Ingezonden Mededeclingen. Gemengd Nienws. ZENUWZIEKTEN. F i naiitië e 1. No. 330629 fr. 100000 343691 20000 381311 10000 403611 10000 284683 971344 486746 839672 470743 100521 887827 142504 983278 792899 129605 36398 841000 518800 245639 540490 740035 66124 926182 631493 16065 895027 960260 581487 968804 432129 145830 C. Oblig. Communales 3 pet. No. 204504 fr. 100000 No. 348821 p 10000 De volgende nummers 956381 231167 889069 518517 941335 213728 636772 363738 530517 236039 855630 853830 137059 641803 251506 622950 254993 945375 580433 848593 298188 a fr. 400 van 1891 878110 fr. 5000 986972 626156 57849 611450 853717 824082 778113 31799 933281 Zondag te 12 uur wordt de doopplechtig heid van het jeugdige Prinsje Von Wied voltrokken door den hofprediker Kessler. Als peten fungeeren daarbij keizer Wil helm, de koning en de koningin, van Wur- temberg, de vorst en vorstin Von Wied en Koningin Wilhelmina, Slechts 40 gasten zijn bij de plechtigheid genoodigd. Na af loop wordt aan buffetten geluncht. Maandagavond te 9 uur zal in de mar- merzaal van het nieuwe paleis een soiree musicale plaats hebben, waarvan het twee de gedeelte voorafgegaan wordt door een proloog van Lauff, die gewijd zal zijn aan de Nederlandsche musici. Verder is om trent de festiviteiten niets bekend. De „Norddeutsche" schrijftKoningin Wilhelmina komt met haar moeder te Potsdam. Al is de aanleiding der reis een familiegebeurtenis, zoo zal toch liet feit dat de jeugdige Koningin voor liet eerst als zoo danig de Keizerlijke residentie betreedt, opnieuw liartel-'ke sympathie opwekken, een sympathie, v ie getoond weid bij het aanvaarden der regeering. De vriendelijke persoonlijkheid der Ko ningin werkt daartoe evenzeer mede als achting voor het geslacht der Oranjes. Wij begroeten de hooge gasten hartelijk en ho pen, dat het bezoek moge bijdragen om de goede buurtschap te bevestigen. Wij begroeten de hooge gasten allerhar telijkst en hopen, dat het bezoek er toe bij moge dragen de goede betrekkingen met onze huurlieden, het stamverwante, ver standige volk van Hollanders, welks ge schiedenis wij steeds met zooveel oprechte aandacht volgden, te versterken. De „Hamburger Korrespondeat" schrijft „De jonge Heerseheres der Nederlanden, Koningin Wilhelmina, en Hare Moeder, Koningin Emma, komen morgen tot een verblijf van eenige dagen te Potsdam aan. Het is een bezoek van geheel privaten aard, het geldt een familiefeest in het naverwan te Huis van den Erfprins en Erfprinses Zu Wied. Zelfs is het nog de vraag, of de Koninginnen do hoofdstad des rijks ook maar even zullen betreden. Van een voor barig aangekondigd bezoek hier in de buurt aan Wandsbeck en de huzaren is geen spra ke. Maar zooals Keizer Wilhelm het zich niet heeft laten ontnemen, de Hooge Vrou wen ridderlijk zijn gastvrijheid aan te bie den, zoo doet het Duitsche volk geen af stand van het voorrecht om de bevallige Koninklijke Jonkvrouw en Hare Moeder, die voor do Dochter een trouwe bewaakster van het hooge erfdeel is geweest en Haar nu als meest natuurlijke en beste raadgeef ster ter zijde staat, zijn oprecht huldebe toon, zijn hartelijken groet te bieden. Kei zer Wilhelm heeft herhaaldelijk zijn warm ste sympathie voor het vorstenhuis der Oranje's en voor het Nederlandsche volk uitgesproken, en telkens hebben zijn woor den een luide echo gevonden in de harten van het Duitsche volk. Wij bewonderen met onzen Keizer het grootc verleden van den kleinen Nederduitsehen stam, dien zijn innerlijke flinkheid en kracht en zijn verre blik eens tot de hoogte van een wereld macht hebben verheven. Wij buigen ons voor den leeuwenmoed, dien zijn geweldige zeehelden in den roemruchten oorlog met Spanje's en Engeland's overmacht hebben bewezen. Wij trachten te leeren van de ze delijke grootheid, waarmede dit volk zijn groote mannen te eeren wist. Wij zien een stralend voorbeeld in de doodverachtende trouw, waarmede het dappere Holland de reinheid en de vrijheid van zijn geloof heeft verdedigd. En nog heden ten dage voelen wij den adem van deze diepe en eenvoudige vroomheid stichtend terug in de eenvoudig- verh'even oud-Nederlandache zangen, waar alle valsche pathos ver van is en alle sen timenteel© onwaarheid. Vóór alles vereeren we ook die groote kunstenaars, wier ge sternte thans niet minder schitterend licht aan den hemel der Kunst dan eeuwen ge leden. En bij dat alles zeggen we in blijde ontroering tot onszelven, dat dit na-ver want Duitsch wezen is en echt Duitsche aard, tot onvergelijkelijke kracht- en schoon heid ontblo-eid op een enkelen gezonden tak van ons volksbestaan, in een tijd toen de andere nog dreigden te verkwijnen. „Het zou een inconsequentie zijn, indien het Duitsche volk thans, nu zijn late bloei tijd. is aangebroken, dit alles wedervaren en toch de historisch ontstane en gegrond veste zelfstandigheid van den kleinen Ne- derlandschen staat niet erkennen wilde. In deze richting zijn wel is waar bezorgdheden gegaan, die tientallen van jaren lang een zekeren scheidsmuur tussclien de twee lan- In zijn hotel teruggekeerd, maakte Ar nold nog eens weer toilet en begaf zich toen naar de woning van den heer Brettschnei- der. Nadat hij aangediend was, geleidde de bediende hem naar het salon, waar Arnold zoowel den heer en mevrouw Brettschneider als hun beeldschoone dochter vond want beeldschoon was ze beslist, het portret was volstrekt niet geflatteerd. Alle drie ontvingen den bezoeker met een vriendelijken glimlach, bereid, hem al lervriendelijkst welkom te heeten, toen eensklaps uit drie monden tegelijk weer klonk „O God! Dat is de krankzinnige uit den trein 1" IV. In een cogenblik raadde Arnold het ver band De uit vader, moeder en dochter be staande famile moest de familie Brett schneider geweest zijn 1 Hij glimlachte, hoe wel een weinig van streek gebracht en wil de de noodige opheldering geven. „Ik raad, zeer geachte dames en meneer Helaas een onaangenaam geval, om mij bij n to introduceer en maar wanneer ik u de reden van deze comedie zal hebben medegedeeld „Een zeer ernstig geval!" fluisterde Brettschneider zijn vrouw in 't oor. „Als den hebben opgericht. Dat deze nu zicht baar aan het wankelen is, begint te vallen, of zelfs grootendeels al omver ligt, is een zeer verblijdend gevolg der zonder dwalen eerlijke en loyale Duitsche staatkunde, die gelukkig langzamerhand een wereld van wantrouwen te boven is gekomen. „Maar zeker heeft men dat ook te dan ken ar-ti de hooge wijsheid, waarmede de Koningin-Regentes jaren lang de binnen- en buitenlandsdie aangelegenheden van haar land heeft geleid, en waai mede thans Koningin Wilhelmina den scepter voert. Hoeveel er in dit opzicht is veranderd, is het duidelijkst gebleken in de gedachten- wisseling, welke er m de laatste weken over de mogelijkheid en de wenschelijkheid van een nauwere economisch-politieke verhou ding tussclien de Nederlanden en het Duit sche Rijk heeft plaats gehad. Wij hebben er van het begin op gewezen, en om dit met alle zekerheid te doen, behoefde men geen piofeet te zijn, dat, zoodra iemand deze quaestie van naderbij bekeek, de groote be zwaren van de zaak hem duidelijk zouden worden. Dat er in de laatote dagen ook van Hollandsellen kant allerlei bedenkingen zijn vernomen, kan dus met verwonderen. Integendeel, ware liet niet geschied, men had 'tot de conclusie moeten komen, dat het vraagstuk niet ernstig opgenomen en be handeld was. „Niet slechts de verscheidenheid van tol tarieven, maar ook het verschil van han delspolitiek, het sterke overwicht dat het transito-verkeer in de handelsbetrekkingen tusschen Holland en Duitschland heeft, waarbij hot er niet -ai te veel op aankomt of de rechten te Rotterdam dan wel aan de Duitsche grens worden betaald; verder de natuurlijke concurrentie tussclien de Hol- landsclie en de Duitsche Noordzcohavens dat alles springt immers onmiddellijk in het oog en moet iedereen onmiddellijk over tuigen die in zulke dingen meespreken wil. „De kern van de zaak blijft nochtans be staan, het feit namelijk, dat ernstige Ne derlandsche kringen, wegens de economi sche en politieke gemeenschappelijke belan gen tot de overtuiging zijn gekomen, dat het welzijn der Nederlanden en van hun Koloniaal rijk gelegen is in een nauwere, aansluiting tot Duitschland; dat tl> ge dachte in beide landen met bcsli=ti p.v- thie, zonder een spoor van wantrouwen is behandeld, en dat algemeen in Duitschland een oprechte neiging blijkt, om zulk een wensch van het in den stam verwante volk en zijn regeering vriendelijk te ontvan gen. „Het te wachten bezoek van de beide Ko ninginnen aan Potsdam heeft, zooals ge zegd, met deze gedachte en de quaestie van haar verwezenlijking niets te maken. Maar de gedaehtenwisseling der laatste weken werkt natuurlijkerwijs opwekkelijk op de gevoelens, waarmede het Duitsche volk de Hooge Vrouwen begroet; en de mensekelij- ke sympathie voor de van al de betoovering liarer bekoorlijke jeugd omgeven Koningin en voor Hare Moeder verdiept zich tot het hartelijke gevoel van een innig bijeenhoo- ren. „Niet veel meer dan een jaar is voorbij gegaan sedert Koningin Wilhelmina den troon harcr vaderen heeft bestegen en de eerwaardige Kroon van Oranje op Haar lie felijk hoofd rust. Maar de jonge Vorstin heeft in deze korte spanne tijds reeds veel van beteekenis gedaan en doorleefd. Zij heeft verscheidene moeilijke politieke vraag stukken met bekwame hand aangevat en tot een gelukkige oplossing gebracht. En Zij heeft een van de belangrijkste interna tionale bijeenkomsten die de geschiedenis dor menschheid heeft aan te wijzen, gast vrijheid in Haar land mogen schenken. „Het leed dat der vorsten deel is, heeft in dit zonnig bestaan zeker ook niet geheel en al ontbroken. Althans zegt men, dat de Koningin niet diepe smart Hare bemoeiin gen tot behoud van den vrede in Zuid-Afri- ka heeft zien mislukken. Maar dit is een ervaring die op eiken troon vroeger of la ter moet opgedaan, dat m weerwil van de Ilaagsclie Conventie ook aan het eind van de 19e eeuw in alle definitieve en hooge vraagstukken van den politieken wereld- strijd de macht geldt en alleen de macht. Koningin Wilhelmina heeft deze smartelij ke waarheid vroeg moeten leeren. „Moge Haar jonge hart een des te vrien delijker indruk ontvangen, wanneer nu in deze dagen het machtige Duitsche Rijk en Volk Haar den hartelijken groet van trou we buren biedt." Op last van 11. FJ. de Koningin brengt de een krankzinnige zijn hersenschim begint te verklaren, is dit een teeken van zijn onge neeslijkheid." Het jonge meisje was bevend, als 't ware bescherming zoekend, achter haar vader ge vlucht. .„D, ik verzeker u, ik ben niet gevaarlijk," merkte Arnold ironisch op. „Ik heb nog nooit een menschenziel kwaad gedaan, en nis u mij de eer wilt bewijzen, mij een mi nuut lang aan te hooren, kunt/gij u er van overtuigen, dat met mij wel valt te spre ken. Voor 't overige bemerk dk wel, dat al leen Victor's truc de oorzaak van uw ver gissing is." „Victors truc?" „Ja, een vriend, wiens voorbeeld ik met de beste bedoeling gevolgd heb. Doch hij ging bij zulke gelegenheden nog verder. Hij trok de schoenen uit en posteerde zich voor de wagendeur." „Hè, heusch?" vroeg Brettschneider, als of deze mededeeling zijn grootste belang stelling wekte. „Hij is wel is waar op 't oogenblik rustig, maar er kan elk oogenblik een verandering plaats hebben," fluisterde hij zijn vrouw haastig in 't oor, echter niet zoo zacht, of Arnold hoorde het wel. „Laat dadelijk de politie halen." „Mijnheer," wendde hij zich. daarop weer tot zijn gast, „naar uw mededeeüngen te oordeelen, moet deze meneer Victor een aardig, amusant mensch rijn, en het spijt mij zeer, dat ik niet het genoegen heb ge- directeur van het Kabinet der Koningin ter algemeene kennis, dat gedurende Hr. M verblijf in het buitenland de aan haar ge richte brieven, in gesloten omslagen, voorzien van een adres aan H. M., moeten gezonden worden aan het Kabinet der Koningin te 's-Gravenhage, alwaar voor een geregelde opzending dier brieven aan H. M. zal worden zorg gedragen. Nederland en Transvaal. Naar men verneemt, worden er plannen voorbereid, een nationale inschrijving te openen, met het doel gelden bijeen te bren gen, voornamelijk voor den aankoop van Roode Kruisartikelen, die naar Zuid-Afrika zullen gezonden worden, terwijl een deel der gelden zal worden besteed voor de nagelaten betrekkingen van den in den strijd gevallenen. Het plan gaat slechts voor een deel uit van de uNederlaudsche Zuid-Afrikaan'-clie Ver- eeniging." Het vooiloopig comité, dat in deze weik- zaam is,heeft leed.- een partij verbandartikelen naar Transvaal doen afzenden. Zooals dooi ons is medegedeeld, is dat ook door het Roode Kiuis geschiedt. Molestrisieo. Assuiadeuren te Rotterdam deelden assu rantiemakelaars heden mede, dut zij op door hunne bemiddeling gesloten contracten, en of open polissen en of schip of schepernerzeke- ringen, in overeenstemming met de desbetref fende bepalingen, de molestrisieo opzeggen voor afladingen van, in en naar het vasteland van Afrika beneden 15 graden Zuiderbreedte. Staatspensioen. Het eerste nummer is verschenen van „De Nederlandsche Pensioenpartij", een vliegend blaadje, dat beoogt het tot stand komen van een wet, waarbij aan iedcren Nederlander van 60-jarigen leeftijd liet rcch't wordt gegeven op een staatspensioen van één guiden per dag, zonder voorafgaan de premiebetaling. Wie met dit denkbeeld meegaat, wordt verzocht naam enz. op te geven aan het bu reau van het blad, Gedempte Ivattendiep, Groningen. Een bijdrage in geld tot dekking der on kosten wordt, tot een minimum van 5 cent, voor ééns verzocht. Alle bijdragen worden in het genoemde blad verantwoord. Het doel is, schrijft de redactie, om door geheel Nederland de voorstanders van een Staatspensioen voor allen te vereenigen zon der omslachtige en dure organisatie, en in 1901 onder die leuze hun invloed te con- centreeren, opdat zoo mogelijk, wij de 20e eeuw beginnen met een ernstige poging tot wegneming van het beschamende feit, dat ouden van dagen moeten eten het brood der liefdadigheid. Dr. A. Kuyper is uit het buitenland terug gekeerd. 4 30 ets. per regel. De zenuwziekten komen voort door eene groote zwakte der zenuwen en eene min of meerdere bederving van het bloed. Een krachtige spierhersteller en vernieuwer van het bloed is noodig in deze omstandigheden. De lieer v. Driel, een zeer achtbaar per soon, wonende te Nieuwerkerk, in de provincie Zeeland, schrijft ons hieromtrent het volgende, tot 't welzijn der menschheid geeft hij ver gunning het te publiceeren. nGedurende een reeks van jaren is mijne echtgenoote lijdende aan zwakte op de zenuwen, voortdurende pjjn in de lendenen, zeer verzwakte oogen, in één woord aan ai de gevolgen der zenuwziekten. s Menigmaal de gunstige resultaten van de Pink Pillen van Dr. Williams gelezen heb bende, besloot ik ook eens eenige doozen dier pillen aan te wenden en na eenige maanden gevoelde zij klaarblijkelijk zeer veel verlichting, want de lendenpijn is dragelijk geworden, de oogen hebben in ver sterking toegenomende benauwdheden die zij bijwijlen ondervond, zoo zelfs dat het somtijds was als of ze nooit meer ontwaken zou, heeft zich nu in geen 8 it 10 maanden vertoond. En ofschoon ik aan de aanbiedingen en aanbevelingen, die de couranten en nieuws bladen dagelijks bevatten, geen geloof hecht, kan ik met zekerheid constateeren, dat de Pink Pillen van Dr. Williams mijne vrouw van een groot lijden verlost hebben en beveel ze dan ook aan de lijdende personen ten zeerste aan". had, kennis met hem gemaakt te hebben." „Inderdaad?" vroeg Arnold, die deze op merking au sérieux nam. „Zou u graag ken nis met hem maken?" „Zeker. Een zoo pkantastisch aangelegd mensch! Ik zou willen, dat hij mijn vriend was," antwoordde Brettschneider. „Men moet op al zijn ideeën ingaan, dat is het eenige middel, om een crisis te voor komen," zeide hij tot zijn vrouw en dochter. Hoewel overtuigd, dat het hem gelukt was, de familie ten aanzien van zijn toere kenbaarheid gerust te stellen, kon Arnold zich toch niet verheelen, dat zijn entree in 't water gevallen was. Het jonge meisje zou het nu waarschijn lijk moeilijk vallen, zijn aanzoek ernstig op te nemen. Hij moest dus tot eiken prijs de zen eersten slechten indruk trachten uit te wissehen. „Mijn oom heeft mij veel van u verteld, mejuffrouw," begon hij. „Zoo, meneer?" „En als u vermoedde, op hoe vleiende wijze hij over u gesproken heeft!" „Meneer, uw oom is heusch al te vrien delijk." „Eu u al te bescheiden, -want wanneer alle eigenschappen Helaas vermocht Arnold de mooie tirade, die hem op de lippen zweefde, niet vol tooien, want op dit oogenblik kwamen eens klaps drie mannen met veel gedruisch het salon binnen. Zoo er nog twijfelaars mochten wezen, dat zij zich tot den heer v. Driel wenden, die, wij zün er zeker van, met genoegen de gewenschte inlichtingen zal verstrekken, omtrent het door hem bekomen resultaat. Verkrijgbaar a 1.75 Gld. de doos en 9.Gld. de 6 doozen, bij J. H. I. Snabilik, 27 Steiger, Rotterdam, hoofddepothouder voor Neder land. Franco toezending tegen postwissel. Het bloed, zijne kracht hernemende, geeft nieuwe sterkte aan het organismedoor de spieren te versterken, gaat men deze storingen tegen die de oorzaak zijn van zooveel lijden. Vele ziekten zijn verschuldigd aan de ver zwakking der spieren en van liet bloed en worden genezen door een spierversterker zoo werkdadig als de Pink PillenBleekzucht, bloedarmoede, ataxie locomotrice, rheumatiek, vei lamming, algemeene zwakte bij de vrouwen en mannen door lichamelijke en geestelijke overspanning. Inhoud van „De Huisvriend" no. 49. Uit den studententijd. Fragment van een le ring, medegedeeld door F. Haver-Schmidt. (Slot.) Luxe-treinen. Met illustration. Door duisternis tot licht, door Eimar. (Slot.) Hospitaal te Johannesburg. Met illustratie. Gravure: Vrouwenportret. Naar Gervex. Advertentieblad: Van Week tot Week. Adverteutiën. Eet Staphorster boertje. lederen Donderdagmorgen bij aankomst van den trein van 7.57 uit hetNooiden kan men aan het station Staphorst een verma kelijk sehouwspe! gadeslaan. Nauwelijks is de trein het wachthuisje gepasseerd, of men ziet alle portieren van de coupé's, waarin patiënten voor het Staphorster boeWje (Ste mman) gezeten zijn, geopend en bij liet sin tion springen zij uit den trein, voor dat bij goed tot stilstaan gebracht is. Daarna begint' een wedloop om het eerst de woning vim het bo-rtje te bereiken. Met de jas onder den aim, petten en boeden in de hand, ja, zelfs enkelen hebben reeds in den trein hun klompen en i-clioenen uitge trokken om harder te kunnen loopen, maar weldra ziet men hier een voorover in de modder vallen, daar valt een zijn knie en pantalon stuk enz. Maar helaas, bijna altijd worden z'y teleurgesteld, daar de omnibus van Snouck steeds liet eerst aankomt en bovendien de woning van het boertje reeds 's morgens voor acht uur vol is van patiënten, die den vorigen avond zijn gekomen of 's morgens per rijtuig. Het bezoek neemt steeds toe en liet boertje zal genoodzaakt zijn alhier nog een paar zit dagen meer te houden en zijn bezoek naar buiten te verminderen, daar hij zijn patiënten op Donderdag niet helpen kan. (zZw. Ct.") Werkloosheid doer Ir and. Het komt herhaaldelijk voor dat door het afbranden van fabrieken tal van werklieden geruimen tijd zonder verdiensten geiaken. In sliet Centr." deelt de heer A. v. K. mede, dat dit hem aanleiding heelt gegeven in krant artikelen of samensprekingen met sociologen en bestuurders van werk lieden-vereenigingen de vraag te bespreken, of het niet mogelijk zijn zou, de aibeideis eri arbeidsters te ver zekeren tegen de gevolgen van brand ïMaar kieeg ik al pens een toestemmend antwoord van ter zake kundige mannen, dezen zomer nog van een fabrikant te Tilburg en een geioemd inspecteur van den ai beid het bleef bij dat ja en amen. Eu wat er ook gezegd is bij de vele verhandelingen, bespre kingen en debatten over de aan de orde zijnde ongevallenwet, verzekering tegen weikloos- heid door brand werd door niemand ter sprake gebracht." De sein ijver hoopt dat op die vraag ein delijk een bevestigend antwoord mag komen, niet met woorden, maar door daden. »Zoo goed toch de fabrikant zich door verzekering tegen brandschade vrijwaart voor mogelijke vermindering of totaal verlies van zijn doode werkkrachten, d. i. van zjjne gebouwen en machineiieën, zoo kan hq op dezelfde manier er voor zorgen, dat de levende werk krachten niet van honger omkomen, waaneer dat onheil zijn fabriek treft; of dat zij althans geen nijpend gebrek lijden, tot zoolang zij weer aan den slag kunnen gaan »Doch hoe de zaak moet worden aange pakt, hoe ze èn voor werkgevers èn voor arbeiders bevredigend tot stand kan gebracht Verbaasd keerde hij zich om. Misschien eveneens genoodigden? Bloedverwanten misschien? Inderdaad vreemd met het oog op het intieme karakter van dit samenzijn. Doch Arnold had geen tijd daarover ver der na te denken, daar de drie mannen op een teeken van meneer Brettschneider hem beet pakten. „Maar mijne heeren," protesteerde hij in zijn ontsteltenis, meenende, dat hier een misverstand plaats had. „Wat be teekent dat, mijne heeren?" Vergeefsche moeite. Hij werd in een oog wenk geboeid, gekneveld en door zes sterke armen weggevoerd. „God^zij dank 1" riep de heer Brettschnei der. „Nu is hij en zijn wij zelf in veilig heid." „Maar het is toch nauwelijks te begrij pen," meende de dochter. „Een zoo knappe, jonge man met een zoon flink verstand', voor wien zijn oom in elk opzicht in staat „Wat geeft dat alles, m'n kind? Vermoe delijk is de arme jonge man eensklaps op reis krankzinnig geworden. Dergelijke ge vallen zijn meer voorgekomen." „Jammer," dacht hét jonge meisje. „Ja, werkelijk jammer. In zijn heldere oogen- blikken liad hij zoo iets zeer sympathieks 1" Arnolds oom, wien Brettschneider het voorgevallene geseind had, kwam met den eersten sneltrein te Leipzig en liet zich on middellijk bij zijn neef brengen. worden, bespreek ik niet. De heer P. J, T d C. gaf in de »Kaih. Werkm." alvast <ëen denkbeeld: »Mij dunkt, een onderlinge ver zekering door de arbeiders zelf, desnoods gesteund door heeren patroons, zou hetbeg kans van slagen hebben", "c''" >Bevoegden moeten uitmakeD, of dat denk beeld practisch uitvoerbaar is en ook of dë uitvoering daarvan genoeg geven zou". Raadsleden. Tegen twee leden van den Raad der ge. meente Alphen a/d. Rijn is proces-verbaal opgemaakt wegens het hebben van maten en gewichten, die niet behoorlijk zijn geijkt. Een Shakespeare-Jcenner. Door een Engelschman, die ook tol de Shakespeare vorschers wil gerekend worden en wei oorspronkelijk hiertoe niet zijn ken nis maar zijn geduld heeft op de proef ge- steld, is uitgerekend, hoeveel regels, woorden en letters elk van Shakespeare's drama's bevat. Hamlet heeft hem met tellen't langst opgehouden; resultaat 3930 regels, 29482 woorden, 120050 letters. Uitlottngen. LOTEN VAN PARIJS 2% pet. a fr. 400 van 1864/96, Trekking 5 Oct. Betaalt. 1 No. 379798 24743 32166 Nov. fr. 2500 2500 2500 De volgende nummers elk fr. 1000: 43029 37348 378255 199695 395951 175480 245497 176323 271763 183062 215565 16113 289933 88655 LOTEN CREDIT FONGIEtt DE FRANCE. Trekking 5 Oct, Betaalb. 1 Nov. A. Oblig. Communales 3 pCt. A fr. 500 van 1879 No. 624058 fr. 100000 No. 734681 fr. 5000 132258 s 25000 566003 5000 p 491680 5000 875524 5000 d 691003 5000 316748 p 5000 De volgende nummers elk fr. 1000: 728378 59203 1 8066 7 907311 749515 637939 984313 977805 411852 684042 814813 613838 812553 626308 886259 470504 644457 32433 6132 461720 47073D 249649 250513 194476 181279 227651 883258 838329 749259 780529 669222 851475 37474 879094 33337 378395 730200 63953 999523 919069 118652 1 2759 769643 26474 164129 B. Obi. Coram. 3 pCt. a fr. 500 van 1880/84 No. 973733 fr. 100000 No. 493839 fr. 5000 212785 25000 p 139220 p 5000 v 677767 s 5000 81289 p 5000 404690 5000 s 953174 t 5000 De volgende nummers fr. 1000: elk fr. 1000: 258780 436655 55875 897976 951862 134297 820239 847197 D. Oblig. Communales 26' pet. van 1899: No. 11386 fr. 150000 No. 335295 fr. 1000 460302 1000 I 283477 9 1000 101827 1000 9 164053 9 1000 p 56379 1000 9 430283 P 1000 i 213964 s 1000 9 128037 9 1000 i> 386046 i 1000. 9 240285 9 1000 p 401761 9 1000 9 215662 1000 488109 9 1000 9 290444 9 1000 s 23927 9 1000 9 145335 t 1000 417975 9 1000 9 155440 I 1000 i 339822 9 1000 9 166187 9 1000 Faillissementen. Vit de Staati-Courant. Uitgesproken: 20 Sept. J. van Wingerde, smid, fe Rotter dam. Recbter-Comm. nar. J, F. van der Lek d« Clercq. Curator mr, 11. II. de Uartog. 29 Sept. Mej. J. Meijer, kantooi bediende, te Groningen. Rechter-Comm. nir. N. van Hasselt. Cur, mr. I. B Cohen. Mej. R. Meijer, winkeljuffrouw, te Gronin gen. Rochter-Comm. en Curator als voren. 4 Oct. Dr. A. W. van Toorenbergen, arts, „M'n arme jongen, is het mogelijk? riep hij schreiend. „Een zoo plotselinge aan- val t „Ah, oom, wil u mij verklaren Na eenige minuten was oom alles dui delijk. Een schaterlach dreunde van zijn lippen. Welk een misverstand I Waarlijk, de geheele loop was zoo tragi komisch, dat Arnold ten slotte het verstan digste deed, wat hij doen kon en zelf o® zijn avontuur lachte. „En nu?" vroeg oom, „koeren wij nunaar de familie Brettschneider terug?' „Natuurlijk. Ik ben hun een ophelder»,, verschuldigd en bovendien is de doekte zoo mooi zoo mooi 1 Zij zal mij fenis schenken, als zij verneemt, dat de g6" heele grap op touw gezet was, om m dachten met haar alleen te zijn." Arnold ia de gelukkige echtgenoot van zijn aangebedene geworden. En heiden re zen meermalen, in het jaar naar hun 01W®. te Leipzig. Doch hoeveel passagiers er o in hun coupé mogen komen, Arnold wac zich wel, Victors truc nog eens uit te bate De grap is te gevaarlijk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 6