53"° Jaargang. Tweede Blad. Keizer Wilhelm in EiigeM Zondag 26 en Maandag 27 November 1899. No. 10100 Transvaal en Oranje-Vrijstaat. BOTEN1AJÏD. Uit de Staatscourant. Landbouw on Yeeteelt. Geinengd Ni en w s. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat GS. Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel meer 123/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voórdeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde hleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Uo. 133. Het Engelsche hof kenmerkt zich door ouderwetsche en ernstige pracht, die her innert, als zooveel in Engeland, aan den tijd der staatsiepruiken en kanten jabots. En wanneer een machtig vorst als de Duitsche Keizer ten bezoek is op het oude slot Wind sor, dat zijn aanzjjn dankt aan Willem den Veroveraar, wordt de herinnering wakker geroepen aan lang vervlogen tijden. Aardig is de beschrijving van het groote gala-diner dat den 21sten, den verjaardag van Koningin Victoria's oudste dochter, de moeder van Keizer Wilhelm, een schaar van prinsen en prinsessen en hoogwaardigheids bekleders vereenigde in de St. Georgeshal op het aloude koningslot. Het was een pronkmaal in de volle be- teekenis van het woord. De St. Georgeshal is een zaal van ongeveer 67 M. lengte, 12 M. breedte en 11 M. hoogte. Aan de wanden hangen portretten der Engelsche vorsten van Jacob I tot Georg I, geschilderd door de hofschilders Van Djjck, Lely, Kneller en Gainsborough. De zoldering en de wanden zjjn versierd met de wapens van de ridders van den Kousenband van de dagen van Edu- ard III af tot op onzen tjjd, terwijl de banieren der eerste zesentwintig ridders der orde van rechthoekig op de wanden aange brachte stangen afhangen. De lange tafel, berekend voor meer dan honderd veertig gasten, is bedekt met het schitterende gouden servies der Kroon, en aan beide rijden torsen zware dientafels de kostbaarste pronkstukken, schotels en hoorns van goud en ivoor. Een der schoonste stukken is wel een gouden'tijgerkop, buitgemaakt met den schat van Tippo Sahib, dien de Engelsche troepen honderd jaar geleden na de bestorming van Seringapatnam medebrachten en neerlegden aan de treden van den troon. Men berekent dat bjj groote gastmalen zooals dit een schat ter waarde van twee mil- lioen pond sterling wordt uitgestald. Men stelle zich daarbij voor het schitte rende gezelschap dat aan dezen langen di*ch plaats neemtde Koningin, de prinsessen en edelvrouwen, stralend van diamanten en kostbaren tooi, de mannen in met goud en zilver overdekte uniformen of civiele hof- kleedjj met de grootkruizen en sterren van heel het hof-firmament der gansche wereld. Men stelle zich daarbjj voor het leger van bedienden in groot livrei en langs de wanden de slotgarde in hun ouderwetsch gewaad, zooals men in de dagen van Hendrik VIII droeg, rood en zwart met geplooide hals kragen en hellebaarden, allen prachtige, ern stige kerels, echte soldatenkoppen met volle baarden, en men kan zich eenigermate een beeld vormen van de St. Georgeshal ter ge legenheid van zulk een gastmaal, wanneer de ruischende tonen der kapel van de garde grenadiers door de in een zee van licht ba dende zaal zweven. "Wjj vinden in de Engelsche bladen heel wat kleine trekjes, die ijverige reporters opgemerkt hebben in keizer Wilhelm en zijn beide zoons, die hem naar het hof van hun overgrootmoeder hebben vergezeld. Geroemd wordt de vriendelijkheid en be leefdheid des Keizers die hem groote popu lariteit bezorgt. Zoo stond een oud-bediende, een der portiers in het park van Windsor, bjj de poort toen de Keizer voorbijging. De man ontblootte natuurljjk het hoofd, en de Keizer beantwoordde zjjn nederigen groet door met een vriendelijken glimlach den slappen vilten hoed dien hjj droeg, af te nemen, zóó beleefd als gold de groet een dame. De prinsen zijn even beleefd. Op een mor gen maakten zij met hun gouverneur een wandeling. Het was nog zeer vroeg, en alleen de tuinlieden die de dooda bladeren vrog- harkten, waren op. Toevallig kwam er een bedelaar aan, die de prinsen niet kende en met het gewone gebaar zijn hoed afnam. De kleine pn/s Oscar zag het voor een groet aan en bracht meteen zjjn hand aan zjjn muts. Hjj v/as zeer verwonderd van zjjn gou verneur te hooren dat het een bedelaar was. Welk snjjdend contrastI De jonge prinsen worden op hun wande- fingen zelden door het publiek herkendzjj bewegen zich vrjj en ongedwongen en trek ken door niets de aandacht tot zich in hun blauwe matrozenpakjes zonder eenigen op schik met j>H. M. S. Hohenzollern" op den rand van hun muts. Om handschoenen be kommeren zjj zich evenveel als echte ma trozen, maar hun wandelstokjes sleepen zjj met evenveel trots overal mede als echte jongens plegen te doen. Prins August, de oudste der twee, is een fflkke jongen met een rond, joviaal, opgeruimd gezicht. Hg heeft den eigenaardigen leeftijd bereikt waarop Jongens de hoede van een gouverneur op hun wandelingen beneden hun waardigheid gaan achten. Prins August doet zjjn best den schooljongen af te schudden en loopt daar met een klein zelfbewust airtje, zwaait zjjn stok, babbelt met zjjn broer over het verschil tusschen Engelsch en Duitsch roodwild en amuseert zich zoo veel hij kan. Prins Oscar, een slanke, gespierde jongen, is het evenbeeld van zjjo oudsten broeder, den kroonprins, toen deze zeven of acht jaar jonger was. Zjjn gelaat vertoont een zeer verstandige uitdrukking en zjjn rustelooze aard laat hem niet langer dan een paar minuten naast zjjn broeder voortwandelen. Telkens loopt hij weg naar zjjn gouverneur om iets te vragen of hij ontdekt iets belang wekkend» in het gras, de boomen of de lucht. Niets ontgaat zijn scherpen blik. Prins Oscar is een echte zoon zjjns vaders. De omgang tusschen den gouverneur en zjjn pupillen is zeer ongedwongen. De gou verneur betoont de prinsen geen bijzonderen eerbied, en zjj mogen vrjj hun gang gaan, zoo laog zjj zich gedragen zooals het behoort. Als prins Oscar afdwaalt van het pad der etiquette, roept de gouverneur hem tot de orde en brengt hem terug tot zjjn plicht. rPrins Oscar" en ïPrins August" is de eenige titel die hun door den gouverneur wordt gegevenbovendien wordt het fami liare »du" dat men in Duitschland tegen kinderen bezigt, vervangen door het eerbie diger ïSie". De twee broeders zijn blijkbaar beste maat jes. Dikwgls loopen zjj arm en arm, en dan neemt prins August vaak de kleine hand van zjjn kleinen broeder in de zjjne, Wacht even, August", roept prins Oscar, als hg het een of ander ziet dat zjjn belangstelling wekt en nAugust" doet wat hem gevraagd wordt en wacht kalm tot-zijn broeder hem inhaalt. Een leuk staaltje wordt nog van prins Oscar verteld. Op een der wandelingen trachtte twee dames van een heuvel kiekjes te nemen van de beide prinsen. De oudste bekommerde zich er jrsiet om, maar prins Oscar scheen niet op deze wjjze vereeuwigd to willen worden. Eerstkeerde hij zjjn rug naar de dreigend opgestelde driepootentoen de dames zich paardoor niet lieten afschrikken, verschool hij zich achter een dikken boom. Maar de dames hielden stand en wachtten een gunstiger oogenblik af. Toen, terwij! de hoofden der dames ver dwenen waren onder het zwarte doek, rende de jonge prins in een ren den heuvel op en ging met zjjn rug voor de lens staan. Mis schien is het gelukt een stukje van 's prinsen blouse op de plaat te krijgen, maar prins Oscar zelf o.ntsnapte, want even vlug als hjj gekomen was, liep hg ook weer den heuvel af om even later op de aanmaning van den gouverneur naar het kasteel terug te keeren. Een woord der Koningin-Moeder. II. M. de Koningin-Moeder heeft atfn mej. Slot, hoofd der verpleegsters bjj de tweede ambulance van het Ned. Roode Kruis, het volgend telegram gericht: Gaarne wenschende ook bij het vertrek van de tweede ambulance van het Neder- landsche Roode Kruis van mijn oprechte be langstelling te doen bljjken, verzoek ik u aan de zusters, welke u vergezellen, de verzeke ring te geven, dat mjjn bede gaat met allen. Gods zegen ruste op het werk dor ambu lance en God bescherme hare leden bjj hun werk van liefde en zelfopoffering. EMMA. Emigratiefonds. Aan alle Nederlanders Overwegende dat er in deze dagen voor do strijdende Oud-Hdllandsche Republieken in Zuid-Afrika, door het Nedarlamdsolie volk meer gedaan moeit worden dan het bijeen brengen van. ettelijke tonnen gouds, welke als liefdegaven in of na dezen oorlog onmid dellijk zullen wegsmelten; veroorloven on- dtergeteekenden zidh. met een voorstel tot U te komen, dat naast deze treffende uiting van sympathie, ons Nationaal liefdefonds, zal gel den als een onomstootelijike uiting van onzen Nationalon wil, am. voortaan de banden van stamverwantschap tusschen de Zuid-Afrik. Republieken en Nederland) dtoor den leven den band, den' band des bloedfe, krachtdadig en blijvend te versterken. Waartoe wij naast de verblijdende uiting van Nationale sympathie naast Uw liefde gaven, die van zoovele zijden gevraagd, door zooveten Uwer met bewtrndterenswaardige of fervaardigheid gegeven en hergeven worden, thans een beroep komen dben op Uw offer vaardigheid ooik voor ons'praktisch plan, dat is omdat wij behoefte gevoelen de geweldige sympathie van bet Nedbrlandsoho volk om te zetten in een daad. Daarom, omdat wij ons overtuigd houden diat het praiktische Nederlandische volk ook in zijn sympathie-betuiging vraagt naar do praktische gevolgen van zijn doen, omdat gij allen met minder dan wij, berend om voor ouzo staingenooten in Zuid-Afrika de beurs te openen, verder ziet dan het oogenblik, oon- dlat gij niet minder dan wij zult verlangen naar eon tastbaren vorm, waardoor uw offer vaardigheid de kans biedt van vruchten af te werpen voor hot doel waarvoor uw mede werking wordt gevraagd, het behkmd en, den bloei van een sbamverwant Ziud-Afi'ika, daar om leggen wij U een plan voor dat bij on3 is gerijpt, als een poging ocm een goede zaak op praktische wijze te dienen, een plan dat wij U voorleggen in den vorm bijna gelijk aan een financieel© zaak, xnaar alleen in zooverre als wij door het toekennen van een matige rente heb phikntropisch kwaker uit ons plam hebben willen weren. Door het vaststellen eener matige rente, hebben wij minder bedoeld dien kapitaalbe zitters hier te lande onze Emigratie-Maat- scliappij voor te spiegelen als een remtegeven- de onderneming, dan wel om ook de Jdeane beurzen die voor geen gift mogen geopend worden, maar voor wie heb geoorloofd is te ach'ten als rentogövendi bedt eenig aandeel in deze nationale onderneming te verwerven, de gelegenheid daartoe open te stellen. Het risico dat een Emigrabie-Müaatedhappij gelijk wij haar voorstellen beloopt, maakt liet zeer wel mogelijk dat in de eerste jaren geen rente zal kunnen worden uitgekeerd, maar wij houden ons overtuigd dat bij goed en ver standig beheer de uitkomsten heb vertrou wen, dat wij in deze zaak stellen, niet zullen beschamen. Indien, wat nimmer moge blijkeu, in dezen strijd de beide Republieken het onderspit zouden delven tegen Engeland, dan nog is er geen vrees dat het bezit, liet particulier eigendom, dat helaas dtoor dezen oorlog in zoo ruune mate onbeheerd aal zijn geworden, zal wonden ontvreemd. Maar wel kiemt dan de behoefte en vooral de plicht voor ons stamverwante Nederlanders om de plaats m te nemen van de gevallenen en den braak- liggenden grond vruchten te doen afwerpen ten zegen van het zwaar beproefde volk. E wanneer, hetgeen wij allen hopen en se dert week op weak met meer vertrouwen ho pen en gelooven, de strijd ten. gunste vtan do Zuid-Afrik. Republieken wordt beslist, dan ook zullen de gesneuvelden niet opstaan, dan ook zal er behoefte zijn om do plaatsen te doen innemen door eerlijke plaatsvervan gers, door Nederlanders. In de toekomst zien wij Zuid-Afrika na dezen oorlog een ontzaglijke ontwikkeling tegemoet gaan, laat ons Nederlanders zorgen dat wij, voor zoover zulks mogelijk en doen lijk is, in overleg met do Regeeringen van beide Republieken in Zuid-Afrika, die ont wikkeling leiden terwijl liet tijd is. Laat ons den tijd besteden zoolang hot voor ieder on zer dag is, en laat ons dioor een'klein bewijs van geldelijlc risico, desnoods gedurendle en kele jaren als offer, maar- zoo mogelijk en dit ter willo van latere en grootschere ont wikkeling als geldbelegging, aan dit wotik meedoen. Laat ons ver-trouwen Stellen in ons eigen ras in Zuid-Afrika en dit toonen met de daad. Heb fonds der „Nederlandscho Emigratie- Maatsdhappij voor Transvaal en Oranje-Vrij staat" bestaat uit een maatschappelijk kapi taal van f 4,000,000, verdeeld in 16 seriën, ieder groot f 250,000, waarvan bij de oprich ting ministens één serie moet zijn geplaatst. De aandeden, zijn f 10, f 100, f 500 en f 1000 aan toonder. De Neiderlanidscho Emigratie-Mmtóehappij voor Transvaal en Oranje-Vrijstaat beoogt het Noderlandsche element in de beide Zuid- Ajfrdkaanschö Republieken door emigratie vanuit Nederland allereerst van. landbou wers krachtdadig te versterken; voorts met alle gewettigde middelen de stamver wantschap tusschen Nederland en de Zuid- Afrikaansche Rep.".b'it-ken levendig te hou den, en de toenadering die op grond ook van onze taalgemeenschap bestaat, aan te wenden tot de bevordering van alle praktischo belan gen die dtoor emigratie in ail gem een en an zul len worden gebaat. De Nederlandsche End grafie-Maatschappij tracht haar dbel te bereiken allereerst door gronden in de Zuid-Afriibaansche Republie ken te verwerven, en hetzij in huur hetzij in bezit, uit te geven aan Nederlanders. Haar optreden- in commercieelea zin heeft een uitsluitend administratief karakter, waar bij winstbejag is uitgesloten. Haar middelen worden onder voorbehoud van de noodige reserve, geheel aangewend ten bate van die emigratienbelangen, waarom trent de inzichten van de beide Zuid-Afri- kaansche Republieken steeds zullen worden gevraagd en géhoord. Over het kapitaal zal ten hoogste 4 aan aandeelhouders Worden uitgekeerdmaar die matige rente zal worden erkend als een gere gelde en blijvende verplichting tegenover alle aandeelhouders, en wel van heb oogenblik af dat de inschrijving op de eerste serie het tot stand komen der Maatschappij mogelijk zal hebben geanlaakt. Indien de uitkomsten van een of meer ja ren onverhoopt een uitkeering van rente ge heel of gedeeltelijk doen ontraden, blijft niet temin heb kapitaal over dat jaar zijn aan spraken tot de volle 4 rente behouden, en wordt uit ieder volgend winstcijfer allereerst op de aandeden de vroeger gemiste rente tot 4 aangevuld. Tegenover de ongustage beschouwing die voor elke Emigratie-Maatschappij het maken van eenige rente in twijfel doet stellen, staat in dit geval dat het oog van geheel de be schaafde wereld door de kloeke houding on eer stamverwanten, op de beidia Republieken in Zuid-Afrika is gevestigd. De verdere ont wikkeling dezer Staten, zoo ui {gebreid aan grondbezit, en rijk aan delfstoffen, waar om Engeland alleen den oorlog voert is aan geen twijfel onderhavig. Daarom moet ongetwijfeld heb grondbezit of de kapibaalbe- legging daarin, (hetgeen de Nederlandsche Emigratie-Maatschappij beoogt), op den duur deza Maatschappij een uiterst soliden basis gewen, en voor het maatschappelijk kapitaal een boogere rente dan 4 afwerpen, welk meerdere echter op geen© wijze voor aandeel houders zal kunnen worden bestemd, maar uibsluibend ten goede zal komen aan heb ver dere doel der Nederlandsche Emigratie-Maat schappij de bevordering van de Nedterlaud- sdhe Emigratie-belangen, voor Zuid-Afrika in algemeenen zin. Namens do Commissie voor de Nederl. Emigratie-Maatschappij De Wenkoommissie, S. J. VERMAES, voorzitter, Leeuwarden. J, A. VAN HATTEIM, penningmeester, Sdhewemingen. G. L. W. PETERS, Rotterdam. H. J. NEDERHORST, Gouda. H. J. PLANT, Schiedam. H. H. TIMMER, Amsterdam. O. EAsMEIRLINGH ONNES, secretaris, Amsterdam. Ambulances. Donderdagavond hield die Vereenigi ng tot Bevordering van de Krijgswetenschap in Mu sis Sacrum te Arnhem, een algemeens verga dering, waarin het voornaamste punt was een zeer grondige bespreking dtoor den heer Quanjer, dirigecrend officier van gezondheid, gehouden over de Conventie van Genève en den toestand der ambulances. Duidelijk werd de toestand, wat de verpleging der gewonden betreft, geschilderd!, zooals deze whs, voordat de „Souvenirs do Solferino" van Dunant ver scheen, aan welk eenvoudig onopgesmukt boekje de Conventie van Geneve haar ont staan te danken heeft. Juist in deze dagen zal men waardeleren, wat de tegenwoordige ambulances vermogen. En deze zijn mogelijk geworden door de Conventie. Deze bepaalt o. a. dat de ambu lances neutraal zullen zijn, mits zij niet on der bewaking worden gesteld, dat zij even goed vriend als vijand zullen moeten verple gen, dab de ambulances bij heb voortrukken der vijand öf mogen doorwerken, öf door den vijand worden overgenomen, zwaar gewonden zullen naar huis worden gezonlden. Verder zullen de huizen, waarin gewonden zijn opge nomen, vrij van inkwartiering zijn, welke be palingen in 1868 gewijzigd weiden. Heb her kenningstoeken zal zijn het roode kruis op een wit veld; alleen Turkije heeft de halve maan als zoodanig aangenomen. Uitvoerig warden aan de hand van. reeds gevoerde oor logen de zegenrijke gevolgen van cte Conven tie nagegaan. Ook werd er op gewezen, welke resultaten te danken zijn aan de vereeniging Het Roode Kruis, die zich reedis in vredes tijd op de oorlog3nood.cn voorbereidt. Dat de lezing besloten werd met een opwekking om Het Roode Kruis te steunen, behoeft niet gezegd te wenden. Deze rede ontleende haar belangrijkheid èn aan het actueele van heb onderwerp én aan de sympathieke wijze, waarop spr. heb behandelde. („Arnh. Ct.") Keizer Wilhelm over Yllssingen. Naar men aan de >Midd. Ct." mededeelde, werd gistermorgen aan het Duitsche Consu laat te Vlissingen door een officieel schrijven bericht, dat "Woensdag a.s. het Keizerlijke Duitsche jacht Hohenzollern omstreeks drie uur 's namiddags op de rede aldaar zal arri- veeren. De keizer met het verdere vorstelijke ge zelschap, dat met het jacht de reis van Engeland af zal maken, zal dan met een sloep aan wal worden gebracht en met den trein van vjjf uur de reis naar Duitschland voortzetten. Mocht ruw weder het uitzetten van een sloep onmogelgk maken, zoo zal de Hoken- z|o 11 e r n in de buitenhaven binnenvallen en bjj de ponton aanleggen. Invoerrecht op alcoholische dranken. Blijkens het afdcelingsverslag over het wetsontwerp tot goedkeuring van de op 8 Ju ni 1899 te Brussel ook door Nederland on- dertoekende conventie tot herziening van. het minimum invoerrecht op alcoholische dran ken m do oonventioneelo zóne van Afrika, hadden sommige leden der Tweede Kamer ge- wonsdht dat een hooger minimum invoer recht ware aangenomen als middel om het drankgebruik te beperken en betreurden rij dus dat onze Rageering niet in die richting werkzaam, is geweest. Bij Kon. besluit zijn met 1 Dec. voor den tyd van drie jaren benoemd tot plaatsver vangers van den districtsveearts wien 's Gra- venhage tot standplaats is aangewezen de veeartsen H. Remmelts, te Vlaardingen, en D, Van Grixting, Leidenen is aan den plaatsv. districtsveearts H. Remmelts, te Vlaardingen, toegekend de titel van Gouv.- keurmeester van vee en is lig, als zoodanig belast met de visitatie van vee aan den Hoek van Holland vóór de inlading ia een naar het buitenland bestemd schip. Bjj Kon. besluit is benoemd bij het per soneel van den geneeskundigen dienst der landmacht tot officier van gezondheid 2e kl. de burgergeneeskundige, arts, F. H. Quix. De beschikking van 23 Augustus, waarbij de Belgische minister van landbouw den invoer van melkkoeien uit Nederland over het douanekantoor Santvliet verbood, zal den len December worden ingetrokken. Ramp bij Capelle. Hoewel na het spoorwegongeluk te Capelle a/d. IJsel velerlei geruchten liepen van ge wonde passagiers, die toen zjj daar hulpe loos nederlagen, geroofd zouden zijn, is zoo langzamerhand uit de ruïne al hetgeen ver mist werd als een portefeuille met £165, een gouden horloge, een taschje enz. te voorschijn gekomen. Enkel een smal zilveren armband je wordt nog vermist. (»N. R. C.") Inbraak in een postkantoor. De inbraak in het huippostkantoor aan de Van der Helst-straat te Amsterdam is den inbrekers blijkbaar goed bevallen, anders hadden ze zeker niet zoo spoedig daarna in een ander hulppostkantoor, nu aan d" Prins Hendrikkade, een dergelijk bezoek gebracht als aan het eerstgenoemde. Kort hebben we de gevolgen van dat bezoek al meegedeeld, we willen het hier nog wat uitvoeriger laten volgen. 's Morgens kwam, zooals hij gewoon was te doen, de beambte om het kantoor, dat, gevestigd in de Kweekschool voor de Zee vaart 's nachts onbewoond is, te openen. De buitendeur vond hij niet op sl#t, maar nog niets bijzonders denkende, ging hij binnen, om toen hjj daar de glazen tochtdeur open vond staan met een stoel er tegen aan om haar open te houden, begreep hjj dat er iets niet in den haak was. Het kantoor binnengaande, zag hjj de klein ste der beide brandkasten midden in het vertrek staan. In de deur bevond zich een groot gat en daardoor hadden degenen die er dat in gemaakt hadden, waarschijnlijk het slot weten los te maken, ton minste de deur stond open. Wat er aan contant geld, zilver in was, een goede twee honderd gulden, hebben de bezoekers meegenomen een groot aantal postzegels, die zich ook in de kas bevon den, hebben ze laten liggen. Aan de tweede brandkast hebben de in brekers eveneens zitten peuteren, maar die heeft hun pogingen weerstaan ze hebben er niets uit kunnen ontvreemden, wat maar gelukkig is, daar juist in die kast de grootste waarden waren geborgen, als aangeteekende brieven, pakketten van waarde enz. De kast was achter leeljjk gehavend. In de deur waren twee gaten geboord en met een zwaar voorwerp, een breekjjzer waarschijnlijk, was de ijzeren buitenwand van de deur ingedrukt en gescheurd. Het slot, een letterslot, is echter aan de pogingen om het te openen weerstand bljjven bieden. De inbrekers zijn blijkbaar, de aard der beschadiging van de kasten toont dit aan, van uitstekende instrumenten voorzien geweest en het is bijna onbetwistbaar, dat men hier te doen heeft gehad met dezelfde mannen, die ook de inbraak in het hulp-postkantoor in de Van der Helststraat op hun rekening hebben en ook nog eenige andere in den laatsten tjjd hier gepleegde inbraken waarbij het op brandkasten gemunt was. De inspecteur van de posterijen is spoedig na de ontdekking op het kantoor verschenen om de schade op te nemen en de recherche toog aanstonds op onderzoek uit. Het is te hopen dat de brutale dieven gevat worden, want uit alles blijkt, dat men hier met een paar gevaarlijke, slimme mannen te doen heeft. Dat de zware brandkast eerst naar het midden van- het kantoor gesleept is geeft ook al een bewijs van hun slimheidnu

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5