53"° Jaargang.
Tweede Blad.
Keizer Wilhelm in EiigeM
Zondag 26 en
Maandag 27 November 1899.
No. 10100
Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
BOTEN1AJÏD.
Uit de Staatscourant.
Landbouw on Yeeteelt.
Geinengd Ni en w s.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat GS.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel
meer 123/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voórdeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde hleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Uo. 133.
Het Engelsche hof kenmerkt zich door
ouderwetsche en ernstige pracht, die her
innert, als zooveel in Engeland, aan den tijd
der staatsiepruiken en kanten jabots. En
wanneer een machtig vorst als de Duitsche
Keizer ten bezoek is op het oude slot Wind
sor, dat zijn aanzjjn dankt aan Willem den
Veroveraar, wordt de herinnering wakker
geroepen aan lang vervlogen tijden.
Aardig is de beschrijving van het groote
gala-diner dat den 21sten, den verjaardag
van Koningin Victoria's oudste dochter, de
moeder van Keizer Wilhelm, een schaar van
prinsen en prinsessen en hoogwaardigheids
bekleders vereenigde in de St. Georgeshal
op het aloude koningslot.
Het was een pronkmaal in de volle be-
teekenis van het woord. De St. Georgeshal is
een zaal van ongeveer 67 M. lengte, 12 M.
breedte en 11 M. hoogte. Aan de wanden
hangen portretten der Engelsche vorsten van
Jacob I tot Georg I, geschilderd door de
hofschilders Van Djjck, Lely, Kneller en
Gainsborough. De zoldering en de wanden
zjjn versierd met de wapens van de ridders
van den Kousenband van de dagen van Edu-
ard III af tot op onzen tjjd, terwijl de
banieren der eerste zesentwintig ridders der
orde van rechthoekig op de wanden aange
brachte stangen afhangen.
De lange tafel, berekend voor meer dan
honderd veertig gasten, is bedekt met het
schitterende gouden servies der Kroon, en
aan beide rijden torsen zware dientafels
de kostbaarste pronkstukken, schotels en
hoorns van goud en ivoor.
Een der schoonste stukken is wel een
gouden'tijgerkop, buitgemaakt met den schat
van Tippo Sahib, dien de Engelsche troepen
honderd jaar geleden na de bestorming van
Seringapatnam medebrachten en neerlegden
aan de treden van den troon.
Men berekent dat bjj groote gastmalen
zooals dit een schat ter waarde van twee mil-
lioen pond sterling wordt uitgestald.
Men stelle zich daarbij voor het schitte
rende gezelschap dat aan dezen langen di*ch
plaats neemtde Koningin, de prinsessen en
edelvrouwen, stralend van diamanten en
kostbaren tooi, de mannen in met goud en
zilver overdekte uniformen of civiele hof-
kleedjj met de grootkruizen en sterren van
heel het hof-firmament der gansche wereld.
Men stelle zich daarbjj voor het leger van
bedienden in groot livrei en langs de wanden
de slotgarde in hun ouderwetsch gewaad,
zooals men in de dagen van Hendrik VIII
droeg, rood en zwart met geplooide hals
kragen en hellebaarden, allen prachtige, ern
stige kerels, echte soldatenkoppen met volle
baarden, en men kan zich eenigermate een
beeld vormen van de St. Georgeshal ter ge
legenheid van zulk een gastmaal, wanneer
de ruischende tonen der kapel van de garde
grenadiers door de in een zee van licht ba
dende zaal zweven.
"Wjj vinden in de Engelsche bladen heel
wat kleine trekjes, die ijverige reporters
opgemerkt hebben in keizer Wilhelm en zijn
beide zoons, die hem naar het hof van hun
overgrootmoeder hebben vergezeld.
Geroemd wordt de vriendelijkheid en be
leefdheid des Keizers die hem groote popu
lariteit bezorgt. Zoo stond een oud-bediende,
een der portiers in het park van Windsor,
bjj de poort toen de Keizer voorbijging. De
man ontblootte natuurljjk het hoofd, en de
Keizer beantwoordde zjjn nederigen groet
door met een vriendelijken glimlach den
slappen vilten hoed dien hjj droeg, af te
nemen, zóó beleefd als gold de groet een
dame.
De prinsen zijn even beleefd. Op een mor
gen maakten zij met hun gouverneur een
wandeling. Het was nog zeer vroeg, en alleen
de tuinlieden die de dooda bladeren vrog-
harkten, waren op. Toevallig kwam er een
bedelaar aan, die de prinsen niet kende en
met het gewone gebaar zijn hoed afnam. De
kleine pn/s Oscar zag het voor een groet
aan en bracht meteen zjjn hand aan zjjn
muts. Hjj v/as zeer verwonderd van zjjn gou
verneur te hooren dat het een bedelaar was.
Welk snjjdend contrastI
De jonge prinsen worden op hun wande-
fingen zelden door het publiek herkendzjj
bewegen zich vrjj en ongedwongen en trek
ken door niets de aandacht tot zich in hun
blauwe matrozenpakjes zonder eenigen op
schik met j>H. M. S. Hohenzollern" op den
rand van hun muts. Om handschoenen be
kommeren zjj zich evenveel als echte ma
trozen, maar hun wandelstokjes sleepen zjj
met evenveel trots overal mede als echte
jongens plegen te doen.
Prins August, de oudste der twee, is een
fflkke jongen met een rond, joviaal, opgeruimd
gezicht. Hg heeft den eigenaardigen leeftijd
bereikt waarop Jongens de hoede van een
gouverneur op hun wandelingen beneden hun
waardigheid gaan achten. Prins August doet
zjjn best den schooljongen af te schudden
en loopt daar met een klein zelfbewust
airtje, zwaait zjjn stok, babbelt met zjjn
broer over het verschil tusschen Engelsch
en Duitsch roodwild en amuseert zich zoo
veel hij kan.
Prins Oscar, een slanke, gespierde jongen,
is het evenbeeld van zjjo oudsten broeder,
den kroonprins, toen deze zeven of acht jaar
jonger was. Zjjn gelaat vertoont een zeer
verstandige uitdrukking en zjjn rustelooze
aard laat hem niet langer dan een paar
minuten naast zjjn broeder voortwandelen.
Telkens loopt hij weg naar zjjn gouverneur
om iets te vragen of hij ontdekt iets belang
wekkend» in het gras, de boomen of de lucht.
Niets ontgaat zijn scherpen blik. Prins Oscar
is een echte zoon zjjns vaders.
De omgang tusschen den gouverneur en
zjjn pupillen is zeer ongedwongen. De gou
verneur betoont de prinsen geen bijzonderen
eerbied, en zjj mogen vrjj hun gang gaan,
zoo laog zjj zich gedragen zooals het behoort.
Als prins Oscar afdwaalt van het pad der
etiquette, roept de gouverneur hem tot de
orde en brengt hem terug tot zjjn plicht.
rPrins Oscar" en ïPrins August" is de
eenige titel die hun door den gouverneur
wordt gegevenbovendien wordt het fami
liare »du" dat men in Duitschland tegen
kinderen bezigt, vervangen door het eerbie
diger ïSie".
De twee broeders zijn blijkbaar beste maat
jes. Dikwgls loopen zjj arm en arm, en dan
neemt prins August vaak de kleine hand
van zjjn kleinen broeder in de zjjne, Wacht
even, August", roept prins Oscar, als hg het
een of ander ziet dat zjjn belangstelling wekt
en nAugust" doet wat hem gevraagd wordt
en wacht kalm tot-zijn broeder hem inhaalt.
Een leuk staaltje wordt nog van prins
Oscar verteld. Op een der wandelingen trachtte
twee dames van een heuvel kiekjes te nemen
van de beide prinsen. De oudste bekommerde
zich er jrsiet om, maar prins Oscar scheen niet
op deze wjjze vereeuwigd to willen worden.
Eerstkeerde hij zjjn rug naar de dreigend
opgestelde driepootentoen de dames zich
paardoor niet lieten afschrikken, verschool hij
zich achter een dikken boom. Maar de dames
hielden stand en wachtten een gunstiger
oogenblik af.
Toen, terwij! de hoofden der dames ver
dwenen waren onder het zwarte doek, rende
de jonge prins in een ren den heuvel op en
ging met zjjn rug voor de lens staan. Mis
schien is het gelukt een stukje van 's prinsen
blouse op de plaat te krijgen, maar prins
Oscar zelf o.ntsnapte, want even vlug als hjj
gekomen was, liep hg ook weer den heuvel
af om even later op de aanmaning van den
gouverneur naar het kasteel terug te keeren.
Een woord der Koningin-Moeder.
II. M. de Koningin-Moeder heeft atfn mej.
Slot, hoofd der verpleegsters bjj de tweede
ambulance van het Ned. Roode Kruis, het
volgend telegram gericht:
Gaarne wenschende ook bij het vertrek
van de tweede ambulance van het Neder-
landsche Roode Kruis van mijn oprechte be
langstelling te doen bljjken, verzoek ik u aan
de zusters, welke u vergezellen, de verzeke
ring te geven, dat mjjn bede gaat met allen.
Gods zegen ruste op het werk dor ambu
lance en God bescherme hare leden bjj hun
werk van liefde en zelfopoffering.
EMMA.
Emigratiefonds.
Aan alle Nederlanders
Overwegende dat er in deze dagen voor do
strijdende Oud-Hdllandsche Republieken in
Zuid-Afrika, door het Nedarlamdsolie volk
meer gedaan moeit worden dan het bijeen
brengen van. ettelijke tonnen gouds, welke
als liefdegaven in of na dezen oorlog onmid
dellijk zullen wegsmelten; veroorloven on-
dtergeteekenden zidh. met een voorstel tot U
te komen, dat naast deze treffende uiting van
sympathie, ons Nationaal liefdefonds, zal gel
den als een onomstootelijike uiting van onzen
Nationalon wil, am. voortaan de banden van
stamverwantschap tusschen de Zuid-Afrik.
Republieken en Nederland) dtoor den leven
den band, den' band des bloedfe, krachtdadig
en blijvend te versterken.
Waartoe wij naast de verblijdende uiting
van Nationale sympathie naast Uw liefde
gaven, die van zoovele zijden gevraagd, door
zooveten Uwer met bewtrndterenswaardige of
fervaardigheid gegeven en hergeven worden,
thans een beroep komen dben op Uw offer
vaardigheid ooik voor ons'praktisch plan, dat
is omdat wij behoefte gevoelen de geweldige
sympathie van bet Nedbrlandsoho volk om
te zetten in een daad.
Daarom, omdat wij ons overtuigd houden
diat het praiktische Nederlandische volk ook
in zijn sympathie-betuiging vraagt naar do
praktische gevolgen van zijn doen, omdat gij
allen met minder dan wij, berend om voor
ouzo staingenooten in Zuid-Afrika de beurs
te openen, verder ziet dan het oogenblik, oon-
dlat gij niet minder dan wij zult verlangen
naar eon tastbaren vorm, waardoor uw offer
vaardigheid de kans biedt van vruchten af
te werpen voor hot doel waarvoor uw mede
werking wordt gevraagd, het behkmd en, den
bloei van een sbamverwant Ziud-Afi'ika, daar
om leggen wij U een plan voor dat bij on3 is
gerijpt, als een poging ocm een goede zaak op
praktische wijze te dienen, een plan dat wij
U voorleggen in den vorm bijna gelijk aan
een financieel© zaak, xnaar alleen in zooverre
als wij door het toekennen van een matige
rente heb phikntropisch kwaker uit ons plam
hebben willen weren.
Door het vaststellen eener matige rente,
hebben wij minder bedoeld dien kapitaalbe
zitters hier te lande onze Emigratie-Maat-
scliappij voor te spiegelen als een remtegeven-
de onderneming, dan wel om ook de Jdeane
beurzen die voor geen gift mogen geopend
worden, maar voor wie heb geoorloofd is te
ach'ten als rentogövendi bedt eenig aandeel
in deze nationale onderneming te verwerven,
de gelegenheid daartoe open te stellen.
Het risico dat een Emigrabie-Müaatedhappij
gelijk wij haar voorstellen beloopt, maakt liet
zeer wel mogelijk dat in de eerste jaren geen
rente zal kunnen worden uitgekeerd, maar
wij houden ons overtuigd dat bij goed en ver
standig beheer de uitkomsten heb vertrou
wen, dat wij in deze zaak stellen, niet zullen
beschamen.
Indien, wat nimmer moge blijkeu, in dezen
strijd de beide Republieken het onderspit
zouden delven tegen Engeland, dan nog is er
geen vrees dat het bezit, liet particulier
eigendom, dat helaas dtoor dezen oorlog in
zoo ruune mate onbeheerd aal zijn geworden,
zal wonden ontvreemd. Maar wel kiemt dan
de behoefte en vooral de plicht voor ons
stamverwante Nederlanders om de plaats
m te nemen van de gevallenen en den braak-
liggenden grond vruchten te doen afwerpen
ten zegen van het zwaar beproefde volk.
E wanneer, hetgeen wij allen hopen en se
dert week op weak met meer vertrouwen ho
pen en gelooven, de strijd ten. gunste vtan do
Zuid-Afrik. Republieken wordt beslist, dan
ook zullen de gesneuvelden niet opstaan, dan
ook zal er behoefte zijn om do plaatsen te
doen innemen door eerlijke plaatsvervan
gers, door Nederlanders.
In de toekomst zien wij Zuid-Afrika na
dezen oorlog een ontzaglijke ontwikkeling
tegemoet gaan, laat ons Nederlanders zorgen
dat wij, voor zoover zulks mogelijk en doen
lijk is, in overleg met do Regeeringen van
beide Republieken in Zuid-Afrika, die ont
wikkeling leiden terwijl liet tijd is. Laat ons
den tijd besteden zoolang hot voor ieder on
zer dag is, en laat ons dioor een'klein bewijs
van geldelijlc risico, desnoods gedurendle en
kele jaren als offer, maar- zoo mogelijk en
dit ter willo van latere en grootschere ont
wikkeling als geldbelegging, aan dit wotik
meedoen.
Laat ons ver-trouwen Stellen in ons eigen
ras in Zuid-Afrika en dit toonen met de
daad.
Heb fonds der „Nederlandscho Emigratie-
Maatsdhappij voor Transvaal en Oranje-Vrij
staat" bestaat uit een maatschappelijk kapi
taal van f 4,000,000, verdeeld in 16 seriën,
ieder groot f 250,000, waarvan bij de oprich
ting ministens één serie moet zijn geplaatst.
De aandeden, zijn f 10, f 100, f 500 en f 1000
aan toonder.
De Neiderlanidscho Emigratie-Mmtóehappij
voor Transvaal en Oranje-Vrijstaat beoogt
het Noderlandsche element in de beide Zuid-
Ajfrdkaanschö Republieken door emigratie
vanuit Nederland allereerst van. landbou
wers krachtdadig te versterken; voorts
met alle gewettigde middelen de stamver
wantschap tusschen Nederland en de Zuid-
Afrikaansche Rep.".b'it-ken levendig te hou
den, en de toenadering die op grond ook van
onze taalgemeenschap bestaat, aan te wenden
tot de bevordering van alle praktischo belan
gen die dtoor emigratie in ail gem een en an zul
len worden gebaat.
De Nederlandsche End grafie-Maatschappij
tracht haar dbel te bereiken allereerst door
gronden in de Zuid-Afriibaansche Republie
ken te verwerven, en hetzij in huur hetzij in
bezit, uit te geven aan Nederlanders.
Haar optreden- in commercieelea zin heeft
een uitsluitend administratief karakter, waar
bij winstbejag is uitgesloten.
Haar middelen worden onder voorbehoud
van de noodige reserve, geheel aangewend
ten bate van die emigratienbelangen, waarom
trent de inzichten van de beide Zuid-Afri-
kaansche Republieken steeds zullen worden
gevraagd en géhoord.
Over het kapitaal zal ten hoogste 4 aan
aandeelhouders Worden uitgekeerdmaar die
matige rente zal worden erkend als een gere
gelde en blijvende verplichting tegenover alle
aandeelhouders, en wel van heb oogenblik af
dat de inschrijving op de eerste serie het tot
stand komen der Maatschappij mogelijk zal
hebben geanlaakt.
Indien de uitkomsten van een of meer ja
ren onverhoopt een uitkeering van rente ge
heel of gedeeltelijk doen ontraden, blijft niet
temin heb kapitaal over dat jaar zijn aan
spraken tot de volle 4 rente behouden, en
wordt uit ieder volgend winstcijfer allereerst
op de aandeden de vroeger gemiste rente tot
4 aangevuld.
Tegenover de ongustage beschouwing die
voor elke Emigratie-Maatschappij het maken
van eenige rente in twijfel doet stellen, staat
in dit geval dat het oog van geheel de be
schaafde wereld door de kloeke houding on
eer stamverwanten, op de beidia Republieken
in Zuid-Afrika is gevestigd. De verdere ont
wikkeling dezer Staten, zoo ui {gebreid aan
grondbezit, en rijk aan delfstoffen, waar
om Engeland alleen den oorlog voert is
aan geen twijfel onderhavig. Daarom moet
ongetwijfeld heb grondbezit of de kapibaalbe-
legging daarin, (hetgeen de Nederlandsche
Emigratie-Maatschappij beoogt), op den duur
deza Maatschappij een uiterst soliden basis
gewen, en voor het maatschappelijk kapitaal
een boogere rente dan 4 afwerpen, welk
meerdere echter op geen© wijze voor aandeel
houders zal kunnen worden bestemd, maar
uibsluibend ten goede zal komen aan heb ver
dere doel der Nederlandsche Emigratie-Maat
schappij de bevordering van de Nedterlaud-
sdhe Emigratie-belangen, voor Zuid-Afrika in
algemeenen zin.
Namens do Commissie voor de Nederl.
Emigratie-Maatschappij
De Wenkoommissie,
S. J. VERMAES, voorzitter,
Leeuwarden.
J, A. VAN HATTEIM, penningmeester,
Sdhewemingen.
G. L. W. PETERS, Rotterdam.
H. J. NEDERHORST, Gouda.
H. J. PLANT, Schiedam.
H. H. TIMMER, Amsterdam.
O. EAsMEIRLINGH ONNES, secretaris,
Amsterdam.
Ambulances.
Donderdagavond hield die Vereenigi ng tot
Bevordering van de Krijgswetenschap in Mu
sis Sacrum te Arnhem, een algemeens verga
dering, waarin het voornaamste punt was een
zeer grondige bespreking dtoor den heer
Quanjer, dirigecrend officier van gezondheid,
gehouden over de Conventie van Genève en
den toestand der ambulances. Duidelijk werd
de toestand, wat de verpleging der gewonden
betreft, geschilderd!, zooals deze whs, voordat
de „Souvenirs do Solferino" van Dunant ver
scheen, aan welk eenvoudig onopgesmukt
boekje de Conventie van Geneve haar ont
staan te danken heeft. Juist in deze dagen
zal men waardeleren, wat de tegenwoordige
ambulances vermogen.
En deze zijn mogelijk geworden door de
Conventie. Deze bepaalt o. a. dat de ambu
lances neutraal zullen zijn, mits zij niet on
der bewaking worden gesteld, dat zij even
goed vriend als vijand zullen moeten verple
gen, dab de ambulances bij heb voortrukken
der vijand öf mogen doorwerken, öf door den
vijand worden overgenomen, zwaar gewonden
zullen naar huis worden gezonlden. Verder
zullen de huizen, waarin gewonden zijn opge
nomen, vrij van inkwartiering zijn, welke be
palingen in 1868 gewijzigd weiden. Heb her
kenningstoeken zal zijn het roode kruis op
een wit veld; alleen Turkije heeft de halve
maan als zoodanig aangenomen. Uitvoerig
warden aan de hand van. reeds gevoerde oor
logen de zegenrijke gevolgen van cte Conven
tie nagegaan. Ook werd er op gewezen, welke
resultaten te danken zijn aan de vereeniging
Het Roode Kruis, die zich reedis in vredes
tijd op de oorlog3nood.cn voorbereidt. Dat de
lezing besloten werd met een opwekking om
Het Roode Kruis te steunen, behoeft niet
gezegd te wenden. Deze rede ontleende haar
belangrijkheid èn aan het actueele van heb
onderwerp én aan de sympathieke wijze,
waarop spr. heb behandelde.
(„Arnh. Ct.")
Keizer Wilhelm over Yllssingen.
Naar men aan de >Midd. Ct." mededeelde,
werd gistermorgen aan het Duitsche Consu
laat te Vlissingen door een officieel schrijven
bericht, dat "Woensdag a.s. het Keizerlijke
Duitsche jacht Hohenzollern omstreeks drie
uur 's namiddags op de rede aldaar zal arri-
veeren.
De keizer met het verdere vorstelijke ge
zelschap, dat met het jacht de reis van
Engeland af zal maken, zal dan met een
sloep aan wal worden gebracht en met den
trein van vjjf uur de reis naar Duitschland
voortzetten.
Mocht ruw weder het uitzetten van een
sloep onmogelgk maken, zoo zal de Hoken-
z|o 11 e r n in de buitenhaven binnenvallen
en bjj de ponton aanleggen.
Invoerrecht op alcoholische dranken.
Blijkens het afdcelingsverslag over het
wetsontwerp tot goedkeuring van de op 8 Ju
ni 1899 te Brussel ook door Nederland on-
dertoekende conventie tot herziening van. het
minimum invoerrecht op alcoholische dran
ken m do oonventioneelo zóne van Afrika,
hadden sommige leden der Tweede Kamer ge-
wonsdht dat een hooger minimum invoer
recht ware aangenomen als middel om het
drankgebruik te beperken en betreurden rij
dus dat onze Rageering niet in die richting
werkzaam, is geweest.
Bij Kon. besluit zijn met 1 Dec. voor den
tyd van drie jaren benoemd tot plaatsver
vangers van den districtsveearts wien 's Gra-
venhage tot standplaats is aangewezen de
veeartsen H. Remmelts, te Vlaardingen, en
D, Van Grixting, Leidenen is aan den
plaatsv. districtsveearts H. Remmelts, te
Vlaardingen, toegekend de titel van Gouv.-
keurmeester van vee en is lig, als zoodanig
belast met de visitatie van vee aan den
Hoek van Holland vóór de inlading ia een
naar het buitenland bestemd schip.
Bjj Kon. besluit is benoemd bij het per
soneel van den geneeskundigen dienst der
landmacht tot officier van gezondheid 2e kl.
de burgergeneeskundige, arts, F. H. Quix.
De beschikking van 23 Augustus, waarbij
de Belgische minister van landbouw den
invoer van melkkoeien uit Nederland over
het douanekantoor Santvliet verbood, zal den
len December worden ingetrokken.
Ramp bij Capelle.
Hoewel na het spoorwegongeluk te Capelle
a/d. IJsel velerlei geruchten liepen van ge
wonde passagiers, die toen zjj daar hulpe
loos nederlagen, geroofd zouden zijn, is zoo
langzamerhand uit de ruïne al hetgeen ver
mist werd als een portefeuille met £165, een
gouden horloge, een taschje enz. te voorschijn
gekomen. Enkel een smal zilveren armband
je wordt nog vermist. (»N. R. C.")
Inbraak in een postkantoor.
De inbraak in het huippostkantoor aan de
Van der Helst-straat te Amsterdam is den
inbrekers blijkbaar goed bevallen, anders
hadden ze zeker niet zoo spoedig daarna in
een ander hulppostkantoor, nu aan d" Prins
Hendrikkade, een dergelijk bezoek gebracht
als aan het eerstgenoemde. Kort hebben we
de gevolgen van dat bezoek al meegedeeld,
we willen het hier nog wat uitvoeriger laten
volgen.
's Morgens kwam, zooals hij gewoon was
te doen, de beambte om het kantoor, dat,
gevestigd in de Kweekschool voor de Zee
vaart 's nachts onbewoond is, te openen. De
buitendeur vond hij niet op sl#t, maar nog
niets bijzonders denkende, ging hij binnen,
om toen hjj daar de glazen tochtdeur open
vond staan met een stoel er tegen aan om
haar open te houden, begreep hjj dat er iets
niet in den haak was.
Het kantoor binnengaande, zag hjj de klein
ste der beide brandkasten midden in het
vertrek staan. In de deur bevond zich een
groot gat en daardoor hadden degenen die
er dat in gemaakt hadden, waarschijnlijk
het slot weten los te maken, ton minste de
deur stond open. Wat er aan contant geld,
zilver in was, een goede twee honderd gulden,
hebben de bezoekers meegenomen een groot
aantal postzegels, die zich ook in de kas bevon
den, hebben ze laten liggen.
Aan de tweede brandkast hebben de in
brekers eveneens zitten peuteren, maar die
heeft hun pogingen weerstaan ze hebben
er niets uit kunnen ontvreemden, wat maar
gelukkig is, daar juist in die kast de grootste
waarden waren geborgen, als aangeteekende
brieven, pakketten van waarde enz. De kast
was achter leeljjk gehavend. In de deur
waren twee gaten geboord en met een zwaar
voorwerp, een breekjjzer waarschijnlijk, was
de ijzeren buitenwand van de deur ingedrukt
en gescheurd. Het slot, een letterslot, is
echter aan de pogingen om het te openen
weerstand bljjven bieden.
De inbrekers zijn blijkbaar, de aard der
beschadiging van de kasten toont dit aan,
van uitstekende instrumenten voorzien geweest
en het is bijna onbetwistbaar, dat men hier
te doen heeft gehad met dezelfde mannen,
die ook de inbraak in het hulp-postkantoor
in de Van der Helststraat op hun rekening
hebben en ook nog eenige andere in den
laatsten tjjd hier gepleegde inbraken waarbij
het op brandkasten gemunt was.
De inspecteur van de posterijen is spoedig
na de ontdekking op het kantoor verschenen
om de schade op te nemen en de recherche
toog aanstonds op onderzoek uit. Het is te
hopen dat de brutale dieven gevat worden,
want uit alles blijkt, dat men hier met een
paar gevaarlijke, slimme mannen te doen
heeft. Dat de zware brandkast eerst naar
het midden van- het kantoor gesleept is geeft
ook al een bewijs van hun slimheidnu