No. 10049.
53"e Jaargang.
Donderdag 28 September 1899.
Het Blauwe Laboratorium
1
BUITENLAND.
toen
sa»
iri
die
te,
«r
L. T. MBADE EN ROBERT EUSTACE.
Hij Het mij alleen. Ik kon mijn zin-
bijna niet geloove-n. Ik was alleen in het
~~awe laboratorium. Zulk een ongedachte
pegönheid! was inderdaad providentieel. Ik
rP kis een pijl uit den boog naar het koe-
Pwvormige dak. Ik trok het kleed weg en
■5 "uj or'over, de diepe duisternis beno
BMENLAKD.
ussan fas
'•e in
ek vanjj
erd in d,
net onbg!
zilreren
'd vermist
i een der
recht van
verdacht
if hij de
st nu big.
>g reken,
ooit hes
wn door
one, een
tgd door
erd aan-
'n vader
Le Blane
en kreeg
wijs da
Jrsleljjke
knoopte
meteen
srkzaam,
orttloa-
o vrouw,
'is, haar
Blanc's
ingsa
ruit ge-
ielingen
renlang
die de
'fenden,
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco
- pgr post 11. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor net eerstvolgend nummer moeten des middags vóór
aan bet bureau bezorgd zijn.
een uur
1
i
Bureau t Botcrstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 17
regels
0.90iedere regel
meer 121/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen,
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ufo. 123.
achter-
hem te
'ad dat
achtige
;ls mei
ersierd,
ideljjke
wamen
prinsen
'en, -
kooper
et nog
v was,
e rijke
wilde
lelaren
stelp
u ma
eraaa
an de
H. van
chtige
n ma
p dus
arden
us de
eerst
1 zijn
riares.
eegde
eniet
emin,
ïlheii
isisch
'gram
n dat
n tijd
ntiek
tbaar
daar-
oort-
erpte
aleis,
n be-
cies"
WH
ewe-
!>in-
unt
il
Algemeen overntcht.
SCHIEDAM, 27 Sept. '99.
Meer en meer blijkt dat de reactie in
Frankrijk lam geslagen is. Heb vonnis van
Bennes is geweest een Pyrrh us-overwinning
no® zoo een en do conservatieven van allerlei
gading zijn weg. Hun invloed is nu reeds ver
bazend afgenomen.
Let maar eens op Méline, den eens in
vloedrijken oud-minister-president, wiens
hautain: „Er bestaat geen zaak-Dreyfus",
ons zoo dikwijls heeft geërgerd. Och arme,
nxen laat den goeden man nu letterlijk in
l ajn hemmetje alleen staan. Hij wilde dat de
Kamer onmiddellijk zooi worden bijeengeroe
pen en raadpleegde daarover zijn vrienden.
En bijna allen antwoordden ontkennend,
'tLaatst nog Cochery, in Méhne's kabinet
I minister van financiën. Deze verklaarde zich
1 beslist tegen onmiddellijke bijeenroeping der
Kamer, in de eerste plaats omdat de republi
keinen zich niet door de nationalisten en do
rechterzijde op sleeptouw kunnen laten ne
men, en ten tweede omdat hij van meening
is dat geen enkel belangrijk politiek feit deze
I bijeenroepiug zou rechtvaardigen.
Zooais wij reeds in een onzer vorige num
mers meldden, heeft Méline dan ook zijn
plan om den boel in de war te sturen, moe
ten opgeven. Voorloopig althans zal het mi
nisterie Waldeck-Rousseau nog niet door Afé-
I line's hand sterven.
En het ministerie durf|. Terwijl zij er niet
aan. schijnt te denken generaal Négmer eeni
ge vergoeding te geven, terwijl Zurlinden nog
altijd op zijn inspectie wacht en voorloopig
alleen lid van den oppersten raad van oor
log is, terwijl in één woord de Roget's, de
Boisdéffre's, de Gonse's e.t.q, op den achter
grond worden gehouden, aarzelt de regeering
niet de kranige, moedige officieren die zoo
wakker getuigden voor waarheid en recht een
positie te geven die hen beschermt tegen de
vooringenomenheid hunner kameraden.
Wij weten reeds dat majoor Hartman 11, de
kranige artillerie-officier, in een meer zelf-
standige, eervolle positie is geplaatstnu
heeft kapitein Freystatter, de eerlijke rech-
I ter van 1894, de dappere soldaat in Tonkin
en op Madagascar, het kommand» gekregen
over die 11de compagnie van, het 3de regi-
ment mariniers te Rochefort.
Beide benoemingen zijn, gegeven de om
standigheden, veelbeteekenendhet belang
rijke aandeel van beide officieren in het pro-
k ces te Hennes en de aanvallen, waaraan zij
bloot gestaan hébben van den kant dor anti-
dreyfusa-rds, zijn nog niet vergeten.
Zeer juist merkt de „Figaro-" op dat hun
superieuren, de ministers van oorlog en ma
rine, hen door hun aldus een bewijs van ver
trouwen te schenken, voldoende wreken op
die onverdiende aanvallen, en zij toonen te
gelijkertijd dat die bedde eervolle officieren
zich van zelf aanbevalen, zooals vele andere
kameraden in het leger, door hun diensten,
hun persoonlijke eigenschappen en hun ka
rakter.
Het lijk van Scheurer-Kestner is naar
diens landgoed in den Elzas, bij Thann, over
gebracht. Da bevolking werd daar in de gel e-
genheid gesteld nog een laatsten blik te slaan
1 op den waarlijk beminden overledene. Van
f alle steden in den Elzas kwamen nog kran
sen.
Vóór da teraardebestelling sprak Lalance,
orps
Luis-
tijk
aal-
ge»
iret*
ien'
het
jfd-
Een Petersburgsclie geschiedenis,
BOOS
4)
,',Tk kan alles dlragen," zei ik, mij zeer flink
houdende. „Op het o ogenblik ben ik een en
sl nieuwsgierigheid. Ik ken geen vrees. Is uw
geheim zoo verschrikkelijk? Is hot zoo vree
slijk gedachten te photografeeren
,,'De wegen en middelen waardoor dteze ge-
«imen aan, die natuur ontwrongen worden,
sjn soms ontzettend," was het sombere ant
woord. „Maar u heeft het mij gevraagd, en
het weten op één voorwaarde."
„En welke is die?"
«Dat u wacht tot- morgenavond."
Ik stond' op het punt te antwoorden, toen
ten bediende zacht het vertrek binnenkwam
m?L^en kaartje op een blad.
Hij presenteerde het den geleerde. Dr.
ha-nce keek mij aan.
,,pr. Schopenhauer wil mij spreken," zei
kortaf. „Hij wil mij over iets belangrijks
spreken. Ik ben met een paar minuten weer
hij u."
de vroegere protest-afgevaardigde van den
Elzas in den Duitschen Rijksdag, eenige
woorden namens de vrienden van den overle
dene. Daarop las hij den volgenden brief
voor van Alfred Dreyfus, gericht aan Alar-
celin Pellet, den schoonzoon des overlede
nen
„Mijn eerste gedachte, dadelijk na mijn
bevrijding, is voor den heer Seheurer-Kest-
uer geweest; hoe groot was dan ook mijn
smart toen ik gisteren" de brief is van 21
September „op reis de diepe ramp ver
nam, die u treft.
„Ik wachtte met ongeduld het oogenblik
af, waarop ik den heer Scheurer-Kestner de
eerbiedige hulde ko-n brengen van mijn be
wondering voor zijn karakter, zijn loyauteit,
don edelmoedigen. ijver waarmede hij de zaak
ter hand heeft genomen van een Elzusser, die
onschuldig was aan de afschuwelijke misdaad-
waarvoor hij veroordeeld was. Ik verzoek u
wel mijn tolk te willen zijn om die hulde te
brengen aan al de leden zijner familie en hun
te zeggen hoezeer ik deelneem in hun smart.
„Nooit zal ik vergeten al wat ik den heer
Sc h eur er-Kestner heb te dankenik' zal aan
mijn kinderen leeren dat, zoo liun vader zijn
eer is weergegeven, dit is geschied dank zij
zijn bewonderenswaardige toewijding, en ik
zal hen leeren zijn nagedachtenis lief te heb
ben en te eeren."
Daarop werd onder grooten toeloop der be
volking het lijk aan de aarde toevertrouwd.
De familie Dreyfus was vertegenwoordigd
door twee broeders van den kapitein, die in
den Elzas wonen.
Intussclien wijst Yves Guy ,n de „Siècle"
op een „opvallende tegenstelling". Hij zegt:
„Gisteren werd het lijk bijgezet van gene
raal Brault, wiens „onbekwaamheid to-t pres-
leeren" algemeen bekend was. Wie zou wél
De Galltfefc do woorden hébben gedicteerd
(door den minister aan Brault- gewijd. R e d.)
dat Brault zijn rust, zijn gezondheid en zijn
leven op het altaar des vaderlands lieeft ge
offerd? Is het soms pater Dulac geweest'
Brault is eenvoudig in een gemakkelijk
baantje gestorven. Gallifeb Icon in zijn rede
geen enkele daad van den overledene ver
melden.
„Welk een tegenstellingTwee uur later
vond de plechtige overbrenging plaats van
liet lijk van Scheurcr-Kestuer, den laatsten
vertegenwoordiger van Elzas-Lothanngen.
Noch Loiibot noch Waldeck-Rousseau had
den vertegemvoordïdgers gezonden, en er wis
geen minister tegenwoordig."
Of dit geheel juist is, weten wij niet. Wij
hebben den minister Leygues als bij de plech
tigheid tegenwoordig vermeld gezien, maar
alleen als vriend, niet in functie. Ook mag
gevraagd- worden of het niet uit een neutrali-
leitsoogpunt verstandig is geweest van de
regearing zich niet te doen vertegenwoordi
gen.
Maar kras is de tegenstelling met dat al
zeker.
Vrijdag komt de Engelsche ministerraad
bijeendaarna zal een kroonraad worden
gehouden. Men zegt dat d'an een ultimatum
zal worden gezonden, wanneer Transvaal de
Emgelsehe voorwaarden niet aanneemt.
De toestand is op het oogenblik zeer ver
ward. Sommige Londensolie bladen hebben
uit de gisteren door ons medegedeelde tele
grammen van Chamberlain den indruk ge
kregen dat de oorlog nu onvermijdelijk is;
zoo spreekt bijv. de „Daile Chronicle". An
dere, zooals „Standard" en „Westminster Ga-
zette" hébben daarentegen nog hoop,
Do krijgstoerustingen, wenden inmiddels
krachtig voortgezet.
In antwoord op een telegram van het
Transvaal-Conhté te Londen, heeft Reitz, de
staatssecretaris der Zuid-A ri kaan sell e Repu
bliek, geseind: „Duizendmaal dank voor uw
telegram. Wij houden cms aan. de conventie
van 18S4. Wij rekenen er op dab Engeland
hetzglfde zal doen; want die conventie laat
geen inmenging toe in onze inwendige aan-
gelegenliedén."
Gemengde IKedcdeciingen.
Als den leider der campagne in de pers te
gen de Pruisische kanaalplannen is in de
bladen herhaaldelijk genoemd graaf von Zed
litz, vroeger geheimraad, nu voorzitter van
den rijkszeehandel, leider der vrij-conserva
tieven, intiem vriend van Von Stumm en
gunsteling van Von Miquel. Alen beweerde
met name dat Zedlitz de man der vinnige
artikels in de „Post" was. Het blad ontken
de. Nu komt de „Vorwarts" voor den dag
met een staatje, waaruit blijkt dat Von Zed
litz in 1897 niet minder dan 10(500 en in
1896 8650 mark honorarium vau de „Post"
ontvangen heeft. In Mei van dit jaar schreef
hij 46 artikels en entrefilets in het blad, in
Juni 48, m Juli 23, in Augustus 30.
Alen staat verbaasd over deze onthullin
gen, die natuurlijk meer nog dan tegen Zed
litz, gericht zijn tegen diens beschermer, Von
Aliquel.
Volgens de »Matin" heeft keizer Wilhelm
den kommandant van de I p h i g n i e, het
Fransche schookchip dat de Keizer te Bergen
bezocht heeft, den Rooden Adelaar 2e klasse
geschonken.
President Loubet heeft gisteren te Ram-
bouillet de leden van den algemeenen raad
ontvangen en toegesproken. Hij zeide dat
het groote werk der Tentoonstelling alleen
envezenlijkt kan worden dank zij den
wendigen vrede dien men tracht te herstel
len. De verdeeldheid kan niet voortduren. AI
zijn er nog enkele wolken, ook die zullen ver
strooid worden door de grenzelooze ver
knochtheid van de overgroote meerderheid
der natie aan do Constitutie.
Generaal De Laune is benoemd tot op
volger van wijlen generaal Brault als chef
van den Franschen genteralen staf.
den trachtend» te doordringen. Natuurlijk
zag ik niets. Ik klopte met mijn vingers op
liet glas; maar er kwam geen geluid, geener-
lei antwoord. Was het slachtoffer wegge
bracht naar een nog verder afgelegen kerker
Ik wanhoopte niet. Ik klopte nog eens. Dit
maal werden mijn pogingen beloond door
een zwak, ontzettend kreunen uit de verte.
Ik was nu radeloos en, in weerwil van heb
gevaar dat ik liep van. door dr. CShanee ge
hoord te worden, begon ik door het glas heen
naar beneden te roepen.
„Als er iemand is, spreek danriep ik.
Een zwakke, holle stem, die heel ver weg
scheen te komen weifelend als waren het
de laatste» kreten van een stervende ant-
woorddb mij
„Ik hen een Engelschman en zit hier on
rechtvaardig gevangen."
Een lange stilte en toen kwamen, zijn vol
gende woorden zwakker nog: „Ik word hier
gemarteld."
Weer stilte, en toen begon dé stem weer
„In de schaduw des doods help mij, rad
mij
„U zult binnen vierentwintig uur bevrijd
zijn," schreeuwde ik terug. „God moge mij
hooren."
Alijn volgend werk was inderdaad zeer ge
waagd ik handelde naar de ingeving van
het oogenblik. Ik liep naar dé deur, nam den
sleutel uit liet slot, en haastte mij naar de
tafel waar dr. Chance's microscoop stond.
Daar nam ik een der stukken harde paraffine
die hij gebruikte voor temperatuur-contrêle
en maakte een nauwkeurigen afdruk van dén
Maandag, bij de overbrenging van Scheu-
rer-Kestner's lijk naar het station, drong in
de rue Royale een kapitein in groot tenue
door de rijen heen van hen, die den stoet
volgden, en zei tot Picquarb:
„Kolonel, wil u mij de eer aandoen van
een handdruk?"
„Gaarne," antwoordde Picquart zeer be
wogen.
Het bewijsmateriaal uit het sfort Chabro!"
is een komisch allerleideuren, vensters,
wapens, munitie, venstei tralies, en ook een
valluik waarvoor elf man noodig waren om
het weg te dragen.
Vigué d'Octon, de socialistische afgevaar
digde die over het drama in Soedan wil
interpelleeren, geeft nu reeds in de sAurore"
een bloemlezing uit brieven van officieren,
onderofficieren en soldaten, waaruit blijkt
dat moord en doodslag, plundering, brand
stichting en geweldenarij, schering en inslag
is bij de Fransche Afnka-expedities.
sleutel, dien ik vervolgens weer in de deur
sta»k, terwijl ik den afdruk in paraffine in
mijn zak verborg. Toen dat gedaan was, liep
ik een paar minuten rond, hevig bevende en
trachtend weer tot bedaren te komen. De ge
leerde kwam maar niet terug. Ik besloot niet
langer in het blauwe laboratorium te wach
ten. Ik draaide liet eleetrisch licht uit, nam
den sleutel uit de deur, ging de lange gamg
door en klopte aan de deur van het andere
laboratorium, die spoedig door dr. Chance
werd opengedaan^ Zondter naar hem te kij
ken gaf ik hem den sleutel en snelde naar
mijn kamer.
Hoe ik dien vreeselijken nacht doorbracht,
kan ik niet verhalen. Ik koesterde persoon
lijk geen vrees, maar elke gedachte in mij
was saamgetrokken op één koortsachtig doel.
Ik wilde dien gemartelden Engelschman te
hulp snellen, zelfs op gevaar van mijn leven.
Op het oogenblik kon ik nog geen klaar bei-
sluit nemen, hoe ik zou handelen, maar voor
dat het morgen was, stonden twee stappen
die ik te doen had, helder voor mijn geest. De
cene was dat ik mij onverwijld een duplicaat
moest verschaffen van den sleutel van. het la
boratorium, de tweede dat ik een bezoek
moest gaan brengen aan den Engelsehen con
sul. Ik kende zelfs den naam van den consul
niet, maar het was mij bekend dat de gezant
en de consul verplicht waren Engelsche on
derdanen te beschermen. Dr. CJhanc© zelfwas
een genaturaliseerde Rus, maar d'e gevangen
man was een Engelsch onderdaan. Ik wilde
een beroep doen. op mijn eigen land voor zijn
verlossing.
AËnister Leygues deelde gisteren in den
Franschen mmisteraad mede dot volgens de
laatste berichten uit Algerië de onrustwek
kende geruchten over de expeditie-Foureau-
Lamy ongegrond zijn. Naar de gouverneur-
generaal van Algerië meldde, is de expeditie
op het oogenblik op weg naar Tati.
De „Siècle" heeft een inschrijving geopend
voor een Scheurer-Kestner-gedaokteeken.
Tot nu toe is daarvoor 1900 frs. ingekomen.
De combiimtie-Liechtenstein voor een Oos-
tenrijksch ministerie moet mislukt zijn. Nu
wordt van graaf Clary, stadhouder van Stier
marken, een nieuw kabinet verwacht.
De sNeue Freie Presse" beieelt baron
Chlumeeky aan.
Freiherr Skrbensky, kanunnik te Olmütz,
schijnt nu inderdaad tot aartsbisschop van
Praag te zijn benoemd. De prelaat is een
Tsech, wiens familie echter sterk onder Diut-
sche invloeden heeft gestaan en dus min of
meer gegermaniseerd is.
Te Ferrol (Spanje) zijn wanordelijkheden
voorgekomen ten gevolge van een staking on
der de werklieden van het arsenaal.
De Coburger, vorst Ferdinand van Bulga
rije, is te Weenen aangekomen en. met het
gebruikelijke eerbetoon jegens een regeerend
vorst ontvangen.
Alle Hongaarsche bladen keuren het von
nis te Belgrado, apotheose eener gruwelijke
komedie, sterk af. De „Budapesti Hirlap"
ziet er een bewijs in voor de in Servie lieer-
schende tyrannie, en betoogt dab de aan
grenzende landen hun vertrouwen in Servië's
vreedzame ontwikkeling verloren hebben.
En de bladen te "Weenen, ja in het geheele
buitenland, zijn niet zachter in liun oordeel.
Intussclien is de begenadigde Paschibsch
op verlangen van komng Alexander naar
Niseh vertrokken. Daar zal de Koning hem
aansporen te bewerken, dat de radicale partij
haar oppositie, althans tijdelijk, staakt. In
dat geval zullen alle veroordeelde radicalen
gratie krijgen.
Dus het breidelen der radicale partij was
dan tocli „des Pudels Kern".
De troepen van lord Kitchener tegen den
Alahdi kunnen nog niet terstond oprukken
wagens het slechte weer. Om dezeIf dé reden
is ook de bouw der laatste 50 mijlen van. den
spoorweg voorloopig uitgesteld.
De nieuwe expeditie bedoelt don Alahd'i
den genadeslag toe te brengen.
Te Londen, verneemt men uit ernstige
bron dat er niets besloten zal worden, voor
dat lord Cromer, die lieden uit Engeland ver
trekt, te Kairo is teruggekeerd. De Sirdnr zal
dan met hem den toestand bespreken.
Een te Londen uit Manilla ontvangen tele
gram zegt dat de Philippijners er in geslaagd
zijn de Amerikaansclie kanonneerboot U r d a
neta, die begonnen was met het bombarde
ment van Orani, te vermeesteren. De beman-
ning is verdwenen, terwijl een Colt-, een
Nordenfeldt- en een automatisch kanon door
de Philippino's zjjn meegevoerd.
Admiraal Dewey, de held van Cavita, is te
New-York teruggekeerd. Men weet dab groo
ts feesten te zijner et-re zijn georganiseerd.
De Mexicanen hebben de Yagui-Indianen
die zich in Los Angeles aan rooveryen sehul-
dig maken, na bloedige gevechten uit dit
gebied verdreven. Er sneuvelden 496 India-
Tben ik het met mijzelf eens was geworden
op dit punt, kleedde ik mij als gewoonlijk en'
nam gedurende de morgenuren mijn plichten
waar. AI mijn fraaiigheid van den vorigen
avond was afgelegd, en weer was ik op-en-top
de eenvoudige Engelsch© gouvernante. Om
half een kwamen, wij allen bijeen voor het
middagmaal. Dr. Chance zat aan het onder
eind der tafel. Hij was buitengewoon aardig,
mrtar ik bemerkte dat hij nu en dan. op mij
een steelschen blik sloeg. Een' oogenblik
dacht ik dat hij misschien iets vermoedde,
maar in de meening dat dit onmogelijk was,
trachtte ik kalm en bedaard, te blijven. Te
gen het eindi van den maaltijd, juist toen ik
op het punt stond van tafel op te staan, leg
de hij zijn hand' op de mijne en sprak mijij
toe.
„Ik maak mij ongerust, dat u er zoo bleek
uitziet," zei hij. „Heeft u last van hoofd
pijn?"
„Ja."
„Juffrouw Reunick, u moet niet toelaten
dat uw emoties u de baas worden. Die hoofd
pijn wordt door opwinding veroorzaakt."
„Ik heb geen reden om opgewonden te
zijn," antwoordde ik.
„Pardon, dat hebt u wel. U herinnert u
toch wel wat ik u vanavond beloofd heb te
vertellen
Ik keek hem recht in de oogen.
„Dat herinner ik mij," antwoordde ik.
„Het spijt mij u te moeten teleurstellen.
Een onverwachte aangelegenheid roept mij
van. St. Petersburg weg; ik zal een dag of
wat wegblijven."
nen en vele anderen, die den Mexicanen in
handen vielen, werden om hals gebracht. De
Mexicanen hadden 19 dooden en 45 gewonden.
De 22-jarige zoon van Ulysses Heuraux,
den vermoorden president van St. Domingo,
is met eenige honderden aanhangers in het
veld verschenen. Men ziet in hem een werk
tuig van de vorige regeering.
l)e Koninginnen.
Naar wy vernemen, zuilen H.H. M.M. de
Koninginnen Zaterdag 30 dezer, omstreeks 1
uur stadstijd, Den Haag verlaten eu per extra-
trein via UtrechtAmersfoort naar 'tLoo
terugkeereri.
Staafsbegrooting voor 1900.
V.
Oorlog.
Aan deze begrooting wordt het volgende
ontleend
De kapitein, secretaris detr Permanente Mi
litaire Spoorwegcommissie, die thans tot don
staf der infanterie behoort, wordt overge
plaatst bij den generale® staf.
Het is t© voomen, dat in 1900 geen in
compleet aan luitenants zal zijn. Vermeerde
ring van het personeel bij de IVe afdeeling
met één kapitein is noodzakelijk.
De minister acht het noodig het aantal of
ficieren en opzichters der genie, aan wie een
vergoeding voor het onderhoud van een rij
wiel wordt toegekend, eenigszias uit te brei
den.
Op 1 Juni 1899 bedroeg de sterkte van
het reserve-kader51 vaandrigs en kornet
ten, 247 reserve-onderofficieren, 315 reserve-
korporaals en 695 adspiranten-vaandrigs en
kornetten, wijzende die getallen op een bui
tengewonen toeloop, waarschijnlijk gevolg
van de invoering van den persoonlijken
dienstplicht.
Op de begrooting wordt f 60,000 aange
vraagd om te kunnen overgaan tot algemee-
11c invoering van den maatregel om sommi
ge corvéediensten niet meer door dienstplich
tigen te laten uitvoeren, maar door daarvoor
aangenomen burgerpersonen, wier aantal op
pl. m. 17 voor alle garnizoenen wordt ge
raamd, tegen een daggeld van f 1 a 1.10,
De kosten voor kampeeien van troepen'
zijn dezelfde gebleven. Het ligt in de bedoe
ling om in 1900 de oefeningen der bataljons
en regimenten infanterie zoodanig te doen
plaats hebben als in het belang van de ge
zondheid der dienstplichtigen noodzakelijk
is. Voorts zal in 1900 voor de eerste maal
door onderscheidene korpsen de legerplaats
bij Harskamp worden betrokken tot het
doen houden van schietoefeningen, die niet
in het garnizoen kunnen plaats hebben
Ter voorkoming van afzonderlijke aanvra
gen tot verheuging van bezoldiging van bur
gerlijke ambtenaren, die door intellectueel©
ontwikkeling, plichtsbetrachting en gedrag
uitmunten, is voor bedoelde ambtenaren een
nieuwe regeling van tractementen in bewer
king; berustende op vermindering van de
aanvangsti-actementen, periodieke tracte-
menteverhooging in den rang, rangsverhoo-
ging met gelijktijdige tractementsvermeerde-
ring.
Voorgesteld -wordt door bijbouw van de
Willemskazerne te Gorinehein. in het tekort
aan logies te voorzien. Van de daarvoor noo-
dige kosten van f 65,000 is thans een le ter
mijn op de begrooting gebracht.
„Maar, beste Alexander, daar weet ik
niets van," zei zijn vrouw.
„Ik zal je dat later wél eens uitleggen,
liov§," zei hij. „Het voornaamste is nu dat ik
niet in staat ben een belofte te houden, die
ik juffrouw Ren nick héb gedaan. Kijk maar
eens hoe zij verlangt; haar liefde voor de we
tenschap groeit in dezelfde mate als er voedt
sel aan wordt gegeven. Juffrouw Rennick, ik
moet vanavond, om aolit uur van huis; ik
zal niet terug zija vóór Zaterdag; maar ik
zal het grootste deel van den dag uw dien
sten noodig hébhen. "Wil u mij niet later dan
half drie in mijn kabinet opzoeken?''
Ik beloofde het hem en verliet de kamer
in gezelschap van de beide meisjes. Op dit
uur gingen wij altijd naar boven om ons aan
onze lessen te wijden; gewoonlijk zaten wij
in het salon. Het was van overheerschend be
lang, dringend noodzakelijk voor mijn plan
nen, dat ik dit uur te mijner beschikking
hield, dit eenige kostbare uur dat mij over
bleef want het was nu reeds half twee.
Zoodra ik met de meisjes alleen was, sloot
ik d'e deur en wondde mij' tot haar.
„Luister," zei ik. „Ik moet iets doen dat
van het hoogste belang is. Ik wil jullie mijn
vertrouwen schenken, maar slechts tot zekere
hoogte; ik heb geen tijd om jullie alles te
vertellen."
„O, Madéleine, Madeleine, heb je iets ont
dekt riep Olga uit.
„Ja, maar ik kan nu niets zeggen; jullie
beiden kunt mij in booge mate "behulpzaam
zijn."
(Wordt vervolgd.)