, Do krijgstoerustingen, wenden inmiddels krachtig voortgezet. In antwoord op een telegram van het Transvaal-Conhté te Londen, heeft Reitz, de staatssecretaris der Zuid-A ri kaan sell e Repu bliek, geseind: „Duizendmaal dank voor uw telegram. Wij houden cms aan. de conventie van 18S4. Wij rekenen er op dab Engeland hetzglfde zal doen; want die conventie laat geen inmenging toe in onze inwendige aan- gelegenliedén." Gemengde IKedcdeciingen. Als den leider der campagne in de pers te gen de Pruisische kanaalplannen is in de bladen herhaaldelijk genoemd graaf von Zed litz, vroeger geheimraad, nu voorzitter van den rijkszeehandel, leider der vrij-conserva tieven, intiem vriend van Von Stumm en gunsteling van Von Miquel. Alen beweerde met name dat Zedlitz de man der vinnige artikels in de „Post" was. Het blad ontken de. Nu komt de „Vorwarts" voor den dag met een staatje, waaruit blijkt dat Von Zed litz in 1897 niet minder dan 10(500 en in 1896 8650 mark honorarium vau de „Post" ontvangen heeft. In Mei van dit jaar schreef hij 46 artikels en entrefilets in het blad, in Juni 48, m Juli 23, in Augustus 30. Alen staat verbaasd over deze onthullin gen, die natuurlijk meer nog dan tegen Zed litz, gericht zijn tegen diens beschermer, Von Aliquel. Volgens de »Matin" heeft keizer Wilhelm den kommandant van de I p h i g n i e, het Fransche schookchip dat de Keizer te Bergen bezocht heeft, den Rooden Adelaar 2e klasse geschonken. President Loubet heeft gisteren te Ram- bouillet de leden van den algemeenen raad ontvangen en toegesproken. Hij zeide dat het groote werk der Tentoonstelling alleen envezenlijkt kan worden dank zij den wendigen vrede dien men tracht te herstel len. De verdeeldheid kan niet voortduren. AI zijn er nog enkele wolken, ook die zullen ver strooid worden door de grenzelooze ver knochtheid van de overgroote meerderheid der natie aan do Constitutie. Generaal De Laune is benoemd tot op volger van wijlen generaal Brault als chef van den Franschen genteralen staf. den trachtend» te doordringen. Natuurlijk zag ik niets. Ik klopte met mijn vingers op liet glas; maar er kwam geen geluid, geener- lei antwoord. Was het slachtoffer wegge bracht naar een nog verder afgelegen kerker Ik wanhoopte niet. Ik klopte nog eens. Dit maal werden mijn pogingen beloond door een zwak, ontzettend kreunen uit de verte. Ik was nu radeloos en, in weerwil van heb gevaar dat ik liep van. door dr. CShanee ge hoord te worden, begon ik door het glas heen naar beneden te roepen. „Als er iemand is, spreek danriep ik. Een zwakke, holle stem, die heel ver weg scheen te komen weifelend als waren het de laatste» kreten van een stervende ant- woorddb mij „Ik hen een Engelschman en zit hier on rechtvaardig gevangen." Een lange stilte en toen kwamen, zijn vol gende woorden zwakker nog: „Ik word hier gemarteld." Weer stilte, en toen begon dé stem weer „In de schaduw des doods help mij, rad mij „U zult binnen vierentwintig uur bevrijd zijn," schreeuwde ik terug. „God moge mij hooren." Alijn volgend werk was inderdaad zeer ge waagd ik handelde naar de ingeving van het oogenblik. Ik liep naar dé deur, nam den sleutel uit liet slot, en haastte mij naar de tafel waar dr. Chance's microscoop stond. Daar nam ik een der stukken harde paraffine die hij gebruikte voor temperatuur-contrêle en maakte een nauwkeurigen afdruk van dén Maandag, bij de overbrenging van Scheu- rer-Kestner's lijk naar het station, drong in de rue Royale een kapitein in groot tenue door de rijen heen van hen, die den stoet volgden, en zei tot Picquarb: „Kolonel, wil u mij de eer aandoen van een handdruk?" „Gaarne," antwoordde Picquart zeer be wogen. Het bewijsmateriaal uit het sfort Chabro!" is een komisch allerleideuren, vensters, wapens, munitie, venstei tralies, en ook een valluik waarvoor elf man noodig waren om het weg te dragen. Vigué d'Octon, de socialistische afgevaar digde die over het drama in Soedan wil interpelleeren, geeft nu reeds in de sAurore" een bloemlezing uit brieven van officieren, onderofficieren en soldaten, waaruit blijkt dat moord en doodslag, plundering, brand stichting en geweldenarij, schering en inslag is bij de Fransche Afnka-expedities. sleutel, dien ik vervolgens weer in de deur sta»k, terwijl ik den afdruk in paraffine in mijn zak verborg. Toen dat gedaan was, liep ik een paar minuten rond, hevig bevende en trachtend weer tot bedaren te komen. De ge leerde kwam maar niet terug. Ik besloot niet langer in het blauwe laboratorium te wach ten. Ik draaide liet eleetrisch licht uit, nam den sleutel uit de deur, ging de lange gamg door en klopte aan de deur van het andere laboratorium, die spoedig door dr. Chance werd opengedaan^ Zondter naar hem te kij ken gaf ik hem den sleutel en snelde naar mijn kamer. Hoe ik dien vreeselijken nacht doorbracht, kan ik niet verhalen. Ik koesterde persoon lijk geen vrees, maar elke gedachte in mij was saamgetrokken op één koortsachtig doel. Ik wilde dien gemartelden Engelschman te hulp snellen, zelfs op gevaar van mijn leven. Op het oogenblik kon ik nog geen klaar bei- sluit nemen, hoe ik zou handelen, maar voor dat het morgen was, stonden twee stappen die ik te doen had, helder voor mijn geest. De cene was dat ik mij onverwijld een duplicaat moest verschaffen van den sleutel van. het la boratorium, de tweede dat ik een bezoek moest gaan brengen aan den Engelsehen con sul. Ik kende zelfs den naam van den consul niet, maar het was mij bekend dat de gezant en de consul verplicht waren Engelsche on derdanen te beschermen. Dr. CJhanc© zelfwas een genaturaliseerde Rus, maar d'e gevangen man was een Engelsch onderdaan. Ik wilde een beroep doen. op mijn eigen land voor zijn verlossing. AËnister Leygues deelde gisteren in den Franschen mmisteraad mede dot volgens de laatste berichten uit Algerië de onrustwek kende geruchten over de expeditie-Foureau- Lamy ongegrond zijn. Naar de gouverneur- generaal van Algerië meldde, is de expeditie op het oogenblik op weg naar Tati. De „Siècle" heeft een inschrijving geopend voor een Scheurer-Kestner-gedaokteeken. Tot nu toe is daarvoor 1900 frs. ingekomen. De combiimtie-Liechtenstein voor een Oos- tenrijksch ministerie moet mislukt zijn. Nu wordt van graaf Clary, stadhouder van Stier marken, een nieuw kabinet verwacht. De sNeue Freie Presse" beieelt baron Chlumeeky aan. Freiherr Skrbensky, kanunnik te Olmütz, schijnt nu inderdaad tot aartsbisschop van Praag te zijn benoemd. De prelaat is een Tsech, wiens familie echter sterk onder Diut- sche invloeden heeft gestaan en dus min of meer gegermaniseerd is. Te Ferrol (Spanje) zijn wanordelijkheden voorgekomen ten gevolge van een staking on der de werklieden van het arsenaal. De Coburger, vorst Ferdinand van Bulga rije, is te Weenen aangekomen en. met het gebruikelijke eerbetoon jegens een regeerend vorst ontvangen. Alle Hongaarsche bladen keuren het von nis te Belgrado, apotheose eener gruwelijke komedie, sterk af. De „Budapesti Hirlap" ziet er een bewijs in voor de in Servie lieer- schende tyrannie, en betoogt dab de aan grenzende landen hun vertrouwen in Servië's vreedzame ontwikkeling verloren hebben. En de bladen te "Weenen, ja in het geheele buitenland, zijn niet zachter in liun oordeel. Intussclien is de begenadigde Paschibsch op verlangen van komng Alexander naar Niseh vertrokken. Daar zal de Koning hem aansporen te bewerken, dat de radicale partij haar oppositie, althans tijdelijk, staakt. In dat geval zullen alle veroordeelde radicalen gratie krijgen. Dus het breidelen der radicale partij was dan tocli „des Pudels Kern". De troepen van lord Kitchener tegen den Alahdi kunnen nog niet terstond oprukken wagens het slechte weer. Om dezeIf dé reden is ook de bouw der laatste 50 mijlen van. den spoorweg voorloopig uitgesteld. De nieuwe expeditie bedoelt don Alahd'i den genadeslag toe te brengen. Te Londen, verneemt men uit ernstige bron dat er niets besloten zal worden, voor dat lord Cromer, die lieden uit Engeland ver trekt, te Kairo is teruggekeerd. De Sirdnr zal dan met hem den toestand bespreken. Een te Londen uit Manilla ontvangen tele gram zegt dat de Philippijners er in geslaagd zijn de Amerikaansclie kanonneerboot U r d a neta, die begonnen was met het bombarde ment van Orani, te vermeesteren. De beman- ning is verdwenen, terwijl een Colt-, een Nordenfeldt- en een automatisch kanon door de Philippino's zjjn meegevoerd. Admiraal Dewey, de held van Cavita, is te New-York teruggekeerd. Men weet dab groo ts feesten te zijner et-re zijn georganiseerd. De Mexicanen hebben de Yagui-Indianen die zich in Los Angeles aan rooveryen sehul- dig maken, na bloedige gevechten uit dit gebied verdreven. Er sneuvelden 496 India- Tben ik het met mijzelf eens was geworden op dit punt, kleedde ik mij als gewoonlijk en' nam gedurende de morgenuren mijn plichten waar. AI mijn fraaiigheid van den vorigen avond was afgelegd, en weer was ik op-en-top de eenvoudige Engelsch© gouvernante. Om half een kwamen, wij allen bijeen voor het middagmaal. Dr. Chance zat aan het onder eind der tafel. Hij was buitengewoon aardig, mrtar ik bemerkte dat hij nu en dan. op mij een steelschen blik sloeg. Een' oogenblik dacht ik dat hij misschien iets vermoedde, maar in de meening dat dit onmogelijk was, trachtte ik kalm en bedaard, te blijven. Te gen het eindi van den maaltijd, juist toen ik op het punt stond van tafel op te staan, leg de hij zijn hand' op de mijne en sprak mijij toe. „Ik maak mij ongerust, dat u er zoo bleek uitziet," zei hij. „Heeft u last van hoofd pijn?" „Ja." „Juffrouw Reunick, u moet niet toelaten dat uw emoties u de baas worden. Die hoofd pijn wordt door opwinding veroorzaakt." „Ik heb geen reden om opgewonden te zijn," antwoordde ik. „Pardon, dat hebt u wel. U herinnert u toch wel wat ik u vanavond beloofd heb te vertellen Ik keek hem recht in de oogen. „Dat herinner ik mij," antwoordde ik. „Het spijt mij u te moeten teleurstellen. Een onverwachte aangelegenheid roept mij van. St. Petersburg weg; ik zal een dag of wat wegblijven." nen en vele anderen, die den Mexicanen in handen vielen, werden om hals gebracht. De Mexicanen hadden 19 dooden en 45 gewonden. De 22-jarige zoon van Ulysses Heuraux, den vermoorden president van St. Domingo, is met eenige honderden aanhangers in het veld verschenen. Men ziet in hem een werk tuig van de vorige regeering. l)e Koninginnen. Naar wy vernemen, zuilen H.H. M.M. de Koninginnen Zaterdag 30 dezer, omstreeks 1 uur stadstijd, Den Haag verlaten eu per extra- trein via UtrechtAmersfoort naar 'tLoo terugkeereri. Staafsbegrooting voor 1900. V. Oorlog. Aan deze begrooting wordt het volgende ontleend De kapitein, secretaris detr Permanente Mi litaire Spoorwegcommissie, die thans tot don staf der infanterie behoort, wordt overge plaatst bij den generale® staf. Het is t© voomen, dat in 1900 geen in compleet aan luitenants zal zijn. Vermeerde ring van het personeel bij de IVe afdeeling met één kapitein is noodzakelijk. De minister acht het noodig het aantal of ficieren en opzichters der genie, aan wie een vergoeding voor het onderhoud van een rij wiel wordt toegekend, eenigszias uit te brei den. Op 1 Juni 1899 bedroeg de sterkte van het reserve-kader51 vaandrigs en kornet ten, 247 reserve-onderofficieren, 315 reserve- korporaals en 695 adspiranten-vaandrigs en kornetten, wijzende die getallen op een bui tengewonen toeloop, waarschijnlijk gevolg van de invoering van den persoonlijken dienstplicht. Op de begrooting wordt f 60,000 aange vraagd om te kunnen overgaan tot algemee- 11c invoering van den maatregel om sommi ge corvéediensten niet meer door dienstplich tigen te laten uitvoeren, maar door daarvoor aangenomen burgerpersonen, wier aantal op pl. m. 17 voor alle garnizoenen wordt ge raamd, tegen een daggeld van f 1 a 1.10, De kosten voor kampeeien van troepen' zijn dezelfde gebleven. Het ligt in de bedoe ling om in 1900 de oefeningen der bataljons en regimenten infanterie zoodanig te doen plaats hebben als in het belang van de ge zondheid der dienstplichtigen noodzakelijk is. Voorts zal in 1900 voor de eerste maal door onderscheidene korpsen de legerplaats bij Harskamp worden betrokken tot het doen houden van schietoefeningen, die niet in het garnizoen kunnen plaats hebben Ter voorkoming van afzonderlijke aanvra gen tot verheuging van bezoldiging van bur gerlijke ambtenaren, die door intellectueel© ontwikkeling, plichtsbetrachting en gedrag uitmunten, is voor bedoelde ambtenaren een nieuwe regeling van tractementen in bewer king; berustende op vermindering van de aanvangsti-actementen, periodieke tracte- menteverhooging in den rang, rangsverhoo- ging met gelijktijdige tractementsvermeerde- ring. Voorgesteld -wordt door bijbouw van de Willemskazerne te Gorinehein. in het tekort aan logies te voorzien. Van de daarvoor noo- dige kosten van f 65,000 is thans een le ter mijn op de begrooting gebracht. „Maar, beste Alexander, daar weet ik niets van," zei zijn vrouw. „Ik zal je dat later wél eens uitleggen, liov§," zei hij. „Het voornaamste is nu dat ik niet in staat ben een belofte te houden, die ik juffrouw Ren nick héb gedaan. Kijk maar eens hoe zij verlangt; haar liefde voor de we tenschap groeit in dezelfde mate als er voedt sel aan wordt gegeven. Juffrouw Rennick, ik moet vanavond, om aolit uur van huis; ik zal niet terug zija vóór Zaterdag; maar ik zal het grootste deel van den dag uw dien sten noodig hébhen. "Wil u mij niet later dan half drie in mijn kabinet opzoeken?'' Ik beloofde het hem en verliet de kamer in gezelschap van de beide meisjes. Op dit uur gingen wij altijd naar boven om ons aan onze lessen te wijden; gewoonlijk zaten wij in het salon. Het was van overheerschend be lang, dringend noodzakelijk voor mijn plan nen, dat ik dit uur te mijner beschikking hield, dit eenige kostbare uur dat mij over bleef want het was nu reeds half twee. Zoodra ik met de meisjes alleen was, sloot ik d'e deur en wondde mij' tot haar. „Luister," zei ik. „Ik moet iets doen dat van het hoogste belang is. Ik wil jullie mijn vertrouwen schenken, maar slechts tot zekere hoogte; ik heb geen tijd om jullie alles te vertellen." „O, Madéleine, Madeleine, heb je iets ont dekt riep Olga uit. „Ja, maar ik kan nu niets zeggen; jullie beiden kunt mij in booge mate "behulpzaam zijn." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1